Een Staatsgreep.
o—
L
11 een tijd, dat er tereoht, of to
onrecht, veel sprake is vanprmuaci
amento's en de verschillende manieren,
waarop men president eener republiek
wordt, is 't goed de geschiedenis te
raadplegen en zich groote voorbeelden
voor* oogen te stellen. Ditmaal komt
het licht uit het zuiden, en wel uit
het zuiden van Amerika.
Staatslieden luistert, en doet uw
vo 'deel met hetgeen ga hooren gaat.
T Is nu twintig jaren, dat generaal
Belzu het erkende hoofd was van de
B nimansehe republiekBslzo, die
indertijd was opgestaan tegen Velaeco,
welke Veiasco eertijds was opgestaan
tegen Ballivia, welke Ballivia in 1844
op zeer ruwe wgze Santa Cruz een
bee ij j had gelicht. en zoo ver
volgens, als men in de annalen van dit
vr i'y-c land teruggaat.
T t aan Belzu was 't de gewoonte
gé ■••eest ;n La Par slechts weinig da
ge i tan 't bewind te blijven; maar
hg ?.lauipte er z ch aan vast meteen
beminnelijke stijfhoofdigheid, vijftien
j ij'v, wat in la P.-:z zoo goed ais een
een v is. Het „J'y suis, j'y reste" is
alt.;,: het geliefkoosd devies ge wrest
va- alle personages, die gemakkelijk
en -vel op den top van het soolaal
geh'uw zaten; en als men er over
veriest na te denken, is dat de men
bcb iijkste en natuurlijkste zaak van
de 'v -jreld. Maar even menschelyk en
et- n natuurlijk is het verlangen van
h'o. die beneden aan de ladder, met
d-- neus in de lucht en op hun bee
nt- blijven staao, op hun beurt daar
ho r in. recht op hun gemak te zijn.
S op en iaat mij daar zitten ia ook
een eeuwenoud devies.
Onder hen die afgunstig van an
deren en ontevreden met zichzelf zij a,
behoorde vo oral ook Malgarejo, nog
wel een generaal. Maar wie is er
in de nabijheid van den evenaar niet
meer of minder generaal? 'tScheen
ïrtnsschen zoo h-el gemakkelyk niet
B-.d'.u omver te werpen, want deze
zoterlinge president bestuurde op een
eer.jke wij'.e en genoot de liefde van
zjj i volk.
N ig nooit had een hoofd van den
Somt beminnelgker karakter aan den
d - gelegd. Vooral had hij een ze-
kt- - manier om met de vertegenwoor-
di s van vreemde mogendheden om
te tan, die de vreugde zijner tijdge-
ncoten uitmaakte. Ziehier een yoor-j
beeld onder tien.
Bsisu bad een dochter, die ondanks
haar vijftien jaren, haar schoonheid
en naar rijkdom, wegkwijnde van ver
veli.'g en ongene63lijk spleen. De
doctoren vanLa Paz peinsden en discu
teerden er over, doch moesten ten
sl i"te hunne onmacht erkennen. De
wetenschap heelt hare grenzen, zelfs
in Amerika.
Toch had Beizo beloofd hen te
lfit n ophangen als 't kind niet genas
de swaal nam steeds toe. Op een
morgen trad de president bij zijD
doc iter binnen ea vond dat ze er heel
bleek en treuriger daa ooit uitzag.
T j6ü vermaande hg haar met zij a
iru de welsprekendheid.
- Ge wilt dus sterven jen mij doer
uw dood ook doen sterven? Waartoe
deze nare onverschilligheid, die ake
lice neerslachtigheid Zift ge niet de
eerste in onze republiek? Hebt ge
niet alles, wat ge kunt verlangen
W^t wilt ge nog mter Een waaier van
struisveeren, een opgezetten cacique
Z i schudde krachtig hst hoofd
Ki:?!8 kon haar bskoren.
Wat zoudt ge dan moeten heb
ber. om vroolijk, om een nur tevreden
te ijn om eens een enkelen keer te
lac en
T jen ontwaakte het meisje een oo-
ge- olik uit haar gemijmer en liet zioh
deze woorden ontvallen
Ik zal lachen zoodra ik den En
s'' -chen gezant zie lachen.
Nu had niemau 1 ooit den gezant,
gevolmachtigd minister van hare Brit-
HMLEMEli HALLETJES-
E c Zat»rdagavo ndpraatj-,
CCCXVIII.
