neerkomen en verder de quaestie
onder de oogen zien.
Niet al te zeer van nabij, evenwel.
O neen! Cijfers geven ligt niet op
onzen weg. Wanneer wij even mel
ding maken van het denkbeeld, om
de contributie van de Sociëteit Ver-
eeniging van f 18 te brengen op f25
waarvoor de leden dan ook met eene
dame toegang zouden hebben tot het
Brongebouw, terwijl de Administratie
van laatstgenoemde inrichting voor
zulk een echtpaar f 10 van de Sociëteit
zou ontvangen wanneer we die
cijfers noemen, dan is dat alleen om aan
te geven in welke richting zich onzes in
ziens zulk een overeenkomst zou kunnen
bewegen. Hoe men die regeling treft,
komt er niet op aan, wanneer er maar
een getroffen wordt. De zalen der
sociëteit waarin tal van biljarten de
liefhebbers noodt, waarin een
nieuwe kegelbaaneen onberispelijke
kolfbaan tot spelen uitlokt, waarin
een goedvoorziene leestafel wenkt tot
een rustig uurtje na het dagwerk
die zalen bieden nog ruimte aan voor
velen. De tuin van het Brongebouw,
aan den anderen kant, is met de te
genwoordige leden en hunne dames,
nog volstrekt niet vol. Er kan fami
liaar gezegd, hier en daar meer bij.
De sociëteit zou bij zoodanige over
eenkomst hare zomerconcerten kunnen
sparenhet Brongebouw, van zyn
kant, grooter toevloed van leden krij
gen, wanneer men, door liet lidmaat
schap van de sociëteit Yereeniging,
een belangrijke reductie zou gemeten
op den entreeprijs van het Bronge
bouw. Het ledental der sociëteit
zelve, zou door deze vergemakkelij
king, weder door meerderen worden
begeerd en wij kunnen ons geen an
der resultaat denken, dan dat beide
ondernemingen er wel bij zouden
varen.
Of de Besturen er reeds overheb
ben beraadslaagd Wij weten zeker
van niet. Of zij nimmer over derge
lijke combinatie hebben gedacht Dat
zouden we niet zoo stellig durven
beweren. Indien deze korte opmer
kingen dan het begin van toenadering
geweest mochten zijn. zouden wij,
die niets liever wenschen dan den
bloei van twee ons sympathieke stich
tingen, ons daarmee ruim beloond
acliten.
Stedelijk Museum.
In do maand Mei jl. is het stedelijk
museum van schilderijen en oudheden
op het raadhuis bezocht door 217 per
sonen tegen betaling en door 207 per
sonen zonder betaling.
Als commentaar op het tamelijk
felle stuk van het weekblad „De
Amsterdammer" over het onlangs ge
beurde op Meerenberg (zie vorig nr.)
kan dienen, dat in de strafzitting van
de Haarlcrnsehe Rechtbank waar de
verpleegster terechtstond, niet de offi
cier van justitie zelf, maar (le substi
tuut het Openbaar Ministerie waar
nam.
De steller van dat stuk, die in het
gebeurde een wapen zoekt om den
heer Macaré mede tc lijf te gaan
op dezelfde onbehouwen en onbillijke
wijze, waarop dit indertijd in de zaak-
Ipévits gebeurde die steller heeft
zich derhalve niet eens behoorlijk op
de hoogte gesteld van eene bijzonder
heid, die hij had behooren tc onder
zoeken.
Het gansche stuk. schijnt dan ook
een uitvloeisel van den parti-pris, dien
de redactie van .,de Groene" tegen
den heer Macaré schijnt te koesteren.
V erbouwingen.
Wanneer Woensdag de Raad het
voorstel van B. en \Y. aanneemt, het
politiebureau in de Zijlstraat trekt
bij de secretarie en het voormalig
postkantoor in de Smedestraat in
richt tot politiebureau, dan zal de
burgerij voortaan duizend gulden per
jaar meer aan belasting hebben te
betalen, alleen aan rente van het ka
pitaal. ongerekend nog de aflossing.
X u is het zeker waar, dat dit op
zichzelf niet mag terughouden van
het voorstellen van veranderingen en
verbouwingen, mits dan ook vast
staat, dat dezen niet alleen nnttig,
zelfs niet enkel uoodig, maar bepaald
strikt noodzakelijk zijn.
