k wesde Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
•t FEUILLETON.
In het Krijgsgewoel.
i5e Jaargang.
Vrijdag 13 Augustus 1397,
No 4330
HAARLEM'S DAGBLAD
AJBOnSOSTHaVCEilSTTSFH/ICrS:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afeonderlijke nummers- 0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
„de omstreken en franco per post0.37!/2
Van 1 5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Elrangére G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzonderingfjvan het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bluemendaal, Sandpoort en Schoten, P. v.L;d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij
Velsen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSIJmuidenTJADEN, Genoemde Agenten neme-
tol; Spaarndam, C. HARTENDORP; ZandvoortJ. ZWEMMER;
Abonnementen en Advertentiën aan.
Qflicieele Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
[aarlem,
doen te weten, dat by hunne be-
chikking van 29 Juli jd. aan P.
Soedkoop Dz., als directeur, vergun-
ing is verleend tot uitbreiding van
le inrichting werf Conrad, aan den
'paarndammerweg no. 6, door bjj-
laatsing van nieuwe gebouwen.
Haarlem, 10 Aug. 1897.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
M. O. DE KANTER.
Waarn. Burgem.
De Secretaris
J. W. van BILDERBEEK, Is.
Politiek Overzicht.
IS
Wanneer de heerscher over een
staat, een anderen heerscher aan zijn
ïof bezoekt, dan wordt hiervan meest-
tl gebruik gemaakt, dat iiooge re-
i feeringspersonen in het gêvolg dan
L1 evens een bezoek afleggen bij een
if meer ministers van den gastheer.
)ergelijke bezoeken hebben uit een
lolitiek oogpunt de meeste waarde,
imdat de internationale politiek daar-
iij in de meeste gevallen zal worden
j >esproken. Zoo heeft bij gelegenheid
?an het bezoek van keizer Wilhelm
tan den czaar de rassische minister van
raitenlandsche zaken Moerawjof, de
II tanstaande duitsehe staatssecretaris
11 van buitenlandsche zaken von Bülow,
de duitsehe gezant te Petersburg
tadolin een langdurig onderhoud ge-
iad. Wat daarbij besproken is, is
liet bekend.
Het russische blad Noiooje Wremja
levat een particulier telegram uit
Berlijn, met het bericht, dat de kei
zerlijke dronken te Peterhof, en de
feheele ontvangst van den Duitschen
seizor in Rusland, een diepen indruk
n Duitschland hebben gemaakt, en
lat do liberale bladen die ontmoeting
een heuglijke gebeurtenis noemen en
;r bijvoegen, dat Duitschland en Rus
and, hoezeer ook vasthoudend aan de
lens gesloten alliantiën, voor elkander
rattige vrienden zullen blijven.
Vorst Ferdinand van Bulgarije heeft
jeheel onverwacht een bezoek ge-
iracht aan den sultan te Konstanti-
ïopel. In verband met het verrassende
Tan dit bezoek in dezen tijd van
panning in zuid-oost Europa trekt
iet zeer de aandacht.
Een bericht uit Konstantinopel
aat het voorkomen, alsof de Sultan
:elf vorst Ferdinand van Bulgarije
gevraagd had, over te komen. De
forst is te Konstantinopel met veel
rertoon van hartelijkheid ontvangen:
le Sultan sprak een uur lang met
lem in tegenwoordigheid van den Bu'i-
faarschen diplomatieken agent, Mar-
ioff, terwijl in een ander vertrek van
iet paleis de grootvizier zich onder-
ïield met Stojilof.
dt
De correspondent van de Frank
furter meldt, dat de Sultan den vorst
herhaaldelijk zyn tevredenheid betuigd
heeft over diens correcte houding
tijdens den oorlog. Maandag
avond woonde Ferdinand een tooneel-
voorstelling in Jildiz-Kiosk hijmet
Stojilof mocht hij in de loge van den
Saltan plaats nemen. In den loop
van den avond overhandigde de Sul
tan den vorst, die zijn uniform
van adjudant-generaal van den Sul
tan droeg, een kostbaar horloge en
„een uit de edelste briljanten bestaan-
den ketting van onschatbare waarde."
