..Mijne vrienden staan beneden. Zg hebben mij gezegd, het geld voor hen in ontvangst te nemen". En naar het venster gaande, riep hij tot de beide vrienden, die op de binnenplaats stonden: ,,'t Is immers goed, dat ik ac mee neem „Ja, ja!'' riepen zij, denkende dat er van de parapluie sprake was. Dien avond verdween de guit, zoa- der een spoor achter te laten. De beide vrienden beklaagden zich bij de politie en stelden den hotel houder verantwoordelijk voor do terug betaling van het hem toevertrouwde. .,U hebt te goeder trouw gehandeld," zei de commissaris. ..dat is waar, u, hebt u echter niet aan de voorwaar den gehouden en daardoor aan deze hoeren verlies berokkend. Voor den rechter zult u in het ongelijk gesteld worden; ik raad u dus aan, te be talen." „Goedik zal betalen," zeide de, hotelhouder. De vrienden wreven zich in de handen. „Maar alleen wanneer de drie rechthebbenden zich hij mij aanmel den. Dat is immers de afspraak?" „De andere is wegWij weten, niet waar hij is." „Dat kan ik niet helpen. Zoekt hem op en u zult uw geld hebben." De commissaris vond, dat de be klaagde in zyn recht was cn de beide vrienden moesten er zich bij neerleg gen. „Je bent ons ie slim af geweest, man," zeide Ferdinand bij het heen gaan. „Maar zeg eens. wat ben je voor een landsman „Ik ben Normandiër, lieeren," was het antwoord, dat een algemeen ga- lach uitlokte. Te New-York lag een lading graan gereed om naar Bombay te worden gezonden en onder de hongerlijdende Indiërs uitgedeeld te worden. Van liet plan is nu echter afgezienhet graan zal verkocht en dan het geld overgemaakt worden. Een van de re denen voor deze verandering moet zijn, dat Indische graanverkoopers hunlandgenooten hebben wijsgemaakt, dat de Amerikanen het graan ver giftigen. Als de byen niet ver van hun korf gaan. Als de zwaluwen dicht langs den grond vliegen. Daarentegen zal het mooi weer zyn Als de roos van Jericho haar bloem bladen in een knop trekt. Als de tortel langzaam roekeloert. Als de vleermuizen ia grooteu ge tale rondvliegen. Als de raven 's morgens krijsehen. Als de muggen tegen zonsonder gang in groote kolommen en dicht op elkaar vliegen. Vadermoord. Zondagmorgen heeft te Dubbeldam een zoor. zijn vader vermoord. De omstandigheden, waaronder de mis daad voorviel, zijn de volgende De verslagene, Mach iel Roos ge- heetcn, was spoorwegwachter aan den overweg van den z. g. Kruisweg, en stend bekend als een zeer opvliegend man. die zeer woeste buien kon heb ben. Sedert eenigen tijd woonde bij hem en zijn 18-jarige zoon Teun, die als schaapherder bij een boer in dienst is. De jongen had een goeden her dershond, met wien de vader het niet al te best vinden kon. Hierover wa ren al meermalen tusschen vader en zoon woorden gewisseld. J.l. Zondag iiad de vader een trein afgeseind en wilde zich met zijn sein vlag in de hand naar binnen begeven, toen de hond, die aan den ketting lag, begon te blaffen. De man, die de ge- heele week al slecht geluimd was ge weest. ontstak daarover in woede en ging den hond met don vlaggestok te lijf. Het ongeluk wilde dat de stok brak. Hierdoor nog meer geprikkeld, haalde hij een ijzeren stang, sloeg daarmee op den hond in, zoodat het dier half verlamd is, en trapte het hok aan stukken. Allengs schijnt de woede van den man tot razernij te zijn gestegen. Nu hij aan den hond zijn drift met meer koelen kou, moest de eigen zoon het ontgelden.