Is dit met het aanhangige voorstel
van B. en W, wel hei geval De
uitbreiding van' de secretarie aller
eerst beschouwende, treffen wij een
daartegenover staat, dat de twee ka
mers voor de afdcelingen Onderwys,
en Militie en Schutterij ruime en goed
verlichte vertrekken zijn waar onzes
inziens zeer goed nog een viertal
ambtenaren (twee in elk lokaal) kun
nen worden bijgeplaatst, zonder dat
er belemmering in den dienst behoeft
te ontstaan. Misschien zou dan het
vertrekje naast Algemeene Zaken
kunnen worden bestemd voor den
hoofdambtenaar, (lie nu niet eens een
afzonderlijk kantoor heeft gesteld
al, dat het niet nuttig of noodig,
maar strikt noodzakelijk is. dat deze
hoofdambtenaar wordt geïnstalleerd
in een afzonderlijk vertrek.
De tweede reden van dc uitbreiding
der secretarie is, naar B. en W. op
geven, gebrek aan vergaderruimte.
Het is namelijk usance, uat officieèle
colleges, zooals de Kamer van Koop
handel, de Commission van Toezicht
op Lager en Middelbaar Onderwys.
de Commission van Financiën, Fabri
cage enz. vergaderen in een lokaal
op 't Stadhuis. In hoeverre nu de 2e
klasse trouwkamer en' de beide zoo
genaamde leeskamers onvoldoende zijn
voor de behoefte, kunnen wij niet be-
oordeelen, maar het komt ons voor.
(lat wanneer deze niet toereikend zjjn,
voor zulke bijeenkomsten ruimte kan
worden gevonden in een ander w
meentegebouw, hetzij in den Stads
Doelen, het voorvertrek van het
Prinsenhof of soortgelijk vertrek.
Een andere gelegenheid voor bu
reau van politie is zeker zeer noodig,
maar kan men zich niet (het heeft al
zoolang geduurd) nog wat in liet be
staande gebouw behelpen, totdat wc
althans weten, hoe degemeente Haar
lem zal varen bij de wet tot rege
ling der gemeente-financiën
En mocht de Raad al meegaan met
het voorstel vanB. en W., dan vestigen
we er toch de aandacht op, dat het wel
wat zonderling is, om in de Smede
straat een bovenhuis te maken dat.
afzonderlijk moet worden verhuurd
(en dat dus allicht nu en dan eens
leeg zal staan) terwijl men den direc
teur der waterleiding f 500.geven
wil voor vergoeding van huishuur
Is het dan niet eenvoudiger engoed-
kooper, den directeur der waterlei
ding op dit bovenhuis te laten wo
nen
Misschien zal deze of gene deze
opmerkingen peuterig en krenterig
vinden, 't Mag waar zijn, maar men
vergete niet. dat Haarlems financiën
er allesbehalve schitterend voor staan
en dat men zich zooals wij ree ds zei
den, bij de uitgaven daarom tot liet
strikt noodzakelijke moet bepalen.
Inwijding tot diacones.
Vanwege de Christelijke Vereeni-
ging voor de verpleging van lijders
aan vallende ziekte, werden Maan
dagavond in het Kerkgebouw dei-
Broedergemeente alhier, vijf zusters
tot diac-oues ingezegend.
De nieuwe president, dr. L\ J.
Mnllerdie deze plechtigheid ver
richtte, hield na opening iuct psalm
gezang en gebed, eene korte toe
spraak, naar aanleiding van 2 Cor.
1210. „As ik zwak ben, dan ben ik
machtig." Dat dit woord waar is,
betoogde spr. uit, de geschiedenis dei-
kerk, uit die der zending en uit het
dagelijkse]) leven. De aanstaande
diaconessen vermaande spr. niet met.
eigen, maar in Gods kracht haar werk
te doen.
Hij deed haar ten slotte deze vra
gen: Gelooft gij door God tot. het
diaconaat te zijn geroepen en belooft
gij in de Vreeze des Hoeren uw werk
te doen?
Nadat hierop een bevestigend ant
woord was'gegeven, wijdde (Ir. Muller
ze tot diacones in met deze woor den
_ln den naam van ons aller Heer en
Meester. Jezus, wijd ik u tot uwe
heerlijke en grootsche taak." De ge
meente zong nu de diaconessen staande
toe psalm 134: 4.