Dm week of wat geleden is er dior
Bu-gemeester en Wethouders een
voorstel gedaan, om de inkomens van
durend tot drieduizend gulden wat;
hojrer te belaster-, om de grootare
j:..-omens een weinig ts kunnen ont-
1 -ten. Wae deze becijfering op Zieh
en ive al laat ik zeggen eigenaardig,
c:. iut daarbij menseheh, die hei wè!
hri-ben ontlast en die het niet hebben
Kv.nst werden,er kwam nog bij, dat
i het vooratel een rekenfout zat, die
d - -r een inzender in dit blad duidelijk
it aangetoond. Hoe zal, dacht ik hij
mij zei ven, de Raad dit merkwaardige
voorstel ontvangen? Zal hij e6n paar
ir i- debatteerc-n over aftrekken en
>'M all g, vermenigvuldigen en dealen
ik maakte er mij al een feest
deze woordenvermoorderij op
,te schaal bij te wonen, toe.: daar
opeens de commissie van financiën
jew am en roet ia het eten gooide.
D e oommisBie kan gced rekenen
natuurlijk, wanneer ja Van Financiën
heat, dan moet je goed kunnen reke
nen. Maar d8zen keer krggen we van
die rekenkunst geen spiertje te zien.
Zi>o graag, zoi dolgraag had ik eens
willen zien uitcijferen, hos iemand
cl :o weinig heeft, kan worden genood-
z .".kt veel ts betalen om iemand die
vt-rl heeft, te ontlasten. Ia onzen tg i
Vi.ii Röntgenstralen, Noordpool-ont-
dikkingen en andere rariteiten, kun
jr. soo daoht ik, maar niet weten, of
er niet de een of andere cijferkunste-
jjsi r tot de slotsom gekomen is, dat
t v-, e maal twee geen vier is, maar
vier en een half.
?che Majesteit, z:en lachen. Dat hoog,
droog en stijf personage kwam nooit
uit de plooi en spreidde steeds een
majeetuense waardigheid ten toon.
't Was de hoogmoed ikpersoon, de
defti-heid in menschelijke gedaante.
Dadelijk een bode naar den Eu-
gelechen gezanl; bij moet terstond hier
komen; op 't oogenblikhoog staats
belang! riep Belzu.
Een kwartier later deed deEagelsch-
man zijn plechtige intrede en boog tot
dat hij kraakte. Zonder een woord
te spreken, liep de president der Boli-
viaansche Regeering naar hem toe,
pakte ham met alle tien vingers om
zijn middel en begon hem woedend
te kietelen. Niet alleen dat de gezant
als een bezetene b8gon te lachen,
maar hij danste er bijBij dit
schouwspel kreeg het meisje 't byna
op de zenuwen van pret en ineens
was ze ganezen.
De betrekkingen tusschan den pre
sident en het gezantschap werden af
gebroken en de gezant nam zijn af
scheid. Lord Palnierston, die toen de
portefeuille van Buiteulandsche zaken
had, besloot, cp de klacht van zijn
afgevaardigde, de nationale eer, die
zoo grof beleedigd was, te wreken.
Hij liet zich landikaarten van Bolivia
voorleggen en zag er van af. Hoe
en waar te landen Men moest,
om het land te bereiken door Peru,
of door Chili. Dat was onmogelijk.
Belzu, van zijn kant, verkoos geen
enkele verontschuldiging in te bren
gen- Twintig jaren werd Engeland
niet vertegenwoordigd in Bolivia,
wat de B ilivianen hesl kalm liet.
Men begrijpt, dat van dit oogenblik
de president door zgn voik werd aan
gebeden en zich dus ook staande hield,
jiar in, jaar uit, tegen alle mogelijke
gebruiken in.
II.
Ondanks dit alles gal Melgarejo
den moed niet verloren. Met de na
tionale avonturen, waaraan 's lands
geschiedenis zoo rijk is, voor oogen,
verzamelde hij esnige vrienden om
zich heen, onder welke een zekere
Lmïs Gabare; stak op straat een op
roerig vaandel omhoog; brulde heel
hardhaalde de mannen, die een
baantje zochten tot zich; bracht de
leegloopers inbeweging en riep zelf
'i allereerstWeg mot Belzn Leve
Melgarej oZoo iets noemt men
eea staatsgreep. Maar de wer
kelijke president vond de poging on
tijdig en hoogst wansmakelijk. Hij
bracht de troepen onder de wapens
en de opstandelingen werden met ge
weerschoten, steenworpen en onder
gejouw de stad uitgejaagd.
Melgarej o vluchtte het vrije veld in.
