'weede Editie. nÉpaaAmiices. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. es Vrijdagavonds te 10 uur. FEUILLETON. De familie Vaiigermont. 4e Jaargang. Vrijdar 211 iiïes 1897, No 42G0 mm ia ^LB02<OSrErMCEn<TTSFH,IJ"S: Veer Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gcmSente), per 8 maanden„1.30 Franco door liet geheele Rijk, per 3 maandenJ 1.65 Afeonderlijke nummers0.Ö5 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per postO.BI1^ 4» &r Directeur-Uitgever Van 1-5 regels 50 Cts.: iedere regel moer 10 Cts. Groote lettere naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14. Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het- Buitenland: Compagnie Générale de Publicilé Elrangcre G. L. DAG BE Go. JOHN F. JONES, Sitcc.. Parijs 31bis Faubourg Monlmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreflende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arroudissemen Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f0,75, elke regel meer.? 0,15; Reclames per regel f0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bloemendaal. Sandpoort en Schoten. P. v. d. RAADT. Band poortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tol; Spaarndam, C. HARTENDORP; ZandvoortJ. ZWEMMER; Heide Velsen), J. OOSTERHOF; IJmuiden, TJADENBeverwijk, H. JUNGERIÉ, Koningstraat. Genoemden Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Tengevolge van den toevloed a advertentien voor de Cou nt, die Zaterdagsavonds ver lij nt, is ondergeteekende ge- odzaakt mede te doelen, dat i plaatsing van advertentiën n eenigen omvang, namelijk ooter dan 20 regels,niet meer a worden gewaarborgd, Smeer deze des Zat. irgens worden ingeleverd, uiterste termijn van inzen- ag is derhalve thans De maatregel zal ook bevor- arlijk zijn aan een goede plaat- ng der annonces. J. C. Peereboom, jDirecteur- Uitgever. IfiicÏEeJe Perichten. SJurgemeester en Wethouders vai arlem, )ócn te weten, dat bij hunne bc- jikking van 13 Mei ,jl. aan ,'J. Vetli gunning is verleend tot oprichting t eene rookerij in liet perceel aan Groote Houtstraat no. 79, en aan ■Wed. J. Duijstcrs Zooii vergun- ig is verleend tot plaatsing van eene Dmmachine in de bestaande klee- iwasseherjj in liet perceel aan dc astordamsche Vaart no. 10. [Haarlem, 18 Mei 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd K HOR EEL. 'lij De Secretaris, A. J. v. SLOOT EN, Ij. S. Politie!? verzicht. Bekend is geworden de inbond van nota der Tlirkséhe Poite in ant "oord op et hemiddelingsvoorstel ff mogemllied'i,. Daar Griekenland ne belangen ;,a-l toevertrouwd aan zorgen de mogendheden, 61 ïzeu opgedragen met de Porfce te idcrhanaelen over de vredesvoor waarden. I)e Porto wensehte echter invankeliik liever met Griekenland elf te onderhandelen, maar zal zich in toch bij dezen wensch van Grie- ïiiland neerleggen. In de nota der 'orte aan de Tnrksche gezanten in ien vreemde wordt gezegd, dat de jeering te Athene de medewerking an de mogend]'eden had ingeroepen, o de keizerlijke regeeiing tc ver- 3 oeken, de vijandelijkheden te sehoii en, teneinde de grondslagen vaneen rapenstilstand vast te stellen, en zoo spoedig mogelijk aan te vangen met de vredesonderhandelingen; de Turk- sehe bevelhebbers ontvingen toen telegrafisch den last, zicli met de be velhebbers der Griekschc troepen te verstaan over de gelijktijdige opschor ting der vijandelijkheden. Reuters vertegenwoordiger te Kon- stantinopel heeft vernomen, dat ook de Porto alhoewel zij de billijkheid barer vredesvoorwaarden onbetwist baar noemt—toch wel_ begrijpt, dat de