Tweede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
In het Krijgsgewoel.
15e Jaargang.
Woensdag (I Augustus 1397,
No 4328
HAARLEMS DAGBLAD
A^BOisrTNrsxiviiEiNrTs^K.icrs
Ytor Haarlem per 3 maandenf 1.29
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.05
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
„de omstreken en franco per postQSfiife
-AJD V J^JróTEIsTTIËN":
Yan 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote lettere naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agente*
en door alle Boekhandelaren en Courantiers,
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangere G. Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ.Parijs 31bis Faubourg Hontmartre.
Met uitzondermgfjvan het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BÜITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voorgditgblad ingdef omtrek zijn: Bhemendaal, Sandpoorten SchotenP. v.,,d. RAADT, Sand po or tHeemstede, J. LEUVEN, bij tol; SpaarndamC. HARTENDORP; Zandvoort, J. ZWEMMER;
Velsen, W. J. RUUTERBevertvijk, J. HOORNSIJmuiden, TJADEN, Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Politiek Overzicht.
De moordaanslag door een anar
chist gepleegd op den Spaanschen
minister-president Canovas, geeft ver
schillende bladen aanleiding de wen-
schelijkheid te betoogen van het
nemen van internationale maatregelen
tegenover do voor de maatschappe
lijke orde zoo gevaarlijke anarchisten,
die tengevolge hunner waanzinnige
begrippen omtrent maatschappelijke
hervormingen zooveel onschuldig
bloed doen vloeien en wat nog het
ergst is juist bloed van hen, die hun
staat nuttig zijn en diensten bewijzen.
De Standard zou gaarne zien, dat
er maatregelen werden genomen om
met deze zonderlinge hervormers voor
goed af te rekenenen wanneer het
Ëuropeesche concert, na de Griek-
sche zaken geregeld te hebben, het
zoover kon brengen om tot een ge
meenschappelijk optreden tegen de
anarchisten te komen, zou net een
groote weldaad bewezen hebben.
"Van een dergelijke gedachte gaat
ook de Figaro uit, en zij vindt groote
instemming bij de KÖlnische Zeitung
waar dit blad schrijft„Wij zouden
de staatslieden der verschillende Euro-
peesche mogendheden niet gaarne den
raad willen geven, om nog langer de
verantwoordelijkheid voor hun wer
keloosheid op zich te nemen.
Het gevaar is te groot, wanneer de
misdadigers eerst hunne „Massen-
morde" begaan, en de ministers, die
werkelijk in het belang der maat
schappij voor een strenge rechtsple
ging zorgen, den dood kunnen wijden,
>m morgen misschien, wanneer zij de
naatschappij voldoenden angst meenen
e hebben aangejaagd, wederom een
noord als van Barcelona en Parijs te
legaan".
Dat de bezoeken van den duitschen
ceizer en Felix Faure aanhetrussische
iof zoo kort op elkaar volgen, moet niet
lan een bloot toeval worden toege-
ichreven.Dit zal wel een gevolg zijn van
oorzichtig politiek beleid. Er schuilt
enter een gevaar in en wel dit, dat
aen in Duitschland en Frankrijk
lücht .vergelijkingen gaat maken
nsschen liet verschillend karakter
an de ontvangst, die de staatshoof-
en van Duitschland en Frankrijk ten
eel valt. Dat er echter meer werk
ou gemaakt worden van de ontvangst
an Faure is niet meer dan natuur
lik als men bedenkt dat diens reis
en tegenbezoek is aan den czaar,
riens ontvangst in Parijs het vorige
aar zich ook door grooter luister
enmerkte dan de ontvangst te Ber
in-
De berlijnsclie pers houdt zich on-
idig met de toosten van de keizers
an" Duitschland en Rusland te he
ireken. Er wordt verschillend over
eoordeeld.
Het Berliner Tageblatt en de Natio-
al Zeitung geven hun tevredenheid
kennen; het eerste, in overeenstem
ming met zijn aard. bizonder levendig,
de tweede gematigder. Meer dan koel,
ja zelfs wantrouwig zijn daarentegen
de bladen die verspreid zijn onder
de conservatieve lezers, zooals hot
„Volk" en de „Staatsburger Zeitung."
Bjjna afkeurend is de agrarische
„Tageszeitung."
