lyker, al beter wordende toestellen,' die tot bereiding en „warm houden" van spijzen dienenniet alleen omdat die kist eer een terugtred dan een vooruitgang lykt, eer oen last dan een faciliteit, maar veelmeer hierom, dat het instrument een kweekplaats is van een heirleger „infusoria. Eilieve, neem eens 'n prise van dat warm gestoofd hooi, doe er een drup pel water op, en bezie dat dan eens onder een microscoop.... ge zult yzen en beven van de wanstaltige we- zen(tje)s, die zich in uw preparaat heerlijk hebben ontwikkeld: „de mon sters, de ijdeltuitjes, de oneindig klei nen," waar Hildebrand :t eens over had. Of die schepseltjes „kwaad kun nen 'k Weet het niet. Maar opzet telijke aankweeking hoeft toch ook niet, vind ik. Moord. Te Giesenkircben kregen twee per sonen, B. en G., onder het drinken van een potje tier twist over een katje, die zoo hoog liep dat B. van zijn huis een groot klompenmes ging halen, waarmee hy G. afwachtte. ïsau- wclijks was zijn tegenstander hem op korten afstand' genaderd, of hy plofte hem het scherpe mes in het lichaam. De toegebrachte wonde was helaas doodclijk, want een paar minuten nadien gaf de ongelukkige G. den geest, B. werd onmiddellijk gear resteerd en naar de gevangenis over gebracht, doch toen men hem 's ande ren daags in verhoor wilde nemen, had hy door ophanging een einde aan zy'n leven gemaakt. En dat alles ter wille van een katje. Door den postschipper Buis is Dinsdag op de Yliehors bij Texel ecu muts gevonden, waarop met gele let ters stond: „S. S. Majestic." Voorts werd eenig wrakhout, benevens een partijtje battings gevonden. Ook lag op die zandplaat een lijk, dat niet veel meer was dan een ge raamte. Woensdagmorgen ishet postrijtuig,het welk dienst deed in den mailtrein van Vlissingen naar Rotterdam; onderweg zóó heet ^cloopen, dat de vlam er uit sloeg. Spoedig werd de post over geladen en verder per 2e klasse rijtuig vervoerd. Omtrent het tragisch voorval te Rozendaal, waarvan wij in 't kort melding hebben gemaakt, deelt De Grondwet nadere bijzonderheden mede. Zaterdagavond omstreeks 9 uur kwam bij den lieer C. van E., hotel houder in de Stationstraat teRozendaal, eene juffrouw uit Amsterdam aan, die volgens haar spoorkaartje naar Antwerpen moest, doch te R. wilde blyven overnachten. Haar werd een kamer aangewezen, doch door hare zonderlinge manieren trok zij de aan dacht van Van E. en diens vrouw, hetgeen nog verergerde, toen zij by het ter ruste gaan, de bewuste dame in nachtgewaad op hunne eigen slaap kamer aantroffen. Dit nog niet alleen, doch bij het licht zag men dat de armen bont en blauw waren, hetgeen dadelijk aan een ruwe behandeling deed denken. De echtgenoote van Van E., bevreesd geworden, sloot haar op in hare ka mer. Weinig later hoorde men haar op de deur bonzen, tot alles stil werd. Toen Zondagmorgen, omstreeks 6 uur, het dochtertje van den eigenaar van 't hotel door den restaurant ging, zag ze, tot haar grooten schrik, de bewuste dame, ontdaan cn bebloed, voor de deur van den gang naast het huis staan. Doodverschrikt riep zy om hulp en toen men daarop kwam toesnellen, was de dame in dien tus- schentyd achterover in de gang ge vallen. Een kleine wonde vertoonde zich aan de slapen. Oogenblikkelyk na de verschrikke lijke ontdekking werd geneeskundige hulp ingeroepen,' doch na ruim een half uur is zy overleden. Per bran card is zij toen naar het doodenhuisje op de algemeene begraafplaats ver voerd, waarna de lijkschouwing plaats had. Onder getuigen heeft zy zelve nog verklaard, dat zij niet