De Bedelaar.
De man hief zyn ongeschoren, ver-
vrrongen gelaat naar den donkeren
hemel van een Novemberdag op.
Ik zal niet rusten, voordat ik
liera ontmoet heb van aangezicht
tot aangezicht
Do man hij was joug en bestoft
van de reis knielde neder aan den
voet van een eenvoudig wit kruis
een van de vele op een Loiulensch
kerkhof. Kr lagen geen bloemen op het
graf, dat niet door een hek was afge
sloten, en hei onkruid groeide er weel
derig; op i:ot kruis stond slechts één
woord te lezen Elsa - en de sterf
dag zes maanden geleden.
Groote God! Zij' is gestorven op
den dag, waarop wij man en vrouw
hadden moeten worden.
Hij drukte zijn droge lippen tegen
de zwarte in den steen gelwuwen
letters, stond met moeite op eii ging
I heen. De hemel was duister, van de
takken der hoornen droop de regen
op den grond. Op eenigen afstand
stond een man een graf te delven en
tusschen de grafsteenen door werd
een kist gedragen.
Maar Karl Prutz dacht aan een
lief klein stadje in Duitsehland
aan Elsa, zijn verloofde, zeventien
jaar oud. met mooi haar, in twee
vlechten over den rug hing, en blau
we oogen. die spraken van innige
genegenheid voor hem.
Een jaar geleden had het meisje
op een' zomeravond achter de toon
bank gestaan van een ververschings-
tentje in den tuin eener tentoonstel
ling iri Duitsehland; voor de kiosk
stond een Engelschman.
Hoe lang zal je me nu nog kwel
len, Elisa lloe lang duurt het nog,
eer jc mij belooft, "mijne wouw te
zullen worden?
Karl is zoo goed geweest zeide
zij zwakjes, met een blikop hare hand,
op een verlovingsring, die aan een der
vingers stak.
GoedZijn hoogste eerzucht is
om een winkeltje op te zetten in een
van de hoofdstraten en met jon te
trouwen, zoodat jij dan de klanten
mag helpen. Is dat een leven voor
'n mooie vrouw!"
Verachtelijk keek hij naar de om
geving kleine tafeltjes onder de
hoornen, wit beschenen door het maan
licht. en een buffet met flesschen en
glazen, waarachter zij stond.
Zij was mooi met 'naar delicaat,
intensief blond type. George Vivian
dacht, dat hij met een beetje moeite
er best een bruid van zou kunnen
maken, waarover hij zich in Engeland
niet zou behoeven te schamen. Zij
was een te zeldzame edelsteen om het
eigendom te worden van den winkelier
Prutz.
Jeugd en rijkdom maken de
wereld tot een aangenaam verblijf,
duisterde hijdat alles bied ik je aan
het staat slechts aan jou, het aan te
nemen.
Hare blauwe oogen werden starend,
de blos van haar ronde wangen steeg
naar haar blank voorhoofd. Zij aarzelde,
want de Engelschman was iemand
wiens fortuin enorm inoest wezen.
En de vele toiletten der eerste da
mes der stad, die zij dien avond nog
hij het concert had bewonderd en welke
haar zoo jaloersch hadden gemaakt,
schitterden nog in haar oogen.
Je moet ine tyd laten, zeide zij be
deesd.
Kom, je hebt tijd genoeg gehad.
Beslis van avond. Morgen vertrek ik
weer naar Engeland. Moet. ik alleen
gaan
Het laatste woord was nauwelijks
gesproken, of uit de schaduwr van
een boom stormde ecu man te voor
schijn. Elsa zag zijn bleek gelaat en
huiverde. Wellicht had zij Karl op j
Haarlemmer Halleijas
Een Zaterdagavondpraatje.
CCLXVV.
„Pidelio", zei mijn neef Wouter,
„ik weet niet hoe jij erover denkt,
want ik kan van jou ideeën soms
geen hoogte krijgen
„Zeer verplicht", zei ik, ..maar dat
bewijst nog niets tegen mijn ideeën."
„Ook zeer verplicht," zei hij. „maar
ik ga voort en ik zég dushoogte
krijgen maar ik vind de hitte van
de laatste dagen een bepaald genot.
Ten eerste zijn de zeventien duizend
negen honderd een en zeventig hon
den. die Haarlem rjjk is
„Heb je een hondenYolkètelling ge
houden? vroeg ik.