voorwaarden betreffende de oor logsschatting en den afstand van Thessalië wel wat veelomvattend zijn en niet geheel gehandhaafd kunnen worden, liet besef is al eon groote stap naar den vrede. De turksche regeeriiig houdt echter streng- vast aan de afschaffing der capitulation. De kennisgeving van den Turk sche;; bevelhebber in Kpiuis (aan kolonel .Manos) luidde..Op voor waarde dat geen enkel soldaat uit het Helleensche koninkrijk, onver schillig van welk wapen, zich op Turkscli grondgebied bevindt, nebben wij in last, een wapenstilstand te sluiten te land en ter zee. W.g. Joe- soef, chef van den generaion staf." De Griüksehe régoering seinde aan den Grickschen bevelhebber inEpirus. Wij machtigen u de vijandelijkheden te staken, om over de voorwaarden van den wapenstilstand te kunnen onderhandelen." Ton bewijze van de vredelievende stemming, die nu over Zuid-Afrika waait, lean dienen, dat de admiraal van het cugelsche eskader, dat op het oogenblik in de Delogoabaai ligt. de leden van den Volksraad der Z. Afr. Republiek uitgenoodigd heeft- een be zoek aan dat eskader te brengen. In Spanje staan de laatste dagen de regeering en de oppositie fel tegen over elkaar. Dé liberale oud-ministers hebben Woensdag eene vergadering gehouden, waarin Uagasta eene heftige rede hield tegen de regeering en den wapenstilstand voor gebroken ver klaarde. De strijd zal zich verder in dc Kamer voortzetten. STADSNIEUWS. eerste en derde Pagina. Haarlem, 20 Mei 1897. Maandag-namiddag 24 dezer zal de heer J. W. F. Conrad, president der Ned. Maats, ter- bevordering van Nij verheid, bij gelegenheid van de jaar- lijksche vergadering van den Raad van Besuur van liet Koloniaal Mu seum alhier, eene voordracht boliden over het Suez-kanaal en Egypte. Toegangsbewijzen worden gezonden aan dc léden van liet dept. Haarlem der Maats. t. b v. Nijverheid en zijn op aanvrage bij den secretaris te ver krijgen. De voordracht heeft plaats in de Rotonde van liet Paviljoen. Plaatsing cp de kiezerslijst. Reeds vroeger maakten wij melding van het geval van een ingezetene, die in li opgei* beroep was gekomen van een beslissing, van 13. eii W., waarbij zijne plaatsing op de kiezerslijst wei d geweigerd. Weliswaar voldeed hij aan alle vereischtcn bij de wet gesteld, doch had niet gevolg gegeven aan de door den Burgemeester op 6 Februari 1897 tot de ingezetenen dier gemeente j gerichte uitnoodiging om, zoo zij in eene andere gemeente over liet volle laatst verloopcn dienstjaar in een der Rijks-directe belastingen mochten zijn aangeslagen, zich voor 16 Februari 1897 tot plaatsing op de kiezerslijst aan te melden. Intiisschen meende hij, dat die om standigheid toch niets te kort doet aan het feit, dat hij alle .Vereiselitcn om kiezer te zijn bezit en mitsdien gerechtigd is om ingevolge art. 8 op de kiezerslijst voor te komen, wat zeer zeker 'het. geval zou zijn, indien Burgemeester en Wethouders van Haarlem met zijn aanslag door indie ning, vóór 16 Februari van liet aan slagbiljet bekend géworden waren; dat in de wet geen enkele bepaling voorkomt waaruit valt af te leiden, dat de bedoeling van den wetgever kon geweest zijn om den in art. 11, 12 en 13 genoemden termijn van 15 Februari als een fataleu termijn te beschouwen dat toch, ware dit zijn bedoeling wel geweest, dc belangrijkheid der zaak "mede brengt, Jat dc wetgever zulks duidelijk had doen uitkomen dan hoe het zij, met een niet uitge sproken bedoeling, naar liet gevoelen van ondergetcekcnde, geen rekening kon gehouden worden, te minder wan neer verschillende bepalingen der wet