'weede Editie.
nÉpaaAmiices.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
es Vrijdagavonds
te 10 uur.
FEUILLETON.
De familie Vaiigermont.
4e Jaargang.
Vrijdar 211 iiïes 1897,
No 42G0
mm ia
^LB02<OSrErMCEn<TTSFH,IJ"S:
Veer Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gcmSente), per 8 maanden„1.30
Franco door liet geheele Rijk, per 3 maandenJ 1.65
Afeonderlijke nummers0.Ö5
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per postO.BI1^
4» &r
Directeur-Uitgever
Van 1-5 regels 50 Cts.: iedere regel moer 10 Cts. Groote lettere naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14. Haarlem. Telefoonnummer 122.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het- Buitenland: Compagnie Générale de Publicilé Elrangcre G. L. DAG BE Go. JOHN F. JONES, Sitcc.. Parijs 31bis Faubourg Monlmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreflende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arroudissemen Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f0,75, elke regel meer.? 0,15; Reclames per regel f0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bloemendaal. Sandpoort en Schoten. P. v. d. RAADT. Band poortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tol; Spaarndam, C. HARTENDORP;
ZandvoortJ. ZWEMMER; Heide Velsen), J. OOSTERHOF; IJmuiden, TJADENBeverwijk, H. JUNGERIÉ, Koningstraat. Genoemden Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Tengevolge van den toevloed
a advertentien voor de Cou
nt, die Zaterdagsavonds ver
lij nt, is ondergeteekende ge-
odzaakt mede te doelen, dat
i plaatsing van advertentiën
n eenigen omvang, namelijk
ooter dan 20 regels,niet meer
a worden gewaarborgd,
Smeer deze des Zat.
irgens worden ingeleverd,
uiterste termijn van inzen-
ag is derhalve thans
De maatregel zal ook bevor-
arlijk zijn aan een goede plaat-
ng der annonces.
J. C. Peereboom,
jDirecteur- Uitgever.
IfiicÏEeJe Perichten.
SJurgemeester en Wethouders vai
arlem,
)ócn te weten, dat bij hunne bc-
jikking van 13 Mei ,jl. aan ,'J. Vetli
gunning is verleend tot oprichting
t eene rookerij in liet perceel aan
Groote Houtstraat no. 79, en aan
■Wed. J. Duijstcrs Zooii vergun-
ig is verleend tot plaatsing van eene
Dmmachine in de bestaande klee-
iwasseherjj in liet perceel aan dc
astordamsche Vaart no. 10.
[Haarlem, 18 Mei 1897.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
K HOR EEL.
'lij De Secretaris,
A. J. v. SLOOT EN,
Ij. S.
Politie!? verzicht.
Bekend is geworden de inbond van
nota der Tlirkséhe Poite in ant
"oord op et hemiddelingsvoorstel
ff mogemllied'i,. Daar Griekenland
ne belangen ;,a-l toevertrouwd aan
zorgen de mogendheden,
61 ïzeu opgedragen met de Porfce te
idcrhanaelen over de vredesvoor
waarden. I)e Porto wensehte echter
invankeliik liever met Griekenland
elf te onderhandelen, maar zal zich
in toch bij dezen wensch van Grie-
ïiiland neerleggen. In de nota der
'orte aan de Tnrksche gezanten in
ien vreemde wordt gezegd, dat de
jeering te Athene de medewerking
an de mogend]'eden had ingeroepen,
o de keizerlijke regeeiing tc ver-
3 oeken, de vijandelijkheden te sehoii
en, teneinde de grondslagen vaneen
rapenstilstand vast te stellen, en zoo
spoedig mogelijk aan te vangen met
de vredesonderhandelingen; de Turk-
sehe bevelhebbers ontvingen toen
telegrafisch den last, zicli met de be
velhebbers der Griekschc troepen te
verstaan over de gelijktijdige opschor
ting der vijandelijkheden.
Reuters vertegenwoordiger te Kon-
stantinopel heeft vernomen, dat ook
de Porto alhoewel zij de billijkheid
barer vredesvoorwaarden onbetwist
baar noemt—toch wel_ begrijpt, dat
de voorwaarden betreffende de oor
logsschatting en den afstand van
Thessalië wel wat veelomvattend zijn
en niet geheel gehandhaafd kunnen
worden, liet besef is al eon groote
stap naar den vrede. De turksche
regeeriiig houdt echter streng- vast
aan de afschaffing der capitulation.