„Val me niet telkens in de rede",
zei hij korzelig, „ik kan me er een
paar vergissen, maar zoo is het aantal
nonden dat we hier in Haarlem be
zitten welnu dan, die lieve dieren
zijn door de hitte overmand en liggen
met de staart tusschen de pooten en
den tont' uit des bek, ergens weer
loos te hijgen en denken ér niet aan
te blaffen of in de beenen te bijten.
Ten tweede kan men. wanneer er
ongewenschte bezoekers aan de deur
komen, de meid laten zeggen„me
neer is naar Zandvoortal zit meneer
ook op dat moment op drie stoelen
in de huiskamer te puffen; tendei'de
merk je niemendal van de slechte be
strating in Haarlem, want je komt
haast niet op straat; ten vierde ver
lies je een beetje overtollig embon-,
point, aangezien je gedeeltelijk van
vasten in vloeibaren Vorm overgaat
ten vijfde merk je haast niet, dat het
gas zoo slecht brandt, want het brandt
byna niet, ten zesde
„Een oogenblikje,1' zei ik. „Zon ik
mogen vragen, hoeveel voordeelen je
nog van plan oent van de warmte op
dit oogenblik - woedend, wanhopig,
met moordlust in dc oogen, die zy
nooit anders dan zacht gekend had
meer lief dan in al dc jaren van
hunne verloving.
Zij liep het buffet uit en wierp
zich tusschen de beide mannen.
Ik bedoel niets slechts. Ik ben
je trouw. Karl, dat zweer ik je. Hare
handen waren tegen Karl's borst aan
gedrukt. haar gelaat, nu bleek en be
traand, Was naar het zijne opgehe
ven.
- Uit den weg, voordat ik jou ook
vermoordEn hij slingerde haar op
zij. Trouw lachte hij hoÖDênd, nog
zooeven stond je op liet punt om
schande over my te brengen. Ik heb
je liefgehad zooals geen man ooit een
vrouw bemind heeft. Ik heb alleen
voor jou geleefd -- ik zon zoo voor
je gestorven zijn, als dat noodig. ge
weest was. Maar nu haat ik je
George Vivian stond er bij- in een
half booze, half spotachtige noncha
lante houding.
Toen Kari. dol van woede, zijn ge
liefde een beleedigcnd woord toe
voegde, ging Vivian naast haar staan
en beschermde het slanke weenende
meisje.
Met een wilden vloek greep de
Dnitscher een glas van de toonbank
en wierp dit Vivian naar het hoofd.
De Engelschman, die altijd bekend
had gestaan als. een eerste atlüeet,
velde hem met een wclgemikten vuist
slag ter aarde.
Je hebt hem gedood, gilde Elsa.
Zy bukte zich over het lichaam heen
dat op den grond lag uitgestrekt en
keek met berouwvollen afschuw naar
een driekantige wonde bij den mond,
waar het donkere, bloed uitdruppelde.
Hij is niet dood alleen maar
verdoofd. Vivian's eigen gelaat had
eerst ook angst uitgedruktmaar het
helderde weer op, toen by zag, dat zyn
teenstander leefde.
Een paar menschep, die in een hoekje
van den tuin hadden gezeten, waren,
door Elsa's gegil opgeschrikt, nu het
drietal genaderd.
Ik zal nog in een mooi parket
geraken door dat zaakje, dacht Vivian,
met zijn Engelschcn afkeer van politie-
bemoeiïng.
Hij wenschte, dat hij er maar nooit
iets mede tc doen had gehad en dat
hij maar weer naar Engeland was te
ruggekeerd om daar zyne plichten te
vervullen van een welgesteld landei
genaar.
Dat wenschte hij. totdat hy weer
naar Elsa keek, die daar in liet maan
licht stond, dat beur haar verzilverde:
haar blauwe oogen, als van een kind,
waar groote tranen in parelden, keken
angstig op naar zijn gelaat. Zijn gene
genheid voor haar rees tot het kook
punt.
-- Kom, ga mee.
Zal je goed voor mij zijn?
Tot in den dood - dat zweer ik.
En zij werden man en vrouw.
Papa vertelde mij, zeide Grace
Vivian zij was eene Miss Bnker-
steth geweest, de dochter van een
Londensch kantonrechter van dien
naam van een man, die voor hem
was gebracht wegens bedelen.
Dat is toch niets bijzonders.
George Vivian wierp over de gedek
te tafel heen een goedigen blik op
het gezichtje en de slanke gestalte
in een wit mousselinen kleedje.
