„Maar thans kwam er een omme keer; onze kleine, dappere Renesse. commandant der genietroepen, ook mee ten aanval vooruitgegaan, met een paar zijner manschappen en on derofficieren. slaat eene opening dooi de versperring, kruipt, zijn kleeren aan flarden scheurende en schrammen bekomende, er door heen, stelt zich met de dapperen tegen de borstwe ring op, en werpt er eenige dyna- mietbommen iner ontstaat door de ontploffing verwarring, een neervallen van verdedigers, en een luid ge schreeuw. Van dit oogenblik maakt men wedér gebruik om tot den aan val over te gaan, een Amboineesch sergeant met zijn sectie stormt voor uit, dringt door de versperring heen, en staat eenige oogenblikken later op de borstweringeen snelvuur wordt afgegeven en onze salvo's treffen doel. Op de andere flank stormt Soeters met zijn compagnie en ook bij staat weldra op de borstweringde vluch tende vijand wordt bij den uitgang neergeschoten, tot eindelijk geen dei- bezetting meer is. „Uit de andere bentings was het vuur reeds lang verminderd, en men zag den vijand later op de verafge legen heuvels zijn schoten naar de dooreenwoelende massa richten. „Langzaam was de dag aangebro ken, de zon zond haar stralen door het gebladerte, aarzelend als was ze bang het hartverscheurend tooneel der lovende wereld te doen aan schouwen. „Met iedere seconde van helder worden, overzag men meer en meer het ontzettende schouwspelhier van pijn kermende manschappen, trach tende hun lijden te weerstaan en met den haat voor den At jetier in het gelaat, daar een elkander helpen van gewonden, ginds een paar lijken van dapperen, die getracht hadden dooi de bamboedoeii-versperring te krui pen, het was in een woord een diep weemoedig gezicht. Eenige tientallen meters van dit schouwspel, lag ge heel verlaten een officier met een drietal manschappen, allen gewond dit handjevol dapperen, met repeteer geweren gewapend, was na den eer sten aanval vosruitgesneld met een fedeelte der sectiedoch door de uisternis misleid, en aangetrokken door het vuur der naastliggende ben- ting, liierhoenlgestormd, doch helaas zij vielen spoedig gewond neerhulp kwam er niet opdagenieder oogen blik een uitval duchtend der verde digers, met angst uitziende naar te hulp snellende makkers, zoo bleven zij daar liggen tot de dageraad hen aan de kameraden toonde Generaal Segov zal weldra naar Europa vertrekken. Aan zyn zoon luitenant Segov, die hier in garnizoen is. werd een verlof van 15 dagen verleend om zijn ouders goede reis te wenschen. Generaal Segov gaat naar Neder land en zal. zoo fluistert men, niet nalaten de Nederl. regeering, de Koningin in de eerste plaats, in ken nis te stellen met eenige feiten, op grond waarvan hij meent reden tot ontevredenheid te hebben. Ook overste Krull, die. terwijl hy plaatselijk commandant te Solo was, zyn pensioen had willen vragen, maar dooi- een vleiend schrijven van het legerbestuur werd overgehaald nog naar Atjeh te gaan. heeft te klagen over achterstelling, daar ondervonden. En ook hij gaat met pensioen en zal eveneens zijn grieven bloot leggen. Zulk optreden helpt wel niet veel maar het is toch goed. dat dergelijke stemmen nu en dan ginds vernomen worden. (Soer. Ct.) De bergartillerie in Indië. Het „Soer. Hbld." had gemeld, dat men in wel ingelichte militaire krin gen aan het departement van oorlog het voornemen toeschreef de bergar tillerie te verplaatsen van Soerabaja naar Malaug. Voorts schreef het blad „Deze garnizoensverandering, welker nut moeilijk kan worden ontleend, staat in verband met de oefening der bergartillerie, die zich nu op vlakke goed verzorgde wegen voorbereiden moet op bergtochten, en voor afwis seling een enkele maal door sawahs mag wandelen, hetgeen minder haat- bestemming is. De J.