Een Staatsgreep. o— L 11 een tijd, dat er tereoht, of to onrecht, veel sprake is vanprmuaci amento's en de verschillende manieren, waarop men president eener republiek wordt, is 't goed de geschiedenis te raadplegen en zich groote voorbeelden voor* oogen te stellen. Ditmaal komt het licht uit het zuiden, en wel uit het zuiden van Amerika. Staatslieden luistert, en doet uw vo 'deel met hetgeen ga hooren gaat. T Is nu twintig jaren, dat generaal Belzu het erkende hoofd was van de B nimansehe republiekBslzo, die indertijd was opgestaan tegen Velaeco, welke Veiasco eertijds was opgestaan tegen Ballivia, welke Ballivia in 1844 op zeer ruwe wgze Santa Cruz een bee ij j had gelicht. en zoo ver volgens, als men in de annalen van dit vr i'y-c land teruggaat. T t aan Belzu was 't de gewoonte gé ■••eest ;n La Par slechts weinig da ge i tan 't bewind te blijven; maar hg ?.lauipte er z ch aan vast meteen beminnelijke stijfhoofdigheid, vijftien j ij'v, wat in la P.-:z zoo goed ais een een v is. Het „J'y suis, j'y reste" is alt.;,: het geliefkoosd devies ge wrest va- alle personages, die gemakkelijk en -vel op den top van het soolaal geh'uw zaten; en als men er over veriest na te denken, is dat de men bcb iijkste en natuurlijkste zaak van de 'v -jreld. Maar even menschelyk en et- n natuurlijk is het verlangen van h'o. die beneden aan de ladder, met d-- neus in de lucht en op hun bee nt- blijven staao, op hun beurt daar ho r in. recht op hun gemak te zijn. S op en iaat mij daar zitten ia ook een eeuwenoud devies. Onder hen die afgunstig van an deren en ontevreden met zichzelf zij a, behoorde vo oral ook Malgarejo, nog wel een generaal. Maar wie is er in de nabijheid van den evenaar niet meer of minder generaal? 'tScheen ïrtnsschen zoo h-el gemakkelyk niet B-.d'.u omver te werpen, want deze zoterlinge president bestuurde op een eer.jke wij'.e en genoot de liefde van zjj i volk. N ig nooit had een hoofd van den Somt beminnelgker karakter aan den d - gelegd. Vooral had hij een ze- kt- - manier om met de vertegenwoor- di s van vreemde mogendheden om te tan, die de vreugde zijner tijdge- ncoten uitmaakte. Ziehier een yoor-j beeld onder tien. Bsisu bad een dochter, die ondanks haar vijftien jaren, haar schoonheid en naar rijkdom, wegkwijnde van ver veli.'g en ongene63lijk spleen. De doctoren vanLa Paz peinsden en discu teerden er over, doch moesten ten sl i"te hunne onmacht erkennen. De wetenschap heelt hare grenzen, zelfs in Amerika. Toch had Beizo beloofd hen te lfit n ophangen als 't kind niet genas de swaal nam steeds toe. Op een morgen trad de president bij zijD doc iter binnen ea vond dat ze er heel bleek en treuriger daa ooit uitzag. T j6ü vermaande hg haar met zij a iru de welsprekendheid. - Ge wilt dus sterven jen mij doer uw dood ook doen sterven? Waartoe deze nare onverschilligheid, die ake lice neerslachtigheid Zift ge niet de eerste in onze republiek? Hebt ge niet alles, wat ge kunt verlangen W^t wilt ge nog mter Een waaier van struisveeren, een opgezetten cacique Z i schudde krachtig hst hoofd Ki:?!8 kon haar bskoren. Wat zoudt ge dan moeten heb ber. om vroolijk, om een nur tevreden te ijn om eens een enkelen keer te lac en T jen ontwaakte het meisje een oo- ge- olik uit haar gemijmer en liet zioh deze woorden ontvallen Ik zal lachen zoodra ik den En s'' -chen gezant zie lachen. Nu had niemau 1 ooit den gezant, gevolmachtigd minister van hare Brit- HMLEMEli HALLETJES- E c Zat»rdagavo ndpraatj-, CCCXVIII. Dm week of wat geleden is er dior Bu-gemeester en Wethouders een voorstel gedaan, om de inkomens van durend tot drieduizend gulden wat; hojrer te belaster-, om de grootare j:..