..Mijne vrienden staan beneden. Zg
hebben mij gezegd, het geld voor hen
in ontvangst te nemen".
En naar het venster gaande, riep
hij tot de beide vrienden, die op de
binnenplaats stonden:
,,'t Is immers goed, dat ik ac mee
neem
„Ja, ja!'' riepen zij, denkende dat
er van de parapluie sprake was.
Dien avond verdween de guit, zoa-
der een spoor achter te laten.
De beide vrienden beklaagden zich
bij de politie en stelden den hotel
houder verantwoordelijk voor do terug
betaling van het hem toevertrouwde.
.,U hebt te goeder trouw gehandeld,"
zei de commissaris. ..dat is waar, u,
hebt u echter niet aan de voorwaar
den gehouden en daardoor aan deze
hoeren verlies berokkend. Voor den
rechter zult u in het ongelijk gesteld
worden; ik raad u dus aan, te be
talen."
„Goedik zal betalen," zeide de,
hotelhouder.
De vrienden wreven zich in de
handen.
„Maar alleen wanneer de drie
rechthebbenden zich hij mij aanmel
den. Dat is immers de afspraak?"
„De andere is wegWij weten, niet
waar hij is."
„Dat kan ik niet helpen. Zoekt
hem op en u zult uw geld hebben."
De commissaris vond, dat de be
klaagde in zyn recht was cn de beide
vrienden moesten er zich bij neerleg
gen.
„Je bent ons ie slim af geweest,
man," zeide Ferdinand bij het heen
gaan. „Maar zeg eens. wat ben je
voor een landsman
„Ik ben Normandiër, lieeren," was
het antwoord, dat een algemeen ga-
lach uitlokte.
Te New-York lag een lading graan
gereed om naar Bombay te worden
gezonden en onder de hongerlijdende
Indiërs uitgedeeld te worden. Van
liet plan is nu echter afgezienhet
graan zal verkocht en dan het geld
overgemaakt worden. Een van de re
denen voor deze verandering moet
zijn, dat Indische graanverkoopers
hunlandgenooten hebben wijsgemaakt,
dat de Amerikanen het graan ver
giftigen.
Als de byen niet ver van hun korf
gaan.
Als de zwaluwen dicht langs den
grond vliegen.
Daarentegen zal het mooi weer zyn
Als de roos van Jericho haar bloem
bladen in een knop trekt.
Als de tortel langzaam roekeloert.
Als de vleermuizen ia grooteu ge
tale rondvliegen.
Als de raven 's morgens krijsehen.
Als de muggen tegen zonsonder
gang in groote kolommen en dicht op
elkaar vliegen.
Vadermoord.
Zondagmorgen heeft te Dubbeldam
een zoor. zijn vader vermoord. De
omstandigheden, waaronder de mis
daad voorviel, zijn de volgende
De verslagene, Mach iel Roos ge-
heetcn, was spoorwegwachter aan den
overweg van den z. g. Kruisweg, en
stend bekend als een zeer opvliegend
man. die zeer woeste buien kon heb
ben. Sedert eenigen tijd woonde bij hem
en zijn 18-jarige zoon Teun, die als
schaapherder bij een boer in dienst
is. De jongen had een goeden her
dershond, met wien de vader het niet
al te best vinden kon. Hierover wa
ren al meermalen tusschen vader en
zoon woorden gewisseld.
J.l. Zondag iiad de vader een trein
afgeseind en wilde zich met zijn sein
vlag in de hand naar binnen begeven,
toen de hond, die aan den ketting lag,
begon te blaffen. De man, die de ge-
heele week al slecht geluimd was ge
weest. ontstak daarover in woede en
ging den hond met don vlaggestok
te lijf. Het ongeluk wilde dat de stok
brak. Hierdoor nog meer geprikkeld,
haalde hij een ijzeren stang, sloeg
daarmee op den hond in, zoodat het
dier half verlamd is, en trapte het
hok aan stukken.
Allengs schijnt de woede van den
man tot razernij te zijn gestegen. Nu
hij aan den hond zijn drift met meer
koelen kou, moest de eigen zoon het
ontgelden.-Deze bevond zich op den
zolder en was vandaar getuige ge
weest van zijns vaders woestheid en
de mishandeling van den hond. Toen
zijn vader hem" riep, weigerde hij dan
ook te komen.