-Deze bevond zich op den zolder en was vandaar getuige ge weest van zijns vaders woestheid en de mishandeling van den hond. Toen zijn vader hem" riep, weigerde hij dan ook te komen. Machiel Roos stormde nu de trap op, om zijn zoon van boven te halen. Maar hij 'had nog niet de vierde tre de bereikt of er knalden achter eenvolgens drie schoten, waarvan een hem in de volle borst trof. Teun, die een geladen revolver in zyn kist had liggen, had van den zolder op zijn vader geschoten. De gewonde moet na liet ontvan gen van het schot nog de kracht ge had hebben naar beneden te gaan. Volgens sommige verhalen zou zijn zoon hem nog een schot hébben na gezonden. Hoe dit zij, de man is nog naar buiten gegaan en heeft daar den laatsten adem uitgeblazen. De dader is gearresteerd. Spor£ era Wedstrijden, Cricket. Op den lsten Pinksterdag speelde, een Noordhollandsch elftal tegen een Zuidhollandseh te 's-Gravenhage. Het weer was regenachtig en de wedstrijd ving eerst te twaalf uur aan. Daar door ontbrak de tijd beide innings te spelen. In de eerste innings maakte Noord-Holland 85 punten met Kool als topscorer (51 runs); Zuid-Holland bracht t niet verder dan tot 30 pun ten, met. De Groot als topscorer (9 runs). Noord-Holland won dus met 47 runs. Wieler wedstr ij den. Te Geneve heeft Jaap Eden een matcli gestreden tegen het tandem- paar ChampionLewis. In beide af- aeelingen overwon de tandem zonder moeite. In dc beslissing der 1500 M. inter nationaal te Brussel zullen llouben en Protin elkaar de volgende week ontmoeten. Pro tin werd in zijn afdee- ling door Morin gehinderd, wat een woedende manifestatie aan het pu bliek ontlokte. Voor de streep stapte Morin daarop af en Protin werd in de beslissing toegelaten. Houben won zijn afdeding met een wiellcngte van pnrascier. In een z.g. Kausrit van den Grand Prix de Pruxelles kwamen Morin, Protin en Houben nogmaals tegen elkaar uit. De volgorde is als hier aangegeven met een dead iieai van de twee laatsten. Morin won na een eindspurt over 300 meter mot slechts 30 centimeter. Schietwedstr ij d. Dinsdagmorgen vereenigden een lOtai militaire wielrijders zich in „American Hotel" te Amsterdam, van waar zij zich per rijwiel onder leiding van den le luit J. C. Sommer na een flinke rijtoer naar het sc'nietter- rein „Het Vosje" begaven tot bet houden van hun jaarlijksch concours met den Rijksrevolver, waarmede zij in oorlogstijd gewaperd zyn. Een negental nam deel aan den wedstrijd, waarvan de uitslag was als volgt: Afstand 10 meters, 6 schoten, maxi mum 72 punten. lo. A. L. Couvóe, den Haag, 71 p., 2o-2P. L. Thierens, Haarlem, 09 p.; 3o. C. S. Stokvis, 67 p. Snelvuur op denzelfden afstand, 6 schoten binnen 20 seconden. lo Ant. J. Abspoel, Amsterdam, 63 punten; 2o. H. W. Zegger, Am sterdam 56 punten; 3o. Jkhr. mr. A. A. van Teylingen, Amsterdam, 52 punten. Wandelen. De amateur-wandel aar „Victoria", uit Den Haag, doorliep Zondag en Maandag den afstand Brussel—Den Haag. Zondag-avond ten 4.40 uur verliet hij Brussel om ten 11.30 Antwerpen te bereiken. Aangemoedigd door Bel gische gangmakers arriveerde hij ten 9.30 Maandagochtend te Roozendaal, liep van daar naar Ondenboseh en nam den trein naar AYillemsdorp om de Moerdijk over ie steken. Van AYillemsdorp bereikte hij ten 5.30 de tentoonstelling te Dordrecht, alwaar de burgemeester vanOud-Dordt hem een medaille schonk, omstreeks 10 uur 's avonds bereikte bij de sport- tentoonstelliug te Rotterdam, alwaar hem