hoorden en zagen. werd TerpBichore
de eenige Vorstin die regeerde
tot laat in den nacht.
Voor een eerzamen verslaggever
klepte 't klokje van gehoorzaamheid
reeds vroeger. De anderen konden
uitslapen hij niet. Bovendien, bij
had honger gekregen en om 12
uren was de besohikbare voorraad
zoo goed als uitgeput. Er waren dan
ook gasten, die reeds van half 7 in
'ttouw waren.
Nu wil ik dezen niet sluiten zonder
er op te wjjzen, dat twee uwer stad*
genooten deze week hun gaven ten
beste hebben gegeven aanhetHaag-
ache publiek, mr. de Kauter door het
houden eener staatkundige redevoe
ring, de heer Zalsman door zijn op
treden in het oratorium „Eliss" (con
cert der vereeniging „Exoelsior").
Naar den algemeenen indruk te oor-
deelen, was de eerste gelukkiger dan
de tveede, hoewel de oritiek dezen
misschien niet voldoende reoht liet
wedervaren. Zoo ia do critiek wel
eens.
Onze nieuwe omnibusdienst is we
der, na een week, gestaakt. Ein paar
malen waren de assen bezweken, zoo-
dat het bleek, dat de ondernemer, cf
de fabrikant der bussen, met het te
verwaohten gewicht geen rekening
hadden gehouden. Liever dan nu
wantrouwen in den dienst te doen
ontstaan, is deze gestaakt tot dat
de gebreken zulten zya verholpenen
men zjjn oorpus met gerustheid aan
de wagens der H. O. M. kan toever
trouwen.
Ne Jupiter quidem om
nibus.
H. A. GANUS Jh.
Hofbericht.
Koningin Wilhelmiua maakte Za-
terdagoohtend, na eenigen tjjd op
Zorgvliet te hebben vertoefd, een rij
toer, je te paard naar Scheveningen.
H. M., die vergezeld werd door een
adjudant, reed langs het noorderslag
naar den strandmuur, welk werk zjj
in oogensobouw nam.
Uit de Staatscouran'.
Kon. Betluiten.
Eervol ontslagen J. Keyneman en
J. van Loenen, op hun verzoek als
bode bjj het departement van finan
ciën.
Met ingang van 1 April a.s., benoemd
tot directeur van het pist en tele
graafkantoor te Kralingsche Veer C.
T. van Ham, thans in gelijke 'be
trekking te Gorredijk.
Aan den inspecteur der telegraphie
R. K. van Eldik, op zijn verzoek, met
ingang van 1 October 1897, eervol
ontslag verleend uit 'sRjjks dienst,
onder dankbetuiging voor de vele en
goede diensten door hem aan den
lande bewezen.
Met ingang van 16 April a. s., be
noemd tot directeur van hetpoBt-en
telegraafkantoor te Appingedam J.
Gorter, thans in gelijke betrekking
te Zwartsluis.
Min. beschikkingen.
De min. van binnenlandsche za
ken heeft met -ingang van 16 dezer
benoemd tot conservator bij de bi
bliotheek der Rijks universiteit te
Leiden, dr. P. C. Molhuysen.
De kapitein-luitenant ter zee W. J.
Bruyne, behoorende tot de rol van
Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord
en commandant van Hr. Mp. instruo-
tieschip Gierwordt met 1 April a.
s. eervol van dat bevel ontheven en
op non-activiteit gesteld. Hjj wordt
als zoodanig vervangen door den
luitenant ter zee der le klasse W. J.
Cob en Smart.
Met genoemden datum worden
verder
lo. op nonactiviteit gesteld: de
luitenants ter zee 2e kl. G. L. d'Abo
en C. T. Steffelaar, dienende aan
boord van Hr. Ms. logementechip
BuffelP. te Veltrup, J. A. van Za-
delhofl, behoorende tot de rol van
Hr. Me. wachtschip te Willemsoord,
laatstgenoemde gedetacheerd aan
boord van de Gier, en met den 3en
daaraanvolgende de luit. ter zee 2e
kl. F. R. Rambonnet, gedetacheerd
bjj de Kweekschool voor Zeevaart te
Leiden, die aldaar wordt vervangen
door den luit. ter zee 2e kl. H. S.
Suermondt
2o. geplaatstaan boord van Hr.
