hoorden en zagen. werd TerpBichore de eenige Vorstin die regeerde tot laat in den nacht. Voor een eerzamen verslaggever klepte 't klokje van gehoorzaamheid reeds vroeger. De anderen konden uitslapen hij niet. Bovendien, bij had honger gekregen en om 12 uren was de besohikbare voorraad zoo goed als uitgeput. Er waren dan ook gasten, die reeds van half 7 in 'ttouw waren. Nu wil ik dezen niet sluiten zonder er op te wjjzen, dat twee uwer stad* genooten deze week hun gaven ten beste hebben gegeven aanhetHaag- ache publiek, mr. de Kauter door het houden eener staatkundige redevoe ring, de heer Zalsman door zijn op treden in het oratorium „Eliss" (con cert der vereeniging „Exoelsior"). Naar den algemeenen indruk te oor- deelen, was de eerste gelukkiger dan de tveede, hoewel de oritiek dezen misschien niet voldoende reoht liet wedervaren. Zoo ia do critiek wel eens. Onze nieuwe omnibusdienst is we der, na een week, gestaakt. Ein paar malen waren de assen bezweken, zoo- dat het bleek, dat de ondernemer, cf de fabrikant der bussen, met het te verwaohten gewicht geen rekening hadden gehouden. Liever dan nu wantrouwen in den dienst te doen ontstaan, is deze gestaakt tot dat de gebreken zulten zya verholpenen men zjjn oorpus met gerustheid aan de wagens der H. O. M. kan toever trouwen. Ne Jupiter quidem om nibus. H. A. GANUS Jh. Hofbericht. Koningin Wilhelmiua maakte Za- terdagoohtend, na eenigen tjjd op Zorgvliet te hebben vertoefd, een rij toer, je te paard naar Scheveningen. H. M., die vergezeld werd door een adjudant, reed langs het noorderslag naar den strandmuur, welk werk zjj in oogensobouw nam. Uit de Staatscouran'. Kon. Betluiten. Eervol ontslagen J. Keyneman en J. van Loenen, op hun verzoek als bode bjj het departement van finan ciën. Met ingang van 1 April a.s., benoemd tot directeur van het pist en tele graafkantoor te Kralingsche Veer C. T. van Ham, thans in gelijke 'be trekking te Gorredijk. Aan den inspecteur der telegraphie R. K. van Eldik, op zijn verzoek, met ingang van 1 October 1897, eervol ontslag verleend uit 'sRjjks dienst, onder dankbetuiging voor de vele en goede diensten door hem aan den lande bewezen. Met ingang van 16 April a. s., be noemd tot directeur van hetpoBt-en telegraafkantoor te Appingedam J. Gorter, thans in gelijke betrekking te Zwartsluis. Min. beschikkingen. De min. van binnenlandsche za ken heeft met -ingang van 16 dezer benoemd tot conservator bij de bi bliotheek der Rijks universiteit te Leiden, dr. P. C. Molhuysen. De kapitein-luitenant ter zee W. J. Bruyne, behoorende tot de rol van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord en commandant van Hr. Mp. instruo- tieschip Gierwordt met 1 April a. s. eervol van dat bevel ontheven en op non-activiteit gesteld. Hjj wordt als zoodanig vervangen door den luitenant ter zee der le klasse W. J. Cob en Smart. Met genoemden datum worden verder lo. op nonactiviteit gesteld: de luitenants ter zee 2e kl. G. L. d'Abo en C. T. Steffelaar, dienende aan boord van Hr. Ms. logementechip BuffelP. te Veltrup, J. A. van Za- delhofl, behoorende tot de rol van Hr. Me. wachtschip te Willemsoord, laatstgenoemde gedetacheerd aan boord van de Gier, en met den 3en daaraanvolgende de luit. ter zee 2e kl. F. R. Rambonnet, gedetacheerd bjj de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden, die aldaar wordt vervangen door den luit. ter zee 2e kl. H. S. Suermondt 2o. geplaatstaan boord van