Machiel Roos stormde nu de trap
op, om zijn zoon van boven te halen.
Maar hij 'had nog niet de vierde tre
de bereikt of er knalden achter
eenvolgens drie schoten, waarvan een
hem in de volle borst trof. Teun, die
een geladen revolver in zyn kist had
liggen, had van den zolder op zijn
vader geschoten.
De gewonde moet na liet ontvan
gen van het schot nog de kracht ge
had hebben naar beneden te gaan.
Volgens sommige verhalen zou zijn
zoon hem nog een schot hébben na
gezonden. Hoe dit zij, de man is nog
naar buiten gegaan en heeft daar den
laatsten adem uitgeblazen.
De dader is gearresteerd.
Spor£ era Wedstrijden,
Cricket.
Op den lsten Pinksterdag speelde,
een Noordhollandsch elftal tegen een
Zuidhollandseh te 's-Gravenhage. Het
weer was regenachtig en de wedstrijd
ving eerst te twaalf uur aan. Daar
door ontbrak de tijd beide innings te
spelen. In de eerste innings maakte
Noord-Holland 85 punten met Kool
als topscorer (51 runs); Zuid-Holland
bracht t niet verder dan tot 30 pun
ten, met. De Groot als topscorer (9
runs). Noord-Holland won dus met
47 runs.
Wieler wedstr ij den.
Te Geneve heeft Jaap Eden een
matcli gestreden tegen het tandem-
paar ChampionLewis. In beide af-
aeelingen overwon de tandem zonder
moeite.
In dc beslissing der 1500 M. inter
nationaal te Brussel zullen llouben
en Protin elkaar de volgende week
ontmoeten. Pro tin werd in zijn afdee-
ling door Morin gehinderd, wat een
woedende manifestatie aan het pu
bliek ontlokte. Voor de streep stapte
Morin daarop af en Protin werd in
de beslissing toegelaten. Houben won
zijn afdeding met een wiellcngte van
pnrascier.
In een z.g. Kausrit van den Grand
Prix de Pruxelles kwamen Morin,
Protin en Houben nogmaals tegen
elkaar uit. De volgorde is als hier
aangegeven met een dead iieai van
de twee laatsten. Morin won na een
eindspurt over 300 meter mot slechts
30 centimeter.
Schietwedstr ij d.
Dinsdagmorgen vereenigden een
lOtai militaire wielrijders zich in
„American Hotel" te Amsterdam, van
waar zij zich per rijwiel onder leiding
van den le luit J. C. Sommer na
een flinke rijtoer naar het sc'nietter-
rein „Het Vosje" begaven tot bet
houden van hun jaarlijksch concours
met den Rijksrevolver, waarmede zij
in oorlogstijd gewaperd zyn.
Een negental nam deel aan den
wedstrijd, waarvan de uitslag was
als volgt:
Afstand 10 meters, 6 schoten, maxi
mum 72 punten.
lo. A. L. Couvóe, den Haag, 71 p.,
2o-2P. L. Thierens, Haarlem, 09 p.;
3o. C. S. Stokvis, 67 p.
Snelvuur op denzelfden afstand, 6
schoten binnen 20 seconden.
lo Ant. J. Abspoel, Amsterdam,
63 punten; 2o. H. W. Zegger, Am
sterdam 56 punten; 3o. Jkhr. mr. A.
A. van Teylingen, Amsterdam, 52
punten.
Wandelen.
De amateur-wandel aar „Victoria",
uit Den Haag, doorliep Zondag en
Maandag den afstand Brussel—Den
Haag.
Zondag-avond ten 4.40 uur verliet
hij Brussel om ten 11.30 Antwerpen
te bereiken. Aangemoedigd door Bel
gische gangmakers arriveerde hij ten
9.30 Maandagochtend te Roozendaal,
liep van daar naar Ondenboseh en
nam den trein naar AYillemsdorp om
de Moerdijk over ie steken.
Van AYillemsdorp bereikte hij ten
5.30 de tentoonstelling te Dordrecht,
alwaar de burgemeester vanOud-Dordt
hem een medaille schonk, omstreeks
10 uur 's avonds bereikte bij de sport-
tentoonstelliug te Rotterdam, alwaar
hem evencensccn medaille geschonken
werd.
