Ned, Dagblad betoogd, naar aanlei-
i ding van een gezegde van mr. Vee-
gens in de „Vragen des Tijds", dat
1 wie waarlyk hervormingsgezind is,
in de allereerste plaats ook nu reeds,
nu de nieuwe kieswet pas is inge
voerd. voor herziening der kieswet
en uitbreiding van het kiesrecht moet
ijveren. Elke uitbreiding van het
kiesrecht doet. volgens het Ned. Dag-
Madhet gehalte der gekozenen dalen,
en hoe kan de heer Veegens nu schrij
ven. vraagt het, dat door uitbreiding
van het "kiesrecht „vooruitgang" te
krijgen is? Het algemeen kiesrecht,
zet het blad uiteen, past alleen in
het systeem der volkssouvereinitcit,
dat wij niet hebben aanvaard, en
steunt geheel op een valsch begrip
van gelijkheid. Bovendien eischt de
grondwet van de kiezers kenteekenen
van welvaart en geschiktheid, kenne
lijk met het doel om het algemeen
kiesrecht te verbieden. Doch de vraag
is, wat als deze kenteekenen van wel
vaart enz. is aan te merken.
„Kan de heer Veogens eindelijk
het raadsel van de spliinks oplossen?
vraagt het Ned. Dagblad; kan hy
ons eindelijk eens ernstige, \oor de
hand liggende, kenteekenen noemen,
die er niet bij dc baron zijn bijge
sleept, omdat de Grondwet nu een
maal wil, dat er kenteekenen zyn
zullen, dan zal iedereen hem dankbaar
wezen, maar hij vergete toch niet,
dat een kiesstelsel, dat nog geen
„allcmanskiesrechl" geeft, zeer goed
toch „algemeen" kiesrecht zijn kan
en dat algemeen kiesrecht absoluut
door de Grondwet is verboden. Aan
den eenen kant te roepen om uitbrei
ding van het kiesrecht tot de uiterste
grens, die de Grondwet voorschrijft
en aan den anderen kant toch te ijve
ren voor een stelsel, dat die grens
verre overschrijdt, is geen goede po
litiek.
Verder zet het „Ned. Dagblad"
uiteen, dat de strijd over het kies
recht ons bovendien waarlyk reeds
leed genoeg berokkend heeft. Lang
genoeg heeft die ongelukkige kies-
reehtstryd ons belet zooveel andere,
veel meer noodzakelijke, hervormin
gen tot stand te brengen. Wie dus
nu zyn laud en den vooruitgang
waarlijk liefheeft, zegt het blad. moet
niet weer een kwestie oprakelen, die
juist gedurende de laatste jaren, meer
dan eenige andere, den vooruit
gang heett tegen gehouden. Vast
houdendheid aan beginselen is eer
biedwaardig, maar een man van ka
rakter moet zijn neerlaag weten te
aanvaarden. Over 25 a 30 jaar zullen
wij nader zien. Misschien gaan wy
dan zelf voor kiesrecht-uitbreiding
ijveren, en veor grondwetsherziening
•er bij, als die voor kiesrecht-uitbrei
ding noodig is, maar inmiddels zullen
wy elke poging om die ongelukkige
kiesrechtkwestie weer op den voor
grond te schuiven met alle kracht
bestrijden.
3=
Minister-Ka merlid.
Aan een artikel^ van N.(olens) in
het Venloonche Weekblad over deze
quaestie ontleenen wij het navolgende
„Het is het eigenaardige van een
constitutioneelen regeeringsvorm, dat
er samenwerking noodig is tussehen
de Regeering in strikten zin, den
Koning en zijn Ministers als zijn die
naren eenerzijds en de Volksver
tegenwoordiging anderzijds.
„Nu kan, waar dergelijke samen
werking is, de kracht, de invloed
van de eene zijde grooter en sterker
zyn dan die van de andere zyde
streng genomen ook even groot
„Vooral by conflicten tussehen de
twee machten, wier samenwerking
noodig is, zal dit uitkomen.
„Berust het overwicht bij het par
lement, dan spreekt men van parle
mentarisme in den constitutioneelen
regeeringsvorm.
„Zoo m Engeland.
„Daar wordt de wetgevende macht
feitelijk uitgeoefend door het Parle
ment. Positief werkt de Koning niet
mee. Hij heeft slechts het recht van
veto, waarvan overigens sinds 1707
geen gebruik is gemaakt. In Engeland
is geen ander dan een parlementair
kabinet denkbaar: d. i. een Ministerie,
geheel bestaande uit leden van de
Kamermeerderheid.