De heer Zeg ers. dc directeur van
Meer en Bosch, richtte daarna het
woord tot de diaconessen. Dc strek
king van zijn betoog wasoverschat
en onderschat uw heerlijk werk niet
Ook een derde spreker sprak nog
een toepasselijk woord. Het samenzyn
werd ten laatste met dankgebed en
met zingen van psalm 103: 11 ge
sloten.
St. Jan.
De eigenaar van het bekende logé-
lokaal aan, dat naast de afdeelmg ment St. Jan aan den Jansweg, de
algemeene zaken, dat zeker alleen heer \Y A. J. van den Kamp, heeft
aan bescheiden eischen voldoet, maarsind (le meer dan 10 jaren, dat bij
dit logement exploiteert, het ver
scheidene kecren doen verbouwen.
Door de laatste verbouwing, die
door den aannemer H. London is
vellicht, heeft het thans 25 logeer
kamers verkregen, alle frisch en
ruim met een, twee of drie lede-
kanten. Ook is er eene goed ingerichte
badkamer. St.. Jan beantwoordt du:
aan alle eischen des tijds.
SINfflEKLAKD
De Koninginnen op reis.
Men scliryft uit Altausee. d.d. 28
Mei aan (le N. R. Ct
Woensdag beklom de Koningin
met liaar gevolg, gravin van Lim
burg Stirum, mademoiselle de Ioanuis
graaf Dumonceau en kolonel baron
oirtema van Grovestins, dc Pfeiffer
Alm. Ondanks het slechte weer was
zij voldaan over de wandeling. De
Koningin-Regentes reed naar den
Grundlsee.
Donderdagmiddag werd in oen open
rytuig, maar met "slecht weer ecu
korte rit gemaakt. Heden, Vrijdag,
bezoeken de Koninginnen met gevolg
den Salzberg, die eleetrisch verlicht
zal worden, onder (le tonen van de
k. k. Berg-Musik Kapelle. De Vor
stinnen zulleu door de autoriteiten
worden ontvangen.
Uit "Weimar wordt aan de Köln.
Ztg. bericht, dat onze Koninginnen
de' Pinksterdagen bij den Groot-Her
tog van Saksen zouden doorbrengen.
Legaten.
De heer inr. Alexander Vcrhuell
heeft aan de gemeente Arnhem zijn
vermogen vermaakt, behoudens eenige
aanzienlijke legaten. Het zou bestemd
zijn voor liet museum.
Aan de gemeente stad Doetinchem
is gelegateerd de weide „liet Harre-
veld", "gelegen nabij dc Kemnade,
groot ruim 30 H.A. Door kenners
wordt de waarde geschat op f 40,000.
De brand in de Staalstraat.
Het onderzoek naar dc oorzaak dei-
ontploffing in de Staalstraat te Am
sterdam heeft nog aan het licht ge
bracht, dat Van Dool, de compagnon
van nu wijlen Exter, kort. voor den
braad twee liters benzine heeft, ge
kocht. Onder de goederen, in het
pakhuisje aan de Lijnbaansgracht in
beslag genomen, is ook een groot
aantal stoelen, waarvan een deel
waarschijnlijk behoort tot den voor
raad, die volgens de toenmalige opgave
van Exter in het pakhuis van Van
Liemt in de Spuistraat verbrand zou
zijn.
Eene verwonding.
Zondagavond is te 's-Gravenhage
onder toevloed van een groote menigte
naar het politie-burèel aan de N.
Haven overgebracht een opperman,
die in de Korte Poten aan een 25-
jarigen rijknecht eene verwonding^aau
den" linkerbovenarm had toegebracht
welke aanvankelijk zeer ernstig, Zelfs
levensgevaarlijk leek. De verwonde,
die met een of ander puntig voor
werp moet gestoken zijn, werd naar
het garnizoenshospitaal overpebraclit,
waar de officier van gezondheid dr.
Peiger, de eerste hulp verleende.
De man wordt thans nog in ge
melde inrichting verpleegd. Zijn toe
stand levert thans echter geen gevaar
meer op.
Verdronken.
Zes jongens waren Zondagavond
aan :t bootje varen in den Trekvliet
te 's-Gravenhage en werden door
andere jongens van den walkant af
met stecnen geworpen. Om de steen
worpen te ontgaan weken de knapen
uit naar écne zijde van het schuitje,
juist op het oogenblik dat een stoom
bootje passeerde. Door de deining
sloeg toen het roeischuitje om en gin
gen de jongens te water. Vier hunner
winden gered, maar twee 'werden
levenloos opgehaald.