-omens een weinig ts kunnen ont- 1 -ten. Wae deze becijfering op Zieh en ive al laat ik zeggen eigenaardig, c:. iut daarbij menseheh, die hei wè! hri-ben ontlast en die het niet hebben Kv.nst werden,er kwam nog bij, dat i het vooratel een rekenfout zat, die d - -r een inzender in dit blad duidelijk it aangetoond. Hoe zal, dacht ik hij mij zei ven, de Raad dit merkwaardige voorstel ontvangen? Zal hij e6n paar ir i- debatteerc-n over aftrekken en >'M all g, vermenigvuldigen en dealen ik maakte er mij al een feest deze woordenvermoorderij op ,te schaal bij te wonen, toe.: daar opeens de commissie van financiën jew am en roet ia het eten gooide. D e oommisBie kan gced rekenen natuurlijk, wanneer ja Van Financiën heat, dan moet je goed kunnen reke nen. Maar d8zen keer krggen we van die rekenkunst geen spiertje te zien. Zi>o graag, zoi dolgraag had ik eens willen zien uitcijferen, hos iemand cl :o weinig heeft, kan worden genood- z .".kt veel ts betalen om iemand die vt-rl heeft, te ontlasten. Ia onzen tg i Vi.ii Röntgenstralen, Noordpool-ont- dikkingen en andere rariteiten, kun jr. soo daoht ik, maar niet weten, of er niet de een of andere cijferkunste- jjsi r tot de slotsom gekomen is, dat t v-, e maal twee geen vier is, maar vier en een half. ?che Majesteit, z:en lachen. Dat hoog, droog en stijf personage kwam nooit uit de plooi en spreidde steeds een majeetuense waardigheid ten toon. 't Was de hoogmoed ikpersoon, de defti-heid in menschelijke gedaante. Dadelijk een bode naar den Eu- gelechen gezanl; bij moet terstond hier komen; op 't oogenblikhoog staats belang! riep Belzu. Een kwartier later deed deEagelsch- man zijn plechtige intrede en boog tot dat hij kraakte. Zonder een woord te spreken, liep de president der Boli- viaansche Regeering naar hem toe, pakte ham met alle tien vingers om zijn middel en begon hem woedend te kietelen. Niet alleen dat de gezant als een bezetene b8gon te lachen, maar hij danste er bijBij dit schouwspel kreeg het meisje 't byna op de zenuwen van pret en ineens was ze ganezen. De betrekkingen tusschan den pre sident en het gezantschap werden af gebroken en de gezant nam zijn af scheid. Lord Palnierston, die toen de portefeuille van Buiteulandsche zaken had, besloot, cp de klacht van zijn afgevaardigde, de nationale eer, die zoo grof beleedigd was, te wreken. Hij liet zich landikaarten van Bolivia voorleggen en zag er van af. Hoe en waar te landen Men moest, om het land te bereiken door Peru, of door Chili. Dat was onmogelijk. Belzu, van zijn kant, verkoos geen enkele verontschuldiging in te bren gen- Twintig jaren werd Engeland niet vertegenwoordigd in Bolivia, wat de B ilivianen hesl kalm liet. Men begrijpt, dat van dit oogenblik de president door zgn voik werd aan gebeden en zich dus ook staande hield, jiar in, jaar uit, tegen alle mogelijke gebruiken in. II. Ondanks dit alles gal Melgarejo den moed niet verloren. Met de na tionale avonturen, waaraan 's lands geschiedenis zoo rijk is, voor oogen, verzamelde hij esnige vrienden om zich heen, onder welke een zekere Lmïs Gabare; stak op straat een op roerig vaandel omhoog; brulde heel hardhaalde de mannen, die een baantje zochten tot zich; bracht de leegloopers inbeweging en riep zelf 'i allereerstWeg mot Belzn Leve Melgarej oZoo iets noemt men eea staatsgreep. Maar de wer kelijke president vond de poging on tijdig en hoogst wansmakelijk. Hij bracht de troepen onder de wapens en de opstandelingen werden met ge weerschoten, steenworpen en onder gejouw de stad uitgejaagd. Melgarej o vluchtte het vrije veld in. Daar voegden zich «.ieuwe party gan gers by hemallen struikroovers. desperado'rf, eenige Indianen op plun dering belust, een samenraapsel van lallooze schurken, die voor drie piasters of een flesch brandewijn zich tot ieder schelm stuk lieten gebruiken. Malgarejo telde zijn manschappen. 