Hr. Me. inatructieschip Nautilus, de luite nants ter zee der 2e klasse W. F. Gaymans, J M. van Wickevoort Crommelin, F. H. baron van Dedem en C. J. Oaoterel aan boord Hr. Ms. logementachip meenten kunnen te zamen éene afiee- Buffel, de luits. ter zee der 2e klasse A. C. W. baron van Haersolte van den Doorn, A. W. Trion en A. J. de Graaf aan boord Hr. Ms. instructieschip Admiraa'. van Wassenaer, de luite nants ter zee 2e kl. W. Moens en P. Landweer aan boord Hr. Ms. wachtschip te Willem3 3ord, de luitenants ter zee der 2e kla&se H. de Boov, A. F. A. graaf van Hogendorp, A. Pieren, laatstgenoemde gedetacheerd aan boord van de Gier aan boord Hr. Ms. artillerie-instruo- tieschip Bellonade luitenant ter zee der 2 3 klasse H. J. Boldingh aan noord Hr. Ms. logementschip voor zeemiliciene, de luitenant ter zee der 2e kl. G. Hoogenraad en aan boord Hr. Ma. torpedo instruc tieschip Marnixde luitenant ter zee der 2e klasse E. H. Friderichs. Kieswetorganiaatie. „De „Standaard" meldt, dat het Centraal-Comité van de ant. rev. kies- vereenigingen Zaterdag 20 Maart te Amsterdam bjjeen zal komen tot het definitie! vaststellen van een program van aotie met toelichting. De Central Comm. van advies (frac tie Lohman) zal het anti-rev. pro gram van beginselen uitgeven, met eene korte toelichting op enkele ar tikelen. Een zeer groot aantal ex. wordt gratis besohikbaar gesteld. Tentoonstelling te Parijs. De Hollandsohe Maatschappij van Landbouw zal in de door den mi nister van waterstaat, op voordraoht der hoofdcommissie, te benoemen commissiën voor de wereldtentoon stelling te Parijs vertegenwoordigd worden door haren president, den heer D. F. A. Bauduin, en haren se- oretaris, den heer P. F- L. Waldeck, Van het Nederlandsoh Landbouw- oomité zullen geen vertegenwoordi gers in de oommissie zitting hebbea. R, K Gildebond. In de „Staats-Ct." no. 62 zjjn opge- ling vormen. Societoiten-quaestie te Amsterdam. Het bestuur van de Sociëteit „zum Löwen" te Amsterdam heeft zich, na iederen avond onder protest het lo kaal te hebbeu ontruimd, wanneer de politie dat eischte, per deurwaarders exploit gewend tot den commissaris van politie, den heer Versteeg om tegen het optreden der politie te pro- teeteeren. De heer Versteeg heeft daarop een voudig geantwoord, dat hg op den in geslagen weg dacht voort te gaan en toen nu de inspecteur Tjassens Key- zer (ook te Haarlem nog welbekend) verscheen om de sluiting te gelasten, werd dit door het Bestuur geweigerd waarop de inspecteur prooesverbaal opmaakte, niet tegen het Sooieteits- bestuur, maar tegen den kastelein. Bovendien is er nu een politie wacht voor 't lokaal geplaatst, die ieder belet er binnen te treden Eedsweigering. Een semi-arts aan de Universiteit te Amsterdam werd dezer dagen tot arts bevorderd. Hij maakte eobter bezwaar den eed af te leggen en daarom werd zijn diploma ingebonden, totdat de Minister hieromtrent een beslissing zou hebben geoomen. Deze heeft beslist dat de betrokkene met een belofte zou kunnen volstaan. Na het afleggen daarvan is hem Za terdag het diploma uitgereikt. Zeig. De sergeant Zeig, uit wiens dapper soldatenleven wjj Zaterdag reeds een en ander mededeelden, is Zaterdag met eerbetoon en groote hartelijkheid bjj zijne aankomst in het vaderland ont vangen. In het Noordteekanaal richtte de kapitein, oommissaris van monste ring, de heer G. P. Wynmalen reeds een kort en kernachtig woord tot de repatrieerende manschap waarbjj