De kennisgeving van den Turk
sche;; bevelhebber in Kpiuis (aan
kolonel .Manos) luidde..Op voor
waarde dat geen enkel soldaat uit
het Helleensche koninkrijk, onver
schillig van welk wapen, zich op
Turkscli grondgebied bevindt, nebben
wij in last, een wapenstilstand te
sluiten te land en ter zee. W.g. Joe-
soef, chef van den generaion staf."
De Griüksehe régoering seinde aan
den Grickschen bevelhebber inEpirus.
Wij machtigen u de vijandelijkheden
te staken, om over de voorwaarden
van den wapenstilstand te kunnen
onderhandelen."
Ton bewijze van de vredelievende
stemming, die nu over Zuid-Afrika
waait, lean dienen, dat de admiraal
van het cugelsche eskader, dat op het
oogenblik in de Delogoabaai ligt. de
leden van den Volksraad der Z. Afr.
Republiek uitgenoodigd heeft- een be
zoek aan dat eskader te brengen.
In Spanje staan de laatste dagen
de regeering en de oppositie fel tegen
over elkaar. Dé liberale oud-ministers
hebben Woensdag eene vergadering
gehouden, waarin Uagasta eene heftige
rede hield tegen de regeering en den
wapenstilstand voor gebroken ver
klaarde. De strijd zal zich verder
in dc Kamer voortzetten.
STADSNIEUWS.
eerste en derde Pagina.
Haarlem, 20 Mei 1897.
Maandag-namiddag 24 dezer zal de
heer J. W. F. Conrad, president der
Ned. Maats, ter- bevordering van Nij
verheid, bij gelegenheid van de jaar-
lijksche vergadering van den Raad
van Besuur van liet Koloniaal Mu
seum alhier, eene voordracht boliden
over het Suez-kanaal en Egypte.
Toegangsbewijzen worden gezonden
aan dc léden van liet dept. Haarlem
der Maats. t. b v. Nijverheid en zijn
op aanvrage bij den secretaris te ver
krijgen.
De voordracht heeft plaats in de
Rotonde van liet Paviljoen.
Plaatsing cp de kiezerslijst.
Reeds vroeger maakten wij melding
van het geval van een ingezetene, die
in li opgei* beroep was gekomen van
een beslissing, van 13. eii W., waarbij
zijne plaatsing op de kiezerslijst wei d
geweigerd. Weliswaar voldeed hij aan
alle vereischtcn bij de wet gesteld,
doch had niet gevolg gegeven aan de
door den Burgemeester op 6 Februari
1897 tot de ingezetenen dier gemeente j
gerichte uitnoodiging om, zoo zij in
eene andere gemeente over liet volle
laatst verloopcn dienstjaar in een der
Rijks-directe belastingen mochten zijn
aangeslagen, zich voor 16 Februari
1897 tot plaatsing op de kiezerslijst
aan te melden.