Me. inatructieschip Nautilus, de luite
nants ter zee der 2e klasse W. F.
Gaymans, J M. van Wickevoort
Crommelin, F. H. baron van Dedem
en C. J. Oaoterel
aan boord Hr. Ms. logementachip meenten kunnen te zamen éene afiee-
Buffel, de luits. ter zee der 2e klasse
A. C. W. baron van Haersolte van
den Doorn, A. W. Trion en A. J. de
Graaf
aan boord Hr. Ms. instructieschip
Admiraa'. van Wassenaer, de luite
nants ter zee 2e kl. W. Moens en P.
Landweer
aan boord Hr. Ms. wachtschip te
Willem3 3ord, de luitenants ter zee
der 2e kla&se H. de Boov, A. F. A.
graaf van Hogendorp, A. Pieren,
laatstgenoemde gedetacheerd aan
boord van de Gier
aan boord Hr. Ms. artillerie-instruo-
tieschip Bellonade luitenant ter zee
der 2 3 klasse H. J. Boldingh
aan noord Hr. Ms. logementschip
voor zeemiliciene, de luitenant ter zee
der 2e kl. G. Hoogenraad en
aan boord Hr. Ma. torpedo instruc
tieschip Marnixde luitenant ter zee
der 2e klasse E. H. Friderichs.
Kieswetorganiaatie.
„De „Standaard" meldt, dat het
Centraal-Comité van de ant. rev. kies-
vereenigingen Zaterdag 20 Maart te
Amsterdam bjjeen zal komen tot het
definitie! vaststellen van een program
van aotie met toelichting.
De Central Comm. van advies (frac
tie Lohman) zal het anti-rev. pro
gram van beginselen uitgeven, met
eene korte toelichting op enkele ar
tikelen. Een zeer groot aantal ex.
wordt gratis besohikbaar gesteld.
Tentoonstelling te Parijs.
De Hollandsohe Maatschappij van
Landbouw zal in de door den mi
nister van waterstaat, op voordraoht
der hoofdcommissie, te benoemen
commissiën voor de wereldtentoon
stelling te Parijs vertegenwoordigd
worden door haren president, den
heer D. F. A. Bauduin, en haren se-
oretaris, den heer P. F- L. Waldeck,
Van het Nederlandsoh Landbouw-
oomité zullen geen vertegenwoordi
gers in de oommissie zitting hebbea.
R, K Gildebond.
In de „Staats-Ct." no. 62 zjjn opge-
ling vormen.
Societoiten-quaestie te
Amsterdam.
Het bestuur van de Sociëteit „zum
Löwen" te Amsterdam heeft zich, na
iederen avond onder protest het lo
kaal te hebbeu ontruimd, wanneer de
politie dat eischte, per deurwaarders
exploit gewend tot den commissaris
van politie, den heer Versteeg om
tegen het optreden der politie te pro-
teeteeren.
De heer Versteeg heeft daarop een
voudig geantwoord, dat hg op den in
geslagen weg dacht voort te gaan en
toen nu de inspecteur Tjassens Key-
zer (ook te Haarlem nog welbekend)
verscheen om de sluiting te gelasten,
werd dit door het Bestuur geweigerd
waarop de inspecteur prooesverbaal
opmaakte, niet tegen het Sooieteits-
bestuur, maar tegen den kastelein.
Bovendien is er nu een politie
wacht voor 't lokaal geplaatst, die
ieder belet er binnen te treden
Eedsweigering.
Een semi-arts aan de Universiteit
te Amsterdam werd dezer dagen tot
arts bevorderd. Hij maakte eobter
bezwaar den eed af te leggen en
daarom werd zijn diploma ingebonden,
totdat de Minister hieromtrent een
beslissing zou hebben geoomen. Deze
heeft beslist dat de betrokkene met
een belofte zou kunnen volstaan.
Na het afleggen daarvan is hem Za
terdag het diploma uitgereikt.
Zeig.
