Ned, Dagblad betoogd, naar aanlei- i ding van een gezegde van mr. Vee- gens in de „Vragen des Tijds", dat 1 wie waarlyk hervormingsgezind is, in de allereerste plaats ook nu reeds, nu de nieuwe kieswet pas is inge voerd. voor herziening der kieswet en uitbreiding van het kiesrecht moet ijveren. Elke uitbreiding van het kiesrecht doet. volgens het Ned. Dag- Madhet gehalte der gekozenen dalen, en hoe kan de heer Veegens nu schrij ven. vraagt het, dat door uitbreiding van het "kiesrecht „vooruitgang" te krijgen is? Het algemeen kiesrecht, zet het blad uiteen, past alleen in het systeem der volkssouvereinitcit, dat wij niet hebben aanvaard, en steunt geheel op een valsch begrip van gelijkheid. Bovendien eischt de grondwet van de kiezers kenteekenen van welvaart en geschiktheid, kenne lijk met het doel om het algemeen kiesrecht te verbieden. Doch de vraag is, wat als deze kenteekenen van wel vaart enz. is aan te merken. „Kan de heer Veogens eindelijk het raadsel van de spliinks oplossen? vraagt het Ned. Dagblad; kan hy ons eindelijk eens ernstige, \oor de hand liggende, kenteekenen noemen, die er niet bij dc baron zijn bijge sleept, omdat de Grondwet nu een maal wil, dat er kenteekenen zyn zullen, dan zal iedereen hem dankbaar wezen, maar hij vergete toch niet, dat een kiesstelsel, dat nog geen „allcmanskiesrechl" geeft, zeer goed toch „algemeen" kiesrecht zijn kan en dat algemeen kiesrecht absoluut door de Grondwet is verboden. Aan den eenen kant te roepen om uitbrei ding van het kiesrecht tot de uiterste grens, die de Grondwet voorschrijft en aan den anderen kant toch te ijve ren voor een stelsel, dat die grens verre overschrijdt, is geen goede po litiek. Verder zet het „Ned. Dagblad" uiteen, dat de strijd over het kies recht ons bovendien waarlyk reeds leed genoeg berokkend heeft. Lang genoeg heeft die ongelukkige kies- reehtstryd ons belet zooveel andere, veel meer noodzakelijke, hervormin gen tot stand te brengen. Wie dus nu zyn laud en den vooruitgang waarlijk liefheeft, zegt het blad. moet niet weer een kwestie oprakelen, die juist gedurende de laatste jaren, meer dan eenige andere, den vooruit gang heett tegen gehouden. Vast houdendheid aan beginselen is eer biedwaardig, maar een man van ka rakter moet zijn neerlaag weten te aanvaarden. Over 25 a 30 jaar zullen wij nader zien. Misschien gaan wy dan zelf voor kiesrecht-uitbreiding ijveren, en veor grondwetsherziening •er bij, als die voor kiesrecht-uitbrei ding noodig is, maar inmiddels zullen wy elke poging om die ongelukkige kiesrechtkwestie weer op den voor grond te schuiven met alle kracht bestrijden. 3= Minister-Ka merlid. Aan een artikel^ van N.(olens) in het Venloonche Weekblad over deze quaestie ontleenen wij het navolgende „Het is het eigenaardige van een constitutioneelen regeeringsvorm, dat er samenwerking noodig is tussehen de Regeering in strikten zin, den Koning en zijn Ministers als zijn die naren eenerzijds en de Volksver tegenwoordiging anderzijds. „Nu kan, waar dergelijke samen werking is, de kracht, de invloed van de eene zijde grooter en sterker zyn dan die van de andere zyde streng genomen ook even groot „Vooral by conflicten tussehen de twee machten, wier samenwerking noodig is, zal dit uitkomen. „Berust het overwicht bij het par lement, dan spreekt men van parle mentarisme in den constitutioneelen regeeringsvorm. „Zoo m Engeland. „Daar wordt de