voor een tegenover die bedoeling- staande meening pleiten; dat dan ook de in de artt. 11, 12 en 13 aan den Burgemeester opge dragen taak veeleer als een admini stratieve maatregel moet worden aan gemerkt, die uit den aard der zaak op de- krachtens andere artikelen verkregen rechten geen inbreuk kan maken; dat de bewering, als zou de Bur gemeester niet liet bij dc wet voorge schreven administratief onderzoek kunnen instel ien omtrent dc na 8 Maart inkomende aangiften voor kiesrecht, wanneer die aangiften moeten worden aangenomen, omdat de termijn van 15 Februari niet als fataal zou mogen worden aangonvrkt daargelaten ia -g dat die bewering tot de gevraagde wets-interpretatio zou voeren, om ter wille van zich iudepraetijk zelfs schijnbaar voordoende bezwaren, be- paliugen in dc wet te lezen, die er niet in voorkomen in geen geval mag jjelden voor de doorxmdergetee-r kende achterwege gekten aangifte wijl zij niet krachtens de ant. 12 en 13 maar ingevolge art. 11 bad kunnen geschieden, en dus met liet. onderzoek, genoemd in art. 25 in geenerlei ver band staat dat verder ook art. 29 der kieswet hem, die in strijd met de wet niet op de kiezerslijst voorkomt, de bevoegd heid verleent om verbetering of aan vulling van dc kiezerslijst te vragen, cn dus daarmede de mogelijkheid opent om fouten ongeacht of die door belanghebbenden aan wel door "Bur gemeester en Wethouders zijn begaan te herstellen dat dan ook van het bij art. 29 toegekend rcclaraërecht volstrekt niet is uitgesloten hij, die de weglating van de lijst geheel aan zich zelveri te wijten heeft. De kantonrechter heeft, op het hoo- ger beroep afwijzend beschikt cn daar omtrent gewezen het volgende vonnis: Gezien vorenstaand verzoekschrift, alsmede een daarbij overgelegd ten name van den verzoeker staand, vol ledig gekweten, aanslagbiljet betref fende oen te 's Gravenhage plaats jehad hebbende aanslag in de perso- neole belasting over het dienstjaar 1895—96 Overwegende dat feitelijk vaststaat, dat de ro.questrant dc vereischtcn be zit. om het kiesrecht uit te oefenen, en dat hij niet op do, kiezerslijsten is geplaatst, uitsluitend opgrond,dat hij niet voor 15 Februari 11. heeft voldaan aan de krachtens art. 11 der kieswet door den Burgemeester van Haarlem gedane uitnoodiging Overwegende, dat mitsdien naar aanleiding van het ingediend verzoek- .chrift slechts valt te beslissen bf de bedoelde termijn van 15 Februari is fataal Overwegende dienaangaande dat in bet algemeen wettelijke voorschriften betrekkelijk het in acht nemen van termijnen zijn van openbare orde, en dat hieraan niet bij de kieswet wordt gederogeerd; 0 ver wegende, dat bovendien, indien men in een enkel voorkomend geval daarvan afweek, ér geen enkele grond zou bestaan, om ook in andere geval len, waar bij de wet liet in acht nemen van termijnen is voorgeschreven, daar van af te wijken, hetgeen eene be hoorlijke uitvoering der wet zeer zou bemoeilijken, zoo niet onmogelijk maken Overwegende, dat bepalingen van openbare orde, niet het minst, waar het. publiek recht geldt, naarjde letter der wet moeten worden toegepast, cn afwijking daarvan niet is geoorloofd; Overwegende, dat mitsdien het G mcentobestuur van Haarlem- terecht heeft, beslist, dat de naam van reques- traiit op de kiezerslijst niet kan wor den geplaatst; Gelet opart. 