„Maar thans kwam er een omme
keer; onze kleine, dappere Renesse.
commandant der genietroepen, ook
mee ten aanval vooruitgegaan, met
een paar zijner manschappen en on
derofficieren. slaat eene opening dooi
de versperring, kruipt, zijn kleeren
aan flarden scheurende en schrammen
bekomende, er door heen, stelt zich
met de dapperen tegen de borstwe
ring op, en werpt er eenige dyna-
mietbommen iner ontstaat door de
ontploffing verwarring, een neervallen
van verdedigers, en een luid ge
schreeuw. Van dit oogenblik maakt
men wedér gebruik om tot den aan
val over te gaan, een Amboineesch
sergeant met zijn sectie stormt voor
uit, dringt door de versperring heen,
en staat eenige oogenblikken later op
de borstweringeen snelvuur wordt
afgegeven en onze salvo's treffen doel.
Op de andere flank stormt Soeters
met zijn compagnie en ook bij staat
weldra op de borstweringde vluch
tende vijand wordt bij den uitgang
neergeschoten, tot eindelijk geen dei-
bezetting meer is.
„Uit de andere bentings was het
vuur reeds lang verminderd, en men
zag den vijand later op de verafge
legen heuvels zijn schoten naar de
dooreenwoelende massa richten.
„Langzaam was de dag aangebro
ken, de zon zond haar stralen door
het gebladerte, aarzelend als was ze
bang het hartverscheurend tooneel
der lovende wereld te doen aan
schouwen.
„Met iedere seconde van helder
worden, overzag men meer en meer
het ontzettende schouwspelhier van
pijn kermende manschappen, trach
tende hun lijden te weerstaan en met
den haat voor den At jetier in het
gelaat, daar een elkander helpen van
gewonden, ginds een paar lijken van
dapperen, die getracht hadden dooi
de bamboedoeii-versperring te krui
pen, het was in een woord een diep
weemoedig gezicht. Eenige tientallen
meters van dit schouwspel, lag ge
heel verlaten een officier met een
drietal manschappen, allen gewond
dit handjevol dapperen, met repeteer
geweren gewapend, was na den eer
sten aanval vosruitgesneld met een
fedeelte der sectiedoch door de
uisternis misleid, en aangetrokken
door het vuur der naastliggende ben-
ting, liierhoenlgestormd, doch helaas
zij vielen spoedig gewond neerhulp
kwam er niet opdagenieder oogen
blik een uitval duchtend der verde
digers, met angst uitziende naar te
hulp snellende makkers, zoo bleven
zij daar liggen tot de dageraad hen
aan de kameraden toonde
Generaal Segov zal weldra naar
Europa vertrekken. Aan zyn zoon
luitenant Segov, die hier in garnizoen
is. werd een verlof van 15 dagen
verleend om zijn ouders goede reis
te wenschen.
Generaal Segov gaat naar Neder
land en zal. zoo fluistert men, niet
nalaten de Nederl. regeering, de
Koningin in de eerste plaats, in ken
nis te stellen met eenige feiten, op
grond waarvan hij meent reden tot
ontevredenheid te hebben.
Ook overste Krull, die. terwijl hy
plaatselijk commandant te Solo was,
zyn pensioen had willen vragen, maar
dooi- een vleiend schrijven van het
legerbestuur werd overgehaald nog
naar Atjeh te gaan. heeft te klagen
over achterstelling, daar ondervonden.
En ook hij gaat met pensioen en zal
eveneens zijn grieven bloot leggen.
Zulk optreden helpt wel niet veel
maar het is toch goed. dat dergelijke
stemmen nu en dan ginds vernomen
worden. (Soer. Ct.)
De bergartillerie in Indië.
Het „Soer. Hbld." had gemeld, dat
men in wel ingelichte militaire krin
gen aan het departement van oorlog
het voornemen toeschreef de bergar
tillerie te verplaatsen van Soerabaja
naar Malaug. Voorts schreef het blad
„Deze garnizoensverandering, welker
nut moeilijk kan worden ontleend,
staat in verband met de oefening der
bergartillerie, die zich nu op vlakke
goed verzorgde wegen voorbereiden
moet op bergtochten, en voor afwis
seling een enkele maal door sawahs
mag wandelen, hetgeen minder haat-
bestemming is.