Nog denzelfden avond liep „Victo
ria" naar Den Haag, alwaar hij ten
ruim 3 uur arriveerde. Volgens de
gangmakers was hij weinig vermoeid.
In de Dinsdag te Groningen gehou
den harddraverij, aangespannen, af
stand 330 meter prijzen f 400, f 200,
f 100 en f 50 kwam „Sador" van den
stal „Trio" te Soest als eerste aan
2e „Newbold", eigenaar J. AY Schuyl
te Utrecht 3e „Huntress", eigenaar
Joh. de Mol te 'sGravenhage cn 4e
„Lucille", eigenaar J. YV. Schuyl tc
Utrecht.
REOHTSZA&EN.
Een merkwaardige inbraak.
Dinsdag stonden voor de rechtbank
te Amsterdam terecht Jan Deutekom
en J acob Pasma. (lie te zamen heb
ben ingebroken in een woning in de
Buiten Oranjestraat, waarmede een
den gelieelen inboedel byeeupakte,
terwijl de ander op dc harmonica
speelde om de buren in de gedachte
te brengen, dat de [bewoners aanwe
zig waren en genoeglijk bijeenzaten.
Het is geschied bij rne.j. v. d. V.,
die met haar gezin tijdelijk afwezig
was en wel op H April. Mej. wed.
Kramer—v. d. Velde had 's middags
haar woning verlaten, en toen was
haar boeltje" nog in de beste orde bij
een. 's Avonds kreeg zij de veront
rustende boodschap, dat zij onmiddel
lijk tehuis- moest komen, want dat
„ze" bezig waren haar woning leeg
te dragen. Zij spoedde zich natuur
lijk huiswaarts cn ontmoette daar
reeds twee rechercheurs, die een voor-
loopig onderzoek hadden ingesteld.
Niet alleen haai- sieraden, maar
haar beddegoed, haar kleederen, die
van wijlen "haar man, de hangklok,
zelfs de koffiekan, alles was verdwe
nen. Gelukkig is de politie bij haar
onderzoek zeer voorspoedig geweest.
Bijna alles is ten huize van den eerste
der beklaagden opgespoord. Het bed
degoed lag bij van Deutekom in dc
bedstede, de koffiekan stond lustig
boven een lichtje te pruttelen, dc
breekijzers lagen in de kast.
Na gedanen arbeid was het goed
rusten, zelfs vond men meer dan men
zocht, waaruit bleek, dat van Deute
kom ook nog een bezoek had ge
bracht in een woning aandeNassau-
kade en zich ook daar verschillende
goederen had toegeëigend.
De buren hadden zich dus door
het harmonicaspel niet in do war la-
ton brengen. Toen zy herhaaldelijk
vrachtjes hadden zien weg brengen,
waarschuwden get. Klinkenborg en
N. de Manuel's de politie. Zij had
den het geluk rechercheur Verbeek
to treffen, die by de omwonenden da
delijk inlichtingen .ging inwinnen. Zoo
kreeg hy ongeveer een beschrijving
van het uiterlijk der daders, cn het
lijstje, dat hij in zijn hoofd heeft na
gaande, begreep hij al heel gauw bij
wie hy eens moest aankloppen.
Hy ging naar de woning van Deu
tekom in de Baanbrugsteeg. Deze
was niet tehuis, een jongen, zekere
Stu tiers. zat alleeu op de kamer, en
hoelang' de recherche ook wachtte,
Deutekom kwam niet thuis. Zooiiet
men de bestolenen komen om luui
goed te herkennen, waarna liet in be
slag word genomen.
Te huize van Pasma die iu't zelf de
huis als de bestolene woont, werden
geen goederen gevonden, wel een har
monica.
Bij dit onderzoek werd Verheek
bijgestaan door rechercheur Martens.
Eon belangrijk aandeel in de ont
dekking hebben ook buurman Klin
kenberg on diens vrouw. Do bestolene
had laatstgenoemde verzocht een oogje
op haar woning te houden, omdat (zij
al eenmaal geld had vermist, en toen
de vrouw een gekraak boven hoorde
ging zij met haar man kijken.