Het was nu vijf jaar geleden, dat
hij in dien tuin in Duitsehland was
geweest. Hij was dien tuin en het arm
Duitsche meisje vergeten byna.
Soms kwam er een bittere herinnering
bij hem op, maar den laatsten tyd was
dat zwakker en minder vaak geweest.
Hy had zooveel te doen een land
goed, een huis in de stad, zijn plichten
als wetgever hij was in het Par
lement gekomen en beloofde, iets te
zullen worden. En dan was daar
te sommen
„Nog drie en vijftig en een half,"
zei hy koeltjes, wat mij bij die hitte
bijzonder goeddeed.
„Dan schenk ik je de rest," ant
woordde ik droogjes het woord
bedoeld in overdrachtelijken zin, daar
ik op dat oogenblik juist druk bezig
was van den vasten in den vloeibaren
vorm over te gaan."
"Je bent ondankbaar," zei hij. „Daar
tracht ik nu door het opnoemen van
allerlei voorrechten die dit weer geeft,
je tot tevredenheid over de hitte te
stemmen en je wilt niet luisteren Ik
had je er bijvoorbeeld ook nog op
willen wyzen, dat de warmte je den
verbeterden dienst van de tram nog
meer doet waardeeren
„Stop een oogenblik," zei ik. „Over
de tram wou ik je juist hebben. Ken
je soms een van de commissarissen
van dc Haarlemsehe Tram-Maat
schappij
„01 ik er een ken vroeg hij min
achtend. „Denk je, dat een geboren
en getogen Haarlemmer maar één
tramcommissaris kent Neen meneer,
dat is goed voor zoo'ri import-Haar
lemmer als jij. Ik ken ai de commis
sarissen van de tram. Daar heb je om
te beginnen Mr. Jager Gerlings ik
heb hem indertijd het idee van de
secties op de tram ingegeven en bij
is mij nog altijd dankbaar daarvoor.
„Wouter," pleegt hij te zeggen,
„dat denkbeeld van die doorgesneden
passagiers is kostelijk geweest. Als
je ooit doodgaat, dan krijgon de paar
den van de "tram een rouwstrik boven
hun staart." „Nou, dat is toch aardig,
niet waar? Daar heb je verder meneer
van Hamel, die bewaart voor my de
zes railiioen, die ik indertijd geërfd
heb van dien AmeHkaanschen spoor
wegkoning, je weet wel, dien ik eens
uit de droge sloot bij Verbruien heb
gehaald, toen hy wat veel whisky en
soda had gebruikt en dan ten slotte
meneer Houders, die door my gehol-
Grace.die hem liefhad, die hij beminde.'
op een kalme manier, heel anders dan
de genegenheid, die hy voor de blonde
Elsa had gekoesterd, die nu al langer
dan drie jaar op het kerkhof lag.
Hij had het nooit noodig gevonden
om Grace of haar familie iets te ver
tellen van dat eerste, korte huwelijk
beneden zijn stand.
Natuurlijk niet, domme jongen, ver
volgde Grace, er zijn bedelaars genoeg,
inaar. deze heeft eene geschiedenis.
Hij is een soort type. Hij gaat in de
smerigste lompen gekleed. Maar dat
alles Grace'.-- lief stemmetje werd
plechtig is slechts eene vermomming.
11 ij zoekt iemand een vijand - een,
die hem zijn vrouw of zij li meisje ont
stolen heeft. Arme man! is het niet
vreesclijk romantisch? Wat zou
jij wel doen, George, als iemand
je van mij_beroofd had?
Dat is geen onderwerp om gok-
heid mee te maken, lieve. Ik zou mij
zelf zien te troosten of trachten tc
vergeten, dcnkik.Zekcrzou ik niet deen
zooals de held uit jou verhaaltje.
Het is geen verhaaltje, maar
echt waar. I)è man loopt altijd met
een groot mes rond.
Vivian sprong op.
Dan hoop ik, Grace, dat je vader
zijn plicht heeft gedaan en hem in de
gevangenis laten stoppen.
- Neen. hij is onder borgtocht op
vrije vóelen gesteld; maar ik geloof,
dat er maatregelen'worden genomen
om hem naar zijn eigen land terug,
te sturen.
Is hij dan een vreemdeling?
Ja. ik ben Vergeten, waar hij
vandaan kwam - als ik het al ge
weten heb.
Zij stond van haar stoel op het
diner was afgeloopen en trad aan
het venster.
