bleek van een strooming ten gunste J. T. Cremer, lid van de Tweede senigerieï wjjze de orde van e9n mar den, loopende van 20 December jl. Senagan beeft beloofd niet tegen van vermindering van den erfpaohta- Kamer der Staten-Generaal, te 's Qra- ^«Mn^an tmnn aan kaorofoniaot^vaftr»» o« ma» o Tan»*» vi canon, bijaldien de bebouwing niet wordt toegestaan. In afwaehting daar van gaat de Kurhaus-direotie nu van een villa, die haar eigendom is een chalet maken, met een „American- venhage en tot laden van de centrale com missie tot inrichting van de afdee- lingen van Nederland en zijne kolo niën en tot behartiging van de belangen bar" en damesorkesten, zoodat we, der inzenders in die afdeelingen op ten 10 uur het Kurhaus verlatend,genoemde tentoonstelling: het liedje „we gaan nog niet naar de heer J. T. Orerner voornoemd, hais" kunnen aanheffen. [voorzitter; de heeren Aug. IC. J.Hen- De tramquaestie is nu een nieuw drichs, voorzitter van de Kamer van -'-iium ingetreden. We zga thans in koophandel en fabrieken te Amster dam, en M, M. de Monohy, voorzitter van de Kamer van koophandel en fabrieken te Rotterdam, ondervoorzit ters en voorts de heeren G. H. Hint- mj, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te RotterdamC. Lely, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, oud minister van waterstaat, handel en nijverheid, te 's-GravenhageS. J. graaf van Lim- bnrg Stiruaa, voorzitter van den raad van begtuur van het Museum van kunstnijverheid te Haarlem; H. W. Mesdag, voorzitter van het Schilder- Kundig Genootschap „Falchri Studio" te 's Gravenhagemr. L. P. M. H. baron Michiels van Terdaynen, lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, te 's GravenhageJ. D. Onderwater, voorzitter van deNeder- landsche Maatschappij voor tuinbouw en plantkunde te Heemstede; mr.N. G. Pierson, oud-minister van flnanoië», te 's-Gravenhagemr. C. J. Sickesz, lid van da Eerste kamer der Staten- Generaal, oud-voorzitter van het Ne- derlandsoh Landbouwcomité te Lo- ohem G. A. baron Tindal, te Amster dam J. W. IJzerman, oud-hoofdin genieur der Staatsspoorwegen het bezit van een keurig bewerkt, iqvig rapport der deskundigen, die in binnen- en buitenland de versshil- lende stelsel van traotie hebben be studeerd. De eoDOlusie van dat rapport, dat het behoud van een paardentram vrg- wel totaat afbreekt, is ten gunste van het stelsel van electrisohe traotie met bovengrondsoh» geleiding. Ik blqf, met het oog op hetgeen ik elders gezien heb, dit stelsel, vooral voor een ooqaette stad als den Haag, uit een aestnetieoh oogpunt beslist afkeureD. En ik meen, dat men er in verschillende Amerikaacsohe steden van terugkwam, omdat het niet zon der gevaar was tevens. Wg moeten na afwachten wat onze beschreven vaderen in hun wgsheid zullen be slissen en wat de trammaatschap- pg zal goedvinden. In gedaobten zie ik onze straten al prijken (1) met al die ijzeren gal gen, die voor de boveogrondsche ge leidingen noodig zijn. Brrr 1 H. A. GANUS Jr. Te Dordrecht is bericht ontvangen, dat HH. MM. de Koninginnen op Nederlandeeh-Indië, te Gravenhage; een nader te vermelden datum een mr- H- Zdljsen, commies-griffier van de Kerste Kamer der Staten-Generaal, te 'sGravenhage, tevens secretaris; jhr. S. van Citters, hoofdcommies bij het ministerie van waterstaat, handel en nijverheid te 's-Gravenhage, tevens bezoek aan de stad zullen