Klinkenberg opende de deur, die
alleen" met Jde kruk gesloten was en
stond toen eensklaps voor Deutekom,
die zei: „Buurman, goed volk!" en
buurman dacht dathij met den
zoon der weduwe hij woonde er
pas vier dagen te doen had, maar
zijn vrouw, die reeds kennis had ge
maakt, riep: „Neen, dat is geen goed
volk!" waarop Deutekom zich langs
hot trappetouw liet glijden en weg
liep.
Toen hij zoo met een plomp be
neden kwam, kwam ook buurman v.
d. Manners met zijn zoon inloopen,
roepende: „Houdt derf dief!", nu
werd jacht gemaakt op Deutekom
maar men kon hem niet inhalen. Na
deze buurlui werd de jongen Stufiers
gehoord die op dc kamer van Deute
kom gevonden is. Deze kon vertellen
van de voorbereiding van de inbraak.
Deutekoni-zou Pasma gevraagd heb
ben boe het stond met dat zaakje in
het huis, waar hij woonde.
Pasma antwoordde: „Ga je gang
maar, maar ik doe niet mee." In
hoeverre Pasma dan ook medeplichtig
is, blijkt uit dit getuigenis niet. Hij
kwam niet bij D. in huis. Deutekom
sjouwde al het goed naar boven.
Wel heeft get. gehoord dat Pasma
nog 'aanwijzingen gaf en opnoemde
wat er verder nog te halen zou zijn,
maar dat het beter was daarvoor te
wachten tot het geheel donker zou
zyn. Get. zou van de buit cén klok
verkoopen, maar dit gelukte niet.
De president, mr. Vichers Hoetli,
vroeg get. wat hij toch met de zaak
te maliën had. Hij wist toch dat de
beklaagden verkeerde dingen deden
Waarom is hij er niet tegen ingegaan
Stuiters antwoordt, dat zij te zamen
werk zouden zooken cn dat hij daar
om in het gezelschap der beklaagden
was. In dat clubje behoorde ook nog
zekere Mol.
Get. Stuiters schijnt echter meer
met de uitvoering te doen te hebben
gehad dan hij wil weten. Op den
avond van het feit is in liet huis een
jongen met een bonte muts gezien,
en nu blijkt liet dat get. een muts
heeft maar, zei hij Mol had er
ook een.
[Beklaagde Deutekom deed nu een
lang verhaal, waaruit moest blijken
dat hij eigenlijk verleid Ls en dat hij
wel in de kamer der weduwe K. is
geweest maar Pasma eigenlijk de
hoofddader was en Staffers en Mul
medeplichtigen.
Bij de inbraak aan de Nassaukade
zou hij in het geheel niet betrokken
zijn. Hier zou Stuffers de hoofddader
zijn geweest.
Nadat nu nog de heeren Radema
ker en Reynvaan gehoord waren, die
aan dc Nassaukade wonen, en dat
wel ter herkenning van het bij hen
gestolene, werd de zitting voor een
luilf uur geschorst.
Uit het verhoor der getuigen bleek
ten eerste, dat een buurvrouw liet
uitdragen van den boedel heeft waar
genomen, maar alleen Deutekom heeft
gezien, ten tweede dat getuige Klin
kenberg, die op dezelfde verdieping
woont als de wed. Kramer en Deute
kom betrapte, wel weet van een
tweeden persoon, die langs hem heen
vloog, maar dien 2en persoon niet kan
aanwjjzeu of herkennen.
Het openbaar ministerie requirecrtle
voor den eersten beschuldigde i en
voor den tweeden 3 jaar. Mr. Van
Gïgeh oordeelde de inbraak door Deu
tekom niet' bewezen, wel den diefstal.
Hij achtte 4 jaar tc veel. Air. Deen
pleitte voor Pasma. omdat diens fei
telijk mededaderschap niet bewezen
is. vrijspraak of althans een veel min
dere straf dan geëischt wordt.
NIEUWS.
Een merkwaardige brief.
Een onderwijzer aan een le klasse-
school te Amsterdam had een leerling
in zijne klas, die sukkelde aan chro
nische zakdoekloosheid. De onderwij
zer had tegen den jongen gezegd, dat
deze thuis om een zakdoek moest
vragen en ook aan moeder vertellen,
dat meester eens bij moeder kwam
om over den jongen te spreken. Het
antwoord is vervat in 't volgende
briefje.