- Er staat een bedelaar buiten die
best de bewuste man zou kunnen
wezen in lompen gekleed, barre
voets, met ongekamden baard, juist
zooals papa hem beschreef.
Vivian dronk gauw zijn glas leeg
en kwam naast haar staan.
De zomeravond daalde neder. Het
licht van een enkele gaslantaarn glom
ziekelijk geel onder den glans van
myriaden sterren. De adem, die in zyn
borst was blijven stokken, ontsnapte
in een zacht van verlichting, toen hy
dat verloopcu gezicht zag met een
zwarten baard. Met was het tegeno
vergestelde van Karl Prutz, groot,
blond en welgedaan, voor de slang
zijn paradijs binnendrong.
"l)e bedelaar keek op naar de twee
gezichten achter de witte gordijnen
en de bloembakken met nagelbloemen.
Grace schoof het raam open V i-
vian had zich, toen zyn vage vrees
verdwenen was,van het venster af
gekeerd en gaf den man een zil
verstuk. Hy pakte het aan uit haar
blanke vingers. Eene seconde lang
keek hij haar aan met oogen, die bleek
blauw in een nootbruin gelaat stonden
en zóó wild van uitdrukking, dat zij
haar vrees aanjoegen. Zy deed het
raam weer gauw dicht, maar niet voor
dat hy een snellen blik in de weelde
rige kamer had geslagen een tafel
zwaar van zilver, schitterend van bloe
men, fonkelend van kostbaar glaswerk,
en aan die tafel zat een Engelschman
die in vijf jaar tyds byna niets ver
anderd wasterwijl hij
De bedelaar sloop van het gesloten
venster weg met iets als een snik.
Ga je al zoo vroeg uit, George?
Ja.
Dag, lieve.
Dag, man.
Ik denk, zeide hij aarzelend, met
de deurknop in zijn hand, dat het
niet zal gaan 0111 het kind even be
neden te laten komen, hé een oogen
blik maar.
Graee zette verwonderde oogen op.
- Om negen uur! Het kind slaapt
al lang en je moet het vooral niet wak
ker gaan maken. George.
Best.
pen wordt aan zijn lyst van incou
rante fondsen. „Wouter," zei hij nog
gisteren tegen mij, „als ik jou niet
had, dan werden allen incourante
fondsen courant. En de directeur,
dokter van Oyen, verpleegt mijn
paarden en keuriger is er in
veertig jaar nog geen een doodge
gaan."
„Stokpaarden gaan nooit dood,"
zei ik ironisch, maar hy deed alsof
hij het niet hoorde en ging voort:
„En zou ik dan met al die relaties
geeu invloed kunnen uitoefenen op
den gang van zaken in de Haarlem
sehe TramwaY-Maatsehappjj
„Al goed, zei ik, ,,'t is of de
warmte de scharnieren van je fantasie
heeft gesmeerd. Nn, dan, ik zal je
vertellen, wat mij onlangs is gebeurd.
Ik sta achterop de tram ('t was een
open wagen) en praat met den con
ducteur over de politiek heel gezel
lig. De man had er een goeien kijk
op. „Meneer zei hij, „met al die par
tijen heb ik niets niemendal van doen.
Voor my is de eenige partij, die alle
belastingen afschaft."
„Kerel," zei ik, „je praat als Kas.
Maar vertel me dan eensbetaal je
eigenlijk dan zooveel belasting
„Geen cent" zei hy, „ik krijg de
biljetten wel, maar ik doe of ik ze
niet zie."
„Maar waarom praat je dan van
belasting."
„Och" meneer, dat hoort er op 't
achterbalkon van de tram zoo bij.
De heeren die meerijden hooren dat
wel graag."
Hierop keek deze tram-philosoof
eens rond of er ook een passagier
aankwam. En jawel, daar werd uit
de verte met heftig armgezwaai ge
wenkt door iemand met een heel hoogen
gryzen hoed op, vergezeld van een
dame, die gekleed was in een zoo uit
gebreide verzameling van kleuren,
alsof zo een wandelende verfdoos was,
Daarbij waren twee kinderen, een'
Wat scheelt-je? Zy keek hem
met .vrouwelijke ongerustheid in hot
gelaat.
Wat 'n vreemd idee van je
om nu het kind tc- willen zien.
Ik ben een beetje zenuwachtig
ik geloof, dat we allemaal eens wat
naar huiten moesten gaan.
Daarop ging hij heen. In de gang
waar zijn bediende hem in zijn over-
jas hielp, werd George Vivian's gelaat
I strakker on ernstiger.
