lyker, al beter wordende toestellen,'
die tot bereiding en „warm houden"
van spijzen dienenniet alleen omdat
die kist eer een terugtred dan een
vooruitgang lykt, eer oen last dan
een faciliteit, maar veelmeer hierom,
dat het instrument een kweekplaats
is van een heirleger „infusoria.
Eilieve, neem eens 'n prise van dat
warm gestoofd hooi, doe er een drup
pel water op, en bezie dat dan eens
onder een microscoop.... ge zult yzen
en beven van de wanstaltige we-
zen(tje)s, die zich in uw preparaat
heerlijk hebben ontwikkeld: „de mon
sters, de ijdeltuitjes, de oneindig klei
nen," waar Hildebrand :t eens over
had.
Of die schepseltjes „kwaad kun
nen 'k Weet het niet. Maar opzet
telijke aankweeking hoeft toch ook
niet, vind ik.
Moord.
Te Giesenkircben kregen twee per
sonen, B. en G., onder het drinken
van een potje tier twist over een
katje, die zoo hoog liep dat B. van
zijn huis een groot klompenmes ging
halen, waarmee hy G. afwachtte. ïsau-
wclijks was zijn tegenstander hem op
korten afstand' genaderd, of hy plofte
hem het scherpe mes in het lichaam.
De toegebrachte wonde was helaas
doodclijk, want een paar minuten
nadien gaf de ongelukkige G. den
geest, B. werd onmiddellijk gear
resteerd en naar de gevangenis over
gebracht, doch toen men hem 's ande
ren daags in verhoor wilde nemen,
had hy door ophanging een einde aan
zy'n leven gemaakt. En dat alles ter
wille van een katje.
Door den postschipper Buis is
Dinsdag op de Yliehors bij Texel ecu
muts gevonden, waarop met gele let
ters stond: „S. S. Majestic." Voorts
werd eenig wrakhout, benevens een
partijtje battings gevonden.
Ook lag op die zandplaat een lijk,
dat niet veel meer was dan een ge
raamte.
Woensdagmorgen ishet postrijtuig,het
welk dienst deed in den mailtrein van
Vlissingen naar Rotterdam; onderweg
zóó heet ^cloopen, dat de vlam er
uit sloeg. Spoedig werd de post over
geladen en verder per 2e klasse rijtuig
vervoerd.
Omtrent het tragisch voorval te
Rozendaal, waarvan wij in 't kort
melding hebben gemaakt, deelt De
Grondwet nadere bijzonderheden mede.
Zaterdagavond omstreeks 9 uur
kwam bij den lieer C. van E., hotel
houder in de Stationstraat teRozendaal,
eene juffrouw uit Amsterdam aan,
die volgens haar spoorkaartje naar
Antwerpen moest, doch te R. wilde
blyven overnachten. Haar werd een
kamer aangewezen, doch door hare
zonderlinge manieren trok zij de aan
dacht van Van E. en diens vrouw,
hetgeen nog verergerde, toen zij by
het ter ruste gaan, de bewuste dame
in nachtgewaad op hunne eigen slaap
kamer aantroffen. Dit nog niet alleen,
doch bij het licht zag men dat de
armen bont en blauw waren, hetgeen
dadelijk aan een ruwe behandeling
deed denken.
De echtgenoote van Van E., bevreesd
geworden, sloot haar op in hare ka
mer. Weinig later hoorde men haar
op de deur bonzen, tot alles stil werd.
Toen Zondagmorgen, omstreeks 6
uur, het dochtertje van den eigenaar
van 't hotel door den restaurant ging,
zag ze, tot haar grooten schrik, de
bewuste dame, ontdaan cn bebloed,
voor de deur van den gang naast het
huis staan. Doodverschrikt riep zy
om hulp en toen men daarop kwam
toesnellen, was de dame in dien tus-
schentyd achterover in de gang ge
vallen. Een kleine wonde vertoonde
zich aan de slapen.
Oogenblikkelyk na de verschrikke
lijke ontdekking werd geneeskundige
hulp ingeroepen,' doch na ruim een
half uur is zy overleden. Per bran
card is zij toen naar het doodenhuisje
op de algemeene begraafplaats ver
voerd, waarna de lijkschouwing plaats
had.