Daar voegden zich «.ieuwe party gan
gers by hemallen struikroovers.
desperado'rf, eenige Indianen op plun
dering belust, een samenraapsel van
lallooze schurken, die voor drie piasters
of een flesch brandewijn zich tot ieder
schelm stuk lieten gebruiken. Malgarejo
telde zijn manschappen.
't Waren er drieduizend; zoo groot
was ook het aantal der geregelde
troepen, d'9 Belzu te La Paz tot zgn
beschikking had. Diensvoigens werd
tot het beleg besloten.
La Paz is een open plaatsvan
versterkingen geen zweem. Belzu, die
in tijds ver wittigd was, deel een uit
val aan 't hoofd zijner gezamenlijke
troepen, om de stad te dekken. Zoo-
dra de 1wee partijen zich tegenover
elkaar bevonden, gingen ze elkander
heel moedig te lijf, met de bajonet,
met het me-, heb ik jou daaronder
'tgebrul dsr nacnen hnnner respec
tieve chefs en Leve Bolivia 1 allebei
met dezelfde overtuiging.
Ruiters 9n voetknechten van de
twee benden mengden zich dooreen
en vochten even verwoed 't wa^> een
strijd op leven en dood, want bij die
drieduizend tegen drieduizend vocht
en sloeg iedereen er op in met een
bepaald en persoonlijk oogmerk; hij
die doodde verlangde de plaats van
den gedoode, vochten voet tegen voe',
Maar zooais ik zei, we krijgen
dezen keer van de commissie van
financiën geen beoijlering. Ze stelt
eenvoudig voor, hat voorstel niet in
behandeling te nemen, omdat er een
Rijkswet op deze zaak in bewerking
is. Ach, daar gaan we al heenWeg is
mijn hoop op een mooie disoussie,
om te bewgzen dat tweemaal twee
vier en een half is we zuilen er
geen plezier van hebben, want de
Raad zal, daar zou ik een stukje van
mijn pink onder willen verwedden,
de oommissie van financiën helpen
om het voorstel up te hangen aan den
kapstok, dien de oommissie er voor
gevonden heeft ik hoop, dat het
beestje oen zachten dood moge hebben
Er wordt zoo vaak geprutteld, dat
de mensohen in dezen tijd verteren
wat ze verdienen, ja som3 meer den
ze verdienen en dal de goede, oude
tijd toen er nog gespaard werd, yer
zuer vor ^aohr.er ons ligt. 'tls wel
mogelijk, maar op Haarlem is die
klaohi tooh zeker niet van toepassing.
Er worden in onze goede stad spaar-
plannen gemaakt van belang voor
de kroningsfeesten van koningin Wil-
heimina in 189S.
De bewoners van de Barteljoris-
straat hebben al een comité gevormd
en betalen van nu af aan tot aan den
feestdag toe, ik meen 75 cents per
week. Dat maakt tn twee jaar het
beduidende sommetje van f78 per
perceel, een beiirag waarvoor nogal
wat groen, vlaggendoek lampions en
verder vereieringsmatei aal te koop is.
Nauwelijks is dit oomité gevormd, op
de Groote Houtstraat, de hartader van
onzen winkelstand, volgt het voor
beeld, ja, overtreft dat nog, door
niet eea, maar twee commission
8lkaar uittartende bij hun wederzijd-
Bche namen ze Kenden elkander
allen. Melgarejo zocht Belzu Belzu
zocht Melgarejo; noodlottig toeval, ze
vonden elkaar niet. Het gevecht was
's morgens begonnen tegen den mid
dag was 't een feit, dat Belzu ander
maal overwinnaar bleef. Toen wendde
Melgarejo zonder plichtplegingen den
teugel en verwijderde zich in vliegen
den galop. Diegenen van zijn krijgs
makkers, die geen paarden hadden,
werden voor 't aieerendeel neergehou-
wen1 de anderen volgden het voor
beeld van hun chef en kozen het
hazenpad.
Aangezien Melgarejo het moedigste
paard had, gebeurde het, dat hij zich
alleen in 't veld bevond, enkel inet
groote moeite gevolgd op een afstand
van tweehonderd meter, doir zijn
trouwen adjudant Luït Gabaro, wien
hij daags te voren nog de portefeuille
van oorlog had toegezegd. Ze reden
twee uren lang. De paarden bliezen,
stieten aanen schuimden. Toen
Melgarejo zeker was van buiten 't
bereik zijner vervolgers te zijn, hield
hij indon Luis voegde zich bg hem.
Voor nen lag een diep, donker, ge
heimzinnig, ondoordringbaar woud.