De J.-B. zegt naar aanleiding van
dit bericht, dat er indenlaatstentijd
niet meer gerept is van eene ver
plaatsing van de te Weltevreden en
te Soerabaja gelegerde batterijen.
„De beschouwingen in bovengenoemd
stukje schrijft het blad danken
hun ontstaan aan don oneigenlijken
naam van berg-artillerie, ten onrechte
aan deze lichte veldbatterijcn gege
ven. Men heeft dezen naam overge
nomen van vreemde legers, waar wer
kelijk kleine afdcelingen van het
leger, uit infanterie, artillerie en genie
bestaande, berg-colonnes uitmaken,
die ook uitsluitend afgericht worden
om in het gebergte den vijand te be
strijden. In Indië echter treedt de
zg. berg-artillerie 99 van de 100 kee-
ren in vereeniging met de andere
wapens in vlak terrein op en zoo
bestaat er geen enkele reden om de
bediening van dit geschut uitsluitend
in geaccidenteerd terrein te oefenen.
Had men in een onbewaakt, oogen
blik den fatalcn naam „berg-artil
lerie" niet overgenomen, dan zouden
zeker vele transformatiën achterwege
zijn gebleven, die liet wapen nu in
de vlakte tamelijk onbruikbaar heb
ben gemaakt. Men boude de „berg-
artillerie" das in het belang harer
slagvaardigheid tot betere oefening
in de vlakte.
Pers Overzicht.
De ministerieele crisis!
In een artikel in het Handelsblad
wordt betoogd, dat daar geen enkele
fractie over de groote helft der Kamer
beschikt, ook geen enkele met recht
kan beweren, "dat zij uitsluitend is
geroepen om het bewind te voeren.
„Wel kan met zekerheid worden
gezegd, welke richtingen niet in het
kabinet vertegenwoordigd mogen zijn,
zal er niet terstond een strijd met de
nieuwe Kamer zijn te duchten. De
clencale partijen, die o.a. met protec
tionistische programma's in het strijd
perk waren verschenen, zyn versla
gen, en zijn de eersten om te erken
nen dat de tijd, dien zij voor hun
zegepraal gekozen achtten, nog niet
is aangebroken.
„De regeering moet dan ook voort
komen uit de richtingen die hebben
overwonnen. Yragehestaat onder die
richtingen of een deel van haar, vol
doende overeenstemming van denk
beelden om een vruchtdragend sa
mengaan mogelijk te maken?
„Neen, moet het antwoord luiden,
als elk van haar stokstijf blijft bij de
programma's, die by de stembus dienst
hebben gedaan.
„Ja, zal het antwoord zijn, indien
zij, erkennende wat niet ontkend kan
worden, nl. dat geen enkel de meer
derheid vóór zieli heeft zich de
vraag stellen: Kunnen wij niet, ver-
eenia-d met wie dicht bij ons staan,
in de eerste vier jaren gewichtige
hervormingen tot stand brengen
Volgens het Handelsblad zijn er
genoeg punten van overeenkomst tus-
sclien de verschillende fracties dei-
liberale partij, en ook met de radica
len om. hij eenigen goeden "wil van
alle zijden, een niet onbelangrijk deel
der vraagstukken, die bij de verkie
zingen op den voorgrond zijn getre
den, tot een oplossing te brengen. Een
oplossing die zeker niet allen in ge
lijken mate zal bevredigen. Maar dat
is immers alleen mogelijk als er een
geheel homogene meerderheid aanwe
zig is en wanneer is dit ooit het
geval vraagt het Hbl: In een verga
dering, uit een aantal zelfstandige
mannen gevormd, zal ook onder geest
verwanten altijd over de grenzen en
de onderdeden eener regeling verschil
van gevoelen zich openbaren. Zal er
iets tot stand komen, dan moet eik-
op zijn beurt iets toegeven. De con-
stitutioneele regeeringsvorm is dan
ook in haar wezen een regeciing van
overleg, van kraelitigen strijd tusschen
meeningen, maar een strijd die zich
ten slotte moet oplossen in eenheid
van handelen, waarbij het doel van
eiken maatregel den doorslag geeft
voor wie dien maatregel oprecht willen.