uit het raam gevallen is, docli er zich zeiven heeft laten uitglyden; volgens de meening van personen die geheel en al met haar toestand op de höógfce waren, zou zij dit niet gedaan hebben om z elfmoord te plegen, maar wel om te ontvluchten, daar zij den vorigen dag vau haar man was heengegaan, na zooveel mogelyk alles medegenomen te hebben. Hoe dit echter zij, zal moeielijk uit te maken zy'n. Een vrij groot bedrag aan geld, be staande uit zilvergeld, bankpapier en effecten, ongeveer ter waarde van 1200 gld., is in haar valies, dat ook in de gang lag, aangetroffen en bij de rijks politie gedeponeerd. Dinsdagmiddag is het lijk naar Am sterdam vervoerd om aldaar begraven te worden. De Wereldtentoonstelling te Brussel. BRUSSEL, Juli 1897. Er zijn maar weinigen, die niet den burger van Brussel hebben hoo- ren beweren, dat znn stad maar heel weinig verschil oplevert met Parys, niet wat omvang betreft, maar wel waar sprake is van het leven der in woners en van den aanleg der stad ja er zijn er zelfs, die Brussel fami- liaarweg ..petit Paris" noemen. Verre van deze opinie te onder schrijven, zal men toch moeten toe geven, dat er tusschen de belgische hoofdstad en het moderne Babylon vele punten van overeenkomst be staan. In het Bois de la Cambre te Brus sel mag niet zoo veel leven en be weging heerschen als op het drukke uur in het Bois de Boulogne, het is toclï een niet minder fraai parkde Boulevards te Brussel zijn zeker niet zoo grootsch als die te Parijs, maar het is er 's avonds tocli niet minder gezellig en druk en de Brusselaars leiden er hetzelfde jolige boulevard leventje als de bewoners van de hoofd stad der aarde; hier op de boulevards hetzelfde nonchalant flaneeren, de zelfde ellende, die men daar aantreft. Als vroeger de Brusselaars enParij- zenaars op de bolwerken stonden om hnn stad tegen den naderenden vyand te verdedigen, hebben zij zeker niet kunnen vermoeden, dat hunne nako melingen eens deze zelfde plaats zou den beschouwen als de plek, die bij uitstek geschikt is om zich te amu seeren, om er den halven nacht door te brengen met voor de café's meer absinthe, grenadine of bock te con- sumeeren, dan voor een goede nacht rust nuttig en noodig is. En bovendien zyn er, vooral in de deftige bovenstad, kwartieren, waar men zich midden in het fraaiste ge deelte van Parys waantde rue de la Loi en de rue Royale, beide fraaie, breede straten, zouden in geen enkele wereldstad een slecht figuur maken mei de fraaie huizen, paleizen gelijk, die geboorte- en geldadel zich hier deden bouwen. Nergens geniet men een schooner uitzicht dan boven van de rue Ro yale over den boulevard du jardin bota- ïtique naar de zyde van het noorder station te Laeken niet zijn heerlijk park en het in gewone tijden veel te weinig bezochte verrukke lijke bosch van Tervueren maken van Brussel een stad met om streken zoo schoon als men er maar weinige vindt. Op één punt is de Brusselaar ge heel gelijk aan deu inwoner van Am sterdam; beiden noemen, waarschijn lijk gedreven door hetzelfde gevoel van trots, hnn vaderstad eenigszins ten onrechte wereldstad. Gaat men echter onze hoofdstad met Leopolds residentie vergelykenneen, dat zullen wij maar niet doen! Het is in Amsterdam, op zich zelf be schouwd, nog wel uit te houden, maar telkens als "ik vergelijkingen sing maken, vielen zij, zy het ook tot mijn spyt, uit in het nadeel van de Am- stelstad. Eer is Brussel een ver groot® uitgave van onze residentie en eene zak-editie van Parijs. Echter komt men er onwillekeurig toe