Onder getuigen heeft zy zelve nog
verklaard, dat zij niet uit het raam
gevallen is, docli er zich zeiven heeft
laten uitglyden; volgens de meening
van personen die geheel en al met
haar toestand op de höógfce waren,
zou zij dit niet gedaan hebben om
z elfmoord te plegen, maar wel om te
ontvluchten, daar zij den vorigen dag
vau haar man was heengegaan, na
zooveel mogelyk alles medegenomen
te hebben. Hoe dit echter zij, zal
moeielijk uit te maken zy'n.
Een vrij groot bedrag aan geld, be
staande uit zilvergeld, bankpapier en
effecten, ongeveer ter waarde van 1200
gld., is in haar valies, dat ook in de
gang lag, aangetroffen en bij de rijks
politie gedeponeerd.
Dinsdagmiddag is het lijk naar Am
sterdam vervoerd om aldaar begraven
te worden.
De Wereldtentoonstelling
te Brussel.
BRUSSEL, Juli 1897.
Er zijn maar weinigen, die niet
den burger van Brussel hebben hoo-
ren beweren, dat znn stad maar heel
weinig verschil oplevert met Parys,
niet wat omvang betreft, maar wel
waar sprake is van het leven der in
woners en van den aanleg der stad
ja er zijn er zelfs, die Brussel fami-
liaarweg ..petit Paris" noemen.
Verre van deze opinie te onder
schrijven, zal men toch moeten toe
geven, dat er tusschen de belgische
hoofdstad en het moderne Babylon
vele punten van overeenkomst be
staan.
In het Bois de la Cambre te Brus
sel mag niet zoo veel leven en be
weging heerschen als op het drukke
uur in het Bois de Boulogne, het is
toclï een niet minder fraai parkde
Boulevards te Brussel zijn zeker niet
zoo grootsch als die te Parijs, maar
het is er 's avonds tocli niet minder
gezellig en druk en de Brusselaars
leiden er hetzelfde jolige boulevard
leventje als de bewoners van de hoofd
stad der aarde; hier op de boulevards
hetzelfde nonchalant flaneeren, de
zelfde ellende, die men daar aantreft.
Als vroeger de Brusselaars enParij-
zenaars op de bolwerken stonden om
hnn stad tegen den naderenden vyand
te verdedigen, hebben zij zeker niet
kunnen vermoeden, dat hunne nako
melingen eens deze zelfde plaats zou
den beschouwen als de plek, die bij
uitstek geschikt is om zich te amu
seeren, om er den halven nacht door
te brengen met voor de café's meer
absinthe, grenadine of bock te con-
sumeeren, dan voor een goede nacht
rust nuttig en noodig is.
En bovendien zyn er, vooral in de
deftige bovenstad, kwartieren, waar
men zich midden in het fraaiste ge
deelte van Parys waantde rue de
la Loi en de rue Royale, beide fraaie,
breede straten, zouden in geen enkele
wereldstad een slecht figuur maken
mei de fraaie huizen, paleizen gelijk,
die geboorte- en geldadel zich hier
deden bouwen.
Nergens geniet men een schooner
uitzicht dan boven van de rue Ro
yale over den boulevard du jardin bota-
ïtique naar de zyde van het noorder
station te Laeken niet zijn heerlijk
park en het in gewone tijden
veel te weinig bezochte verrukke
lijke bosch van Tervueren maken
van Brussel een stad met om
streken zoo schoon als men er maar
weinige vindt.
Op één punt is de Brusselaar ge
heel gelijk aan deu inwoner van Am
sterdam; beiden noemen, waarschijn
lijk gedreven door hetzelfde gevoel
van trots, hnn vaderstad eenigszins
ten onrechte wereldstad. Gaat men
echter onze hoofdstad met Leopolds
residentie vergelykenneen,
dat zullen wij maar niet doen! Het
is in Amsterdam, op zich zelf be
schouwd, nog wel uit te houden, maar
telkens als "ik vergelijkingen sing
maken, vielen zij, zy het ook tot mijn
spyt, uit in het nadeel van de Am-
stelstad. Eer is Brussel een ver
groot® uitgave van onze residentie
en eene zak-editie van Parijs.
