bleek van een strooming ten gunste J. T. Cremer, lid van de Tweede senigerieï wjjze de orde van e9n mar den, loopende van 20 December jl. Senagan beeft beloofd niet tegen
van vermindering van den erfpaohta- Kamer der Staten-Generaal, te 's Qra- ^«Mn^an tmnn aan kaorofoniaot^vaftr»» o« ma» o Tan»*» vi
canon, bijaldien de bebouwing niet
wordt toegestaan. In afwaehting daar
van gaat de Kurhaus-direotie nu van
een villa, die haar eigendom is een
chalet maken, met een „American-
venhage
en tot laden van de centrale com
missie tot inrichting van de afdee-
lingen van Nederland en zijne kolo
niën en tot behartiging van de belangen
bar" en damesorkesten, zoodat we, der inzenders in die afdeelingen op
ten 10 uur het Kurhaus verlatend,genoemde tentoonstelling:
het liedje „we gaan nog niet naar de heer J. T. Orerner voornoemd,
hais" kunnen aanheffen. [voorzitter; de heeren Aug. IC. J.Hen-
De tramquaestie is nu een nieuw drichs, voorzitter van de Kamer van
-'-iium ingetreden. We zga thans in koophandel en fabrieken te Amster
dam, en M, M. de Monohy, voorzitter
van de Kamer van koophandel en
fabrieken te Rotterdam, ondervoorzit
ters en voorts de heeren G. H. Hint-
mj, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, te RotterdamC.
Lely, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, oud minister van
waterstaat, handel en nijverheid, te
's-GravenhageS. J. graaf van Lim-
bnrg Stiruaa, voorzitter van den raad
van begtuur van het Museum van
kunstnijverheid te Haarlem; H. W.
Mesdag, voorzitter van het Schilder-
Kundig Genootschap „Falchri Studio"
te 's Gravenhagemr. L. P. M. H.
baron Michiels van Terdaynen, lid
van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, te 's GravenhageJ. D.
Onderwater, voorzitter van deNeder-
landsche Maatschappij voor tuinbouw
en plantkunde te Heemstede; mr.N.
G. Pierson, oud-minister van flnanoië»,
te 's-Gravenhagemr. C. J. Sickesz,
lid van da Eerste kamer der Staten-
Generaal, oud-voorzitter van het Ne-
derlandsoh Landbouwcomité te Lo-
ohem G. A. baron Tindal, te Amster
dam J. W. IJzerman, oud-hoofdin
genieur der Staatsspoorwegen
het bezit van een keurig bewerkt,
iqvig rapport der deskundigen, die
in binnen- en buitenland de versshil-
lende stelsel van traotie hebben be
studeerd.
De eoDOlusie van dat rapport, dat
het behoud van een paardentram vrg-
wel totaat afbreekt, is ten gunste van
het stelsel van electrisohe traotie met
bovengrondsoh» geleiding. Ik blqf,
met het oog op hetgeen ik elders
gezien heb, dit stelsel, vooral
voor een ooqaette stad als den Haag,
uit een aestnetieoh oogpunt beslist
afkeureD. En ik meen, dat men er in
verschillende Amerikaacsohe steden
van terugkwam, omdat het niet zon
der gevaar was tevens. Wg moeten
na afwachten wat onze beschreven
vaderen in hun wgsheid zullen be
slissen en wat de trammaatschap-
pg zal goedvinden.
In gedaobten zie ik onze straten
al prijken (1) met al die ijzeren gal
gen, die voor de boveogrondsche ge
leidingen noodig zijn.
Brrr 1
H. A. GANUS Jr.
Te Dordrecht is bericht ontvangen,
dat HH. MM. de Koninginnen op Nederlandeeh-Indië, te Gravenhage;
een nader te vermelden datum een mr- H- Zdljsen, commies-griffier van
de Kerste Kamer der Staten-Generaal,
te 'sGravenhage, tevens secretaris;
jhr. S. van Citters, hoofdcommies bij
het ministerie van waterstaat, handel
en nijverheid te 's-Gravenhage, tevens
bezoek aan de stad zullen komen
brengen.
Tweede Kamer.