Op de programma's van de ver
schillende fracties der anti clericale
richtingen, betoogt het Hbld. voorts,
is omtrent een aantal hervormingen
geen verschil van richting, van doel
te erkennen.
Zou het niet allerzonderlingst, ja j
misdadig zijn, vraagt het Hbld., wan
neer er niet een ministerie optrad
meteen werkprogram, bevattende dat
gene wat alle vooruitstrevenden ver
langen
„Duidelijk genoeg heeft de stemge
rechtigde natie uitgesproken, dat zij
hervormingen wenscht. Het is nu
de plicht van allen die op de samen-1
stellino van het toekomstig bewind
invloed kunnen oefenen, te zorgen
dat die hervormingen er komen, door
samenwerking van alle richtingee die
ernstig willen."
In de Residentiebode wordt het
geopperde denkbeeld bestreden, om
het huidige kabinet te doen aanblij
ven als zeer verwerpelijk. Dienaan
gaande leest men in het blad o. a.
dit:
„De anti-clerieale meerderheid is
het product of liever de som, want
een product is zy niet eens van
onmogelijke coalitiën en monsterver
bonden. En het regeeren uit kracht
van zoodanige meerderheid zou men
willen opdragen aan een al dan niet
gewijzigd Kabinet-Röcll, nadat het
zijn zwenking naar links al dan niet
zou hebben volbracht.
„Jhr. Röell, die eerst de zaakwaar
nemer geweest is der doctrinair-cleri-
cale coalitie ter bestry'ding van liet
vooruitdringen der Liberale Unie
mannen. thans optredend als zaak
waarnemer van den desolaten boedel
van het gedwongen huwelijk tusschen
doctrinaircn en vooruitstrevenden, met
sociaal-democraten en christelijk-
historisclien als getuigen op de brui
loft genoodigd!
„Een dergelijke eiseli aan een gent
leman op én top als jhr. Röell te
stellen is immers een even onmoge
lijk trachten, als het inwilligen daar
van onzedelijk wezen zou. Of het
karakter van den tegenwoordigen pre
mier, of dat van de mannen der Libe
rale Unie zou daardoor worden be-
leedigd.
„Een zwenking van den heer Röell
naar links, althans een zwenkiug met
eenigen zwaai, is van diens politieke
moraliteit niet te verwachten.
Letteren en Kunst.
Ned. Opera.
De heer Van der Linden meldt uit
Parijs, dat door hem mevr. Etla Ma-
dier de Montjau (sopraan) is geënga
geerd. Deze zangeres is te Stokholm,
New-York en Parijs verbonden ge
weest. is 27 jaar oud en geboren in
Saksen, spreekt vele talen en ook
zeer goed Hollandseh.
De 18de jaarlijksche examens der
Nederlandsche Toonkunstenaars Ver
eeniging, zyn Maandag te's Gravcnh.
in het lokaal „Pulchri Studio" be
gonnen.
Van de 5 candidaten zyn geslaagd:
Voor piano (Lager Onderwijs) mej.
P. M. G. N. van Wijk te 's Graven-
hage.
Voor Koorgezang mej. C. E. Mun
der te Zutfen.
GEMENGD NIEUWS.
Spoorweg met eene rail.
Op de Brusselsche tentoonstelling
is een door electriciteit gedreven rif-
tuig te zien, dat met gróote snelheid
op denBelirspoorweg met enkele rail
zal loopen in het Tervuerenpark. Het
rijtuig loopt van voren en van ach
teren^ scherp toe, om der. weerstand
van de lucht te breken. Die uiteinden
zyn tevens voorzien van vertikale
verstelbare platen om te ventileeren
en in die sclicrptoeloopende uiteinden
zijn de verblijven van conducteur en
drijver. Het rijtuig bergt 100 passa
giers in 4 ryen, 2 aan elke zijde der
rail die ter hoogte van den rugsteun
in het rijtuig komt4 electrische mo
tors geven de .beweging. Men heeft
voorts zij wielen, die tegen de geleide
rails loopen.