Echter komt men er onwillekeurig
toe vergelijkingen te maken tusschen
de tentoonstelling, die thans duizen
den naar Brussel doet gaan en nie
mand teleurgesteld doet vertrekkeu
en die van 1895 iu Amsterdam
die hetzelfde had moeten en wat erger
is had kunnen doen, ware zij niet
zoo onbeholpen voorbereid. Hier,
in deze stad, met minder inwoners
dan de hoofdstad van Nederland, in
deze stad waar minder kooplieden
hunne zaken dryven, waar alles er
op wijst, dat eene tentoonstelling min
der succes zou hebben, dan in ons
land, waar minder groot industrie
maar veel meer handel is, waar veel
meer in- en exportzaken worden ge
dreven. in ons land met zijn rijke
koloniën, zyn in vergelijking met
België beduidende scheepvaart in
deze stad heeft men eene tentoonstel
ling weten tot stand te brengen, die
in geen enkel opzicht als mislukt te
beschouwen is en in de meeste op
zichten welgeslaagd mag heeten.
Telkens en telkens wordt men op
de Brusselsche wereldtentoonstelling
aan de onze herinnerdhier is het
een exposant van '95, die hier expo-
seerende en vernemende, dat gij Hol
lander zyt, Amsterdammer, u eene
hatelijkheid te slikken geeft, die het
u absoluut onmogelijk is op behoor
lijke gronden te weerleggen, daar
vertelt de bestuurster van een Hol-
landsch cacao-proeflokaal, dat het
„hier toch maar beter is dan op de
tentoonstelling in Amsterdam," op
Bruxelles-kermesse maken de bar
maids van de „Chicago Bar" volgens
hare eigen verklaring, veel beter za
ken dan in '95 en dat alles moet gij
aanliooreu, zonder het te kunnen
tegensprekenhier is, het onderdeel
„Bruxelles-keremsse'' uitgezonderd,
dat bij elke wereldtentoonstelling
noodzakelijk is; eene fraaie tentoon
stelling tot stand gekomen, die overal
blijken geeft serieus te zijn voorbe
reid, zelfs waar de grootste handels
stad des Rijks, Antwerpen, zich bijna
geheel van medewerking onthield, ge
dreven door datzelfde belachelijk ge
voel van jaloezie, dat ook tusschen
Maas- en Amstelstad bestaat, dat
gevoel van naijver, dat nooit goed
geformuleerd, nooit behoorlyk gemo
tiveerd, tóch bestaat en dat, nooit
uitgesproken, Amsterdam van Rot
terdam en de Amsterdammers, van de
Rotterdammers scheidt. Wie de dwaze
uitingen omtrent de tentoonstelling
van Brussel in liet Handelsblad van
Antwerpen heeft gelezen, is omtrent
deze kwestie nader ingelieht.
Reeds wanneer men aan het Noor
derstation aankomende een blik op
de fraaie boulevards werpt, bemerkt
men, dat Brussel feestuëert. De meest
smaakvolle electrische verlichting a
giorno, die ik ooit zag, herschept op
Zondag-, Maandag- en Donderdag
avond "op de drie boulevards, die zich
van het Noorder- tot het Zuiderstation
uitstrekken, den nacht in dag. Ik
kan besturen van Kroningscomité's
sterk aanraden, desnoods alleen om
deze illuminatie te zien, even naar
Brussel te gaan ener een voor
beeld aan te nemen. De streng in
twee kleuren gehouden ballons, waarin
een gloeilampje brandt, maken, aan
hooge palen over de boulevards ge
spannen, een onvergelijkelijk schoon
effect en wanneer in Augs.—Sept. '98
ten Uwent de straten zóó worden ver
sierd,zou men de Haarlemsche comité's
speciale hulde moeten brengen voor
deze bijzonder luisterrijke illuminatie.
Ook de Rue des Fripiers, heeft zich
zich in een fraai avondpak gestoken.
