mand stond er nogvóórdat iemand
hem kon verhinderen had hy een
I3r pond saucijsjes gekaapt. Is dat
fon diefstal? En nog wel met voor
dachten rade. Maar is de diefstal
let tegelijkertijd een bewijs, dat het
ferleg, waarvan een hond die met
Echtheid en in de onmiddellijke nabij-
feid van den mensch groot gebracht
l, blijk geeft, ons wel eens noopt te
ragen: zou dat dier nu redeneeren
f niet? Die vraag stelde zich onge-
wjjfeld ook de schrijver van het vol
lende gevalletje, medegedeeld in een
Jondagnummer van het Parijsche
jPetit Journal".
Wij waren in November, ik stond
a gedachten to turen naar de eerste
sneeuw vlokkenaan de overzijde dei-
straat, zat op een drempel een kees
hondje dat 3 of 4 maanden oud scheen
to zijn; sneeuw had hij nog nooit in
zjjn leven gezien eu met de grootste
aandacht volgde hjj die door elkaar
dwarrelende witte vlinders.
Daar valt een groote sneeuwvlok,
dicht bij hem; zonder haar den tijd
o laten om te vluchten, legt hot
ïondje zijn pootje er bovenop. Nu
ou het dan toch te weten komen
•elke beestjes dat waren. Niets voe-
ende bewegen, tilt bij zjjn pootje op;
reg was het beestje. Zjjn wijd geopende
ogen schenen te willen zeggen"Wat
rommels is dat
Tweede vlok, hetzelfde spelletje,
baar valt er een derde vlak naast
jem. Ja maar, dezen keer fop je mij
liet meer! Pootje er boven op en op
jet pootje zijn kop. Nu zal hij nog
lens kijken, Eerst heel voorachtig
len kop opgetild, dan even voorzich-
het pootje weggenomen. Wel
nog niets. Dat ging waar-
:htig zjjn hondenverstand te boven,
begreep hij boegenoemd niets
ran.
Toevallig komt er een speelkame
raadje. „Kees" wenkt hem A
propos, „Fikkie", kom eens kijken,
jrat denk je van dat gevalletje „Fik-
ric" komt naderbij, luistert naar wat
tem verteld wordt, en nu beginnen
'j het onderzoek met z'n beiden, na-
urlijk zonder gevolg. Op den duur
sgon bet hun te vervelen en met de aan
jnge honden eigen wispelturigheid,
[ingen zij door de sneeuw krijgertje
telen.
Pers Overzicht.
Een nalezing.
III.
(Slot.)
i Dr. Schaepman eindigt in het Don-
Berdagavond nummer van het. Cen
trum zijne nalezing. In dit vijfde- en
slotartikel behandelt bij de vraag;
Wat hebben wy', dat zijn de katho
lieken, te doen Als antwoord daarop
geeft hy in de eerste plaats aan wat
tact het oog op de kiezerslijsten moet
worden gedaan. De arbeid voor het
vaststellen van de kiezerslijst staat,
zegt. hij, voor het kiezerscorps gelijk
bet de jaarlijksche manoeuvres voor
een leger. Hier geldt het: nooit rus
ten, nooit dommelen, nooit inslapen.
Kalm beraad is het parool. Niet on
middellijk nieuwe legerorders, nieuwe
parschroutes. Niet nu reeds de weg
getrokken of het doel afgebakend.
Maar kloeke en volhardende werk
zaamheid. In de tweede plaats zet dr.
jSchaepman- uiteen wat ten aanzien
van de Regeering en de partij en dooi
de katholieken dient te worden ge
daan. Samenwerking met de georga
niseerde anti-rev. partij in de Kamer
is z.i. mogelijk, daar die leden een
program hebben te verdedigen, dat
'in vele opzichten met dat der katho
lieken overeenstemt
Wat samenwerking met de vrjje
anti-rev. of de fractie l.ohman be
treft, dit hangt geheel van de perso
nen af. Tegenover de overige partijen
staan de katholieken lijnrecht en vast
om des beginsels wil. Ook staan,
volgens dr. Schaepraan, de katholie
ken tegenover de regeeringals eene
Oppositie, echter niet om alles af te
breken, en alles te weigeren, maar als
|eene oppositie van streng onderzoek
en voortdurende waakzaamheid.