„In Nederland is de Koning daar
entegen centrum van het Staatsgezag.
i)e Koning verricht de laatste daad
van wetgeving: door zijne sanctie
wordt een wetsontwerp wet. Bij den
Koning berust de uitvoerende macht.
In zyn naam wordt recht gesproken
en hij verricht de hoogste daad van
rechtspraakhij verleent gratie.
„Nu kan men in theorie de voor
keur geven aan het Engelsche stelsel.
„Theoretisch heeft ook ten deze
iedere meening slechts waarde voor
zoover ze op goede gronden steunt.
„Maar uit het oog mag niet verloren
worden, dat volgens het geldende
Nederlandsehe Staatsrecht de Koning
is de hoogste drager van het Staats
gezag; de Minister zyn Diens diena
ren. De positie der Ministers in Neder
land is dan ook een geheel andere
dan die hunner ambtgenooten in En
geland.
Wy voor ons betwijfelen ten zeerste
of eene verschuiving van het gezag
uit de Kroon naar het parlement ook
door tusschenkomst van Ministers-
Kamerleden wenschelijk is."
In gelijker geest uit zich ook de
anti-rev. Nederlanderwiens artikel
daarom hier kortheidshalve niet ge
citeerd wordt.
Verdiend.
De „Hollander", het anti-revolu-
tioonaire orgaan van Den Haag, zegt
over hetgeen de Christ-historische
„Vaderlander van dr. Schaepman's
afstraffing schreef 't volgende
Deze woorden moeten maar op re
kening gesteld worden van het boos
humeur, dat de lezing van dr. Schaep-
mans afstraffing aan de redactie van
de Vaderlander hezorgde. Anders
zouden we wel willen vragenis er
oorzaak om zoo kwaadaardig boos
op den schrijver te zyn
Dc christ.-historischen hebben ge
schetterd tcöen Rome, hebben zulke
laffe en onzinnige voorstellingen over
Rome eu over dr. Scbaopman onder
de oogen der kiezers gebracht, dat
men er zich waarlyk niet over ver
bazen moet, dat dr. Schaepman zich
toch eens de moeite gunt om de be-
ginsellooze en demoraliseerende poli
tiek van de Bronsvelden, de Van
Leeuwens en de Vossen op de kaak
te stellen, en eens, kort en krachtig,
dien lieden de waarheid te zeggen.
En - men kent het spreekwoord
c'est la vêrité qui blesse.
RECHTSZAKEN.
Zakkenrollers.
Voor de rechtbank te Amsterdam
had zich Vrijdag te verantwoorden
N. J. Sieraoiis, oud 21 jaar van be
roep kellner, ter zake dat hij in den
namiddag van den oden Juni 1.1. aan
een juffrouw, die met haar 21-jarige
dochter op de Noordermarkt liep. de
beurs had gerold. De juffrouw had
het echter gemerkt. Zij draaide zich
snel om en zag juist dat de zakken
roller van schrik de beurs uit zijn
hand liet vallen. Voor hij zich uit de
voeten kon maken, ontving hij van
de dochter twee flinke slagen met
haar parapluie op liet. hoofd, zoodat
hij op den grond viel.
De jongen ontkende hardnekkig
zich aan het misdrijf'te hebben schul
dig gemaakt, maar de juffrouw en haar
dochter herkenden hem al te goed,
evenals een tweetal andere getuigen.
Het O. M., waargenomen doorjmr.
Hugenpoth tot Aerdt, wees erop dat
bekl. op heeterdaad betrapt was. Bo
vendien was het geen poging tot,
maar een voltooiing van zakkenrol
lerij. Daarom cfschte het O. M. een
gevangenisstraf van l jaar.
Mr. Levy, de pleiter van bekl..
meende dat de schuld van bekl. niet
vaststond. Alleen op liet feil dat de
bekl. was herkend, baseerde het O.
M. zyn requisitoir. PI. waarschuwde
hiertegen. De volkstypen waren over
het algemeen- dezelfde. Zag pl. den
bekl. over een paar dagen op straat,
dan zou hij niet kunnen zeggen, dat
is de man die dit of dat gedaan heeft.