Intiisschen meende hij, dat die om
standigheid toch niets te kort doet
aan het feit, dat hij alle .Vereiselitcn
om kiezer te zijn bezit en mitsdien
gerechtigd is om ingevolge art. 8 op
de kiezerslijst voor te komen, wat
zeer zeker 'het. geval zou zijn, indien
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem met zijn aanslag door indie
ning, vóór 16 Februari van liet aan
slagbiljet bekend géworden waren;
dat in de wet geen enkele bepaling
voorkomt waaruit valt af te leiden,
dat de bedoeling van den wetgever
kon geweest zijn om den in art. 11,
12 en 13 genoemden termijn van 15
Februari als een fataleu termijn te
beschouwen
dat toch, ware dit zijn bedoeling
wel geweest, dc belangrijkheid der
zaak "mede brengt, Jat dc wetgever
zulks duidelijk had doen uitkomen
dan hoe het zij, met een niet uitge
sproken bedoeling, naar liet gevoelen
van ondergetcekcnde, geen rekening
kon gehouden worden, te minder wan
neer verschillende bepalingen der wet
voor een tegenover die bedoeling-
staande meening pleiten;
dat dan ook de in de artt. 11, 12
en 13 aan den Burgemeester opge
dragen taak veeleer als een admini
stratieve maatregel moet worden aan
gemerkt, die uit den aard der zaak
op de- krachtens andere artikelen
verkregen rechten geen inbreuk kan
maken;
dat de bewering, als zou de Bur
gemeester niet liet bij dc wet voorge
schreven administratief onderzoek
kunnen instel ien omtrent dc na 8 Maart
inkomende aangiften voor kiesrecht,
wanneer die aangiften moeten worden
aangenomen, omdat de termijn van 15
Februari niet als fataal zou mogen
worden aangonvrkt daargelaten
ia -g dat die bewering tot de gevraagde
wets-interpretatio zou voeren, om
ter wille van zich iudepraetijk zelfs
schijnbaar voordoende bezwaren, be-
paliugen in dc wet te lezen, die er
niet in voorkomen in geen geval
mag jjelden voor de doorxmdergetee-r
kende achterwege gekten aangifte
wijl zij niet krachtens de ant. 12 en
13 maar ingevolge art. 11 bad kunnen
geschieden, en dus met liet. onderzoek,
genoemd in art. 25 in geenerlei ver
band staat
dat verder ook art. 29 der kieswet
hem, die in strijd met de wet niet op
de kiezerslijst voorkomt, de bevoegd
heid verleent om verbetering of aan
vulling van dc kiezerslijst te vragen,
cn dus daarmede de mogelijkheid opent
om fouten ongeacht of die door
belanghebbenden aan wel door "Bur
gemeester en Wethouders zijn begaan
te herstellen
dat dan ook van het bij art. 29
toegekend rcclaraërecht volstrekt niet
is uitgesloten hij, die de weglating
van de lijst geheel aan zich zelveri te
wijten heeft.
De kantonrechter heeft, op het hoo-
ger beroep afwijzend beschikt cn daar
omtrent gewezen het volgende vonnis:
Gezien vorenstaand verzoekschrift,
alsmede een daarbij overgelegd ten
name van den verzoeker staand, vol
ledig gekweten, aanslagbiljet betref
fende oen te 's Gravenhage plaats
jehad hebbende aanslag in de perso-
neole belasting over het dienstjaar
1895—96
Overwegende dat feitelijk vaststaat,
dat de ro.questrant dc vereischtcn be
zit. om het kiesrecht uit te oefenen,
en dat hij niet op do, kiezerslijsten
is geplaatst, uitsluitend opgrond,dat
hij niet voor 15 Februari 11. heeft
voldaan aan de krachtens art. 11 der
kieswet door den Burgemeester van
Haarlem gedane uitnoodiging
Overwegende, dat mitsdien naar
aanleiding van het ingediend verzoek-
.chrift slechts valt te beslissen bf de
bedoelde termijn van 15 Februari is
fataal
Overwegende dienaangaande dat in
bet algemeen wettelijke voorschriften
betrekkelijk het in acht nemen van
termijnen zijn van openbare orde, en
dat hieraan niet bij de kieswet wordt
gederogeerd;
0 ver wegende, dat bovendien, indien
men in een enkel voorkomend geval
daarvan afweek, ér geen enkele grond
zou bestaan, om ook in andere geval
len, waar bij de wet liet in acht nemen
van termijnen is voorgeschreven, daar
van af te wijken, hetgeen eene be
hoorlijke uitvoering der wet zeer zou
bemoeilijken, zoo niet onmogelijk
maken
Overwegende, dat bepalingen van
openbare orde, niet het minst, waar
het. publiek recht geldt, naarjde letter
der wet moeten worden toegepast, cn
afwijking daarvan niet is geoorloofd;
Overwegende, dat mitsdien het G
mcentobestuur van Haarlem- terecht
heeft, beslist, dat de naam van reques-
traiit op de kiezerslijst niet kan wor
den geplaatst;
Gelet opart. 39 der kieswetwijzen
het verzoek van dc hand.
Museum Kunstnijverheid.
De boekerij verbonden aan het
Museum van Kunstnijverheid te
Haarlem.
Genoemde boekerij, alwaar boek
en plaatwerken, bet rekking hebbende
op de Kunstgeschiedenis en op de
kunst toegepast op het ambacht; kos-
teloos in bruikleen to verkrijgen zijn,
heeft onlangs eene aanzienlijke uit
breiding ondergaan.