III.
Het wond, hst onbekende, de duis
ternis zelfs op klaarlichten dagde
grijnzende versohrikking der mons er-
aohtige lianen, die zich om stammen
en takken strengelen en over den
grond kruipen als slangenhet lom
mer van het donker verstikkend ge
bladerte, dat boven een vochtigen,
slijkerigen bodem hangt, waarover
reptielen kruipen, wier aanraking
onmiddellijk doolt, en insecten wier
nadering doodelgk zijn kan; verblijf
plaats van loerende jaguarshinder
laag van Indianen, die nog woester
zijn dan het roofgedierte; gebied van
vreeslijke ontmoetingen, onophoude
lijke gevareo, onzichtbaar rondslui
penden dood, onvergetelijk gesuis en
gedrnisohverstikkende, tronwelooze,
onvertrouwbara wereld, waarin de
verdwaalde merseh wegkruipt, zich
inkrimpt, wijl hij van alle kanten
zich bedreigd voelt, den dood nabjj
west onder allerlei gedaanten, vergif
van planton, van tanden en klauwen
en van 'i staal van een ander men^ch,
die evenals hij is verdwaald
Melgarejo bezat den moed der avon
turiers; niettemin hield hij aan den
gedachten woudrand halt.
Dm Lnïs, waar zijn we
En Don Luïs maakte eeD onbe
stemd, ontmoedigd gebaar. Hij wist
niets meer.
Bij een vlucht west men wel wat
men ontvlucht, maar zelden denkt
men er aan, waar men heen gaat.
Twijfelt ge aan mij, Don Lnïs?
Don Luïs antwoordde niet. Mis
schien twijfelde hij werkelijk. Mel
garejo ging op tragisch en toon voort
D it is nu mgn belooning I: Ik
heb me opgeofferd voor de eer van
mijn vaderlandik alleen heb den
tiran durven braveeren, de vaan der
geschonden rechten, der verloren
vrijheden durven opsteken. Ik heb
de verdediging van het verdrukte
volk op mij genomengeen enkel
oogenblik gij kunt het getuigen
don Lnïi heb ik in dit grootmoe
dig avontuur aan me zelf gedacht
ik begeerde niets; ik zou niets heb
ben veriangd
Don Leus dachtneen, niets anders
dan het presidentschap.
Tnans, vervolgde de belaugelooze
man, verlaien me mijn vriendenik
word gevloekt; er is een prijs op
mijn hoofd gesteld. Wie wil mijn
hoofd? Wilt gij 'l, don LoL?
Wilt gii 't?
Don Luis was op den grond gaan
liggen, met den teugel van zijn paard
ooi den arm gewikkeld, en prevelde
in stilte., Zijn vrienden verlaten
hem Hii is zelf begonnenhij
heeft een goed paard het mijne
is kreupel En overluid
te benoemen, een groote «om voor de
versiering in 't algemeen om een
kleine voor de financiën. Hier is do
contributie aenigszins anders en wordt
vijf cent betaila per strekkenden me
ter en per week, zoodat wie de
grootste frontbreedte heeft, ook het
meest moet betalen.
Dit is de manier om tg lig kliar
te zijn. Men kan wel zeggen: „waar
om zoo vroeg begonnen we
kunnen er over een j tar nog wei
eens over praten," maar de praktijk
leert wei anders 1 Die nuchtere prak
tijk wijst er ons op, dat wanneer plotse
ling voor versiering en illuminatie
een bijdrage van een gulden of wat in
eens gevorderd wordt, de meesten
terugechrikken en vragenkan het
nisi wat minder En wanneer daa
het antwoord luidt„zeker, maar dan
wordt het een povere vertooning,"
dan is het eind en slot gewoonlijk,
dat de meesten zich omtrekken en
dat op den feestdag tal van straten
of hee-emual niet, of maar voor een
kiein gedeelte versierd en geïllumi
neerd zijn. Neen, er moei geen groote
som opeena worden gev.aagd, maar
met gez.vmenlgk overleg een groot
spaarvarken wurden aangelegd, waar
in ieder wekelijks geregeld een kleine
bgdrage offert, opdat men als ue
groote dag daar is, het varken stuk
slaan en van zijn vetten inhoud iets
wazenlgks moois maken kan.
Daarom moest eigenlijk nu, op dit
oogenblik, twee jaar voor den feest
dag, de geheele stad ineens het voor
beeld vol ren van de Barteljorisstraat
en de Groote Houtstraat en elke
straat afzonderlijk nn, zonder dralen,
de noodige schikkingen treffan.