De sergeant Zeig, uit wiens dapper
soldatenleven wjj Zaterdag reeds een
en ander mededeelden, is Zaterdag met
eerbetoon en groote hartelijkheid bjj
zijne aankomst in het vaderland ont
vangen. In het Noordteekanaal richtte
de kapitein, oommissaris van monste
ring, de heer G. P. Wynmalen reeds
een kort en kernachtig woord tot de
repatrieerende manschap waarbjj hjj
in het bijzonder hulde bracht aan
Zeig's heldendaden, en te Amsterdam
begaven zich verscheidene hoofdofli-
nomen de statnlen der vereenigmgLieren o(aoieren mio(ieren «en
„EoomEch-Kathoheke Gildenbond-. boord om T00ral Zs)j de hsnd t0
De vereemging, opgencht Yoor het drakken ,erw(jl den steiger de
hiannm H jar ere id rrütrmniimi to A m
bisdom Haarlem, is gevestigd te Am
sterdam en heeft tot grondslag de
Encycliek „Rerum Novanim."
Het doel van den R. K. Gilden
bond is:
a. het bevorderen van den Chris-
telijken zin in de maatschappij
b. het behartigen der geestelijke
en stoffelijke belangen van patroons
en werklieden
c. het aankwe9ken van degelijke
vakkennis bij patroons en werklieden
en het werkzaam zijn om de onder
linge verhouding te organiseeren, met
dien verstande, dat in plaatsen waar
de patroonsafdeeling der Jozeisgezel-
len-vereeniging eene afdeeling vormt
van den R. K. Gildenbond, het aan-
kweeken van vakkennis door vakon
derwijs desverlangd aan de St. Jozefs-
gezellen-vereenigicg worde opgedragen
en in overleg met haar of door hare
tusschenkomet worde goregeld,
De middelen om dit doel te berei
ken zullen volgens de statuten zijn
lo. bevordering van het Katholiek
onderwijs
2o. organisatie van den arbeid
3o. samenwerking van patroons en
werklieden
4o. bevordering van de belangen
der patroons onderling
5o. aanwending van gepaste midde-
en tot bevordering van landbouw,
industrie en handel;
6o. tegengaan van den trek der
plattelandsbevolking naar de steden;
houden van lezingen, voordrach
ten en congressen om tot eenstemmig
heid te geraken over eenen gezonden
staatkundigen toestand
8o. tijdelijke samenwerking met
vereenigingen welke een geljjk doel
beoogen, en dit door gelijke of gelijk
soortige middelen trachten te be
reiken.
De bond omvat zoo mogelijk drie
hoofdgroepen, als
1. landbouw
2. ambacht en industrie
3. han del-
Naar den aard van het bedryf los
sen deze zich op in vakvereenigingen
of gilden.
De boni kan, behoudens dispensa
tie van het centraal-bostuur, in éine
kapel vao het 7e regiment onze volks
liederen deed hooren. Generatl Eland
braoht in het openbaar hulde aan
Zeigs onverschrokken moed en dap
perheid en de heer Ch. Boiesevain,
bestuurslid van „Moed, beleid en
trouw" voegde daarbjj eenige harte-
ljjke woorden, getuigende van den
eerbied welke ook de burgermaat
schappij aan de strjjders voor het
vaderland in de overzeesche be
zittingen verschuldigd is.
Zeig en zijne kameraden waohtte
een feestmaal in het monsteringsge
bouw aan de Lauriergracht.]
Zijn behouden terugkeer heeft
Zeig daargelaten de vele ma
len, dat hij het doodsgevaar trot
seerde feitelyk aan een toeval te
danken.
Toen hij verleden jaar in het ge-
veoht bij Lamsoet zwaar gewond was
neergezegen, zette hem een Atjeher
zjjn donderbus op de borst. Zeig zag
den dood voor oogen en berustte in
zijn lotmaar de donderbus weigerde
den dienst, sprong stuk en verwondde,
in stede van Zeig te dooden, den At
jeher, zoodat deze zeil nedervallend,
Zeig met rust liet.
Met den lanssteek in de borst is
het niet, geljjk het wezen mocht. Die
wond zal Zeig zeer waarschijnlijk be
letten ooit weder aan onze krijgsver
richtingen deel te nemen.
Het feest van Palohri Studio.
Het gouien feest van „Pulohri Stu
dio" is Zaterdagavond op vorsteljjk-
artistieke wjjze gevierd in de groote
zaal van den Dierentuin te :s Graven
hage. Wat den Haag voornaam bezit,
op elk gebied, was daar vereenigd
om met de kunstenaars op te gaan
in feestgenot.