hjj in het bijzonder hulde bracht aan Zeig's heldendaden, en te Amsterdam begaven zich verscheidene hoofdofli- nomen de statnlen der vereenigmgLieren o(aoieren mio(ieren «en „EoomEch-Kathoheke Gildenbond-. boord om T00ral Zs)j de hsnd t0 De vereemging, opgencht Yoor het drakken ,erw(jl den steiger de hiannm H jar ere id rrütrmniimi to A m bisdom Haarlem, is gevestigd te Am sterdam en heeft tot grondslag de Encycliek „Rerum Novanim." Het doel van den R. K. Gilden bond is: a. het bevorderen van den Chris- telijken zin in de maatschappij b. het behartigen der geestelijke en stoffelijke belangen van patroons en werklieden c. het aankwe9ken van degelijke vakkennis bij patroons en werklieden en het werkzaam zijn om de onder linge verhouding te organiseeren, met dien verstande, dat in plaatsen waar de patroonsafdeeling der Jozeisgezel- len-vereeniging eene afdeeling vormt van den R. K. Gildenbond, het aan- kweeken van vakkennis door vakon derwijs desverlangd aan de St. Jozefs- gezellen-vereenigicg worde opgedragen en in overleg met haar of door hare tusschenkomet worde goregeld, De middelen om dit doel te berei ken zullen volgens de statuten zijn lo. bevordering van het Katholiek onderwijs 2o. organisatie van den arbeid 3o. samenwerking van patroons en werklieden 4o. bevordering van de belangen der patroons onderling 5o. aanwending van gepaste midde- en tot bevordering van landbouw, industrie en handel; 6o. tegengaan van den trek der plattelandsbevolking naar de steden; houden van lezingen, voordrach ten en congressen om tot eenstemmig heid te geraken over eenen gezonden staatkundigen toestand 8o. tijdelijke samenwerking met vereenigingen welke een geljjk doel beoogen, en dit door gelijke of gelijk soortige middelen trachten te be reiken. De bond omvat zoo mogelijk drie hoofdgroepen, als 1. landbouw 2. ambacht en industrie 3. han del- Naar den aard van het bedryf los sen deze zich op in vakvereenigingen of gilden. De boni kan, behoudens dispensa tie van het centraal-bostuur, in éine kapel vao het 7e regiment onze volks liederen deed hooren. Generatl Eland braoht in het openbaar hulde aan Zeigs onverschrokken moed en dap perheid en de heer Ch. Boiesevain, bestuurslid van „Moed, beleid en trouw" voegde daarbjj eenige harte- ljjke woorden, getuigende van den eerbied welke ook de burgermaat schappij aan de strjjders voor het vaderland in de overzeesche be zittingen verschuldigd is. Zeig en zijne kameraden waohtte een feestmaal in het monsteringsge bouw aan de Lauriergracht.] Zijn behouden terugkeer heeft Zeig daargelaten de vele ma len, dat hij het doodsgevaar trot seerde feitelyk aan een toeval te danken. Toen hij verleden jaar in het ge- veoht bij Lamsoet zwaar gewond was neergezegen, zette hem een Atjeher zjjn donderbus op de borst. Zeig zag den dood voor oogen en berustte in zijn lotmaar de donderbus weigerde den dienst, sprong stuk en verwondde, in stede van Zeig te dooden, den At jeher, zoodat deze zeil nedervallend, Zeig met rust liet. Met den lanssteek in de borst is het niet, geljjk het wezen mocht. Die wond zal Zeig zeer waarschijnlijk be letten ooit weder aan onze krijgsver richtingen deel te nemen. Het feest van Palohri Studio. Het gouien feest van „Pulohri Stu dio" is Zaterdagavond op vorsteljjk- artistieke wjjze gevierd in de groote zaal van den Dierentuin te :s Graven hage. Wat den Haag voornaam bezit, op elk gebied, was daar vereenigd om met de