Rechterlijke dwalingen waren vaak
ontstaan door onvoorzichtige herken
ning. Spr. haalde o. a. aan de zaak
van geb. Hoogerhuis in Friesland,
voor welke personen de publieke opi
nie en ook mr. Troelstra weder te
velde trekken.
Ook sprak pl. over de vaak in
zulke gevallen voorkomende autosug
gestie, en over de verschillende mee
ning der getuigen over de situatie dei-
betrokken personen.
Pl. las hierop eenige goede getui
genissen voor van vroegere patroons,
hij deed ten slotte een beklag aan
de rechtbank ten aanzien van de:
voorloopige hechtenis, waarin bekl.
had doorgebracht.
Pl. concludeerde tot vrijspraak.
Uitspraak over S dagen.
Letteren en Kunst.
Amsterdamsch Vocaal
kwartet.
Zooals wij onlangs onzen lezers
hebben medegedeeld, zijn de vier
kunstenaars van bovenstaand kwartet
reeds druk bezig met hunne studie
voor de a.s. concerten en kerk uit
voeringen in ons land.
Daar het gebleken is, dat vele mu
ziekliefhebbers de voorkeur geven aan
kerkelijke uitvoeringen en ook weer
anderen, die meer zijn op een concert
in een zaal, heeft men besloten in
sommige plaatsen van ons land (na
tuurlijk de hoofdplaatsen) 2 uitvoe
ringen te "'even nl. een in een kerk
en een in ae concertzaal.
Dat de kerkuitvoeringen overal in
gang vinden, blykt wel 't beste uit
het feit, dat enkele kerkbesturen, die
vroeger eene uitvoering in humgods-
huis niet toestonden, zich nu op aan
zoek van de concert-directie, de Al-
gemeene Muziekhandel, Stumpff
Koning, hebben bereid verklaard,
hun kerkgebouw mede af te staan.
GEMENGD NIEUWS
Prins Henri van Orleans.
Prins Henri van Orleans is te
Parijs aangekomen. De ontmoeting
van zyn getuigen met die van gene
raal Albertone zou Vrijdag plaats
hebbende generaal bevindt zich te
Turijn.
Het agentschap Havas meldt ech
ter, dat de prins onderweg nog een
telegram zou ontvangen hebben
waarin hem de tusschenkomst van
een „hoog Italiaanseh personage" zou
medegedeeld zyn, die zelf met hem
zou willen duelleeren en voor wien
generaal Albertone dan zou moeten
wyken.
Hoewel de prins zich er niet over
wil uitlaten, meent de Temps te we
ten, dat er van deze ontmoeting niets
zal komen. Het blad is door den
prins zelf gemachtigd tegen te spre
ken, dat de hertog van Aosta die
met een prinses van Orleans ge
trouwd is zich met de zaak be
moeid zou hebben.
Alcohol -misbruik.
In het Ned. Tijdschrift voor Ge
neeskunde van 21 Juli 11. komen en
kele mededeelingen voor omtrent het
gebruik van alcohol in verschillende
landen, opgehelderd door graphischc
voorstellingen. Daaruit blijkt, dat het
gebruik van alcohol in Frankrijk zeer
groot is, en de strijd daartegen begint
dan ook ernstig aangevat te worden.
De heer Legrain, die over het alco
holisme in Frankrijk een voordracht
hield, deelde mede, dat men thans
rekent, dat aldaar meer dan 4 millioen
menschen bestaan van het producec-
ren en verkoopen van alconoliea en
van wat daarby behoort en eon vierde
van de bevolking belang heeft by bet
verbruik van alcohol. Wanneer alle
alcoholische dranken medegerekend
worden, komt men tot het belangrijke
cijfer van bijna 14 liter alcohol, en
staat hiermede Frankryk boven alle
Staten van Europa. Te gelijk met de
toeneming van het alcohol-misbruik
is ook het aantal gevallen van krank
zinnigheid zelfmoord en misdaden ge
stegen.
Na Fran Kr yk is het vooral België,
waar het alcohol-gebruik toeneemt,
en vooral te Brussel is dit. liet geval.
In do meeste andere beschaafde
landen is liet afnemende; in Noor-
vegen reeds sinds het jaar 1835; in
Noord-Amerika sinds 1SG0; in Enge
land sinds 1875 en in Nederland sinds
1878.