De Staatsburger-Zeitung ergert
zich eraan, dat ae Czaar, die heel
goed Duitsch kent, een Franschen
toost heeft gehouden, terwijl de duit-
sche keizer aan 't slot Russisch sprak.
Zij waarschuwt voor feestelijke over
drevenheid en meent dat de taal van
de Russische bladen voor de ontmoe
ting van de Keizers hun ware ge
voelens te kennen gaf.
Het Volk zegt: „Al zyndeEngel-
schen ook lastige mededingers voor
de Dnitschers, wij hebben met de
Engelsehen toch geen levensvraag
stukken uit te vechten. Willen de
Russchen en Franschen nu Duitsch
land dwingen zicli vijandiger tegen
over Engeland te plaatsen, dan moe
ten wjj voorzichtig en op onze hoede
zyn."-
De „Deutsche Tageszeitung" vindt,
dat er een scheeve verhouding is tus-
schen de werkelijk afgemeten hoffe
lijkheid van den Czaar en de hartelijke
en vriendschappelijke geestdrift van
den Keizer. Zy hoopt dat men in
Rusland daaruit niet de gevolgtrek
king zal maken, „dat wij Rusland
meer noodig hebben, dan Rusland
ons."
BINNENLAND.
Uit de „Staats-Courant".
Kon. besluiten.
De heer C. Penning, scheepsbouw
kundig en werktuigkundig ingenieur
is met ingaug van 1 September a. s.,
benoemd tot adspirant-ingenieur der
marine.
Aan den heer A. van Voornveld,
Ieeraar in de wiskunde aan het Kon.
Instituut voor de marine te Willems
oord is op zijn verzoek, met 1 Sept.
a.s., eervol ontslag uit zijne betrek
king verleend.
Benoemd tot Ieeraar in de wiskunde
aan genoemd Instituut, de heer dr.
J. C. van den Berg.
Verleend een pensioen van f260
aan R. J. Roelts, ook genaamd J.
Roelofs, laatstelijk boschwachter in
het rentambt Steenbergen.
Ministerie van Marine.
De luit.-ter-zee der 2e kl. P. J.
Bakker en de adelborst der 1ste kl.
G. P. Baum, beiden behoorende tot
de Koninklijke Nederlandsche marine
reserve en dienende respectievelijk
aan boord van?Hr. Ms. instructieschip
„Gier" en monitor „Krokodil," wor
den wegens het eindigen van hun
oefeningstijd, van hunne plaatsing
aan boord van gemelde bodems ont
heven; eerstgenoemde met 1 Sept. en
laatstgenoemde met 20 Aug. a.s.
Atjeh.
De correspondent te Batavia der
N. B. Ct. seinde onder dagteekening
van Maandag:
Uit Segli komt bericht dat de
vyand daar zicli kalm houdt.
De le luitenant T. F. Eckenhausen
is te Kotaradja aan dc cholera over
leden.
Een later telegram meldt:
Gisteren is de troepenmacht van
Segli naar de Pedir-vlakte terug-
keerend beschoten uit de kampong
Bambi. De troep wendde zich omen
viel den vijand aan, aan wiens zijde
negen dooden vielen. Wij hadden één
doode en één gewonde, heiden he
neden den rang van officier.
De zaak-Hoogerlmis.
Het Kamerlid mr. Troelstra is be
gonnen een onderzoek in te stellen
in de bekende zaak der gebrooders
Hoogerhuis te Beetgum (Fr.), die,
naar sommigen beweren, onschuldig
zouden zyn veroordeeld wegens in
braak te Britsum (Fr.) op 5 Decem
ber 1895.
In 't jongste nummer van 't Frie-
sciie Volksblad verklaren J. S. Sin-
nema, II. A. dc Jong en E. Ringia,
zonder eenig voorbehoud, dat niet de
drie gebr. Hoogerhuis,1 maar A. Dyk-
stra, P. van Dijk en S. Alberda de
daders zyn. In de brieven, die de
moeder der Hoogerhuisen van hare
zoons uit de gevangenis ontvangt,
houden zij steeds pertinent hunne on
schuld vol.
Uit Amsterdam.