Hier hebben de inwoners der. stad
geholpen om den luister der stad te
verhoogen door, reeds wanneer de
vreemdeling de stad betreedt, hem in
een ietwat feestelijke stemming te
brengen, de stemming, die voor het
bezoeken eener tentoonstelling zeer
noodig is, en dat ge te doen hebt met
een onderneming, die grootseli opge
zet is, blijkt U reeds op een afstand
van nog wel een half uur loopens
van den hoofdingangals ge nl. bij het
Park den hoek van de Rue de la Loi
omslaat, wordt uw oog onmiddellijk
geboeid door de indrukwekkend hooge
poort van het hoofdgebouw, dooreen
groote beeldgroep gekroond, een fraai
geheel, dat op vele punten in boven-
en benedenstad en zelfs daarbuiten
op grooten afstand zichtbaar is.
Veel hadden de ondernemers dezer
tentoonstelling op andere soortgelijke
lichamen vóór; zij konden namelyk
gebruik maken van het Palais du
Cinquantenaire, waarin het Musée
d'art Monumental et Industriel en
het Musée Scolaire National geves
tigd zijn; zy hadden slechts zorg te
dragen voor de uitbreiding van dit
monumentaal gebouw, voor de deco
ratie ervan en voor de stoffeering van
liet park, dat het paleis omgeeft.
In deze tuinen, zij het ook op beschei-
dcr schaal, weder dezelfde verlichting
als die der boulevards, hier nog ver
fraaid door schitterende „fontaines
lumineuses." Hier vindt men aan den
lijn der electrische tram. die van uit
de stad tot voor het hoofdgebouw,
door de tuinen rijdt, de verschillende
inrichtingen, die na een bezoek aan
de gebouwen met al de daaraan ver
bonden vermoeienissen, U denoodige
lafenis bieden; hier vindt ge Blooker
met zyn Zeeuwscho meisjes, die melk
chocolade op een snikheeten zomerdag
verkoopen, daar is Gruber, de groote
Gruber van de Place des Nations, die
in eene fraaie restauratie kleiner por
ties voor meer geld verkoopt dan in
zyn etablissement in de stadhier
zetelen ook al de Arabieren en andere
Amsterdammerspardonen andere
Afrikanen, die met hun vieze zoetig-
heidjes en hun nooit-eindigend „Gads-
jé-Baba" evenveel succes hebben by
de Brusselaars als waarin zy zich op
onze Museumterreinen mochten ver
heugen; hier ook vindt men ëéu dei-
poorten, die U naai- „Bruxelles-Ker-
messe" voeren, een Oud-Brussel, dat
misschien niet zoo typisch is als Oud-
Holland van '95, maar veel ruimer
en op sommige punten zeer goed ge
slaagd. Hier concentreert zich de
drukte lioofdzakelyk in het estaminet
„de groene hond". Hier werd op 14 Juli,
den franschen nationalen feestdag
het groote banket van de fransche
sectie gegeven en hier was het ook,
dat men op dien dag een der meest
teekenende staaltjes kon zien van
belgisch royalisme. Het was na het
diner en opgewonden door het feest
cn misschien ook door de pousse-café
en de al tc veel „marseillaises", die
den geheelen dag over het terrein
hadden weerklonken, begaat een der
fransche exposanten de onhebbelijk
heid vair het terras van „le chien
vert" in het koninkrijk Belgie, waar
by gastvrijheid geniet, tot de on
derdanen van koning Leopold, een
gloeiend betoog te houden, hartstoch
telijk de republiek verheerlijkend,
hartstochtelijk zooals alléén een
Franschman dat kan, eindigend in
eene brullende „Marseillaise", die hem
schor naar zijn „pousse" doetterug-
keeren. Kan men den zoo verwoeden
republikein misschien nog zijn on-
kieschheid vergeven, den datum en
de „pousse" in aanmerking nemende,
stootend- was het gejuich van het
belgische volk, dat meebrulde j als
waren zy niet de onderdanen van den
belgischen koning, die wel bijzonder
impopulair moet zijn.
Enfin! On a du coeur ou l'on ne
l'a pas.
(Wordt vervolgd.)
Het oordeel over de tentoon
stelling te Amsterdam blijft voor re
kening van onzen correspondent.
RED.
Letteren en Kunst.
Kunstenaars-examen.
Examens der Ned.Toonkunst. Ver.
van 29 Juli. Geëxamineerd 5 candi
dates Geslaagd voorpiano (1. o.) de
damesA. G. Meister en A. Coe-
lingh, heiden te Amsterdam; en de
heer G. Groen, te Aardswoud, (gem.