Vorstelijke verloving.
Uit Brussel, Parijs en Madrid wordt
geseind, dat de verloving van prinses
Isabella, jonaste zuster van den her
tog van Orleans, met prins Albert
van België, den vermoedelijken erf
genaam van den Belgisehen troon,
spoedig openbaar zal worden.
De Cliartered Company.
Volgens een bericht van de Daily
News dringt Chamberlain erop aan,
dat het bestuur van de Chartered
Company zal worden gewijzigd. De
Engelsche regeering is bereid eenige
mannen van zaken, onder anderen
Alfred Rothschild er voor aan te
bevelen, hetgeen Lord Rothschild
goedkeurt.
De Eng. reg. schijnt er niet over
te denken, het charter in te trekken,
maar wel aan te dringen op zooda
nige wyziging van dat charter, dat
liet geheele bolleer van Rhodesië in
handen van rijksambtenaren komt.
Bankbilj etten-namaak.
De rechtbank te Brussel heeft tot
1 jaar gevangenisstraf veroordeeld
zekeren Simmonds, graveur te Ver-
viers, wegens liet, nabootsen van Hol
landseh bankpapier.
Bij een huiszoeking ten zijnent was
een koperen plaat gevonden met de
gedeeltelijke gravure van eenNeder-
landseh bankbiljet.
De beschuldigde beweerde, niet het
doel te hebben gehad, afdrukken van
de gravure te maken, doch de plaat
slechts te hebben vervaardigd bij
wyze van proef om er later reclame
biljetten van te drukken.
Rhodes onder de inboor
lingen.
De Volksstem vermeldt liet vol
gende over een door Cecil Rhodes
gepresideerde indaba
Gisteren is een indaba gehouden
tusschen den heer Rhodes en de Ma-
tabelc-induna's, welke laatste ten
getale van. 15Ó tot 200 tegenwoordig
waren. Zij waren gezeten op den
grond van het Hof, Gambo en andere
voorname kafferkapiteins in het mid
den.
Toen de heer Rhodes en kapitein
Lawley binnen traden, klonk eon
zacht geroep van goedkeuring.
De waarn. naturellenkommissaris
Thomas trad op als tolk.
Kapt. Lawley gsprak de induna's
langdurig toe, zeggende dat zij uitge
noodigd waren om, ter gelegenheid
van de zestigjarige regeering der
groote blanke" Koningin"naar Bula-
wayo te komen.
Wegens de droogte en de sprinkha
nen was de hutbelasting dit jaar niet
met geweld ingevorderd. Hij waar
schuwde hun echter dat na den oogst
van het volgend jaar zij ingevorderd
zou worden. Hij kon hen weer niet
helpen aan koren, maar de naturellen
konden geld verdienen door te gaan
werken.
De Reg. was sterk tegen alles wat
naar gedwongen arbeid leek. De na-
turellenkomraissarissen in elkdistrikt
zouden toezien, dat zij betaald wer
den als zij werk verrichtten.
De heer Rhodes hield hen voor dat
het slecht was om jonge meisjes met
geweld van hun ouders weg te ne
men en wees er op dat volgens het
oude stelsel van Labola op het huwe
lijk, in zwang bij de blanken, als
meisjes slecht" behandeld werden, zij
naar hun ouders terugkeeren konden.
De Regeering zou, als zij dit ver
langden, Labola ondersteunen, die
was gesanctioneerd door de groote,
blanke Koningin in de Kaap en
Natal.
De naturellenkapiteins waren allen
voor het weder van kracht verklaren
van liet stelsel van Umzumkulu, ver
klarende dat zij vanaf hun oorsprong
dit stelsel gehad hadden.
De kapiteins waren eenstemmig in
hun antwoord aan Rhodes, dat zij
nooit gedwongen waren 'geworden om
tegen hun wil te werken. Zij wisten
dat een slechte blanke zijn straf ont
ving, als hij slecht was voor de na
turellen.