Grace's onverschillig gelaat van dien
bedelaar had hem aan het kerkhof en
i aan een naamloos graf doen denken.
Hij ging de deur uit. De bedelaar
kwam oj) hein af. George zag hem
jniet. Hij glimlachte tegen Grace, die
hein achter het raam aan dc straat
stond na te kijken, en keek naar bo
ven, waar. in do kinderkamer, een
licht brandde,
Eene hand raakte hem aan den arm
aan.
Hij keerde zich om, zag den bede
laar staan en wilde met een grove
weigering dóorloopen, toon iets in het
gelaat van den man hein deed blijven
staan.
Een seconde lang zagen zij elkan
der aan.
Groote Hemel! de woorden
ontvielen Vivian's bleeke lippen, Karl
Prutz
Met een snelle beweging trok Prutz
van onder zijn gehavende kleeren een
doodelijk nies je voorschijn, waarvan
het lemmet schitterde, cn stak het
Vivian in zym hart.
De sterreu keken koel naar bene
den, zooals ze dat vijf jaar geleden
in dien tuin ook gedaan hadden en
zooals ze 1111 deden op het kruis boven
Elsa's lijk.
Vivian viel zonder een enkel geluid
rernoder. Grace's wanhopige kreet
zij had haar echtgenoot zien vermoor
den klonk den bedelaar in het oor,
toen hy barrevoets door de straten 011
pleinen van Londen snelde.
R X. B.
BIHNEHLAKD.
Uit de „Staats-Conrant".
Kon. besluiten.
Benoemd tot directeur van het post
kantoor te Scheernda, J. J. de Klerk,
thans commies der posterijen a an de .'le
klasse; tot bode bij het hooidbcstuur
der posteryen en telegrapbio, 1). Kok,
thans assistent-bode.
Beaoemd bij het wapen der cava
lerie, bij het 3de regt. huzaren, tot
majoor, de ritmeesters jhr. C. J.
Strick van Linschoten, adjudant van
het lste regt. huzaren en H. F. D.
Braams, adjudant van den inspecteur
van liet wapen.
Eervol ontheven resp. van het tij
delijk bevel over de rij- en hoefsmid-
school en van het tijdelijk toezicht
over liet eskadron ordonnansen, de
ritmeester X. J. Erzey en de hoofd
officier van het 1ste rég. huzaren, te
Amersfoort in garnizoen; en aange
wezen voor het bevel over de rij-"en
hoefsmidschool, de majoor H. F. D.
Braams, voornoemd.
Benoemd bij liet wapen der in
fanterie, tot eerste-liiitehant, de tweede-
luitenant H. G. Thiemevan het
wapen, gedet. bij het leger in Ned.-
Incliëbij het 2de reg., tot eerste
luitenant, de tweede-luitenant G. H.
E. Dierkens, van het korps, bij het
3de reg., tot kapitein, de eerste-luite-
nant H. H. A. de Chalmot, van het
reg. grenadiers en jagers.
De Oostindische ambtenaars met
verlof, D. J. Pont, laatstelijk onder
wijzer der 2de kl. bij het openbaar
lager onderwijs voor Europeanen en
met dezen gelijkgestelden in N.-lndië,
en B. R. van Embden, laatstelijk" kui
persbaas bij 's lands algemeene pak
huizen te Batavia, op hun verzoek
wegens physieke ongeschiktheid, met
ingang van 1 Juli 1897, eervol uit
's lands dienst ontslagen, met toeken
ning van pensioen.
jonge met lange haren en bloote been
tjes en een klein meisje met dito dito
alles volkomen naar den aard van de
tegenwoordige gezondheidsleer, die
zooals ieder weet, voorschrijft, datdc
mensch koude voeten moet hebben
en een warm hoofd
Goed, we blijven wachten op liet
I gezelschap. Daar kwamen ze aan,
Pa Voorop, op een klein drafje, dat
zijn hooge witte er scheef van ging
staan daarachter de kinderen,
voorttippelende op hunne magere been
tjes en eindelijk de verfdoos, blazende
als een locomotiefje pf' pf
pf
„Gao rnaor sitte, Sjarreltje" zeide
Pa, in liet zuiverste Amsterdamsch
dat een mensch zich denken kan.
En daarop tot zyn vrouw„mins.
loup toch wat harder!"