kunstenaars op te gaan in feestgenot. De zaal zelf was in een marktplein herschapen, met links en reohts de aloude kermis vermakelijkheden onder de colonnades, waarboven doekdeoo- ratie de zaal afsloot. Toegang todat marktpleinjgaf de rotonde, die, praoh- tig versierd en gedrapeerd, tevens als salon diende en waaruit men langs een schilderaohtig bruggetje in de! zaal kon komen. Aan humoristisohe ren de allerliefste oostumes der dames, J. van Zijl, bediende; A. Hnl6oher, was gesmolten ia, de beoogde plaatj de bekoorlijkste kopjes die men zich lampenist: W. Toren, G. Hartingveld 1~:i-• denken kan, boerinnetjes van alle soorten en strekenook vele ooBtu- unes uit den tjjd van het Direotoire. Wel waren ook heeren gecoetumeerd, maar zij vormden de minderheid. Even voor halfnegen kwam in de dooreenwoelende jeugdige sohoonen wat kalmte, want de Koninginnen naderden de feestzaal. HH. MM. werden door bet bestuur van het Geuooteohap ontvangen aan den hoofdingang van het gebouw en onder het spelen van het oude Wil helmus de zaal binnengeleid. Prinses Elisabeth van Waldeck vergezelde de Koninginnen, terwjjl een aantal dames en heoren der hofüooding het gevolg vormden. Koningin Wilhelmiua zag er allerliefst uit in haar liohtblauw kleed met witte kant gegarneerd, terwjjl de Regentes een zilvergrijs kleed droeg. De Koningin had een ruiker van witte rozen, de Regentes een van orohideeën in de hand. Nauwelijks hadden de Vorstinnen hare fauteuils tegenover het tooneel ingenomen, of de voorzitter van Pul ohri, de kunstenaar Mesdag, sprak Hare Majesteiten toe, om namens het Genootsohap dank te zeggen voor het bewijs van sympathie. Hg Bchetstein weinige woorden het ontstaan van Pulohri en den grooten vooruitgang waarin het zich heeft mogen verheu gen, zoodat het alle reden had het öO-jarig bestaan feestelijk te vieren. Hij wees er verder op, hoe de wer kende leden steeds de eer des vader lands hebben hoog gehouden en dat zjj traohten zouden dit verder te blij ven doen ondanks veel strjjd. Door eigen kraoht was het hun gelukt de overwinning te behalen Daarop was Pulohri thans zoo trotsch en het zou traohten den roem van Nederland hoog te houden. Het re kende op den steun der Koningin nen, ook van de jeugdige Vorstin, die eens ons land zou regeeren. Pulchri zou er naar streven haar sympathie waardig te blyven. Spreker reikte hierop de Vorstin nen de oorkonde over. Koningin Wilhelmiua sprak een paar woorden tot dank, maar daar juist het Volks lied werd aangeheven, werden de woorden sleohts door weinigen ver nomen. Terstond ving hierop de eigenlyke voorstelling aan: „Tableaux vivants," afgewisseld door gee3tige muziek en aardige dansen. Wat Pulohri op dat gebied kan leveren, ia bekend; Zater dagavond overtrof het nog den vori- gen keer. Het eerste tableau was een allegorie van Josselin de Jong met voordracht van Boele van Hensbroek, het tweede stelde voor De Ruyter n den slag van Solebsy, naar een quarel van Rochussenhet derde „de wijnoogst van Tadema" en het vierde „Washington, de Delaware overtrekkende," een tableau waarmede Pulohri reeds jaren geleden in het „hofje" roem inoogstte. De Koninginnen genoten zeer van deze artistieke voorstellingen en niet minder van de nationale dansen van een keurbende boertjes en boerinne tjes, voorstellende de elf provinciën, in het midden van de zaal uitgevoerd. Een eohte boerendans met aardige figuren, allerliefst gedanst. De Koninginnen zaten aan een