Meester myn zoontje YY ligt
aldoor to vragen na zakdoeken als
uwtuis een dozijntje heeft brengt uw
se ddan maai- Meede ik zal se wel
aannemen en het schijnt of de bené
meer te kommandeeren hebben a ls het
hooft nets als laast zoude wij huis
bezoek van de Jeweling krygen maar
voor sulke visiete ben ik niet tuis
als de boven móester komt ten Alle
Menuten maar ondergeschikte hebben
zelf nog huisbezoek noodig. Wat een
tlouwigeid de kinderen leeren is vrij
wat beter.
Mejuffrouw AA"
eu nuw veel niet ik zulke vlouwe
boodschappe in myn behoeftig groot
gezin ik heb anderen zorg en meer
ouders met Mij myn kinderen zijn
altijt heel en schoon.
Wij vonden het bovenstaande als
bladvulling in het Vaktijdschrift voor
onderwijzers. Het briefje van de juf
frouw is zeker vermakelijk, maar het
geeft, ook veel stof tot denken. Nog
meer dan de gedachte „Wat het volk
toch een onderwijzer, die geen hoofd
is, voor minder dan half aanziet",
drong zich ook nu weer die andere
bij ons op: „Wat wordt in gezinnen
met kinderen, ook al behooren ze niet
tot de eigenlijke armen, een armoede
geleden, en wat is het moeilijk voor
onderwijzers en anderen, die zulke
armoede niet door ervaring kennen,
er voldoende rekening inede te hou
den". (Schoolblad).
Een moeilijk geval.
De Engclsche legitimisten verkee-
ren in een moeilijk geval.
Prins Ruprecht van Beieren, de
zoon van de „wettige-koningin'van
Engeland, Schotland, Frankryk en
Ierland", gelijk zij prinses Maria van
Beieren noemen, komt deze maand
naar Londen, om de „Hanuo-
versche overweldigster" te huldigen
bij de voltooiing van haar zestigste
regeeringsjaar.
Dc legitimisten weten niet hoe zij
hun „hertog van Cornwall" moeten
ontvangen.
Eerst heette liet dat de toekomstige
koningin van Beieren zelf zou ko
men. Toen kwamen een paar heet
hoofden op liet denkbeeld om 40,000
Legitimisten op te stellen in het
Ludgate-circus. Deze zouden de St.
Paul" binnendringen en de prinses
van Beieren snel tot koningin van
Engeland kronen
Maar nn komt slechts de „hertog
van Cornwall" en daarom wil men
zich tevreden stellen met in een dei-
hoofdstraten waar de stoet doorkomt
een huis te huren en uit de vensters
daarvan zooveel witte rozen „de
witte bloemen van een vlekkeloos
leven" tc werpen, dat de stoet
niet kan voortgaan.
Anderen stellen voor in het Duitsch
tc roepen „God behoede koningin
Alaliaen „God zegene prins Ru
precht!" in liet Duitsch, omdat
de Londensche „policeman" dit niet
verstaan
Een duel.
Nabij Parijs hebben Zondag deaf"
gevaurdigden Thomson en Mirman
op den degen geduelleerd aanleiding
was een oeleedigend dagbladartikel
van den laatste. Het duel vond plaats
op den weg van Versaillesen, wat
bij andere duels zeker niet het geval
is, was T publiek, hetwelk dit vecht
partijtje tusschen twee deftige liee
ren als een niet alledaagsche Pink
sterzondag-vermakelijkheid beschouw
de. O. a. woonden een veertigtal
wielrijders en een dertigtal boeren het
duel bij.
Zy hebben hun hart aan de voor
stelling kunnen ophalen, want het
duel duurde niet minder dan een uur.
De afloop was gelukkig niet erg
droevig. Mirman werd licht aan den
voorarm gewond.
Waterlioos.