De gezanten hebben tot beden nog
geen notitie genomen van het bezoek.
De bladen der Yereenigde Staten
laten zich zeer afkeurend uit over
den minister van buitenlandsche zaken
Shermar, en wel naar aanleiding van
onvoorzichtige uitlatingen, waarin hij
zich heeft schuldig gemaakt, nu weer
o. a. na den moord op den spaansehen
minister Canovas. De Post gaat zelfs
zoover van te beweren, dat de minis
ter kindseh wordt.
De heer Sherman heeft zich tegen
over een journalist die hejn kwam
interviewen over de gevolgen van den
dood van Canovas, zeer ongepast uit
gelaten over Spanje. Hy zeide o.a.
„Spanje is een stijfhoofdig land. Zijn
geld is 'op, zijn hulpbronnen zyn uit
geput, maar toch wil het Cuba hou
den. Hoe het dat onder deze omstan
digheden kan doen, zie ik niet in,
maar het wil niettemin op geen enkel
punt toegeven".
Deze uitingen zijn den Amerikaan-
schen minister van buitenlandsche za
ken hoogst kwalijk genomen. Hij heeft
den volgenden dag wel verklaard, de
bewuste woorden niet te hebben ge
sproken en zelf niet geïnterviewd
te zijn, maar de N.- 7. Herald houdt
pertinent vol dat de heer Sherman
het bovenstaande heeft gezegd.
Het zijn deze omstandigheden die
der Post de volgende opmerking in
de pen hebben gegeven.
„De regeering der Vereenigde Sta
ten wordt heden zwaar getroffen
doordat een van haar meest belang
rijke ambten wordt vervuld dooreen
man, die snel kindseh wordt. Het feit
kan niet langer verborgen worden
gebonden, dat John Shermau, minis
ter van buitenlaudsche zaken zoo
ernstig lydt aan de zwakheden van
den ouderdom, dat hij geheel en al
ongeschikt is om zulk een ambt te
vervullen. Alle pogingen van familie
of vrienden om dit feit verborgen
te houden, leiden tot niets, daar
de minister zelf eiken dag bewijzen
levert dat hij aftandscli wordt."
En zelfs een vriend van den heer
Sherman heeft verklaard, dat hij tot
zyn spijt heeft opgemerkt dat uit zijn
jongste uitlatingen niet meer zijn in-
tellectueele kracht van vroeger dagen
spreekt.
STADSNIEUWS.
eerste en. derde pagina.
Haarlem,[12 Ang. 1897,
Voor het akte-examen fransche
taal (1. o.) zyn Woensdag te 's Gra-
venhage geslaagd mej. M. P. Duval
en de heeren A. F. L. Blad, W. J.
van Es, en J. Roodnat, allen alhier.
Bij kon. besluit zijn benoemd bij
de dd. schutterij hier ter stede tot
2e luit. de heeren M. Lugt, P. Lugt,
A. S. de Kanter ,en A. F. Kremcr.
Bij den winkelier G., aan de Ha-
gestraat alhier, is Woensdagnamid
dag, uit de ongesloten toonbanklade
ontvreemd eene portemonnaie inhou
dende ongeveer 5 gulden en eemg
kleingeld uit een bakje.
BINNENLAND.
Hofbericht.
H.H. M.M. de Koninginnen zullen
vermoedelyk op 19 Aug. een gedeelte
der wedrennen op Clingendaal by-
anen.
Uit de „Staats-Courant".
Kon. besluiten.
De heer J. L. E. Belm erkend en
toegelaten als consul van Frankrijk
te Batavia voor Java, Sumatra Bor
neo en Celebes.
Aan den heer F. Ph.Höpcke, consul
van Perzië te Rotterdam, vergunning
verleend tot het aannemen der versier
selen van commandeur der orde van
den Leeuw en de Zon, hem door Zyne
Majesteit den Shah van Perzië ge
schonken.