Mij dacht, dat dit niet zoo moei
lik is. Hebben we niet een groote
Feesfoommissie voor don Koningin
nedag, die nog niet lang geleden ver-
Uw hoofd? W&t zou ik mot
uw hoofd doen?
Gij kunt het Belzu gaan bren
gen hij zal u vergiffenis schenken
u alles geven, wat ge vraagt, ambten,
eer, fortuinGe kunt groot wor
den
Ocb, iaat me slapen
Ea zonder den minsten eerbied aan
den dag te leggen, trok hij zijn hoed
over de oogen en bewoog zich niet
meer.
De overwonnen generaal zat naast
hem en verbeet zyn hitteren wrevel
zoo goed hg kon. Wat zou er nu
van hem worden Geen levensmid
delenalles te vreazen, de partijgan
gers van Belzu, en zijn 6igene; de
roofdieren, de Indianen. Wat te
doen? Naar Chili de wijk nemen,
waar men hem, evenals Santa-Cruz,
gevangen zou houdennaar Peru,
dat hem aan Belzu z ju uitleveren.
en dan, hoe zich te o-iënteeren?
Waar moest hij middelen van be
staan vinden? Oreral dreigde hem
ellende, schande en dood.
Er verliep een uur. Escskhps
richtte Melgarejo het hoo d op en
klopte zijn slapen ien makker op den
schouder. Don Liïj was met één
sprong overeind.
Don Luï>, te paard, we gaan van
hier.
Waarheen?
Naar L* Paz,
IV.
Ziodra een koerier de overwinning
rau Belzu bekend kwam maken gin
gen alle bewoners van La Paz, man
nen, vrouwen en kinderen in massa
den goeden president en zijn getrouw
leger tegemoet. Ze kwamen de sta!
weer- binnen in bonte verwarring,
schreeuwend, gillend en brullend van
geestdrift, en huilend van vreugde,
het regende bloemen van de balkons
en op de hoeken der straten werden
geweerschoten gelost, ditmaal in de
lucht ten teeken van algemesne blij cl
schap. Men danBte op de pleinen en
de drankverkoope-s kouden 't niet at
niet schenken, zoo druk werd er in 't
openbaar getoost. Belzu reed te paard
door de stad, gevolgd door een luis
terrijken staf. Hij groette rechts en
links, zwaaide met de armen, stak de
handen uit, drukte dia der meest op-
gewondenen en bracht met een hel
dere stem hulde aan den God der
legerscharen, alsmede aan dieD der
gerechtigheid. Vervolgens begaf hij
rioh naar zijn paleis, omhelsde zijne
dochter, en beval dat er groote lestij-
nen zouden worden aangerecht.'t Was
nu de tijd, of nooit, om te drinker)
en te klinken. Het voik verzamelde
zich bg en om het preeidentshuis en
zoowel binnen als buiten hoorde men
niets dan gezang en muiiek, alleen
afgewisseld door dronkenmanspraat.
Nu en dan vertoonde zich Belzu
op het balkon, hief zijn glas in de
hoogte, en groette het opgewonden
voik, dat ham eiken keer begroette
met een salyo van toejuichingen, welks
ateeis een toon hooger klommen dat
gedruisch rolde over de stad in een
langgerekte, geweldige, rasende noot
fcerwgl de wind die over de vlakte
kwim de gele, rood» en blauwe zon
neschermen deed klapperen als vaan
dels en vlaggen op den dag der over
winning
Het feest duurde al sinds uren toen
Meigarejo in de stad kwam de eerste
straten waren ledighij reed ze in
gettrekfen draf dour. Lnïa volgde
hem. Uit de verte Klonk, hun gejuich
en gezang te gcaaoet. Toen bemerk
ten ze de golvende beweging eer me
nigte op het plein voor het paleis.
Ze stegen af.
Volg roe, zoo ge wilt, zei Mei
garejo, want ds adjudant aarzelde.
Wat gaat ge doen
Dat zult gij zien.
Melgarejo drong door de menigte
heen, duwend, stompend, geduwd en
gestompt wordende en roependeOp
zijOp zijzonder er zich om te be
kommeren, of bij al dan niet herkend
klaard heeft, dat ze na haar eerste
succes, niet dacht aan overigden, maar
voornemens was, ia hot leven te
blgven? Welnu, wanneer deze Com
missie zioh er voor spande, dan zou
er op alle punten van de stad tegelyk
met het sparen voor de kroniags
feesten kunnen worden begonnen.
Het oemraal bestuur van die Com
missie beslaat uit de heeren Jhr. Mr.