vergelijkingen te maken tusschen de tentoonstelling, die thans duizen den naar Brussel doet gaan en nie mand teleurgesteld doet vertrekkeu en die van 1895 iu Amsterdam die hetzelfde had moeten en wat erger is had kunnen doen, ware zij niet zoo onbeholpen voorbereid. Hier, in deze stad, met minder inwoners dan de hoofdstad van Nederland, in deze stad waar minder kooplieden hunne zaken dryven, waar alles er op wijst, dat eene tentoonstelling min der succes zou hebben, dan in ons land, waar minder groot industrie maar veel meer handel is, waar veel meer in- en exportzaken worden ge dreven. in ons land met zijn rijke koloniën, zyn in vergelijking met België beduidende scheepvaart in deze stad heeft men eene tentoonstel ling weten tot stand te brengen, die in geen enkel opzicht als mislukt te beschouwen is en in de meeste op zichten welgeslaagd mag heeten. Telkens en telkens wordt men op de Brusselsche wereldtentoonstelling aan de onze herinnerdhier is het een exposant van '95, die hier expo- seerende en vernemende, dat gij Hol lander zyt, Amsterdammer, u eene hatelijkheid te slikken geeft, die het u absoluut onmogelijk is op behoor lijke gronden te weerleggen, daar vertelt de bestuurster van een Hol- landsch cacao-proeflokaal, dat het „hier toch maar beter is dan op de tentoonstelling in Amsterdam," op Bruxelles-kermesse maken de bar maids van de „Chicago Bar" volgens hare eigen verklaring, veel beter za ken dan in '95 en dat alles moet gij aanliooreu, zonder het te kunnen tegensprekenhier is, het onderdeel „Bruxelles-keremsse'' uitgezonderd, dat bij elke wereldtentoonstelling noodzakelijk is; eene fraaie tentoon stelling tot stand gekomen, die overal blijken geeft serieus te zijn voorbe reid, zelfs waar de grootste handels stad des Rijks, Antwerpen, zich bijna geheel van medewerking onthield, ge dreven door datzelfde belachelijk ge voel van jaloezie, dat ook tusschen Maas- en Amstelstad bestaat, dat gevoel van naijver, dat nooit goed geformuleerd, nooit behoorlyk gemo tiveerd, tóch bestaat en dat, nooit uitgesproken, Amsterdam van Rot terdam en de Amsterdammers, van de Rotterdammers scheidt. Wie de dwaze uitingen omtrent de tentoonstelling van Brussel in liet Handelsblad van Antwerpen heeft gelezen, is omtrent deze kwestie nader ingelieht. Reeds wanneer men aan het Noor derstation aankomende een blik op de fraaie boulevards werpt, bemerkt men, dat Brussel feestuëert. De meest smaakvolle electrische verlichting a giorno, die ik ooit zag, herschept op Zondag-, Maandag- en Donderdag avond "op de drie boulevards, die zich van het Noorder- tot het Zuiderstation uitstrekken, den nacht in dag. Ik kan besturen van Kroningscomité's sterk aanraden, desnoods alleen om deze illuminatie te zien, even naar Brussel te gaan ener een voor beeld aan te nemen. De streng in twee kleuren gehouden ballons, waarin een gloeilampje brandt, maken, aan hooge palen over de boulevards ge spannen, een onvergelijkelijk schoon effect en wanneer in Augs.—Sept. '98 ten Uwent de straten zóó worden ver sierd,zou men de Haarlemsche comité's speciale hulde moeten brengen voor deze bijzonder luisterrijke illuminatie. Ook de Rue des Fripiers, heeft zich zich in een fraai avondpak gestoken. Hier hebben de inwoners der. stad geholpen om den luister der stad te verhoogen door, reeds wanneer de vreemdeling de stad betreedt, hem in een ietwat feestelijke stemming te brengen, de stemming, die voor het bezoeken eener tentoonstelling zeer noodig is, en dat ge te doen hebt met een onderneming, die