't Waren er drieduizend; zoo groot was ook het aantal der geregelde troepen, d'9 Belzu te La Paz tot zgn beschikking had. Diensvoigens werd tot het beleg besloten. La Paz is een open plaatsvan versterkingen geen zweem. Belzu, die in tijds ver wittigd was, deel een uit val aan 't hoofd zijner gezamenlijke troepen, om de stad te dekken. Zoo- dra de 1wee partijen zich tegenover elkaar bevonden, gingen ze elkander heel moedig te lijf, met de bajonet, met het me-, heb ik jou daaronder 'tgebrul dsr nacnen hnnner respec tieve chefs en Leve Bolivia 1 allebei met dezelfde overtuiging. Ruiters 9n voetknechten van de twee benden mengden zich dooreen en vochten even verwoed 't wa^> een strijd op leven en dood, want bij die drieduizend tegen drieduizend vocht en sloeg iedereen er op in met een bepaald en persoonlijk oogmerk; hij die doodde verlangde de plaats van den gedoode, vochten voet tegen voe', Maar zooais ik zei, we krijgen dezen keer van de commissie van financiën geen beoijlering. Ze stelt eenvoudig voor, hat voorstel niet in behandeling te nemen, omdat er een Rijkswet op deze zaak in bewerking is. Ach, daar gaan we al heenWeg is mijn hoop op een mooie disoussie, om te bewgzen dat tweemaal twee vier en een half is we zuilen er geen plezier van hebben, want de Raad zal, daar zou ik een stukje van mijn pink onder willen verwedden, de oommissie van financiën helpen om het voorstel up te hangen aan den kapstok, dien de oommissie er voor gevonden heeft ik hoop, dat het beestje oen zachten dood moge hebben Er wordt zoo vaak geprutteld, dat de mensohen in dezen tijd verteren wat ze verdienen, ja som3 meer den ze verdienen en dal de goede, oude tijd toen er nog gespaard werd, yer zuer vor ^aohr.er ons ligt. 'tls wel mogelijk, maar op Haarlem is die klaohi tooh zeker niet van toepassing. Er worden in onze goede stad spaar- plannen gemaakt van belang voor de kroningsfeesten van koningin Wil- heimina in 189S. De bewoners van de Barteljoris- straat hebben al een comité gevormd en betalen van nu af aan tot aan den feestdag toe, ik meen 75 cents per week. Dat maakt tn twee jaar het beduidende sommetje van f78 per perceel, een beiirag waarvoor nogal wat groen, vlaggendoek lampions en verder vereieringsmatei aal te koop is. Nauwelijks is dit oomité gevormd, op de Groote Houtstraat, de hartader van onzen winkelstand, volgt het voor beeld, ja, overtreft dat nog, door niet eea, maar twee commission 8lkaar uittartende bij hun wederzijd- Bche namen ze Kenden elkander allen. Melgarejo zocht Belzu Belzu zocht Melgarejo; noodlottig toeval, ze vonden elkaar niet. Het gevecht was 's morgens begonnen tegen den mid dag was 't een feit, dat Belzu ander maal overwinnaar bleef. Toen wendde Melgarejo zonder plichtplegingen den teugel en verwijderde zich in vliegen den galop. Diegenen van zijn krijgs makkers, die geen paarden hadden, werden voor 't aieerendeel neergehou- wen1 de anderen volgden het voor beeld van hun chef en kozen het hazenpad. Aangezien Melgarejo het moedigste paard had, gebeurde het, dat hij zich alleen in 't veld bevond, enkel inet groote moeite gevolgd op een afstand van tweehonderd meter, doir zijn trouwen adjudant Luït Gabaro, wien hij daags te voren nog de portefeuille van oorlog had toegezegd. Ze reden twee uren lang. De paarden bliezen, stieten aanen schuimden. Toen Melgarejo zeker was van buiten 't bereik zijner vervolgers te zijn, hield hij indon Luis voegde zich bg hem. Voor nen