Reclame.
Eerstdaags zal van de Ned. Gist
en Spiritusfabriek en andere inrich
tingen, onder mede-directie van den
heer J. C. v. Marken, te Delft, een
reclamewagen door het land rijden,
waarop des avonds ten aanschouwe
van iedereen voorstellingen zullen
worden gegeven met de cinematograaf
(z. g. levende photographiën) en dis
solving views, o.a. gezichten in en om
rle fabrieken vertoonende.
Het nut van bijnamen.
In een aankondiging van een pu-
blieken verkoop van huizen te Vo-
lendam worden door (len notaris, be
halve de namen van (le bewoners dei-
te veilen perceelen, ook hunne „bij
namen" vermeld, als ,.de Bakker" én
„Hein van de Puitaal". Sommigen
schijnen hem dat kwalijk genomen te
hebben en wij willen er dadelijk bij
voegen geheel ten onrechte. Wat
toch is vaak het geval? Op een
plaatsje, als bijv. Yolendam, wonen
dikwijls tal van personen, die den-
zelfden naam dragen. De postbode
zit daardoor vaak met de handen in
het haar, want voor wien van de 20
Jansen's die in het plaatsje wonenis
de brief bestemd Hij kan natuurlijk
allen, die zich zoo noemen, opzoeken
en vragen of zij een schrijven ver
wachten, maar daar heeft hij niet
altijd den tijd voor. Om nu die moei
lijkheid uit den weg te ruimen, ver
zoeken de personen in quaestie, op
het adres ook den by naam te ver
melden. Deze gewoonte bestaat bijv.
op liet eiland Marken en zal wellicht
zijn overgegaan op het nabijgelegen
Volendani, zoodat de notaris alleen in
het oog van oningowijden zich aan
eon indiscretie schuldig maakte.
Teleurgesteld.
Te Njjmegcn deed medio April j. 1.
een 51-jarigev aangifte van zijn voor
nemen om met zijne 42-jarige aan
staande een huwelijk aan te gaan,
dat op 1 Mei zon wórden voltrokken,
doch in de -bruidsdagen zag de bruid
er evenwel van af. De bruidegom
wist zijne bruid weder tot andere ge
dachten te brengen en het huwelijk
was nu vastgesteld op Maandag na
middag 3 uur. Het werd kwart over
drie, doch noch bruidegom noch bruid
lieten zich zien. Bij onderzoek is ge
bleken, dat de bruid des morgens
hare woning had verlaten, zonder dat
men weet waarheen, en dat de brui
degom daar tevergeefs op de terug
komst zat te wachten.
Een gevaarlijk commensaal.
Een gevaarlijk commensaal bleek
Maandagmorgen vroeg zekere K. die
in huis is bij V. E., op don Zuid
singel te Middelburg.
Des nachts thuis komende, vond bij
de deur gesloten, waarom hij het be
ter oordeelde door den kelder binnen
te gaan, waar hij den gansehen nacht
bleef.
Toen de bewoner van het huis
Maandagochtend naar zijn werk was
gegaan, is K., voorzien van een bijl
liet vertrek binnengekomen, waai; de
vrouw des huizes zich nog tek<bed
bevond, en heeft hij haar. na liaar
uit haar slaapplaats getrokken te
hebben, op het hoofd een paar slagen
toegebracht, zoo ernstig, dat hare op
name in liet gasthuis noodig werd
geoordeeld, waar zij den gansehen dag
vertoefde, doch dat zij des avonds
zou verlaten
De dader, die, volgons sommigen,
door drank opgewonden was, terwyl
anderen beweren dat er van dron
kenschap goen, maar wel van voor
bedachten rade sprake was, omdat
K. do vrouw den ganseden Zondag
reeds had bemoeilijkt, is na zijn daad
brgeloopen. De politie zoekt hem
nog steeds tc vergeefs.
Eene abnormaliteit.
„Door een kip van den heer Wolt-
huis tc Vestcrlee is een ei uitge
broed. waaruit een kieken te voor
schijn kwam met 4 pooten en 4 Heu
gels. Dc beide achterpootjes staan
tegenovergestelde richting als de
voorpooten, dus zoo. dat, wanneer 't
dier leefde en deze gebruikte, het eene
achterwaartschc beweging maakte.
