neerkomen en verder de quaestie onder de oogen zien. Niet al te zeer van nabij, evenwel. O neen! Cijfers geven ligt niet op onzen weg. Wanneer wij even mel ding maken van het denkbeeld, om de contributie van de Sociëteit Ver- eeniging van f 18 te brengen op f25 waarvoor de leden dan ook met eene dame toegang zouden hebben tot het Brongebouw, terwijl de Administratie van laatstgenoemde inrichting voor zulk een echtpaar f 10 van de Sociëteit zou ontvangen wanneer we die cijfers noemen, dan is dat alleen om aan te geven in welke richting zich onzes in ziens zulk een overeenkomst zou kunnen bewegen. Hoe men die regeling treft, komt er niet op aan, wanneer er maar een getroffen wordt. De zalen der sociëteit waarin tal van biljarten de liefhebbers noodt, waarin een nieuwe kegelbaaneen onberispelijke kolfbaan tot spelen uitlokt, waarin een goedvoorziene leestafel wenkt tot een rustig uurtje na het dagwerk die zalen bieden nog ruimte aan voor velen. De tuin van het Brongebouw, aan den anderen kant, is met de te genwoordige leden en hunne dames, nog volstrekt niet vol. Er kan fami liaar gezegd, hier en daar meer bij. De sociëteit zou bij zoodanige over eenkomst hare zomerconcerten kunnen sparenhet Brongebouw, van zyn kant, grooter toevloed van leden krij gen, wanneer men, door liet lidmaat schap van de sociëteit Yereeniging, een belangrijke reductie zou gemeten op den entreeprijs van het Bronge bouw. Het ledental der sociëteit zelve, zou door deze vergemakkelij king, weder door meerderen worden begeerd en wij kunnen ons geen an der resultaat denken, dan dat beide ondernemingen er wel bij zouden varen. Of de Besturen er reeds overheb ben beraadslaagd Wij weten zeker van niet. Of zij nimmer over derge lijke combinatie hebben gedacht Dat zouden we niet zoo stellig durven beweren. Indien deze korte opmer kingen dan het begin van toenadering geweest mochten zijn. zouden wij, die niets liever wenschen dan den bloei van twee ons sympathieke stich tingen, ons daarmee ruim beloond acliten. Stedelijk Museum. In do maand Mei jl. is het stedelijk museum van schilderijen en oudheden op het raadhuis bezocht door 217 per sonen tegen betaling en door 207 per sonen zonder betaling. Als commentaar op het tamelijk felle stuk van het weekblad „De Amsterdammer" over het onlangs ge beurde op Meerenberg (zie vorig nr.) kan dienen, dat in de strafzitting van de Haarlcrnsehe Rechtbank waar de verpleegster terechtstond, niet de offi cier van justitie zelf, maar (le substi tuut het Openbaar Ministerie waar nam. De steller van dat stuk, die in het gebeurde een wapen zoekt om den heer Macaré mede tc lijf te gaan op dezelfde onbehouwen en onbillijke wijze, waarop dit indertijd in de zaak- Ipévits gebeurde die steller heeft zich derhalve niet eens behoorlijk op de hoogte gesteld van eene bijzonder heid, die hij had behooren tc onder zoeken. Het gansche stuk. schijnt dan ook een uitvloeisel van den parti-pris, dien de redactie van .,de Groene" tegen den heer Macaré schijnt te koesteren. V erbouwingen. Wanneer Woensdag de Raad het voorstel van B. en \Y. aanneemt, het politiebureau in de Zijlstraat trekt bij de secretarie en het voormalig postkantoor in de Smedestraat in richt tot politiebureau, dan zal de burgerij voortaan duizend gulden per jaar meer aan belasting hebben te betalen, alleen aan rente van het ka pitaal. ongerekend nog de aflossing. X u is het zeker waar, dat dit op zichzelf niet mag terughouden van het voorstellen van veranderingen en verbouwingen, mits dan ook vast staat, dat dezen niet alleen nnttig, zelfs niet enkel uoodig, maar bepaald strikt