lag een diep, donker, ge heimzinnig, ondoordringbaar woud. III. Het wond, hst onbekende, de duis ternis zelfs op klaarlichten dagde grijnzende versohrikking der mons er- aohtige lianen, die zich om stammen en takken strengelen en over den grond kruipen als slangenhet lom mer van het donker verstikkend ge bladerte, dat boven een vochtigen, slijkerigen bodem hangt, waarover reptielen kruipen, wier aanraking onmiddellijk doolt, en insecten wier nadering doodelgk zijn kan; verblijf plaats van loerende jaguarshinder laag van Indianen, die nog woester zijn dan het roofgedierte; gebied van vreeslijke ontmoetingen, onophoude lijke gevareo, onzichtbaar rondslui penden dood, onvergetelijk gesuis en gedrnisohverstikkende, tronwelooze, onvertrouwbara wereld, waarin de verdwaalde merseh wegkruipt, zich inkrimpt, wijl hij van alle kanten zich bedreigd voelt, den dood nabjj west onder allerlei gedaanten, vergif van planton, van tanden en klauwen en van 'i staal van een ander men^ch, die evenals hij is verdwaald Melgarejo bezat den moed der avon turiers; niettemin hield hij aan den gedachten woudrand halt. Dm Lnïs, waar zijn we En Don Luïs maakte eeD onbe stemd, ontmoedigd gebaar. Hij wist niets meer. Bij een vlucht west men wel wat men ontvlucht, maar zelden denkt men er aan, waar men heen gaat. Twijfelt ge aan mij, Don Lnïs? Don Luïs antwoordde niet. Mis schien twijfelde hij werkelijk. Mel garejo ging op tragisch en toon voort D it is nu mgn belooning I: Ik heb me opgeofferd voor de eer van mijn vaderlandik alleen heb den tiran durven braveeren, de vaan der geschonden rechten, der verloren vrijheden durven opsteken. Ik heb de verdediging van het verdrukte volk op mij genomengeen enkel oogenblik gij kunt het getuigen don Lnïi heb ik in dit grootmoe dig avontuur aan me zelf gedacht ik begeerde niets; ik zou niets heb ben veriangd Don Leus dachtneen, niets anders dan het presidentschap. Tnans, vervolgde de belaugelooze man, verlaien me mijn vriendenik word gevloekt; er is een prijs op mijn hoofd gesteld. Wie wil mijn hoofd? Wilt gij 'l, don LoL? Wilt gii 't? Don Luis was op den grond gaan liggen, met den teugel van zijn paard ooi den arm gewikkeld, en prevelde in stilte., Zijn vrienden verlaten hem Hii is zelf begonnenhij heeft een goed paard het mijne is kreupel En overluid te benoemen, een groote «om voor de versiering in 't algemeen om een kleine voor de financiën. Hier is do contributie aenigszins anders en wordt vijf cent betaila per strekkenden me ter en per week, zoodat wie de grootste frontbreedte heeft, ook het meest moet betalen. Dit is de manier om tg lig kliar te zijn. Men kan wel zeggen: „waar om zoo vroeg begonnen we kunnen er over een j tar nog wei eens over praten," maar de praktijk leert wei anders 1 Die nuchtere prak tijk wijst er ons op, dat wanneer plotse ling voor versiering en illuminatie een bijdrage van een gulden of wat in eens gevorderd wordt, de meesten terugechrikken en vragenkan het nisi wat minder En wanneer daa het antwoord luidt„zeker, maar dan wordt het een povere vertooning," dan is het eind en slot gewoonlijk, dat de meesten zich omtrekken en dat op den feestdag tal van straten of hee-emual niet, of maar voor een kiein gedeelte versierd en geïllumi neerd zijn. Neen, er moei geen groote som opeena worden gev.aagd, maar met gez.vmenlgk overleg een groot spaarvarken wurden aangelegd, waar in ieder wekelijks geregeld een kleine bgdrage offert, opdat men als ue groote dag daar is, het varken stuk slaan en van zijn vetten inhoud iets wazenlgks moois maken kan. Daarom moest eigenlijk nu, op dit oogenblik, twee jaar voor den feest dag, de geheele stad ineens