grootseli opge zet is, blijkt U reeds op een afstand van nog wel een half uur loopens van den hoofdingangals ge nl. bij het Park den hoek van de Rue de la Loi omslaat, wordt uw oog onmiddellijk geboeid door de indrukwekkend hooge poort van het hoofdgebouw, dooreen groote beeldgroep gekroond, een fraai geheel, dat op vele punten in boven- en benedenstad en zelfs daarbuiten op grooten afstand zichtbaar is. Veel hadden de ondernemers dezer tentoonstelling op andere soortgelijke lichamen vóór; zij konden namelyk gebruik maken van het Palais du Cinquantenaire, waarin het Musée d'art Monumental et Industriel en het Musée Scolaire National geves tigd zijn; zy hadden slechts zorg te dragen voor de uitbreiding van dit monumentaal gebouw, voor de deco ratie ervan en voor de stoffeering van liet park, dat het paleis omgeeft. In deze tuinen, zij het ook op beschei- dcr schaal, weder dezelfde verlichting als die der boulevards, hier nog ver fraaid door schitterende „fontaines lumineuses." Hier vindt men aan den lijn der electrische tram. die van uit de stad tot voor het hoofdgebouw, door de tuinen rijdt, de verschillende inrichtingen, die na een bezoek aan de gebouwen met al de daaraan ver bonden vermoeienissen, U denoodige lafenis bieden; hier vindt ge Blooker met zyn Zeeuwscho meisjes, die melk chocolade op een snikheeten zomerdag verkoopen, daar is Gruber, de groote Gruber van de Place des Nations, die in eene fraaie restauratie kleiner por ties voor meer geld verkoopt dan in zyn etablissement in de stadhier zetelen ook al de Arabieren en andere Amsterdammerspardonen andere Afrikanen, die met hun vieze zoetig- heidjes en hun nooit-eindigend „Gads- jé-Baba" evenveel succes hebben by de Brusselaars als waarin zy zich op onze Museumterreinen mochten ver heugen; hier ook vindt men ëéu dei- poorten, die U naai- „Bruxelles-Ker- messe" voeren, een Oud-Brussel, dat misschien niet zoo typisch is als Oud- Holland van '95, maar veel ruimer en op sommige punten zeer goed ge slaagd. Hier concentreert zich de drukte lioofdzakelyk in het estaminet „de groene hond". Hier werd op 14 Juli, den franschen nationalen feestdag het groote banket van de fransche sectie gegeven en hier was het ook, dat men op dien dag een der meest teekenende staaltjes kon zien van belgisch royalisme. Het was na het diner en opgewonden door het feest cn misschien ook door de pousse-café en de al tc veel „marseillaises", die den geheelen dag over het terrein hadden weerklonken, begaat een der fransche exposanten de onhebbelijk heid vair het terras van „le chien vert" in het koninkrijk Belgie, waar by gastvrijheid geniet, tot de on derdanen van koning Leopold, een gloeiend betoog te houden, hartstoch telijk de republiek verheerlijkend, hartstochtelijk zooals alléén een Franschman dat kan, eindigend in eene brullende „Marseillaise", die hem schor naar zijn „pousse" doetterug- keeren. Kan men den zoo verwoeden republikein misschien nog zijn on- kieschheid vergeven, den datum en de „pousse" in aanmerking nemende, stootend- was het gejuich van het belgische volk, dat meebrulde j als waren zy niet de onderdanen van den belgischen koning, die wel bijzonder impopulair moet zijn. Enfin! On a du coeur ou l'on ne l'a pas. (Wordt vervolgd.) Het oordeel over de tentoon stelling te Amsterdam blijft voor re kening van onzen correspondent. RED. Letteren en Kunst. Kunstenaars-examen. Examens der Ned.Toonkunst. Ver. van 29 Juli. Geëxamineerd 5 candi dates Geslaagd voorpiano (1. o.) de damesA. G. Meister en A. Coe- lingh, heiden