Een zware ramp heeft het stadje
Voiron by Grenoble getroffen. Zon
dagmorgen is op hot plaatsje een
waterhoos neergekomen. De beek de
Morge heeft haar dyken doorbroken
en de stad overstroomd. In een kwar
tier tijds steeg het water vyf tot zes
meter. Het spoorwegverkeer is ge
stremd,twee bruggen zyn weggeslagen,
vele huizen ingestort. De kerk dreigt
in puin te vallen, er is geen huis dat
niet beschadigd is. Een huis aan het
marktplein, dicht bij een brug, is in
tweeën gesneden; een deel is door
het water medegevoerd. De gaslei
dingen zijn vernield, zooi,lat de stad
des nachts in diepe duisternis is ge
huld. Er moeten ook persoonlijke
ongelukken zijn voorgevallen. Men
spreekt met reuen van vele milliocnen
francs schade.
Op St. Etienne is ook. een water
hoos neergekomen, die groote schade
heeft aangericht. Het dorp Lans,
eveneens bij Grenoble, is door een
dergelijk onheil getroffen, maar bij
zonderheden ontbreken nog.
Botsingen op zee.
Zaterdag hebben er in het Kanaal
twee botsingen plaats gehad. De eerste
gebeurde 's ochtends bij Beacliy Head
tusschen het stoomschip Port Victor,
van Londen, groot 2793 tou, en het
stoomschip Êoecliff. van Sunderland.
2076 ton, met een lading tarwe op
weg naar Hamburg. De Roeclijf zonk
onmiddellijk en acht opvarenden ver
dronken. De Port Victor werd met
zwaar beschadigde boeg naar Dover
gesleept. Zaterdag tegen middernacht
viel de andere botsing voor bij den
AVblff-vuurtoren. De schoener Pearl
werd daar in den grond geboord door
het stoomschip Aral, van Liverpool.
Vier van de zeven opvarenden ver
dronken.
Het bericht, dat de groote diamant
van Hyderabad gestolen en door een
valschen steen vervangen zou zijn,
blijkt een verzinsel te wezen.
De vier Normandiërs.
De Normandiërs zijn berucht om
hunne geslepenheid. „Listig als een
Normandiër" is een spreekwoord, dat
in Frankryk overal bekend is. Het
volgende staaltje moge doen oordee-
len, in hoeverre hetgezegde waar
heid bevat.
Twee inwoners van Caen, Ferdi
nand en Bonifacius geheeten, waren
te Parijs gekomen, om er oen veer
tien dagen door te brengen.
Aan tafel in hun hotel maakten zij
kennis met iemand, die zich als hun
landsman voorstelde en met wien zij
spoedig op den meest vriendsehappe-
1 ijken voet stonden.
Na het eten werd er een party tje
.kaart gespeeld. Men kwam overeen
dat eiken dag gedurende eene week
vol te houden, en voor het ingezette
geld uitstapjes in den omtrek te ma
ken. De lieer des huizes zou den
pot in bewaring houden en dien niet
mogen afgeven, dan wanneer alle drie
te zamen er om vroegen.
Tegen het einde der week was de
pot tot zeshonderd francs aangegroeid
en den volgenden dag' besloot men de
reeks van pleziertochtjes met een
ritje naar Arersailles te openen. Des
avonds gingen de drie vrienden als
naar gewoonte, de stad in.
„Jelui wilt naar den schouwburg
en ik moet van avond nog eenige
zaken afdoen", zeide de vroolijke
landsman van Bonifacius en Ferdinand
tot den laatste, toen zij beneden aan
de trap stonden. ..Ik ben bang,, dat
we regen zullen krijgen, mag ik uw
parapluie voor een paar uur lecnen?"
„AVel zeker! Zij staat boven. Als
je wilt. kan je ze gaan halen."
De ander ging terug. Maar boven
gekomen, riep hij den hotelhouder en
vroeg hem de zeshonderd francs,
welke deze in bewaring had.
„Die mag ik alleen afgeven aau u
drieën .tegelijk, zooals overeengekomen
is," antwoordde de man.
„Hebt gij uw courant dan niet nagekeken
„Neen.Dat laat ik aan den sequester over, die gij en
uws gelijken hebt benoemd om mijn zaken te regelen,
mijnheer Nephtaü."