der uiteinden, na eerst midden door de gasten te zjjn voortgeschreden. Eenige kinderen in boerenkleeding boden de Vorstinnen ruikers aan. Na afloop van dezen dans begaven zioh de Vorstinnen naar de salon, om later weer naar de hoofdzaal terug te keeren, waar de voorstelling werd voortgezet. Na het vertrek der Koninginnen bleef de vroolgkheid heersohen in Pulohri's gezelligen kring tot laat in den nacht. Het stoomschip ^Utrecht" De bemanning van het naar alle waarschijnlijkheid verongelukte stoom schip „Utrecht" bestond op drie per sonen na, waaronder de gezagvoerder, uit de vroegere equipage van het st. „Gelderland". Wij laten hier de namen der be manning volgen, zooalB die door de direotie der Rotterdamsche Lloyd worden medegedeeld. C. Adriaanse. J. v. d. Horst, H. Ernst, H. Boojjiüg en E. Wolthuis, allen matroos; D, Janssen, lichtmatroos; H. B. Brand, ls machinistJ. P. Pons. 2a machinistW. Janseen, 3e machi nist; A. Woest, 4e machinist: H. Weijermane, donkeyman J, Hofmann magazijnmeester; J. v. d. Vlies,A.de Brujjn,P. H. v.d. Weijer, W. v.d.B om. M. Peters en W. Gieben, ailen sto ker T. Bremer an D. H. de Groot, beiden tremmer. Het vermoeden ligt voor de hand, dat de bemanning van het stoom schip „Utrecht" het slacht3Öer is ge worden van eene ontploffing, die in de aanwezige lading, voor zoover die uit ammunitie bestond, be3temd voor Atjeh, ontstaan kan zjjB. De heer W. Hoogendijk Wz., de vorige week te Gouda overleden, heeft aan zijn gansche personeel, bestaande nit -38 man, legaten vermaakt. Ieder krjjgt f25 voor elk jaar, in zijn dienst doorgebracht. Wanneer men weet, dat er werklieden zijn, die 30 en 45 dienst jaren hebben, kan men nagaan, dat de eiflating een groote som bedraagt. Krankzinnig. Een 26 jarige gehuwde arbeider van Wanneperveen zat, besohnldigd van meineed, te Heerenveen in voor- loopige hechtenis. Hij werd naar de openbare terechtzitting verwezen op 25 Maart a. s., terwgl hem ambtshalve als verdediger werd toegevoegd mr. C. Keijzer, advocaat te Steenwgk. Toen deze hem voor een paar dagen in de cel een bezoek braoht, om de noodige inlichtingen te bekomen, gaf bjj zulke zonderlinge antwoorden, dat de advooaat onverrichter zake moest terngkeeren. Toen deze nu Vrijdag 12 Maart opnieuw een bezoek aan den beklaagde zou brengen, was het reeds te laat, want denzelfden dag vra.3 hij Daar het krankzinnigen gestioht te Modemblik vervoerd. De twej gezusters H., die indertijd ook te Haarlem oplichterij pleegden, zijn nu weer te Ngmegsn gearresteerd, waar zij door de gladde tong de oudste reeds menigeen hadden opge licht. Ze zijn, in beschonken toestand, in haar logement waar ze goede sier maakten, gevat en overgebracht naar Arnhem. Letteren en Kunst. Battikwerk. De heer Johan Thorn Prikker stelt op de Keuzetentoonstelling in de Lakenhal ,te Leiden battikwerk ten toon, en een van de aanrichters van deze tentoonstelling, de heer C. Ver ster, geeft, na een bezoek aan Thorn Prikker's atelier gebracht te hebben, in het „Leidsch Dgbl." van dat bat- tiken de volgende beschrijving. Prikker ontwerpt en verzorgt eerst zijn teekening op papier en vult dan met waterverf of inkt het patroon in. Daarna doorprikt hij dat patroon met een naald. Hij legt vervolgens het papier op het doek en stuift dan met zwartsel de teekening door. Reeksen van opeenvolgende stippen ontstaan hierdoor op het katoen en met pot lood teekent hij nu verder, door zorg vuldige verbinding dier