Onder den rook van 's rijks hoofd
stad, in de kleine, landelijke gemeente
Watergraafsmeer, ligt rechts van den
z.g. Midden- of Diemerweg een uit
gestrekt landgoed, dat den naam
„Frankendaal" draagt; 'n naam die
lang niet elke Amsterdammer zal
kennenwanneer ge hem echter
spreekt van „Linnaeus" of „Tuin
bouwschool Amsterdam", zal hij U
dadelijk weten te zeggen, dat deze
in „De Meer" te vinden is. „De Meer"
is voor den Amsterdammer, wat „de
Hout" voor den Haarlemmer en
„'t Bosch" roor den Hagenaar is, d.i.
de plaats waar hy z'n Zondagnamid-
dagwandelingetje maakt, een"waude-
ling, die „Rosendaal" of Diemerbrug
gewoonlijk tot einddoel heeft,
„De Meer" is mooi, zeggen de ken
ners en ze is mooi; links weilanden
en koeien, rechts koeien en weilanden
en een laan, een lange, lange laan,
die een nog langere laan kruist, wes
halve deze „kruislaan" wordt genoemd
en die gij, terugkeerende, weder moet
passeeren, tenzij gij er de voorkeur
aan geeft bngs een smallen weg in
de barre zon met een uitzicht op niets
dau^ weilanden en koeien naar de
hoofdstad terug te keerenlangs den
middenweg vindt ge dan ten minste
nog wat schaduw.
Op de „tuinbouwschool Amster
dam" of beter op het landgoed, dat
vroeger zoo heette, wordt door twee
derzake zeer kundigen, geassisteerd
door met het vak bekende werklie
den, aan jongelieden onderricht ge
geven in het tuinbouwvak en het is
aan te nemen, dat er onder onze
lezers zullen zijn, die door hun beroep
als anderszins in deze onderneming be
lang zullen stellen in; de „bloemenstad"
of m hare omstreken zal zeker menig
kweeker te vinden zyn die van nabij
met „Linnaeus" of zijn bekwame*
directeur bekend is of zelf er zijne
opleiding zal hebben genoten en het zal
hem zeker belang inboezemen omtrent
het incident, dat daar thans is voor
gevallen eenige bijzonderheden te
vernemen, terwyl het bovendien noo
dig is, dat eene brutaliteit, als thans
door 'n oud-leerling gepleegd is
gesignaleerd worde, al zou het al
leen maar zijn om hen, die hun kin
deren of pupillen in het tuinbouwvak
willen doen opleiden, niet afkeerig
te maken van het inderdaad vracht-
bare systeem van onderricht, dat
men daar volgt.
De eindexamens waren afgeloopen
en aan hen, die doorslaande proeven
van bekwaamheid hadden afgelegd
werd hot einddiploma uitgereikt, een
diploma, dat een grooten steun is
voor den jongeman, die na volbrach
ten leertyd eene positie in het tuin
bouwvak wil innemen, hetzy als tuin
architect, als kweeker of in de Indi
sche culturesmenig kweeker, me
nige Indische onderneming eischt bet
diploma, waarin de tegenwoordige
directeur van „Linnaeus" verklaart,
dat de houder in zijn vak bekwaam
is en zy aanvaarden die verklaring,
omdat zij weten, dat die directeur
een der meest bekende tuinbouw-
specialiteiteu is, wiens naam in des
kundige kringen een zeer goeden
klank heeft en wiens adviezen door
honderden in het vak als orakelen
worden beschouwd.
Wie is de kweeker, die niet weet,
wien ik hiermede op 't oog heb
Welke deskundige kent niet den
man, die op onze stedclyke kweekery
den toekomstigen collega's theoretisch
onderwijst, bygestaan voor het prac-
tische gedeelte door den directeur
van dc afdeeling gemeentelijke plant
soenen
Welk lid van de „Maatsehappy
voor Tuinbouw en Plantkunde" heeft
hem niet wel eens op heldere, dui
delijke wijze alle mogelijke onder
werpen op land- en tuinbouwgebied
hooien behandelen in éen der 450
spreekbeurten, die hy voor deze
Maatschappij vervulde?
Wie kent niet den bekenden kwee
ker, die 36 jaren lang te Noordwyk
gevestigd was?