evencensccn medaille geschonken werd. Nog denzelfden avond liep „Victo ria" naar Den Haag, alwaar hij ten ruim 3 uur arriveerde. Volgens de gangmakers was hij weinig vermoeid. In de Dinsdag te Groningen gehou den harddraverij, aangespannen, af stand 330 meter prijzen f 400, f 200, f 100 en f 50 kwam „Sador" van den stal „Trio" te Soest als eerste aan 2e „Newbold", eigenaar J. AY Schuyl te Utrecht 3e „Huntress", eigenaar Joh. de Mol te 'sGravenhage cn 4e „Lucille", eigenaar J. YV. Schuyl tc Utrecht. REOHTSZA&EN. Een merkwaardige inbraak. Dinsdag stonden voor de rechtbank te Amsterdam terecht Jan Deutekom en J acob Pasma. (lie te zamen heb ben ingebroken in een woning in de Buiten Oranjestraat, waarmede een den gelieelen inboedel byeeupakte, terwijl de ander op dc harmonica speelde om de buren in de gedachte te brengen, dat de [bewoners aanwe zig waren en genoeglijk bijeenzaten. Het is geschied bij rne.j. v. d. V., die met haar gezin tijdelijk afwezig was en wel op H April. Mej. wed. Kramer—v. d. Velde had 's middags haar woning verlaten, en toen was haar boeltje" nog in de beste orde bij een. 's Avonds kreeg zij de veront rustende boodschap, dat zij onmiddel lijk tehuis- moest komen, want dat „ze" bezig waren haar woning leeg te dragen. Zij spoedde zich natuur lijk huiswaarts cn ontmoette daar reeds twee rechercheurs, die een voor- loopig onderzoek hadden ingesteld. Niet alleen haai- sieraden, maar haar beddegoed, haar kleederen, die van wijlen "haar man, de hangklok, zelfs de koffiekan, alles was verdwe nen. Gelukkig is de politie bij haar onderzoek zeer voorspoedig geweest. Bijna alles is ten huize van den eerste der beklaagden opgespoord. Het bed degoed lag bij van Deutekom in dc bedstede, de koffiekan stond lustig boven een lichtje te pruttelen, dc breekijzers lagen in de kast. Na gedanen arbeid was het goed rusten, zelfs vond men meer dan men zocht, waaruit bleek, dat van Deute kom ook nog een bezoek had ge bracht in een woning aandeNassau- kade en zich ook daar verschillende goederen had toegeëigend. De buren hadden zich dus door het harmonicaspel niet in do war la- ton brengen. Toen zy herhaaldelijk vrachtjes hadden zien weg brengen, waarschuwden get. Klinkenborg en N. de Manuel's de politie. Zij had den het geluk rechercheur Verbeek to treffen, die by de omwonenden da delijk inlichtingen .ging inwinnen. Zoo kreeg hy ongeveer een beschrijving van het uiterlijk der daders, cn het lijstje, dat hij in zijn hoofd heeft na gaande, begreep hij al heel gauw bij wie hy eens moest aankloppen. Hy ging naar de woning van Deu tekom in de Baanbrugsteeg. Deze was niet tehuis, een jongen, zekere Stu tiers. zat alleeu op de kamer, en hoelang' de recherche ook wachtte, Deutekom kwam niet thuis. Zooiiet men de bestolenen komen om luui goed te herkennen, waarna liet in be slag word genomen. Te huize van Pasma die iu't zelf de huis als de bestolene woont, werden geen goederen gevonden, wel een har monica. Bij dit onderzoek werd Verheek bijgestaan door rechercheur Martens. Eon belangrijk aandeel in de ont dekking hebben ook buurman Klin kenberg on diens vrouw. Do bestolene had laatstgenoemde verzocht een oogje op haar woning te houden, omdat (zij al eenmaal geld had vermist, en toen de vrouw een gekraak boven hoorde ging zij met haar man kijken. Klinkenberg opende de deur, die alleen" met Jde kruk gesloten was en stond toen eensklaps voor Deutekom, die zei: „Buurman, goed volk!" en buurman dacht dathij met den zoon der weduwe hij woonde er pas vier dagen te doen had, maar zijn vrouw, die reeds kennis had ge maakt, riep: „Neen, dat is geen goed volk!" waarop Deutekom zich langs hot trappetouw liet glijden en weg liep. Toen hij zoo met een plomp be neden kwam, kwam ook buurman v. d. Manners met zijn zoon inloopen, roepende: „Houdt derf dief!", nu werd jacht gemaakt op Deutekom maar men kon hem niet inhalen. Na deze buurlui werd de jongen Stufiers gehoord die op dc kamer van Deute kom gevonden is. Deze kon vertellen van de voorbereiding van de inbraak. Deutekoni-zou Pasma gevraagd heb ben boe het stond met dat zaakje in het huis, waar hij woonde. Pasma antwoordde: „Ga je gang maar, maar ik doe niet mee." In hoeverre Pasma dan ook medeplichtig is, blijkt uit dit getuigenis niet. Hij kwam niet bij D. in huis. Deutekom sjouwde al het goed naar boven. Wel heeft get. gehoord dat Pasma nog 'aanwijzingen gaf en opnoemde wat er verder nog te halen zou zijn, maar dat het beter was daarvoor te wachten tot het geheel donker zou zyn. Get. zou van de buit cén klok verkoopen, maar dit gelukte niet. De president, mr. Vichers Hoetli, vroeg get. wat hij toch met de zaak te maliën had. Hij wist toch dat de beklaagden verkeerde dingen deden Waarom is hij er niet tegen ingegaan Stuiters antwoordt, dat zij te zamen werk zouden zooken cn dat hij daar om in het gezelschap der beklaagden was. In dat clubje behoorde ook nog zekere Mol. Get. Stuiters schijnt echter meer met de uitvoering te doen te hebben gehad dan hij wil weten. Op den avond van het feit is in liet huis een jongen met een bonte muts gezien, en nu blijkt liet dat get. een muts heeft maar, zei hij Mol had er ook een. [Beklaagde Deutekom deed nu een lang verhaal, waaruit moest blijken dat hij eigenlijk verleid Ls en dat hij wel in de kamer der weduwe K. is geweest maar Pasma eigenlijk de hoofddader was en Staffers en Mul medeplichtigen. Bij de inbraak aan de Nassaukade zou hij in het geheel niet betrokken zijn. Hier zou Stuffers de hoofddader zijn geweest. Nadat nu nog de heeren Radema ker en Reynvaan gehoord waren, die aan dc Nassaukade wonen, en dat wel ter herkenning van het bij hen gestolene, werd de zitting voor een luilf uur geschorst. Uit het verhoor der getuigen bleek ten eerste, dat een buurvrouw liet uitdragen van den boedel heeft waar genomen, maar alleen Deutekom heeft gezien, ten tweede dat getuige Klin kenberg, die op dezelfde verdieping woont als de wed. Kramer en Deute kom betrapte, wel weet van een tweeden persoon, die langs hem heen vloog, maar dien 2en persoon niet kan aanwjjzeu of herkennen. Het openbaar ministerie requirecrtle voor den eersten beschuldigde i en voor den tweeden 3 jaar. Mr. Van Gïgeh oordeelde de inbraak door Deu tekom niet' bewezen, wel den diefstal. Hij achtte 4 jaar tc veel. Air. Deen pleitte voor Pasma. omdat diens fei telijk mededaderschap niet bewezen is. vrijspraak of althans een veel min dere straf dan geëischt wordt. NIEUWS. Een merkwaardige brief. Een onderwijzer aan een le klasse- school te Amsterdam had een leerling in zijne klas, die sukkelde aan chro nische zakdoekloosheid. De onderwij zer had tegen den jongen gezegd, dat deze thuis om een zakdoek moest vragen en ook aan moeder vertellen, dat meester eens bij moeder kwam om over den jongen te spreken. Het antwoord is vervat in 't volgende briefje. Meester myn zoontje