Gelyk dr. Schaepman verder be-
jtoogt, heeft de rechterzijde in de Ka
mer hare verantwoordelijkheid vrij te
houden en zich voor niets mede ver
antwoordelijk te stellen dan voor het
geen met hare beginselen strookt en
door haar beginselen gevorderd wordt.
Tot deze oppositie is men verplicht,
jAls katholiek heeft men te toonen,
dat men is eene volkomen Nederland
sche party en dat het katholieke ge
loof aan het Nederlandseh en natio
naal karakter instede van te schaden
(meerder kracht en meerder adel leent.
Kloek en onbevreesd behooren de
(katholieken zich te gaan bezighouden
mot de sociale quaestie op wetgevend
(gebied. Maar bovenal moet er éenlieid
onder de katholieken zijn; éenheid
van mannelijke overtuiging en niet
van slaafscben dwang. Met aanhaling
jvan bet woord van Jan Pietersz.
Koen„Ende desespereert nimmer"
(eindigt dr. Schaepman de artikelen
reeks.
Ome wetgeving.
In het Eed. Dagblad zyn een aan-
1 artikelen over onze methode van
I etgeving opgenomen. Daarin wordt
KJwezen op onze achterlijkheid op
net gebied van wetgeving, waarvan
den. Alleen enkele malen handelt men
'Vlug en krachtig. De verkeerde me
thode bljjkt, volgens het blad, reeds
uit de wyze, waarop bij ons dé wets-
Ontwerpen worden voorbereid. Wil men
het eens heel mooi doen, betoogt het
blad, dan wordt eene commissie be
noemd om wetten te ontwerpen, die
uiteraard ecliter zeer langzaam wer-j
ken, daar zy samengesteld zijn uit
menschen, die weinig tyd hebben en
dan nog vaak afwisselen. Vaak zijn
dientengevolge hare ontwerpen reeds
lang verouderd, nog voordat zij zijn
ingediend. Met dergelijke commissies
is het Ned. Daqbl. niet zeer ingeno
men. Zy zyn z. i. eene miskenning
van den regel, dat geestesarbeid per
soonlijke arbeid moet zijn, en werken
verkeerd. Het blad herinnert er aan,
dat het corpus juris, wellicht de
grootste arbeid op wetgevend gebied
door keizer Justinianus aan een man,
Tribonianus, werd opgedragen. Daar
enboven mist de intellectueele arbeid
eencr commissie ook byna altijd een
heid, stelsel en individualiteit.
Hot Ned. Dagblad concludeert dus,
dat alles aan een enkel uitnemend
man moet wojrden opgedragen. Is die
taak voor hem te zwaar, zegt liet,
dan geve men hem de beschikking
over bekwame, maar ondergeschikte
medehelpers, die met hem arbeiden,
zooals Rubens met zyne leerlingen
schilderijen maakte, die toch alle den
stempol droegen van zijnen geest.
Over liet tweede artikel van het
Ned. Dagblad in een volgend over
zicht iets.
3e reg. veld-art, te Breda, worden
dan tot kolonel bevorderd, de beide
eerstgenoemden zyn bestemd om te
worden belast met bet bevel over een
reg. vest.-art., terwjjl laatstgenoemde
in zijn tegenwoordig bevel gehand
haafd blijft.
Leger en Vloot.
Ook de eerste audiëntie van den
minister van marine, Vrijdag verleend,
was druk bezocht. Bij den minister
maakten o. o. hun opwachting de
vice-admiraal Ten Bosch, comman
dant der marine te Amsterdam de
schout-bij-nacht Quispel, de kolonel
Van Wely, commandant van het
corps mariniersde luit.-kol. van dat
corps Verhey, benoemd lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
de kapiteins ter zee Van Waning,
De Goeje; Bal, Koster, Kouwenberg,
Backer, Overboek, De Bruyne, Stolp,
Lucardic en Lamiede inspecteur
van administratie Van Wagede
dirig. off. van gez. Ie kl. dr. Alers
de griffier en de directie der marine
te Willemsoord enz.
Naar men mededeelt, is de generaal-
majoor Rooseboom, sous-chef van den
feneralen staf, benoemd totcomman-
ant der stelling van Amsterdam, ter
vervanging van generaal Eland, die
tot minister van oorlog is benoemd.
Bij de artillerie zullen binnenkort
2 kolonels den dienst met pensioen
verlaten; de luit.-kolonels W. B.