De rubriek afbeeldingen, die in
doozen worden bewaard en op het
oogenblik circa 6000 cartons op de
verschillende af deelingen van het
kunstambacht 'betrekking hebbende,
bevat, werd naar een daartoe vrijge
komen lokaal overgebracht, waardoor
in de ruime en goed verlichte boekerij
zaal eene uitstekende gelegenheid
•ontstond, om de boek- en plaatwer
ken in oogenschouw te kunnen ne
men, waartoe eiken (lag der week,
uitgezonderd Zaterdag en Zondag van
9—12 uur gelegenheid bestaatbui
tendien worden door de directie boek
en plaatwerken naar alle plaatsen van
land kosteloos in bruikleen ver
zonden. Zoo werden liet vorige
jaar niet minder dan 2082 stuks naar
:)l.m. 98 verschillende plaatsen uitge
leend, terwijl het aantal verzonden
werken der eerste drie maanden over
1897 679 bedroeg.
Wel een bewijs dat deze afdeeling
van het. Museum voor studeorehden
cn voor beoefenaars van het kunst
ambacht nuttige diensten bewijst,
De catalogus met reglement wordt
op aauvraage door den heer E. von
Eaher conservator van liet. Museum
van Kunstnijverheid na ontvangst
van 20 cent in postzegels franco toe
gezonden.
Wij lezen in een der haarlemsclie
bladen, dat de verlichting door elec-
triciteit van het blok winkelhuizen,
begrensd door Groote Houtstraat,
Paarlaarsteeg, Koningstraat en Gr
Markt, vastcren vorm zou aannemen
en dat, naar het schijnt, reeds een
terrein voor opstal der machine is
gevonden.
Deze mededeeling is onjuist, De
zaak dreigt juist af te stuiten op de
moeilijkheid, om in dit blok dicht
aanoengebouwde woningen een ter
reintje te vinden, waarop het centraal
station kan worden gebouwd en tot
dusver is men dan ook daarin niet
geslaagd.
Aanbesteding.
Vanwege het Ministerie van Water
staat, Handel en Nijverheid werd lie
den aan hot gebouw van liet Prov.
bestuur alhier aanbesteed
le. Het maken ccner kleibeklceding
op het terrein bezuiden de nieuwe
schutsluis tc IJmuiden behoorende tot
de uitbreiding der sluis- en haven
werken aldaar.
Raming f 4650.
Hiervoor kwamen 8 inschrijvings-
biljetten in waarvan dat van G. Vis
ser Gz. tc IJmuiden het laagst, voor
f3790.
2e. Het vernieuwen van bestratin
gen op den Rijksweg van Amsterdam,
naar de grensscheiding met de provin
cie Utrecht, onder Laren, met bijbe-
i hoorende werken.
Raming f3000.
Van de 4 hiervoor ingekomen bil
jetten was het laagst, dat van J. van
den Berg te Amersfoort voor f3045.
3c. Het. verlengen van plankieren
in de haven van Wielingen, provincie
Noordholland.
Raming f2600.
Van dc 6 inschrijvingen was dat
van N. J. Poel te Wieringen het
laagst voor f 2360.
BSHNIENLAND.
Parlementaire praatjes.
De discussie over liet Eems-tractaat
in de Eerste Kamer was vrij
wel een herhaling van die in de Twee
de, waar toch dc lieer Brantsen van
de Zijp bij (1e bestrijding nadruk
legde aan de vele verplichtingen, die
wij op ons namen, terwijl de grootste
belangen aan Duitsche zijde waren.
De hoeren Rahusen cn Roëll, min.
van Buitcnl. Zaken, namen het trac-
taat op grond onzer gemeenschappe
lijke belangen in bescherming en dc
wet werd met 40 tegen 1 stem, die
van den heer Brant.sen, aangenomen.
Het is dc gewoonte, een oud-parle
mentair gebruik, dat de Eerste Kamer
van tijd tot tijd een wet verwerpt.
Bedriegen dc voorteekenen niet,
dan zal dit ditmaal het geval zijn
met de wet tot nadere regeling van
het recht van successie.