te Amsterdam; en de heer G. Groen, te Aardswoud, (gem. Hoogwoud.) Een candidaat heeft zich teruggetrokken. Naar het Handelsblad uitvoerig mededeelt, heeft prof. Rudolf Stang, van de Academie van Bee'dende Kunsten te Amsterdam, een ets on derhanden, naar eene teekening door hem van Koningin Wilhehmma ge maakt. H. M. heeft daarvoor in Apeldoorn geposeerd. De ets is bestemd voor het kroningfeest. Zij is (56 bij 47 cM. De eerste 100 Exx. met de kroon kosten f 100, de épreuves d'artistejop japanseh papier f60 en de gewone afdrukken f 25. Leger en Vloot. Een werkman van de Pletterij der liceren mntliovcn te 's Gravenhage, de instrumentmakcr-electricien J. H. v. V. heeft eene belangrijke rinding gedaan. In militairen dienst de ge varen en bezwaren van het tegen woordige waarnemen van de schiet schijven ondervonden hebbende, heeft hij 'zich toegelegd op de oplossing van het vraagstuk om daarvoor iets beters te vinden, en inderdaad heeft hij eene electrische inrichting uitgedacht, waardoor de officier, die bij den schut ter staat, onmiddelijk met onmisbare zekerheid voor zich ziet, hoe de kogel heeft geraakt. Met dit toestel, dat van groote be- teekenis is, nu de nieuwe kogels en geweren de gevaren voor den obser vatiepost vermeerderen, en waarmee men bovendien by snelvuur de treffers der opvolgende schoten kan waarne men, kan ook worden nagegaan, wel ke baan een kogel vólgt. De uitvinder zal zyn toestel over cenige dagen aan den ("nieuwen) mi nister van oorlog aanbieden. Sport en Wedstrijden. Het nieuw opgetreden Kabinet heeft in zijn midden vier leden, die wiol- ryden, t. w. do ministers Gort v. d. Linden, Goeman Borgesius, Lely en Cremer. Een vooruitstrevend minis terie GEMENGD NIEUWS. De Belgische werklieden. De tijding van de vechtparty in Drocoirt, in het Fransche departe ment Pas de Galais, heeft in de Bori- nage groote ontsteltenis verwekt, daar er duizenden Belgen zyn die in de Fransche mynen werken. De werk stakers die zich in Drocourt hadden willen verhüren, zyn in de Borinage teruggekomen met de boodschap, dat de eigenaars van de Fransche kolen mijnen geen Belgen meer aannamen, wegens de opstootjes. Die bron van verdienste is dus afgesloten. Overigens geen verandering inden toestand. In het gehucht Petit-Dour is vóór de tapperij van een man die altijd doorgewerkt had, een dyna- mietpatroon ontploft, evenwel zonder iemand te deren. Men meent de daders op het spoor te wezen. Een woesteling. Te Toulon staat een Corsikaan terecht Cesarini gehecten die ge toond heeft dat het woord wraak voor de bewoners van het eiland der ven detta, nog altijd een vreeselyke betee- kenis heeft. Cesarini is een timmerman, by na veertig jaar oud. Verleden jaar werd hij verliefd op deu dochter van dokter Barnier, die hij op straat had gezien. Hij ging naar do vader en vroeg het meisje ten huwelijk doch werd afge wezen. Daarop kreeg de dokter da gelijks dreigbrieven of smeekbrieven, waarin Cesarini steeds vroeg hem zijn dochter te geven. Eindelijk verveelde liet de dokter, hij gaf de zaak aan en Cesarini werd tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld. In April van dit jaar deed de dok ter op een avond toen er gescheld werd zelf de deur open en vroeg wat men verlangde. Een stem antwoordde, dat hy dadelyk verwacht werd bij een vrouw in de huurt, wier kind een stuip had gekregen. De dokter grijpt zyn hoed en loopt naar buiten, maar nauwelijks was hy over den drempel of hy krijgt een schot in den buik. Hij wordt opgenomen en naar binnen gebracht, en