Volgens de jongste opgav.n be
draagt het geheele Verbruik van ge
giste dranken en gedistilleerd per
hoofd en per jaar: In Frankrijk 13.81;
in Zwitserland 11; in België 10.59;
in Italië 10.22: in Denemarken 10.21;
in Duitschland 9.38; in Engeland
9.23; in Nederland 0.37; ia de Ver-
eenigde Staten 0.07, in Zweden 4.39;
in Noorwegen 3.31 cn in Canada 2.03
liter. Nederland neemt dus hierbij
niet de ongunstigste plaats in.
Minder gunstig is deze voor het
gebruik van gedistilleerd alleen. Van
5 verschillende Staten is dit in België
bijna 10, in Nederland en in Frank
rijk ongeveer 9, in de Vereenigde
Staten 6 en inNoorwegen byna 4
liter per hoofd. Hier staat dus Neder
land de tweede in de rij.
Opmerkelijk is voort* hetgeen er
over eenige inaatx-1.appel ijk'- ver
schijnselen te Brussel eu in Noorwe
gen wordt medegedeeld. Tc Brussel
blijkt van 18GS tot 1SS$ mot bet toe
nemend alcoholgebruik mede toene
ming van prostitutie, bedelarij, belee
ningen in de bank van leening en
misdadenin Noorwegen van 1843
tot 1879 met een dalend alcohol-ver
bruik van 10 tot 39 liter eveneens
daling van veroordeelingen en van
bedeeling en stijgingjvan bevolkings
cijfer en van gemiddeld vermogen.
De slotsom van den heer Legrain
is, dat, om den ondergang van Frank
rijk door het alcoholisme te voorkomen,
een groote kruistocht tegen den alco
hol moet voorbereid worden. Hij wil
zich daartoe wenden tot de onder
wijzers, de vrouwen, de geneeshecren
wier invloed overwegen kan zijn. en
tot de geestelijken van alle gezindten.
De Blackwall-tunnel
onder de Theems is zeker een dei-
grootste, zoo niet het grootste werk
dezer eeuw, en toch schijnt het resul
taat niet zoo 'geheel bevredigend te
zijn. Men klaagt namelijk over te
weinig ruimte, met het oog op het
drukke vervoer, en velen zouden lie
ver eene brug verkozen hebben, die
uit ééne spanning bestaande, de beide
oevers verbond, en waaronder de hoog
ste masten konden passeeren. Men
zou dan een breeden weg van 60
voet en tevens tramlijnen kunnen heb
ben. waterpas liggende toegangen tot
de brug. en bij de brug door hydrau
lische of andere kracht bewogen plat
forms, die de voertuigen brachten tot
het waterpas gedeelte van de brug.
Eene spanning van 1200 voet is tegen
woordig wel te bereiken, en de kos
ten van beweging der omhoog voeren
de platforms zouden zeker niet meer
bedragen dan het onderhoud van
paarden in de lage hellende toegan-j
gen tot den tunnel, die slechts een
zijweg heeft van 16 voet en 2 voet
paden van 3 voet.
Struisvogelteelt.
Sarcey gaat struisvogels fokken!
Zoo vertelt het „Journal" en wie het
niet gelooft die vrage het hem maar
zelf.
L'onele heeft van een struisvogelei
geproefd en dat heeft hem zoo goed
gesmaakt, dat hij wil beproeven den
vogel struis te Nanterre te acclima
tiseer en.
Hij bekommert zich in het geheel
niet om het slechte voorbeeld, dat
de vogel zal geven aan de jeugd van
het plaatsje, die dan zal vergeten het
dreigend gevaar onder de oogen te
zienDe gastronoom heelt den
paedagoog in hem gedood.
Want een struisvogelei iszoovoor-
deelig. Men heeft er maar écn noodig
om een omelette voor acht personen
te bereiden. Het is l'onele zelf, die
aan het „Journal" deze huismoeders
wetenswaardigheid heeft medegedeeld.
Hij had het blad in het vuur van
zijn vegetariërsgeloof reeds ingewijd
in de kunst om groenten gereed te
maken.
Thans heeft hij het recept gegeven
om van een struisvogelei een omelette
te maken. Dat is een nieuw hoofd
stuk-voor zijn cuisiniere bourgeoises
Het openmaken van stop-
flesschen.
De Génie Moderne doet een mid
del aan de hand om een glazen stop,
die in den hals van een flesch vast
zit, los te maken. Men smeert met
een veertje een paar druppels olie
rondom de stop, vlak boven den hals
van de flesch, die men dan voor het
vuur zet, op eeD halven meter af
stand. Door de warmte zal de olie
langzamerhand tussehen den stop en
den wand van de flesch indringen.