„FatimaHy heeft het Nieuwsblad niet gelezen
Do Amerikaanscbe courant, RallauHier ziet gij
een gelukkig man voor u, EpaminondaEn gij Izze-
din, verheug u met uw vader, dat hij zoo gelukkig is
een goede daad te kunnen verrichten, want hij heeft
zijn vriend een gelukkige tijding mee te deelen
„AVilt gij mij nu einclelyk eens zeggen, waar gij het
óver hebt?" vroeg Vaugermorft ongeduldig geworden
door zoo'n omhaal van woorden.
„"Welnumyn waarde, men spreekt op de Beurs van
niets anders:.. De liquidatie van Malaquer teBuenos-
Ayres heeft een zeer gunstig verloop gehad; baron
Desmarches heeft mij verteld," dat gij daardoor in het
bezit van anderhalf millioen komt. Een ware verrassing
niet waar!"
„Inderdaad." mompelde Araugermont, die even van
kleur verschoot, maar wiens gelaat overigens volstrekt
niet verried, wat er in hem omging.
„Anderhalf millioenriep Ncphtali luid uit „Na
tuurlijk wordt ik nu weder uw vennoot, cn wij zullen
beter vrienden zyn dan ooit."
Maar A'augermont antwoordde droog:
„lk trek mij uit mijn zaken terugik dank u dus
zeer
Daarop voegde hij zich bij zijn dochter en Lueile.
welke laatste mevrouw Ncphtali uit de verte minachtend
aanzag.
Bij het hooren van deze goede tijding kon Pierre
zyn vreugde bijna niet langer bedwingen, terwijl zijn
gelaat van geluk straalde.
„Zijt gij tevreden vroeg Rallau, die naar hein toe
kwam met eenigszins onzekeren tred, daar zij telkens
in haar langeiy violetkleurigen fluweelen sleep ver
ward r? tikte.
d:r twijfel; wanneer men mij al niet om mijn
perron groot, dan zal men het toch om mijn gold doen."
„Zeer zeker," antwoordde zij, zonder zelfs te hegrij
pen, dat zij oen flater beging. „Gij kunt nu gaan
trouwen."
„Zeer zeker," zeide hij op zyn beurt spottend.
„Papa zegt, dat een millioen voldoende is, om liet
recht te helmen een meisje te vragen."
„Zelfs een arm meisje?"
„Ik begrijp u niet, mijnheer Pierre."
„Dat weet ik wel, juffrouw: maar ik geloof ook niet,
dat wij denzelfden weg bewandelen."
Hij 'boog even en liep toen naar zyn vader, die in
druk gesprek was met Alice en Lueile zonder zich in
't minst om dc oosterlingen te bekommeren, die door
deze koude spottende ontvangst vernederd werden.
De groote Levautynsche praatte met hare zoons
Arabisch, en aan hare uitroepen, en manieren kon rnen
duidelijk bemerken, dat zij buiten zich zelf van woede
was.
Mama Rowena, die eenigszins ongerust werd, nader
de haar echtgenoot, die zwijgend met over elkaar ge
slagen armen tegenover Moussa Ncphtali stond.
„Hebt gij mijnheer de teckening van de fontein al
laten zien, Arrias vroeg zij zachtjes.
Dadelijk opende hij een portefeuille, nam er eenige
bladen uit en legde ze op tatelde bankier bukte ziel)
om ze nauwkeurig te bezien. Hij nam er een aquarel
uit, waarvan de heldere klem-en hem aanlokteneen
koepel, gesteund door vier paren dunne zuilen, waar-
tussehen zich een achthoekig bassin bpvond van ver
schillende soorten ingelegd marmer.
Hy wees er met zijn vinger op, vragende
„Hoeveel
Zestig duizend franken."
„Te duur. Maai' dat doet er niet toe. Kom morgen
even bij my aan, dan zullen wij zien een overeenkomst
te sluiten. Ik zal liet wel goed met u makenartisten
zijn gewoonlijk niet rijk, is liet wel Neen, neen -
bedank mij niet! Ik heb veel met kunstenaars op
Papa Népomuck stak zijn banden in de zakken.
Zoo gaarne had hij den millionair eens flink op zyn
plaats gezet. Maar de goede mama Rowena waakte over
hem.