noodzakelijk zijn. Is dit met het aanhangige voorstel van B. en W, wel hei geval De uitbreiding van' de secretarie aller eerst beschouwende, treffen wij een daartegenover staat, dat de twee ka mers voor de afdcelingen Onderwys, en Militie en Schutterij ruime en goed verlichte vertrekken zijn waar onzes inziens zeer goed nog een viertal ambtenaren (twee in elk lokaal) kun nen worden bijgeplaatst, zonder dat er belemmering in den dienst behoeft te ontstaan. Misschien zou dan het vertrekje naast Algemeene Zaken kunnen worden bestemd voor den hoofdambtenaar, (lie nu niet eens een afzonderlijk kantoor heeft gesteld al, dat het niet nuttig of noodig, maar strikt noodzakelijk is. dat deze hoofdambtenaar wordt geïnstalleerd in een afzonderlijk vertrek. De tweede reden van dc uitbreiding der secretarie is, naar B. en W. op geven, gebrek aan vergaderruimte. Het is namelijk usance, uat officieèle colleges, zooals de Kamer van Koop handel, de Commission van Toezicht op Lager en Middelbaar Onderwys. de Commission van Financiën, Fabri cage enz. vergaderen in een lokaal op 't Stadhuis. In hoeverre nu de 2e klasse trouwkamer en' de beide zoo genaamde leeskamers onvoldoende zijn voor de behoefte, kunnen wij niet be- oordeelen, maar het komt ons voor. (lat wanneer deze niet toereikend zjjn, voor zulke bijeenkomsten ruimte kan worden gevonden in een ander w meentegebouw, hetzij in den Stads Doelen, het voorvertrek van het Prinsenhof of soortgelijk vertrek. Een andere gelegenheid voor bu reau van politie is zeker zeer noodig, maar kan men zich niet (het heeft al zoolang geduurd) nog wat in liet be staande gebouw behelpen, totdat wc althans weten, hoe degemeente Haar lem zal varen bij de wet tot rege ling der gemeente-financiën En mocht de Raad al meegaan met het voorstel vanB. en W., dan vestigen we er toch de aandacht op, dat het wel wat zonderling is, om in de Smede straat een bovenhuis te maken dat. afzonderlijk moet worden verhuurd (en dat dus allicht nu en dan eens leeg zal staan) terwijl men den direc teur der waterleiding f 500.geven wil voor vergoeding van huishuur Is het dan niet eenvoudiger engoed- kooper, den directeur der waterlei ding op dit bovenhuis te laten wo nen Misschien zal deze of gene deze opmerkingen peuterig en krenterig vinden, 't Mag waar zijn, maar men vergete niet. dat Haarlems financiën er allesbehalve schitterend voor staan en dat men zich zooals wij ree ds zei den, bij de uitgaven daarom tot liet strikt noodzakelijke moet bepalen. Inwijding tot diacones. Vanwege de Christelijke Vereeni- ging voor de verpleging van lijders aan vallende ziekte, werden Maan dagavond in het Kerkgebouw dei- Broedergemeente alhier, vijf zusters tot diac-oues ingezegend. De nieuwe president, dr. L\ J. Mnllerdie deze plechtigheid ver richtte, hield na opening iuct psalm gezang en gebed, eene korte toe spraak, naar aanleiding van 2 Cor. 1210. „As ik zwak ben, dan ben ik machtig." Dat dit woord waar is, betoogde spr. uit, de geschiedenis dei- kerk, uit die der zending en uit het dagelijkse]) leven. De aanstaande diaconessen vermaande spr. niet met. eigen, maar in Gods kracht haar werk te doen. Hij deed haar ten slotte deze vra gen: Gelooft gij door God tot. het diaconaat te zijn geroepen en belooft gij in de Vreeze des Hoeren uw werk te doen? Nadat hierop een bevestigend ant woord was'gegeven, wijdde (Ir. Muller ze tot diacones in met deze woor den _ln den naam van ons aller Heer en Meester. Jezus, wijd ik u tot uwe heerlijke en grootsche taak." De ge meente zong nu de diaconessen staande toe psalm 134: 4. De heer Zeg ers. dc directeur