39 der kieswetwijzen het verzoek van dc hand. Museum Kunstnijverheid. De boekerij verbonden aan het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem. Genoemde boekerij, alwaar boek en plaatwerken, bet rekking hebbende op de Kunstgeschiedenis en op de kunst toegepast op het ambacht; kos- teloos in bruikleen to verkrijgen zijn, heeft onlangs eene aanzienlijke uit breiding ondergaan. De rubriek afbeeldingen, die in doozen worden bewaard en op het oogenblik circa 6000 cartons op de verschillende af deelingen van het kunstambacht 'betrekking hebbende, bevat, werd naar een daartoe vrijge komen lokaal overgebracht, waardoor in de ruime en goed verlichte boekerij zaal eene uitstekende gelegenheid •ontstond, om de boek- en plaatwer ken in oogenschouw te kunnen ne men, waartoe eiken (lag der week, uitgezonderd Zaterdag en Zondag van 9—12 uur gelegenheid bestaatbui tendien worden door de directie boek en plaatwerken naar alle plaatsen van land kosteloos in bruikleen ver zonden. Zoo werden liet vorige jaar niet minder dan 2082 stuks naar :)l.m. 98 verschillende plaatsen uitge leend, terwijl het aantal verzonden werken der eerste drie maanden over 1897 679 bedroeg. Wel een bewijs dat deze afdeeling van het. Museum voor studeorehden cn voor beoefenaars van het kunst ambacht nuttige diensten bewijst, De catalogus met reglement wordt op aauvraage door den heer E. von Eaher conservator van liet. Museum van Kunstnijverheid na ontvangst van 20 cent in postzegels franco toe gezonden. Wij lezen in een der haarlemsclie bladen, dat de verlichting door elec- triciteit van het blok winkelhuizen, begrensd door Groote Houtstraat, Paarlaarsteeg, Koningstraat en Gr Markt, vastcren vorm zou aannemen en dat, naar het schijnt, reeds een terrein voor opstal der machine is gevonden. Deze mededeeling is onjuist, De zaak dreigt juist af te stuiten op de moeilijkheid, om in dit blok dicht aanoengebouwde woningen een ter reintje te vinden, waarop het centraal station kan worden gebouwd en tot dusver is men dan ook daarin niet geslaagd. Aanbesteding. Vanwege het Ministerie van Water staat, Handel en Nijverheid werd lie den aan hot gebouw van liet Prov. bestuur alhier aanbesteed le. Het maken ccner kleibeklceding op het terrein bezuiden de nieuwe schutsluis tc IJmuiden behoorende tot de uitbreiding der sluis- en haven werken aldaar. Raming f 4650. Hiervoor kwamen 8 inschrijvings- biljetten in waarvan dat van G. Vis ser Gz. tc IJmuiden het laagst, voor f3790. 2e. Het vernieuwen van bestratin gen op den Rijksweg van Amsterdam, naar de grensscheiding met de provin cie Utrecht, onder Laren, met bijbe- i hoorende werken. Raming f3000. Van de 4 hiervoor ingekomen bil jetten was het laagst, dat van J. van den Berg te Amersfoort voor f3045. 3c. Het. verlengen van plankieren in de haven van Wielingen, provincie Noordholland. Raming f2600. Van dc 6 inschrijvingen was dat van N. J. Poel te Wieringen het laagst voor f 2360. BSHNIENLAND. Parlementaire praatjes. De discussie over liet Eems-tractaat in de Eerste Kamer was vrij wel een herhaling van die in de Twee de, waar toch dc lieer Brantsen van de Zijp bij (1e bestrijding nadruk legde aan de vele verplichtingen, die wij op ons namen, terwijl de grootste belangen aan Duitsche zijde waren. De hoeren Rahusen cn Roëll, min. van Buitcnl. Zaken, namen het trac- taat op grond onzer gemeenschappe lijke belangen in bescherming en dc wet werd met 40 tegen 1 stem, die van den heer Brant.sen, aangenomen. Het is dc gewoonte, een oud-parle mentair gebruik, dat de Eerste Kamer van tijd tot tijd een wet verwerpt. Bedriegen dc voorteekenen niet, dan zal dit ditmaal het geval zijn met de wet tot nadere regeling van het recht van successie. De oppositie daartegen was bepaald fel te noemen. Zij richtte zich l>\j monde van de