Hoogwoud.) Een candidaat heeft zich
teruggetrokken.
Naar het Handelsblad uitvoerig
mededeelt, heeft prof. Rudolf Stang,
van de Academie van Bee'dende
Kunsten te Amsterdam, een ets on
derhanden, naar eene teekening door
hem van Koningin Wilhehmma ge
maakt.
H. M. heeft daarvoor in Apeldoorn
geposeerd. De ets is bestemd voor
het kroningfeest. Zij is (56 bij 47 cM.
De eerste 100 Exx. met de kroon
kosten f 100, de épreuves d'artistejop
japanseh papier f60 en de gewone
afdrukken f 25.
Leger en Vloot.
Een werkman van de Pletterij der
liceren mntliovcn te 's Gravenhage,
de instrumentmakcr-electricien J. H.
v. V. heeft eene belangrijke rinding
gedaan. In militairen dienst de ge
varen en bezwaren van het tegen
woordige waarnemen van de schiet
schijven ondervonden hebbende, heeft
hij 'zich toegelegd op de oplossing van
het vraagstuk om daarvoor iets beters
te vinden, en inderdaad heeft hij eene
electrische inrichting uitgedacht,
waardoor de officier, die bij den schut
ter staat, onmiddelijk met onmisbare
zekerheid voor zich ziet, hoe de kogel
heeft geraakt.
Met dit toestel, dat van groote be-
teekenis is, nu de nieuwe kogels en
geweren de gevaren voor den obser
vatiepost vermeerderen, en waarmee
men bovendien by snelvuur de treffers
der opvolgende schoten kan waarne
men, kan ook worden nagegaan, wel
ke baan een kogel vólgt.
De uitvinder zal zyn toestel over
cenige dagen aan den ("nieuwen) mi
nister van oorlog aanbieden.
Sport en Wedstrijden.
Het nieuw opgetreden Kabinet heeft
in zijn midden vier leden, die wiol-
ryden, t. w. do ministers Gort v. d.
Linden, Goeman Borgesius, Lely en
Cremer. Een vooruitstrevend minis
terie
GEMENGD NIEUWS.
De Belgische werklieden.
De tijding van de vechtparty in
Drocoirt, in het Fransche departe
ment Pas de Galais, heeft in de Bori-
nage groote ontsteltenis verwekt, daar
er duizenden Belgen zyn die in de
Fransche mynen werken. De werk
stakers die zich in Drocourt hadden
willen verhüren, zyn in de Borinage
teruggekomen met de boodschap, dat
de eigenaars van de Fransche kolen
mijnen geen Belgen meer aannamen,
wegens de opstootjes. Die bron van
verdienste is dus afgesloten.
Overigens geen verandering inden
toestand. In het gehucht Petit-Dour
is vóór de tapperij van een man die
altijd doorgewerkt had, een dyna-
mietpatroon ontploft, evenwel zonder
iemand te deren. Men meent de daders
op het spoor te wezen.
Een woesteling.
Te Toulon staat een Corsikaan
terecht Cesarini gehecten die ge
toond heeft dat het woord wraak voor
de bewoners van het eiland der ven
detta, nog altijd een vreeselyke betee-
kenis heeft.
Cesarini is een timmerman, by na
veertig jaar oud. Verleden jaar werd
hij verliefd op deu dochter van dokter
Barnier, die hij op straat had gezien.
Hij ging naar do vader en vroeg het
meisje ten huwelijk doch werd afge
wezen. Daarop kreeg de dokter da
gelijks dreigbrieven of smeekbrieven,
waarin Cesarini steeds vroeg hem zijn
dochter te geven. Eindelijk verveelde
liet de dokter, hij gaf de zaak aan
en Cesarini werd tot zes maanden
gevangenisstraf veroordeeld.
In April van dit jaar deed de dok
ter op een avond toen er gescheld
werd zelf de deur open en vroeg wat
men verlangde. Een stem antwoordde,
dat hy dadelyk verwacht werd bij
een vrouw in de huurt, wier kind
een stuip had gekregen. De dokter
grijpt zyn hoed en loopt naar buiten,
maar nauwelijks was hy over den
drempel of hy krijgt een schot in den
buik. Hij wordt opgenomen en naar
binnen gebracht, en intusschen was
de moordenaar gevlueht.