-B. zegt naar aanleiding van dit bericht, dat er indenlaatstentijd niet meer gerept is van eene ver plaatsing van de te Weltevreden en te Soerabaja gelegerde batterijen. „De beschouwingen in bovengenoemd stukje schrijft het blad danken hun ontstaan aan don oneigenlijken naam van berg-artillerie, ten onrechte aan deze lichte veldbatterijcn gege ven. Men heeft dezen naam overge nomen van vreemde legers, waar wer kelijk kleine afdcelingen van het leger, uit infanterie, artillerie en genie bestaande, berg-colonnes uitmaken, die ook uitsluitend afgericht worden om in het gebergte den vijand te be strijden. In Indië echter treedt de zg. berg-artillerie 99 van de 100 kee- ren in vereeniging met de andere wapens in vlak terrein op en zoo bestaat er geen enkele reden om de bediening van dit geschut uitsluitend in geaccidenteerd terrein te oefenen. Had men in een onbewaakt, oogen blik den fatalcn naam „berg-artil lerie" niet overgenomen, dan zouden zeker vele transformatiën achterwege zijn gebleven, die liet wapen nu in de vlakte tamelijk onbruikbaar heb ben gemaakt. Men boude de „berg- artillerie" das in het belang harer slagvaardigheid tot betere oefening in de vlakte. Pers Overzicht. De ministerieele crisis! In een artikel in het Handelsblad wordt betoogd, dat daar geen enkele fractie over de groote helft der Kamer beschikt, ook geen enkele met recht kan beweren, "dat zij uitsluitend is geroepen om het bewind te voeren. „Wel kan met zekerheid worden gezegd, welke richtingen niet in het kabinet vertegenwoordigd mogen zijn, zal er niet terstond een strijd met de nieuwe Kamer zijn te duchten. De clencale partijen, die o.a. met protec tionistische programma's in het strijd perk waren verschenen, zyn versla gen, en zijn de eersten om te erken nen dat de tijd, dien zij voor hun zegepraal gekozen achtten, nog niet is aangebroken. „De regeering moet dan ook voort komen uit de richtingen die hebben overwonnen. Yragehestaat onder die richtingen of een deel van haar, vol doende overeenstemming van denk beelden om een vruchtdragend sa mengaan mogelijk te maken? „Neen, moet het antwoord luiden, als elk van haar stokstijf blijft bij de programma's, die by de stembus dienst hebben gedaan. „Ja, zal het antwoord zijn, indien zij, erkennende wat niet ontkend kan worden, nl. dat geen enkel de meer derheid vóór zieli heeft zich de vraag stellen: Kunnen wij niet, ver- eenia-d met wie dicht bij ons staan, in de eerste vier jaren gewichtige hervormingen tot stand brengen Volgens het Handelsblad zijn er genoeg punten van overeenkomst tus- sclien de verschillende fracties dei- liberale partij, en ook met de radica len om. hij eenigen goeden "wil van alle zijden, een niet onbelangrijk deel der vraagstukken, die bij de verkie zingen op den voorgrond zijn getre den, tot een oplossing te brengen. Een oplossing die zeker niet allen in ge lijken mate zal bevredigen. Maar dat is immers alleen mogelijk als er een geheel homogene meerderheid aanwe zig is en wanneer is dit ooit het geval vraagt het Hbl: In een verga dering, uit een aantal zelfstandige mannen gevormd, zal ook onder geest verwanten altijd over de grenzen en de onderdeden eener regeling verschil van gevoelen zich openbaren. Zal er iets tot stand komen, dan moet eik- op zijn beurt iets toegeven. De con- stitutioneele regeeringsvorm is dan ook in haar wezen een regeciing van overleg, van kraelitigen strijd tusschen meeningen, maar een strijd die zich ten slotte moet oplossen in eenheid van handelen, waarbij het doel van eiken maatregel den doorslag geeft voor wie dien maatregel oprecht willen. Op de programma's van de ver schillende fracties der anti clericale richtingen, betoogt het Hbld. voorts, is omtrent een aantal hervormingen geen verschil van richting, van doel te erkennen. Zou het niet allerzonderlingst, ja j misdadig zijn, vraagt het Hbld., wan neer er niet een ministerie optrad meteen werkprogram, bevattende dat gene wat alle vooruitstrevenden ver langen „Duidelijk genoeg heeft de stemge rechtigde natie uitgesproken, dat zij hervormingen wenscht. Het is nu de plicht van allen die op de samen-1 stellino van het toekomstig