YY ligt aldoor to vragen na zakdoeken als uwtuis een dozijntje heeft brengt uw se ddan maai- Meede ik zal se wel aannemen en het schijnt of de bené meer te kommandeeren hebben a ls het hooft nets als laast zoude wij huis bezoek van de Jeweling krygen maar voor sulke visiete ben ik niet tuis als de boven móester komt ten Alle Menuten maar ondergeschikte hebben zelf nog huisbezoek noodig. Wat een tlouwigeid de kinderen leeren is vrij wat beter. Mejuffrouw AA" eu nuw veel niet ik zulke vlouwe boodschappe in myn behoeftig groot gezin ik heb anderen zorg en meer ouders met Mij myn kinderen zijn altijt heel en schoon. Wij vonden het bovenstaande als bladvulling in het Vaktijdschrift voor onderwijzers. Het briefje van de juf frouw is zeker vermakelijk, maar het geeft, ook veel stof tot denken. Nog meer dan de gedachte „Wat het volk toch een onderwijzer, die geen hoofd is, voor minder dan half aanziet", drong zich ook nu weer die andere bij ons op: „Wat wordt in gezinnen met kinderen, ook al behooren ze niet tot de eigenlijke armen, een armoede geleden, en wat is het moeilijk voor onderwijzers en anderen, die zulke armoede niet door ervaring kennen, er voldoende rekening inede te hou den". (Schoolblad). Een moeilijk geval. De Engclsche legitimisten verkee- ren in een moeilijk geval. Prins Ruprecht van Beieren, de zoon van de „wettige-koningin'van Engeland, Schotland, Frankryk en Ierland", gelijk zij prinses Maria van Beieren noemen, komt deze maand naar Londen, om de „Hanuo- versche overweldigster" te huldigen bij de voltooiing van haar zestigste regeeringsjaar. Dc legitimisten weten niet hoe zij hun „hertog van Cornwall" moeten ontvangen. Eerst heette liet dat de toekomstige koningin van Beieren zelf zou ko men. Toen kwamen een paar heet hoofden op liet denkbeeld om 40,000 Legitimisten op te stellen in het Ludgate-circus. Deze zouden de St. Paul" binnendringen en de prinses van Beieren snel tot koningin van Engeland kronen Maar nn komt slechts de „hertog van Cornwall" en daarom wil men zich tevreden stellen met in een dei- hoofdstraten waar de stoet doorkomt een huis te huren en uit de vensters daarvan zooveel witte rozen „de witte bloemen van een vlekkeloos leven" tc werpen, dat de stoet niet kan voortgaan. Anderen stellen voor in het Duitsch tc roepen „God behoede koningin Alaliaen „God zegene prins Ru precht!" in liet Duitsch, omdat de Londensche „policeman" dit niet verstaan Een duel. Nabij Parijs hebben Zondag deaf" gevaurdigden Thomson en Mirman op den degen geduelleerd aanleiding was een oeleedigend dagbladartikel van den laatste. Het duel vond plaats op den weg van Versaillesen, wat bij andere duels zeker niet het geval is, was T publiek, hetwelk dit vecht partijtje tusschen twee deftige liee ren als een niet alledaagsche Pink sterzondag-vermakelijkheid beschouw de. O. a. woonden een veertigtal wielrijders en een dertigtal boeren het duel bij. Zy hebben hun hart aan de voor stelling kunnen ophalen, want het duel duurde niet minder dan een uur. De afloop was gelukkig niet erg droevig. Mirman werd licht aan den voorarm gewond. Waterlioos. Een zware ramp heeft het stadje Voiron by Grenoble getroffen. Zon dagmorgen is op hot plaatsje een waterhoos neergekomen. De beek de Morge heeft haar dyken doorbroken en de stad overstroomd. In een kwar tier tijds steeg het water vyf tot zes meter. Het spoorwegverkeer is ge stremd,twee bruggen zyn weggeslagen, vele