het voor beeld vol ren van de Barteljorisstraat en de Groote Houtstraat en elke straat afzonderlijk nn, zonder dralen, de noodige schikkingen treffan. Mij dacht, dat dit niet zoo moei lik is. Hebben we niet een groote Feesfoommissie voor don Koningin nedag, die nog niet lang geleden ver- Uw hoofd? W&t zou ik mot uw hoofd doen? Gij kunt het Belzu gaan bren gen hij zal u vergiffenis schenken u alles geven, wat ge vraagt, ambten, eer, fortuinGe kunt groot wor den Ocb, iaat me slapen Ea zonder den minsten eerbied aan den dag te leggen, trok hij zijn hoed over de oogen en bewoog zich niet meer. De overwonnen generaal zat naast hem en verbeet zyn hitteren wrevel zoo goed hg kon. Wat zou er nu van hem worden Geen levensmid delenalles te vreazen, de partijgan gers van Belzu, en zijn 6igene; de roofdieren, de Indianen. Wat te doen? Naar Chili de wijk nemen, waar men hem, evenals Santa-Cruz, gevangen zou houdennaar Peru, dat hem aan Belzu z ju uitleveren. en dan, hoe zich te o-iënteeren? Waar moest hij middelen van be staan vinden? Oreral dreigde hem ellende, schande en dood. Er verliep een uur. Escskhps richtte Melgarejo het hoo d op en klopte zijn slapen ien makker op den schouder. Don Liïj was met één sprong overeind. Don Luï>, te paard, we gaan van hier. Waarheen? Naar L* Paz, IV. Ziodra een koerier de overwinning rau Belzu bekend kwam maken gin gen alle bewoners van La Paz, man nen, vrouwen en kinderen in massa den goeden president en zijn getrouw leger tegemoet. Ze kwamen de sta! weer- binnen in bonte verwarring, schreeuwend, gillend en brullend van geestdrift, en huilend van vreugde, het regende bloemen van de balkons en op de hoeken der straten werden geweerschoten gelost, ditmaal in de lucht ten teeken van algemesne blij cl schap. Men danBte op de pleinen en de drankverkoope-s kouden 't niet at niet schenken, zoo druk werd er in 't openbaar getoost. Belzu reed te paard door de stad, gevolgd door een luis terrijken staf. Hij groette rechts en links, zwaaide met de armen, stak de handen uit, drukte dia der meest op- gewondenen en bracht met een hel dere stem hulde aan den God der legerscharen, alsmede aan dieD der gerechtigheid. Vervolgens begaf hij rioh naar zijn paleis, omhelsde zijne dochter, en beval dat er groote lestij- nen zouden worden aangerecht.'t Was nu de tijd, of nooit, om te drinker) en te klinken. Het voik verzamelde zich bg en om het preeidentshuis en zoowel binnen als buiten hoorde men niets dan gezang en muiiek, alleen afgewisseld door dronkenmanspraat. Nu en dan vertoonde zich Belzu op het balkon, hief zijn glas in de hoogte, en groette het opgewonden voik, dat ham eiken keer begroette met een salyo van toejuichingen, welks ateeis een toon hooger klommen dat gedruisch rolde over de stad in een langgerekte, geweldige, rasende noot fcerwgl de wind die over de vlakte kwim de gele, rood» en blauwe zon neschermen deed klapperen als vaan dels en vlaggen op den dag der over winning Het feest duurde al sinds uren toen Meigarejo in de stad kwam de eerste straten waren ledighij reed ze in gettrekfen draf dour. Lnïa volgde hem. Uit de verte Klonk, hun gejuich en gezang te gcaaoet. Toen bemerk ten ze de golvende beweging eer me nigte op het plein voor het paleis. Ze stegen af. Volg roe, zoo ge wilt, zei Mei garejo, want ds adjudant aarzelde. Wat gaat ge doen Dat zult gij zien. Melgarejo drong door de menigte heen, duwend, stompend, geduwd en gestompt wordende en roependeOp zijOp zijzonder er zich om te be kommeren, of bij al dan niet herkend klaard heeft, dat ze na haar eerste succes, niet dacht aan overigden, maar voornemens was, ia hot leven te blgven? Welnu, wanneer