bewind invloed kunnen oefenen, te zorgen dat die hervormingen er komen, door samenwerking van alle richtingee die ernstig willen." In de Residentiebode wordt het geopperde denkbeeld bestreden, om het huidige kabinet te doen aanblij ven als zeer verwerpelijk. Dienaan gaande leest men in het blad o. a. dit: „De anti-clerieale meerderheid is het product of liever de som, want een product is zy niet eens van onmogelijke coalitiën en monsterver bonden. En het regeeren uit kracht van zoodanige meerderheid zou men willen opdragen aan een al dan niet gewijzigd Kabinet-Röcll, nadat het zijn zwenking naar links al dan niet zou hebben volbracht. „Jhr. Röell, die eerst de zaakwaar nemer geweest is der doctrinair-cleri- cale coalitie ter bestry'ding van liet vooruitdringen der Liberale Unie mannen. thans optredend als zaak waarnemer van den desolaten boedel van het gedwongen huwelijk tusschen doctrinaircn en vooruitstrevenden, met sociaal-democraten en christelijk- historisclien als getuigen op de brui loft genoodigd! „Een dergelijke eiseli aan een gent leman op én top als jhr. Röell te stellen is immers een even onmoge lijk trachten, als het inwilligen daar van onzedelijk wezen zou. Of het karakter van den tegenwoordigen pre mier, of dat van de mannen der Libe rale Unie zou daardoor worden be- leedigd. „Een zwenking van den heer Röell naar links, althans een zwenkiug met eenigen zwaai, is van diens politieke moraliteit niet te verwachten. Letteren en Kunst. Ned. Opera. De heer Van der Linden meldt uit Parijs, dat door hem mevr. Etla Ma- dier de Montjau (sopraan) is geënga geerd. Deze zangeres is te Stokholm, New-York en Parijs verbonden ge weest. is 27 jaar oud en geboren in Saksen, spreekt vele talen en ook zeer goed Hollandseh. De 18de jaarlijksche examens der Nederlandsche Toonkunstenaars Ver eeniging, zyn Maandag te's Gravcnh. in het lokaal „Pulchri Studio" be gonnen. Van de 5 candidaten zyn geslaagd: Voor piano (Lager Onderwijs) mej. P. M. G. N. van Wijk te 's Graven- hage. Voor Koorgezang mej. C. E. Mun der te Zutfen. GEMENGD NIEUWS. Spoorweg met eene rail. Op de Brusselsche tentoonstelling is een door electriciteit gedreven rif- tuig te zien, dat met gróote snelheid op denBelirspoorweg met enkele rail zal loopen in het Tervuerenpark. Het rijtuig loopt van voren en van ach teren^ scherp toe, om der. weerstand van de lucht te breken. Die uiteinden zyn tevens voorzien van vertikale verstelbare platen om te ventileeren en in die sclicrptoeloopende uiteinden zijn de verblijven van conducteur en drijver. Het rijtuig bergt 100 passa giers in 4 ryen, 2 aan elke zijde der rail die ter hoogte van den rugsteun in het rijtuig komt4 electrische mo tors geven de .beweging. Men heeft voorts zij wielen, die tegen de geleide rails loopen. Vorstelijke verloving. Uit Brussel, Parijs en Madrid wordt geseind, dat de verloving van prinses Isabella, jonaste zuster van den her tog van Orleans, met prins Albert van België, den vermoedelijken erf genaam van den Belgisehen troon, spoedig openbaar zal worden. De Cliartered Company. Volgens een bericht van de Daily News dringt Chamberlain erop aan, dat het bestuur van de Chartered Company zal worden gewijzigd. De Engelsche regeering is bereid eenige mannen van zaken, onder anderen Alfred Rothschild er voor aan te bevelen, hetgeen Lord Rothschild goedkeurt. De Eng. reg. schijnt er niet over te denken, het charter in te trekken, maar wel aan te dringen op zooda nige wyziging van dat charter, dat liet geheele bolleer van Rhodesië in handen van rijksambtenaren komt. Bankbilj etten-namaak. De rechtbank te Brussel heeft tot 1 jaar gevangenisstraf veroordeeld zekeren Simmonds, graveur te Ver- viers, wegens liet, nabootsen van Hol landseh bankpapier. Bij een huiszoeking ten zijnent was een koperen plaat gevonden met de gedeeltelijke gravure van eenNeder- landseh bankbiljet. De beschuldigde beweerde, niet het doel te hebben gehad, afdrukken van