komen brengen. Tweede Kamer. Ds voorzitter van de Tweede Kamerpenningmeester; D. baron van Asbeok, voornemens voor te ste len daags ingenieur te Parijr- na de bijeenkomst der Kamer in de afdeelingen te doen ondeiaoeken de volgende wetsontwerpen Aanvulling en wijziging der boter wet van 23 Juni 1889; regeling van den rechtstoestand van het reserve personeel bij de landmacht, enzna dere wijziging der wet van 9 April 1877 tot vaststelling van de klassen en samenstelling der arrondissements rechtbanken, enz.regeling van de jaarlijksche uitkeering uit de op- orengst der NederlaDdsehe bedrijfs belasting aan de Nederlandsche- Indische geldmiddelennaturalisatie van F. E. Heutschel en zeven ande rengo dkeuring der overeenkomst met Duitschland betrekkelijk het kustlicht op Borkum en de beton ning van de Beneden-Eems, en aan vulling eo verhooging van hoofdstuk VI der Staatsbegrooting voor 1896; Goedkeuring van eene ruiling van grond met de gemeente Coevorden Tractaat van handel en scheepvaart met JaparAfstand van vestinggrond te Groningen ten behoeve van den bonw van een ziekenhuis. Verder bestaat bjj hem het voor nemen het voorstel te doen, na afloop van het afdeelingsonderzoek allereerst in behandeling te nemen de wets ontwerpenWijsiring van de provin ciale wetwaging der wet van 5 November 1855, houdende verdeeling der provinciën in kiesdistricten, ter ber oeming van de lsden der Provin ciale Staten enz.wijziging van de Gemeentewet en oprichting van Ka mers van Arbeid. Naturalisatie. Wetsontwerpen zgn ingekomen tot naturalisatie van heeren F. A. Hent- schei, adapirant-onderoffioier te Mees- ter-Cornelis A. K. F. Vedeler. agent der 8cheepsagentuur, voorheen J. Daendels A Co. te Soerabaya F. D. Oswald Assmann, ingenieur en fabri kant te Tegelen: G. Ingenerf, land bouwer te OttersumG J. Michaël, koopman te SamaraDg; J. W. G. L. Hoette, koopman te AmsterdamR. A. Baar, sigarenfabrikant te Amster dam G. RÖsirigh, stuurman te Rot terdam. De tentoonstelling te Parijs in 1900. De Staatscourant no. $2 bevat het kon besl. van 6 Febr. no. 13, waarbij worden benoemd: to oommissarie-generaal voor Ne derland bg de in 1900 te Parijs te houden wereldtentoonstelling, de heer De minister van waterstaat, handel en nijverheid is gemachtigd bijzondere commission in te stellen, tot het bij eenbrengen der inzendingen, behoo- rende tot de verschillende groepen en klassen, waarin volgens het reglement der tentoonstelling het ingezondene wordt gerangschikt, en de leden daar van te benoemen. Door hem zal een reglement tot regeling der werkzaam- heejjn van de centrale commissie en der bgiondore commissiën worden vastgesteld. Verordening op het wielrijden te Amsterdam. De bepalingen der politieverorde ning op het wielrijden, zooais zij nu ten slotte door den Gemeenteraad zijn vastgesteld, zullen zeker velen het meest den wielrijders belang inboezemen. Zij zullen als volgt in de politieverordening komen te staan Art. 105. Het is verboden op een rijwiel te rijden met grootere snelheid, dan waarmee een paard in matigen draf zich voortbeweegt. Art. 106. Het is verboden tussehen een hal* uur na zonsopgang te rijden op een rijwiel dat niet is voorzien van een helder lichtgevende, van voren uit stralende lantaarn. Art. 107. Het is verboden op een rijwiel te rijden op het gedeelte van den we?4 voor voetgangers bestemd, tenzjj het voor uitwgken