huizen ingestort. De kerk dreigt in puin te vallen, er is geen huis dat niet beschadigd is. Een huis aan het marktplein, dicht bij een brug, is in tweeën gesneden; een deel is door het water medegevoerd. De gaslei dingen zijn vernield, zooi,lat de stad des nachts in diepe duisternis is ge huld. Er moeten ook persoonlijke ongelukken zijn voorgevallen. Men spreekt met reuen van vele milliocnen francs schade. Op St. Etienne is ook. een water hoos neergekomen, die groote schade heeft aangericht. Het dorp Lans, eveneens bij Grenoble, is door een dergelijk onheil getroffen, maar bij zonderheden ontbreken nog. Botsingen op zee. Zaterdag hebben er in het Kanaal twee botsingen plaats gehad. De eerste gebeurde 's ochtends bij Beacliy Head tusschen het stoomschip Port Victor, van Londen, groot 2793 tou, en het stoomschip Êoecliff. van Sunderland. 2076 ton, met een lading tarwe op weg naar Hamburg. De Roeclijf zonk onmiddellijk en acht opvarenden ver dronken. De Port Victor werd met zwaar beschadigde boeg naar Dover gesleept. Zaterdag tegen middernacht viel de andere botsing voor bij den AVblff-vuurtoren. De schoener Pearl werd daar in den grond geboord door het stoomschip Aral, van Liverpool. Vier van de zeven opvarenden ver dronken. Het bericht, dat de groote diamant van Hyderabad gestolen en door een valschen steen vervangen zou zijn, blijkt een verzinsel te wezen. De vier Normandiërs. De Normandiërs zijn berucht om hunne geslepenheid. „Listig als een Normandiër" is een spreekwoord, dat in Frankryk overal bekend is. Het volgende staaltje moge doen oordee- len, in hoeverre hetgezegde waar heid bevat. Twee inwoners van Caen, Ferdi nand en Bonifacius geheeten, waren te Parijs gekomen, om er oen veer tien dagen door te brengen. Aan tafel in hun hotel maakten zij kennis met iemand, die zich als hun landsman voorstelde en met wien zij spoedig op den meest vriendsehappe- 1 ijken voet stonden. Na het eten werd er een party tje .kaart gespeeld. Men kwam overeen dat eiken dag gedurende eene week vol te houden, en voor het ingezette geld uitstapjes in den omtrek te ma ken. De lieer des huizes zou den pot in bewaring houden en dien niet mogen afgeven, dan wanneer alle drie te zamen er om vroegen. Tegen het einde der week was de pot tot zeshonderd francs aangegroeid en den volgenden dag' besloot men de reeks van pleziertochtjes met een ritje naar Arersailles te openen. Des avonds gingen de drie vrienden als naar gewoonte, de stad in. „Jelui wilt naar den schouwburg en ik moet van avond nog eenige zaken afdoen", zeide de vroolijke landsman van Bonifacius en Ferdinand tot den laatste, toen zij beneden aan de trap stonden. ..Ik ben bang,, dat we regen zullen krijgen, mag ik uw parapluie voor een paar uur lecnen?" „AVel zeker! Zij staat boven. Als je wilt. kan je ze gaan halen." De ander ging terug. Maar boven gekomen, riep hij den hotelhouder en vroeg hem de zeshonderd francs, welke deze in bewaring had. „Die mag ik alleen afgeven aau u drieën .tegelijk, zooals overeengekomen is," antwoordde de man. „Hebt gij uw courant dan niet nagekeken „Neen.Dat laat ik aan den sequester over, die gij en uws gelijken hebt benoemd om mijn zaken te regelen, mijnheer Nephtaü." „FatimaHy heeft het Nieuwsblad niet gelezen Do Amerikaanscbe courant, RallauHier ziet gij een gelukkig man voor u, EpaminondaEn gij Izze- din, verheug u met uw vader, dat hij zoo gelukkig is een goede daad