Ds voorzitter van de Tweede Kamerpenningmeester; D. baron van Asbeok,
voornemens voor te ste len daags ingenieur te Parijr-
na de bijeenkomst der Kamer in de
afdeelingen te doen ondeiaoeken de
volgende wetsontwerpen
Aanvulling en wijziging der boter
wet van 23 Juni 1889; regeling van
den rechtstoestand van het reserve
personeel bij de landmacht, enzna
dere wijziging der wet van 9 April
1877 tot vaststelling van de klassen
en samenstelling der arrondissements
rechtbanken, enz.regeling van de
jaarlijksche uitkeering uit de op-
orengst der NederlaDdsehe bedrijfs
belasting aan de Nederlandsche-
Indische geldmiddelennaturalisatie
van F. E. Heutschel en zeven ande
rengo dkeuring der overeenkomst
met Duitschland betrekkelijk het
kustlicht op Borkum en de beton
ning van de Beneden-Eems, en aan
vulling eo verhooging van hoofdstuk
VI der Staatsbegrooting voor 1896;
Goedkeuring van eene ruiling van
grond met de gemeente Coevorden
Tractaat van handel en scheepvaart
met JaparAfstand van vestinggrond
te Groningen ten behoeve van den
bonw van een ziekenhuis.
Verder bestaat bjj hem het voor
nemen het voorstel te doen, na afloop
van het afdeelingsonderzoek allereerst
in behandeling te nemen de wets
ontwerpenWijsiring van de provin
ciale wetwaging der wet van 5
November 1855, houdende verdeeling
der provinciën in kiesdistricten, ter
ber oeming van de lsden der Provin
ciale Staten enz.wijziging van de
Gemeentewet en oprichting van Ka
mers van Arbeid.
Naturalisatie.
Wetsontwerpen zgn ingekomen tot
naturalisatie van heeren F. A. Hent-
schei, adapirant-onderoffioier te Mees-
ter-Cornelis A. K. F. Vedeler. agent
der 8cheepsagentuur, voorheen J.
Daendels A Co. te Soerabaya F. D.
Oswald Assmann, ingenieur en fabri
kant te Tegelen: G. Ingenerf, land
bouwer te OttersumG J. Michaël,
koopman te SamaraDg; J. W. G. L.
Hoette, koopman te AmsterdamR.
A. Baar, sigarenfabrikant te Amster
dam G. RÖsirigh, stuurman te Rot
terdam.
De tentoonstelling te Parijs
in 1900.
De Staatscourant no. $2 bevat het
kon besl. van 6 Febr. no. 13, waarbij
worden benoemd:
to oommissarie-generaal voor Ne
derland bg de in 1900 te Parijs te
houden wereldtentoonstelling, de heer
De minister van waterstaat, handel
en nijverheid is gemachtigd bijzondere
commission in te stellen, tot het bij
eenbrengen der inzendingen, behoo-
rende tot de verschillende groepen en
klassen, waarin volgens het reglement
der tentoonstelling het ingezondene
wordt gerangschikt, en de leden daar
van te benoemen. Door hem zal een
reglement tot regeling der werkzaam-
heejjn van de centrale commissie en
der bgiondore commissiën worden
vastgesteld.
Verordening op het wielrijden
te Amsterdam.
De bepalingen der politieverorde
ning op het wielrijden, zooais zij nu
ten slotte door den Gemeenteraad
zijn vastgesteld, zullen zeker velen
het meest den wielrijders belang
inboezemen. Zij zullen als volgt in
de politieverordening komen te staan
Art. 105.
Het is verboden op een rijwiel te
rijden met grootere snelheid, dan
waarmee een paard in matigen draf
zich voortbeweegt.
Art. 106.
Het is verboden tussehen een hal*
uur na zonsopgang te rijden op een
rijwiel dat niet is voorzien van een
helder lichtgevende, van voren uit
stralende lantaarn.
Art. 107.
Het is verboden op een rijwiel te
rijden
op het gedeelte van den we?4
voor voetgangers bestemd, tenzjj het
voor uitwgken noodzakelijk mooht
zijn
op de wegen door Burgemeester
en Wethouders bij openbare kennis
geving van het rywielverkeer uitge
sloten of in eene andere richting dan
door Burgemeester en Wethouders
bij openbare kennisgeving voor dat
verkeer is aangewezen.