van Meer en Bosch, richtte daarna het woord tot de diaconessen. Dc strek king van zijn betoog wasoverschat en onderschat uw heerlijk werk niet Ook een derde spreker sprak nog een toepasselijk woord. Het samenzyn werd ten laatste met dankgebed en met zingen van psalm 103: 11 ge sloten. St. Jan. De eigenaar van het bekende logé- lokaal aan, dat naast de afdeelmg ment St. Jan aan den Jansweg, de algemeene zaken, dat zeker alleen heer \Y A. J. van den Kamp, heeft aan bescheiden eischen voldoet, maarsind (le meer dan 10 jaren, dat bij dit logement exploiteert, het ver scheidene kecren doen verbouwen. Door de laatste verbouwing, die door den aannemer H. London is vellicht, heeft het thans 25 logeer kamers verkregen, alle frisch en ruim met een, twee of drie lede- kanten. Ook is er eene goed ingerichte badkamer. St.. Jan beantwoordt du: aan alle eischen des tijds. SINfflEKLAKD De Koninginnen op reis. Men scliryft uit Altausee. d.d. 28 Mei aan (le N. R. Ct Woensdag beklom de Koningin met liaar gevolg, gravin van Lim burg Stirum, mademoiselle de Ioanuis graaf Dumonceau en kolonel baron oirtema van Grovestins, dc Pfeiffer Alm. Ondanks het slechte weer was zij voldaan over de wandeling. De Koningin-Regentes reed naar den Grundlsee. Donderdagmiddag werd in oen open rytuig, maar met "slecht weer ecu korte rit gemaakt. Heden, Vrijdag, bezoeken de Koninginnen met gevolg den Salzberg, die eleetrisch verlicht zal worden, onder (le tonen van de k. k. Berg-Musik Kapelle. De Vor stinnen zulleu door de autoriteiten worden ontvangen. Uit "Weimar wordt aan de Köln. Ztg. bericht, dat onze Koninginnen de' Pinksterdagen bij den Groot-Her tog van Saksen zouden doorbrengen. Legaten. De heer inr. Alexander Vcrhuell heeft aan de gemeente Arnhem zijn vermogen vermaakt, behoudens eenige aanzienlijke legaten. Het zou bestemd zijn voor liet museum. Aan de gemeente stad Doetinchem is gelegateerd de weide „liet Harre- veld", "gelegen nabij dc Kemnade, groot ruim 30 H.A. Door kenners wordt de waarde geschat op f 40,000. De brand in de Staalstraat. Het onderzoek naar dc oorzaak dei- ontploffing in de Staalstraat te Am sterdam heeft nog aan het licht ge bracht, dat Van Dool, de compagnon van nu wijlen Exter, kort. voor den braad twee liters benzine heeft, ge kocht. Onder de goederen, in het pakhuisje aan de Lijnbaansgracht in beslag genomen, is ook een groot aantal stoelen, waarvan een deel waarschijnlijk behoort tot den voor raad, die volgens de toenmalige opgave van Exter in het pakhuis van Van Liemt in de Spuistraat verbrand zou zijn. Eene verwonding. Zondagavond is te 's-Gravenhage onder toevloed van een groote menigte naar het politie-burèel aan de N. Haven overgebracht een opperman, die in de Korte Poten aan een 25- jarigen rijknecht eene verwonding^aau den" linkerbovenarm had toegebracht welke aanvankelijk zeer ernstig, Zelfs levensgevaarlijk leek. De verwonde, die met een of ander puntig voor werp moet gestoken zijn, werd naar het garnizoenshospitaal overpebraclit, waar de officier van gezondheid dr. Peiger, de eerste hulp verleende. De man wordt thans nog in ge melde inrichting verpleegd. Zijn toe stand levert thans echter geen gevaar meer op. Verdronken. Zes jongens waren Zondagavond aan :t bootje varen in den Trekvliet te 's-Gravenhage en werden door andere jongens van den walkant af met stecnen geworpen. Om de steen worpen te ontgaan weken de knapen uit naar écne zijde van het schuitje, juist op het oogenblik dat een stoom bootje passeerde. Door de deining sloeg toen het roeischuitje om en gin gen de jongens te water. Vier hunner winden gered, maar