hceren Pij Is en van den Biescn speciaal tegen het hooge overgangsrecht voor goederen van vreemdelingen waarvan daling dor grondprijzen het overwegend bezwaar lijk gevolg wordt geacht. Doch deze bepaling "kon ook geen bescherming vinden bij den heer van 1 fier, anders de wet niet ongezind, zoodat hij den Min. zelfs een novelle in overweging gaf om in elk geval te waken tegen opdrijving der opcenten. De quaestie van liet recht is hij deze wet een uiterst moeilijke, voor i leeken niet gemakkelijk tc volgen I De fiscus krijgt een 'aantal middelen in handen om ontduiking tegen te gaan. En met erkenning van dit recht van den Staat wezen 'toch de hceren van Zinnieq Bergman, Rahusen cn Kist op het vcxatoire van verschil lende maatregelen. Zij vonden voel onbillijks, veel onrechtvaardigs daarin, strijd ook met do bjj het burgerlij k recht verleende vrijheid van beschikking over den eigendom. Maar het waren de hceren van Lier cn dc oud- hoogleeraar in het recht van Bo- neval Faure, (lie aantoonden, dat de eerlijke aangever weinig last zou on dervinden van de te nemen maatre gelen. Tegen onrechtvaardige eischen van den "fiscus stonden den eerlijken aangever middelen van verweer open. In waarheid werd aan de beginselen van het burgerlijk recht niets te kort gedaan. En dan zeidc de lieer Faure de fiscale wet. mag do bur gerlijke vryhoid wel een beetje belem meren in het belang van den Staat. De discussie kwam niet af. Zal de Kamer de wet verwerpen Zoo ja, zeido waarschuwend de heer Faure, dan hebben de belastLngbeta- lers uit de behandeling een bandlei ding voor ontduikingen. We zullen zien of dit eigenaardige argument effect heeft. G. Jr. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd tot kantonrechter-plaats- vervanger in hot kanton Harderwijk G. ten Brnggencato, ontvanger der registratie en domeinen te Harderwijk; tot rechter in de arrondissements rechtbank te Zicriksee mr. L. .1. A. van Lidth de Jende, thans substituut- griffier bij de arrondissemehts-recht- baiik te Amsterdam. HOOFDSTUK XIH. Confrontatie.." Man goed zedelijk gedrag. Zuinig. Bracht gewoon- zijn overgelegd gold op do spaarbank. Bier is zijn gewone drank, maar hij bedrinkt zich nooit. Niet twist ziek, maar droefgeestig, en eenzelvig van aard. Houdt omgang meteen meisje, Grietje Roossens genaamd, die in de faubourg Saint-Sauveur tc Gent woont." Zeker kou men zieli dus geen trouwer en nauwge zetter karakter voorstellen dan dat van Hermann. Zijn persoon was duidelijk uit anderen te herkennen. Hij *as zwaar gebouwd en eenigszins gezet, bad een ffooten Duitscben kop. met een paar goedige, grijze oogenzijn blond haar was kort afgeknipt, hij sprak met een Duitseh accent en bad langzame manieren. Toen hij voor de rechters verscheen, was hij geheel in het zwart gekleed, met een witte das om den hals, Waarop een gouden speldje, in den vorm van een hoef ijzer, stak. Hij voelde zich, naar hot scheen, niet erg op zijn gemak. Hij ontroerde lievig, toen zijn blik dien van Francis Vaiigormont ontmoette, die hém mot een woomocdigen glimlach aanzag. Hermann word vuurrood, sloot een oogenblik do oogen en huiverde. Dokter Borg sloeg hem met eene zekere ongerustheid gade. „Maak u niet beangst, mijn jongen," zeide de lieer Frey de Ia Freydière op goedmöedigen toon.Men heeft ons'de beste getuigschriften van u getoond. Gij beet Hermann Spitzer, zijt uit Baden afkomstig en dient sedert vijftien jaar bij de familie Vaugcrmont, niet waar De getuige antwoordde door bevestigend met het hoofd te knikken. Zijn keel was ais toegcscbroofd. Op bevel