Ook de vleugeltjes staan in tegen
overgestelde richting met de voor
vleugels. Aan ieder pootje zit het
noodige aantal teentjes."
Een behoefte.
Wanneer men de boeren- en arbei
derswoningen langs de Duitsche gren
zen, in 't Zuid-Öosten van Drenthe
't Noord-Oosten van Overijscl
binnentreedt, - valt hot oog onwille
keurig, tenminste bij verscheidene,
ip de aan den wand hangende oleo-
grapbiën van personen uit het Duitsche
Keizeriiuis, van Von Bismarck, of het
een of ander Duitscli soldatenstukje.
Wanneer men echter rondziet naar
een portret, hetzij van onze koningin
Wilbelinina, hetzij van de Koningin-
Regentes, zal men spoedig zien, dat
liet vergeefscbe moeite is.
Slechts in enkele woningen, waar
neg jonge kinderen zyn. zal soms een
stuiversportret, op een of ander school
feest uitgereikt, 'prijken.
Wat hiervan de redenen zijn?
Niet, dat bij die grensbewoners de
liefde voor al wat Duitscli is, zoo
sterk ontwikkeld is, dat de voorkeur
gegeven wordt aan een Duitsch por
tret. Dat niet. De grensbewoners zyn
misschien even goede Nederlanders
als wij, die in liet hartje van Neder
land wonen.
De redenen bestaan hoofdzakelijk
hierin, dat in Nederland, tenminste in
deze streken niet, geen oleograph iën
verkrijgbaar zyn, zooals die, welke in
Duitschland voor een kleinigheid
overal verkocht worden en waarmede
de Duitsche kramers het platte land
tot zelfs de Ncderlandsche grensge
meenten letterlijk överstroomen.
In Duitschland schijnt zeer veel
werk gemaakt te worden van het ver
vaardigen van kleurrijke oleographiëri.
Biedt nu een boer of arbeider, over
't algemeen verstoken van elk gevoel
voor het ware schoone, keuze aan
tusschen twee portretten, van onze
Koningin in pliotographiekleur en
van den Duitschen Keizer in bonte
kleurenmengeling, tien tegen èen, dat
hij liet laatste verkiest, ofschoon de
artistieke waarde meestal gelijk nul is.
Men zal zeggen, het toont een zeer
slechten smaak. Dat is zoo, maar aan
den smaak van die lui valt nu eenmaal
niets meer te veranderen.
Een nuttige zaak zoude het, onge
twijfeld zijn, wanneer ook hier te
lande portretten in dien geest vervaar
digd werden, dat Is te "zeggen, nette
portretten in kleuren, tegen een lagen
prijs.
V' anneer tegen het volgende jaar
portretten in dien geest verkrijgbaar
waren, dan lijdt bet geen twijfel of
in een werkelijk bestaande behoefte
zoude worden voorzien en zal het
ongetwijfeld niet lang duren of in elke
woning, ook zelfs van iederen boer of
arbeider, zal het portret van onze
Koningin prijken.
A
Koloniën.
Atjeh.
Aan het verslag omtrent de voor
naamste gebeurtenissen in het gou
vernement Atjeh en Onderhoorighe-
(len, loopende van 11 tot en met 24
April jl.. wordt dooi- de Java Cl. het
volgende ontleend
Gi'oo t-A t j e h. Ten einde de zich
in Lepong en {Lhong ophoudende
benden van T. Oemar te verdrijven,
werd besloten twee colonnes over zee
naar die landschappen te zenden,
waartoe in den nacht van 10 op 11
April de eerste colonne naar dePoe-
loet-baai vertrok en zonder tegenstand
ontscheepte. Eerst na liet overtrekken
van de Saramaneh en bij het voort
rukken door liet dal van Lam Tih
ontving deze colonne vuur, ten ge
volge waarvan een Inlandselï fuselier
sneuvelde en twee minderen, zijnde
een Europeesch fuselier en een In
landse!) hoornblazer, gewond werden.
Het bivak werd aan den voet der
Glé Sarang betrokken, vanwaar den
volgenden dag naar Kroeng Kal a
werd opgerukt, hetwelk na een zwaren
tocht, werd bereikt.