twee 'werden levenloos opgehaald. Reclame. Eerstdaags zal van de Ned. Gist en Spiritusfabriek en andere inrich tingen, onder mede-directie van den heer J. C. v. Marken, te Delft, een reclamewagen door het land rijden, waarop des avonds ten aanschouwe van iedereen voorstellingen zullen worden gegeven met de cinematograaf (z. g. levende photographiën) en dis solving views, o.a. gezichten in en om rle fabrieken vertoonende. Het nut van bijnamen. In een aankondiging van een pu- blieken verkoop van huizen te Vo- lendam worden door (len notaris, be halve de namen van (le bewoners dei- te veilen perceelen, ook hunne „bij namen" vermeld, als ,.de Bakker" én „Hein van de Puitaal". Sommigen schijnen hem dat kwalijk genomen te hebben en wij willen er dadelijk bij voegen geheel ten onrechte. Wat toch is vaak het geval? Op een plaatsje, als bijv. Yolendam, wonen dikwijls tal van personen, die den- zelfden naam dragen. De postbode zit daardoor vaak met de handen in het haar, want voor wien van de 20 Jansen's die in het plaatsje wonenis de brief bestemd Hij kan natuurlijk allen, die zich zoo noemen, opzoeken en vragen of zij een schrijven ver wachten, maar daar heeft hij niet altijd den tijd voor. Om nu die moei lijkheid uit den weg te ruimen, ver zoeken de personen in quaestie, op het adres ook den by naam te ver melden. Deze gewoonte bestaat bijv. op liet eiland Marken en zal wellicht zijn overgegaan op het nabijgelegen Volendani, zoodat de notaris alleen in het oog van oningowijden zich aan eon indiscretie schuldig maakte. Teleurgesteld. Te Njjmegcn deed medio April j. 1. een 51-jarigev aangifte van zijn voor nemen om met zijne 42-jarige aan staande een huwelijk aan te gaan, dat op 1 Mei zon wórden voltrokken, doch in de -bruidsdagen zag de bruid er evenwel van af. De bruidegom wist zijne bruid weder tot andere ge dachten te brengen en het huwelijk was nu vastgesteld op Maandag na middag 3 uur. Het werd kwart over drie, doch noch bruidegom noch bruid lieten zich zien. Bij onderzoek is ge bleken, dat de bruid des morgens hare woning had verlaten, zonder dat men weet waarheen, en dat de brui degom daar tevergeefs op de terug komst zat te wachten. Een gevaarlijk commensaal. Een gevaarlijk commensaal bleek Maandagmorgen vroeg zekere K. die in huis is bij V. E., op don Zuid singel te Middelburg. Des nachts thuis komende, vond bij de deur gesloten, waarom hij het be ter oordeelde door den kelder binnen te gaan, waar hij den gansehen nacht bleef. Toen de bewoner van het huis Maandagochtend naar zijn werk was gegaan, is K., voorzien van een bijl liet vertrek binnengekomen, waai; de vrouw des huizes zich nog tek<bed bevond, en heeft hij haar. na liaar uit haar slaapplaats getrokken te hebben, op het hoofd een paar slagen toegebracht, zoo ernstig, dat hare op name in liet gasthuis noodig werd geoordeeld, waar zij den gansehen dag vertoefde, doch dat zij des avonds zou verlaten De dader, die, volgons sommigen, door drank opgewonden was, terwyl anderen beweren dat er van dron kenschap goen, maar wel van voor bedachten rade sprake was, omdat K. do vrouw den ganseden Zondag reeds had bemoeilijkt, is na zijn daad brgeloopen. De politie zoekt hem nog steeds tc vergeefs. Eene abnormaliteit. „Door een kip van den heer Wolt- huis tc Vestcrlee is een ei uitge broed. waaruit een kieken te voor schijn kwam met 4 pooten en 4 Heu gels. Dc beide achterpootjes staan tegenovergestelde richting als de voorpooten, dus zoo. dat, wanneer 't dier leefde en deze gebruikte, het eene achterwaartschc beweging maakte. Ook de vleugeltjes staan in tegen overgestelde richting