de gravure te maken, doch de plaat slechts te hebben vervaardigd bij wyze van proef om er later reclame biljetten van te drukken. Rhodes onder de inboor lingen. De Volksstem vermeldt liet vol gende over een door Cecil Rhodes gepresideerde indaba Gisteren is een indaba gehouden tusschen den heer Rhodes en de Ma- tabelc-induna's, welke laatste ten getale van. 15Ó tot 200 tegenwoordig waren. Zij waren gezeten op den grond van het Hof, Gambo en andere voorname kafferkapiteins in het mid den. Toen de heer Rhodes en kapitein Lawley binnen traden, klonk eon zacht geroep van goedkeuring. De waarn. naturellenkommissaris Thomas trad op als tolk. Kapt. Lawley gsprak de induna's langdurig toe, zeggende dat zij uitge noodigd waren om, ter gelegenheid van de zestigjarige regeering der groote blanke" Koningin"naar Bula- wayo te komen. Wegens de droogte en de sprinkha nen was de hutbelasting dit jaar niet met geweld ingevorderd. Hij waar schuwde hun echter dat na den oogst van het volgend jaar zij ingevorderd zou worden. Hij kon hen weer niet helpen aan koren, maar de naturellen konden geld verdienen door te gaan werken. De Reg. was sterk tegen alles wat naar gedwongen arbeid leek. De na- turellenkomraissarissen in elkdistrikt zouden toezien, dat zij betaald wer den als zij werk verrichtten. De heer Rhodes hield hen voor dat het slecht was om jonge meisjes met geweld van hun ouders weg te ne men en wees er op dat volgens het oude stelsel van Labola op het huwe lijk, in zwang bij de blanken, als meisjes slecht" behandeld werden, zij naar hun ouders terugkeeren konden. De Regeering zou, als zij dit ver langden, Labola ondersteunen, die was gesanctioneerd door de groote, blanke Koningin in de Kaap en Natal. De naturellenkapiteins waren allen voor het weder van kracht verklaren van liet stelsel van Umzumkulu, ver klarende dat zij vanaf hun oorsprong dit stelsel gehad hadden. De kapiteins waren eenstemmig in hun antwoord aan Rhodes, dat zij nooit gedwongen waren 'geworden om tegen hun wil te werken. Zij wisten dat een slechte blanke zijn straf ont ving, als hij slecht was voor de na turellen. Kapt. Lawley gaf hem te verstaan dat als de naturellen bakens van plaatsen of claims wegnamen, zij zwaar gestraft zouden worden. Ver scheidene induna's door hem benoemd hadden zich trouw getoond en anderen niet. Deze zouden ontslagen worden als hun getrouwheid niet bewezen werd. Verschillende induna's die op de eerste Mattopo indaba tegenwoordig geweest waren, waren ook nu aan wezig en toen zij door den heer Rho des bij hun raam toegesproken wer den. toonden zij zieli zeer verheugd. Secombo was te ziek om de indaba bij te wonen. De heer Rhodes vroeg hun of bij niet beloofd had dat, als zij uit de heuvelen kwamen en hun grond be bouwden, hun, (lie gevochten hadden alles zou worden vergeven, doch dat zij, die mannen, vrouwen en kinderen vermoord hadden, zouden gestraft worden. De Regeering had hem ver der beloofd dat zy zooveel mogelyk koren zouden krygen. Umleigala antwoordde dat de lieer Rhodes woord had gehouden. De overige kapiteins riepen in koor: „ja vader"." I De heer Rhodes zeide, onze harten zijn geheel wit tegenover u en wy geloevcn dat de uwe wit tegenover ons zijn. Voortgaande raadde hy hun, hun jonge mannen er toe te brengen om te Verken, dit was toch beter dan hen toe te laten rondom de kralen te dwalen en de dochters vau hun bu ren te stelen of samenzweringen op touw te zetten,-als hun dochters leef den met blanken of Kaapsche boys. Umlili zeide dat de groote grief was dat zij geen slaven hadden. De Mahalies drongen thans aan op gelijkheid met de Matabelen, die al leen onderworpen waren aan (1e blanken. De heer Rhodes antwoordde, dat zij moesten weten dat de blanken geen slavernij toelieten. Indien de Mahalies niet wilden werken voor hen, dan moesten zij hun zoons laten werken. De kapiteins schenen niet gesticht erover dat geen slavernij was toege staan maar de heer Rhodes zeide