„'t Is moui chenog," zei de verf
doos hijgende en transpireerde zóo,
dat ik bang was, dat ze aanstonds
verkleuren zou. „Hier mot .jeweise,
Huussie en pas nou op, dat je kleere
niet smoesehg worre."
Daar zaten de stumpers, rechtop
als boonenstaken en durfden niet te;
leunen, uit vrees dat ze hun kleertjes1
zouden vuil maken.
„Let u eens op, daar krijg ik last
mee", zei de conducteur.
„Waarom?" vroeg ik.
„Dat zyn Amsterdammers en die
willen nooit voor kinderen betalen,"
zei de conducteur en stapte de loop
plank langs om de dubbeltjes te in
nen. Daarbij ontwikkelde zich het
volgende gesprek
„Hoeveel conducteur
„Naar 't station veertig centen,
meneer
„Veirtig sente? Bin je niet goed
man? !t is toch maar een dubbeltje
foor de persoun?"
„.Juist, vier maal tien is veertig,"
zei de conducteur gelaten.
„Telle jullie dc kmdeis dan mei
ifcagge die stumpers niet op '11
Aan den luitenant ter-zee 2e kl.
A. M. W. Bussemakcr. op zijn ver
zoek. met 2 Aug. a.s. eervol ontslag
uit den zeedienst verleend.
Een pensioen van 188 verleend
aan M. Riebeek. weduwe van den
brievenbesteller P. van der Revden.
Veeartsenijschool.
Dc 0vergangs-examens aan 's rijks
veeartsenijschool zijn Donderdag ge-,
'öindigd. Tot het 4e studiejaar werdén
toegelaten dc cauuidaat-ve.-artsen J.
Ji. Rutgers, van Doesburg; J. G.Bo-
landt. van Dinkspcrloo1G. H. van
dc Pas, van Nispen; C. Rab, van
Tcsscl; K. de Vink van Utrecht P.
H. Gasilic, van Vlissingen, en M.
C. van der Roel, van Nieuwenhoorn.
Een candidaat werd niet toegelaten.
Van liet le zijn tot het 2e studie
jaar bevorderd: l). L. Bakker, van
Haarlem; G. A. van Lier, van Am
sterdam, H. J. van dor Schrocff, van
Maastricht J. Flohii, van Rijsoord
W. Stuurman van Ammerstol; A.J.
E. de Voogd, van Dordrecht: H. A.
Weiman, van KralingenJ. II. Picard,
van Utrecht: F. Nauta. van Utrecht;
W. (i. Schepens van Maarheeze; G.
J. Waldeck, van 's-GravenhagcW.
K. van der Stolpe van Capelle en G.
W. Brink, van Nijbroek. Drie leer
lingen gingen niet over.
Ver. v. onderwijzers en
onderwijzeressen.
De algemeene vergadering der Ver-
ceniging van onderwijzers en onder
wijzeressen aan kweekscholen en nor
maallessen in Noord-Holland zal wor
den gehouden te Amsterdam op 3
Juli.
Punt 1 van bespreking: Het on
derwijs in ile onderwijs- en opvoed
kunde. zal worden ingeleid door de
heeren De Groot, van Buiksloot,
Broers, van Haarlem en Nijk, vau
Amsterdam.
Runt LT, Het onderwijs in het tec-
kencn aan de inrichtingen tot oplei
ding van onderwijzers, zal worden in
geleid door den heer Hinse van Am
sterdam. Naar aanleiding dezer in
leiding debat over de volgende stel
lingen
Hoewel bij het teekenen op de
examens 58a een kleine vooruitgang
valt waar te nemen, levert dit vak
nog niet die uitkomsten op, welke
mén verwachten mag.
Dit is voor een groot deel toe te
schrijven
a. aan de machinale manier, waarop
vele candidaten gekomen zijn tot de
keunis dei1 perspectievisehe verschijn
selen
b. aan hot onophoudelijk gebruik
maken van hulpmiddelen bij het meten
van lengten en verhoudingen, zoowel
bij het "teekenen naar de natuur, als
bij het teekenen van vlakversieringen
c. aan te weinig oefening in het
geheugenteekenen
d. aan het missen van methodisch
inzicht.
Een niet-verdiende Willems
orde.