met de voor vleugels. Aan ieder pootje zit het noodige aantal teentjes." Een behoefte. Wanneer men de boeren- en arbei derswoningen langs de Duitsche gren zen, in 't Zuid-Öosten van Drenthe 't Noord-Oosten van Overijscl binnentreedt, - valt hot oog onwille keurig, tenminste bij verscheidene, ip de aan den wand hangende oleo- grapbiën van personen uit het Duitsche Keizeriiuis, van Von Bismarck, of het een of ander Duitscli soldatenstukje. Wanneer men echter rondziet naar een portret, hetzij van onze koningin Wilbelinina, hetzij van de Koningin- Regentes, zal men spoedig zien, dat liet vergeefscbe moeite is. Slechts in enkele woningen, waar neg jonge kinderen zyn. zal soms een stuiversportret, op een of ander school feest uitgereikt, 'prijken. Wat hiervan de redenen zijn? Niet, dat bij die grensbewoners de liefde voor al wat Duitscli is, zoo sterk ontwikkeld is, dat de voorkeur gegeven wordt aan een Duitsch por tret. Dat niet. De grensbewoners zyn misschien even goede Nederlanders als wij, die in liet hartje van Neder land wonen. De redenen bestaan hoofdzakelijk hierin, dat in Nederland, tenminste in deze streken niet, geen oleograph iën verkrijgbaar zyn, zooals die, welke in Duitschland voor een kleinigheid overal verkocht worden en waarmede de Duitsche kramers het platte land tot zelfs de Ncderlandsche grensge meenten letterlijk överstroomen. In Duitschland schijnt zeer veel werk gemaakt te worden van het ver vaardigen van kleurrijke oleographiëri. Biedt nu een boer of arbeider, over 't algemeen verstoken van elk gevoel voor het ware schoone, keuze aan tusschen twee portretten, van onze Koningin in pliotographiekleur en van den Duitschen Keizer in bonte kleurenmengeling, tien tegen èen, dat hij liet laatste verkiest, ofschoon de artistieke waarde meestal gelijk nul is. Men zal zeggen, het toont een zeer slechten smaak. Dat is zoo, maar aan den smaak van die lui valt nu eenmaal niets meer te veranderen. Een nuttige zaak zoude het, onge twijfeld zijn, wanneer ook hier te lande portretten in dien geest vervaar digd werden, dat Is te "zeggen, nette portretten in kleuren, tegen een lagen prijs. V' anneer tegen het volgende jaar portretten in dien geest verkrijgbaar waren, dan lijdt bet geen twijfel of in een werkelijk bestaande behoefte zoude worden voorzien en zal het ongetwijfeld niet lang duren of in elke woning, ook zelfs van iederen boer of arbeider, zal het portret van onze Koningin prijken. A Koloniën. Atjeh. Aan het verslag omtrent de voor naamste gebeurtenissen in het gou vernement Atjeh en Onderhoorighe- (len, loopende van 11 tot en met 24 April jl.. wordt dooi- de Java Cl. het volgende ontleend Gi'oo t-A t j e h. Ten einde de zich in Lepong en {Lhong ophoudende benden van T. Oemar te verdrijven, werd besloten twee colonnes over zee naar die landschappen te zenden, waartoe in den nacht van 10 op 11 April de eerste colonne naar dePoe- loet-baai vertrok en zonder tegenstand ontscheepte. Eerst na liet overtrekken van de Saramaneh en bij het voort rukken door liet dal van Lam Tih ontving deze colonne vuur, ten ge volge waarvan een Inlandselï fuselier sneuvelde en twee minderen, zijnde een Europeesch fuselier en een In landse!) hoornblazer, gewond werden. Het bivak werd aan den voet der Glé Sarang betrokken, vanwaar den volgenden dag naar Kroeng Kal a werd opgerukt, hetwelk na een zwaren tocht, werd bereikt. De voor Lhong bestemde colonne trachtte in den nacht van Jl op 12 April nabij Kocala Poedïng te lan den, hetgeen wegens zware branding, duisternis en onbekendheid met de juiste landingsplaats niet gelukte, zoodat