Art. 108.
Het is verboden op een rijwiel een
last te vervoeren, die zoo breed is,
dat hij bij een driewielig rijwiel bui
ten het rijwiel of bg een tweewielig
rijwiel buiten de stuurkruk uitsteekt.
Art. 109.
Wielrijders zijn verplicht de tram
baan te verlaten, zoodra de bestuur
der van den tramwagen het door B.
W. vastgesteld waarBchuw'ngs-
teeken heeft gegeven.
Art. 110.
cheerendea troep, «8n begrafenisstoet tot en met 2 Januari wordt doer de Tripafa te zullen oprukken,
'«fat/a Ci. het volgende oatJeeud j T. Tjoet, radja van KoealaBaroeen
Groot-Atjeh. De gedwongen Koeala Baoeh, en Ketjik Si Oemar
of een optooht te Terbreken.
Art. 111.
Het is verboden de in art. 108 ver
boden handeling te doen verriehten,
Deze niet zeer lastige bepalingen
der politieverordening zijn uitsluitend
van toepassing binnen de kom der
gemsenle, zooals volgt uit art. 112.
Eindelijk de strafbepaling. Overtre
ding van de bepalingen der artikelen
105, 106, 107, 108, 109, 110 en 111
wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste zes dagen of geldboete van
ten hoogste vijf-en-twintig gulden.
Van verbeurdverklaring van het rij
wiel is geen sprake meer.
De millioenen-erfeiiis.
Naar aanleiding van de weer opge
doken berichten over de erfenis-Brandt
wordt gemsld, dat reeds jaren geleden
de Duitsohe Êelchaan:t(gers onder den
titel „Een hollandsche erfenis," het
volgende bevatte:
„De nalatensohap van den in 1791
overleden Amsterdamsohen koopman
C. Brandt heeft jarenlang in Duitsch-
land velen het hoofd warm gemaakt,
af en toe ook in den laatsten tijd.
Er bestaat voor de vermeende erfge
namen geen kans van slagen. Brandt
had in zyn testament de eene helft
van zgn vermogen vermaakt aan zijn
kleiadoohter Bva Brandt, eerst ge
huwd met Adam Halm, later met
Gerrit van Meurs te Amsterdam; ds
rust, een gevolg van de ongunstige
weersgesteldheid, waardoor het pa-
trouilleeren zeer werd bemoeilijkt en
dikwyls onmogelijk gemaakt, stelde
de hoofden van het verzet in staat,
hunne uit elkaar geslagen benden
weder te verzamelen ea blyken te
geven van meerdere aotiviteit.
T. Oemar, die weder eenige ver
sterking uit het Melaboeaohe gekre
gen heeft, gaf een kandoeri als begin
van de vijandelijkheden en zond een
bende oaar de IV Moekims, die den
28sten December bij bet Batoe mer-
gali-gebergte in vuurgevecht geraakte
met een patrouille uit Kroeng Raba,
aan welke het gelakte zonder ver
liezen den vijand in het hooger ge
bergte terug te drijven. Eene op den
29aten d. a. v. uitgezonden patrouille,
die het gebergte ten Zuiden van de
Glé Taroem doorzocht, trof geen vijand
meer aan.
Den len Jan. is eene troepenmacht
naar Lohong gezonden om te trachten
T. Oemar in handen te krijgen.
De in de heuvel» ten zuiden van
Lamkrak verbljjfhoudende benden
gaven van hunne aanwezigheid bljjk
door herhaaldelijk de telelonisohe ge
meenschap tussehen Indrapoeri en
Samahani te verbreken, door het be
schieten van eerstgenoemd bivak,
tengevolge waarvan" de le luit. der
infanterie J. L. E. FransBen een
andere helft aan tjjn aohter-klein- ach*mPsohot bekwam en door het
dochter Johanna Conradine Hahn, als
deze laatste den leeftijd vau 25 jaar
bereikte en de Augsburgsohe Con
fessie aannam. Werd die voorwaarde
niet vervuld en dat was het geval
daar de achterkleindochter in 1792
overleed dan kwam de tweede
helft van zijn vermogen aan zijn wet
tige erfgenamen. De erfgenamen wer
den door Van Meurs opgeroepen, maar
er meldde zich niemand aan en daarna
aanvaardden Van Meurs en aijn vrouw
ook dat deel van het vermogen.