Kapt. Lawley gaf hem te verstaan
dat als de naturellen bakens van
plaatsen of claims wegnamen, zij
zwaar gestraft zouden worden. Ver
scheidene induna's door hem benoemd
hadden zich trouw getoond en anderen
niet. Deze zouden ontslagen worden
als hun getrouwheid niet bewezen
werd.
Verschillende induna's die op de
eerste Mattopo indaba tegenwoordig
geweest waren, waren ook nu aan
wezig en toen zij door den heer Rho
des bij hun raam toegesproken wer
den. toonden zij zieli zeer verheugd.
Secombo was te ziek om de indaba
bij te wonen.
De heer Rhodes vroeg hun of bij
niet beloofd had dat, als zij uit de
heuvelen kwamen en hun grond be
bouwden, hun, (lie gevochten hadden
alles zou worden vergeven, doch dat
zij, die mannen, vrouwen en kinderen
vermoord hadden, zouden gestraft
worden. De Regeering had hem ver
der beloofd dat zy zooveel mogelyk
koren zouden krygen.
Umleigala antwoordde dat de lieer
Rhodes woord had gehouden.
De overige kapiteins riepen in koor:
„ja vader"."
I De heer Rhodes zeide, onze harten
zijn geheel wit tegenover u en wy
geloevcn dat de uwe wit tegenover
ons zijn.
Voortgaande raadde hy hun, hun
jonge mannen er toe te brengen om
te Verken, dit was toch beter dan
hen toe te laten rondom de kralen te
dwalen en de dochters vau hun bu
ren te stelen of samenzweringen op
touw te zetten,-als hun dochters leef
den met blanken of Kaapsche boys.
Umlili zeide dat de groote grief was
dat zij geen slaven hadden.
De Mahalies drongen thans aan op
gelijkheid met de Matabelen, die al
leen onderworpen waren aan (1e
blanken.
De heer Rhodes antwoordde, dat zij
moesten weten dat de blanken geen
slavernij toelieten.
Indien de Mahalies niet wilden
werken voor hen, dan moesten zij
hun zoons laten werken.
De kapiteins schenen niet gesticht
erover dat geen slavernij was toege
staan maar de heer Rhodes zeide
gij zijt allen mijn slaven, maar als ik
u vraag voor mij te werken, dan be
taal ik u en ik ben tevreden. Hoe
kunt gij dan verwachten, dat de Ma
halies Voor u zullen werken.
Dit vonden de Induna's erg grappig.
Ten slotte zeide Garnbo dat deze
vergelijking niet opging.
De heer Rhodes herhaalde dat hun
zoons natuurlijk voor hen konden
werkenzij hadden gezag over hun
kinderen, zooals de blanken over hen.
Hiermede schenen de induna's veel
meer ingenomen.
De heer Rhodes beloofde hun Gou
vernementsplaatsen, waar de blanken
hen niet vandaan konden jagen. Zij
wisten dat zij reeds op goeden grond
mochten wonen, door hen zelf uitge
kozen.
Deze verklaring werd met veel bij
val ontvangen.
De heer RhodesZij wisten dat zij
vrij op hun eigen plaatsen konden
wonen.
Oplicliters.
Twee klerken van de correctioneele
griffie te Parijs dreven een mooi
zaakje. Ze hadden zich in relatie
gesteld met een zaakwaarnemer,
zekeren Prévost. Zoodra zij vernamen
dat een rechter geene termen vond
om iemand tegeu wien een beschul
diging was ingebracht te vervolgen,
werd fluks Prévost gewaarschuwd,
die ijlings aan dien iemand een briefje
schreef, of deze op zijn kantoor wou
komen.
Die gerechtelijke zaak tegen u,
sprak dan Prévost op een toon van
magistraal gezag, neemt een leclyke
wending. Men heeft allerlei grieven
tegen u, heusch, het loopt mis. Daar
om heb ik u verzocht eens hier te
komen. Ik heb veel invloed, ik wil
u helpen
En bijna altijd stortte de iemand
de som die Prévost voor zijn tus-
sehenkomst eischte.j
Tot ten slotte dé kruik gebarsten
is en de twee klerken plus Prévost
zijn ingerekend.