De zaal zelf was in een marktplein
herschapen, met links en reohts de
aloude kermis vermakelijkheden onder
de colonnades, waarboven doekdeoo-
ratie de zaal afsloot. Toegang todat
marktpleinjgaf de rotonde, die, praoh-
tig versierd en gedrapeerd, tevens
als salon diende en waaruit men langs
een schilderaohtig bruggetje in de!
zaal kon komen. Aan humoristisohe
ren de allerliefste oostumes der dames, J. van Zijl, bediende; A. Hnl6oher, was gesmolten ia, de beoogde plaatj
de bekoorlijkste kopjes die men zich lampenist: W. Toren, G. Hartingveld 1~:i-•
denken kan, boerinnetjes van alle
soorten en strekenook vele ooBtu-
unes uit den tjjd van het Direotoire.
Wel waren ook heeren gecoetumeerd,
maar zij vormden de minderheid.
Even voor halfnegen kwam in de
dooreenwoelende jeugdige sohoonen
wat kalmte, want de Koninginnen
naderden de feestzaal.
HH. MM. werden door bet bestuur
van het Geuooteohap ontvangen aan
den hoofdingang van het gebouw en
onder het spelen van het oude Wil
helmus de zaal binnengeleid. Prinses
Elisabeth van Waldeck vergezelde de
Koninginnen, terwjjl een aantal dames
en heoren der hofüooding het gevolg
vormden. Koningin Wilhelmiua zag
er allerliefst uit in haar liohtblauw
kleed met witte kant gegarneerd,
terwjjl de Regentes een zilvergrijs
kleed droeg. De Koningin had een
ruiker van witte rozen, de Regentes
een van orohideeën in de hand.
Nauwelijks hadden de Vorstinnen
hare fauteuils tegenover het tooneel
ingenomen, of de voorzitter van Pul
ohri, de kunstenaar Mesdag, sprak
Hare Majesteiten toe, om namens het
Genootsohap dank te zeggen voor het
bewijs van sympathie. Hg Bchetstein
weinige woorden het ontstaan van
Pulohri en den grooten vooruitgang
waarin het zich heeft mogen verheu
gen, zoodat het alle reden had het
öO-jarig bestaan feestelijk te vieren.
Hij wees er verder op, hoe de wer
kende leden steeds de eer des vader
lands hebben hoog gehouden en dat
zjj traohten zouden dit verder te blij
ven doen ondanks veel strjjd.
Door eigen kraoht was het hun
gelukt de overwinning te behalen
Daarop was Pulohri thans zoo trotsch
en het zou traohten den roem van
Nederland hoog te houden. Het re
kende op den steun der Koningin
nen, ook van de jeugdige Vorstin,
die eens ons land zou regeeren.
Pulchri zou er naar streven haar
sympathie waardig te blyven.
Spreker reikte hierop de Vorstin
nen de oorkonde over. Koningin
Wilhelmiua sprak een paar woorden
tot dank, maar daar juist het Volks
lied werd aangeheven, werden de
woorden sleohts door weinigen ver
nomen.
Terstond ving hierop de eigenlyke
voorstelling aan: „Tableaux vivants,"
afgewisseld door gee3tige muziek en
aardige dansen. Wat Pulohri op dat
gebied kan leveren, ia bekend; Zater
dagavond overtrof het nog den vori-
gen keer. Het eerste tableau was een
allegorie van Josselin de Jong met
voordracht van Boele van Hensbroek,
het tweede stelde voor De Ruyter
n den slag van Solebsy, naar een
quarel van Rochussenhet derde
„de wijnoogst van Tadema" en het
vierde „Washington, de Delaware
overtrekkende," een tableau waarmede
Pulohri reeds jaren geleden in het
„hofje" roem inoogstte.
De Koninginnen genoten zeer van
deze artistieke voorstellingen en niet
minder van de nationale dansen van
een keurbende boertjes en boerinne
tjes, voorstellende de elf provinciën,
in het midden van de zaal uitgevoerd.
Een eohte boerendans met aardige
figuren, allerliefst gedanst.
De Koninginnen zaten aan een der
uiteinden, na eerst midden door de
gasten te zjjn voortgeschreden. Eenige
kinderen in boerenkleeding boden
de Vorstinnen ruikers aan.