gij zijt allen mijn slaven, maar als ik u vraag voor mij te werken, dan be taal ik u en ik ben tevreden. Hoe kunt gij dan verwachten, dat de Ma halies Voor u zullen werken. Dit vonden de Induna's erg grappig. Ten slotte zeide Garnbo dat deze vergelijking niet opging. De heer Rhodes herhaalde dat hun zoons natuurlijk voor hen konden werkenzij hadden gezag over hun kinderen, zooals de blanken over hen. Hiermede schenen de induna's veel meer ingenomen. De heer Rhodes beloofde hun Gou vernementsplaatsen, waar de blanken hen niet vandaan konden jagen. Zij wisten dat zij reeds op goeden grond mochten wonen, door hen zelf uitge kozen. Deze verklaring werd met veel bij val ontvangen. De heer RhodesZij wisten dat zij vrij op hun eigen plaatsen konden wonen. Oplicliters. Twee klerken van de correctioneele griffie te Parijs dreven een mooi zaakje. Ze hadden zich in relatie gesteld met een zaakwaarnemer, zekeren Prévost. Zoodra zij vernamen dat een rechter geene termen vond om iemand tegeu wien een beschul diging was ingebracht te vervolgen, werd fluks Prévost gewaarschuwd, die ijlings aan dien iemand een briefje schreef, of deze op zijn kantoor wou komen. Die gerechtelijke zaak tegen u, sprak dan Prévost op een toon van magistraal gezag, neemt een leclyke wending. Men heeft allerlei grieven tegen u, heusch, het loopt mis. Daar om heb ik u verzocht eens hier te komen. Ik heb veel invloed, ik wil u helpen En bijna altijd stortte de iemand de som die Prévost voor zijn tus- sehenkomst eischte.j Tot ten slotte dé kruik gebarsten is en de twee klerken plus Prévost zijn ingerekend. Keizer Wilhelm op reis. Het plan voor de dagen dat keizer Willem in Hongarije komt, is vast gesteld als volgt: Van 10 tot 15 September woont hij met den Keizer van Oostenrijk de wapenoefeningen bij Totis bij; hij logeert dan op het slot van graaf Eszterhazy. Vervolgens gaan de twee Keizers jagen in Belya, oen bezitting van aartshertog Frederik, en daarna begeven ze zich samen voor drie dagen naai' Boedapest, waar een feestvoor- stelling in de opera, een uitstapje naar het Margareta-eiland en een ontvangst ten hove zullen plaats hebben. Van loedapest keert de Duitsche Keizer terug naar Berlijn. Opstand in Britsch-Borneo. De Britsche ambtenaar Neubronner is nog steeds in handen van Mat Salleh, maar wordt goed behandeld. De leider der opstandelingen houdt met 150 a 300 volgelingen een ver sterkte stelling aan "de Juanam rivier bezet. Het heet, dat twee volkstam men zich bij hem hebben aangesloten. Eene Engelsche expeditie van Laboean is ïe Gaga aangekomen waar zij ver sterkingen afwacht. Een wereldreiziger. De heer Gilbert, die nu veertien1 maanden geleden van Parijs vertrok om de wereld te voet door te reizen en op 1 Moi1900 aldaar moet zyn teruggekeerd, om, als zijn taak naar behooren volbracht is, 250,000 francs te beuren als premie van een wedden schap, vertrok op 12 Juni, des och tends te 9 uur, van Modjokerto en hoopte den volgenden dag, des avonds te zes uur, te Soerabaja te arrivee- ren. Hij ondernam zyn reis zonder eenig geld o,p zak, draagt zyn bagage zelf en mag geen geschenken aannemen. Hy geeft conferences, waarin hy van zijn reis verhaalt en waarmee hij voldoende hoopt te verdienen om in zijn onderhoud te voorzien en de pas sage te betalen van de booten die hij gebruiken moet. Wegens ziekte was hij verplicht geworden eenige dagen rust te hou den te Djomhang. De Panama-Commissie. De Panama-commissie heeft beslo ten, Donderdag naar Bournemouth te gaan om Herz te verhooren. Zaterdag heeft zy Develle en Ribot verhoord. Wat Develle zeide) was zonder belang, en Ribot moet in hoofdzaak verklaard hebben, dat hij altijd de arrestatie van Arton ge- wenseht heeft. Spoorwegbrug ingestort. Uit Tarbes aan de Adour wordt een verschrikkelijke ramp gemeld: Twee locomotieven en 3 wagons welke over de nieuwe brug over de Adour gingen, zijn in de diepte gestort. Deze brug was door de genie gebouwdter