Keizer Wilhelm op reis.
Het plan voor de dagen dat keizer
Willem in Hongarije komt, is vast
gesteld als volgt:
Van 10 tot 15 September woont
hij met den Keizer van Oostenrijk
de wapenoefeningen bij Totis bij; hij
logeert dan op het slot van graaf
Eszterhazy. Vervolgens gaan de twee
Keizers jagen in Belya, oen bezitting
van aartshertog Frederik, en daarna
begeven ze zich samen voor drie dagen
naai' Boedapest, waar een feestvoor-
stelling in de opera, een uitstapje naar
het Margareta-eiland en een ontvangst
ten hove zullen plaats hebben. Van
loedapest keert de Duitsche Keizer
terug naar Berlijn.
Opstand in Britsch-Borneo.
De Britsche ambtenaar Neubronner
is nog steeds in handen van Mat
Salleh, maar wordt goed behandeld.
De leider der opstandelingen houdt
met 150 a 300 volgelingen een ver
sterkte stelling aan "de Juanam rivier
bezet. Het heet, dat twee volkstam
men zich bij hem hebben aangesloten.
Eene Engelsche expeditie van Laboean
is ïe Gaga aangekomen waar zij ver
sterkingen afwacht.
Een wereldreiziger.
De heer Gilbert, die nu veertien1
maanden geleden van Parijs vertrok
om de wereld te voet door te reizen
en op 1 Moi1900 aldaar moet zyn
teruggekeerd, om, als zijn taak naar
behooren volbracht is, 250,000 francs
te beuren als premie van een wedden
schap, vertrok op 12 Juni, des och
tends te 9 uur, van Modjokerto en
hoopte den volgenden dag, des avonds
te zes uur, te Soerabaja te arrivee-
ren.
Hij ondernam zyn reis zonder eenig
geld o,p zak, draagt zyn bagage zelf
en mag geen geschenken aannemen.
Hy geeft conferences, waarin hy
van zijn reis verhaalt en waarmee hij
voldoende hoopt te verdienen om in
zijn onderhoud te voorzien en de pas
sage te betalen van de booten die hij
gebruiken moet.
Wegens ziekte was hij verplicht
geworden eenige dagen rust te hou
den te Djomhang.
De Panama-Commissie.
De Panama-commissie heeft beslo
ten, Donderdag naar Bournemouth te
gaan om Herz te verhooren.
Zaterdag heeft zy Develle en Ribot
verhoord. Wat Develle zeide) was
zonder belang, en Ribot moet in
hoofdzaak verklaard hebben, dat hij
altijd de arrestatie van Arton ge-
wenseht heeft.
Spoorwegbrug ingestort.
Uit Tarbes aan de Adour wordt
een verschrikkelijke ramp gemeld:
Twee locomotieven en 3 wagons welke
over de nieuwe brug over de Adour
gingen, zijn in de diepte gestort. Deze
brug was door de genie gebouwdter
vervanging van die welke bij de over
stroomingen was weggeslagen. Ver
scheidene personen werden gewond
en de personen die zich op de brug
bevonden werden in het water ge
worpen. Een uur te voreu was bij
een vorige proef de machine er zon
der hot minste verdachte gekraak
overheen gereden.
Een zonderlinge ontvangst.
Zonderlinge tooneelcn zijn Zondag
voorgevallen in het zeebadplaatsje
Dunoon, by Glasgow, waar de over
heid tevergeefs beproefde, aan de pas
sagiers van de pleizicrboot Victoria
hét landen te beletten. Die boot be
hoort aan een nienwc-Zondag-stoom-
bootmaatschappij, welke dit jaar voor
het eerst 's Zondags uitstapjes op de
Clyde organiseert, die zeer in den
smaak vallen, gei ijk bewezen wordt
door de omstandigheid, dat de Victo
ria Zondag duizend toeristen aan
boord had. Toen de Victoria te Du
noon aankwam, bleek de overheid
woord te houden, want de toegangen
tot de hoofden waren gesloten en wer
den bovendien bewaakt door een tal
rijke politiemacht. Deze werd echter
overmand door de gelande passagiers,
vervolgens de toegangen tot de hoof
den opengebroken, waarop de gelande
toeristen naar binnen stroomden en
zich met geestdrift verbroederden met
dc bevolking op den wal. De politie
agenten, hoe ruw ook bejegend, kre
gen geen ernstig letsel. De overheid
bood verder geen weerstand, want
toen de Victoria, na een eind omge
varen te hebben, 's middags terug
keerde, stonden de toegangen tot de
hoofden open.