wetgevende macht feitelijk uitgeoefend door het Parle ment. Positief werkt de Koning niet mee. Hij heeft slechts het recht van veto, waarvan overigens sinds 1707 geen gebruik is gemaakt. In Engeland is geen ander dan een parlementair kabinet denkbaar: d. i. een Ministerie, geheel bestaande uit leden van de Kamermeerderheid. „In Nederland is de Koning daar entegen centrum van het Staatsgezag. i)e Koning verricht de laatste daad van wetgeving: door zijne sanctie wordt een wetsontwerp wet. Bij den Koning berust de uitvoerende macht. In zyn naam wordt recht gesproken en hij verricht de hoogste daad van rechtspraakhij verleent gratie. „Nu kan men in theorie de voor keur geven aan het Engelsche stelsel. „Theoretisch heeft ook ten deze iedere meening slechts waarde voor zoover ze op goede gronden steunt. „Maar uit het oog mag niet verloren worden, dat volgens het geldende Nederlandsehe Staatsrecht de Koning is de hoogste drager van het Staats gezag; de Minister zyn Diens diena ren. De positie der Ministers in Neder land is dan ook een geheel andere dan die hunner ambtgenooten in En geland. Wy voor ons betwijfelen ten zeerste of eene verschuiving van het gezag uit de Kroon naar het parlement ook door tusschenkomst van Ministers- Kamerleden wenschelijk is." In gelijker geest uit zich ook de anti-rev. Nederlanderwiens artikel daarom hier kortheidshalve niet ge citeerd wordt. Verdiend. De „Hollander", het anti-revolu- tioonaire orgaan van Den Haag, zegt over hetgeen de Christ-historische „Vaderlander van dr. Schaepman's afstraffing schreef 't volgende Deze woorden moeten maar op re kening gesteld worden van het boos humeur, dat de lezing van dr. Schaep- mans afstraffing aan de redactie van de Vaderlander hezorgde. Anders zouden we wel willen vragenis er oorzaak om zoo kwaadaardig boos op den schrijver te zyn Dc christ.-historischen hebben ge schetterd tcöen Rome, hebben zulke laffe en onzinnige voorstellingen over Rome eu over dr. Scbaopman onder de oogen der kiezers gebracht, dat men er zich waarlyk niet over ver bazen moet, dat dr. Schaepman zich toch eens de moeite gunt om de be- ginsellooze en demoraliseerende poli tiek van de Bronsvelden, de Van Leeuwens en de Vossen op de kaak te stellen, en eens, kort en krachtig, dien lieden de waarheid te zeggen. En - men kent het spreekwoord c'est la vêrité qui blesse. RECHTSZAKEN. Zakkenrollers. Voor de rechtbank te Amsterdam had zich Vrijdag te verantwoorden N. J. Sieraoiis, oud 21 jaar van be roep kellner, ter zake dat hij in den namiddag van den oden Juni 1.1. aan een juffrouw, die met haar 21-jarige dochter op de Noordermarkt liep. de beurs had gerold. De juffrouw had het echter gemerkt. Zij draaide zich snel om en zag juist dat de zakken roller van schrik de beurs uit zijn hand liet vallen. Voor hij zich uit de voeten kon maken, ontving hij van de dochter twee flinke slagen met haar parapluie op liet. hoofd, zoodat hij op den grond viel. De jongen ontkende hardnekkig zich aan het misdrijf'te hebben schul dig gemaakt, maar de juffrouw en haar dochter herkenden hem al te goed, evenals een tweetal andere getuigen. Het O. M., waargenomen doorjmr. Hugenpoth tot Aerdt, wees erop dat bekl. op heeterdaad betrapt was. Bo vendien was het geen poging tot, maar een voltooiing van zakkenrol lerij. Daarom cfschte het O. M. een gevangenisstraf van l jaar. Mr. Levy, de pleiter van bekl.. meende