noodzakelijk mooht zijn op de wegen door Burgemeester en Wethouders bij openbare kennis geving van het rywielverkeer uitge sloten of in eene andere richting dan door Burgemeester en Wethouders bij openbare kennisgeving voor dat verkeer is aangewezen. Art. 108. Het is verboden op een rijwiel een last te vervoeren, die zoo breed is, dat hij bij een driewielig rijwiel bui ten het rijwiel of bg een tweewielig rijwiel buiten de stuurkruk uitsteekt. Art. 109. Wielrijders zijn verplicht de tram baan te verlaten, zoodra de bestuur der van den tramwagen het door B. W. vastgesteld waarBchuw'ngs- teeken heeft gegeven. Art. 110. cheerendea troep, «8n begrafenisstoet tot en met 2 Januari wordt doer de Tripafa te zullen oprukken, '«fat/a Ci. het volgende oatJeeud j T. Tjoet, radja van KoealaBaroeen Groot-Atjeh. De gedwongen Koeala Baoeh, en Ketjik Si Oemar of een optooht te Terbreken. Art. 111. Het is verboden de in art. 108 ver boden handeling te doen verriehten, Deze niet zeer lastige bepalingen der politieverordening zijn uitsluitend van toepassing binnen de kom der gemsenle, zooals volgt uit art. 112. Eindelijk de strafbepaling. Overtre ding van de bepalingen der artikelen 105, 106, 107, 108, 109, 110 en 111 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf-en-twintig gulden. Van verbeurdverklaring van het rij wiel is geen sprake meer. De millioenen-erfeiiis. Naar aanleiding van de weer opge doken berichten over de erfenis-Brandt wordt gemsld, dat reeds jaren geleden de Duitsohe Êelchaan:t(gers onder den titel „Een hollandsche erfenis," het volgende bevatte: „De nalatensohap van den in 1791 overleden Amsterdamsohen koopman C. Brandt heeft jarenlang in Duitsch- land velen het hoofd warm gemaakt, af en toe ook in den laatsten tijd. Er bestaat voor de vermeende erfge namen geen kans van slagen. Brandt had in zyn testament de eene helft van zgn vermogen vermaakt aan zijn kleiadoohter Bva Brandt, eerst ge huwd met Adam Halm, later met Gerrit van Meurs te Amsterdam; ds rust, een gevolg van de ongunstige weersgesteldheid, waardoor het pa- trouilleeren zeer werd bemoeilijkt en dikwyls onmogelijk gemaakt, stelde de hoofden van het verzet in staat, hunne uit elkaar geslagen benden weder te verzamelen ea blyken te geven van meerdere aotiviteit. T. Oemar, die weder eenige ver sterking uit het Melaboeaohe gekre gen heeft, gaf een kandoeri als begin van de vijandelijkheden en zond een bende oaar de IV Moekims, die den 28sten December bij bet Batoe mer- gali-gebergte in vuurgevecht geraakte met een patrouille uit Kroeng Raba, aan welke het gelakte zonder ver liezen den vijand in het hooger ge bergte terug te drijven. Eene op den 29aten d. a. v. uitgezonden patrouille, die het gebergte ten Zuiden van de Glé Taroem doorzocht, trof geen vijand meer aan. Den len Jan. is eene troepenmacht naar Lohong gezonden om te trachten T. Oemar in handen te krijgen. De in de heuvel» ten zuiden van Lamkrak verbljjfhoudende benden gaven van hunne aanwezigheid bljjk door herhaaldelijk de telelonisohe ge meenschap tussehen Indrapoeri en Samahani te verbreken, door het be schieten van eerstgenoemd bivak, tengevolge waarvan" de le luit. der infanterie J. L. E. FransBen een andere helft aan tjjn aohter-klein- ach*mPsohot bekwam en door het dochter Johanna Conradine Hahn, als deze laatste den leeftijd vau 25 jaar bereikte en de Augsburgsohe