Onder de leerlingen, die na hot
examen de school verlieten, was er
één, die de lessen slecht volgde, bij
onderwijzers en mede-leerliugcn om
verschillende, hier niets ter zake
doende redenen niet „getapt" was en
dan ook zonder diploma naar huis
toog. Hy was in een stemming, die
zeer begrypelijk is en die het dus
overbodig is te beschrijven; inplaatsl
van echter als vlijtig leerling voor het
volgend examen wat barder te gaan
werken schreef het 22-jarig jóng-
mensch een ingezonden stuk, of beter
een in te zenden stukEen stuk me
neer, dat lang niet malscli was en dat
eindigde met terecht te komen in oen
hier verschijnend volksblad, waarvan
de meeste lezers niet geacht kunnen
worden er bizonder veel belang in te
stellen. Of het stuk, waarin een af
gewezen leerling het onderwijs be
spot, dat hij niet vermocht te volgen,
soms eerst by andere rcdactieën is
geweest is een open vraag, waarop
ik het antwoord slechts in gedachte
geef en zeker niet zal neerschreven.
Het vermakelijke van het geval is
echter, dat het broekje, in zijn woede
en wanhoop over het gemis van liet
gewenschte diploma, waarvoor hy pl.in.
1 jaar bij een particulier kweeker
doorbracht en daarna den tweejari
gen cursus der tuinbouwschool volgde,
zich verdienstelijk tracht te maken
als adviseur van ouders en voogden,
die linnne telgen of de aan hunne
zorgen toevertrouwde jongelieden
naar „Linnaeus" denken te zenden.
Hy raadt hun dezen stap af omdat hij
wegens onvoldoende vorderingen werd
afgewezen, maar. myn jongen, er zijn
er toch zoovelen geslaagd en het
einddiploma van „Linnaeus" is heusch
een papiertje, dat je te pas kan ko
men
En de directeuren, die getracht
hebben je nog eenige wijsheid „in te
pompen" moet je, nu je jeugdige
hersentjes voor die behandeling niet
vatbaar bleken, niet gaan uitschelden.
Je ex-collega's, die wel geslaagd
zyn, hebben in ingezonden stukken
hot technische gedeelte van je beschul
digingen reeds weerlegdvan die
moeite werd ik dus ontheven. Aan
vaard dan nu vau my den goeden en
welgemeenden raad, dat je nooit den
vos moet navolgen, die de druiven te
zuur vond en erlang de verzekering,
dat de leermeesters, die je hebt be
spot, van oordeel zyn, dat men door
eene equipage nooit wordt omverge
reden; van welk voertuig men dit wel
te wachten heeft, zult ge ook wel
weten
B.
Een luchtreis.
De luchtreiziger Léon Mary steeg
Zondagmiddag trots den nevigen
regen, welke den gebeelen dag aan
hield en onder een flinke bui ten aan-
schouwe van een groote menigte met
den ballon „Majmole" op van een
terrein naast den Dierentuin te 's Gra-
venliage. Zijn zoontje maakte de reis
mede. Het luchtschip dreef naar zee,
waarvan do reizigers slechts enkele
meters verwijderd waren, toen een
regenwolk, die den ballon al spoedig
aan het oog onttrok, den aeronaut
terug dreef naar de richting van Was
senaar. Op 10 miuuten afstands van
deze gemeente, kwamen de luchtrei
zigers kort na de opstijging behou
den neer op een weilandbehoorende
tot domeingoederen van H. K. H. de
prinses van Wied.
Oogstverwachtingen.
De verwachtingen van den oogst
in de provincie Noord-Holland zijn
dit jaar bijzonder gunstig te noemen;
verreweg de meesto ingekomen be
richten ademen een zeer tevreden
geest.
Vooral wordt alom zoowel de quali-
teitals de quantiteit van het hoot, dat
hij droog weder is binnen gekomen,
geprezen. De afwisselende regen en
wind in liet voorjaar hebben niet al
leen gunstig gewerkt op de hooilau-
den, maai- ook in de weilanden wordt
door het vee een overvloedig voedsel
gevonden.
Omtrent de aardappelen kwamen
ook van schier alle zijden de beste
berichten in, zoowel wat de vroegere
soorten als wat de late betreft Van
de gevreesde ziekte bleef men dit jaar
geheel verschoond.