deze Com missie zioh er voor spande, dan zou er op alle punten van de stad tegelyk met het sparen voor de kroniags feesten kunnen worden begonnen. Het oemraal bestuur van die Com missie beslaat uit de heeren Jhr. Mr. Rethaan Macaié, Mr. A. W. Thöne, W. C. de Vos, Mr. F. A. Bijvoet, J. Merens, H. v. Breeoaen Hzn. en A. Koolhoven. Welnu, de twee eerstge noemde heeren wonen in de Wilhel- minsstraat, zij zonden de bewoners van die straat kunnen oproepen de heer de Vos, die aan de Baan woont, zou met de bewoners van dat stads gedeelte overleg kunnen plegen aan Mr. Bijvoet zou de zorg voor de Jansstraat kunnen worden toever trouwdaan den heer Merens (die in de Bloemhofatraat woont) kan de taak worden opgedragen, de bewoner, van den Kleinen Houtweg tot deel neming aan te sporen en da heerH. van Breemen vindt zgn arbeidsveld op de Bakenessergracht. De heer Koolhoven, als Bloemendaler, valt er af, hom zou met saooes het bewerken van een straat, waarvoor geen ander was te vinden, kunnen worden opge dragen. Maar dan hebben we nog de groote feestcommissie, omstreeks honderd personen sterk. Lieve mensohen, wat een werkkrachten! Leden van die groote commissie wonen overal, op de Oude Graoht, op de Nieuwe Gracht, in de oude stad, in de nieuwe stad. Er zgn er ook (ea hun hulp zouden we niel gaarne missen) in de arbeiderswijken in de straten van den Coöperatieven woningbouw. Hos meer ik daarover denk, des te meer schik krijg ik er werd. Hij zette zijn leven op één kaart. Hij kwam hehouden en wel want men vreesde hem nog maar hier en daar uitgejouwd, tot aan den in- eang van het paleis. Een officier, die hem in 't oor had gekregeü, lilde voort om Belzu te waarschuwen. Mel garejo ging kalm de trap op. Belzu wa3 droukenhg dacht dat Melgarejo hem zgn onderwerping kwam aanbieden. Hij herinnerde zich Augustus en diens grootmoedigheid hij besloot, ook edelmoedig en groot jigens Cinna te zijn, en -'em den zelf den dag niet ts laten ophangen bij de gedachte aan zgn eigen goedertie renheid, werd hg tot tranen toe be wogen. Laat hem binnenkomen Laat hem komen! hakkelde hij; welk een schoone dag, goede hemel! En toen de rebel verscheen, ging hg hem tegemoet, slingerend, laohend en met uitgestoken handen. Toen trok Melgarejo koeltjes een pistool uit zgn gordel en schoot zijn overwinnaar op de plaats dood. Belzu viel zonder een kik te geven. Er ging een kreet in de verschillende groepen open niemand bewoog zioh. Mel garejo had zioh omgekeerd en keek de omstanders vlak in 't gezicht aan. Vervolgens ging hg naar 'f balkon, rukte de nationale vlag af, zwaaide ze door de lucht en riep Leve de president Melgarejo 1 Beneden herhaalde do getrouwe don LuisLeve de president Mel garejo En de verblufte menigte, zoowel binnen als buiten, begrijpende, dat de kracht bij en in dien man was, riep na een korte stilte, op haar beurt uit de volheid van haar hart en zoo hard ze kon Leve Melgarejo!!! Leve Mel garejo 1 1 BINNENLAND. Parlementaire praatjes. Alvorens de Tweede Kamer tot de behandeling der Indische begroeting overging en nadat het jongste lid, dr. Nolens btëedigd was had zij een zaakje af te doen, dat den lief- talligen leeftijd van 60 jaren heeft, bereikt, de goedkeuring nl. van h9t tractaat met Brigië ten aanzien van de verbetering van het kanaal van Gent naar Terueuzen. Veel liefhebberij bestond daarvoor niet. Want na België de grenzen voor ons vee sluit en geenzins een vriendelijke buur ie, waren de heeren Ds B 'aufort (Wijk b. D), Hennequin en Van Deinse van oordeel, dat wg door deze werken, die voor een goed deel in 't voordeel der zuidelijke stamverwanten zijn, België geen ple zier behoefden te