Na afloop van dezen dans begaven
zioh de Vorstinnen naar de salon, om
later weer naar de hoofdzaal terug
te keeren, waar de voorstelling werd
voortgezet.
Na het vertrek der Koninginnen
bleef de vroolgkheid heersohen in
Pulohri's gezelligen kring tot laat in
den nacht.
Het stoomschip ^Utrecht"
De bemanning van het naar alle
waarschijnlijkheid verongelukte stoom
schip „Utrecht" bestond op drie per
sonen na, waaronder de gezagvoerder,
uit de vroegere equipage van het st.
„Gelderland".
Wij laten hier de namen der be
manning volgen, zooalB die door
de direotie der Rotterdamsche Lloyd
worden medegedeeld.
C. Adriaanse. J. v. d. Horst, H. Ernst,
H. Boojjiüg en E. Wolthuis, allen
matroos; D, Janssen, lichtmatroos;
H. B. Brand, ls machinistJ. P. Pons.
2a machinistW. Janseen, 3e machi
nist; A. Woest, 4e machinist: H.
Weijermane, donkeyman J, Hofmann
magazijnmeester; J. v. d. Vlies,A.de
Brujjn,P. H. v.d. Weijer, W. v.d.B om.
M. Peters en W. Gieben, ailen sto
ker T. Bremer an D. H. de Groot,
beiden tremmer.
Het vermoeden ligt voor de hand,
dat de bemanning van het stoom
schip „Utrecht" het slacht3Öer is ge
worden van eene ontploffing, die in
de aanwezige lading, voor zoover die
uit ammunitie bestond, be3temd voor
Atjeh, ontstaan kan zjjB.
De heer W. Hoogendijk Wz., de
vorige week te Gouda overleden, heeft
aan zijn gansche personeel, bestaande
nit -38 man, legaten vermaakt. Ieder
krjjgt f25 voor elk jaar, in zijn dienst
doorgebracht. Wanneer men weet, dat
er werklieden zijn, die 30 en 45 dienst
jaren hebben, kan men nagaan, dat
de eiflating een groote som bedraagt.
Krankzinnig.
Een 26 jarige gehuwde arbeider
van Wanneperveen zat, besohnldigd
van meineed, te Heerenveen in voor-
loopige hechtenis. Hij werd naar de
openbare terechtzitting verwezen op
25 Maart a. s., terwgl hem ambtshalve
als verdediger werd toegevoegd mr.
C. Keijzer, advocaat te Steenwgk.
Toen deze hem voor een paar dagen
in de cel een bezoek braoht, om de
noodige inlichtingen te bekomen, gaf
bjj zulke zonderlinge antwoorden,
dat de advooaat onverrichter zake
moest terngkeeren. Toen deze nu
Vrijdag 12 Maart opnieuw een bezoek
aan den beklaagde zou brengen, was
het reeds te laat, want denzelfden
dag vra.3 hij Daar het krankzinnigen
gestioht te Modemblik vervoerd.
De twej gezusters H., die indertijd
ook te Haarlem oplichterij pleegden,
zijn nu weer te Ngmegsn gearresteerd,
waar zij door de gladde tong de
oudste reeds menigeen hadden opge
licht.
Ze zijn, in beschonken toestand, in
haar logement waar ze goede sier
maakten, gevat en overgebracht naar
Arnhem.
Letteren en Kunst.
Battikwerk.
De heer Johan Thorn Prikker stelt
op de Keuzetentoonstelling in de
Lakenhal ,te Leiden battikwerk ten
toon, en een van de aanrichters van
deze tentoonstelling, de heer C. Ver
ster, geeft, na een bezoek aan Thorn
Prikker's atelier gebracht te hebben,
in het „Leidsch Dgbl." van dat bat-
tiken de volgende beschrijving.
Prikker ontwerpt en verzorgt eerst
zijn teekening op papier en vult dan
met waterverf of inkt het patroon in.
Daarna doorprikt hij dat patroon met
een naald. Hij legt vervolgens het
papier op het doek en stuift dan met
zwartsel de teekening door. Reeksen
van opeenvolgende stippen ontstaan
hierdoor op het katoen en met pot
lood teekent hij nu verder, door zorg
vuldige verbinding dier punten, het
patroon in zijn geheel. Alles wat nu
wit moet blijven, dient met een was-
laag (natuurlyk aan beide zijden) te
worden bedekt.