daartoe eerst, bij het aanbre ken van den dag kon worden overge gaan. Enkele vijandelijke schutters bemoeilijkten de landing, maar werden aldra door het vuur van Hr. Ms. Bali verdreven, waarop een deel der troe pen ten Z.van Kocala Poeding landde, de rest in de Petoeloet-baai ont scheepte. Bij liet oprukken van eerst genoemde troepenafdeeling van Parib naar Poeding begon de vijand weder zijn vuur te openen, hetwelk aanvan kelijk niet tot zwijgen te brengen was en waardoor een Inlandsch fuse lier sneuvelde en de 2e luitenant der infanterie Jl. P. C. Hoetjer en een Europeesch fuselier en een inlandsch fuselier werden gewond. Het bivak wérd in de Kedei te Petoeloet betrokken en later naar Tamoen verlegd,terwijl de colonne van Lepong werd opgedragen in Kroeng Kaja te blijven om in dié streek te patrouilleèren. Overal werd de bevolking in de kampongs aangetroffenslechts raijii enkelen was het bekend, dat zij ziel r bij Panglima-Karim hadden aange :n sloten, waarom hunne huizen werdc: to afgebroken. Oeraars benden, ook zijni is vrouw Tjoet Nja Din, verlieten dezi cl landstreek, hetgeen bleek bij eenct r< tocht, die op den 16en naar den bo 1) venloop der Poeding-rivicr werd on m dernomen en waarby van den vijant ri niets werd bespeurd. Alleen iu he x' gebergte ten Oosten van Genteu ff hielden zich nog verscheidene lïcdej f uit deze kampongs op, die weiger r* aclitig bleven terug te keeren. Daar ij om werd den 20en naar Lo Blangai i Besoi opgerukt, waarbij drie lieden m werden doodgeschoten en eeuigen ge Ik vangen genomen, en enkele gewerci li' met munitie werden buitgemaakt. A Behalve het, verdrijven der benden d van Oemar, was liet doel dezer expo et ditie ook liet innen van het onbetaald ik gebleven deel dei- aan Lhong opgo- legde boete,'waarom de Kedjoeroeat I van Kotaradja was medegegaan. De V hoop om langs vredelicvendcn weg a hiertoe te geraken werd den 2 len a verijdeld, doordat genoemd hoofd vei' klaarde, dat zijne bevolking on mach tig tot betalen was, hoewel 'aanvan-ie kelijk door hem in uitzicht was ge steld, dat de afbetaling binnen énkele!1' dagen zou plaats vinden. De hoof- den, oudsten en rijke inwoners zijn1'' daarop naar liet bivak opgeroepen w alwaar zij voorloopig werden aango houden. Dc civiel en militair gouverneur]00 begaf zich in den avond van den 22n naar JLhong, en keerde den 23n vai daar terug, na plaatselijk de hangende'11 zaken besproken tc hebben niet den0 colonne-commandant, en don waarne menden assistent-resident van Groot Atjeh en omtrent de maatregelen om dc opgelegde boete te innen nadere01 bevelen te hebben gegeven. De dochter van den Kcdjoeroean gehuwd met T. Moesa, broeder vat T. Oemar, kwam den 16cn te over lijden, evenals de vrouw van laatst genoemde. Tjoet Nja Malingoi, die Da.ja overleed. T. Oemar moet nuf31 weder gehuwd zijn met eene vrouw Le' te Lam Méh, waarover Tjoet Nja Din zeer verstoord moid, wezen, zoo- 'a dat zelfs werd beweerd, dat zij zich niet verscheidene voorname pangli- ma's van hem teruggetrokken hebben. Het is echter te voorzien dat deze verstoordheid slechts var tijdelijken aard zal zijn. In de JA en VI Moekims bleef da toestand onveranderd. Uit Lhong keerden in laatstgemeld district we- 5 der 10 mannen."7 vrouwen kinderen terug. In het gebergte ten Z. W.der VII Moekims Baid huizen nog kleine Ben den. (he zich bij de nadering onzer troepen terugtrekken, maar van hunne aanwezigheid blijken geven, door de bevolking te verontrusten, en tc bo- a{ dreigen, waarover o. a. de zoon van den Imam van Baid zich kwam be klagen. Slechts eenmaal werd de dek king van eene afdecling