intusschen was de moordenaar gevlueht. Den volgenden nacht lag de ge wonde alleen in zijn kamer. Cesarini, die waarschijnlijk vernomen had dat zijn slachtoffer niet dood was, klimt het huis binnen, sluipt naar de slaap kamer van de dokter en valt met een stok met ijzer beslagen op hem aan. De zieke verweerde zich zoo goed hij kon, waarop Cesarini een revolver uit den zak haalde en tweemaal vuur gaf, zonder de dokter te raken. De huisgenooten kwamen aanloopen en in het donker ontstond een vreeselyk gevecht, waarin de zuster eu de doch ter van den dokter door revolver schoten geraakt werden. Cesarini ont kwam ten slotte. Nn werd in de buurt van Toulon een drijfjacht op den moordenaar ge houden. Verscheidene dagen lang bleef bij onzichtbaar. Eindelyk ontdekten twee gendarmen hem, op een afstand van een geweerschot. Zij liepen hem na en riepen hem toe te blijven staan. Cesarini schoot dadelijk zijn revolver op hen af en ging op de vlucht. De gendarmen zetten hem na. Driemaal nog schoot hij op hen, toen legden zij op hem aan en een kogel trof hem in het hoofd. Zoowel de moordenaar als zijn slachtoffers herstelden echter en dezer dagen staat Cesarini terecht. Hij zegt, dat hij wegens zijn veroor deeling geen werk heeft kannen vin den en daarom den dokter een doode- lijken haat gezworen had. Een Rooversbende. We vinden in Parijsehe bladen gewag gemaakt van een groote roovers- bonde, bestaande uit jonge mannen allen beneden de 21, die de onmid- delyke omstreken van Parys onveilig heeft gemaakt, doch thans is inge rekend, eu tot welker slachtoffers, naar nu mede bericht wordt, den 2en dezer maand de heer Raphael Bischoffsheim, de bekende rijke oud- Amsterdammer, heeft behoord. Terug, komende van 8uresnes werd hy in hei Bosch van Boulogne aangevallen en beroofd. De longtemps zegt het Journal on ne reverra Bisch Bois. Brand te Bremen. Dinsdagavond is te Bremen de rijst-) fabriek der firma Erling met nog drie andere huizen door brand vernield. Ook een deel van de Freiliafcn werd aangetast. Alles liep zonder persoon lijke ongelukken at. Het gebouw was verzekerd. Er was een verstikkende brandlucht in den omtrek. Duizenden toeschouwers waren saamgestroomd. De moord op Anna Simon. De behandeling van het proces nadert haar einde en won zeer in belangwekkendheid door manifestaties van het publiek. Boïtscheff treedt thans niet meer) zoo zelfbewust en brutaal op als iu 't begin, hetgeen toegeschreven wordt aan de verklaringen der getuigen, die nagenoeg alle verpletterend voor hem waren. De pogingen zijner beste vrienden, om een alibi voor hem te vinden, zijn mislukt. Wel is ter elfder ure zeker echtpaar Kanozirski ko men verklaren, dat B. tijdens het plegen van den moord den geheelen avond te hunnen huize was geweest, maar niemand gelooft daaraan en wel voornamelijk omdat wanneer de verklaring waarheid bevatte deze wel vroeger zou zijn afgelegd, doch bovendien moet Kanozirski zeer ongunstig staan aangeschreven en o. a. 3 jaar wegens moord in het tucht huis doorgebracht hebben. j Zeer bezwarend zijn de verklaring gen van zyn medebeschuldigden Wa- siliew cn Noveliteh. Beiden houden vol, dat R. een der moordenaars was en ook. dat hij hen heeft doen ge- looven, dat de moord op last van den vorst geschiedde. In weerwil van dat alles schijnt het materioele, wettige bewys, datB. persoonlijk aan den moord heeft deel genomen, niet geleverd zoolang hij nog blijft ontkennen. Eene Amerikaansche. Eene vrouw in Indiana (Ver. Sta ten) heeft getoond, moed van een bui tengewone soort