„Een voornaam Nederlandsoh jnrist
heeft reeds in 1828 de erfaanspraken
van verre bloedverwanten van Brandt
voor „verjaard" verklaard.
„De Duitsohe en Nederlaudsohe re
geeringen zullen daarom aanvragen
in deze aangelegenheid niet meer be
antwoorden, zoo besloot de Reiche-
ameijfér
Woestelingen.
Een zestal beschonken kolenwerkers
allen bewoners van Hillesluis, kwa
men Vrijdagavond een bierhuis inde
Rosestraat te Rotterdam binnen waar
zij sterken drank verlangden, hetgeen
hun geweigerd werd. Hierover gebelgd
dreigden zij de vrouw van den kaste
lein en toen ook dit niet hielp, mis
handelden zij haar, grepen daarna de
stoelen en tafel beet, wierpen alles
'door elkander en pakten ten slotte
een bezoeker, die zich daar toevallig
ophield, beet en zetten hem, naar de
JV. R. Gt. meldt, boven op de gloeien
de kachel. De man wist al worste
lende aan de handen der woestaards
te ontkomen, doch niet dan nadat
hij zich vrij ernstig aan een der han
den gebrand had.
De kolensjouwers waren hiermede
nog niet tevreden, wierpen de gloeiende
kachel omver en trapten de stukkenj
in een hoek. De dienstbode, die ook
al een pak slaag gehad had, wist te
midden der algemeene herrie te ont
komen en holde op haar konsen naar
het politiebureau aan de Nassaukade
om hulp. Zij kreeg eenige agenten
mede, doch toen die ter plaatse kwa
men, waren de kolensjouwers ver
dwenen, in het taplokaal eene ruïne
achterlatende. Zij zijn echter bij de
politie bekend, die nu tegen hen een
strafvervolging instelt.
De looomotief van de stoomtram
Oidambt-Pekela is Zaterdagmiddag in
de onmiddellijke nabyheid van Win-
sohoten ontspoord en in een sloot
geslingerd. Door het breken der kop
pelstang bleven de waggons, gevuld
met vele reizigers, gelukkig op de
rails staan. Nooh passagiers, noch
machinisten bekwansen eenig letsel.
De materieele schade is niet groot.
Het verkeer is gestremd.
Koloniën.
aanhouden van het brood- sn vleeech-
transport naar Indrapoeri, hetwelk
door Aijehers wordt bediend.
Ook werd in kampong Ateuh (VII
Moekims Baid) de woning van Oesoef
een broeder van een der Bpionnen,
uitgeplunderd en verbrand, uit wraak
voor aan ons gedane mededeelingen,
waardoor indertgd de door T. Tjoet
Maohmoed, halfbroeder van T. Moeda
Baid, aangerichte kandoeri kon wor
den verstoord en overvalling moge
lijk waB van verschillende nederzet
tingen in het gebergte.
Den 27zte» December gelukte het
eene patrouille van Samahani en In
drapoeri, eene vqandelqke nederzet
ting te Aloer Awi, gelegen ten zuid
westen van Indrapoeri, te nemen en
den vijand ten koste van een gewon
den fuselier, te verdryven.
De Imams van Lam Ara en Lam
Leue (VII Moekims Baid) sign niet
binnen den gestelden termijn ver
schenen, zoodat alsnu aan hunDe
naaste familieleden het verblijf in de
kampongs is ontzegd.
T. Tjihik kampong Baroe, Oeloeba-
lang der V Moekims Montasik houdt
zioh nog te Kota Theue op.
Met het doel „wang sabil" te innen
vertoonde zich den 21sten December
eene vrij sterke bende onder aanvoe
ring van T. Ali Pagar Ajer en Teng-
koe Lam Oe te pasar Hoho, doch
trok weder spoedig af op het bericht
dat onze troepen in aantocht waren.