Als de hals warm geworden is, tikt
men met een houtje afwisselend tegen
de beide kanten van den stop. Laat
deze zich dan nog niet gemakkelijk
bewegen, dan doet men nog een drup
pel olie eraan, en verwarmt opnieuw.
Zoo voortgaande zal men zelfs de
meest vastgeklemde stop zonder veel
moeite kunnen los krijgen.
Kostbare vazen.
By de vermaarde Barberini of Port
land vaas, in het Britsch Museum,
staat een daarvoor bepaald aange
stelde bewaker, ter voorkoming van
zulk een beschadiging als op dén 7en
Febr. 1845, toen zy gebroken en
byna geheel vernield werd door een
werkman, William Lloyd genaamd,
die zeker krankzinnig of dronken ge
weest moet zijn cn er met een ouden
Babylonischen steen naar smeet. Ge
lukkig waren de stukken groot ge
noeg ora weer behendig aan elkaar
gevoegd te worden, zoodat zy nu
zoo gaaf als ooit is. Zij draait uuop
eeu rond voetstuk, zoodat de bezoe
kers van het museum haar volkomen
kunnen zien, zonder er omheen te
loopen.
Deze vaas werd in 15G0 van onze
jaartelling gevonden in een sarcophaag
in een grafgewelf onder Monte Grano,
bij Rome, en na verscheidene malen
van eigenaar verwisseld ie zyn, iszy
voor 1000 pd. st. in het bezit ge
komen van Sir W. Hamilton, die
haar aan de hertogin van Portland
verkocht voor 1600 guinjes. Zy is van
glas, met ondoorschijnende figuren op
een doorschijnenden donkerblauwen
grond geëmailleerd. Eerst meende
men, dat zij van edelgesteenten ge
maakt was.
De kostbaarste vaas op de wereld
wordt in de kathedraal van Genua
bewaard. Zij is van enkel smaragd,
12V2, duim in diameter, en 53/« duim
hoog. Een oudheidkundig professor
in Genua heeft eene brochure over
de geschiedenis van die vaas ge
schreven, waarin bij do waarschijn
lijkheid betoogt, dat zij een van de
geschenken van 1-onïnu SaAmo aan
(k Koningin van öclieba is.
Een roover—aanval in
Japan.
De plaatsvervanger van den Duit-
schen gezant te Tokyo (Japan) is het
slachtoffer geworden van een roover-
aanval. Dehu von Troithler reisde
namelijk van Tokyo naar Ryoto, ten
einde daar den Keizer van Japan
liet grootkruis van de orde der Wur-
temburgsche kroon te overhandigen.
Hij reisde te zamen met een Ja
panner, den heer Krawakatsoe, maar
behalve deze hem bekende persoon
kwamen te Tokyo nog twee andere
zeer net gekleede Japanners in zijn
waggon en te Yokohama kwam nog
een derde, die een ring en eon goud
horloge met ketting droeg. Toen de
gevolmachtigde met zyn reismakker
te Nagoja afstapte om daar den nacht
door te brengen, gingen ook de drie
onbekenden uit den waggon en schijn
baar toevallig reisden alle vyf den
volgenden dag weer te zamen.
Óm één uur raakten de heeren
Troithler en Krawakatsoe door de
warmte in slaap en werden toen van
hun kostbaarheden beroofd. Juist
wilde een der onbekenden den koffer
van den Duitschen gezant openmaken,
toen deze ontwaakte.
De Japanner maakte onmiddellijk
excuses: „hij had de koffers per abuis
met elkaar verwisseld. Maar onmid
dellijk nadat hij dit gezegd had deed
hij het portier open en sprong hy
uit den trein. Om negen uur 's avonds
kwam hy met gewonde voeten naar
het naburige plaatsje gestrompeld,
waar hij in hechtenis genomen werd.
Na onderzoek bleek, dat men met
een bekenden roover te doen had.
De beide anderen verklaren hem
niet te kennen, men is echter over
tuigd, dat zij zijn medeplichtigen
waren.
Goud op Nieuw-Guinea.