Den volgenden nacht lag de ge
wonde alleen in zijn kamer. Cesarini,
die waarschijnlijk vernomen had dat
zijn slachtoffer niet dood was, klimt
het huis binnen, sluipt naar de slaap
kamer van de dokter en valt met een
stok met ijzer beslagen op hem aan.
De zieke verweerde zich zoo goed hij
kon, waarop Cesarini een revolver
uit den zak haalde en tweemaal vuur
gaf, zonder de dokter te raken. De
huisgenooten kwamen aanloopen en
in het donker ontstond een vreeselyk
gevecht, waarin de zuster eu de doch
ter van den dokter door revolver
schoten geraakt werden. Cesarini ont
kwam ten slotte.
Nn werd in de buurt van Toulon
een drijfjacht op den moordenaar ge
houden. Verscheidene dagen lang bleef
bij onzichtbaar. Eindelyk ontdekten
twee gendarmen hem, op een afstand
van een geweerschot. Zij liepen hem
na en riepen hem toe te blijven staan.
Cesarini schoot dadelijk zijn revolver
op hen af en ging op de vlucht. De
gendarmen zetten hem na. Driemaal
nog schoot hij op hen, toen legden
zij op hem aan en een kogel trof hem
in het hoofd. Zoowel de moordenaar
als zijn slachtoffers herstelden echter
en dezer dagen staat Cesarini terecht.
Hij zegt, dat hij wegens zijn veroor
deeling geen werk heeft kannen vin
den en daarom den dokter een doode-
lijken haat gezworen had.
Een Rooversbende.
We vinden in Parijsehe bladen
gewag gemaakt van een groote roovers-
bonde, bestaande uit jonge mannen
allen beneden de 21, die de onmid-
delyke omstreken van Parys onveilig
heeft gemaakt, doch thans is inge
rekend, eu tot welker slachtoffers,
naar nu mede bericht wordt, den 2en
dezer maand de heer Raphael
Bischoffsheim, de bekende rijke oud-
Amsterdammer, heeft behoord. Terug,
komende van 8uresnes werd hy in
hei Bosch van Boulogne aangevallen
en beroofd. De longtemps zegt het
Journal on ne reverra Bisch
Bois.
Brand te Bremen.
Dinsdagavond is te Bremen de rijst-)
fabriek der firma Erling met nog drie
andere huizen door brand vernield.
Ook een deel van de Freiliafcn werd
aangetast. Alles liep zonder persoon
lijke ongelukken at. Het gebouw was
verzekerd. Er was een verstikkende
brandlucht in den omtrek. Duizenden
toeschouwers waren saamgestroomd.
De moord op Anna Simon.
De behandeling van het proces
nadert haar einde en won zeer in
belangwekkendheid door manifestaties
van het publiek.
Boïtscheff treedt thans niet meer)
zoo zelfbewust en brutaal op als iu
't begin, hetgeen toegeschreven wordt
aan de verklaringen der getuigen, die
nagenoeg alle verpletterend voor hem
waren. De pogingen zijner beste
vrienden, om een alibi voor hem te
vinden, zijn mislukt. Wel is ter elfder
ure zeker echtpaar Kanozirski ko
men verklaren, dat B. tijdens het
plegen van den moord den geheelen
avond te hunnen huize was geweest,
maar niemand gelooft daaraan en
wel voornamelijk omdat wanneer
de verklaring waarheid bevatte
deze wel vroeger zou zijn afgelegd,
doch bovendien moet Kanozirski zeer
ongunstig staan aangeschreven en o.
a. 3 jaar wegens moord in het tucht
huis doorgebracht hebben. j
Zeer bezwarend zijn de verklaring
gen van zyn medebeschuldigden Wa-
siliew cn Noveliteh. Beiden houden
vol, dat R. een der moordenaars was
en ook. dat hij hen heeft doen ge-
looven, dat de moord op last van den
vorst geschiedde.
In weerwil van dat alles schijnt
het materioele, wettige bewys, datB.
persoonlijk aan den moord heeft deel
genomen, niet geleverd zoolang hij
nog blijft ontkennen.