dat de schuld van bekl. niet vaststond. Alleen op liet feil dat de bekl. was herkend, baseerde het O. M. zyn requisitoir. PI. waarschuwde hiertegen. De volkstypen waren over het algemeen- dezelfde. Zag pl. den bekl. over een paar dagen op straat, dan zou hij niet kunnen zeggen, dat is de man die dit of dat gedaan heeft. Rechterlijke dwalingen waren vaak ontstaan door onvoorzichtige herken ning. Spr. haalde o. a. aan de zaak van geb. Hoogerhuis in Friesland, voor welke personen de publieke opi nie en ook mr. Troelstra weder te velde trekken. Ook sprak pl. over de vaak in zulke gevallen voorkomende autosug gestie, en over de verschillende mee ning der getuigen over de situatie dei- betrokken personen. Pl. las hierop eenige goede getui genissen voor van vroegere patroons, hij deed ten slotte een beklag aan de rechtbank ten aanzien van de: voorloopige hechtenis, waarin bekl. had doorgebracht. Pl. concludeerde tot vrijspraak. Uitspraak over S dagen. Letteren en Kunst. Amsterdamsch Vocaal kwartet. Zooals wij onlangs onzen lezers hebben medegedeeld, zijn de vier kunstenaars van bovenstaand kwartet reeds druk bezig met hunne studie voor de a.s. concerten en kerk uit voeringen in ons land. Daar het gebleken is, dat vele mu ziekliefhebbers de voorkeur geven aan kerkelijke uitvoeringen en ook weer anderen, die meer zijn op een concert in een zaal, heeft men besloten in sommige plaatsen van ons land (na tuurlijk de hoofdplaatsen) 2 uitvoe ringen te "'even nl. een in een kerk en een in ae concertzaal. Dat de kerkuitvoeringen overal in gang vinden, blykt wel 't beste uit het feit, dat enkele kerkbesturen, die vroeger eene uitvoering in humgods- huis niet toestonden, zich nu op aan zoek van de concert-directie, de Al- gemeene Muziekhandel, Stumpff Koning, hebben bereid verklaard, hun kerkgebouw mede af te staan. GEMENGD NIEUWS Prins Henri van Orleans. Prins Henri van Orleans is te Parijs aangekomen. De ontmoeting van zyn getuigen met die van gene raal Albertone zou Vrijdag plaats hebbende generaal bevindt zich te Turijn. Het agentschap Havas meldt ech ter, dat de prins onderweg nog een telegram zou ontvangen hebben waarin hem de tusschenkomst van een „hoog Italiaanseh personage" zou medegedeeld zyn, die zelf met hem zou willen duelleeren en voor wien generaal Albertone dan zou moeten wyken. Hoewel de prins zich er niet over wil uitlaten, meent de Temps te we ten, dat er van deze ontmoeting niets zal komen. Het blad is door den prins zelf gemachtigd tegen te spre ken, dat de hertog van Aosta die met een prinses van Orleans ge trouwd is zich met de zaak be moeid zou hebben. Alcohol -misbruik. In het Ned. Tijdschrift voor Ge neeskunde van 21 Juli 11. komen en kele mededeelingen voor omtrent het gebruik van alcohol in verschillende landen, opgehelderd door graphischc voorstellingen. Daaruit blijkt, dat het gebruik van alcohol in Frankrijk zeer groot is, en de strijd daartegen begint dan ook ernstig aangevat te worden. De heer Legrain, die over het alco holisme in Frankrijk een voordracht hield, deelde mede, dat men thans rekent, dat aldaar meer dan 4 millioen menschen bestaan van het producec- ren en verkoopen van alconoliea en van wat daarby behoort en eon vierde van de bevolking belang heeft by bet verbruik van alcohol. Wanneer alle alcoholische dranken medegerekend worden, komt men tot het belangrijke cijfer van bijna 14 liter alcohol, en