De voor Lhong bestemde colonne
trachtte in den nacht van Jl op 12
April nabij Kocala Poedïng te lan
den, hetgeen wegens zware branding,
duisternis en onbekendheid met de
juiste landingsplaats niet gelukte,
zoodat daartoe eerst, bij het aanbre
ken van den dag kon worden overge
gaan. Enkele vijandelijke schutters
bemoeilijkten de landing, maar werden
aldra door het vuur van Hr. Ms. Bali
verdreven, waarop een deel der troe
pen ten Z.van Kocala Poeding landde,
de rest in de Petoeloet-baai ont
scheepte. Bij liet oprukken van eerst
genoemde troepenafdeeling van Parib
naar Poeding begon de vijand weder
zijn vuur te openen, hetwelk aanvan
kelijk niet tot zwijgen te brengen
was en waardoor een Inlandsch fuse
lier sneuvelde en de 2e luitenant der
infanterie Jl. P. C. Hoetjer en een
Europeesch fuselier en een inlandsch
fuselier werden gewond.
Het bivak wérd in de Kedei te
Petoeloet betrokken en later naar
Tamoen verlegd,terwijl de colonne van
Lepong werd opgedragen in Kroeng
Kaja te blijven om in dié streek te
patrouilleèren.
Overal werd de bevolking in de
kampongs aangetroffenslechts raijii
enkelen was het bekend, dat zij ziel r
bij Panglima-Karim hadden aange :n
sloten, waarom hunne huizen werdc: to
afgebroken. Oeraars benden, ook zijni is
vrouw Tjoet Nja Din, verlieten dezi cl
landstreek, hetgeen bleek bij eenct r<
tocht, die op den 16en naar den bo 1)
venloop der Poeding-rivicr werd on m
dernomen en waarby van den vijant ri
niets werd bespeurd. Alleen iu he x'
gebergte ten Oosten van Genteu ff
hielden zich nog verscheidene lïcdej f
uit deze kampongs op, die weiger r*
aclitig bleven terug te keeren. Daar ij
om werd den 20en naar Lo Blangai i
Besoi opgerukt, waarbij drie lieden m
werden doodgeschoten en eeuigen ge Ik
vangen genomen, en enkele gewerci li'
met munitie werden buitgemaakt. A
Behalve het, verdrijven der benden d
van Oemar, was liet doel dezer expo et
ditie ook liet innen van het onbetaald ik
gebleven deel dei- aan Lhong opgo-
legde boete,'waarom de Kedjoeroeat I
van Kotaradja was medegegaan. De V
hoop om langs vredelicvendcn weg a
hiertoe te geraken werd den 2 len a
verijdeld, doordat genoemd hoofd vei'
klaarde, dat zijne bevolking on mach
tig tot betalen was, hoewel 'aanvan-ie
kelijk door hem in uitzicht was ge
steld, dat de afbetaling binnen énkele!1'
dagen zou plaats vinden. De hoof-
den, oudsten en rijke inwoners zijn1''
daarop naar liet bivak opgeroepen w
alwaar zij voorloopig werden aango
houden.
Dc civiel en militair gouverneur]00
begaf zich in den avond van den 22n
naar JLhong, en keerde den 23n vai
daar terug, na plaatselijk de hangende'11
zaken besproken tc hebben niet den0
colonne-commandant, en don waarne
menden assistent-resident van Groot
Atjeh en omtrent de maatregelen om
dc opgelegde boete te innen nadere01
bevelen te hebben gegeven.
De dochter van den Kcdjoeroean
gehuwd met T. Moesa, broeder vat
T. Oemar, kwam den 16cn te over
lijden, evenals de vrouw van laatst
genoemde. Tjoet Nja Malingoi, die
Da.ja overleed. T. Oemar moet nuf31
weder gehuwd zijn met eene vrouw Le'
te Lam Méh, waarover Tjoet Nja
Din zeer verstoord moid, wezen, zoo- 'a
dat zelfs werd beweerd, dat zij zich
niet verscheidene voorname pangli-
ma's van hem teruggetrokken
hebben. Het is echter te voorzien
dat deze verstoordheid slechts var
tijdelijken aard zal zijn.
In de JA en VI Moekims bleef da
toestand onveranderd. Uit Lhong
keerden in laatstgemeld district we- 5
der 10 mannen."7 vrouwen
kinderen terug.
In het gebergte ten Z. W.der VII
Moekims Baid huizen nog kleine Ben
den. (he zich bij de nadering onzer
troepen terugtrekken, maar van hunne
aanwezigheid blijken geven, door de
bevolking te verontrusten, en tc bo- a{
dreigen, waarover o. a. de zoon van
den Imam van Baid zich kwam be
klagen. Slechts eenmaal werd de dek
king van eene afdecling genietroepen
nabij Tjot Basetoet beschoten.