Eene Amerikaansche.
Eene vrouw in Indiana (Ver. Sta
ten) heeft getoond, moed van een bui
tengewone soort te bezitten. Een
maand of zes geleden werd haar man
aangetast door kanker in deu voet.
Toen de dokters hem mededeelden,
aan welke ziekte hij leed, verzocht
liy, hem den voet af te zetten. Hier-
van echter wilden zij niets hooren
hy was te oud en zou de operatie
niet overleven, verklaarden zy. Zijn
vrouw was met deze uitspraak niet
tevreden. Toen de dokters weg wa
ren, sleep zij een slagersmes zoo
scherp mogelijk, sneed het vleesch
om den enkel door, ontwrichtte den
voet en sneed dien toen verder af.
En zoo goed verrichtte zij de operatie,
dat de patiënt thans beterend is.
Er zullen wel niet veel vrouwen
zyn, die haar dat zouden nadoen
zegt de schrijver der Amerikaansche
brieven in 't „Nieuws", dit vermel
dende. En dat is maar goed ook, zou
den wij er bij vullen voegen.
De geheimzinnige ontploffing
te Berlijn.
Aan den Westelijken hoek van de
open ruimte vóór het Potsdaramer
Station te Berlijn is Dinsdag voor
middag om kwart over elf een post
pakket ontploft.
Door de ontploffing, die gepaard
ging met een hevige rookontwikke
ling en sterken knal, is ecu post-
employé gelukkig niet levensge
vaarlijk - gewond. Een aantal an
dere postpakketten zijn vernield.
Volgens een dagblad verslaggever,
die juist op liet oogenblik van de
ontploffing voorbijkwam,! geleek zij
op een kanonschot in de onmiddel
lijke nabijheid. Dc voorbijgangers
ontstelden hevig en ieder richtte den
blik naar een postpakketwagen, die
steeds aan den Westelijken hoek van
het station te vinden is en waarbo
ven thans een dichte wolk van kruit
damp zweefde. Weldra kwamen uit
Onze harten hebben niets met dezen strijd te maken,
die voorbij zal gaan als een stortbui om plaats te maken
voor een zooveel mooieren vrede. Jeanne, mag ik n te
rug zien Ja o, zeg ja
Hy beproefde haar zacht tot zich tc trekken.
Daar rolde in de verte de doffe donderhet geschut
op de muren van Pfalzburg gaf antwoord. Jeanne
schrikte. Haastig ontrukte zy haar hand aan de zijne en
vluchtte heen.
„Hoort u die kanonnen?" riep zü opgewonden. „Zy
geven u antwoord. Hoe kan er vrede tusschen ons zyn,
als die donderslagen over onze hoofden rollen?"
„Jeanne
„Vaarwel vergeet mij
Zy strekte afwerend de handen naar hem uit en vluchtte
weg. Axel haalde diep adem en voer met de handen
over het voorhoofd en de oogen.
„Efcn droom," mompelde hij. „Een mooie, vluchtige
droom
Hij verwijderde zich langzaam.
Tegen den avond kwamen de jagers op liet slotplein
ou werden ingekwartierd in de vertrekken van de dienst
boden en in de groote eetzaal, dus allen op de verdie
ping gelykvloers. Luitenant Yon Simmern cn de ser
geant-majoor kregen elk een kamer op de tweede ver
dieping. De oude kapitein noodigde deze beiden aan tafel
zij lieten zich het eten en den wijn voortreffelijk smaken,
ook beproefden zy met dc dames een gesprek aan te
knoopon, maar mevrouw Hoffer was dezen avond zeer
teruggetrokken, welk voorbeeld Josephine getrouw
volgde.
Jeanne zat zwijgend aan tafel, haar wangen waren
met een buitengewone bleekheid overtogen, zoodat zelfs
de kapitein zijn nicht niet zonder bezorgdheid aanzag.
Ook Axel voelde blijkbaar geen lust om een levendig
gesprek te voeren. De liefde tot de Fransche jonge
dame had te diep wortel geschoten in zijn harthij
hoorde haar laatste woord„Vergeet mijnog al
tijd, en dit had hem zoo diep geroerd, dat hij er niet
toe komen kon deel te nemen aan een onverschillig
gesprek.