vervanging van die welke bij de over stroomingen was weggeslagen. Ver scheidene personen werden gewond en de personen die zich op de brug bevonden werden in het water ge worpen. Een uur te voreu was bij een vorige proef de machine er zon der hot minste verdachte gekraak overheen gereden. Een zonderlinge ontvangst. Zonderlinge tooneelcn zijn Zondag voorgevallen in het zeebadplaatsje Dunoon, by Glasgow, waar de over heid tevergeefs beproefde, aan de pas sagiers van de pleizicrboot Victoria hét landen te beletten. Die boot be hoort aan een nienwc-Zondag-stoom- bootmaatschappij, welke dit jaar voor het eerst 's Zondags uitstapjes op de Clyde organiseert, die zeer in den smaak vallen, gei ijk bewezen wordt door de omstandigheid, dat de Victo ria Zondag duizend toeristen aan boord had. Toen de Victoria te Du noon aankwam, bleek de overheid woord te houden, want de toegangen tot de hoofden waren gesloten en wer den bovendien bewaakt door een tal rijke politiemacht. Deze werd echter overmand door de gelande passagiers, vervolgens de toegangen tot de hoof den opengebroken, waarop de gelande toeristen naar binnen stroomden en zich met geestdrift verbroederden met dc bevolking op den wal. De politie agenten, hoe ruw ook bejegend, kre gen geen ernstig letsel. De overheid bood verder geen weerstand, want toen de Victoria, na een eind omge varen te hebben, 's middags terug keerde, stonden de toegangen tot de hoofden open. Regen in Britseh-Indië. De luitenant-goeverneur van de Noordwestelijke "provinciën (Britsch- Indië) meldt dat er zooveel regen in zyn gebied gevallen, is dat hij de werkverschaffing aanmerkelijk zal kunnen inkrimpen. Eene lioogescliool voor meisj es. In Japan te Tokio, zal, als gevolg van al de moeite die een Japansch geleerde zich voor de zaak gegeven heeft, een hoogesehool voor meisjes worden opgericht. De keizer en de keizerin stellen veel belang in de zaak, een bijeenkomst om bet plan te pro- pagandeeren werd bijgewoond door een aantal grootwaardigheidsbeklee- ders en o. a. door eenige ministers. Staatshulp zal wel niet uitblijven en de 300.000 yen, noodig voor de op richting. hoopt men gauw bijeen te hebben. „Wat is dat?" vroeg de kapitein verbaasd en stond vlug op om naar de deur te strompelen. Maar reeds werd deze woest geopend en Anna snelde het vertrek binnen. „Meneer, mevrouw!" riep het meisje huiten adem, „zé zijn er zc zyn er „Wie zijn er de Pruisen „Neen, neen de Franschen de kurassiers o, mijn hemel, wat ben ik geschrokken „Dom schepsel," raasde dc kapitein en wilde vlug de kamer verlaten, maar in de donkere opening der deur verscheen de slanke gestalte van eeu jongen Franschen kurassier en strekte de armen uit. Verbaasd week de kapitein een stap [terug. Maar me vrouw lloffer snelde met den kreet: „Victor, mijn Vic tor!" in* de armen van haar zoon, die zyn moeder vast tegen zich aandrukte. Toen trad hy, met den linkerarm zijn moeder omvat houdende, die tegen hem aanleunde, en de rechterhand uitstrekkende naar den kapitein, het vertrek binnen. „Vader, hebt u geen groet voor my Waar kom je vandaanBen je alleen? Waar is je regiment?" „Ik weet bet niet. vader. Slechts weinige kamera den vergezellen my. Zy zyn verder, naar Pfalzburg gereden. „Je weet niet, waar je regiment is Je hebt je regiment verlaten Hoe moet ik dat opvatten „Vraag toch niet meer, Henri," berispte mevrouw Hoffor. „Zie je niet dat Victor bloedt? Myn God, je bent gewond, myn jongenGa zitten ga toch zitten De beide meisjes kwamen naderby en ondersteunden den wankelende, zij leidden hem naar de sofa, waarop hy steunend neerzonk, een oogenblik lag hij er met gesloten oogen. Zyn gelaat was bleek als vaneen doode; zijn blonde" haren hingen verward over het voorhoofd, met bloed bedekt; langzaam sijpelde het dikke bloed uit een hoofdwonde op de epauletten en de bezoedelde, gescheurde uniform. „Gauw, Josephine, Jeanne, water en linnen", riep mevrouw Hoffer, terwijl zij beproefde het