In de laatste aflevering van de Ver-
handlungen der Geselhcfiaft für Krd-
Itunde te Berlijn geeft de korvettcn-
kapit&n H. Rüdiger eene beschyving
der kuststreek van den Huon-golf in
Zuid-oostelijk Nieuw-Guinea. welke
door een schetskaartje nader wordt
toegelicht. Op ongeveer 8 gr. Z.B.
mondt daarin de Mambare-rivier uit,
welke naar het schijnt toegang ver
leent tot streken in het binnenland,
alwaar vermoed wordt dat veel goud
aanwezig is. Hij schrijft daaromtrent
het volgende:
„De goudzoekers, Australische pros
pectors, hebben getracht langs de
Mambare-rivier het binnenland te be
reiken. Ik heb in Augustus dergelijke
lieden aan de monding aangetroffen.
Dezen waren door gebrek aan provi
and gedwongen hun onderzoek uit te
stellen, maar hun aanvoerder bewees
met groote overtuiging, dat er in den
bovenloop dier rivier stellig goud zou
te vinden zijn De inboorlingen schij
nen evenwel tegenover Europeanen
eene vijandige houding aan te nemen
en pas onlangs werd uit Duiisch
Nieuw-Guinea bericht ontvangen, dat
Z. M. Falke de leden eener uiteenge
gane goudzoekersmaatschappij aan de
Traitors baai bad ontmoet.
Dezen hadden ten slotte ook de vlucht
moeten nemen en op armzalige wyze
de Duitsche zendingspost Simbang
bereikt. Van daar zijn ziinaarHer-
bertshöbe en door Z. M. Falke naar
Sydney vervoerd. Sir W. Mac Gre-
gor, ae gouverneur van Engelsch
Nieuw-Guinea^ heeft met veel ijver
die pogingen ondersteund en reeds in
Maart 1896 een ambtenaar met magi
straatsrechten ;ian den bovenloop der
Marabare geplaatst.
Deze, mr. Green, moet volgens ont
vangen tijdingen met zijn politie-sol-
datèn vermoord zijn. Sir William
heeft toen zelf een weg, rechtstreeks
van Mambare naar Moresbey, zijn
zqtel, gezocht en gevonden en hèt heeft
den schyn, alsof de prospectors nu
hierlangs naar liet binnenland worden
gedirigeerd. De Scratcheley bergen,
noordoostwaarts van liet Owen Stan-
ley-gebcrgte worden vermoed het mijn-
gebied te vormen en derwaarts heeft
zich, naar uit Queensland wordt me
degedeeld, thans een stroom van goud
zoekers begeven.
„Als Sir W. Mac Gregor, de vriend
der inboorlingen, deze lieden toelaat
en ondersteunt, terwijl hy zeker weet
dat zulks tot conflicten met de bevol
king aanleiding moet geven, dan is
dit zeker het beste bewijs, dat ook
hy op zyn tochten het voorkomen van
goud moet bevestigd hebben ge
vonden".
Reuzencijfers.
Iedereen weet, dat de sterren zeer
ver van ons verwijderd zijn. Ja som
migen kunnen dieFafstand heel netjes
in getallen uitdrukken en zeggen
doodleuk die of die ster staat vijf,
zes duizend milliard mijlen van ons
verwijderd. O wat zegt dat toch ge
makkelijk! Wat is dat eenvoudig!
Maar iets andei's is het een idéé van
dien afstand te hebben. Groote ge
tallen spreken toch zoo gemakkelijk
uit en alsdan ziet men ook op geen
klein beetje.
In dien slag sneuvelden twintig
duizend of daar wil ik van af
wezen dertigduizend soldaten, zegt
iemand cn de hoorder fronst bij het
uitspreken van beide getallen schier
even zwaar het hoofd. Over liet
kleine van een tienduizend lijken stapt
hy 0 zoo gemakkelijk heen.
Do scholier maakt zonder blikken
of blozen, een koopman tien of twin
tig duizend gulden rijker of armer,
't Verschilt maar één cijfer zegt hij.
En dan die millioenen.
Yanderbilt in Amerika is 325 mil
lioen rijk. zegt de een; wel neen.
beweert de ander, 't is 375 millioen
en over dit. kleine verschil van 50
millioen maakt men zich volstrekt
niet warm. En toch is het aardig om
eens uit te rekenen, hoeveel wagens
men met die 50 millioen guldenstuk
ken zou kunnen laden en hoeveel
paarden men zou noodig hebben om
dit vrachtje voort te trekken.
Rusland kan in oorlogstijd een mil
lioen soldaten op de been brengen.
