cessie-vecht (ruim 4 ton meer). Del Dit voorstel werd echter verwor- registratierechten vloeiden weer flink, maar de hypotheekrechten hieven op éene hoogte, en zwak was opnieuw van de zegelrechten de opbrengst: f 260,900. tegen f 297,500 dus f 30,600 minder. Weinig góeds valt er van de accijnzen te zeggen. Op hét geslacht na, dat inct ongeveer 1 15.000 of 6.6 pet. vooruit is gegaan, waren alle lager; maar voornamelijk de suiker (ruim 23/4 ton) en het gedistilleerd (ongev. f20,000). Samenvattend, kannen de uitkom sten van Juni gekenschetst worden als matig bevredigend; van het hoo- gere totaalcijfer is te veel afkomstig van de wisselvallige middelen, te wei nig van die in welker opbrengst men gewoon is het meest een weerslag te zien van handel en bedrijf. Aange- teekend zy nog, dat de achteruitgang van de invoerrechten, de eerste maal sedert de invoering van de nieuwe wet, op zich zelf zeer klein is;(0.8 pet.), maar toch het bewijs schijnt in te houden, dat thans de normal^grens tot welke door die wet de opbrengst kan worden gebracht, vrij wel be reikt is. Over het halfjaar is er nu f55,263,400 in de schatkist gevloeid. Dit is f3.68 millioen minder dan op 30 Juni 1896 ontvangen was. Eu f4.63 millioen minder dan de raming. Dit laatste verschil, gelijkstaande met 7.7 pet., is nog al aanzienlijk; in den regel is (een jaar als 1896 uitgezonderd waarin het eerste semester ongewoon hooge epbrengsten gaf) het_ verschil tusschen ontvangst en raming over een halfjaar niet veel meer dan 4 a 5 ?)ct. Intnsschen, iets verontrustends rgt daarin niet. De achterlijkheid toch heeft ditmaal hare voornaamste oor zaak in de personeele belasting, in den suiker-accijns, en in de successie rechten. Bij verreweg de meeste andere middelen is het verschil niet abnor maal. Alleen bij liet gedistilleerd, dat bjj eer e opbrengst van f 12.3 millioen niet minder dan f 878,400 beneden de raming is gebleven, zou twyfel kun nen ryzen of dit verschil in de tweede helft des jaars zal worden ingehaald. De algemeene indruk, dien de half jaarcijfers hij de vergelijking met het vorige jaar maken, isvoor de directe belastingen nog onregelmatig, maar, met name voor de grondbelasting, bevredigend; voor de invoerrechten en loodsgelden goedvoor de aecynzen zwak (van dozc blonk enkel het ge slacht door eene iets hoogere op brengst uit); voor de indirecte belas tingen zwak wat zegel en successie rechten, maar goed wat registratie en hypotheek betreft; voor de postery goed; voor de telegrafen redelijk. Ned. Maats, ter bev. vanNijv. Deze Maats, vergaderde Dinsdag en Woensdag te Breda, onder presi dium van den heer J. F W. Conrad. Uit de mededeelingen bleek, dat de Maats, nu 1376 leden, 75 donateurs, 37 byzondere leden en 47 eereleden heeft. Wat het voorstel van het departe ment Haarlem betreft, luidende „Haarlem stelt voor: De Maats, wende zich tot de regeering met liet verzoek in te trekken het aanhangige wetsontwerp op het gebruik van na men of firma's en te ontwerpen eene wettelijke regeling tot bescherming van liet uitsluitend gebruik van den overeenkomstig daarmede in de wet te stellen gekozen bedrijfsnaam," Werd besloten, naar aanleiding van hetgeen (le heer Armand Sassen had opgemerkt, aan eene commissie op te dragen in deze een onderzoek in te stellen, welke commissie haar rapport dan aan de regeericg zal zenden. Wat aangaat het punt: maatrege len tegen brandgevaar door