Con fessie aannam. Werd die voorwaarde niet vervuld en dat was het geval daar de achterkleindochter in 1792 overleed dan kwam de tweede helft van zijn vermogen aan zijn wet tige erfgenamen. De erfgenamen wer den door Van Meurs opgeroepen, maar er meldde zich niemand aan en daarna aanvaardden Van Meurs en aijn vrouw ook dat deel van het vermogen. „Een voornaam Nederlandsoh jnrist heeft reeds in 1828 de erfaanspraken van verre bloedverwanten van Brandt voor „verjaard" verklaard. „De Duitsohe en Nederlaudsohe re geeringen zullen daarom aanvragen in deze aangelegenheid niet meer be antwoorden, zoo besloot de Reiche- ameijfér Woestelingen. Een zestal beschonken kolenwerkers allen bewoners van Hillesluis, kwa men Vrijdagavond een bierhuis inde Rosestraat te Rotterdam binnen waar zij sterken drank verlangden, hetgeen hun geweigerd werd. Hierover gebelgd dreigden zij de vrouw van den kaste lein en toen ook dit niet hielp, mis handelden zij haar, grepen daarna de stoelen en tafel beet, wierpen alles 'door elkander en pakten ten slotte een bezoeker, die zich daar toevallig ophield, beet en zetten hem, naar de JV. R. Gt. meldt, boven op de gloeien de kachel. De man wist al worste lende aan de handen der woestaards te ontkomen, doch niet dan nadat hij zich vrij ernstig aan een der han den gebrand had. De kolensjouwers waren hiermede nog niet tevreden, wierpen de gloeiende kachel omver en trapten de stukkenj in een hoek. De dienstbode, die ook al een pak slaag gehad had, wist te midden der algemeene herrie te ont komen en holde op haar konsen naar het politiebureau aan de Nassaukade om hulp. Zij kreeg eenige agenten mede, doch toen die ter plaatse kwa men, waren de kolensjouwers ver dwenen, in het taplokaal eene ruïne achterlatende. Zij zijn echter bij de politie bekend, die nu tegen hen een strafvervolging instelt. De looomotief van de stoomtram Oidambt-Pekela is Zaterdagmiddag in de onmiddellijke nabyheid van Win- sohoten ontspoord en in een sloot geslingerd. Door het breken der kop pelstang bleven de waggons, gevuld met vele reizigers, gelukkig op de rails staan. Nooh passagiers, noch machinisten bekwansen eenig letsel. De materieele schade is niet groot. Het verkeer is gestremd. Koloniën. aanhouden van het brood- sn vleeech- transport naar Indrapoeri, hetwelk door Aijehers wordt bediend. Ook werd in kampong Ateuh (VII Moekims Baid) de woning van Oesoef een broeder van een der Bpionnen, uitgeplunderd en verbrand, uit wraak voor aan ons gedane mededeelingen, waardoor indertgd de door T. Tjoet Maohmoed, halfbroeder van T. Moeda Baid, aangerichte kandoeri kon wor den verstoord en overvalling moge lijk waB van verschillende nederzet tingen in het gebergte. Den 27zte» December gelukte het eene patrouille van Samahani en In drapoeri, eene vqandelqke nederzet ting te Aloer Awi, gelegen ten zuid westen van Indrapoeri, te nemen en den vijand ten koste van een gewon den fuselier, te verdryven. De Imams van Lam Ara en Lam Leue (VII Moekims Baid) sign niet binnen den gestelden termijn ver schenen, zoodat alsnu aan hunDe naaste familieleden het verblijf in de kampongs is ontzegd. T. Tjihik kampong Baroe, Oeloeba- lang der V Moekims Montasik houdt zioh nog te Kota Theue op. Met het doel „wang sabil" te innen vertoonde zich den 21sten December eene vrij sterke bende onder aanvoe ring van T. Ali Pagar Ajer en