Rethaan Macaié, Mr. A. W. Thöne,
W. C. de Vos, Mr. F. A. Bijvoet, J.
Merens, H. v. Breeoaen Hzn. en A.
Koolhoven. Welnu, de twee eerstge
noemde heeren wonen in de Wilhel-
minsstraat, zij zonden de bewoners
van die straat kunnen oproepen de
heer de Vos, die aan de Baan woont,
zou met de bewoners van dat stads
gedeelte overleg kunnen plegen aan
Mr. Bijvoet zou de zorg voor de
Jansstraat kunnen worden toever
trouwdaan den heer Merens (die
in de Bloemhofatraat woont) kan de
taak worden opgedragen, de bewoner,
van den Kleinen Houtweg tot deel
neming aan te sporen en da heerH.
van Breemen vindt zgn arbeidsveld
op de Bakenessergracht. De heer
Koolhoven, als Bloemendaler, valt er
af, hom zou met saooes het bewerken
van een straat, waarvoor geen ander
was te vinden, kunnen worden opge
dragen.
Maar dan hebben we nog de groote
feestcommissie, omstreeks honderd
personen sterk. Lieve mensohen, wat
een werkkrachten! Leden van die
groote commissie wonen overal, op
de Oude Graoht, op de Nieuwe
Gracht, in de oude stad, in de
nieuwe stad. Er zgn er ook (ea
hun hulp zouden we niel gaarne
missen) in de arbeiderswijken
in de straten van den Coöperatieven
woningbouw. Hos meer ik daarover
denk, des te meer schik krijg ik er
werd. Hij zette zijn leven op één
kaart.
Hij kwam hehouden en wel want
men vreesde hem nog maar hier
en daar uitgejouwd, tot aan den in-
eang van het paleis. Een officier, die
hem in 't oor had gekregeü, lilde
voort om Belzu te waarschuwen. Mel
garejo ging kalm de trap op.
Belzu wa3 droukenhg dacht dat
Melgarejo hem zgn onderwerping
kwam aanbieden. Hij herinnerde zich
Augustus en diens grootmoedigheid
hij besloot, ook edelmoedig en groot
jigens Cinna te zijn, en -'em den zelf
den dag niet ts laten ophangen bij
de gedachte aan zgn eigen goedertie
renheid, werd hg tot tranen toe be
wogen.
Laat hem binnenkomen Laat
hem komen! hakkelde hij; welk een
schoone dag, goede hemel!
En toen de rebel verscheen, ging
hg hem tegemoet, slingerend, laohend
en met uitgestoken handen.
Toen trok Melgarejo koeltjes een
pistool uit zgn gordel en schoot zijn
overwinnaar op de plaats dood. Belzu
viel zonder een kik te geven. Er ging
een kreet in de verschillende groepen
open niemand bewoog zioh. Mel
garejo had zioh omgekeerd en keek
de omstanders vlak in 't gezicht aan.
Vervolgens ging hg naar 'f balkon,
rukte de nationale vlag af, zwaaide
ze door de lucht en riep
Leve de president Melgarejo 1
Beneden herhaalde do getrouwe
don LuisLeve de president Mel
garejo
En de verblufte menigte, zoowel
binnen als buiten, begrijpende, dat
de kracht bij en in dien man was,
riep na een korte stilte, op haar beurt
uit de volheid van haar hart en zoo
hard ze kon
Leve Melgarejo!!! Leve Mel
garejo 1 1
BINNENLAND.
Parlementaire praatjes.
Alvorens de Tweede Kamer tot de
behandeling der Indische begroeting
overging en nadat het jongste lid,
dr. Nolens btëedigd was had zij
een zaakje af te doen, dat den lief-
talligen leeftijd van 60 jaren heeft,
bereikt, de goedkeuring nl. van h9t
tractaat met Brigië ten aanzien van
de verbetering van het kanaal van
Gent naar Terueuzen.
Veel liefhebberij bestond daarvoor
niet. Want na België de grenzen
voor ons vee sluit en geenzins een
vriendelijke buur ie, waren de heeren
Ds B 'aufort (Wijk b. D), Hennequin
en Van Deinse van oordeel, dat wg
door deze werken, die voor een goed
deel in 't voordeel der zuidelijke
stamverwanten zijn, België geen ple
zier behoefden te doen.
Voor het overige bswoog zich dat
- ba op technisch terrein en op het
gebied der Z-ieuwscb-Viaandereneohe
oelangen, waarbij de heer Conrad
stond aan de zijde der ministers
R ëli en Van der Sleydea.