Aan H. H. E. baron v. Voorst
tot Voorst, op zyn daartoe gedaan
verzoek eervol ontslag verleend als
lid van het college van regenten
over de gevangenissen te 's Graven-
hage, onder dankbetuiging voor de
in die betrekking bewezen diensten,
en is benoemd tot lid van het college
van regenten over de gevangenissen
te 's Gravenhage, mr. J. G. S. Bevers,
advocaat en procureur bij den Hoogen
Raad der Nederlanden en wethouder
der gemeente 's Gravenhage.
Aan mr. F. W. van Riemsdijk, op
zyn daartoe gedaan verzoek, eervol
ontslag verleend als lid van het col
lege van regenten over het huis van
bewaring te Schiedam, onder dank
betuiging voor de in die betrekking
bewezen diensten, en is benoemd tot
lid van gemeld college van regenten
mr. A. J. Blok, ambtenaar van het
O. M. bij het kantongerecht te
Schiedam.
Als blijk van goedkeuring en te
vredenheid, de zilveren eerepenning
voor menschlievend hulpbetoon en
een loffelijk getuigschrift toegekend
aan Kryna Vermaas, dienstbode te
Rotterdam, wegens de met gevaar
voor eigen leven gepaard gaande red
ding van een aan hare zorgen toe
vertrouwd kind uit de rivier de Maas
aldaar, op 6 Juni j.l.; en de bronzen
eerepenning voor menschlievend hulp
betoon en een loffelijk getuigschrift
aan: H. J. Boldingh, luitenant ter
zee der 2de klasse, wegens de met
gevaar voor eigen leven verrichte
redding, op 21 Juli 1897, van een
matroos, die buiten boord van Harer
Majesteits „Sperwer", voor de Hors
ten anker gelegen, gevallen was; J.
A. Nieuwenhuis, hoofdbrandmeester,
J. E. Johannessen en G. van den
Broek, brandwachts te Amsterdam,
wegens met gevaar voor eigen leven
volbrachte redding van een meisje
uit een brandend huis in de Linden-
straat aldaar, inden nacht van 6 op
7 Juni 1897; M. Schippers, hoofd
brandwacht te Amsterdam, wegens
de met levensgevaar verrichte redding
van een kind uit een brandend huis
in de Joden Houttuinen aldaar, in
den nacht van 14 op 15 Juni jl.;
Th. J. van Huystee, te Arasterd.,
wegens de met levensgevaar ver
richte redding van een kind, dat op
6 Juni jl. in de Lauriergracht aldaar
te water was geraakt; C. G. Baert,
apotheker te Vlissingen, wegens de
met gevaar voor eigen leven verrichte
redding van een knaap uit het water
aan de Koopmanshaven aldaar, op
16 Juni 1897E. S. Diamant, make
laar te Amsterdam, wegens de met
levensgevaar verrichte redding van
een knaap uit den Binnen-Amstel,
op 29 Juni jl.; Th. van der Sanden,
schoenmakersknecht te Waalwijk, we
gens de met levensgevaar voor eigen
leven verrichte redding van een dren
keling uit een vijver aldaar, op 23 Juni
jl.; J. Hangjas, te Haarlem, wegens
het met levensgevaar redden van ver
schillende personen, laatstelijk van
twee vrouwen uit het ys, op 12 Janu
ari 1897.
De kapitein ter zee A. G. Ellis,
eervol ontheven van de betrekking
van chef der afdeeliug Personeel bij
bet Departement van Marine en de
waarneming dier betrekking alsdan
tijdelijk; opgedragen aan denluitenant
t/z. der 1ste klasse J. B. Snethlage.
Naar het Vaderland uit goede bron
verneemt, zijn door het ministerie van
justitie aan de Amsterdamsche recht
bank en het gerechtshof aldaar opge
vraagd alle stukken betrekkelijk
't bekende geding van doctor Wall-
burgh Smidt, die den in de gevange
nis door hem verpleegden Cohon, be
nevens de heeren Domola Nieuwen
huis en Hermans voor den rechter
daagde wegens laster en smaad en
benadeeling in goeden naam.
Een opstootje in de ge
vangenis.
Maandagavond werd aan het col
lege van regenten over de strafge
vangenis te Amsterdam telephoniseh
bericht gezonden, dat er een opstootje
in de gevangenis was losgebroken, met
verzoek om dadel yk over te komen.