punten, het patroon in zijn geheel. Alles wat nu wit moet blijven, dient met een was- laag (natuurlyk aan beide zijden) te worden bedekt. Ea hier nu komt, na 't ontwerpen van de artistieke teekening, de groote moeilijkheid van de technische uit voering. Hg bedient zich voor het te bereiken doel van een napvormig koperen bakje, aan welks vooreinde onderaan zich een kleine opening bevindt, groot genoeg echter om bij korte tusschenpoozen een druppeltje van de gesmolten heete vloeistof door te laten. In een vuurvast-apothekers- potje wordt de was boven een spiri- tuslichtje verwarmd. De kunstenaar vult nu daaruit het napie voor een klein gedeelte met de warme was, en, al tippelend met het bakje over de plaatsen die nog met het penseel moeten worden gevuld, bereikt hij te bereiken en de lijnen met druppelend napje Btrak te zetten. Hoe warmer de was is, des te mi dringt deze in het katoen door, zooveel te gemakkelijker valt patroon aan de keerzjjde te ondi soheiden. Zijn de omtrekken nu aan i eenen kant gereed, dar. worden vakken, die wit moeten blijven n het pensee), vol was, gevnld. Daar wordt het doek omgekeerd, en opi zeilde wijze worden de vakkon derom bedekt met wa-. De eigenaardige verbindende derde lijntjes worden verkregen do de waslaag op verschillende plaats te breken. Thans ia het doek voor het verr Verscheidene chemische mengn worden daarvoor gebezigd, samen» steld uit kleurige houtsoorten, indij ecz. (doch... al te veel mag ik u slappen uit de school, waaruit a zoo welwillend vele inlichtingen wi den verstrekt). In dal gereedgemaakte verfatof-bi wordt nu het doek gedompeld, na het drogen, de was verwijde; door uitkoking. Uit Amsterdam. Ned. Opera. Nog maar zeiden heb ik een we van Wagner op zoo schier volkomi wgze hooren vertolken als 11. Vrijd het geval was bij de reprise vi ,,d€(o) Viiegende(n) Hollander" do het gezelschap vande Nederlandse Opera. Ik acht zoowel wat zang i wat spel betreft de hoofdrol dei Opera een der moeielgkate uit i reeks van Wagners meesterstukke waarvan wij de opvoeriDg in om taal aan den heer Van der Lïndi danken en de heer Orelio heeft iii van zgn taak gekweten op eene wij die hartelijke bewondering afdwioj en die het publiek dan ook mee malen in een donderend gejuich dei losbreken. Het spinlied in den a vang der 2de acte door het koor, „ballade van den Hollander" dcc mevr. Engelen—Sewing (Senta) en duet van Senta en den Hollandi aan het einde van dit bedrgt we den zoo meesterlijk uitgevoei getuigden dermate van den yv« waarmede deze uitvoering was voo; bereid, dat het mg voorkomt, dat i niet vaak zóo voldaan den stad sohouwburg heb verlaten als Vrgda avond. De heer Engelen (Duland) was goed gedisponeerd, doch wilde wi al te grappig zijn. Hij onthoudezic hiervan. Zyn optreden in het '2\ bedryf verwekte een zeer gemotive» de hilariteit onder het publiek, don kwam mg hoogst ongepast voor, dal ik betwyfel of het 's dichters bedoelin is geweest- De regie was eohter weer lang nis wat Wagner eisohi; het is alsof Dil bern bezig ié terng te krabbelen niet meer zulke blgken van re§ seurstalent geeft als hij bij vorig opvoeringen te doen gewoon was. Intussohen was het geheel uitoi mend en wij danken het gezelsohi wederom esn zeer genoeglyken avon Bjj Chrispijn a. s. Vrijdag premiè: van „Bokkensprongen" (alweer e* Duitsohe kluohten „Ouders' episode in 2 tafreelen van SimoBB- Mees en Simons. B. A. B. dezelfde gemeente slechts éene