Teng- koe Lam Oe te pasar Hoho, doch trok weder spoedig af op het bericht dat onze troepen in aantocht waren. T. Tjoet Toengkoeb blijft voortdu rend zwervende aan de oostgrenzen van zijn gebied, afwisselend ook te Ladoeng verblijfhoudende. Hij zou in gezelschap van Habib Samalanga zich ook naar Kota Theue begeven heb ben hieromtrent bestaat evenwel nog geen zekerheid. In den nacht van 31 Deosmber op 1 Januari werd zekere Hidji Tjoet, (een andere dan de bekende half broeder van Tengkoe Sjech Tjot Poetoes) woonaohtig 1e Miroek (XIII Moekims Toengkoeb), waarscbqnlijk op last van T. Tjoet Toengkoeb, doodgeschoten. De vermoorde was eertijds met laatstgenoemde bevriend, doch later een vertrouwde van T. Nja_ Banta. Noordkust. T. Bintara Pekan van Merdoe deelde schriftelijk mede, dat T. Tjihik Merdoe en T. Bin Sjech hem den oorlog verklaard en te Ta- pian Poekat ingesloten hebben. Oostkust. Te Edi maakten de mata-mata's naet bevolkingspatrouilles verschillende marechen, o. a. over Kedei Boea Seneboeh-Atjeh en terug over Belang-Sekodji. Van kwaad volk werd niets bemerktook van verdere plannen tot rustverstoring werd niets vernomen. Van den radja van Simpang Olim werd bericht ontvangen, dat Pang Merbau en Oabit, benevens Si Aloe, die mede tot de hoofdaanleggers van de aanslagen op het etablissement te Edi sohijnt te behooren, na hun terug- Simpang Olim. van Rasian. aan wie voor ruim 4 jaren door T. Nja Moesa, radja van A8ahan ;Rajoet en T. Banta bin T. Kota Toebah va» Troemon ongeveer 850stuks karbouwen ontstolen werden, hebben, na vergeefs op teruggave van de gestolen dieren aangedrongen te hebben, beproefd zichzelf reoht te verschaffen, en daatby eenige verliezen geleden. T. Ibrahim, gekozen Kedjoeroean van Kroeng Sabil, is te Boeboen in het huwelijk getreden met de weduwe van den overleden Kedjoeroean T. Moeda Ali, wiens tweejarig zoontje nu door T. Ibrahim zal opgevoed wor den. De weersgesteldheid kenmerkte zich door vele regens met noordoosten winden. Op den löen Deosmber des v.m. om half twaalf uur weed te Edi eene aardbeving waargenomen, waarvan de richting van N. naar Z. en de duur seconden was. In het militair hospitaal was op 2 Jan. nog ésn Europeaan lijdende aan cholera. In de omstreken van Kota Theue woedt de cholera hevig, zoodat de be zetting voor een groot deel verloo- pen 5». Oogst- en weerbericht over de maand December 1896, MEDAN, t JANUARI. De regenval was in de afgeloopen maand bijzonder groot; er viel nog meer water dan in November, op de boven-ondernemingen het meest, som mige waren geen dag zonder regen. Natuurlijk werd het buitenwerk daardoor vertraagd, zooals het weg branden van het gekapte hout en struikgewas, het maken van afwate ringen en dijkea, enz. De waterstand in de rivieren was wel zeer hoog, doch van toegebrachte schade hoorde men uiet. De quantiteit van de tabak wordt goed en bevredigend genoemd en wat de qoaliteit betreft big ven we con form gaan met onze vorige maand verslagen. Met het sorteeren zijn bijna alle ondernemingen gereed en men is overal drmk aan het afpakken. Het versohepen van den oogst is reeds aangevangen, op het einde der maand Januari zal het in vollen gang zqu. Op de meeste onderne mingen zijn de velden thans bezeten is men bezig met het aanleggen van zaadbeddingen. Van epidemische ziekten hoort men niets, doch het regenachtige weder had buikziekten, koorts