petroleum was door de algemeene vergadering van 1896 aan directeuren opgedragen een adres in te dienen by de Regee ring met het verzoek door eene spe ciale wet het geheel onnoodige gevaar, dat de tegenwoordig algemeen ge bruikte petroleum aanbiedt, te beteu gelen. In verband hiermede hadden nu directeuren voorgesteld zich te wenden tot de Regeering met liet verzoek, dat zij een commissie benoeme om de noodige gegevens te verzamelen ter beslissing van de vraag of de invoe ring van een hooger testpunt dan dat van de thans in ons land algemeen gebruikt wordende petroleum, kan geschieden zonder den handel, zoo invoer- als doorvoerhandel, in liet ar tikel te benadeelen. pen, zoodat dat van de vergadering van 1896 blijft gehandhaafd. Nog werd besloten aan de Holl. Maats, van Landbouw by gelegen heid van haar gouden feest de gouden medaille der Maats, aan te bieden, terwijl de lieer Conrad bij acclamatie als voorzitter werd herkozen. Woensdagmiddag was er een offi cieel diner ên des avonds een concert. Etiquette op marine schepen. Woensdag werd er a/b van Hr. Ms. oorlogsschepen, liggende in demarine- dircetie te Amsterdam, gepavoiseerd. En bet zal menigeen misschien ver wonderen te liooren dat dit gebeurt in herinnering van den léden Juli 1789, den nationalen feestdag in Frankrijk. Tocli is dit zoo. Want in het Oosterdok ligt liet Fransche oorlogsschip Ibis, belast met het toezicht op de visschery in de Noordzee en bet is een oud, door alle beschaafde naties aangenomen gebruik, dat, ingeval er op een nati onalen feestdag of op een verjaardag van een lid van liet regeer end vor stenhuis eener natie, een oorlogsschip van deze natie in dezelfde haven of op een zelfde reede ligt met vreemde oorlogsschepen, deze door pavoiseeren of het vlaggen van top een feestelijk aanzien aannemen. Zoo worden door vreemde oorlogs schepen de verjaardagen van de leden van ons vorstenhuis;*steeds herdacht, indien een Nederlandsch oorlogsschip terzelfder tyd met hen in een vreem de haven of op een vreemde reode ligt. De etiquette eischt dan, dat op den dag van te voren de officier van piket (d. i. de officier die den vol genden dag de wacht krijgt) aan boord van de vreemde oorlogsschepen gaat en daar den commandanten namens zijn commandant in kennis stelt met den aard van den feestdag en de wyze waarop die aan boord van zyn schip gevierd zal worden. De commandanten bedanken dan voor de mededeeling en verzoeken den officier van piket zijn comman dant mede te deelen dat zy op dezelfde wijze dezen dag herdenken zullen. Moet er b.v., zooals hij ons op de verjaardagen van H.H. M.M. gepa voiseerd worden, dan zullen de vreem de commandanten hun schepen ook laten pavoiseerenhij de verjaardagen der overige leden van ons Vorsten huis wordt er gevlagd van top. Dit vlaggen van top bestaat in het hijschen van de natie-vlag in de top pen van den mast en het voeren van de geus. De „geus" is hy ons de Hollandsche natie-vlag, die .geheel vooruit aan een vlaggestok gevoerd wordt. Deze geus wordt ook eiken Zondag gelyk met de natie-vlag ach teruit geheschen. terwijl zy by ver blijf op een vreemde reede, dikwijls eiken dag gevoerd wordt. Iedereen "weet wat „pavoiseeren" is, maar vooral aan boord der oorlogs schepen moet met pavoiseeren er steeds streng op gelet worden, dat voor dit pavoiseeren geen natievlaggen maar slechts seinvlaggen georuikt worden, daar anders door b.v. de Fransche