T. Tjoet Toengkoeb blijft voortdu
rend zwervende aan de oostgrenzen
van zijn gebied, afwisselend ook te
Ladoeng verblijfhoudende. Hij zou in
gezelschap van Habib Samalanga zich
ook naar Kota Theue begeven heb
ben hieromtrent bestaat evenwel nog
geen zekerheid.
In den nacht van 31 Deosmber op
1 Januari werd zekere Hidji Tjoet,
(een andere dan de bekende half
broeder van Tengkoe Sjech Tjot
Poetoes) woonaohtig 1e Miroek (XIII
Moekims Toengkoeb), waarscbqnlijk
op last van T. Tjoet Toengkoeb,
doodgeschoten. De vermoorde was
eertijds met laatstgenoemde bevriend,
doch later een vertrouwde van T.
Nja_ Banta.
Noordkust. T. Bintara Pekan
van Merdoe deelde schriftelijk mede,
dat T. Tjihik Merdoe en T. Bin Sjech
hem den oorlog verklaard en te Ta-
pian Poekat ingesloten hebben.
Oostkust. Te Edi maakten de
mata-mata's naet bevolkingspatrouilles
verschillende marechen, o. a. over
Kedei Boea Seneboeh-Atjeh en terug
over Belang-Sekodji. Van kwaad volk
werd niets bemerktook van verdere
plannen tot rustverstoring werd niets
vernomen.
Van den radja van Simpang Olim
werd bericht ontvangen, dat Pang
Merbau en Oabit, benevens Si Aloe,
die mede tot de hoofdaanleggers van
de aanslagen op het etablissement te
Edi sohijnt te behooren, na hun terug-
Simpang Olim.
van Rasian. aan wie voor ruim 4
jaren door T. Nja Moesa, radja van
A8ahan ;Rajoet en T. Banta bin T.
Kota Toebah va» Troemon ongeveer
850stuks karbouwen ontstolen werden,
hebben, na vergeefs op teruggave van
de gestolen dieren aangedrongen te
hebben, beproefd zichzelf reoht te
verschaffen, en daatby eenige verliezen
geleden.
T. Ibrahim, gekozen Kedjoeroean
van Kroeng Sabil, is te Boeboen in
het huwelijk getreden met de weduwe
van den overleden Kedjoeroean T.
Moeda Ali, wiens tweejarig zoontje nu
door T. Ibrahim zal opgevoed wor
den.
De weersgesteldheid kenmerkte zich
door vele regens met noordoosten
winden.
Op den löen Deosmber des v.m.
om half twaalf uur weed te Edi eene
aardbeving waargenomen, waarvan de
richting van N. naar Z. en de duur
seconden was.
In het militair hospitaal was op 2
Jan. nog ésn Europeaan lijdende aan
cholera.
In de omstreken van Kota Theue
woedt de cholera hevig, zoodat de be
zetting voor een groot deel verloo-
pen 5».
Oogst- en weerbericht
over de maand December 1896,
MEDAN, t JANUARI.
De regenval was in de afgeloopen
maand bijzonder groot; er viel nog
meer water dan in November, op de
boven-ondernemingen het meest, som
mige waren geen dag zonder regen.
Natuurlijk werd het buitenwerk
daardoor vertraagd, zooals het weg
branden van het gekapte hout en
struikgewas, het maken van afwate
ringen en dijkea, enz.
De waterstand in de rivieren was
wel zeer hoog, doch van toegebrachte
schade hoorde men uiet.
De quantiteit van de tabak wordt
goed en bevredigend genoemd en wat
de qoaliteit betreft big ven we con
form gaan met onze vorige maand
verslagen.
Met het sorteeren zijn bijna alle
ondernemingen gereed en men is overal
drmk aan het afpakken.
Het versohepen van den oogst is
reeds aangevangen, op het einde der
maand Januari zal het in vollen
gang zqu. Op de meeste onderne
mingen zijn de velden thans bezeten
is men bezig met het aanleggen van
zaadbeddingen.
Van epidemische ziekten hoort
men niets, doch het regenachtige
weder had buikziekten, koorts en in
fluenza ten gevolge, zoodat nog al
veel zieken in de hospitalen verpleegd
werden. Onder he-i Europeesch perso
neel was de toestand gunstig.