Regen in Britseh-Indië.
De luitenant-goeverneur van de
Noordwestelijke "provinciën (Britsch-
Indië) meldt dat er zooveel regen in
zyn gebied gevallen, is dat hij de
werkverschaffing aanmerkelijk zal
kunnen inkrimpen.
Eene lioogescliool voor meisj es.
In Japan te Tokio, zal, als gevolg
van al de moeite die een Japansch
geleerde zich voor de zaak gegeven
heeft, een hoogesehool voor meisjes
worden opgericht. De keizer en de
keizerin stellen veel belang in de zaak,
een bijeenkomst om bet plan te pro-
pagandeeren werd bijgewoond door
een aantal grootwaardigheidsbeklee-
ders en o. a. door eenige ministers.
Staatshulp zal wel niet uitblijven en
de 300.000 yen, noodig voor de op
richting. hoopt men gauw bijeen te
hebben.
„Wat is dat?" vroeg de kapitein verbaasd en stond
vlug op om naar de deur te strompelen. Maar reeds
werd deze woest geopend en Anna snelde het vertrek
binnen.
„Meneer, mevrouw!" riep het meisje huiten adem,
„zé zijn er zc zyn er
„Wie zijn er de Pruisen
„Neen, neen de Franschen de kurassiers o,
mijn hemel, wat ben ik geschrokken
„Dom schepsel," raasde dc kapitein en wilde vlug de
kamer verlaten, maar in de donkere opening der deur
verscheen de slanke gestalte van eeu jongen Franschen
kurassier en strekte de armen uit.
Verbaasd week de kapitein een stap [terug. Maar me
vrouw lloffer snelde met den kreet: „Victor, mijn Vic
tor!" in* de armen van haar zoon, die zyn moeder vast
tegen zich aandrukte. Toen trad hy, met den linkerarm
zijn moeder omvat houdende, die tegen hem aanleunde,
en de rechterhand uitstrekkende naar den kapitein,
het vertrek binnen.
„Vader, hebt u geen groet voor my
Waar kom je vandaanBen je alleen? Waar
is je regiment?"
„Ik weet bet niet. vader. Slechts weinige kamera
den vergezellen my. Zy zyn verder, naar Pfalzburg
gereden.
„Je weet niet, waar je regiment is Je hebt je
regiment verlaten Hoe moet ik dat opvatten
„Vraag toch niet meer, Henri," berispte mevrouw
Hoffor.
„Zie je niet dat Victor bloedt? Myn God, je bent
gewond, myn jongenGa zitten ga toch zitten
De beide meisjes kwamen naderby en ondersteunden
den wankelende, zij leidden hem naar de sofa, waarop
hy steunend neerzonk, een oogenblik lag hij er met
gesloten oogen. Zyn gelaat was bleek als vaneen doode;
zijn blonde" haren hingen verward over het voorhoofd,
met bloed bedekt; langzaam sijpelde het dikke bloed
uit een hoofdwonde op de epauletten en de bezoedelde,
gescheurde uniform.
„Gauw, Josephine, Jeanne, water en linnen", riep
mevrouw Hoffer, terwijl zij beproefde het bloed met
haar zakdoek te stelpen.
De meisjes vlogen weg en kwamen terstond met wa
ter en met linnen doeken terug. Nadat men den ge
wonde het voorhoofd met het koude water gewassclïen
had, sloeg hij de oogen langzaam op en zag hy de
vrouwen, die met hem bezig waren, met een droeven
glimlach een voor een aan.
Toen weerde hij ze van zieli af en zeide
„Ach, moeder, de lichte schram aan het hoofd bctce-
kent nietshet is niet de diepste wonde die ik draag.