boven de Duitsche vlag te hijschen, reden tot onaangenaamheid zou gege ven worden. Den dag na den feestdag gaat de officier van piket weer naar den commandant der vreemde schepenen bedankt hen dan namens zijn comman danten voor de beleefde attentie. Hbld. Abonnementkaarten. Van 15 Juli tot 15 September geeft de Hollandsche Spoorwegmaatschappij abonnementskaarten uit. Het reizen met deze kaarten, gel dig gedurende volle veertien dagen en dagelijks verkrijgbaar, is geheel onbeperkt, zoodat men binnen haar geldigheidsduur zooveel van de trei nen gebruik maken kan, als men ver kiest. Met vitriool geworpen. Toen Woensdagmiddag op de Lin ker Rottckade te Rotterdam een be grafenisstoet van de algemeene be graafplaats te Crooswijk terugkeerde, wierp een jongmenseh, zekere Gr. v. d. S., eene hoeveelheid vitriool uit een fleschje in een der volgrijtuigen met het doel een meisje te treften, dat in het rijtuig gezeten was en waar mede hy vroeger geëngageerd was geweest. In plaats van het bewuste meisje te treffen, bekwamen baai- zuster en een tweetal heeren brand wonden aan de handen en het gelaat, Door eenige voorbijgangers werd de dader achter de R. K. hegraaf- plaats gearresteerd en aan de politie overgeleverd. Een brand met slachtoffers. Dinsdagnacht ongeveer halfeen is ten huize van den behanger J. Hop man te Amersfoort een felle brand ontstaan. De vlammen hadden in een oogwenk zoo een geweldigen omvang gekregen, dat alleeu aan liet redden van (le kinderen kon worden ge dacht, Dat reddingswerk, met moed en kracht ondernomen, mocht, helaas, slechts ten deele gelukken. Een jonge tje van achtjarigen leeftijd kon niet meer worden bereikt en kwam jam merlijk in de vlammen om, terwijl een meisje, dat gered werd, met brand wonden 'was overdekt. De brandweer aanstonds toegesneld, kon niet ver hoeden, dat liet aangetaste perceel nagenoeg geheel uitbrandde, en ook de Aangrenzende woningen leden schade door vuur en water. Alles was tegen brandschade verzekerd. Nog een ander persoonlijk ongeluk is by dezen brand te betreuren. De rappe brandspuitgast, Wessel vanDaal, viel van liet dak eener aangrenzende woning, en bekwam zóó ernstige inwendige kneuzingen, dat men voor liet behoud van zijn leven ernstige vrees koestert. Koloniën, BATAVIA, 15 Juni. Atjeh. Aan het verslag omtrent de voor naamste gebeurtenissen in het gou vernement Atjeh en Onderhoorighe- den, loopende van 23 Mei tot en met 5 Juni, wordt door de Jav. Ct. het volgende ontleend Gi'oo t-A t j e h. Van Lepong wer den opnieuw berichten omtrent de aanwezigheid van benden van Oemar vernomen. Eene patrouille van Kroeng Raba op den 28en Mei ondernomen, bevond de bevolking voor het grootste deel gevlucht. Ten einde meer zekere berichten in te winnen en den vijand tevens zoo mogelijk te verdryven, werd den 29en Mei een colonne van Kotaradja naar Lepong gezonden, welke al spoedig in vuurgevecht ge raakte ürnet den vijand, die aldra ge noodzaakt was zijne stelling te ver laten en zich te verspreiden. Onze verliezen bedroegen aan ge wonden vier Europeesche fuseliers, een Amboneesch sergeant, een Am- boneeseh korporaal en twee Ambo- neesche minderen. Om den vijand afdoende te verdrij ven is den 3en Juni opnieuw eene colonne van Kotaradja naar Lepong gegaan. Gesteznd door het gesehut- vuur van Hr. Ms. Madura werd eeae steenen versterking bij Ritiëng geno men, waarna de colonne naar Mes- djid Lepong voortrukte, waar