Van den veevoorraad tc Indrapoer
werden .eenige beesten gestolen ei l\
niet meer teruggekregen. De dievei
zouden zich later te" Pasar Hamel
(VU Moekims Paid) ophouden, waar
om deze werd omsingeld, en eer
viertal lieden werden gevangen ge
nomen, van wie er twee als de dader,
werden aangewezen.
Nog werd in kampong Rekih dooi
de marechaussee een persoon gearres
teerd, die eerst voor den in 1884 ge
deserteerden fuselier Spaans wérd
aangezien, doch later bekende, de::
fuselier J. A. Ebbers uiig. st. no. 3999
te zijn, in Juni 1884 bij de oprichting
van den post Samahani gedeserteerd,
tegelijk met de fuseliers' Demeij (alg.
st. no. 1101) en Malser (alg. st. no.
15942), beiden reeijs overleden.
De vijandelijke partij leed een ge
voelig verlies door liet overlijden van
T. Moesa Anak Baté aan cholera,
wellc bericht van verschillende zijdci
werd bevestigd en ook over «S'egli tot
ons kwam, zoodat. het wel als juist
mag aangenomen worden.
Aan diezelfde ziekte kwam ook
Habib Hasan Lam Pocpoe te over
lijden, die algemeen werd vereerd
zoodat spoedig na zijn dood berichten
ontvangen werden, dal. velen op zyn
graf te Siroen aan' den bovenloop der
Kemiroe kwamen hidden. Povnndien
Kèmiroe kwamen bidden. Bovendien
was het bekend, dat de honger ge
noemde gestolen runderen derwaarts
waren overgebracht, waarom in den
naclit van 19 op 20 April van India-
poeri daarheen werd uitgerukt.
R
P
„Mijnheer de procureur-generaal wapent zich zeker
tegen'diemoties die hem wachten, opdat deze hem niet
zullen overweldigen. Morgen wordt de zaak Vauger-
mont behandeld. Wat, is het. verschrikkelijk moeilijk
zoo'n requisitoir te leiden! En welk een vermoeienis
volgt daarop 1 Mynheer de procureur-generaal wil eens
een oogonbhk van de ernstige bezigheden, die aan zijn
ambt. verbonden zyn, uitrusten. Dat is gepermitteerd.1'
„Ik dank u voor uw goedkeuring, mijnheer Delp,"
hernam de heer Garrigal zeer uit "ilo noogte. „Maar
ik zeg u nog eens. dat ik van avond geen plezier heb
mij met zaken te bemoeien. Wanneer gij mij dus niets
nieuws hebt mede te ileelen
Hij voleindigde den zin niet, maar gaf door ©en bc-
wegim» van zijn hand zijn meening tc kennen: met de
aanmatiging van een magistraat, die een weinig getem
perd werd door de beleefdheid van een man. die zijn
wereld kent, liet hij duidelijk blijken, dat de chef der
geheime politie zich maar verwijderen moest.
Maar de heer Delp, zonder in het minst kwaad te
worden, antwoordde kalm
„Ik bemerk wel, dat ik mijnheer den procureur.-gene-
raal niet erg gelegen kom."
„Gij overdrijft, mijn waarde Delp. Ik ben alleen bang,
dat mijn plaats anders bezet is. Tot morgen dus. Vindt
gy goed dat ik u van uw gezelschap ontroof? Ik ga
weer naar de sociëteit."
By deze woorden groette hij hem ongedwongen met
de rechterhand, terwijl hij met dc linker zijn pels vast
knoopte.
De ernstige politiedienaar veinsde de onbeschaamdheid
en de spottende familiariteit van dezen groet niet te
begrijpen. En zonder te laten merken hoe zeer de ma
nieyen van den chef van het parket hem beleedigden,
hernam hij
„Ik geloof, dat ik mijn plicht volbracht lieb, en zal
mij dus ver wij (leven. Ik wensch u morgen een schitte
ren1! :".icees, zooals gij reeds zoovele malen door uw
v ''i\ koudheid hebt behaald Tot ziens; waarde
(Weer
Nadat, dc heer Delp deze woorden, die op kalmon,
onverschilligen toon werden gesproken, had geuit, drukte
hij de hand van den Zweed, boog tot op den grond
voor den procureur-generaal, keerde hen den rug toe
en wendde zich toen in de richting van de Madeleine.