Westhoft",commandant der pactserfort-
artillerie te Haarlem, J. B. van den
Oudendyk Pioterse, commandant van
het korps torpedisten te Brielle en
H. H. Rumaer, commandant van het
Ministers-Kamer leden
De Tijd bevatte een artikel over
de wenschelykheid der samenkoppe
ling van het ministerschap aan
het lidmaatschap der Tweede Kamer.
Daaraan is het onderstaande ont
leend
„Het kan nu eenmaal niet anders,
of elk zoogen. parlementair Minis
terie is tot zekere hoogte een partij-
Ministerie. Doch ook slechts tot zekere
hoogte. Geen ministerie mag en
kan zelfs in veel gevallen partijman
wezen in den zin, waarin dit voor een
Kamerlid geoorloofd is. Bij belang
rijke wetsontwerpen, zoowel als bij
allerlei bestuursmaatregelen, moet een
minister rekening houden ook met de
minderheden. Hij moet in veel ge
vallen medewerking aannemen en
medewerking vragen van politieke
tegenstanders. Hy moet ook buiten
de Kamer, in zijn Kabinet met ben
over zaken van de practijk spre
ken en beraadslagen. Hij moet ook
aan tegenstanders concessiën weten
te doen. By benoemingen en andere
bestuurshandelingen moet hy ver
geten, dat hy partijman is en vaak
ter wille van de billijkheid en het
breed opgevatte nationaal belang het
partybelang achterstellen. Als dienaar
en vertegenwoordiger der Kroon te-
fenover het volk behoort een minister,
oe krachtig ook zyn eigen politieke
overtuiging moge wezen, toch in ze
keren zin boven de partijen te staan.
„Is dit laatste ook maar in zeer
beperkte mate mogeïyk, indien diezelf
de minister tegelijkertijd als Kamer
lid deel uitmaakt van een militante
parlementaire party of fractie; een
partij of fractie, die hem zeiven als
aanvoerder erkent in den politieken
strijd of die een anderen aanvoerder
bezit, wiens leiding de minister-afge
vaardigde, waar het de partijbelangen
geldt, heeft te volgen?
„Ons dunkt, het kan niet anders,
of de vereeniging van het ministerambt
met het Kamerlidmaatschap moet van
de ministers partij-ministersvan het
Kabinet een partij-ministerie maken
in veel hoogere mate dan wij het tot
dusver gewoon waren.
„Dit is ons eerste bezwaar."
Het artikel wordt voortgezet.
Letteren en Kunst.
Het Nederlandseh Tooneel.
Bij dc koninklijke vereeniging „Het
Nederlandseh Tooneel" bestaat het
voornemen in het aanstaande seizoen
o. a. de volgende stukken op het reper
toire te brengen:
In SeptemberDe Maagd van Orle
ans van Schiller. Voorts: De Vrek
van Molière, vertaald door Taco H.
de Beer; Antigone van Sophocles,
bewerkt door prof. dr. J. van Leeu
wen jr.; Veel leven om niets en Co-
riolanus van Shakespeare, vertalin
gen van dr. L. A. J. Burgersdijk en
Ullranda van Carmen Sylva, vertaald
door F. Sinit Kleine.
RECHTSZAKEN.
Bankbreuk.
Voor de rechtbank te Amsterdam
werd Vrydag geleid een uiterlijk,
zeldzaam net man. Een grijze jas
met zwart-fluweelen kraag, een on
berispelijke witte, hooge staande
boord, vielen dadelijk in liet oog. Het
was David Z., oud 34 jaren, winke
lier en hij is beklaagd van het ont
trekken van goederen aan zijn boedel,
tijdens hij in April in staat van fail
lissement verkeerde.
Nadat zyn faillissement was uitge
sproken werd hem als curatoivfoege-
voegd mr. J. J. v. Heuven. die nadat
hij kennis van de zaken had geno
men, aangeraden had uitverkoop te
houden, maar geen artikelen van de
hand te doen beneden inkoopsprijs.
Tot dien uitverkoop werd ov&g£-
gaan maai htt bleek, liec qon curator
weldra, dat èr mèe? verkocht werd
dan de winkelier verantwoordde. Toen
deze daarover werd aangesproken
ontkende hy den verkoop, waarop de
curator het noodig achtte den officier
van justitie met zyn vermoeden in
kennis te stellen. Tengevolge hier
van werd proces-verbaal opgemaakt
en de winkelier in hechtenis geno
men.