Ea hier nu komt, na 't ontwerpen
van de artistieke teekening, de groote
moeilijkheid van de technische uit
voering. Hg bedient zich voor het te
bereiken doel van een napvormig
koperen bakje, aan welks vooreinde
onderaan zich een kleine opening
bevindt, groot genoeg echter om bij
korte tusschenpoozen een druppeltje
van de gesmolten heete vloeistof door
te laten. In een vuurvast-apothekers-
potje wordt de was boven een spiri-
tuslichtje verwarmd. De kunstenaar
vult nu daaruit het napie voor een
klein gedeelte met de warme was, en,
al tippelend met het bakje over de
plaatsen die nog met het penseel
moeten worden gevuld, bereikt hij
te bereiken en de lijnen met
druppelend napje Btrak te zetten.
Hoe warmer de was is, des te mi
dringt deze in het katoen door,
zooveel te gemakkelijker valt
patroon aan de keerzjjde te ondi
soheiden.
Zijn de omtrekken nu aan i
eenen kant gereed, dar. worden
vakken, die wit moeten blijven n
het pensee), vol was, gevnld. Daar
wordt het doek omgekeerd, en opi
zeilde wijze worden de vakkon
derom bedekt met wa-.
De eigenaardige verbindende
derde lijntjes worden verkregen do
de waslaag op verschillende plaats
te breken.
Thans ia het doek voor het verr
Verscheidene chemische mengn
worden daarvoor gebezigd, samen»
steld uit kleurige houtsoorten, indij
ecz. (doch... al te veel mag ik u
slappen uit de school, waaruit a
zoo welwillend vele inlichtingen wi
den verstrekt).
In dal gereedgemaakte verfatof-bi
wordt nu het doek gedompeld,
na het drogen, de was verwijde;
door uitkoking.
Uit Amsterdam.
Ned. Opera.
Nog maar zeiden heb ik een we
van Wagner op zoo schier volkomi
wgze hooren vertolken als 11. Vrijd
het geval was bij de reprise vi
,,d€(o) Viiegende(n) Hollander" do
het gezelschap vande Nederlandse
Opera. Ik acht zoowel wat zang i
wat spel betreft de hoofdrol dei
Opera een der moeielgkate uit i
reeks van Wagners meesterstukke
waarvan wij de opvoeriDg in om
taal aan den heer Van der Lïndi
danken en de heer Orelio heeft iii
van zgn taak gekweten op eene wij
die hartelijke bewondering afdwioj
en die het publiek dan ook mee
malen in een donderend gejuich dei
losbreken. Het spinlied in den a
vang der 2de acte door het koor,
„ballade van den Hollander" dcc
mevr. Engelen—Sewing (Senta) en
duet van Senta en den Hollandi
aan het einde van dit bedrgt we
den zoo meesterlijk uitgevoei
getuigden dermate van den yv«
waarmede deze uitvoering was voo;
bereid, dat het mg voorkomt, dat i
niet vaak zóo voldaan den stad
sohouwburg heb verlaten als Vrgda
avond.
De heer Engelen (Duland) was
goed gedisponeerd, doch wilde wi
al te grappig zijn. Hij onthoudezic
hiervan. Zyn optreden in het '2\
bedryf verwekte een zeer gemotive»
de hilariteit onder het publiek, don
kwam mg hoogst ongepast voor, dal
ik betwyfel of het 's dichters bedoelin
is geweest-
De regie was eohter weer lang nis
wat Wagner eisohi; het is alsof Dil
bern bezig ié terng te krabbelen
niet meer zulke blgken van re§
seurstalent geeft als hij bij vorig
opvoeringen te doen gewoon was.
Intussohen was het geheel uitoi
mend en wij danken het gezelsohi
wederom esn zeer genoeglyken avon
Bjj Chrispijn a. s. Vrijdag premiè:
van „Bokkensprongen" (alweer e*
Duitsohe kluohten „Ouders'
episode in 2 tafreelen van SimoBB-
Mees en Simons.