Stemming lokte het ontwerp ten
slotte niet uit.
Met uitzondering van den heer Bool,
die zijn bezorgdheid te kennen gaf
over de toekomst der Indische finan
ciën, was bij de Indisc >e beirooting
alleen de heer Cretner aan het woord,
in een lange, van veel zaakkennis, van
rcennis ook der „dessous" getuigende
rede, over Atjeh en over Atjeh alleen.
Het -erefe gedeelte zijner rede waa
een retrospectieve b ipohouwing over
de geschiedenis van den Aijeh-oorlog
tot aan den afval van Toekoe Oemar.
Eu wat de aan dit feit voorafgaands
omstande omstandigheden betrof, was
de opinie van den heer Cremer lang
niet inalsch. Voor een goed verstaan
der straalde uit zijn woorden do.,r.
dat én het patrouilleeren in de
XXII Moekims (in strijd met het
teiseJ. van dan min. Bergs ma, in strijd,
ook met de in deze Kamer geuite
waarschuwingen), èi in bet verplick-
in. Alles straatsvewijze op touw ge
zet minnelijk overleg over de
grootte van de te betalen contributie,
hier war, meer daar wat minder
overal sparen in sl de hoeken van
de stad voor den grooten feestdagen
dan, dan wordt het gemeste varken
geslacht, de Bloemenstad van het
eene eind tot bet andere met bioeuien
getooid en des avonds de duister"is
vervangen door een gr.,ote zee van
licht, ter eere vaa de kroning onzer
jeugdige Vorstin.
Vóór de Feestcommissie is dit, zou
ik zeggen, een bij uitstek geschikte
taak. Ik heb hooren zeggen, dat haar
kas leeg is, maar dat hindert niet
dit kost geen peid. Op dit oogenblik
is er voor haar toch niets te doen
ia het dan niet beter, dat zij inplaats
van den winterslaap in te gaan,
maatregelen treft ter voorbereiding
van het groote feest van 1898?
Over den Kroningsdag sprekende,
denk ik aan een curiositeit, die ik
dezer dagen gezien heb. Het was een
gedenksteen, waarop vermeid stond,
dat hij gelegd was door den Erfprins
van Oranje den 24sten April 1838
volgens dit jaartal rao3t het koning
Wiliem III zgn geweest, die toen als
zoon van den kroonprins, later Willem
II, de Erfprins heette.
Op zichzelf was die steen niets merk
waardigs. Blijkbaar is kg afkomstig
van de oude weverij de Phoenix dia
zooals men weet, onder de protectie van
koning Willem I tot stand gekomen is.
De steen heeft de fabriek overleefd en
het merkwaardige van 't geval is, dat
de steen nu een plaatsje gevonden
heeft in den gevel van een fabriek,
in de nabgheid van de Phoenix,
welke fabriek nog maar een jaar of
ten van Toekoe Oomar tot den tocbf
naar Lam krak, een reden tot diem
afval moest worden geborenda:
Toekoe Oemar zijn vertrouwen moes
verliezen in de stabiliteit onzer Re
geering en dat zijn afval misschiet
verhaast werd door de houding vat
gf neraal Vetter al liet spr. dit
laatste in het midden.
En van al deze dingen vroeg hij;
wie gat er last toe, wie is daarvoci
verantwoordelijk
Wat. den tegen woo rdigen toeetan;]
aangaat, gaf spr. toe dat er gevochten
moest wurden en bracht warme huldt
aan bet Indisch lsger.
Dook thans heerschte er betrekke,
lijke rust en de vraag rees: wat nu?
Spr. was bereid zijne goedkeuring
te hechten aan de geconcentreerde
stelling van 1885, met drie posten
daarbuiten, teneinde de drie Sagi'e
vrij te houden van vijandelijke in
vallen thans het eenig mogelijk
stelsel.
Hjj was bereid tonnen gouds, mil-
lioenen zelfs te geven om aan dec
Atjeh-oorlog een einde te maken. Mite
de Regeering klare wgn wilde schen
ken, mits zg wilde zoggen wat de
Iadisohe overheid, wat zjj zelve nut'
tig en noodig rekende, mits er eec
einde kwam aan de onzekerheid.
Want die onzekerheid werkte ver
lammend op ons gezag. Wij moeten
toonen wie wg zgn. Is de kust bezet
dan is geen onderwerping meei
noodig van het groote Rgk, dan zou
men onze overmaoht wel voelen.