Aan het verzoek werd voldaan dooi
de heeren Westerwoudt, pres.; Boe-
laerdt, Royaards en Daniels, secr.;
terwijl ook de fungeerende directeur
vau politie zich bij hen vervoegde.
Bij aankomst in de gevangenis bleek
dat ontevredenheid was ontstaan over
het eten. De pot schafte dien dag
boonen, en nu beweerden de logeer
gasten dat de boonen zuur waren,
zoodat zy niet verkozen te eten. Een
helsch lawaai was daarvan het ge
volg. Met bankjes werd tegen de
deur geslagen, zoodat de directeur
eindelijk genoodzaakt is geweest an
der eten aan de s-evangenen te ver
schaffen.
Toen de commissie alzoo aankwam
was alles weer rustig, maar men
denkt, dat het zich spoedig zal her
halen, zoodra de boonen weer worden
voorgezet. Intusschen is gebleken,
dat de qualiteit niets te wenschen
overlaat.
Eene betooging.
Een troepje, zich uitgevende voor
anarchisten, allen Hollanders, sterk
ongeveer vijftien man, hield Dinsdag
avond tegen middernacht eene betoo
ging voor de woning van den juist
Dinsdag teruggekeerden Spaansehen
gezant by ons hof, den heer Dé Ba-
guer, aan den Kneuterdijk.
Herhaalde malen klonk de kreet
,leve de anarchie!"
Door een agent der nachtpolitie
werden de betoogers naar het com
missariaat aan de Groenmarkt geleid,
waar zij hunne namen opgaven.
Zij beweerden wel te hebben hoo-
ren schreeuwen: „leve de anarchie!"
maar niet te weten wie het uitriep.
De oudste van deD troep was 59,
de jongste 23 jaar.
Eene gevaarlijke lading.
Aan boord van de Juno te Rot
terdam voor de stad op stroom lig
gend heeft een niet al ledaagsch voor
val plaats. Het ijzererts, hetwelk het
schip als lading inhoudt, is zoodanig
aan het broeien geraakt, dat de zwavel
welke zich in het erts bevindt niet
alleen gesmolten, maar zelfs brandende
is. Het ergste van het geval is, dat
van uit het schip tengevolge hiervan
dampen opstijgen welke den verren
omtrek verpesten en het den werk
lieden met het lossen van het erts
belast, bijna onmogelijk maken te
werken. Met een hoeveelheid, welke
anders in een uur tijds gelost wordt,
komt men thans in een halven dag
niet gereed. De bemanning logeert
des nachts in het zeemansïïuis, daar
het verblijf aan boord gevaarlijk is.
Het schip zelf is ook niet geheel
buiten gevaar en toezicht van de zijde
der havenpolitie is reeds gevraagd.
Wellicht zal men er ten laatste toe
moeten overgaan de lading onder wa
ter te zetten.
Valseli geld.
Te Bergen-op-Zoom is Dinsdag een
als dame gekleede Antwerpsché
vrouw in hechtenis genomen, die bij
verschillende winkeliers kleine in-
koopen deed en overal een valschen'
rijksdaalder in betaling gaf, waarvan
zy dan het teruggegeven geld opstreek.
Vóór haar vertrek maakte zij ineen
koffiehuis nog een kleine vertering
en gaf weder een valschen ryksdaal-
der in betaling. De waardin bemerkte
echter dat het geld valsch was, en
riep de hulp in der politie, die nog
21 valsche rijksdaalders bij do vrouw
vond. Woensdag is zy naar Breda
overgebracht
Voor een goede betrekking.
Eenige dagen geleden bevatte een
Hollandsch blad eene advertentie,
waarin voor een groote fabriek te
Parys kantoorpersoneel werd gevraagd
zeer goed kunnende lezen en schrij
ven, tegen 250 francs per maand.
Deze annonce was geplaatst door
een Parij zenaar, H. Clemens, zich
echter noemende Q. de Para van, wo
nende aan de Dunnebiorkade te 's-Gra-
venhage.
Aangelokt door het salaris deden
zich duizenden gegadigden voor en
regende het brieven aan het adres
van monsieur de Paravan.