genietroepen nabij Tjot Basetoet beschoten. Van den veevoorraad tc Indrapoer werden .eenige beesten gestolen ei l\ niet meer teruggekregen. De dievei zouden zich later te" Pasar Hamel (VU Moekims Paid) ophouden, waar om deze werd omsingeld, en eer viertal lieden werden gevangen ge nomen, van wie er twee als de dader, werden aangewezen. Nog werd in kampong Rekih dooi de marechaussee een persoon gearres teerd, die eerst voor den in 1884 ge deserteerden fuselier Spaans wérd aangezien, doch later bekende, de:: fuselier J. A. Ebbers uiig. st. no. 3999 te zijn, in Juni 1884 bij de oprichting van den post Samahani gedeserteerd, tegelijk met de fuseliers' Demeij (alg. st. no. 1101) en Malser (alg. st. no. 15942), beiden reeijs overleden. De vijandelijke partij leed een ge voelig verlies door liet overlijden van T. Moesa Anak Baté aan cholera, wellc bericht van verschillende zijdci werd bevestigd en ook over «S'egli tot ons kwam, zoodat. het wel als juist mag aangenomen worden. Aan diezelfde ziekte kwam ook Habib Hasan Lam Pocpoe te over lijden, die algemeen werd vereerd zoodat spoedig na zijn dood berichten ontvangen werden, dal. velen op zyn graf te Siroen aan' den bovenloop der Kemiroe kwamen hidden. Povnndien Kèmiroe kwamen bidden. Bovendien was het bekend, dat de honger ge noemde gestolen runderen derwaarts waren overgebracht, waarom in den naclit van 19 op 20 April van India- poeri daarheen werd uitgerukt. R P „Mijnheer de procureur-generaal wapent zich zeker tegen'diemoties die hem wachten, opdat deze hem niet zullen overweldigen. Morgen wordt de zaak Vauger- mont behandeld. Wat, is het. verschrikkelijk moeilijk zoo'n requisitoir te leiden! En welk een vermoeienis volgt daarop 1 Mynheer de procureur-generaal wil eens een oogonbhk van de ernstige bezigheden, die aan zijn ambt. verbonden zyn, uitrusten. Dat is gepermitteerd.1' „Ik dank u voor uw goedkeuring, mijnheer Delp," hernam de heer Garrigal zeer uit "ilo noogte. „Maar ik zeg u nog eens. dat ik van avond geen plezier heb mij met zaken te bemoeien. Wanneer gij mij dus niets nieuws hebt mede te ileelen Hij voleindigde den zin niet, maar gaf door ©en bc- wegim» van zijn hand zijn meening tc kennen: met de aanmatiging van een magistraat, die een weinig getem perd werd door de beleefdheid van een man. die zijn wereld kent, liet hij duidelijk blijken, dat de chef der geheime politie zich maar verwijderen moest. Maar de heer Delp, zonder in het minst kwaad te worden, antwoordde kalm „Ik bemerk wel, dat ik mijnheer den procureur.-gene- raal niet erg gelegen kom." „Gij overdrijft, mijn waarde Delp. Ik ben alleen bang, dat mijn plaats anders bezet is. Tot morgen dus. Vindt gy goed dat ik u van uw gezelschap ontroof? Ik ga weer naar de sociëteit." By deze woorden groette hij hem ongedwongen met de rechterhand, terwijl hij met dc linker zijn pels vast knoopte. De ernstige politiedienaar veinsde de onbeschaamdheid en de spottende familiariteit van dezen groet niet te begrijpen. En zonder te laten merken hoe zeer de ma nieyen van den chef van het parket hem beleedigden, hernam hij „Ik geloof, dat ik mijn plicht volbracht lieb, en zal mij dus ver wij (leven. Ik wensch u morgen een schitte ren1! :".icees, zooals gij reeds zoovele malen door uw v ''i\ koudheid hebt behaald Tot ziens; waarde (Weer Nadat, dc heer Delp deze woorden, die op kalmon, onverschilligen toon werden gesproken, had geuit, drukte hij de hand van den Zweed, boog tot op den grond voor den procureur-generaal, keerde hen den rug toe en wendde zich toen in de richting van de Madeleine. „Hè! hè!" zcide Garrigal, „wat is hij