B. A. B.
dezelfde gemeente slechts éene teekeningea op tenten en kramen
afdeeling vestigen. Verechillende geen gebrek. Maar wat bovenal relief
kleine aan elkander grenzende ge- gaf aan dit pittoresk milien, dat wa-
B. Pekelaar, kapiteinA. van Zan- het punt, waar hij de teekening ver
ten, le offioier G. Grilk, 2e offioier;volgen moet. Merkwaardig is het te
D. Datema, 3e officier; G. S. Hube-!zien hoeveel bedrevenheid in korten uitleggen en zonder er gras over
net, 4e officierJ. van Ameijden,tijd deze artist reeds verkreeg, want laten groeien, gaf de koning de noa
bootsman P. Moeken, timmerman het behoeft geen betocg, dat 't uiterstdige bevelen, een voetpad breeder
J. Roeterdmk, kok; T. V esselman, moeilgk is, om bg die alterneerende maken, dat bem t-.t rijweg zou kl
koksmaatD. Krevelen, hofmeester; patronen, bijtijds, d. w. z. vóórdat denen dienen. Men begrijpt.
Sport en Wedtrijden
Koning Menelik op de fiets,
Koning Meaelik, die bijzonder va
belang stelt in alles wat in Europ
gebeurt en vooral in Frankrgk, gi
eens aan een bekend Fransch inda
trieel, die zich aan zgn hof bevom
te kennen, dat hg gaarne eens e»
rgwiel zou willen zien. De Fransol
man bracht van zgn eerste bezot
aan zgn vaderland een uitstoken
staaltje vau de Fransohe rgwielii
dustrie mee.
Zjjne Majesteit en diens hovelingn
waren verrukt over het sierlijke klein
voertuig en lieten zioh alles haarfij
ktu
dat d
zou kunnen overkomen, maar toen het reeds een uur
over den tgi werd en wij nog niets van u bemerkten,
begonnen wy tooh te geiooven, dat er iets niet in den
haak was. Tante zond eenige mannen met lantaarns
het land in om u te zoeken".
„Het ergste, wat we verwachtte*, was dat ge onderweg
eene flauwte hadt gekregen, maar ohet was zoe veel
akeliger," en Aggie's stem begaf haar, terwgl zij haar
gelaat, huiverend, met hare handen bedekte.
„O, ik zal dat verschrikkelijk oogenblik nooit verge
ten, toen gg bewusteloos en hevig bloedend uit eenen
wond aan uw aobterhoofd, werdt thuisgebracht. We
dachten allen, dat gij dood waart."
„Arme, kleine Aggie" zeide Rnpert, terwgl hg hare
hand even drukte. „Zoudt gij erg ongelukkig zgn ge
weest."
Zjj werd vuurrood maar gaf geen antwoord op zijne
▼raagen ging toen voort met vertellen.
„Uwe kleerea waren gescheurd en modderig, gg zaagt
er nit, alsof gij in eene hevige worsteling waart ge
weest. Uw ho-loge was weg, uwe zakken geplunderd
en binnenste buiten gekeerd. Kloarblgkeiijk waart gjj
eerst half vermoord en toen bestolen maar de ellen
delingen hebben tjjd genoeg gehad om te ontkomen en
er is ook geen spoor van hen te ontdekken."
„Zij sullen leeljjk op hunnen neus hebben gekeken,
want ik geloof niet, dat ik veel van waarde bij mjj bad.
Ik kan mjj niet meer berinneren, hoeveel geld ik in
mjjnen zak hadmaar mijn horloge, dat altjjd uitste
kend liep, was van een goedkoop soort zilver. Ik heb
het eens in een seeplaatsje gekooht, en het kostte mjj
vjjf en dertig shillings."
„Kunt gjj u dat herinneren En weet gjj niets meer
wat er op dien dag is gebeurd, hoe die mannen er
uitzagen, hoeveel er waren en ook niet waarom gjj hier
naar toe gingt."
„Neen, in de verste verte niet. Dat horloge kooht ik
verleden jaar. Ik kan mij herinneren dat ik in Mei te
Londen ben geweest maar verder ook niets meer."
„Herinnert gij u ook niet meer, dat de kneoht van
lord Netnerville u eene boodschap voor ons meegaf?"
„Neen, volstrekt niet."
„Nu, toen uw neef met deD lateren trein kwam, ver
keerde hg in een vreeselijken angst over u, want gij
moet weten dat hij gelooide, dat gjj in zijne plaats
waart aangerand, omdat bjj een parelsnoer van zeer
groote waarde bij zich had."