bloed met haar zakdoek te stelpen. De meisjes vlogen weg en kwamen terstond met wa ter en met linnen doeken terug. Nadat men den ge wonde het voorhoofd met het koude water gewassclïen had, sloeg hij de oogen langzaam op en zag hy de vrouwen, die met hem bezig waren, met een droeven glimlach een voor een aan. Toen weerde hij ze van zieli af en zeide „Ach, moeder, de lichte schram aan het hoofd bctce- kent nietshet is niet de diepste wonde die ik draag. De zwaarste wonde, die nooit weer geneest, zit elders in het hart „Om 's hemels wil, Victor „Stel u gerust, moeder. Het is geen wond van buiten en men sterft er niet aan, al geneest zij ook nooit weer. De wond aan liet hoofd heb ik gekregen, toen we over hokken en sloten aanvielen op de vijandelijke troepen, de wonde in het hart kreeg ik na den sla»-, toen ik te midden van den stroom der duizenden vluéntelingen werd meegesleurd en de ellende, den ondergang van ons leger, van ons vaderland voor oogen zag." „Wat zegje daar?" vroeg de oude kapitein, die bij de woorden van zijn zoon even bleek was geworden als deze. „Ja, vader," vervolgde de jonge officier met een smar- telyken glimlach, „ook uw braaf, dapper hart zal mede de brandende smart dezer wonde gevoelen, want ook u houdt van ons leger, onzen roem', onze eer, ons va derland." „En dat alles is verloren?" „Het is verloren, vader!" „Neen. neen, dat kan niet zijn! Dat mag niet zijn! Maar vertel tochMaarschalk Mac Mahon heeft een neerlaag geleden „Als"dat alles was! Zijn lesrer is vernietigd „Ach l" „En de kurassiers van de generaals Miehei en Bon- nemains bedekken met hun lichamen het slagveld van Reichshofen, waar zij in den heldhaftigen aanval op den vijand aanstormden om ten minste de overblijfse len van het leger voor een gehcelen ondergang te redden." „Vertel, vertel verdei- „Het leger van den maarschalk stond heden morgen gereed om op te trekken bij Fröschweiier en Eberbach. In den loop van den dag zou men den marsch naar den Rijn beginnen om de vooruit dringende Pruisi sche en Beiersche troepen terug te werpen. Maar de Pruisen lieten ons geen tijd dat plan ten uitvoer te brengen. Reeds in aen vroegen morgen vielen zij ons met een overmacht aan. Hun machtige artillerie werd geplaatst op Höhenzügen, aan [den anderen kant van Wörth, en wij wei-den met granaten en kanonkogels overstelpt. Twee Pruisische en eea Beierseh korps vie len ons aan, terwijl de Wurtemburgers als reserve volgden. Met bewonderenswaardige vlugheid begon de aanval. Eer onze gelederen zich konden opstellen^ doken achter elke heg, achter eiken boom, achter eiken aard hoop de blauwe duivels op en tegen den middag was onze dappere infanterie uit de positie van Wörth ge worpen. Maar nog was de overwinning niet ontrukt aan onze handen. Met een woeste volharding, een bewon derenswaardige taaiheid verdedigde zich onze infanterie, maar de overmacht der Pruisen en Beieren was te groot. Verscheidene malen teruggeworpen, kwamen de vyan- den steeds in verdubbeld getal terug, en ten slotte had den zij onze stelling ten Noorden en Zuiden ingesloten, zoodat het korps van den maarschalk verloren scheen, toen wij de kurassiers van Michel en Bonnemains redding' brachten. De brigade-Miehei deed den eersten aanval. Het was een prachtig gezicht, die schare van duizend ruiters zich te zien storten in den chaos van bloed on rook, waaruit zij niet weer zouden opduiken. Toen volgde de aanval der divisie van generaal Bonne mains, waartoe ook miin regiment behoorde. Ach, vader, het hart breekt my bijna bij de herinnering aan dat uur! vier trotsche, dappere, schitterende kurassiers- regiinenten op den vijand inEn slechts enkele bloe dende, doodelük gewonde ruiters keerden uit den kogel regen terug. Door Elaszhausen naar Frosebweiler ging de stormren. De aarde trilde onder de hoefslagen onzer paarden. Dc kurassen rinkelden. De lange zwaarden bliksemden in de zon. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2