De beklaagde ontkende door zijn
curator gewaarschuwd te zyn. Ham
was alleen gevraagd of hy een para
sol voor f 11 aan mej. v. K. te H.
had verkocht. Toen had hij naar
waarheid geantwoord „neen!" Ware!
hem voorgehouden dat hy verkeerd
deed, dan" zou hij, volgens zijn zeg
gen, dit hebben willen herstellen.
Maar daartoe is z. i. hem geen tijd
gelaten. Hij was overtuigd^ dat liet;
aangeboden accoord in orde zon ko
men en heeft zonder erg gehandeld.
Hij erkent een paar crediteuren
van de meerdere ontvangst te heb
ben afbetaaldhij wist toen nog niet
dat dit strafbaar was, maar uu hem
dit bekend is, weigert hy de namen
dier personen te noemen.
Tegenover een actief van f460
stond een passief van f 9100. De pre
sident mr. Meinesz doet bekl. opmer
ken dat hij voor zyn faillissement
zijn quitantie dateerde en daarna niet.
Bekl. antwoordt dat hij niet altijd
zijn quitanties van een datum voor
zag.
De subst.-officier van justitie mr.
Hugenpoth tot Aerdt bogon meteen
woord van hulde tot den verdediger
mr. D. Simons, die zooals men weet
de Amsterdamsche balie verlaat, om
een hoogleeraarstoel te Utrecht te
gaan bekleeden.
Wat de zaak aanging, achtte het
O. M. het ten laste gelegde voldoende
bewezen.
Het eisehte tegen hem éen gevan
genisstraf van negen maanden met
aftrek echter van de preventieve
hechtenis.
Ook president Meinesz spr°k ver
volgens mr. Simons met een waar-
deerend woord toe.
De verdediger deed aan zyn plei
dooi een antwoord op de hem toege
zwaaide hulde voorafgaan, waarin hy
ook herdacht de vele gevallen van
teleurstelling welke door den ver
dediger worden ondervonden, en de
hoop uitsprak dat nog eens een wets
wijziging zou tot stand komen, waar
door de rechten der verdediging beter
tot hun recht zouden komen en de
verdediger beter met zijn cliënt tij
dens de voorbereiding van de behan
deling zijner zaak zou kunnen om
gaan
Wat deze zaak aangaat, meende
pi. dat bekl. gehandeld heeft op ad
vies van slechte raadgevers.
PI* hesprak de langdurige preven
tieve hechtenis, welke bekl. heeft on
dergaan. Het O. M. had die aange
vraagd wegens vrees voor ontvluch
ting, de rechtbank schrapte die woor
den en deed bekl. in hechtenis nemen
uit vrees voor herhaling van het mis
drijf. En dat nu vond pl. vreemd,
daar hy zijn zaak nu toch niet kon
voortzetten. Hij beval zijn cliënt in
de clementie der rechtbank aan.
Uitspraak over 8 dagen. Tel.
Een slecht colporteur.
Voor de Haagsche rechtbank stond
Vrijdag terecht een 30-jarige colpor
teur die, in dienst van een uitgever
te Rotterdam, contracten voor ad-
vertentiön en abonnés bij zijn patroon
inleverde, en daarvoor een hooge pro
visie kreeg uitbetaald, ter wij! bleek
dat die verbintenissen alle door hem
valsehelijk waren ingevuld met de
nameu van verschillende handelaren
te Amsterdam, Haarlem en in andere
steden, alle firma's welke zeer veel
reclame maken voor hun zaak en
wier namen derhalve vertrouwen
wekten bij den uitgever. Voorts bad
hij, belast met het aanwerven van
leden voor eene informatie-maatschap
pij te 's-Gravenhage, valschelyk ae
namen van eenige firma's opgegeven
die zich zouden aangesloten hebben
bij gemelde maatschappij. Ook hier
voor kreeg hy provisie, althans voor
schot daarop, welke hy ten nadeele
van zyn patroon opstreek.
Beklaagde bekende volledig, zeg
gende de onrechtmatig verkregen
gelden te hebben aangewend om in
de behoeften van zijn huisgezin te
voorzien.
De subst officier van justitie, mr.
Van den Brandeler, herinnerende dat
nog veel meer valschhcden door dezen
beklaagde zijn gepleegd dan waar
voor hy gedagvaard was. vorderde
twee jaren gevangenisstraf.