van den rechter poogde liij tc spreken en bracht ten laatste uit: „Ja, mijnheer." „Gij waart zeer gehecht aan uwe meestersGij hieldt van henUw dienst was niet zwaar... Men maakte het u niet lastig...." Bij eiken zin bewoog Hermann het hoofd, terwijl Lij den rechter soms met eene komieke uitdrukking in het gelaat aanzag. „Gij waart zeker erg bedroefd over den verschrikke- 1 ijken dood van die arme mènschen?" Hermann stak zijn band in den zak, bracht zijn zak doek aan de oogen en begon hardop te snikken. „Arme jongen!" hernam de rechter vriendelijk. „Droog uwe tranen, vriendje. Wij zullen u later in liet verhoor nemenoverigens Hermann trok eenigszins ruw den zakdoek voor zijn gezicht weg. Zijne oogen fonkelden met een somberen gloed. Hij wilde sproken, maar de lieer de la Freydière vervolgde „Ecnc vraag wil ik u tocli stellen. Gij waart gewoon eiken avond een glas orangeade voor Mevrouw Vauger- mont te bereiden. Maar gebeurde liet wel. dat gij er nog iets anders door moest doen? Eenigc druppels laurierkerswater, chloral of zoo ieis dergelijks?" „Nooit, mijnbeer." „En gij alleen waart hiermede belast?" „Wanneer mynheer Francis, of mijnheer Pierre of wei juffrouw Alice over waren, dan stelde mevrouw er prijs op, door haar zoon of kleinkinderen bediend te worden. Bij zoo'n gelegenheid betwistten zij dikwijls elkander het voorrecht haar dit kleine genoegen aan tc doen. Omynheer, ik heb nooit eene familie ont moet, die zóó eensgezind leefde en elkander zóó hartelijk liefhad." „De heer Francis heeft dus eergisteren volgens zijne gewoonte de orangeade bereid Zonder aarzelen antwoordde Hermann OümiddcByk „Ja, mijnheer." Yaugerraont schudde ontkennend met het hoofd. „Gij vergist u, Hermann," zeidc hij kalm. „Herinner u nog eens" goed. Ik was met vader en moeder in ge sprek mijne moeder bemerkte dat gij luisterdet en zond u de kamer uit om haar gelief koosden drank klaar te maken. Het staat mij allés nog duidelijk voor den geest." „Neen, mijnheer, het spijt mij wel, dat ik u moot tegenspreken, maar gij vergist, u antwoordde Her mann op vasten toon. „Ik zou ook niet weten welk belang ik er bij zou hebben om onwaarheid te spreken. Maar ik weet zeker, hécl zeker dat ik liet glas van mevrouw, de karaf ijswatei' cn het fleschjc stroop bin nen heb gebracht. En daarna hob ik mijnheer de oran geade zien klaar maken, waarna hij het glas zelve in de kamer van mevrouw bracht." „Dat is categorischzeide de heer de la Freydière zich tof Francis wendende. „Of kunt gij bewijzen dat die verklaringen van Hermann valsch zijn „N een. Ik kan me vergist hebben die verschrikke lijke gebeurtenissen hebben wellicht mijn geheugen in (ie war gebracht. Die man liegt niet. Wat zou'hij er voor voordeel hij hebben „Neem u in achtgij bekent een feit van groot ge wicht „Welnu! mijnheer, wat moet ik doen? Heeft men vergif in het glas gedaan? Waarom legt gij zooveel nadruk op deze kleinigheid?' Ik beken niéts maar ver klaar alleen, dat mijn geheugen niet zoo heel goed is. T.k beantwoord die vraag onder voorbehoud." „Het. is goedhernam de rechter op verwaanden toon. Hij ging naar den procureur-generaal toe, die dit verhoor by had gewoond, zonder er zich in te mengen. De twee magistraten hielden op gedempten toon een lang gesprek met elkaar, riepen toen den lieer Delp, waarop deze drie zich zoover mogelijk van dc overige aanwezigen verwijderden. De griffier las onderwijl zyne aantoekoningen nog eens na, terwijl de heer Courtois in den grooten leuningstoel zat tc dommelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 1