De Haagsche politie vertrouwde
het zaakje^ niet en hield een oogje
in het zeil, wat, zooals later bleek,
wel noodig was. Genoemd heerschap
werd nl. Dinsdag in zijne woning
overvallen, juist toen hij bezig was
de ontelbare brieven te beantwoor
den.
Voor het verkrijgen van een be
trekking vroeg hij toezending van
f 5, die de afzenders vermoedelyk
kwyt zouden zijn zonder de begeerde
betrekking te 'hebben bekomen. De
politie zette den man, die zulke aon op
lichting grenzende bestaansmiddelen
zocht, als" vreemdeling over de gren
zen.
Tot de administratie van de poste
rijen is het verzoek gericht om wan
neer er reeds postbewyzen aan het
adres van deu Paryzcnaar in omloop
zijn, deze terugr te sturen aan de af
zenders.
Koloniën.
Atjeb.
Aan het verslag omtrent de voor
naamste gebeurtenissen in het gouver
nement Atjeli en onderhoorigheden,
loopende van 20 Juni tot en met 2
Juli 1897, wordt het volgende ont
leend
Groot-Atjeh. Met het doorkruisen
van Lepong door onze troepen werd
geregeld voortgegaan, van vijandelijke
benden werd iiiets bespeurd. Ook het
dal van Lam Tih werd meermalen
bezocht, maar ook daar werd geen
vyand aangetroffen, alhoewel enkele
malen berichten bin oen kwamen, dat
zicli daar eenige lieden zouden heb
ben vertoond.
De rust keert in dit district lang
zamerhand terug, sawahs worden
weer bewerkt en huizen opgericht.
Aan de mannelykc bevolking wor
den kampongpassen uitgereikt.
Van Poeloe Bras kwam bericht,
dat zich te Olch Paia op dat eiland
eenige lieden uit de VI Moekims
heboen vertoond, die liet den bewoners
daar lastig willen maken. T. Nek en
T. Radja Hitarn, ter zake gehoord,
verklaren het oversteken dier lieden
ontbloot van elke politieke beteoke-
I nis, maar te zijn geschied omdat een
<e
n
door G. ELSTER.
SO)
Weer rolde dreigend de verre donder van het geschut
door de lucht.
Dicht in de nabijheid hoorde men een schetterend
hoornsignaal. „Men blaast alarm I" riep Victor. Vaar
wel, Jeanne, en nogmaals dank, duizendmaal dank."
Hij wilde heensnellen. Zy strekte beide handen naar
hem uit.
„Vaarwel, neef Victor
Hy greep haar handen, zag haar een oogenblik in
Dhet gelaat; toen trok hy haar aan zyn borst en zy duld
de, dat hij haar een kus gaf.
„Dank je duizendmaal dankfluisterde liy nog
inmaaJ en ijlde toen weg.
Met moeite ademhalend stond Jeanne daar.
Een weemoedig-bly gevoel doorstroomde haar hart.
Zy wist, dat zy Victor nooit kon liefhebben met dat
gevoel, dat hij verlangde, bet deed haar zeer leed, dat
1 ze hem die liefde moest onthouden, maar toch ook
deed het haar aangenaam aan, dat hij een overwinning
had behaald op zich zelf, en dat zij het was, die deze
zegepraal in zijn hart had bevochten.
Wie was nu van hen de gelukkigste?
Hij mocht zyn kracht, zijn bloed, zyn leven wijden
aan een heilige zaak, bij kon strijden en overwinnen
of sterven" En als hy stierf, dan zou nog in zijn
laatste oogenblik liet bewustzijn aan zyn trouw ver
vulden plicht, de gedachte aan een warme, innige lief
de, die, schoon ook niet beantwoord, vrij van zelfzucht
en vrij van elk onedel gevoel was, hem gelukkig maken.
En zy Zy kon niets doen voor het bedreigde
vaderland niet eens er voor stervenEn in haar
hart leefde een liefde, een vurige, onbedwingbare lief
de, die, schoon wel beantwoord, doch steeds vergeefs
zou zyn, ja, die eigenlijk een misdaad was tegen het
vaderland I
Zy kon strijden overwinnen sterven
Zy moest leven, en - zichzelf verachten, wyi zy een
vyand van haar vaderland liefhad!