te kunnen verrichten, want hij heeft zijn vriend een gelukkige tijding mee te deelen „AVilt gij mij nu einclelyk eens zeggen, waar gij het óver hebt?" vroeg Vaugermorft ongeduldig geworden door zoo'n omhaal van woorden. „"Welnumyn waarde, men spreekt op de Beurs van niets anders:.. De liquidatie van Malaquer teBuenos- Ayres heeft een zeer gunstig verloop gehad; baron Desmarches heeft mij verteld," dat gij daardoor in het bezit van anderhalf millioen komt. Een ware verrassing niet waar!" „Inderdaad." mompelde Araugermont, die even van kleur verschoot, maar wiens gelaat overigens volstrekt niet verried, wat er in hem omging. „Anderhalf millioenriep Ncphtali luid uit „Na tuurlijk wordt ik nu weder uw vennoot, cn wij zullen beter vrienden zyn dan ooit." Maar A'augermont antwoordde droog: „lk trek mij uit mijn zaken terugik dank u dus zeer Daarop voegde hij zich bij zijn dochter en Lueile. welke laatste mevrouw Ncphtali uit de verte minachtend aanzag. Bij het hooren van deze goede tijding kon Pierre zyn vreugde bijna niet langer bedwingen, terwijl zijn gelaat van geluk straalde. „Zijt gij tevreden vroeg Rallau, die naar hein toe kwam met eenigszins onzekeren tred, daar zij telkens in haar langeiy violetkleurigen fluweelen sleep ver ward r? tikte. d:r twijfel; wanneer men mij al niet om mijn perron groot, dan zal men het toch om mijn gold doen." „Zeer zeker," antwoordde zij, zonder zelfs te hegrij pen, dat zij oen flater beging. „Gij kunt nu gaan trouwen." „Zeer zeker," zeide hij op zyn beurt spottend. „Papa zegt, dat een millioen voldoende is, om liet recht te helmen een meisje te vragen." „Zelfs een arm meisje?" „Ik begrijp u niet, mijnheer Pierre." „Dat weet ik wel, juffrouw: maar ik geloof ook niet, dat wij denzelfden weg bewandelen." Hij 'boog even en liep toen naar zyn vader, die in druk gesprek was met Alice en Lueile zonder zich in 't minst om dc oosterlingen te bekommeren, die door deze koude spottende ontvangst vernederd werden. De groote Levautynsche praatte met hare zoons Arabisch, en aan hare uitroepen, en manieren kon rnen duidelijk bemerken, dat zij buiten zich zelf van woede was. Mama Rowena, die eenigszins ongerust werd, nader de haar echtgenoot, die zwijgend met over elkaar ge slagen armen tegenover Moussa Ncphtali stond. „Hebt gij mijnheer de teckening van de fontein al laten zien, Arrias vroeg zij zachtjes. Dadelijk opende hij een portefeuille, nam er eenige bladen uit en legde ze op tatelde bankier bukte ziel) om ze nauwkeurig te bezien. Hij nam er een aquarel uit, waarvan de heldere klem-en hem aanlokteneen koepel, gesteund door vier paren dunne zuilen, waar- tussehen zich een achthoekig bassin bpvond van ver schillende soorten ingelegd marmer. Hy wees er met zijn vinger op, vragende „Hoeveel Zestig duizend franken." „Te duur. Maai' dat doet er niet toe. Kom morgen even bij my aan, dan zullen wij zien een overeenkomst te sluiten. Ik zal liet wel goed met u makenartisten zijn gewoonlijk niet rijk, is liet wel Neen, neen - bedank mij niet! Ik heb veel met kunstenaars op Papa Népomuck stak zijn banden in de zakken. Zoo gaarne had hij den millionair eens flink op zyn plaats gezet. Maar de goede mama Rowena waakte over hem. Zy maakte een buiging en zeide „Het zal een prachtig monument worden, en bijzon der goed uitkomen in het groote park van Veroflay met zyn mooie boomen gij zult eens zien, mijnheer wat een goed effect, dat marmer en