De verdediger mr. S. Jules Ent
hoven had zien voornamelijk tot taak
gesteld der rechtbank te schotsen
den hoogst ongelukkigon levensloop
van beklaagde, welken pleiter qualiti-
ceerde als een cynisch drama uit het
einde onzer eeuw. Pleiter conclu
deerde tot vrijspraak wat betrefteen
tweetal der ten laste gelegde valscli-
heden, als juridisch niet bewezen, en
beval zijn cliënt overigens in de goe
dertierenheid der rechtbank aan.
De uitspraak wordt nader mede
gedeeld.
GEMENGD NIEUWS.
Uit China.
Naar liet Duitsch van M. von Brandt.
Iemand, die de Chineezen goed kent,
de gewezen duitsche gezant te Peking
M. von Brandt, schrijft in Cosmopo-
lis een onderhoudend opstel over hun
wangeloof. Het is volkomen onwaar,
dat de Chinees aan niets anders zou
deuken d.afl aan geld verdienen on
ZiOu alleen zou homooien met d<3 zicht
en tastbfj-e werèiu. ïuiegenueel is zyn
brein voortdurend opgevuld met ae
meest gewaagde voorstellingen.
Een straat bij avond, die wij leeg
zouden noemen, wemelt voor do ver
beelding van den Chinees van hon
derden "bovennatuurlijke wezens die
op hem loeren en hem in het ongeluk
zullen storten als zij kunnen. Om een
dooden boom byv. waart de geest
van een man, die zich daaraan ophing
rusteloos rond tot de eerstvolgende
zelfmoordenaar hem aflost; ginds,
boven weggeworpen pioen-rozen zwe
ven de feeën, die eenmaal in de bloem
kelken woonden. En het meisje, dat
de eenzame wandelaar voor gindscbe
deur ziet staan, is hoogstwaarschijn
lijk een vos, die de menschelijke ge
stalte aannam om hem gemakkelijker
te kunnen betooveren.
Men houdt het er voor, dat de gods
dienst der Chineezen afkomstig is
van de Oeral-Altai volken en schryft
liet daaraan toe, dat het geloof aan
het bovennatuurlijke er zulk een
groote rol in speelt.
Heksen en toovenaars hadden een
groote beteekenis in het oude China.
Tijdens de Chau Dynastie in de 12e
eeuw zouden dergelijke personen tot
het hofpersoneel hebben behoord en nog
tegenwoordig is het vooral in Mongolië
de taak van heksen en toovenaars,voor
regen te zorgen. Want niettegenstaande
in China tooverenbij de wet verboden
is, staan juist by Mantsjoes, de me
diums, in hooge achting en worden
bij iedere gelegenheid geraadpleegd.
Herhaaldelijk wordt hun raad inge
roepen tot het terugvinden van ver
loren voorwerpen en een schrijver
vertelt, hoe een Chineesch toovenaar
te Peking door een Europeaan te hulp
geroepen ter zake van een aan dezen
ontvreemde kostbaarheid, hem het
portret van den dief op een wit pa
pier, dat aan den muur hing, zou
hebben vertoond! Misschien beeft de
verbeeldingskracht van den bestolene
hierbij wel wat geholpen.
Niet altijd zijn de kunstverrichtin
gen der heksen en mediums zoo onschul
dig en practisch. Men ziet telkensin
het Pekingsch dagblad gevallen ver
meld, waarbij de besprekingen en be
zweringen ongelukken hebben veroor
zaakt.
„Bezetenen" komen in China veel
vuldig voor. Soms leest men van ge-
hecle dorpen, die „bezeten" zijn. Dat
komt omdat zich in dergelijke plaat
sen vossen en witte slangen hebben
vertoond, die alleen verdreven kun
nen worden door toovenaars van een
bizondere opleiding. Dat dergelijke
geestelijke epidemieën heerschen is
bewezenbuitenlandschegeneesheeren
hebben herhaaldelijk personen be
handeld, die uit zulke gemeenten naar
Peking kwamen om genezing te zoe
ken. Het meest treft men dergelyke
gevallen aan in Mantsjoerije. Men
vindt daar duivelbezweerders, die zich
door dansen en rumoer half dol ma
ken en in zulk een toestand in gloeiend
ijzer bijten of met den mond vleesch
ophalen uit kokend water.