Van ziekten onder het trek- en an
der vee hoorde men nieta.
Letteren en Kun3t.
ült Amsterdam.
Vrqdagavond (12 Februari) wordt
te Amsterdam door de Ned. Tooneel-
vereenigiog, dir. Ohrispiju de première
gegeven van „die Erste" van Paul
Lindau.
Dinsdag 9 Februari bij de Neder
landsche Opera (Stadsschouwburg)
reprise van „Tannhauser," met mevr.
Eogölen—Sewing, mej. Jeanne Jacob-
son, de heeren Urlus en Orelio in
de hoofdpartijen.
naamste gebeurtenissen in het gou-
Het is aan wielrgders verboden op vernement Atjeh en Onderhoorighe-
komst te Simpang Olim, bij
Aan het verslag omtrent de voor- poging om hen te arresteeren,
vlucht zijn.
Westkust.
Sport en Wedstrijden.
Een flink legaat.
Baron van Seebach, die voor eeni-
gen tijd te Gotha is overleden, en
nooit zioh bgzonder met sportzaken
had afgegeven, heeft aan dewedren-
nenvereeniging voor Midden Duitsch-
9EMEN9D NIEUWS,
De prias van Wales heelt
gemaakt, dat de Koningin, als na
naai huldeblijk ter gelegenheid
het 60-jarig jubileum harer troona
stijging, het liefst de stichting -
een fonds voor de Londenscheho
talen zien zoo. Door vrqwillige
dragen van minstens 1 shilling
dan, naar men verwaoht, een
van 100,000 tot 150,000 pond
dat doel bijeengebracht kunnen
den.
Hoe men een decoratie kryg
kan,
wordt volgender wijze door heiSs
Rbld. verhaald
„Tjjdens de tentoonstelling ia lj
bevond zioh een onzer controlet
die gaarne in zgn vrge uren stuk!
voor dagbladen en tijdschriften scbn
en niet alleen aan Indische philo
gie, maar ook aan belletrie deed.
Parijs.
Op een middag bij de vesting*
ken een wandeling makende, k*
hij op den inval om een artike
OT9r Parijs te sohrijven, een fantas
Par^ vóór, tijdens en na het bei
van '70.
Hij baalde zijn notitieboekje v«
den dagen begon ijverig aanteeker
ges te maken. Een deteotieve,
hem zag zitten, hield hem yoor
spion, knoopte een gesprek metht
aan en maakte zioh bekend als
neelspeier.
Onze controleur, geen kwaad i
moeden de, gaf hem zijn kaartje. 1
Duitsch klinkenden naam, dien q
overal ter wereld ontmoet, versterl
den geheimen dienaar van de heili
Hermandad in zgn meeniDg, dat
met een eohten spion te doen bi
Hij verwijderde zioh en kwam e
half uur later terug, vergezeld t
twee gendarmen, die onzen letter!
venden controleur verzochten om h
naar het naaste politie-bureau te i
gen. Z(jn verzekeringen, dat hij ge
duitsoh spion, maar een doodonsob
dig Indisoh ambtenaar was, hadi
niet den minsten invloed op den oo
missaris. Ondanks een welsprekeo
verdediging de angst maakte hi
welsprekend werd hij na een n
hoor in optima forma met den
nier a salade", den bekenden Par
schen gevangeniswagen, naar de
vangenis gebracht.
Daar bleef hg een volle veerli
dagen en moest zioh tevreden steil
met den doodeenvoudigen ge van,
niskost in stede van zgn hart te ki
neu ophalen aan de lekkere sohoi
tjes van het Diner la Paris.
Den vijftienden dag werd de de
van zijn cel geopend. Een deftig g
kleed heer, die niemand anders
dan de bekende préfeot de 3a poli
Lozé trad binnen, maakte duizei
excuses over de begane vergissii
en deelde den gevangene mede,
hg weer vrg was.
Doch daarmede was onze conti
leur niet tevreden. Hij verklaarde d
jrefeet, dat bij beginnen zou met d
ïollaDdsehen gezant met het gebeur
in kennis te stellen, en verder dele
dracht in alle groote Europee3o!
bladen zou publioeeren.