zij het bivak betrok. Bij het nemen van ge noemde versterking werd de le lui tenant L. Weber levensgevaarlijk ge wond. In de gelieelc Sagi der XXV Moe- kims^ zijnde de ÏV, de VI, de IX Moekims en de Hl Moekims Daroe, heerschte ongestoorde rust. De aan grenzende heuvelterreinen en ook liet gebergte werden herhaaldelijk door kruist door kleine troepenafdeelingen, maar nergens werden nederzettingen aangetroffen. De volgelingen van de Imams van Lam Leuh en Lam Ara vertoonden zich weder enkele malen in de vlakte. Eenmaal konden zij, gebruik makende van de zorgeloosheid van een paar inlandsche fuseliers, die bij een trans port op post gesteld waren, een twee tal geweren bemachtigen, na beide fuseliers verraderlijk te hebben ver moord. Ook werd tusschen Lambaroe en Samahani de telefoonlijn eenmaal doorgesneden, bovendien werd nabij Long Lemoh het door Atjehers be diende vleesch- en broodtransport aangevallen. De dekking van de wegwerkers, die thans beoosten de Pengapit (len weg naar Selimoen aanleggen, werd meerdere malen op grooten afstand beschoten. Buiten het thans door ons bezette gebied der XXH Moekims traden onze troepen weder eenige malen op, om nieuw opgerichte vestigingen van de vijandige partij in het gebergte op. te zoeken en te verbranden. Zoo rukte den 29en Mei een colonno van Glé Kambing uit langs de Kroeng Djerir en (le Kroeng Lam Karcung. Van een tweetal vluchtende Atjehers werd er een neergeschoten. Ook werd het gebergte by Lam Ara Toenong doorzocht, waarhij twee huizen verbrand en een geweer buit gemaakt werd. Van hooger gelegen foppen, waar de vijand niet te berei ken was, werden de troepen een wei nig beschoten. Den 3en Juni werden de verster kingen van Panglima Polim hij Tjot Glé (Gliëng) andermaal genomen en geslecht; een talrijke vijand ver toonde zich, maar bood geen kraeli- tigen tegenstand. Onze verliezen be droegen gesneuveld een Amboneesch fuseliergewond twee Amboneesche en een iniandsch fuselier. In (le sagi der XXVI Moekims bleef het rustigT. Tjoet Toengkoeh moet zich thans naar Lam Kabir, nabij Selimoen, hegeven hebben. Noordkust. Onze benting te Segli werd weder bijna dagelijks be schoten, af en toe ook met lilla's. Den 3en Juni nestelden eenige vijan den zich zelfs op korten afstand onzer versterking aan het strand, waarom daarheen werd uitgerukt. Bij den aanval op de loopgraaf werd een Atjeher afgemaakt, en werden onzer zijds twee Europeesche fuseliers door kiewanghouwen verwond. De in een vorig verslag vermelde geestestoestand van T. Bintara Keraan- gan, bleek bij zijn dezer dagen ge bracht bezoek te Segli, niet zoo on gunstig te zijn als men uit de toen malige" berichten moest opmaken. Eene schriftelijke overeenkomst tusschen hem en T. Bintara Paleuh werd thans geteekend en bezegeld en er is alle reden om te verwachten, (lat de hieruit voortvloeiende voor- deelen voor beide partijen aanleiding zullen zijn tot bestendiging der thans heerschende goede verstandhouding. Na eene ongesteldheid van onge veer twee maanden, overleed T. Ma li aradja Mangkoe Boemi van Telok Semawé. Hij wordt opgevolgd door T. Abdoellab, den zoon van zijn over leden ouderen broeder. Oostkust. Te Edi kwamen T. Tjihik Perlak en T. Mohamad Sjam van Simpang Anas, welke laatste zyne onderwerping aanbood, T. Moeda Dalam is evenwel nog niet gekomen, waarom T. Tjihik is teruggekeerd, om ook dat hoofd te halen en daarna schriftelijk