Onder dit opschrift schrijft de heer
W. Bosch te 's Gravenhage liet vol
gende in de N. li. Cl.:
Uit den laatsten brievenbundel van
Multatuli blijkt (pag. 181) dat hij in
zijn tyd kregel werd over den onver
schilligen toon, waarop in een cou
rantenbericht melding werd gemaakt
van het evacueeren van een luitenant
van het Indische leger, die met 26
Avonden overdekt Avas. Die koele be-
Avoordingen brachten zijn bloed aan
het koken en op de hem eigene schrille
wijze uitte hij zijn verontwaardiging:
„Een luitenant", zegt Douwes Dek
ker, ..wel zeker „waarom niet een
individu, een A-ink."
„Op zulk eene wyze bespreekt
't HoÜandsch publiek de personen, die
voor zijn zaak een vuilezaak,
plaossie sitte in soon leige tram
Kom bier Sjarreltje, dan neimt Pao
je op de. knieSuussie. gao bij Moes
op de schout."
Daar klauterden de tAvee als ge
hoorzame aapjes bij hunne ouders op,
maar de conducteur zei bedaard
„Dat helpt niet meneer, al neemt u
ze op de schoot, u moet er tochAroor
betalen."
Daar schrikte opeens de Pao",
alsof hem een kanonskogel in de keel
vloog. „Bin je moui mal. man?"
riep hij uit en gesticuleerde daarbij,
dat Sjarreltje haast van zijn
knie schools, „motte me nog betaole
foor de kinders, die me op de schout
neime Dat doen'k nouit, seg ik je.
Koessier, koessier, hou stil deAvaoge,
'k mot er uit, 'k mot er uitVeirtig
sente! In cheen veirtig jaor! Kom
hier Sefiefdit tot. de verfdoos)9jarreltje,
Suussie. kinders me gaon loupe!"
En toen het viertal, weer op straat
stond, riep hy den conducteur nog
toe: „Man, je bint 'n Sinccs, je bint
een tram-Sinees
De tram reed weer weg en ik keek
niet zondor medelijden naar de fami
lie, vader >veer voorop, de kinderen
daar achter aan en de moeder in al
hare kleurigheid den trein sluitende,
allen voortsjokkende i» de lieete zon.
Naast mij stond de conducteur te mop
peren ..SineesEen tram-SineesWat
bedoelt die vent daarmee?"
„Ik denk, dat hij meent, dat zooals
de Hollanders soms de Chineezen van
Europa worden genoemd, de tram in
zyn oogen de Chinees onder de Ne-
derlandsche trams is,omdat ze de eenige
is die laat betalen voor kinderen.
Zou die maatregel hier ook niet af
geschaft kunnenworden, conducteur?
,,'k Heb er geen verstand van, me
neer," zei de tram-philosoof en
haalde zyn schouders op. „Dat moeten
do heeren maar weten. Als meneer
sows over do belastingen wil praten
ze zyn wel schrikkelyk en scbrikke-
tronweos maar dan toch zyn zaak,
20 wonden oploopen."
Wie Avas die luitenant? Kent. het
Nederlandsche publiek hem? Wordt
op de scholen als men vaderlandsclie
geschiedenis doceert, zijn naam aaa
hei jongere geslacht, wier gemoed
voor indrukken zoo vatbaar is, inge
prent als van een man, die getrouw
aan zijn plicht bleef, ook daar Avaar
geen roem meer te behalen scheen,
waar geeu cerekruis to verdienen viel.
Ken man, die meer geleden heeft, dan
dc overgrootc menigte van mensche-
lyke lichamen in staat zouden zyn te
verdragen, en dat aileen omdat liy
dapper s.and hield waar nagenoeg
alle anderen op dc vlucht sloegen.
Laten Avij nog eens in het kort
nagaan, wat er op 29 Juni voor 15
jaren geschiedde.
In het jaar 1882 op dien datum,
ruk ten uit de versterking Toenkoep te
Atjeh 2 officieren met "70 bajonetten
uit ter bescherming van 200 Chinee*
sche koelies, die aan een nieuw te
maken Aveg zouden arbeiden. Derge
lijke tochten Avaren reeds menigmalen
gedaan, zonder dat de vijand toeken
van leven gat, toeii Averden alle voor
zorgsmaatregelen behoorlijk genomen.
Zoo werd dan de 2e luitenant Lus-
ke kommandant van de voorhoede,
terwijl de hoofdtroep onder bevel
stond van den le luitenant Everts.
Het was in den vroegen morgen,
want 1 mske had nog geen tijd gehad
oin zijn ontbijt geheel" tc verorberen
en droeg nog een gedeelte van zyn
boterham bij zich.