De heer Lozé was blijkbaar
zaak een oogenblik verlegen, doch zj
buitengewoon groote mensohenkesii
liet hem niet in den steek. Hij do
digde hem uit om de zaak verderi
de prefecture te bespreken.
Hier aangekomen, zette hg
motieven uiteen, waarom de franse!
regeering er belang bq had om
voorgevallene zoo geheim mogeljjk
houden. Hg vroe;? den meer en mf
gekalmeerden bestuursman of der;
lijke vergissingen in Indië, ja in t
derland, niet mogelgk waren en boi
hem als apologie een decoratie at
onder voorwaarde, dat de controle
op zgn eerewoord beloofde de zat
aan niemand, wien het ook zg, ze!
niet aan zija naaste bloedverwant!
te vertellen.
Onze pseudo spion meende op
wijze genoegzaam in zijn eer borste
te zijn, nam het aanbod aan en tv
uren later stelde de heer Lozé ht
met een flinken handdruk het brei
land een legaat van niet minder dan van een déooration universitaire
HOOFDSTUK XII.
Mr. JDommicut Turk.
Den volgenden dag ging ik, na kerktijd, met Auna-
bel naar mevrouw Brightman. Zij kwam ons vriendelijk
en vroolijk te gemoet, hare oogen stonden helder, en zij
stelde veel belang in alles wat wij haar van onze huwe
lijksreis vertelden. Bij het middagmaal merkte ik op,
dat zij enkel water dronk.
„Als zij het nu maar volhoudt," zeide Hanna, die mij
in den tuin was komen opzoeken toen ik daar eene sigaar
rookte. „Ja, mijnheer Ónarles, zg doet waarlijk haar
best om hare neiging tot drank te bedwingen, en ik hoop
dat het - aar gelukken zal."
„Dat hoop ik ook.1'
„Den dag na uw huwelijk is juffrouw Lucy weer naar
Hastings terug gegaan,"ging Hanna voort, „maar's mor
gens heeft zg wei twee uur lang op hare slaapkamer
met mevrouw gepraat, en toen zij eindelijk beneden
kwamen hadden beiden roode oogen van het schreien.
Na dien tijd heett mevrouw geen druppel drank meer
gedronken."
„In 't geheel niet meer?" riep ik uitjterwijlj ik maar
haJf geloofde wat zij zeide, „wel Hanna, dan heeft «ij
het ruim veertien dagen volgehouden."
„Ja mijnheer, maar 't is wei meerggebeurd, dat rij
het zoo lang volhield, en dan liep het toch weer mis."
Den volgenden dag kon ik niet eerder naar Take gaan
dan 's avonds laat. Hij was thuis en zat druk te stu-
deeren.
„Ik zou wel bij u gekomen zijn, Charley, maar ik
heb het den geheelen dag vreeaeljjk druk gehad. Ga
zitten."
„Wat hebt ge mij van Tom te vertellen, Lake? Gij
schijnt u erg ongerust over hem te maken."
„fa, dat doe ik ook. Hij is vreeselgk mager geworden
en zijn hoest ie akelig om aan te hooren. Ik vrees, dat-
zijn longen aangedaan zijn."
„Wat zegt de dokter ervan?"
„Hij wil geen dokter hebben, en eigenlijk kan ik hem
geen ongelijk geven," zeide Lafce. „De dokter zou dade
lijk bemerken, dat hg te doen had met iemand van veel
beschaafder manieren dan hij in zulk een kosthuis kon
verwachten trouwens de gewone kostgangers in zulk een
huis roepen geen dokter zoolang zg niet op sterven
liggen. En ik vrees, Charley," voegde Lake er ernstig
bg, „det een dokter niet veel meer voor den armen
Tom kan doen."
„Ik zweeg, in gedachten verzonken, en Lake ging voort
„verbeeldt a Charles, wat hij zeide toen ik hem het
laatst bezocht, „dat hij geloofde dat het spelletje nu
lang genoeg geduurd had, en dat hg dezer dagen zijn
vriend Wren, den polilie-agent maar eens zou verzoe
ken op een kopje thee."