de zaken van Simpang Anas te regelen. Met het maken van patrouilles in den omtrek van Edi werd geregeld voortgegaan. Van aanwezigheid van vijandige benden werd daarbij niets bespeurd. W e s t k u s t. In den omtrek van Melaboeh heersclite onrust, welke wordt gaande gebonden door Said Oedjoet en T. Itam Tabo. Ook schijnt Tengkoe Kadli toe te laten, dat zijne volgelingen weder bentings oprichten, terwijl hij zelf zich te Batoe Toeng- gal zou ophouden, waaruit moet worden afgeleid, dat ook hij zich weder bij de vijandelijke partij aan sluit. Poe 1 oe Web. Den 23en Mei werd het telegraafkantoor te Sabaug i voor het publiek verkeer openge steld. Weersgesteldheid. Af en toe krachtig doorstaande Z. W. wind, drukkend warm, met weinig reven in de benedenstreken. Gezondheidstoestand. In het militair hospitaal kwamen de navolgende choleragevallen voor:res tant op 22 Mei 2 Europeanen, bij gekomen 1. overleden 1 en hersteld 2. Uit de ÏV Moekims werd bericht, dat daar eenige gevallen dezer ziekte zich hadden voorgedaan. Sport en Wedstrijden. De Henley-Regatta. Men seinde Woensdag uit Hen ley a/d Theems aan de N. R. Ct.: Het weer is. zonnig, licht bewolkt, er is vrij voel wind, die rechtstandig op bakboord staat. Daardoor hebben de ploegen aan den Berks kant eenig voordeel. Het water is echter dooi de beschutting van hoornen en booten toch kalm. Een groot publiek is ver zameld. Op de perstribune alleen zijn al verscheiden Hollanders. De race van de achtriems begon om elf uur. Eerst roeiden alleen En- gelsche ploegen. In de Grand Challenge Cup slaat Leander de Thames R. C., een over winning van dc populaire favoriet dus, in 7 m. 21 s.en de Trinity'Hall (Cambridge) de London R. C., in 7 m. 14 s. In de Thames Challenge Cup slaat King's College (Cambridge) Coopers Hill in 7 m. 25 s. De eerste heat waarin ons land betrokken is, is die in de Diamond Challenge Sculls, waarin Blussé van De Hoop roeit tegen Fair Bairn, een zwakke partij. Blussé is dadelyk voor, aan het einde van het eiland, aan welks begin de start is, reeds lengte; halfweegs vier lengten. Tijd 4 m. 25 s. Blussé houdt met, kalmen slag (11J/2 in do halve minuut) dien voorsprong tot het einde, dat hij in 9 m. 45 s. bereikt. Onderweg en aan 't einde applaudisseerden de Engelschen. De heat voor do Thames cup tus schen Delft en de Thames R. C.was een spannende race. Eerst waren de Engelschen voor, op een kwart mijl on geveer Laga een lengte voor, op de halve baan gelijk, op "de helft de on zen een paar decimeters voor en al meer, tot zij wonnen met een lengte. Halve haan 3 m. 27 s., geheele 7 m. 27 s. Appla,us van het publiek. Dc wind is allengs met de roeiers mee. Blussé had de Bucks zijde, Laga de Berks zyde. In dc Diamonds slaat de Amerikaan Mc Dowell gemakkelijk Guinness, in 9 m. 10 s. In de .Stewards' Cup heeft Utrecht verloren tegen Winnipeg, ofschoon Utrecht ongetwijfeld sterker was. Bij den twintigsten slag vloog de boot van Utrecht tegen een paafaan; Win nipeg^ kwam daardoor voor, bij het eindejvan het eiland met twee, op de halve haan met drie lengten. De tijd van Winnepeg was 3 m. 35 s. Utrecht haalde toen op, maar Winnepeg stuur de dwars voor de boot van Utrecht heen, zoodat er bijna-eene hotsing was. Wlnnepog vermeed echter juist de hotsing door weer over te steken, ge volgd door Utrecht, dat nu in Win- nepeg's riemen liep, waarop beide boo ten ophielden. De race begon weder met eene