De Chineezen gelooven vast, dat
men bruggen en muren steviger
maakt, door er alvorens met net
bouwen te beginnen, iemand levend
onder te begraven. Menschenbloed,
vooral dat van onthoofde misdadigers,
wordt als zeer geneeskrachtig be
schouwd en wordt o. a. door tering
lijders gebruikt. Wie het hart of den
lever van een moedig man eet, wordt
moedig en krachtig en de heer Von
Brandt verzekert dat niet zolden roo-
vers en opstandelingen gedood zijn
als zoenoffer voor een door hen ver
smoord officier en hunne barton cn
levers rauw verslonden. De Chineezen
beschuldigen trouwens de missionaris
sen dat zij de oogen van lijken ge
bruikten om te photographeeren of
om goud te maken en dit is geheel
in overeenstemming met hun wonder
lijk geloof aan de genezende kracht
van al hetgeen van lyken afkomstig
is als bijv. het water en het stof uit
doodkistengemalen doodsbeenderen,
enz.
Algemeen verspreid zijn het geloof
t aan een boos oog en de vrees voor
jden nijd der goden. Een boos oog
hebben bijv. vreemdelingen en in 't
algemeen menschen met blond haai
en lichte oogen. Jongens, vooral eenige
zoons, worden dikwijls, om hen aan
den nyd der goden te onttrekken,
als meisjes verkleed, want de Chinees
is overtuigd dat niemand, ook geen
geesten, zich met zulk een waarde
loos schepsel als een meisje zal be
moeien.
Veelvuldig wordt in de booze macht
van dieren geloofd. Schorpioenen en
dergelijk gedierte wordt natuurlijk
zooveel mogelijk uit huis geweerd.!
Maar ook vossen, ratten, egels, mar-'
ters, slangen worden zeer gevreesd.
Deze behooren tot de vijf zooge
naamde feeön-familiön, die boven
natuurlijke krachten bezitten en de
menschen bedriegen en benadeclen.
Rivieren, meren, beken worden door
geesten bewoond. In iedere bloem,
in eiken boom woont een fee; eeo
mierenhoop is een ryk met koning,
koningin en een bekoorlijke prinses.
Waar de natuur zoo vol krachten is,
van welke vele den mensch schade
lijk zyn, heeft men veelvuldig maat
regelen ter bescherming genomen. Van
toovenaars maakten wy hierboven
reeds melding. De bezweerders zijn
in China meestal „Tao-priesters", die
in tyden van geestelijke epidemieën
goede zaken maken. Zulk een epi
demie heerschte o. a. in 1876. Eerst
geloofde één Chinees, vervolgens een
geheel dorp en weldra een provincie,
dat er booze geesten waren losgebro
ken. Do kenteoiïenen daarvan waren
duidelijkmenschen en kinderen werd
de staart afgesnedenkippen werden
de voeren uitgetrokken, ja menigeen
werd door een boozen geest om
geholpen, Dq bezweerders
verkoehtyü toen ftTÜüoenen papieren
amuletten met een rijmpje of eenige
onleesbare teekens en maakten groote
winsten.
In het volgende jaar zag men bijna
geen huis of er waren dergelyke pa
piertjes op geplakt geweest en velen
droegen zulk een papiertje in hun
kostoaaren staart. Ook in 1769 zou
volgens berichten van ffe katholieke
zending een dergelijke waanzin in
China hebben gcheerscht.
Het behoeft nauwelijks g&tögtiL te
worden dat ontwikkelde en beschaaf o*
Chineezen al dezen onzin niet gelooven.
In de beroemde 17-eeuwsche verza
meling van Chincesche sprookjes en
sagén, Liao, chai chi, verklaart de
schrijver zelf geen geloof te slaan
aan de onregelmatigheden in de natuur
en als booze geesten alleen die perso
nen te beschouwen, die hunne naasten
kwaad doen. „Zonsverduisteringen,
vallende sterren, het vliegen der
vogels, sprekende steenen en vech
tende draken" schrijft hij, „kan men
nauwelijks onder de onregelmatighe
den rekenen, terwijl natuurverschijn
selen, die niet in het behoorlijke jaar
getijde voorkomen, oorlogen, opstan
den en dergelyke, wel tot de catego
rie van den Booze gebracht moeten
worden."
„Wij verbazen ons," zoo schrijft bij,
„over vossen en duivelen, maar niet
over dat grootste van alle wonderen:
den mensch."
Onbestelbare brieven en
pakketten.