De zwaarste wonde, die nooit weer geneest, zit elders
in het hart
„Om 's hemels wil, Victor
„Stel u gerust, moeder. Het is geen wond van buiten
en men sterft er niet aan, al geneest zij ook nooit weer.
De wond aan liet hoofd heb ik gekregen, toen we over
hokken en sloten aanvielen op de vijandelijke troepen,
de wonde in het hart kreeg ik na den sla»-, toen ik
te midden van den stroom der duizenden vluéntelingen
werd meegesleurd en de ellende, den ondergang van ons
leger, van ons vaderland voor oogen zag."
„Wat zegje daar?" vroeg de oude kapitein, die bij
de woorden van zijn zoon even bleek was geworden als
deze.
„Ja, vader," vervolgde de jonge officier met een smar-
telyken glimlach, „ook uw braaf, dapper hart zal mede
de brandende smart dezer wonde gevoelen, want ook
u houdt van ons leger, onzen roem', onze eer, ons va
derland."
„En dat alles is verloren?"
„Het is verloren, vader!"
„Neen. neen, dat kan niet zijn! Dat mag niet zijn!
Maar vertel tochMaarschalk Mac Mahon heeft een
neerlaag geleden
„Als"dat alles was! Zijn lesrer is vernietigd
„Ach l"
„En de kurassiers van de generaals Miehei en Bon-
nemains bedekken met hun lichamen het slagveld van
Reichshofen, waar zij in den heldhaftigen aanval op
den vijand aanstormden om ten minste de overblijfse
len van het leger voor een gehcelen ondergang te
redden."
„Vertel, vertel verdei-
„Het leger van den maarschalk stond heden morgen
gereed om op te trekken bij Fröschweiier en Eberbach.
In den loop van den dag zou men den marsch naar
den Rijn beginnen om de vooruit dringende Pruisi
sche en Beiersche troepen terug te werpen. Maar de
Pruisen lieten ons geen tijd dat plan ten uitvoer te
brengen. Reeds in aen vroegen morgen vielen zij ons
met een overmacht aan. Hun machtige artillerie werd
geplaatst op Höhenzügen, aan [den anderen kant van
Wörth, en wij wei-den met granaten en kanonkogels
overstelpt. Twee Pruisische en eea Beierseh korps vie
len ons aan, terwijl de Wurtemburgers als reserve
volgden. Met bewonderenswaardige vlugheid begon de
aanval. Eer onze gelederen zich konden opstellen^ doken
achter elke heg, achter eiken boom, achter eiken aard
hoop de blauwe duivels op en tegen den middag was
onze dappere infanterie uit de positie van Wörth ge
worpen. Maar nog was de overwinning niet ontrukt aan
onze handen. Met een woeste volharding, een bewon
derenswaardige taaiheid verdedigde zich onze infanterie,
maar de overmacht der Pruisen en Beieren was te groot.
Verscheidene malen teruggeworpen, kwamen de vyan-
den steeds in verdubbeld getal terug, en ten slotte had
den zij onze stelling ten Noorden en Zuiden ingesloten,
zoodat het korps van den maarschalk verloren scheen,
toen wij de kurassiers van Michel en Bonnemains
redding' brachten. De brigade-Miehei deed den eersten
aanval. Het was een prachtig gezicht, die schare van
duizend ruiters zich te zien storten in den chaos van
bloed on rook, waaruit zij niet weer zouden opduiken.
Toen volgde de aanval der divisie van generaal Bonne
mains, waartoe ook miin regiment behoorde. Ach, vader,
het hart breekt my bijna bij de herinnering aan dat
uur! vier trotsche, dappere, schitterende kurassiers-
regiinenten op den vijand inEn slechts enkele bloe
dende, doodelük gewonde ruiters keerden uit den kogel
regen terug. Door Elaszhausen naar Frosebweiler ging
de stormren. De aarde trilde onder de hoefslagen onzer
paarden. Dc kurassen rinkelden. De lange zwaarden
bliksemden in de zon.
(Wordt vervolgd.)