prachtige spurt van Utrecht, maar te dicht hij het eind. Winnepeg wint ten slotte met drie kwart lengie in 7 m. 47 s. Utrecht zou toch gedisqnalificeerd zyn. In de Diamonds is Beaumont gesla gen door Everitt. doel heeft gehad to beleedigen. Dan had hij niet een schrijven aan dr. Walburgh Schmidt persoonlijk ge richt, maar een ingezondon stuk in de bladen geplaatst. De beleedigde had nu zelf de beleediging openhaar gemaakt. De uitspraak werd bepaald op Dins dag a.s., des voormiddags te hallelf. Leger en Vloot. Hr. Ms. fregat Koningin Emma der Nederlandenvan Nieuwediep via Ylissingen naar Batavia vertrok ken, zal .Smyrna aandoen om aldaar orders af te wachten. De état-major bestaat uitkapt. ter zee L. J. K. A. Jeelcel, commandant; luit. ter zee le kl. H. Herman le officier; id. le kl. J. W. van Aalst; id. 2e kl. P. C. Coops, P. J. Lucardie, L. II. G. Krol en C. Witsen Elias adelborsten le kl. G. L. Sehörer, C. D. Julius, J. A. Yink en G. J.'-jW. Putman Cramer offic. van gez. le kl. P. W. R. Petriid. 2e kl. L. van Lissaoffi. van adm. 2e kl. L. J. Mou- ton en offic. mach. 2e kl. P. J. J. Kenp en G. van Os (laatstgenoemde bestemd voor Hr. Ms. fregat Van Speijlc te Smyrna). Het machinekamer-personeel is sa mengesteld uitmachinisten le kl. A. van den Berg en J. Flik.id. 2e kl. J. J. Weeda en J. P. Vos, enadspi- rant-mach. H. Steensma, W. C. Lin- sclioten, J. J. van Ouwerkerk en J. J. van Wijk. Chef der equipage is de opperschipper L. J. de Keizer. RECHTSZAKEN. Beleediging van dr. Walburgh Schmidt. Voor het gerechtshof te Amster dam werd Woensdag in hooger be roep behandeld de zaak van C. G. Tieman, die, wegens beleediging in een briefkaart aan dr. Walburgh Schmidt, door de rechtbank tot een gevangenisstraf van 14 dagen werd veroordeeld. Het O. M., waargenomen door den procureur-generaal mr. Kist, vereenig- de zich volkomen met het vonnis en vroeg bevestiging. Tieman betoogde dat hij niet het GEMENGD NIEUWS. De herinnering aan een naam. Hertog Patrick van Connaught is J de tweede zoon van koningin Victoria j en de eenige die een Iersellen naam draagt. Aan dien naam is een geschiedenis verhonden. Het was in 1849 toen koningin Vic toria met den prins-gemaal en haar beide kinderen, prinses Victoria en den prins van Wales, naar Dublin kwam om de tentoonstelling te openen. Hare Majesteit keerde juist terug van een groote wapenschouwing inPhoe- nix-park, toen een Iersehe boer zich door de menigte naar voren drong, totdat hij het koninklijk rijtuig met zijn stem kon hereiken. Hij nam zijn hoed af cn riep uit alle macht „Wilt Uwe Majesteit zoo goed zijn den volgende Patrick te noemen." Koningin Victoria zag op en den spreker bemerkende, knikte zij lachend toestemmend. Den len Mei van het volgend jaar werd haar weder, een zoon geboren en deze ontving de namen Patrick Albert Arthur William. Rijwielcrisis. In Engeland heerscht, zoo wordt aan het Berl. Tagebl. geschreven, thans een ware rijwielcrisis. De markt is overladen en men heeft de prijzen veel lager moeten stellen, zooals de Amerikanen reeds hebben gedaan, die aldus in Australië de Engelsche rijwielen van de markt hebben ver dreven. De rijwielen ^an 30 pd. st. kunnen niet op dien'"prijs blijven; men zal ongetwijfeld op 10 pd. st. moeten komen als gewonen prijs. Reeds hebben eenige fabrieken hun prijzen lager gesteld en andere heb ben een deel van liun werkvolk moe ten afdanken en den werktijd ver