doen. Voor het overige bswoog zich dat - ba op technisch terrein en op het gebied der Z-ieuwscb-Viaandereneohe oelangen, waarbij de heer Conrad stond aan de zijde der ministers R ëli en Van der Sleydea. Stemming lokte het ontwerp ten slotte niet uit. Met uitzondering van den heer Bool, die zijn bezorgdheid te kennen gaf over de toekomst der Indische finan ciën, was bij de Indisc >e beirooting alleen de heer Cretner aan het woord, in een lange, van veel zaakkennis, van rcennis ook der „dessous" getuigende rede, over Atjeh en over Atjeh alleen. Het -erefe gedeelte zijner rede waa een retrospectieve b ipohouwing over de geschiedenis van den Aijeh-oorlog tot aan den afval van Toekoe Oemar. Eu wat de aan dit feit voorafgaands omstande omstandigheden betrof, was de opinie van den heer Cremer lang niet inalsch. Voor een goed verstaan der straalde uit zijn woorden do.,r. dat én het patrouilleeren in de XXII Moekims (in strijd met het teiseJ. van dan min. Bergs ma, in strijd, ook met de in deze Kamer geuite waarschuwingen), èi in bet verplick- in. Alles straatsvewijze op touw ge zet minnelijk overleg over de grootte van de te betalen contributie, hier war, meer daar wat minder overal sparen in sl de hoeken van de stad voor den grooten feestdagen dan, dan wordt het gemeste varken geslacht, de Bloemenstad van het eene eind tot bet andere met bioeuien getooid en des avonds de duister"is vervangen door een gr.,ote zee van licht, ter eere vaa de kroning onzer jeugdige Vorstin. Vóór de Feestcommissie is dit, zou ik zeggen, een bij uitstek geschikte taak. Ik heb hooren zeggen, dat haar kas leeg is, maar dat hindert niet dit kost geen peid. Op dit oogenblik is er voor haar toch niets te doen ia het dan niet beter, dat zij inplaats van den winterslaap in te gaan, maatregelen treft ter voorbereiding van het groote feest van 1898? Over den Kroningsdag sprekende, denk ik aan een curiositeit, die ik dezer dagen gezien heb. Het was een gedenksteen, waarop vermeid stond, dat hij gelegd was door den Erfprins van Oranje den 24sten April 1838 volgens dit jaartal rao3t het koning Wiliem III zgn geweest, die toen als zoon van den kroonprins, later Willem II, de Erfprins heette. Op zichzelf was die steen niets merk waardigs. Blijkbaar is kg afkomstig van de oude weverij de Phoenix dia zooals men weet, onder de protectie van koning Willem I tot stand gekomen is. De steen heeft de fabriek overleefd en het merkwaardige van 't geval is, dat de steen nu een plaatsje gevonden heeft in den gevel van een fabriek, in de nabgheid van de Phoenix, welke fabriek nog maar een jaar of ten van Toekoe Oomar tot den tocbf naar Lam krak, een reden tot diem afval moest worden geborenda: Toekoe Oemar zijn vertrouwen moes verliezen in de stabiliteit onzer Re geering en dat zijn afval misschiet verhaast werd door de houding vat gf neraal Vetter al liet spr. dit laatste in het midden. En van al deze dingen vroeg hij; wie gat er last toe, wie is daarvoci verantwoordelijk Wat. den tegen woo rdigen toeetan;] aangaat, gaf spr. toe dat er gevochten moest wurden en bracht warme huldt aan bet Indisch lsger. Dook thans heerschte er betrekke, lijke rust en de vraag rees: wat nu? Spr. was bereid zijne goedkeuring te hechten aan de geconcentreerde stelling van 1885, met drie posten daarbuiten, teneinde de drie Sagi'e vrij te houden van vijandelijke in vallen thans het eenig mogelijk stelsel. Hjj was bereid tonnen gouds, mil- lioenen zelfs te geven om aan dec Atjeh-oorlog een einde te maken. Mite de Regeering klare wgn wilde schen ken, mits zg wilde zoggen wat de Iadisohe overheid, wat zjj zelve nut' tig en noodig rekende, mits er eec