De oppositie daartegen was bepaald
fel te noemen. Zij richtte zich l>\j
monde van de hceren Pij Is en van
den Biescn speciaal tegen het hooge
overgangsrecht voor goederen van
vreemdelingen waarvan daling dor
grondprijzen het overwegend bezwaar
lijk gevolg wordt geacht. Doch deze
bepaling "kon ook geen bescherming
vinden bij den heer van 1 fier, anders
de wet niet ongezind, zoodat hij den
Min. zelfs een novelle in overweging
gaf om in elk geval te waken tegen
opdrijving der opcenten.
De quaestie van liet recht is hij
deze wet een uiterst moeilijke, voor
i leeken niet gemakkelijk tc volgen I
De fiscus krijgt een 'aantal middelen
in handen om ontduiking tegen te
gaan. En met erkenning van dit recht
van den Staat wezen 'toch de hceren
van Zinnieq Bergman, Rahusen cn
Kist op het vcxatoire van verschil
lende maatregelen. Zij vonden voel
onbillijks, veel onrechtvaardigs daarin,
strijd ook met do bjj het burgerlij k recht
verleende vrijheid van beschikking
over den eigendom. Maar het waren
de hceren van Lier cn dc oud-
hoogleeraar in het recht van Bo-
neval Faure, (lie aantoonden, dat de
eerlijke aangever weinig last zou on
dervinden van de te nemen maatre
gelen. Tegen onrechtvaardige eischen
van den "fiscus stonden den eerlijken
aangever middelen van verweer open.
In waarheid werd aan de beginselen
van het burgerlijk recht niets te kort
gedaan. En dan zeidc de lieer
Faure de fiscale wet. mag do bur
gerlijke vryhoid wel een beetje belem
meren in het belang van den Staat.
De discussie kwam niet af.
Zal de Kamer de wet verwerpen
Zoo ja, zeido waarschuwend de heer
Faure, dan hebben de belastLngbeta-
lers uit de behandeling een bandlei
ding voor ontduikingen.
We zullen zien of dit eigenaardige
argument effect heeft. G. Jr.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Benoemd tot kantonrechter-plaats-
vervanger in hot kanton Harderwijk
G. ten Brnggencato, ontvanger der
registratie en domeinen te Harderwijk;
tot rechter in de arrondissements
rechtbank te Zicriksee mr. L. .1. A.
van Lidth de Jende, thans substituut-
griffier bij de arrondissemehts-recht-
baiik te Amsterdam.
HOOFDSTUK XIH.
Confrontatie.."
Man goed zedelijk gedrag. Zuinig. Bracht gewoon-
zijn overgelegd gold op do spaarbank. Bier is zijn
gewone drank, maar hij bedrinkt zich nooit. Niet twist
ziek, maar droefgeestig, en eenzelvig van aard. Houdt
omgang meteen meisje, Grietje Roossens genaamd, die
in de faubourg Saint-Sauveur tc Gent woont."
Zeker kou men zieli dus geen trouwer en nauwge
zetter karakter voorstellen dan dat van Hermann. Zijn
persoon was duidelijk uit anderen te herkennen. Hij
*as zwaar gebouwd en eenigszins gezet, bad een
ffooten Duitscben kop. met een paar goedige, grijze
oogenzijn blond haar was kort afgeknipt, hij sprak met
een Duitseh accent en bad langzame manieren.
Toen hij voor de rechters verscheen, was hij geheel
in het zwart gekleed, met een witte das om den hals,
Waarop een gouden speldje, in den vorm van een hoef
ijzer, stak.
Hij voelde zich, naar hot scheen, niet erg op zijn
gemak.
Hij ontroerde lievig, toen zijn blik dien van Francis
Vaiigormont ontmoette, die hém mot een woomocdigen
glimlach aanzag.
Hermann word vuurrood, sloot een oogenblik do oogen
en huiverde.
Dokter Borg sloeg hem met eene zekere ongerustheid
gade.
„Maak u niet beangst, mijn jongen," zeide de lieer
Frey de Ia Freydière op goedmöedigen toon.Men heeft
ons'de beste getuigschriften van u getoond. Gij beet
Hermann Spitzer, zijt uit Baden afkomstig en dient
sedert vijftien jaar bij de familie Vaugcrmont, niet
waar
De getuige antwoordde door bevestigend met het
hoofd te knikken. Zijn keel was ais toegcscbroofd.
Op bevel van den rechter poogde liij tc spreken en
bracht ten laatste uit:
„Ja, mijnheer."