Zy maakte een buiging en zeide
„Het zal een prachtig monument worden, en bijzon
der goed uitkomen in het groote park van Veroflay
met zyn mooie boomen gij zult eens zien, mijnheer wat
een goed effect, dat marmer en goud maakt tegen dien
donkergroenen achtergrond
„Ik zal er een stukje over in de courant laten zet
ten," hernam Nephtali reeds vast besloten. „Gij moet
mij dan alleen eens de namen van het marmer en den
stijl opschrijven Ik heb zoo'n klerk, die zulke din
gen doet. Hy heeft nog al eenig talent!"
Nepomacène haalde de schouders op. De domme ge
zegden van dezen man ergerden hem onuitsprekelijk
K O O li s IJ.
Lombok.
Aan de Loc. wordt uit Arapenaa
dd. 2S April geschreven
„Diefachtigheid, het niet onder
scheiden van het mijn en dijn. is een
algemeen bekend gebrek van de be
woners dezer koloniën, maar onder
hen allen is dc Sasak zeker het meest
met dat zwak behept. Niets kan hij
onbeheerd zien liggen, of hij gaat er
op los. Zelfs het daglicht en de tegen
woordigheid van ander„c personen
deren hem niet, wanneer hij slechts
aan zijn roofzucht, kan voldoen. Zoo
sneed nu pas op klaarlichten dag een
Sasak in de woning van iemand, die
zich naar do mandf-kamer had bege
ven, de gordijnen bij. dc roeden "af,
terwijl een ander in het kampement.,
onder de oogen van verschillende ge
tuigen, de kist van een betaalmeester
openbrak.
„Op mijn vraag aan iemand van
hun eigen landaard, of de Sasaks vóór
de komst der compagnie op Lombok
ook zoo diefachtig waren, kreeg ik
ten antwoord: „De compagnie is veel
te goed, zij geöft huisvesting, goede
kleeding en ruime voeding aan de
misdadigers; de radja van Lombok
strafte ze met den dood en liet ze
onder zwaren arbeid door gebrek ver
kwijnen. Daarom vreest men het vonnis
van dc compagnie niet en vermenig
vuldigen zich tegenwoordig de mis
daden
„Toen ik kort geleden een troep
gevangenen zag vertrekken met be
stemming voor Soerabaja. drie aan
drie gekluisterd door zware ketenen,
die bevestigd waren aan halsringen,
besefte ik die goedheid van ons be
stuur niet zoo volkomen als mijn in
formant. Blijft echter de bevolking
hier spotten met recht en wet, dan
schijnt liet vrij duidelijk hoe zij alleen
onder de ijzeren hand der tucht kan
herboren 'worden.
Met den aanleg van de telegraaflijn
maakt men haastbinnen één maand
moet. zij klaar zijn. Deze haast geeft
den chef van het post- en telegraaf
kantoor hier veel drukte en zal mis
schien ook tot soesah leiden, daar zijn
.evenals de gemaakte vriendelijkheid van de Levant!jn-
sche cn de ongepaste manieren van haar twee zoons,
die. op kussens gezeten, cigaretten rookten.
Er begon een drukkende, vervelende stilte in het
atelier te heerschen, die evenwel aanstonds in opge
wondenheid cn vroolijkbeid overging. Alice, Lueile
Elsa en Pierre spraken zachtjes met elkaar.
Vaugermont, wiens gelaat de diepste minachting uit
drukte, stond onbewegelijk in gepeins verzonken.
Nephtali voegde zich bij hem en troonde hem inede
naar een hoek van liet atelier.
Mot aarzelende stem begon hij
„Gij zijt toch niet kwaad op mij. Vaugermont? Ik
heb n niet beschuldigd en tochik weet dat uw za
ken op het oogenhlik zeer goed staan. AVaarom zouden
wij niet evenals vroeger weer samen handel drijven
lk heb zulke mooie plannen. Tn twee jaar is uw kapi
taal verdubbeld."
Alet oen goedige welwillendheid had hij dit alles ge
zegd Vaugermont luisterde glimlachend naar hem; maar
antwoordde op vasten toon
„Ik heb u reeds eenmaal verteld, dat ik mij uit miju
zaken terugtrek. Ik ben rijk, en zelis zeer rijk, wanneer
de tijding, die gij mij daar zoo even meedeelt waarheid
bevat."
Wordt vervolgd.