lichtgeraakt... Welnu dokter willen wij, inplaat.s van hier ^bevriezen, maar naar de club teruggaan? Coppélia interesseert mij niet. meer, nu de dugazon zich teruggetrokken heeft." De rookkamer in de Philadelphian-Club was een achthoekig zaaltje, dat door een groot spiegelraam ver licht werdnaast de gebeeldhouwde deur, waren twee boeren, die een lamp in de bek droegen geplaatst, en eén dikke, zwart satijnen portière, waarover nog een kanten gordijn hing, was voor de opening aangebracht; de zes andere wanden waren wit geschilderd en ver sierd met verguld koper ornamentiek, waarboven zich een plafond welfde, dat in denzelfden stijl was samen gesteld de vloer was mozaïk ingelegd en bestond uit palissander- en mahoniehout,. Langs de wanden was een lage, breede divan ge plaatst met sterk ruikend juchtleer gecapitonneerd een reusachtige tafel uit drie verdiepingen bestaande, stond midden in het vertrek, waarboven een oud zil veren luchter hing; kistjes sigaren van verschillende merken, allerlei.soorten tabak in oud-Dciftschc potten, een massa doozen en pakjes cigaretten, waaronder men de gewone „oaporal" van zes stuivers het pakje even goed als de echte Caïro'sclie Dimitripoulos die uit tabak van vijf louis het pond gerold worden, vond, waren op deze tafel gerangschikt.. Jjjfer trollen de lieer Garrigal en dokter Borg eenige van hun kennissen aan, die in liet Parijsche clubleven vrienden genoemd worden, maar wier vriendschap niet dieper gaat dan den naam alleeno. a, waren erPierre Léman, de romanschrijver, met. een blonden knevel, een monocle in liet oog, met een bleek gelaat, waarover een vermoeide glimlach zweefdegeneraal markies de Blossy, prins van Aiguemortes," een lange magere man, met, wit haar, dat zeer schaars was. een rood gelaat, levendige oogen, en die zich altijd naar de nieuwste mode kleedde: de tooncelspeler, Garnerin senior, die de groote politici les gaf in welsprekendheid, met een intelligent open uiterlyk, heldere oogen, kortgeknipt liaar, een" glad ge schoren gezicht, en die met een bandon stem lange verhalen opdischte, waarin hij zich zelf ophemelde, zoo als een troubadour weleer de heldenfeiten van een rid der van de Ronde-tafel verheerlijktegraaf Saint-Offenge met een monocle in het oog, dat door een breed zijdén lint in bedwang gehouden werd, een gardenia in het knoopsgat, van zyn blauw lakenschen rok, met zijden lapellen, en een gestrikte witte das, die met twee zwarte paarlcn speldjes was vastgestokenin een hoek op een schommelstoel zat de dikke Moussa Nephtali, die met de tarbouch op het hoofd, uit een Tuiksche pyp rookte, waarvan de lange slang versierd was met, ringen edelgesteenten. De procureur-generaal en Borg werden met algemeene blijdschap begroet. „Ah! zijt gij daar weer," riep Garnerin met zyn schetterende stem uit. „Gy zult toch morgen de laatste les komen nemen hé Het is voor dat provinciaalsclie accent „Welnu, laat gij prinses Irènc en Coppélia in den steek vroeg Blossy oolijk. „Alen spreekt veel goeds over uw réquisitoir,'1 mom pelde Saint-Offenge. die het hart op den tong droeg. „Maar liet. is jammer, dat gij van avond niet van dc partij zijt!" „Maar waarom zou ik niet?" hernam Garrigal, ter wijl hij de aanwezigen de hand drukte. „Een generaal slaapt niet op den vooravond van een grooteu slag. „Ik dank je wel, waarde Garrigal, voor het lesje dat gij my laatst, in de uitspraak gegeven hebt.. Prinses Las- caris ontbreekt het niet, aan cavaliers, markies en ik moet bekennen, dat wanneer het sneeuwt, mij de muziek dof in de ooren klinkt." Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2