staat hiermede Frankryk boven alle Staten van Europa. Te gelijk met de toeneming van het alcohol-misbruik is ook het aantal gevallen van krank zinnigheid zelfmoord en misdaden ge stegen. Na Fran Kr yk is het vooral België, waar het alcohol-gebruik toeneemt, en vooral te Brussel is dit. liet geval. In do meeste andere beschaafde landen is liet afnemende; in Noor- vegen reeds sinds het jaar 1835; in Noord-Amerika sinds 1SG0; in Enge land sinds 1875 en in Nederland sinds 1878. Volgens de jongste opgav.n be draagt het geheele Verbruik van ge giste dranken en gedistilleerd per hoofd en per jaar: In Frankrijk 13.81; in Zwitserland 11; in België 10.59; in Italië 10.22: in Denemarken 10.21; in Duitschland 9.38; in Engeland 9.23; in Nederland 0.37; ia de Ver- eenigde Staten 0.07, in Zweden 4.39; in Noorwegen 3.31 cn in Canada 2.03 liter. Nederland neemt dus hierbij niet de ongunstigste plaats in. Minder gunstig is deze voor het gebruik van gedistilleerd alleen. Van 5 verschillende Staten is dit in België bijna 10, in Nederland en in Frank rijk ongeveer 9, in de Vereenigde Staten 6 en inNoorwegen byna 4 liter per hoofd. Hier staat dus Neder land de tweede in de rij. Opmerkelijk is voort* hetgeen er over eenige inaatx-1.appel ijk'- ver schijnselen te Brussel eu in Noorwe gen wordt medegedeeld. Tc Brussel blijkt van 18GS tot 1SS$ mot bet toe nemend alcoholgebruik mede toene ming van prostitutie, bedelarij, belee ningen in de bank van leening en misdadenin Noorwegen van 1843 tot 1879 met een dalend alcohol-ver bruik van 10 tot 39 liter eveneens daling van veroordeelingen en van bedeeling en stijgingjvan bevolkings cijfer en van gemiddeld vermogen. De slotsom van den heer Legrain is, dat, om den ondergang van Frank rijk door het alcoholisme te voorkomen, een groote kruistocht tegen den alco hol moet voorbereid worden. Hij wil zich daartoe wenden tot de onder wijzers, de vrouwen, de geneeshecren wier invloed overwegen kan zijn. en tot de geestelijken van alle gezindten. De Blackwall-tunnel onder de Theems is zeker een dei- grootste, zoo niet het grootste werk dezer eeuw, en toch schijnt het resul taat niet zoo 'geheel bevredigend te zijn. Men klaagt namelijk over te weinig ruimte, met het oog op het drukke vervoer, en velen zouden lie ver eene brug verkozen hebben, die uit ééne spanning bestaande, de beide oevers verbond, en waaronder de hoog ste masten konden passeeren. Men zou dan een breeden weg van 60 voet en tevens tramlijnen kunnen heb ben. waterpas liggende toegangen tot de brug. en bij de brug door hydrau lische of andere kracht bewogen plat forms, die de voertuigen brachten tot het waterpas gedeelte van de brug. Eene spanning van 1200 voet is tegen woordig wel te bereiken, en de kos ten van beweging der omhoog voeren de platforms zouden zeker niet meer bedragen dan het onderhoud van paarden in de lage hellende toegan-j gen tot den tunnel, die slechts een zijweg heeft van 16 voet en 2 voet paden van 3 voet. Struisvogelteelt. Sarcey gaat struisvogels fokken! Zoo vertelt het „Journal" en wie het niet gelooft die vrage het hem maar zelf. L'onele heeft van een struisvogelei geproefd en dat heeft hem zoo goed gesmaakt, dat hij wil beproeven den vogel struis te Nanterre te acclima tiseer en. Hij bekommert zich in het geheel niet om het slechte voorbeeld, dat de vogel zal geven aan de jeugd van het plaatsje, die dan zal vergeten