Elk jaar in Augustus heeft te Pa
rijs in het groote postkantoor een
zonderlinge plechtigheid plaats. Op
een vooraf bepaalden dag komt een
aantal ambtenaren onder toezicht
van een der beambten der bibliotheek
byeen om alle literatuurproducten,
stukken van waarde en snuisterijen,
die onbestelbaar zyn gebleken in den
loop van liet vorige jaar, na te zien.
Ongeveer 40 postambtenaren van ver
schillende rang worden er voor aan
gewezen.
In drie groote vertrekken, waarvan
de muren geheel zyn ingenomen door
reusachtige kasten, waar alle onbe
stelbare brieven der Fransche post
kantoren een plaatsje hebben gevon
den, nemen zij plaats.
Eerst worden de brieven geopend,
waarop aan den achterkant geschre
ven staat: „onbekend" of „vertrokken
zonder opgave van adres." Twee be
ambten. die elkaar controleeren, zijn
hiermede bezig, en het gebeurt dik
wijls, dat uit de geopende enveloppen
eenige bankbiljetten dwarrelen, of
andere voorwerpen van waarde te
voorschijn komen. In z,ulk een geval
wordt de hoofdcommies der posterijen
gewaarschuwd. Deze ontvangt de
waarden tegen reyu. Of het een bil
jet is van duizend francs of een post
zegel van een stuiver, blijft hetzelfde—
met alles wat waarde vertegenwoor
digt, wordt op gelijke wijze gehan
deld. Men bewaart die waarden ge
durende vijf jaar; indien de eigenaar
dan nog met is komen opdagen, wor
den de waarden aan het beheer der
Domeinen gezonden.
De laatste statistiek, door de Fran
sche posterijen opgemaakt, toont aan,
dat de veertig daartoe aangestelde
beambten vier millioen brieven van
allerlei slag hebben na te kjjken; een
millioen is afkomstig van de poste
restante en zeven honderd duizend
komen als onbestelbaar uit het bui
tenland terug.
Gewone brieven, die geen waarde
bevatten, worden, na vier maanden
bewaard te zyn, vernietigd. De brie
ven, die van de verschillende kanto
ren uit het geheele land komen als
niet afgehaalde poste restante, wer
den twee maanden bewaard, daarop
nagelezen en in de gewone gevallen
eveneens vernietigd.
Dit getal is zeer groot, want men
heeft berekend, dat ternauwernood
30 pereent dezer brieven wordt afge
haald door de geadresseerden.
Alle gedrukte stukken, welke ook
hun w aarde of onwaarde als litera
tuurproduct moge zijn, worden opge
nomen in de nationale bibliotheek.
Maar onder de onbestelbare stuk
ken komen er ook voor, die door on
wetende of slordige afzenders op goed
geluk aan de zorgen der posteryen
zyn toevertrouwd. Door totale on
bekendheid met de reglementen is er
eens van Londen een pot bloedzui
gers en een andere maal zyn uit
Amerika een twaalftal kleine schild
padjes op het Fransche postkantoor
terechtgekomen.
Dikwijls zyn zulke slordige ver
zendingen de oorzaak van kleine, aan
grijpende drama's, die zich afspelen
tosschen de zwarte wanden van zulk
een colis. Zoo vond men op zekeren
dag in een zinken doos, die van Brest
kwam, een klein Guincesch biggetje,
waarschijnlijk bestemd voor den een
of andere ontleedkundige.
Het pakje was niet voldoende ge
adresseerd en men opende hét dus.
Onmiddellijk ontsnapte de kleine rei
ziger uit zijn gedwongen cel, maar
het was slechts om spoedig daarna
van uitputting te sterven.
Doch naast dit eene drama zijn er
dnizendon nog pijnlijker; het zyn de
bladzijden van liefac, beloften van
gelukj heel intieme verhaaltjes, beden,
jammerklachten.
En dat alles w ordt opengescheurd,
gelezen en vernietigd door eenige be
ambten, geblaseerd van al die stukjes.
Als zy verzameld on verwerkt zijn,
worden deze snippers weder papier,
dat opnieuw zijn witheid zal aanbieden
aan do menschen om beschreven te
worden, weder mot woorden van hoop,
geloof, liefde, lijden
Hiftê iü Sügeiand.
Tö I >ondcn was Woensdag de heet
ste dag van dezen zomer. De tlier-
motheter wees in de schaduw 88° F.,
in de zon was het niet uit te houden.