korten. In Amerika zijn al vier groote rijwielmaatscliappijen te gronde ge gaan men voorspelt dat in Engeland menigeen zal volgen. Luchtscheepvaart. Alweer iemand die het vraagstuk der luchtscheepvaart meent te hebben opgelost. De heer Davidson schrijft aan de Saturday Revieto, dat hij de vlieg machine heeft ontdektzij moet alleen nog maar gebouwd worden. Hij er kent dat zyn machine nog lamp zal zijn en „slechts" honderd mijlen per uur zal afleggen, maar hij voorspelt dingen om van te watertanden. De meesten van ons zullen, vol gens hem, nog bij hun leven de lucht- hooten van land tot land zien zweven met een snelheid van dertig mijlen per uur. Er zullen geschikte lan dingsplaatsen worden aangelegd, open platforms. Niemand zal meer per spoor en per stoomboot reizenspoorwegon gelukken on aanvaringen op zee zul len tot de onmogelijkheden gaan be lmoren. Botsingen in de lucht acht de schrijver veel minder waarschijn lijk. Als de heer Davidson maar het minste vervulde van al wat hij be looft, als hij maar eerst zijn machine liet vliegen, dan kan hij er op rekenen dat zijn naam niet aan de vergetel heid zal worden prijsgegeven. Een lijk opgehaald. Te Ostende heerscht groote op schudding. In de haven aldaar is Dinsdag het lijk opgevischt van een voornaam gekleede dame, getooid met vele juweelen. Men schat haar op een leeftijd van 30 jaren. De doode droeg brieven hij zich met het adres Mistress C. Dakyns, Pranistock Square, Lon don, benevens een plaatskaartje Lon don—Vlissingen. De politie weigert beslist eene be zichtiging van het lijk der vreemde linge, die hoogstens 24 uren in het water moet gelegen hebben. Dit bericht zal waarschijnlijk wel verband houden met een voor eenige dagen gemeld bericht, dat eene Ne- derlandsche dame, als herstelde krank- trekken zal zoo waar ik Otto Martin von Schwerin heet!" Daarna stootte hy zijn sabel zoo in de schede, dat het luid klonk. „Regiment geweren op van den rechter vleugel af march eerent De koning gevoelde, dat hij te'ver gegaan was en wilde den gekrenkten officier nog iets zeggendoch deze wendde zijn paard en reed naar Pasewalk terug. Maai de koning ergerde zich niet lang om zich lang over zulke kleinigheden te ergeren had hij den tijd niet. Toen hij "over den Nullwitzerberg was, had zyn ge zicht weder eene geheel andere uitdrukking gekregen hy zag er verheugd uit. Hy droomde zyn oude droom, hoe hy zijn klein Pruisen tot een groot ryk maken kon. De dragonders trokken echter in een zeer gedrukte stemming flaar de kazerne terug. Wij willen niet zeg gen treurig, want dat is de soldaat nooit. Doch gedrukt zagen zy er uit. Daar de commandant vooruitgereden was, dachten de hoornblazers niet aan blazen en zoo trokken zij zonder muziek voorwaarts. De burgers, die den koning zien wilden, gingen hen voorbij. An deren weer lagen uit het venster te kijken, maar de vrouwen waren" te bed gebleven. Och hemel, het was zeker slecht gegaan want de commandant ging alleen en de dragonders achteraan dat was nog niet dikwijls gebeurd. Toen de dragonders dat zagen, richtten zy het hoofd wedor op en zetten trotsche gezichten Beklaagd wilde zij niet zyn. Toen Otto Martin von Schwerin voor zyne oude eenvoudige woning kwam, sprong hy van paard, ging naar binnnen en wierp de uniform op de tafel. Een sofa had hij niet, wijl hij niet getrouwd wasoverigens was hij er toch niet op gaan zitten. Om op te lgigen, was zoo'n stijf