het dreigend gevaar onder de oogen te zienDe gastronoom heelt den paedagoog in hem gedood. Want een struisvogelei iszoovoor- deelig. Men heeft er maar écn noodig om een omelette voor acht personen te bereiden. Het is l'onele zelf, die aan het „Journal" deze huismoeders wetenswaardigheid heeft medegedeeld. Hij had het blad in het vuur van zijn vegetariërsgeloof reeds ingewijd in de kunst om groenten gereed te maken. Thans heeft hij het recept gegeven om van een struisvogelei een omelette te maken. Dat is een nieuw hoofd stuk-voor zijn cuisiniere bourgeoises Het openmaken van stop- flesschen. De Génie Moderne doet een mid del aan de hand om een glazen stop, die in den hals van een flesch vast zit, los te maken. Men smeert met een veertje een paar druppels olie rondom de stop, vlak boven den hals van de flesch, die men dan voor het vuur zet, op eeD halven meter af stand. Door de warmte zal de olie langzamerhand tussehen den stop en den wand van de flesch indringen. Als de hals warm geworden is, tikt men met een houtje afwisselend tegen de beide kanten van den stop. Laat deze zich dan nog niet gemakkelijk bewegen, dan doet men nog een drup pel olie eraan, en verwarmt opnieuw. Zoo voortgaande zal men zelfs de meest vastgeklemde stop zonder veel moeite kunnen los krijgen. Kostbare vazen. By de vermaarde Barberini of Port land vaas, in het Britsch Museum, staat een daarvoor bepaald aange stelde bewaker, ter voorkoming van zulk een beschadiging als op dén 7en Febr. 1845, toen zy gebroken en byna geheel vernield werd door een werkman, William Lloyd genaamd, die zeker krankzinnig of dronken ge weest moet zijn cn er met een ouden Babylonischen steen naar smeet. Ge lukkig waren de stukken groot ge noeg ora weer behendig aan elkaar gevoegd te worden, zoodat zy nu zoo gaaf als ooit is. Zij draait uuop eeu rond voetstuk, zoodat de bezoe kers van het museum haar volkomen kunnen zien, zonder er omheen te loopen. Deze vaas werd in 15G0 van onze jaartelling gevonden in een sarcophaag in een grafgewelf onder Monte Grano, bij Rome, en na verscheidene malen van eigenaar verwisseld ie zyn, iszy voor 1000 pd. st. in het bezit ge komen van Sir W. Hamilton, die haar aan de hertogin van Portland verkocht voor 1600 guinjes. Zy is van glas, met ondoorschijnende figuren op een doorschijnenden donkerblauwen grond geëmailleerd. Eerst meende men, dat zij van edelgesteenten ge maakt was. De kostbaarste vaas op de wereld wordt in de kathedraal van Genua bewaard. Zij is van enkel smaragd, 12V2, duim in diameter, en 53/« duim hoog. Een oudheidkundig professor in Genua heeft eene brochure over de geschiedenis van die vaas ge schreven, waarin bij do waarschijn lijkheid betoogt, dat zij een van de geschenken van 1-onïnu SaAmo aan (k Koningin van öclieba is. Een roover—aanval in Japan. De plaatsvervanger van den Duit- schen gezant te Tokyo (Japan) is het slachtoffer geworden van een roover- aanval. Dehu von Troithler reisde namelijk van Tokyo naar Ryoto, ten einde daar den Keizer van Japan liet grootkruis van de orde der Wur- temburgsche kroon te overhandigen. Hij reisde te zamen met een Ja panner, den heer Krawakatsoe, maar behalve deze hem bekende persoon kwamen te Tokyo nog twee andere zeer net gekleede Japanners in zijn waggon en te Yokohama kwam nog een derde, die een ring en eon goud horloge met ketting droeg. Toen de gevolmachtigde met zyn reismakker