en in fluenza ten gevolge, zoodat nog al veel zieken in de hospitalen verpleegd werden. Onder he-i Europeesch perso neel was de toestand gunstig. Van ziekten onder het trek- en an der vee hoorde men nieta. Letteren en Kun3t. ült Amsterdam. Vrqdagavond (12 Februari) wordt te Amsterdam door de Ned. Tooneel- vereenigiog, dir. Ohrispiju de première gegeven van „die Erste" van Paul Lindau. Dinsdag 9 Februari bij de Neder landsche Opera (Stadsschouwburg) reprise van „Tannhauser," met mevr. Eogölen—Sewing, mej. Jeanne Jacob- son, de heeren Urlus en Orelio in de hoofdpartijen. naamste gebeurtenissen in het gou- Het is aan wielrgders verboden op vernement Atjeh en Onderhoorighe- komst te Simpang Olim, bij Aan het verslag omtrent de voor- poging om hen te arresteeren, vlucht zijn. Westkust. Sport en Wedstrijden. Een flink legaat. Baron van Seebach, die voor eeni- gen tijd te Gotha is overleden, en nooit zioh bgzonder met sportzaken had afgegeven, heeft aan dewedren- nenvereeniging voor Midden Duitsch- 9EMEN9D NIEUWS, De prias van Wales heelt gemaakt, dat de Koningin, als na naai huldeblijk ter gelegenheid het 60-jarig jubileum harer troona stijging, het liefst de stichting - een fonds voor de Londenscheho talen zien zoo. Door vrqwillige dragen van minstens 1 shilling dan, naar men verwaoht, een van 100,000 tot 150,000 pond dat doel bijeengebracht kunnen den. Hoe men een decoratie kryg kan, wordt volgender wijze door heiSs Rbld. verhaald „Tjjdens de tentoonstelling ia lj bevond zioh een onzer controlet die gaarne in zgn vrge uren stuk! voor dagbladen en tijdschriften scbn en niet alleen aan Indische philo gie, maar ook aan belletrie deed. Parijs. Op een middag bij de vesting* ken een wandeling makende, k* hij op den inval om een artike OT9r Parijs te sohrijven, een fantas Par^ vóór, tijdens en na het bei van '70. Hij baalde zijn notitieboekje v« den dagen begon ijverig aanteeker ges te maken. Een deteotieve, hem zag zitten, hield hem yoor spion, knoopte een gesprek metht aan en maakte zioh bekend als neelspeier. Onze controleur, geen kwaad i moeden de, gaf hem zijn kaartje. 1 Duitsch klinkenden naam, dien q overal ter wereld ontmoet, versterl den geheimen dienaar van de heili Hermandad in zgn meeniDg, dat met een eohten spion te doen bi Hij verwijderde zioh en kwam e half uur later terug, vergezeld t twee gendarmen, die onzen letter! venden controleur verzochten om h naar het naaste politie-bureau te i gen. Z(jn verzekeringen, dat hij ge duitsoh spion, maar een doodonsob dig Indisoh ambtenaar was, hadi niet den minsten invloed op den oo missaris. Ondanks een welsprekeo verdediging de angst maakte hi welsprekend werd hij na een n hoor in optima forma met den nier a salade", den bekenden Par schen gevangeniswagen, naar de vangenis gebracht. Daar bleef hg een volle veerli dagen en moest zioh tevreden steil met den doodeenvoudigen ge van, niskost in stede van zgn hart te ki neu ophalen aan de lekkere sohoi tjes van het Diner la Paris. Den vijftienden dag werd de de van zijn cel geopend. Een deftig g kleed heer, die niemand anders dan de bekende préfeot de 3a poli Lozé trad binnen, maakte duizei excuses over de begane vergissii en deelde den gevangene mede, hg weer vrg was. Doch daarmede was onze conti leur niet tevreden. Hij verklaarde d jrefeet, dat bij beginnen zou met d ïollaDdsehen gezant met het