teekeningea op tenten en kramen afdeeling vestigen. Verechillende geen gebrek. Maar wat bovenal relief kleine aan elkander grenzende ge- gaf aan dit pittoresk milien, dat wa- B. Pekelaar, kapiteinA. van Zan- het punt, waar hij de teekening ver ten, le offioier G. Grilk, 2e offioier;volgen moet. Merkwaardig is het te D. Datema, 3e officier; G. S. Hube-!zien hoeveel bedrevenheid in korten uitleggen en zonder er gras over net, 4e officierJ. van Ameijden,tijd deze artist reeds verkreeg, want laten groeien, gaf de koning de noa bootsman P. Moeken, timmerman het behoeft geen betocg, dat 't uiterstdige bevelen, een voetpad breeder J. Roeterdmk, kok; T. V esselman, moeilgk is, om bg die alterneerende maken, dat bem t-.t rijweg zou kl koksmaatD. Krevelen, hofmeester; patronen, bijtijds, d. w. z. vóórdat denen dienen. Men begrijpt. Sport en Wedtrijden Koning Menelik op de fiets, Koning Meaelik, die bijzonder va belang stelt in alles wat in Europ gebeurt en vooral in Frankrgk, gi eens aan een bekend Fransch inda trieel, die zich aan zgn hof bevom te kennen, dat hg gaarne eens e» rgwiel zou willen zien. De Fransol man bracht van zgn eerste bezot aan zgn vaderland een uitstoken staaltje vau de Fransohe rgwielii dustrie mee. Zjjne Majesteit en diens hovelingn waren verrukt over het sierlijke klein voertuig en lieten zioh alles haarfij ktu dat d zou kunnen overkomen, maar toen het reeds een uur over den tgi werd en wij nog niets van u bemerkten, begonnen wy tooh te geiooven, dat er iets niet in den haak was. Tante zond eenige mannen met lantaarns het land in om u te zoeken". „Het ergste, wat we verwachtte*, was dat ge onderweg eene flauwte hadt gekregen, maar ohet was zoe veel akeliger," en Aggie's stem begaf haar, terwgl zij haar gelaat, huiverend, met hare handen bedekte. „O, ik zal dat verschrikkelijk oogenblik nooit verge ten, toen gg bewusteloos en hevig bloedend uit eenen wond aan uw aobterhoofd, werdt thuisgebracht. We dachten allen, dat gij dood waart." „Arme, kleine Aggie" zeide Rnpert, terwgl hg hare hand even drukte. „Zoudt gij erg ongelukkig zgn ge weest." Zjj werd vuurrood maar gaf geen antwoord op zijne ▼raagen ging toen voort met vertellen. „Uwe kleerea waren gescheurd en modderig, gg zaagt er nit, alsof gij in eene hevige worsteling waart ge weest. Uw ho-loge was weg, uwe zakken geplunderd en binnenste buiten gekeerd. Kloarblgkeiijk waart gjj eerst half vermoord en toen bestolen maar de ellen delingen hebben tjjd genoeg gehad om te ontkomen en er is ook geen spoor van hen te ontdekken." „Zij sullen leeljjk op hunnen neus hebben gekeken, want ik geloof niet, dat ik veel van waarde bij mjj bad. Ik kan mjj niet meer berinneren, hoeveel geld ik in mjjnen zak hadmaar mijn horloge, dat altjjd uitste kend liep, was van een goedkoop soort zilver. Ik heb het eens in een seeplaatsje gekooht, en het kostte mjj vjjf en dertig shillings." „Kunt gjj u dat herinneren En weet gjj niets meer wat er op dien dag is gebeurd, hoe die mannen er uitzagen, hoeveel er waren en ook niet waarom gjj hier naar toe gingt." „Neen, in de verste verte niet. Dat horloge kooht ik verleden jaar. Ik kan mij herinneren dat ik in Mei te Londen ben geweest maar verder ook niets meer." „Herinnert gij u ook niet meer, dat de kneoht van lord Netnerville u eene boodschap voor ons meegaf?" „Neen, volstrekt niet." „Nu, toen uw neef met deD lateren trein kwam, ver keerde hg in een vreeselijken angst over u, want