Wie was nu de gelukkigste van beiden?
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
In de opperste leiding van het Duitsehe leger had
men zeer goed bemerkt, dat bet operatie-plan in het
Zuiden door het voortdringen van het leger van Bour-
baki ernstig bedreigd werd, en reeds voor eenigen tyd
had men toebereidselen gemaakt om dit gevaar te ont
gaan. Onder generaal Manteuffel werden verscheidene
legerkorpsen naar het Zuiden verlegd, die te zamen een
zoogenaamd Duitsch Zuider-leger vormden en aan den
eenen kant zouden optreden tegen de legermacht van
Bourbaki, aan den anderen kant de hand zouden rei
ken aan den in het Zuidoosten kampeorenden generaal
Werder. Het Zuidciieger was reeds sedert eenige da
gen op marsch en de voorhoede der divisie, die op Cha
tillon en Dyon aantrok, kwam juist by tijds voor de stad
om de verdreven landweercompagniën de behulpzame
hand te bieden tot een herneming" van Chatillon. Zon
der aarzeling ging men terstond" tot den aanval over.
Terwijl de kanonnen van de Noordelijke hoogten don
derend hun verderf aanbrengenden inhoud in het on
gelukkige stadje zonden, om den eigenlijken aanval
er op voor te bereiden, trok een afdeeling infanterie
het stadje om en viel de stelling van den tegenstander
aan op de zuidelijke hoogten.
Uit de vensters van het slot St. Agathe kon men het
altijd heviger ontbrandend gevecht nauwkeurig gade
slaan. Jeanne was niet te bewegen haar plaats aan een
der vensters, in een vooruitstekenden hoek, te verla
ten, van waar zij het geheele dal en Chatillon zelf
kon overzien.
Zy haalde diep adem, toen de Pruisische voetknech
ten zich vertoonden, langzamerhand hun kracht ont
wikkelende en zich dekkende achter heggen en lage
muren om de wijngaarden.
Zy kende ze reeds, deze lange, donkere gelederen,
die zich als een monsterachtige grijs-zwarte slang kron
kelden over de velden, nu eens vlugger, dan langza
mer; zij had reeds hetzelfde schouwspel gezien bij
Pfalzburg, tegenover het keizeriyk leger, waarop zy
evenals geheel Fruikryk, zoo trotsch was geweestnu
was zij nieuwsgierig te zien, of de republikeinsche
soldaten, die voor het grootste gedeelte uit vaderlands
liefde alleen naar de wapens hadden gegrepen, den
aanval der Duitschers zouden uithouden.
Maar zij zag spoedig in, dat deze soldaten voor de
Duitsehe tegenstanders nog minder stand konden hou
den dan de krygers van Napoleon, die ten minste oud
geworden waren in liet vuur en beproefd onder de wa
pens. Het scheen Jeanne toe, alsof de Duitschers zich
niet eens zooveel moeite gaven om het gevecht door
een goed onderhouden geweervuur behoorlijk voor te
bereiden. Na een kort kogelgevecht gingen zij met ge
velde bajonet in stormpas tot den aanval over en wier
pen de „Nationale Garde", de „Jagers der Vogezen,"
de „Verloren kinderen van Parys" en de „franctireurs
van Chatillon" met gemak uit de eene positie in de
andere.
Evenals Jeanne zag ook haar vader met verdriet
het zegepralend voorwaarts-dringen der Duitschers.
„Ik heo het wel gedacht," fluisterde hy zeer opge
wonden. ,,Wy hadden na Sedan vrede moeten sluiten."
Plotseling scheen Jeanne te schrikken.
Zij boog zich ver voorover, terwijl een booge blos
haar wangen bedekte.
-Geef my eens even uw verrekijker, vader," vroeg ze.
„Hier. Wat overkomt je toch, je ziet er zeer ont
roerd uit"
Een poos keek Jeanne oplettend door den kyker
naar een punt, waar een donkere massa ziek oploste in