te bezitten. Een maand of zes geleden werd haar man aangetast door kanker in deu voet. Toen de dokters hem mededeelden, aan welke ziekte hij leed, verzocht liy, hem den voet af te zetten. Hier- van echter wilden zij niets hooren hy was te oud en zou de operatie niet overleven, verklaarden zy. Zijn vrouw was met deze uitspraak niet tevreden. Toen de dokters weg wa ren, sleep zij een slagersmes zoo scherp mogelijk, sneed het vleesch om den enkel door, ontwrichtte den voet en sneed dien toen verder af. En zoo goed verrichtte zij de operatie, dat de patiënt thans beterend is. Er zullen wel niet veel vrouwen zyn, die haar dat zouden nadoen zegt de schrijver der Amerikaansche brieven in 't „Nieuws", dit vermel dende. En dat is maar goed ook, zou den wij er bij vullen voegen. De geheimzinnige ontploffing te Berlijn. Aan den Westelijken hoek van de open ruimte vóór het Potsdaramer Station te Berlijn is Dinsdag voor middag om kwart over elf een post pakket ontploft. Door de ontploffing, die gepaard ging met een hevige rookontwikke ling en sterken knal, is ecu post- employé gelukkig niet levensge vaarlijk - gewond. Een aantal an dere postpakketten zijn vernield. Volgens een dagblad verslaggever, die juist op liet oogenblik van de ontploffing voorbijkwam,! geleek zij op een kanonschot in de onmiddel lijke nabijheid. Dc voorbijgangers ontstelden hevig en ieder richtte den blik naar een postpakketwagen, die steeds aan den Westelijken hoek van het station te vinden is en waarbo ven thans een dichte wolk van kruit damp zweefde. Weldra kwamen uit Onze harten hebben niets met dezen strijd te maken, die voorbij zal gaan als een stortbui om plaats te maken voor een zooveel mooieren vrede. Jeanne, mag ik n te rug zien Ja o, zeg ja Hy beproefde haar zacht tot zich tc trekken. Daar rolde in de verte de doffe donderhet geschut op de muren van Pfalzburg gaf antwoord. Jeanne schrikte. Haastig ontrukte zy haar hand aan de zijne en vluchtte heen. „Hoort u die kanonnen?" riep zü opgewonden. „Zy geven u antwoord. Hoe kan er vrede tusschen ons zyn, als die donderslagen over onze hoofden rollen?" „Jeanne „Vaarwel vergeet mij Zy strekte afwerend de handen naar hem uit en vluchtte weg. Axel haalde diep adem en voer met de handen over het voorhoofd en de oogen. „Efcn droom," mompelde hij. „Een mooie, vluchtige droom Hij verwijderde zich langzaam. Tegen den avond kwamen de jagers op liet slotplein ou werden ingekwartierd in de vertrekken van de dienst boden en in de groote eetzaal, dus allen op de verdie ping gelykvloers. Luitenant Yon Simmern cn de ser geant-majoor kregen elk een kamer op de tweede ver dieping. De oude kapitein noodigde deze beiden aan tafel zij lieten zich het eten en den wijn voortreffelijk smaken, ook beproefden zy met dc dames een gesprek aan te knoopon, maar mevrouw Hoffer was dezen avond zeer teruggetrokken, welk voorbeeld Josephine getrouw volgde. Jeanne zat zwijgend aan tafel, haar wangen waren met een buitengewone bleekheid overtogen, zoodat zelfs de kapitein zijn nicht niet zonder bezorgdheid aanzag. Ook Axel voelde blijkbaar geen lust om een levendig gesprek te voeren. De liefde tot de Fransche jonge dame had te diep wortel geschoten in zijn harthij hoorde haar laatste woord„Vergeet mijnog al tijd, en dit had hem zoo diep geroerd, dat hij er niet toe komen kon deel te nemen aan een onverschillig gesprek. Men scheidde spoedig en de Duitsche officieren be gaven zich naar hun kamer. Diepe stilte heerschte in het slot. Zorgeloos gaven de jagers zich over