goud maakt tegen dien donkergroenen achtergrond „Ik zal er een stukje over in de courant laten zet ten," hernam Nephtali reeds vast besloten. „Gij moet mij dan alleen eens de namen van het marmer en den stijl opschrijven Ik heb zoo'n klerk, die zulke din gen doet. Hy heeft nog al eenig talent!" Nepomacène haalde de schouders op. De domme ge zegden van dezen man ergerden hem onuitsprekelijk K O O li s IJ. Lombok. Aan de Loc. wordt uit Arapenaa dd. 2S April geschreven „Diefachtigheid, het niet onder scheiden van het mijn en dijn. is een algemeen bekend gebrek van de be woners dezer koloniën, maar onder hen allen is dc Sasak zeker het meest met dat zwak behept. Niets kan hij onbeheerd zien liggen, of hij gaat er op los. Zelfs het daglicht en de tegen woordigheid van ander„c personen deren hem niet, wanneer hij slechts aan zijn roofzucht, kan voldoen. Zoo sneed nu pas op klaarlichten dag een Sasak in de woning van iemand, die zich naar do mandf-kamer had bege ven, de gordijnen bij. dc roeden "af, terwijl een ander in het kampement., onder de oogen van verschillende ge tuigen, de kist van een betaalmeester openbrak. „Op mijn vraag aan iemand van hun eigen landaard, of de Sasaks vóór de komst der compagnie op Lombok ook zoo diefachtig waren, kreeg ik ten antwoord: „De compagnie is veel te goed, zij geöft huisvesting, goede kleeding en ruime voeding aan de misdadigers; de radja van Lombok strafte ze met den dood en liet ze onder zwaren arbeid door gebrek ver kwijnen. Daarom vreest men het vonnis van dc compagnie niet en vermenig vuldigen zich tegenwoordig de mis daden „Toen ik kort geleden een troep gevangenen zag vertrekken met be stemming voor Soerabaja. drie aan drie gekluisterd door zware ketenen, die bevestigd waren aan halsringen, besefte ik die goedheid van ons be stuur niet zoo volkomen als mijn in formant. Blijft echter de bevolking hier spotten met recht en wet, dan schijnt liet vrij duidelijk hoe zij alleen onder de ijzeren hand der tucht kan herboren 'worden. Met den aanleg van de telegraaflijn maakt men haastbinnen één maand moet. zij klaar zijn. Deze haast geeft den chef van het post- en telegraaf kantoor hier veel drukte en zal mis schien ook tot soesah leiden, daar zijn .evenals de gemaakte vriendelijkheid van de Levant!jn- sche cn de ongepaste manieren van haar twee zoons, die. op kussens gezeten, cigaretten rookten. Er begon een drukkende, vervelende stilte in het atelier te heerschen, die evenwel aanstonds in opge wondenheid cn vroolijkbeid overging. Alice, Lueile Elsa en Pierre spraken zachtjes met elkaar. Vaugermont, wiens gelaat de diepste minachting uit drukte, stond onbewegelijk in gepeins verzonken. Nephtali voegde zich bij hem en troonde hem inede naar een hoek van liet atelier. Mot aarzelende stem begon hij „Gij zijt toch niet kwaad op mij. Vaugermont? Ik heb n niet beschuldigd en tochik weet dat uw za ken op het oogenhlik zeer goed staan. AVaarom zouden wij niet evenals vroeger weer samen handel drijven lk heb zulke mooie plannen. Tn twee jaar is uw kapi taal verdubbeld." Alet oen goedige welwillendheid had hij dit alles ge zegd Vaugermont luisterde glimlachend naar hem; maar antwoordde op vasten toon „Ik heb u reeds eenmaal verteld, dat ik mij uit miju zaken terugtrek. Ik ben rijk, en zelis zeer rijk, wanneer de tijding, die gij mij daar zoo even meedeelt waarheid bevat." Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2