Met de minste offers, met d9 meest*
kans op succèr was slechts het vol
gen van éan riohting op Atjeh noodig
die riohting werd het best aangeduid
c^et de woorden: „Wg blijven 1"
Dinsdag voortzetting.
G. Jr.
„Hat Witte Kruis."
Door de afdeeling Ziekenverpleging
der Amsterdamscbe afdeeling vai
bet. Witte Kruis" werden na ge
houden examen do volgende ver
pleegsters en verpl3gsrB gediplomeerd
lr. a!s ziekenverpleegsters ei
kraamvrouwenverpleegsterE. C
Akkerman, J. C. Arbouw. Jl>. A. Bloe
men, J. G. Brinkman, A. M. hi. Curl
p8rs, Ob- v. d. Ende, J. E. P. v.
Est' A. J. Holst, J. Merwarrit, W
Koelewijn, L. D. J. Koning, H. v&i
der Made, W. P. Pohiman, K. 8. J
Moolenaar Reeder, C. A. de Ron, W
J. Viersma, A. Wouters, opgeieit
in het Wilheljaina Gasthuis.
2o. ale ziekenverpleegster: A. E
Andersen, A. Andrea, B. C. Besse
laar, Ric. Breman, A. Bruggink, W
Fiö'e, M. A. Gudde, A. M. Kiippers
M. E. Boekwijt—Lij tering, G. A.vai
Opreeland en M. P. Ratjes; opge
leid in het Binnen GasthuisC
Verdoorn, opgeleid in het Ned. Isr
Ziekenhuis en krankzinnigengeetich;
E. Asnes opgeleid in het Academisct
Ziekenhuis te G-.oniugen, en C. M
Schimmel ongeleid in het DiakoneB
sen huis te Haarlem.
3 als kraamvrouwenverpleegstei
M. M. Houssen, M. J. MöMeren E
M. Uteraöhlen opgeleid in het Bin
nen G.isthuis en G. H. v. d. Vijgh
opgeleid in het Neo, Isr. Ziekenhui:
en K. Z. gesticht.
4 Als Ziekenverpleger I. Hart
S. Hes en H. van Straten allen op
geleid in het Ned. Isr. Ziekenhuis ei
K. Z. G sticht.
Een belangrijk© lijst.
Vanwege het hoofdbestuur van po
litie afd. Recherche te Amsterdam, i
de volgende lijst van kooplieden t
Amsterdam, op wie de aandacht word
gevestigd, o pen oaar gemaakt:
Adams (B. C. MAdrianus (F.)
ReohlbooiXjslüüt 1, Ai-celen (J. J. van)
Agcheien (J. van), Gendeker si
Co. ook J. Wallenburg, Algemeen
Administratiekantoor „Cunfidentia'
Van Doider en C ook Algemeei
Plaatsingbureau Van Doider en Co
Audel (A. van), Anten Jr. (Lsoj, Antji
vier oud is.
Ds argelooze voorbijganger zal e
'Ach terecht over verhazen, dat ii
1838 03D steen gelegd is in een iabriel
die meer dan een halve eeuw late
tot stand gekomen is. De geleerdei
van later tijd mogen zich van di
geval, dat voor hen een wonderliji
raadsel wezsn zal, de tanden wetten
Nog een tweede curiositeit van ge
heel anderen aard. Toen deze weel
de leden vair de Alliance Frarqaie
in de bovenzaal vaa het Brongeoouv
bijeenkwamen om Ma/la neTuéaard ei
Mademoiselle Ljpage to hooren, toei
was door den ouef de ouff'et gezorgi
voor koffie, thee en chocolade Twe
kellners, speciaal daartoe aangesteld
stonden aan het uiteinde van de zaa
op den uitkijk, of soms deze )f gei
zioh aan een van die drankei
wenschte te verkwikken. Maar ziel
de twee Frany rises hielden blgkbaa
de toehoorders ia groote spanning
want niemand bestelde iets en in he
buffet bleef men, toen het publie)
was heengegaan, radeloos achter me
een zee van koffie, thee en chocoladi
Nog steiker: er stond op de tafe
van Madame Thénard een karaf waie
met een glas. Zalfs het water is oe
aangeroerd gebleven
Als dat nu niet geheel-onthoudic
boeten mag, dan weet ik het niei
Maar nu ik mij goed bedenk, schif
me te binnen, dat een week of wa
geleden de NederigGeheel-onthcuderE
vereeniging in datzelfde lokaal har
atgemeene vergadering gehoude
heeft.
Werkte missohïen haar beginsel no
na op de leden van de Alliance frai
9 rise
FIDELIO.