gebeur in kennis te stellen, en verder dele dracht in alle groote Europee3o! bladen zou publioeeren. De heer Lozé was blijkbaar zaak een oogenblik verlegen, doch zj buitengewoon groote mensohenkesii liet hem niet in den steek. Hij do digde hem uit om de zaak verderi de prefecture te bespreken. Hier aangekomen, zette hg motieven uiteen, waarom de franse! regeering er belang bq had om voorgevallene zoo geheim mogeljjk houden. Hg vroe;? den meer en mf gekalmeerden bestuursman of der; lijke vergissingen in Indië, ja in t derland, niet mogelgk waren en boi hem als apologie een decoratie at onder voorwaarde, dat de controle op zgn eerewoord beloofde de zat aan niemand, wien het ook zg, ze! niet aan zija naaste bloedverwant! te vertellen. Onze pseudo spion meende op wijze genoegzaam in zijn eer borste te zijn, nam het aanbod aan en tv uren later stelde de heer Lozé ht met een flinken handdruk het brei land een legaat van niet minder dan van een déooration universitaire HOOFDSTUK XII. Mr. JDommicut Turk. Den volgenden dag ging ik, na kerktijd, met Auna- bel naar mevrouw Brightman. Zij kwam ons vriendelijk en vroolijk te gemoet, hare oogen stonden helder, en zij stelde veel belang in alles wat wij haar van onze huwe lijksreis vertelden. Bij het middagmaal merkte ik op, dat zij enkel water dronk. „Als zij het nu maar volhoudt," zeide Hanna, die mij in den tuin was komen opzoeken toen ik daar eene sigaar rookte. „Ja, mijnheer Ónarles, zg doet waarlijk haar best om hare neiging tot drank te bedwingen, en ik hoop dat het - aar gelukken zal." „Dat hoop ik ook.1' „Den dag na uw huwelijk is juffrouw Lucy weer naar Hastings terug gegaan,"ging Hanna voort, „maar's mor gens heeft zg wei twee uur lang op hare slaapkamer met mevrouw gepraat, en toen zij eindelijk beneden kwamen hadden beiden roode oogen van het schreien. Na dien tijd heett mevrouw geen druppel drank meer gedronken." „In 't geheel niet meer?" riep ik uitjterwijlj ik maar haJf geloofde wat zij zeide, „wel Hanna, dan heeft «ij het ruim veertien dagen volgehouden." „Ja mijnheer, maar 't is wei meerggebeurd, dat rij het zoo lang volhield, en dan liep het toch weer mis." Den volgenden dag kon ik niet eerder naar Take gaan dan 's avonds laat. Hij was thuis en zat druk te stu- deeren. „Ik zou wel bij u gekomen zijn, Charley, maar ik heb het den geheelen dag vreeaeljjk druk gehad. Ga zitten." „Wat hebt ge mij van Tom te vertellen, Lake? Gij schijnt u erg ongerust over hem te maken." „fa, dat doe ik ook. Hij is vreeselgk mager geworden en zijn hoest ie akelig om aan te hooren. Ik vrees, dat- zijn longen aangedaan zijn." „Wat zegt de dokter ervan?" „Hij wil geen dokter hebben, en eigenlijk kan ik hem geen ongelijk geven," zeide Lafce. „De dokter zou dade lijk bemerken, dat hg te doen had met iemand van veel beschaafder manieren dan hij in zulk een kosthuis kon verwachten trouwens de gewone kostgangers in zulk een huis roepen geen dokter zoolang zg niet op sterven liggen. En ik vrees, Charley," voegde Lake er ernstig bg, „det een dokter niet veel meer voor den armen Tom kan doen." „Ik zweeg, in gedachten verzonken, en Lake ging voort „verbeeldt a Charles, wat hij zeide toen ik hem het laatst bezocht, „dat hij geloofde dat het spelletje nu lang genoeg geduurd had, en dat hg dezer dagen zijn vriend Wren, den polilie-agent maar eens zou verzoe ken op een kopje