„Och maar Lake, dat meende hg toch niet ernstig
„Dat weet ik niet. Ik wou hem juist vragen of hij
nu geheel krankzinnig was geworden, toen wij gestoord
werden door juffrouw Betsy Lee."
„Door wie?" riep ik verschrikt uit.
„Door de jonge dame uit het boekwinkeltje, juffrouw
350,000 mark vermaakt. De Keizer
heeft vergunning verleend tot aan
vaarding van deze vorstelgke sohen-
king, waarvan de renten zullen wor
den gebruikt voor eem jaarlijkshen
prgs bg de wedrennen ie Gotha,
w -r, eerst voor den erflater een Vraagt men hem, op welke wnze
1. Marah Poetih van grafteeken is opgerioht. het rozetje trekretren heeft, dan lm
hand.
gjjTwee dagen later was onze conti
leur in Den Haag terug.
Hij heeft zgn woord trouw en eerlj
gehouden. Slechts door een toer
vernamen wij het bovenstaand
Betsy Lea. Zij kwam Tom een potje hertshoorn-gelei
brengen."
„Maar Lake, hoe kan hij in Godsnaam zoo roekeloos
te werk gaan 1 Als die menschen door een of ander toe
val aan een ander verteilen, waar Toen woont, dan zijn
de gevolgen immers niet te overzien I"
„Tom Heriot weet niet wat voorzichtigheid is," zeide
Lake. „Verbeeldt je, Charles, in den loop van het gesprek
bemerkte ik dat L-e en zijne dochter bekenden zijn van
dien politieagent Wren, en Tom wist dat blijkbaar heel
goed. Juffrouw Lee scheen mij toe een zedig welopge
voed meisje te zijnzij bracht de beleefde groeten van
haren vader aan kapitein Strange en hoopte dat hg gauw
hersteld zou lijn en dat de gelei hem wat zou versterken.
Toen wij er een poosje zaten kwam er eene ruwe klant
binnen, die zeker in hetzelfde huis verblijf hield. Hij
scheen plan 1e hebben den avond verder bij Tom door
te brengen, en hij zat vreeselijk te rooken. Juffrouw Lee
nam toen afscheid en ik ging gelijk met haar weg. Zij
vroeg mg oi ik ook niet vond, dat kapitein Strange er
heel slecht uitzag, 't Was zoo treurig voor hem, zei
ze, dat hij zich schuil moest houden voor dien' vroegeren
schuldeischer. Tom heeft zijn vrienden Lee dus een mooi
romannetje opgedischt."
Ik besloot zoo dra mogelijk Tem eens te bezoeken, Lake
gaf mij het adres en ik vinger 's Woensdagsavonds heen.
Het was prachtig helder weer en de straat waar Tom
woonde zag er fatsoenlijk uit, maar het was er doodelijk
ptil hoewel het nog vroeg op den avond was. Ik vond
Tom op een bovenachterkamerhij lag te bed en zag
er heel slecht uit. Zgn gezicht was vreeselijk vermagerd
en doodsbleek, maar hij begroette mij met dezelfden
innemenden glimlach, dien ik mg zoo goed herindeni
„Wel Charles," zeide hg, terwijl hij mg de hsi
drukte, „hartelijk geluk gewenscht met uwe verheffu
tot eerbiedwaardig echtgenoot. Ik stel het zeer op pi
dat ge mij bezoektvolgens de regels der etiqnel
moest gij, eerst bij u hebben afgewacht, maar zoodi
mijn galacostuum gereed is, kom ik in alle deftighe
mijne opwachting maken in Essexstreet."
„Vriendelijk dank voor uw goede wenschen, Toi
maar ik durf waarlijk niet lang te blijven, laten
dus eens ernstig met elkander praten."
„Wel man, ik ben zoo ernstig als gij m\ar verlw
gen kunt, of denkt gij dat ik geen plan heb om
vrouw Strange een visite te brengen Ryk, met
overjas ben ik al klaar."
Hij stond op, liep naar een kist, die in een hos
stond, en haalde er een oude blauwe overjas met rooi
voering uit. Lachende trok hij die aan en stapte do:
de kamer.
{Wwdi vervolgd