Tegen zes uur des avonds stond de
warmtemeter nog op 81ü.
De groote hitte mist haar uitwer
king op den gezondheidstoestand niet.
Dc kinderen hebben 't het zw aarst tu
verantwoorden.
Verleden Week stierven er te Londen
2023 menschen, waaronder niet min
der dan 1205, byna drie vijfden, kin-
ileH'Q waren beneden vyf jaar. Ver
léden week wafer, er 459 sterfgeval-
En ten gevolge van diarrhee en óy«-
scnteric', een weck of tien geleden-
waren er maar tien. Het sterftecijfer
van de vorige weck voor dc hoofdstad
is 23.0, dat is hooger dan in eenige
zomerweek van het vorige jaar.
Vyf gevallen van zonnesteek met
doodeiyken afloop kwamen op ver
schillende plaatsen voor.
Men verwacht zware onweders.
Boven Glasgow is or reeds een los
gebroken, heviger dan in jaren was
waargenomen. De bliksemstralen de
den denken aan het flikkeren van een
rooklicht, als de donder rolde was het.
alsof er geheele batterijen werden af
geschoten. De regen viel by stroomen.
De markies de Bouthillier-Obavigny>
wiens vrouw bij de ramp in de rue
Jean-Goujon te Parijs omkwam, is
door eene tram overreden en gedood.
De G. East. Railway.
De correspondent tc Londen der
N. li. Cl. meldt
tn de Woensdag alhier gehouden
algemeene vergadering van aandeel
houders der London Chatlam Do
ver Spmij. deed, tegen het einde, de
president, de heer Forbes, een ietwat
onverhocdscbcn aanval op de Great
Eastern Railway Company. Wy leven,
zeide de heer Forbes, in een tyd van
reclame, en de Great Eastern schijnt
het nooit moede te worden de route
over den Hoek van Holland te adver-
teeren en op. tc hemelen. Kwalijk
nemen mogen wij dit de Great Eas
tern natuurlijk niet; maar ik vind
het bespottelijk, dat zij zich boos toont
omdat de (Nederlandsche) regeering
blijft weigeren de mails aan de route
via Vlrssingen te onttrekken en ze aan
de Great Eastern toe te vertrouwen.
Waarom zou de Nederlandsche regee
ring dat doen, terwijl zy toch weet
dat de Vlissingsche post route de beste
is tusschen Engeland en Noord-
Dnitschland, omdat over haar de ver
zending het vlugst, liet geregcldsten
het geriefelykst gaat Dit alles schijnt
de Great Eastern te vergeten, en by
hare reclames voor haar zelve over
het hoofd te zien dat èn de London
Chatlam Dover èn Ylissingen èn
Queenboro, nog bestaan. (Hilariteit.)
VARIA.
Te veel verlangd.
In het noorden van Engeland be
staat de gewoonte een flink maal aan
te richten in geval er een van de
familie sterft. Algemeen wordt als
het „pièce de resistance" van zulk
een maal beschouwd een koude ham,
voor het verorberen van welken alle
vrienden en verwanten worden uit-
genoodiffd.
Een dezer dagen lag in Yorkshire
eon man op hot ziekbed. I)e dokter
bezocht hem reeds geruimen tyd, en
moest eindelijk aan ac weenende echt-
genootc mcdedeelen, dat de uren van
naar man op deze aarde geteld waren,
en dat zjj hem gerust alle voedsel kon
geven waarin hij trek kreeg.
Is er iets, dat je erg graag lust,
lieve schat? vroeg ze hem.
Nee, vrouw, zei hy zwakjes. Ik
heb nergens trek in. Plotseling viel
de blik zijner half gesloten oogen op
een verscn gekookten ham, die op de
beste tafel lag, keurig uitgepakt met
groen en papier.
Ik zou wel een stukje van dien
ham daar lusten, fluisterde hij.
Ach neen, man, daar kan ik na
niet aankomen snikte zy. Die is voor
dc begrafenis.
Abraham Lincoln ontving eens een
brief van een dame met het verzoek
om een „gedachte" en zyn banötee-
kening. Het antwoord luidde:
Mevrouw
Wanneer u van iemand die u
vreerad is iets vraagt, dat alleen van
belang is voor u zelf, dan moet u
altijd een postzegel insluiten. Dat is
de gevraagde gedachte en hier hebt
u de handteekening.
A. LINCOLN.