Maar hebt ge al eens uitgerekend
welk een weg er zou noodig zijn|om
die millioen soldaten netjes achter
elkander in een rij te zetten!
Als wij menschenkinderen reeds
zoo moeilijk eene voorstelling kunnen
maken van millioen, hoe zal het dan
gaan met billioen.
Nemen wij eens de ster Centauri,
die, zoo ver men weet, het dichtst bij
de aarde staat, 4000 milliard mijlen,
en verbeelden wij ons, dat er een
spoorweg gelegd is tussehen onze
aarde en de ster. Goed, hij ligt er!
Om het verkeer te bevorderen, heeft
de maatschappij den prijs zeer laag
gesteld, zoodat ieder een reisje kan
mee maken, het is slechts 21], cent
per mijl; dc prijs is dus geen bezwaar.
Nu wie zou voor zoo weinig geld
niet eens een enkelen keer medegaan
Men kan dan by terugkomst ook
eens over die vreemde ster mede-
praten. Welgemoed gaat men naar
het station.
„Een kaartje naar Centauri!" roept
men aan het loket.
Het vriendelijk gelaat van den be
ambte vertoont zich voor het raampje
en glimlachend vraagt de man„En
kele reis of retour?"
„Hoeveel dagen is een kaartje re
tour geldig
„O, op Centauri kijkt men op geen
paar dagen, zelfs op geen maanden."
„Nu geef me dan maar retour, want
ik kom terug. Hoeveel is het?"
„G2 millioen 700 duizend 85G gul
den, zegt de baartjesman, maar ziet
liet te passen, ik heb vandaag weinig
kleingeld."
De reiziger vindt het wel wat veel,
draalt een oogenblik en vraagt„Rij
den de treinen nog al snel naar Cen
tauri
„Ja, mijnheer, bijzonder snel. Geen
trein in Amerika of Engeland, die
zoo snel rijdt, 96 mijl in het uur."
„Dan zal de reis niet heel lang
duren
,,'t Gaat nog al, wacht even, ik
heb het hier staan. Als ge straks
op den trein stapt deze trein stopt
onderweg niet kunt ge over 47
millioen 925 duizend 666 jaar op Cen
tauri zijn."
„Wat blieft?" zegt de onthutste
reiziger.
U moest een kaartje lieen en terug
hebben?" is de wedervraag.
„Neen, ik dank u, ik moet er nog
eens over denken."
En zijne beurs in den zak stekende,
besluit hy maar te blijven; want
zulk een leeftijd ziet hy niet te be
reiken, ook al onderging hy 6 maal
-een verjongingskuur."
Een moeielijke executie.
De directeur van het beroemdste
circus in New-York is op het oogen
blik in groote verlegenheid. Hij weet
niet, hoe hy het moet aanleggen om
zicli van een olifant te ontdoen, die
hem slechts schade veroorzaakt. Óver
„Tip" is reeds lang geleden het dood
vonnis uitgesproken, en men heeft
reeds vaak gepoogd hem te dooden.
Tot nog toe echter heeft iedere poging
daartoe jammerlijk schipbreuk gele
den. „Tip" verzet, zich er hardnekkig
tegen. Men heeft hem verscheidene
malen willen vergiftigen en verworgen,
maar alles te vergeefs.
Zeven capsules met cyancalium
werden onder zyn voedsel gemengd
en allen wachtten met spanning liet
oogenblik af, dat ..Tip" ter aarde zou
storten, om den laatsten adem uit te
blazen. Maar dat oogenblik kwam
niet. „Tip" scheen integendeel zeer
opgefriscfit na het gebruik van het
vergif en nam spoedig een nog grooter
dosis cyancalium. Het scheen dat dit
hem zeer lekker smaakte. Toeu bet
bleek, dat het dier tegen vergif be
stand was. probeerde men het te ver
worgen, maar „Tip" lachte ironisch
onder de heftigste krachtsinspanning
zijner tegenstanders. Dus hielp ook
dit niet. Een graniotblok, dat men van
eene aanzienlijke hoogte op den kop
van het arme beest liet neervallen,
stuitte op zyn schedel af, en had byna
aan een oppasser het doodvonnis vol
trokken.
„Tip" liet slechts door een keelge
luid blijken, dat hy iets van de poging
tot doodslag gemerkt had. Nu zal zyn
„vriendelijke" meester wel overtuigd
zijn, dat alles vergeefsche moeite is.
De gezichtsscherpte der
Indianen.