ding te kort; wilde hy gaan liggen, dan ging hij naar bed en wilde hij zitten, dan deed hij liet op zyn vensterbank. Zijn sabel wierp hij wel dra in eene oude kast, daar hij hem toch niet meer dacht te gebruiken. Daarna" stak hij zijn korte hollandsche pijp aan, sloeg liet eene been over het andere dit vond hij prettigzoo kreeg hij altijd de beste gedachten. „Morgen maak ik mij natuurlijk voor het ontslag gereed", vino- hjj zijne alleenspraak aan, nadat hy eerst een beetje had gerookt. „Dat gaat vlugdaartoe is niet veel tyd noodig. Tweemaal heb ik het niet goed gemaakt een ander zou nu ook nog een derden koer afwachten doch dat doe ik niet, ik heb nu' het ge duld verloren." Toen kwam hij op het andere deel van de kritiek. „Het zou een slordig regiment geweest zijn Ja, maar wanneer het tegen den vijand gaat, dan komt het niet op de houding aan. Of op het slagveld de een een beetje vroeger dan de andere omgereden wordt is gelijk. En een dronken regiment. Waar zou des morgens voor dag en dauw die dronkenschap vandaan komen Daarna verscheen de oppasser die zijn uniform kwam halen. De commandant zag hem een tydje scherp aan. „Gij Sclmackenburg", zeide hij toen. „Wat is er mynlieer de opperluitenant „Haal mij spoedig wat." „Wijn?" vroeg de soldaat. „Ja, wat anders?" „Halve „Onzin „Roode „Nu versta je my „Dikke „De officier zag naar iets uit, dat hij hem naar het hoofd werpen kon. Toen vertrok de knecht. De „roode dikke," waarvan de officier sprak, was de naam, waarmede de officieren den „pontakwyn" der wijnhandelaren bestempelden, een heerlijke drank. Het was in dien tijd de lievelingsdrank vaii het leger. Des anderen daags wachtte Otto Martin von Schwe rin zijn afscheid, maar liet kwam niet. De koning moest het dus vergeten of zich bedacht hebben. Hij deed nu niet veel moer en ging eens wat wande len óf rooken. Zoo verliep de tijd. Op eens kwam er echter een brief uit Potsdam van den Koning. Dat zou zijn ontslag zyn, waarop hij reeds zoo lang had ge wacht, dacht de commandant. Hij brak den brief, van dikke zegels voorzien, open. Het hield in het bevel om zijn regiment marschvaardig te maken en naar Ber lijn op te rakken waar hem zijn kantonnementskwartier werd aangewezen. DonnerwetterMarschvaardig makenNaar Ber- lyn oprukken en daar kantonnements-kwartier, dat was wat voor hemdat hoorde hij gaarneDadelyk sprong hij op, om met zyne adjudanten schikkingen temaken, doch hij bedacht zich. „Neen, neen," dacht by. „dat gaat niet om te mar- cheeren gebruikt men den sabel en ik heb den mynen voor altjjd weggeborgen. Ik moet mijn ontslag nemenanders blijft mij niets over." Nu ging hij aan zijn schrijftafel zitten, nam een velletje papier en maakte, na eenig denken dezen brief gereed: Aan Zyne Majesteit den Koning te Potsdam. Ik heb U. M. gezegd, dat ik mijn sabel niet meer voor een hesehonken regiment zal trekken, zoo waar ik Otto Martin von Schwerin heet. Daar ik nu Otto Martin von Schwerin wil blyven, ver-zoek ik U. M. onderdanigst om myn ontslag. OTTO MARTIN VON SCHWERIN, opperste-luiienant. en commandant van het Dra gonder-regiment Anspach Baireuth no. 5. Hij las het nogmaals over, vond het zeer goed, drukte er een zegel op, adresseerde het en riep zyn huisknecht om het op de post te brengen. Hij trok zijn blauwen uniformrok niet meer aan, daar hij dacht, dat deze hem nu niet meer toekwam. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2