De granen beloven in de meeste
gemeenten een goeden oogst daar zy
den noodigen regen en dé noodige
warmte hebben gehad om zich goed
te kannen ontwikkelen. Door stor
men hebben deze gewassen echter
hier en daar nogal tc lijden gehad.
Minder gunstig, luidden de berich
ten omtrent erwten en karweieaad.
Op zeer vele plaatsen zal de opbrengst
daarvan benedenhet. middelmatige
blijven, daar die gewassen tijdens den
bloei zeer veel van de rupsen te lijden
hadden. Ook het mosterdzaad zai
in verscheidene gemeenten door de
zelfde oorzaak een minder ruim be
schot opleveren.
De vruchtenoogsi zal over het al
gemeen schraler zijn dan het zich in
den aanvang van den zomer door
buitengewonen bloei deed aanzien. Op
sommige plaatsen wordt intusschen
een goede opbrengst te gemoet ge
zien.
Dc oogst der bolgewassen, cn voor
namelijk die der hyacinten en tulpen,
laat te wenschen over, en wordt door
de gemeentebesturen slechts als zeer
middelmatig beschouwd. Van slechte
ééne der gemeenten, waarin de voor
de provincie Noord-Holland zoo ba-
langrijke bollenteelt voornamelijk aan
getroffen wordt, kwam dienaangaande
een meer gunstig bericht.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat
in den laatsten tijd sterk naar regen
wordt verlangd. Willen de bovenge
schetste goede verwachtingen, ook
wat de latere gewassen betreft, tot
verwezenlijking komen, dan zal overal,
maar vooral in de liooger gelegen
landen en in de duinstreek, regenval
noodzakelijk zijn. (St.-Ct.)
Op den grond gevaren.
Uit Hellevoetsluis wordt gemeld,
dat gisteren op den Ooster aan den
grond is gevaren de Engelsche drie-
mastechoener Helena Anna, van Par
naar Dordrecht, beladen met China-
klei. Zondagnacht is het scliip te
Brouwershaven op de reede gebracht
door de Brouwershavensche Berging
maatschappij met behulp van de sleep
boot Botterdam. Drie reddingbooten
waren ook aanwezig om zoo noodig
hulp te verleenen. Het schip is diciü
FiEIU HL LE TON.
door G. ELSTER.
I
Jeanne ging naar de kamer harer moeder, waar zy
)k haar vader dacht aan te treffen. Maar deze had
it huis verlatenniemand wist waarheen hy gegaan
as. Na verloop van een uur keerde hij terug. De
leeuw in zyn baard en haar, die ook styf bevroren
pren, zijn natte kleerenen laarzen bewezen voldoende,
lt hy een verren weg moest hebben afgelegd. Op zijn
ilaat zetelde een diepe ernst; zijn geheele wezen
onde een groote onrast, die hij tevergeefs trachtte te
pergen.
„Waar bent u geweest, vader?" vroeg Jeanne in
oote spanning. „Ginds in het bosch
,Ja, mijn kind."
,Hebt u de onzen gezien?" 9
■Stel je gerust, Jeanne, en ook jy, Henriette, wind
niet te zeer op. De soldaten, die wy gezien hebben,
waren maar afzonderlijke patrouilles. De hoofdmacht
van generaal Cremer is nog ver verwijderd. In de eer
ste Jngen zal het hier in elk geval nog niet tot een
botsing komen."
Hij zeide dat alles op heftigen toon. Jeanne zag het
aan hem, dat hij niet de volle waarheid zei om haar
ou haar moeder geen angst aan te jagen. Zij wilde
zich met verdere vragen tot hem wenden, toen een
bediende binnentrad en meldde, dat liet souper opge
diend was.
De heer De Parmentier bood zyn vrouw den arm en
voerde haar in de eetzaal. Jeanne volgde met gebogen
hoofd en kloppend hart. Onder het eten kon zy geen
verdere vragen doende rentmeester en diens secre
taris, de huishoudster en de gezelschapsjuffrouw harer
moeder namen aan het souper deel, en in tegenwoor
digheid van dezen allen mocht Jeanne niet over haar
vrees spreken.
Tegen het einde van het souper, dat tamelijk stil
voorbij ging, verzocht de heer Parmentier de aanwe
zigen om hem eenige oogenblikken gehoor te ver
leenen. Ook de beide bedienden en de keukenmeid liet
hy komen.