„Hè! hè!" zcide Garrigal, „wat is hij lichtgeraakt...
Welnu dokter willen wij, inplaat.s van hier ^bevriezen,
maar naar de club teruggaan? Coppélia interesseert mij
niet. meer, nu de dugazon zich teruggetrokken
heeft."
De rookkamer in de Philadelphian-Club was een
achthoekig zaaltje, dat door een groot spiegelraam ver
licht werdnaast de gebeeldhouwde deur, waren twee
boeren, die een lamp in de bek droegen geplaatst, en
eén dikke, zwart satijnen portière, waarover nog een
kanten gordijn hing, was voor de opening aangebracht;
de zes andere wanden waren wit geschilderd en ver
sierd met verguld koper ornamentiek, waarboven zich
een plafond welfde, dat in denzelfden stijl was samen
gesteld de vloer was mozaïk ingelegd en bestond uit
palissander- en mahoniehout,.
Langs de wanden was een lage, breede divan ge
plaatst met sterk ruikend juchtleer gecapitonneerd
een reusachtige tafel uit drie verdiepingen bestaande,
stond midden in het vertrek, waarboven een oud zil
veren luchter hing; kistjes sigaren van verschillende
merken, allerlei.soorten tabak in oud-Dciftschc potten,
een massa doozen en pakjes cigaretten, waaronder men
de gewone „oaporal" van zes stuivers het pakje even
goed als de echte Caïro'sclie Dimitripoulos die uit tabak
van vijf louis het pond gerold worden, vond, waren op
deze tafel gerangschikt..
Jjjfer trollen de lieer Garrigal en dokter Borg eenige
van hun kennissen aan, die in liet Parijsche clubleven
vrienden genoemd worden, maar wier vriendschap niet
dieper gaat dan den naam alleeno. a, waren erPierre
Léman, de romanschrijver, met. een blonden knevel, een
monocle in liet oog, met een bleek gelaat, waarover een
vermoeide glimlach zweefdegeneraal markies de Blossy,
prins van Aiguemortes," een lange magere man, met, wit
haar, dat zeer schaars was. een rood gelaat, levendige
oogen, en die zich altijd naar de nieuwste mode kleedde:
de tooncelspeler, Garnerin senior, die de groote politici
les gaf in welsprekendheid, met een intelligent open
uiterlyk, heldere oogen, kortgeknipt liaar, een" glad ge
schoren gezicht, en die met een bandon stem lange
verhalen opdischte, waarin hij zich zelf ophemelde, zoo
als een troubadour weleer de heldenfeiten van een rid
der van de Ronde-tafel verheerlijktegraaf Saint-Offenge
met een monocle in het oog, dat door een breed zijdén
lint in bedwang gehouden werd, een gardenia in het
knoopsgat, van zyn blauw lakenschen rok, met zijden
lapellen, en een gestrikte witte das, die met twee zwarte
paarlcn speldjes was vastgestokenin een hoek op een
schommelstoel zat de dikke Moussa Nephtali, die met
de tarbouch op het hoofd, uit een Tuiksche pyp rookte,
waarvan de lange slang versierd was met, ringen
edelgesteenten.
De procureur-generaal en Borg werden met algemeene
blijdschap begroet.
„Ah! zijt gij daar weer," riep Garnerin met zyn
schetterende stem uit. „Gy zult toch morgen de laatste
les komen nemen hé Het is voor dat provinciaalsclie
accent
„Welnu, laat gij prinses Irènc en Coppélia in den
steek vroeg Blossy oolijk.
„Alen spreekt veel goeds over uw réquisitoir,'1 mom
pelde Saint-Offenge. die het hart op den tong droeg.
„Maar liet. is jammer, dat gij van avond niet van dc
partij zijt!"
„Maar waarom zou ik niet?" hernam Garrigal, ter
wijl hij de aanwezigen de hand drukte. „Een generaal
slaapt niet op den vooravond van een grooteu slag. „Ik
dank je wel, waarde Garrigal, voor het lesje dat gij
my laatst, in de uitspraak gegeven hebt.. Prinses Las-
caris ontbreekt het niet, aan cavaliers, markies en ik moet
bekennen, dat wanneer het sneeuwt, mij de muziek dof
in de ooren klinkt."
Wordt vervolgd