thee." „Och maar Lake, dat meende hg toch niet ernstig „Dat weet ik niet. Ik wou hem juist vragen of hij nu geheel krankzinnig was geworden, toen wij gestoord werden door juffrouw Betsy Lee." „Door wie?" riep ik verschrikt uit. „Door de jonge dame uit het boekwinkeltje, juffrouw 350,000 mark vermaakt. De Keizer heeft vergunning verleend tot aan vaarding van deze vorstelgke sohen- king, waarvan de renten zullen wor den gebruikt voor eem jaarlijkshen prgs bg de wedrennen ie Gotha, w -r, eerst voor den erflater een Vraagt men hem, op welke wnze 1. Marah Poetih van grafteeken is opgerioht. het rozetje trekretren heeft, dan lm hand. gjjTwee dagen later was onze conti leur in Den Haag terug. Hij heeft zgn woord trouw en eerlj gehouden. Slechts door een toer vernamen wij het bovenstaand Betsy Lea. Zij kwam Tom een potje hertshoorn-gelei brengen." „Maar Lake, hoe kan hij in Godsnaam zoo roekeloos te werk gaan 1 Als die menschen door een of ander toe val aan een ander verteilen, waar Toen woont, dan zijn de gevolgen immers niet te overzien I" „Tom Heriot weet niet wat voorzichtigheid is," zeide Lake. „Verbeeldt je, Charles, in den loop van het gesprek bemerkte ik dat L-e en zijne dochter bekenden zijn van dien politieagent Wren, en Tom wist dat blijkbaar heel goed. Juffrouw Lee scheen mij toe een zedig welopge voed meisje te zijnzij bracht de beleefde groeten van haren vader aan kapitein Strange en hoopte dat hg gauw hersteld zou lijn en dat de gelei hem wat zou versterken. Toen wij er een poosje zaten kwam er eene ruwe klant binnen, die zeker in hetzelfde huis verblijf hield. Hij scheen plan 1e hebben den avond verder bij Tom door te brengen, en hij zat vreeselijk te rooken. Juffrouw Lee nam toen afscheid en ik ging gelijk met haar weg. Zij vroeg mg oi ik ook niet vond, dat kapitein Strange er heel slecht uitzag, 't Was zoo treurig voor hem, zei ze, dat hij zich schuil moest houden voor dien' vroegeren schuldeischer. Tom heeft zijn vrienden Lee dus een mooi romannetje opgedischt." Ik besloot zoo dra mogelijk Tem eens te bezoeken, Lake gaf mij het adres en ik vinger 's Woensdagsavonds heen. Het was prachtig helder weer en de straat waar Tom woonde zag er fatsoenlijk uit, maar het was er doodelijk ptil hoewel het nog vroeg op den avond was. Ik vond Tom op een bovenachterkamerhij lag te bed en zag er heel slecht uit. Zgn gezicht was vreeselijk vermagerd en doodsbleek, maar hij begroette mij met dezelfden innemenden glimlach, dien ik mg zoo goed herindeni „Wel Charles," zeide hg, terwijl hij mg de hsi drukte, „hartelijk geluk gewenscht met uwe verheffu tot eerbiedwaardig echtgenoot. Ik stel het zeer op pi dat ge mij bezoektvolgens de regels der etiqnel moest gij, eerst bij u hebben afgewacht, maar zoodi mijn galacostuum gereed is, kom ik in alle deftighe mijne opwachting maken in Essexstreet." „Vriendelijk dank voor uw goede wenschen, Toi maar ik durf waarlijk niet lang te blijven, laten dus eens ernstig met elkander praten." „Wel man, ik ben zoo ernstig als gij m\ar verlw gen kunt, of denkt gij dat ik geen plan heb om vrouw Strange een visite te brengen Ryk, met overjas ben ik al klaar." Hij stond op, liep naar een kist, die in een hos stond, en haalde er een oude blauwe overjas met rooi voering uit. Lachende trok hij die aan en stapte do: de kamer. {Wwdi vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2