„Gij waart zeer gehecht aan uwe meestersGij
hieldt van henUw dienst was niet zwaar... Men
maakte het u niet lastig...."
Bij eiken zin bewoog Hermann het hoofd, terwijl Lij
den rechter soms met eene komieke uitdrukking in het
gelaat aanzag.
„Gij waart zeker erg bedroefd over den verschrikke-
1 ijken dood van die arme mènschen?"
Hermann stak zijn band in den zak, bracht zijn zak
doek aan de oogen en begon hardop te snikken.
„Arme jongen!" hernam de rechter vriendelijk.
„Droog uwe tranen, vriendje. Wij zullen u later in
liet verhoor nemenoverigens
Hermann trok eenigszins ruw den zakdoek voor zijn
gezicht weg. Zijne oogen fonkelden met een somberen
gloed. Hij wilde sproken, maar de lieer de la Freydière
vervolgde
„Ecnc vraag wil ik u tocli stellen. Gij waart gewoon
eiken avond een glas orangeade voor Mevrouw Vauger-
mont te bereiden. Maar gebeurde liet wel. dat gij er
nog iets anders door moest doen? Eenigc druppels
laurierkerswater, chloral of zoo ieis dergelijks?"
„Nooit, mijnbeer."
„En gij alleen waart hiermede belast?"
„Wanneer mynheer Francis, of mijnheer Pierre of
wei juffrouw Alice over waren, dan stelde mevrouw er
prijs op, door haar zoon of kleinkinderen bediend te
worden. Bij zoo'n gelegenheid betwistten zij dikwijls
elkander het voorrecht haar dit kleine genoegen aan
tc doen. Omynheer, ik heb nooit eene familie ont
moet, die zóó eensgezind leefde en elkander zóó hartelijk
liefhad."
„De heer Francis heeft dus eergisteren volgens zijne
gewoonte de orangeade bereid
Zonder aarzelen antwoordde Hermann OümiddcByk
„Ja, mijnheer."
Yaugerraont schudde ontkennend met het hoofd.
„Gij vergist u, Hermann," zeidc hij kalm. „Herinner
u nog eens" goed. Ik was met vader en moeder in ge
sprek mijne moeder bemerkte dat gij luisterdet en
zond u de kamer uit om haar gelief koosden drank klaar
te maken. Het staat mij allés nog duidelijk voor den
geest."
„Neen, mijnheer, het spijt mij wel, dat ik u moot
tegenspreken, maar gij vergist, u antwoordde Her
mann op vasten toon. „Ik zou ook niet weten welk
belang ik er bij zou hebben om onwaarheid te spreken.
Maar ik weet zeker, hécl zeker dat ik liet glas van
mevrouw, de karaf ijswatei' cn het fleschjc stroop bin
nen heb gebracht. En daarna hob ik mijnheer de oran
geade zien klaar maken, waarna hij het glas zelve in
de kamer van mevrouw bracht."
„Dat is categorischzeide de heer de la Freydière
zich tof Francis wendende. „Of kunt gij bewijzen dat
die verklaringen van Hermann valsch zijn
„N een. Ik kan me vergist hebben die verschrikke
lijke gebeurtenissen hebben wellicht mijn geheugen in
(ie war gebracht. Die man liegt niet. Wat zou'hij er
voor voordeel hij hebben
„Neem u in achtgij bekent een feit van groot ge
wicht
„Welnu! mijnheer, wat moet ik doen? Heeft men
vergif in het glas gedaan? Waarom legt gij zooveel
nadruk op deze kleinigheid?' Ik beken niéts maar ver
klaar alleen, dat mijn geheugen niet zoo heel goed is.
T.k beantwoord die vraag onder voorbehoud."
„Het. is goedhernam de rechter op verwaanden
toon.
Hij ging naar den procureur-generaal toe, die dit
verhoor by had gewoond, zonder er zich in te mengen.
De twee magistraten hielden op gedempten toon een
lang gesprek met elkaar, riepen toen den lieer Delp,
waarop deze drie zich zoover mogelijk van dc overige
aanwezigen verwijderden. De griffier las onderwijl zyne
aantoekoningen nog eens na, terwijl de heer Courtois
in den grooten leuningstoel zat tc dommelen.