einde kwam aan de onzekerheid. Want die onzekerheid werkte ver lammend op ons gezag. Wij moeten toonen wie wg zgn. Is de kust bezet dan is geen onderwerping meei noodig van het groote Rgk, dan zou men onze overmaoht wel voelen. Met de minste offers, met d9 meest* kans op succèr was slechts het vol gen van éan riohting op Atjeh noodig die riohting werd het best aangeduid c^et de woorden: „Wg blijven 1" Dinsdag voortzetting. G. Jr. „Hat Witte Kruis." Door de afdeeling Ziekenverpleging der Amsterdamscbe afdeeling vai bet. Witte Kruis" werden na ge houden examen do volgende ver pleegsters en verpl3gsrB gediplomeerd lr. a!s ziekenverpleegsters ei kraamvrouwenverpleegsterE. C Akkerman, J. C. Arbouw. Jl>. A. Bloe men, J. G. Brinkman, A. M. hi. Curl p8rs, Ob- v. d. Ende, J. E. P. v. Est' A. J. Holst, J. Merwarrit, W Koelewijn, L. D. J. Koning, H. v&i der Made, W. P. Pohiman, K. 8. J Moolenaar Reeder, C. A. de Ron, W J. Viersma, A. Wouters, opgeieit in het Wilheljaina Gasthuis. 2o. ale ziekenverpleegster: A. E Andersen, A. Andrea, B. C. Besse laar, Ric. Breman, A. Bruggink, W Fiö'e, M. A. Gudde, A. M. Kiippers M. E. Boekwijt—Lij tering, G. A.vai Opreeland en M. P. Ratjes; opge leid in het Binnen GasthuisC Verdoorn, opgeleid in het Ned. Isr Ziekenhuis en krankzinnigengeetich; E. Asnes opgeleid in het Academisct Ziekenhuis te G-.oniugen, en C. M Schimmel ongeleid in het DiakoneB sen huis te Haarlem. 3 als kraamvrouwenverpleegstei M. M. Houssen, M. J. MöMeren E M. Uteraöhlen opgeleid in het Bin nen G.isthuis en G. H. v. d. Vijgh opgeleid in het Neo, Isr. Ziekenhui: en K. Z. gesticht. 4 Als Ziekenverpleger I. Hart S. Hes en H. van Straten allen op geleid in het Ned. Isr. Ziekenhuis ei K. Z. G sticht. Een belangrijk© lijst. Vanwege het hoofdbestuur van po litie afd. Recherche te Amsterdam, i de volgende lijst van kooplieden t Amsterdam, op wie de aandacht word gevestigd, o pen oaar gemaakt: Adams (B. C. MAdrianus (F.) ReohlbooiXjslüüt 1, Ai-celen (J. J. van) Agcheien (J. van), Gendeker si Co. ook J. Wallenburg, Algemeen Administratiekantoor „Cunfidentia' Van Doider en C ook Algemeei Plaatsingbureau Van Doider en Co Audel (A. van), Anten Jr. (Lsoj, Antji vier oud is. Ds argelooze voorbijganger zal e 'Ach terecht over verhazen, dat ii 1838 03D steen gelegd is in een iabriel die meer dan een halve eeuw late tot stand gekomen is. De geleerdei van later tijd mogen zich van di geval, dat voor hen een wonderliji raadsel wezsn zal, de tanden wetten Nog een tweede curiositeit van ge heel anderen aard. Toen deze weel de leden vair de Alliance Frarqaie in de bovenzaal vaa het Brongeoouv bijeenkwamen om Ma/la neTuéaard ei Mademoiselle Ljpage to hooren, toei was door den ouef de ouff'et gezorgi voor koffie, thee en chocolade Twe kellners, speciaal daartoe aangesteld stonden aan het uiteinde van de zaa op den uitkijk, of soms deze )f gei zioh aan een van die drankei wenschte te verkwikken. Maar ziel de twee Frany rises hielden blgkbaa de toehoorders ia groote spanning want niemand bestelde iets en in he buffet bleef men, toen het publie) was heengegaan, radeloos achter me een zee van koffie, thee en chocoladi Nog steiker: er stond op de tafe van Madame Thénard een karaf waie met een glas. Zalfs het water is oe aangeroerd gebleven Als dat nu niet geheel-onthoudic boeten mag, dan weet ik het niei Maar nu ik mij goed bedenk, schif me te binnen, dat een week of wa geleden de NederigGeheel-onthcuderE vereeniging in datzelfde lokaal har atgemeene vergadering gehoude heeft. Werkte missohïen haar beginsel no na op de leden van de Alliance frai 9 rise FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 6