„Maar wat ter wereld deed Netherville met een pa
relsnoer in zijn zak vroeg Carroll verrast.
Agatha bloosde nog erger en keek voor zich.
„Hij bracht het voor mij me Je," antwoorde zij ten
laatste zachtjes.
„Voor u? Waarom. Aggie? O, ik begrjjp het reeds.
Zgt gij met Netherville geëngageerd
„Ja, een poosje geleden was ik het nog maar nu
niet meer. Ik heb ons engagement verbroken,' sta
melde zij.
„Wat verbroken I En waarom dan, in 's hemels
naam Netherville is eene schitterende partij. Zoo, dus
gjj en hij waart geëngageerdwel, dat is een nieuwtje
voor meMaar, beste meid, gjj moet hem zoo maar
niet afwjjtendat moet weer in orde komen tusechen
u beiden. Ik zal er zóó lang op aanhouden» totdat
allee weer in 't reine is; ik zal hem zelf sohrijven."
„O, neen Rupert, doe dat als 't u blieft niet. Alles
berustte op eene vergissing, en het ie nu voor goed uit
tusschen ons.' j
„Maar waarom was het dan eene vergissingGjj zoudt
een uitetekend huweijjk doen waarom hebt gij dit
engagement verbroken
„Dat kan ik u niet zeggen m&ar vraag mjj. wat ik
u bidden mag, nu niets meer. Ik weet, dat ik hem
zeer sleoht heb behandeld, maar ik kan er niets aan
doen. Het was mjj onmogeljjk zjjn vrouw te worden."
Zjj kneep bare banden krampaohtig samen en soheen
zeer bedroefd te zjjn.
Rupert zag, dat dit onderwerp haar pijnljjk aandeed.
„Gij vrouwen zijt wreede achepseis 1" zeide hij onge
duldig, „gjj denkt er niet aan, of de man er onder zal
l"den en misschien zijn hart gebroken is. Ik beken u
eerljjk, dat ik u niet begrijp, Aggie," voegde hij haar
streng en afkeurend toe. „Ik zou niet weten, waar gg
eenen beteren man zoudt vinden?"
„Dat verwacht ik ook niet. Ik wensch geene anderen
man, want ik zal nooit trouwen," antwoordde zij haastig,
bare oogen vulden zich met tranen, en zij keerde haar
gelaat af, om het hem niet te laten bemerken.
Q.Nonsens," antwoordde 'njj scherp. „En wat is er
met het paarlsnoer, waardoor ik bjj na vermoord bea,
gebeurd Hebt gij het gekregen
„O, natuurlijk niet, Rupert I floe kunt gij veronder
stellen, dat ik het nog zou willen hebben? Pk heb
het hem dadeljjk teruggegeven."
„Ik vind dat gij echandeljjk hebt gehandeld, om hem
zoo zonder eenige reden af te wjjieu
„Ik had wel eene reden," wederlegden zjj fluisterend.
„Welke dan?" vroeg hij bevelend, en met de fan
liariteit van eenen broeder.
„Ik bemi ide hem niet," fluisterde zij met bijna oi
hoorbare stem.
„Bah", hernam hij minachtend en boos, „gij bai
dit eerder, toen hij u ten huwelijk vroeg, moeten b<
denken."
Dat was alle troost, die Agatha van hem ontvin)
Toen kwam juffrouw Carroll binnen en met een gt
broken hart en ten zeerBte bedroefd door zijne koudi
afkeurende woorden, verliet het jonge meisje de kam«
toen hare pleegmoeder binnentrad.
„Wat zou bjj wel van mij denken, als hij de wal
reden £wi«t?" riep zij uit, toen zij alleen in de gau
stond. „Wanneer hij wiet, dat het is omdat ik hei
lietheb, hem alleen! Ik heb hem altijd liefgehad ei
Netherville trok mjj een oogenblik aan, door zijne sp»
kende gelijkenis met hem, maar toen Rupert bewusti
loos en bloedend thuis werd gebracht, en ik hem do»
waande, ja toen toen voelde ik eerst hoe lief i
hem had eu dat zjjn neef nooit meer iets voor ffi
kon zijn!"
ff'o dl vervolg L