Op het dezer dagen te Lubeck ge
houden congres der Duitsche nutro-
phologen zy n door Dr. Carl Ranke inte
ressante bijzonderheden medegedeeld
over de gezichtsscherpte der Indianen
in Zuid-Amerika. Wy hebben allen
in onze jongensjaren in dc romans van
Cooper en Aimard merkwaardige Ter
halen gelezen over de buitengewone
ontwikkeling der zintuigen bij deze
Irdianen. En liet is een feit, dat de
inboorling der Zuid-Amerikaansche
oer-wouden den in golvend water
zwemmenden visch nog zoo duidelijk
onderscheidt, dat hy ,dien met zijn pijl
weet te treffen; dat hij een in net
dichte loover verborgen stuk wild,
waarvan de Europeaan niet het flauw
ste vermoeden heeft, onmiddellijk be
merkt; dat hy op den bodem en in
het gras de minst duidelijke sporen
herkent en die over groote afstanden
volgt. Van deze feiten uitgaande, heeft
Dr. Ranke de oogen van verschillende
Bakaïri-Indiancn uit de binnenlanden
van Brazilië aan een nauwkeurig on
derzoek onderworpen. Zeer gemak
kelijk ging dit niet, omdat het hem
moeilijk was, zich in de Bakaïri-taaL
verstaanbaar te maken, terwijl boven
dien bleek, dat de inboorlingen in
hunne taal geen woorden hadden om
de verschillende kleuren nauwkeurig
en scherp tc onderscheiden.
Het bleek den onderzoeker, tot zijn
eigen verbazing, dat dc gezichtsscherp
te van den indiaan zich weinig of
niets onderscheidt van die van den
Europeaan. De bovengenoemde, voor
ons phenomenal© verrichtingen, berus
ten hoofdzakelijk op eene voortdu
rende oefening van liet accomodatie-
vermogen, dat dientengevolge het onze
verre overtreft. Hierbij komt, dat de
Indianen, evenals do meeste natuur
volkeren, hunne omgeving niet waar
nemen als een groot geheel, zooals
de Europeaan een landschap pleegt
waar te nemen, maar dat zji het ge
heel verwaarloozcn om al hunne aan
dacht te vestigen op de détails, of
liever telkens op een enkel détail.
In verhand hiermede merkt Dr, Ran
ke op, dat de in Europa sterk toe
nemende bijziendheid niet moet wor
den beschouwd als een storing in de
functiën van het oog of als eene zie
kelijke aandoening, maar als eene zeer
nuttige en heilzame aanpassing aan
onze levensvoorwaarden, die van ons
bij ons werk het zien op geringen
afstand vorderen. E. H.
VARIA.
Te kras. - Toen generaal Philip
Sheridan, eenige jaren geleden, de
Spokanes bezocht, verhaalde hy aan
dc Indianen, door middel van een
tolk, de wonderen van den spoorweg
en wachtte dan af, welk eene uit
werking die mededeeling op hen had.
„Wat zeggen zy?" vroeg hy den
tolk.
,,Zy zeggen, dat zy er niets van
gelooven", was het antwoord.
Toeu beschreef Sheridan de stoom
boot en de tolk bracht zijne beschrij
ving over.
„Wat zeggen ze daarvan?" vroeg
de generaal weder, ziende dat de ge
zichten van dc Indianen onverschillig
bleveiL
„Zy zoggen, dat zij dat ook niet
gelooven."
Toen gaf de generaal eene beschrij
ving van de telefoon, en vertelde hoe
oen man aan het eene einde van een
lang ijzerdraad met iemand aan het
andere einde daarvan gesproken had.
De tolk bewaarde het stilzwijgen.
„Welnu", zcide de generaal, „waarom
vertolkt gij hun dat niet?"
„Omdat ik dat verhaal zelf ook
niet geloof." antwoordde de gemoede
lijke man.
Hoe groot is de afstand tus
sehen de zon en de aarde?
Zevenendertig millioen mijlen.
Uitstekenden hoe hebt u dien
afstand gevonden
Enorm, professor.
Landlooper (tot een collega) En
nu zeggen ze nog dat we niet wer
ken Hoor maar eens wat hier in de
courant staat: „Eiken keer als de
measch adem haalt, beginnen meer
dan houderd spieren bij hem te wer
ken." Puck.
l)e dames TausendÜnger spelen
altoos quatremains
Ze willen de verantwoordelijk
heid deeleo.