Men scheidde spoedig en de Duitsche officieren be
gaven zich naar hun kamer.
Diepe stilte heerschte in het slot. Zorgeloos gaven de
jagers zich over aan den slaap. By na een week lang
hadden zij op post gestaan of op stroo geslapen in het
bivaknu stonden de brave landweermannen tegen
over den vijand en waakten over de veiligheid hunner
makkers. Slechts bij de groote deur en by den ingang
van den tuin had men een post gezet; men behoefde
immers niet bang to wezen voor een overval, men stond
wel duizend schreden achter de schildwachtenreeks
der landweer.
Axel stond aan liet geopende venster van zyn kamel
en keek nadenkend in den helderen zomernacht, naai
de millioencn sterren, die flikkerden aan het uitspansel.
Links van den grooten heerweg zag men de vuren en
de lichten van Quatre-Vents, waar het bataljon lag,
van hetwelk hij vroeger deel had uitgemaakt, en van
waar hy naar Chateau Pernette was gedetacheerd.
Verder op begon het bosch, dat zich als een zwarte
lijn om Pfalzburg heenboog tot aau de dorpeu Les
Baraques en Les Troismaisons, waarvan men het licht
steeds flauw in de verte zag. Tusschen het slot en den
grooten weg lag een vrij veld, terwijl zicli op den an
deren kant, naar het noordoosten, het donkere bosch
van La Bonne Fontaine uitstrekt. Daar ging de zilve
ren maan juist omhoog.
De jonge officier haalde diep adem. Zijn gedachten
zweefden terug naar het vaderland, naar liet kleine
garnizoen in liet gebergte, waar hij de eerste jaren als
luitenant had doorgebracht, naai- het ouderlijk land
goed, naar den vergrijsden vader, de liefhebbende moe
der, die hun zoon met zorgvolle gedachten nagingen
op den gevaarlijken weg van den oorlog. Dc ligging
van het ouderlijk huis" herinnerde aan die van Cha
teau Pernette. In zijn gepeinzen en zyn droomen
golfde alles om hem heen als een donker meer, waar
boven een zachte vriendelijke ster straalde. En deze
ster werd allengs voor hem de schittering uit het oog
van het lieflijke meisje, dat hij hier in liet land van
den vijand had leeren kennen en leeren liefhebben.
„Jeanne," fluisterde hij. „Als je wist hoe lief ik je
heb
Wat was dat? Wat roerde zich daar aau den don
keren rand van het bosch van La bonne Fontaine
Bewogen zich daar geen donkere gestalten heen eu
weer? Nu verborgen zij zich weer in het boschje.
Nieuwe gedaanten kwamen te voorschijn, snelden over
de weide, vcreenigden zich met de anderen. Schitterde
daar niet het maanlicht op de blanke wapenen Klonk
liet niet in dc stilte van den nacht, alsof men wapen
gekletter hoorde
Nu verhieven zij zich weer achter de heggen, snelden
over de door dc maan beschenen weideDat was een
gewapende hoop
Was het een patrouille van de belegeringstroepen?
Neen - Axel herkende geen uniformen. Dat waren
geen soldaten, dat waren gewapende landlieden, franc-
tireurs, vryscharen!
Iu den tuin kwamen ze weer te voorschijn. Een tweede
bende kwam uit het bosch en snelde op het slot toe.
Geen twijfel, dit laatste had men op liet oog, men wilde
een aanval doen op Chateau Pernette.
Vlug dc sabelDaar lag de revolverkramp
achtig omspande de hand van den officier het wapen,
nog éen blik wierp hij uit het venster. De laatsten
der aanvallers slopen langs den rand van het bosch.
Hy stak den revolver uit het venster en schoot snel
achtereen twee- of driemaal. Toen snelde hij naar de
deur.
De schoten hadden de jagers gewekt. Allen snelden
te wapen. Vlug beproefde Axel zijn manschappen op
het slotplein te verzamelen, daar knalden reeds de
eerste schoten uit den donkereu tuin en onder de woe
dende kreten„Weg met de Pruisenwierpen de
franc-tireurs zich op de kleine bende jagers.
Wordt vervolgd.)