gij moet weten dat hij gelooide, dat gjj in zijne plaats waart aangerand, omdat bjj een parelsnoer van zeer groote waarde bij zich had." „Maar wat ter wereld deed Netherville met een pa relsnoer in zijn zak vroeg Carroll verrast. Agatha bloosde nog erger en keek voor zich. „Hij bracht het voor mij me Je," antwoorde zij ten laatste zachtjes. „Voor u? Waarom. Aggie? O, ik begrjjp het reeds. Zgt gij met Netherville geëngageerd „Ja, een poosje geleden was ik het nog maar nu niet meer. Ik heb ons engagement verbroken,' sta melde zij. „Wat verbroken I En waarom dan, in 's hemels naam Netherville is eene schitterende partij. Zoo, dus gjj en hij waart geëngageerdwel, dat is een nieuwtje voor meMaar, beste meid, gjj moet hem zoo maar niet afwjjtendat moet weer in orde komen tusechen u beiden. Ik zal er zóó lang op aanhouden» totdat allee weer in 't reine is; ik zal hem zelf sohrijven." „O, neen Rupert, doe dat als 't u blieft niet. Alles berustte op eene vergissing, en het ie nu voor goed uit tusschen ons.' j „Maar waarom was het dan eene vergissingGjj zoudt een uitetekend huweijjk doen waarom hebt gij dit engagement verbroken „Dat kan ik u niet zeggen m&ar vraag mjj. wat ik u bidden mag, nu niets meer. Ik weet, dat ik hem zeer sleoht heb behandeld, maar ik kan er niets aan doen. Het was mjj onmogeljjk zjjn vrouw te worden." Zjj kneep bare banden krampaohtig samen en soheen zeer bedroefd te zjjn. Rupert zag, dat dit onderwerp haar pijnljjk aandeed. „Gij vrouwen zijt wreede achepseis 1" zeide hij onge duldig, „gjj denkt er niet aan, of de man er onder zal l"den en misschien zijn hart gebroken is. Ik beken u eerljjk, dat ik u niet begrijp, Aggie," voegde hij haar streng en afkeurend toe. „Ik zou niet weten, waar gg eenen beteren man zoudt vinden?" „Dat verwacht ik ook niet. Ik wensch geene anderen man, want ik zal nooit trouwen," antwoordde zij haastig, bare oogen vulden zich met tranen, en zij keerde haar gelaat af, om het hem niet te laten bemerken. Q.Nonsens," antwoordde 'njj scherp. „En wat is er met het paarlsnoer, waardoor ik bjj na vermoord bea, gebeurd Hebt gij het gekregen „O, natuurlijk niet, Rupert I floe kunt gij veronder stellen, dat ik het nog zou willen hebben? Pk heb het hem dadeljjk teruggegeven." „Ik vind dat gij echandeljjk hebt gehandeld, om hem zoo zonder eenige reden af te wjjieu „Ik had wel eene reden," wederlegden zjj fluisterend. „Welke dan?" vroeg hij bevelend, en met de fan liariteit van eenen broeder. „Ik bemi ide hem niet," fluisterde zij met bijna oi hoorbare stem. „Bah", hernam hij minachtend en boos, „gij bai dit eerder, toen hij u ten huwelijk vroeg, moeten b< denken." Dat was alle troost, die Agatha van hem ontvin) Toen kwam juffrouw Carroll binnen en met een gt broken hart en ten zeerBte bedroefd door zijne koudi afkeurende woorden, verliet het jonge meisje de kam« toen hare pleegmoeder binnentrad. „Wat zou bjj wel van mij denken, als hij de wal reden £wi«t?" riep zij uit, toen zij alleen in de gau stond. „Wanneer hij wiet, dat het is omdat ik hei lietheb, hem alleen! Ik heb hem altijd liefgehad ei Netherville trok mjj een oogenblik aan, door zijne sp» kende gelijkenis met hem, maar toen Rupert bewusti loos en bloedend thuis werd gebracht, en ik hem do» waande, ja toen toen voelde ik eerst hoe lief i hem had eu dat zjjn neef nooit meer iets voor ffi kon zijn!" ff'o dl vervolg L

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2