aan den slaap. By na een week lang hadden zij op post gestaan of op stroo geslapen in het bivaknu stonden de brave landweermannen tegen over den vijand en waakten over de veiligheid hunner makkers. Slechts bij de groote deur en by den ingang van den tuin had men een post gezet; men behoefde immers niet bang to wezen voor een overval, men stond wel duizend schreden achter de schildwachtenreeks der landweer. Axel stond aan liet geopende venster van zyn kamel en keek nadenkend in den helderen zomernacht, naai de millioencn sterren, die flikkerden aan het uitspansel. Links van den grooten heerweg zag men de vuren en de lichten van Quatre-Vents, waar het bataljon lag, van hetwelk hij vroeger deel had uitgemaakt, en van waar hy naar Chateau Pernette was gedetacheerd. Verder op begon het bosch, dat zich als een zwarte lijn om Pfalzburg heenboog tot aau de dorpeu Les Baraques en Les Troismaisons, waarvan men het licht steeds flauw in de verte zag. Tusschen het slot en den grooten weg lag een vrij veld, terwijl zicli op den an deren kant, naar het noordoosten, het donkere bosch van La Bonne Fontaine uitstrekt. Daar ging de zilve ren maan juist omhoog. De jonge officier haalde diep adem. Zijn gedachten zweefden terug naar het vaderland, naar liet kleine garnizoen in liet gebergte, waar hij de eerste jaren als luitenant had doorgebracht, naai- het ouderlijk land goed, naar den vergrijsden vader, de liefhebbende moe der, die hun zoon met zorgvolle gedachten nagingen op den gevaarlijken weg van den oorlog. Dc ligging van het ouderlijk huis" herinnerde aan die van Cha teau Pernette. In zijn gepeinzen en zyn droomen golfde alles om hem heen als een donker meer, waar boven een zachte vriendelijke ster straalde. En deze ster werd allengs voor hem de schittering uit het oog van het lieflijke meisje, dat hij hier in liet land van den vijand had leeren kennen en leeren liefhebben. „Jeanne," fluisterde hij. „Als je wist hoe lief ik je heb Wat was dat? Wat roerde zich daar aau den don keren rand van het bosch van La bonne Fontaine Bewogen zich daar geen donkere gestalten heen eu weer? Nu verborgen zij zich weer in het boschje. Nieuwe gedaanten kwamen te voorschijn, snelden over de weide, vcreenigden zich met de anderen. Schitterde daar niet het maanlicht op de blanke wapenen Klonk liet niet in dc stilte van den nacht, alsof men wapen gekletter hoorde Nu verhieven zij zich weer achter de heggen, snelden over de door dc maan beschenen weideDat was een gewapende hoop Was het een patrouille van de belegeringstroepen? Neen - Axel herkende geen uniformen. Dat waren geen soldaten, dat waren gewapende landlieden, franc- tireurs, vryscharen! Iu den tuin kwamen ze weer te voorschijn. Een tweede bende kwam uit het bosch en snelde op het slot toe. Geen twijfel, dit laatste had men op liet oog, men wilde een aanval doen op Chateau Pernette. Vlug dc sabelDaar lag de revolverkramp achtig omspande de hand van den officier het wapen, nog éen blik wierp hij uit het venster. De laatsten der aanvallers slopen langs den rand van het bosch. Hy stak den revolver uit het venster en schoot snel achtereen twee- of driemaal. Toen snelde hij naar de deur. De schoten hadden de jagers gewekt. Allen snelden te wapen. Vlug beproefde Axel zijn manschappen op het slotplein te verzamelen, daar knalden reeds de eerste schoten uit den donkereu tuin en onder de woe dende kreten„Weg met de Pruisenwierpen de franc-tireurs zich op de kleine bende jagers. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2