„Ik wilde er u opmerkzaam op maken," zeide hij op
ernstigen toon, „dat misschien reeds in de eerste dagen
in of bij Chatillon gevechten zullen plaats grijpen tus-
schen Duitschers en ons Zuiderleger, waarvan reeds
afzonderlijke benden zich in onze nabijheid hebben
laten zien. Ik waarschuw u om geen onvoorzichtigheid
te begaan, doordat gij misschien denkt, dat gjj de on
zen in de hand moet werken. Ik weet, dat m Chatil
lon eenige onvoorzichtigen zich hebben laten vinden om
tegen de Duitschers samen te zweren. De vreedzame
burger moet zich niet onnoodig in een oorlog mengen.
Wie zich krachtig en bekwaam genoeg gevoelt om zyn
vaderland te verdedigen, zyn plaats is in het leger.
Indien de vreedzame burger een stillen stryd wil begin
nen tegen het leger van den vyand, dan zouden do jam
meren van den oorlog niet te overzien zyn. Weest dus
voorzichtig en verstandig, geeft de Duitschers niet het
recht wraak op u uit te oefenen, zooals velen onzer
landgouooten hebben gedaan, die den vijand uit een
hinderlaag meenden te mogen bestrijden. Wat er ook
gebouren moge, houdt u rustig thuis. Komt het hier
tot een stryd, dan ondersteunen wy het best onze broe
ders, door de zieken en gewonden te verplegen. Zoo
zullen wy onze plicht tegeuover het vaderland ver
vullen. En gaat nu aan uw werk. U, meneer," zeide
hy tot den rentmeester, „zorg er voor, dat niemand
van do knechts en de arbeiders naar de stad gaat."
In de huiskamer teruggekeerd, sloeg Jeanne de ar
men om baars vaders hals.
„Zeg my alles, vader," vroeg zy zacht. „U weet
meer, dan u ons vertelt."
„Ik weet alleen, Jeanne, dat wy een moeielyken tjjd
tegemoet gaan," zeide hji op een toon vol vriendelijke
ernst. „Jelui moet mij hedenavond verontschuldigen,
als ik my terugtrek in mijn kamer. Ik heb nog eenige
brieven te schryven en wat te werken. Jy en mama
moeten vroeg naar bod gaanwie weet wat de komen
de dagen brengen en of wy dan wel tyd vinden om te
rusten."
Hy koste Jeanne teeder op het voorhoofd, knikte
zyn vrouw vriendelijk toe en verwijderde zich. Ook de
dames trokken zich spoedig terug in haar kamer.
Jeanne beproefde te slapen.
Zoo lag zy dan wakend, met wijdgeopende oogon
op haar legerstede en staarde in de duisternis, met
bonzend hart luisterend naar de stilte van den nacht.
Op den duur werden die duisternis cn die stilte haar
ouverdragelyk. Zij stond op, stak licht aan en hulde
zich in een warmen mantel. Toen trad zy naar het
venster en keek in den nacht uit. Zy kon evenwel
niets zien; als een donkeren zwarten muur stond die
duisternis voor haar oogen.
Eensklaps zag zy in de duisternis een snel verdwij
nende, lichtende vonk. Daar bemerkte zy plotseling een
patrouille Duitsche soldaten. Tusschen de beide voorsten
liep een boer, waarschynlyk een gevangen spion. Slechts
een oogenblik zag zij de troep toen was alles in de
duisternis verdwenen. Tegelijk hoorde zy een zeer zwak
ken knal.
Jeanne beefde. Zij kende reeds bij ondervinding dit
bliksemsnelle licht, dien scherpen, korten knaL Er was
een schot gevallen in het woud daar ginds. Vlug open
de zy het venstor. Weer bliksemde er een licht nog
weer en nog weer eu toen hoorde men, kort op
elkaar, geweerschoten knallen. Verder vernam men een
rumoer als van vele stemmen, een lang gerekt gedrenn,
alsof groote massa's werden voortbewogen. Een zacht
gekletter, een dof stampen op den besneeuwden grond....
daarna hoorde men duidelyk Fransche commando's.
Steeds opnieuw knetterde het geweervuur, zag men de
korte vonken schitteren, en luider en luider werd het
rumoer van een gevecht, dat langzamerhand zich ont
wikkelde.