Omstreeks 7 uur was men op de
hoogte van liet vijandelijk Lamgoet
gekomen, toen tegen alle verwachting
111 dc nu. zoogenaamde kwaad willigen
kwamen opzetten.
Dadelijk werden alle maatregelen,
die dc tactiek voorschrijft, genomen
doch wat er toen in hot'gemoed vau
de officieren omging, die wisten dat
hun troep voor liet grootste gedeelte
uit rekruten bestond, die den vuur
doop nog moesten ondergaan, wie
kan zich daar indenken. Toch han
delde men alsof men beproefde sol
daten had. waarop men vertrouwen
kon en alle bevelen werden met kalmte
gegeven. De chineescbe koelies echter,
een lawaaierig en niet al te dapper
volkje, vingen dadelijk aan met te
gillen eu te schreeuwen om vervol
gens in wanorde tc vluchten. Die
handeling bracht de jonge, ongeoe
fende soldaten nog meer van streek,
en niettegenstaande de officieren ai
het mogelijke deden om het te ver
hoeden, ontstond er een paniek, waarbij
het „sauve qui peut" wachtwoord
scheen te zijn.
Luske wist, drie oudere soldaten om
zich te verzamelen, die met hem stand
hieldenzij verkozen 'den heldendood
boven een lafhartig terug trekken,
want de signaalhoorn had "immers het
sein van retireeren nog niet gegeven.
Alle schoten waren op het "kleine
troepje gericht. Luske ontving eerst
ccn schot in de linkerhand, toen iu
den rechter oksel, tot eindelijk een
schot iu de lies hem over een heg
deed neertuimelen. Toen stormden de
Atjehers op hem los en drenkten
hunne klewangs met zijn bloed. Luske
trachtte zich nog met zyn sabel zoo
veel doenlijk le verdedigen, maar toen
de helft van zijn rechterhand Avegge-
kapt werd hij heeft nog een ring,
waarop drie klewanghouwen duidelijk
Avaar ie. nemen zijn ontviel het
zwaard aan zijn vuist. Met de ge-
Avonde linkerhand trachtte hij toen
den knoop los te maken van het étui,
waarin hy zijn revolver droeg, doch
immer door (laaiden de kleAvangs op
zyn geteisterd lichaam neer.
Toen hij later door de soldaten van
kapitein Bondieu, die op het hooren
der schoten ter assistentie toegescho
ten Avas, gevonden werd, dacht men
niet anders dan een lijk voor zich to
hebben. De ingewanden hingen uit
den buik en lagen in de modder, ze
lijk hoog
Ik lachte eens en sprong van de tram,
daar ik juist was waar ik wezen moest.
En nu avou ik jou vragen Wouter: pro
beer jij nu eens met je talrijke relaties
om gedaan te krijgen, dat kinderen
tot een zekeren leef tyd in de tram
vrjj kunnen meeryden, wanneer in
geval van plaatsgebrek, de geleiders
hen op de schoot nemen. Mij dunkt,
dat bij zoo'n bepaling menigeen die
het anders te duur vindt, er toe zou
komen, om met een klein kind eens
in den wagen te gaan. De tram is
een democratisch vervoermiddel en
kan ook alleen succes hebben, wan
neer ze in die richting wordt ge
ëxploiteerd. Zoo denken ze er te Am
sterdam ook over en daar is de tram
een aardig zaakje, zou ik meenen."
..Hoor eens'" zei Wouter." ik zal
het doen omdat je het zoo vriende
lijk vraagt en omdat ik per slot toch
nog famielje van je ben, als is het
dan ook vau den kouwen kant. Maar
wanneer meneer Jager Gerlings me
zeit dat het heelemaal niet kan en
daarbij van die krachtige argumenten
geeft (zooals hij dat doen kan) en
zegt„maar Wouter, hoe kan jij, die
toch anders zoo slim bent, nu met
zooiets vour den dag komen dan
zeg ik, dat 't idee van jou is. En
ik zie morgen meneer Van Hamel,
want ik moet tegen Juli weer cou
pons bij hem knippen en meneer
Honders help ik de volgende week
aan zijn lijstje en dokter Van Oyen
fa ik een salebdrank voor myi paar-
en bestellen (de beesten zijn ont
hikt. van de hitte) kortom, laat
dat zaakje maar aan mij over. Ik
zal trachten een nieuwen parel te
voegen in den kroon der Nederland
sche Vrijheid door Vrijdom te ver
krijgen voor Neerlands kleine kinde
ren in de Haarlemsehe Paardentram."
KDELIO.