te Nagoja afstapte om daar den nacht door te brengen, gingen ook de drie onbekenden uit den waggon en schijn baar toevallig reisden alle vyf den volgenden dag weer te zamen. Óm één uur raakten de heeren Troithler en Krawakatsoe door de warmte in slaap en werden toen van hun kostbaarheden beroofd. Juist wilde een der onbekenden den koffer van den Duitschen gezant openmaken, toen deze ontwaakte. De Japanner maakte onmiddellijk excuses: „hij had de koffers per abuis met elkaar verwisseld. Maar onmid dellijk nadat hij dit gezegd had deed hij het portier open en sprong hy uit den trein. Om negen uur 's avonds kwam hy met gewonde voeten naar het naburige plaatsje gestrompeld, waar hij in hechtenis genomen werd. Na onderzoek bleek, dat men met een bekenden roover te doen had. De beide anderen verklaren hem niet te kennen, men is echter over tuigd, dat zij zijn medeplichtigen waren. Goud op Nieuw-Guinea. In de laatste aflevering van de Ver- handlungen der Geselhcfiaft für Krd- Itunde te Berlijn geeft de korvettcn- kapit&n H. Rüdiger eene beschyving der kuststreek van den Huon-golf in Zuid-oostelijk Nieuw-Guinea. welke door een schetskaartje nader wordt toegelicht. Op ongeveer 8 gr. Z.B. mondt daarin de Mambare-rivier uit, welke naar het schijnt toegang ver leent tot streken in het binnenland, alwaar vermoed wordt dat veel goud aanwezig is. Hij schrijft daaromtrent het volgende: „De goudzoekers, Australische pros pectors, hebben getracht langs de Mambare-rivier het binnenland te be reiken. Ik heb in Augustus dergelijke lieden aan de monding aangetroffen. Dezen waren door gebrek aan provi and gedwongen hun onderzoek uit te stellen, maar hun aanvoerder bewees met groote overtuiging, dat er in den bovenloop dier rivier stellig goud zou te vinden zijn De inboorlingen schij nen evenwel tegenover Europeanen eene vijandige houding aan te nemen en pas onlangs werd uit Duiisch Nieuw-Guinea bericht ontvangen, dat Z. M. Falke de leden eener uiteenge gane goudzoekersmaatschappij aan de Traitors baai bad ontmoet. Dezen hadden ten slotte ook de vlucht moeten nemen en op armzalige wyze de Duitsche zendingspost Simbang bereikt. Van daar zijn ziinaarHer- bertshöbe en door Z. M. Falke naar Sydney vervoerd. Sir W. Mac Gre- gor, ae gouverneur van Engelsch Nieuw-Guinea^ heeft met veel ijver die pogingen ondersteund en reeds in Maart 1896 een ambtenaar met magi straatsrechten ;ian den bovenloop der Marabare geplaatst. Deze, mr. Green, moet volgens ont vangen tijdingen met zijn politie-sol- datèn vermoord zijn. Sir William heeft toen zelf een weg, rechtstreeks van Mambare naar Moresbey, zijn zqtel, gezocht en gevonden en hèt heeft den schyn, alsof de prospectors nu hierlangs naar liet binnenland worden gedirigeerd. De Scratcheley bergen, noordoostwaarts van liet Owen Stan- ley-gebcrgte worden vermoed het mijn- gebied te vormen en derwaarts heeft zich, naar uit Queensland wordt me degedeeld, thans een stroom van goud zoekers begeven. „Als Sir W. Mac Gregor, de vriend der inboorlingen, deze lieden toelaat en ondersteunt, terwijl hy zeker weet dat zulks tot conflicten met de bevol king aanleiding moet geven, dan is dit zeker het beste bewijs, dat ook hy op zyn tochten het voorkomen van goud moet bevestigd hebben ge vonden". Reuzencijfers. Iedereen weet, dat de sterren zeer ver van ons verwijderd zijn. Ja som migen kunnen dieFafstand heel netjes in getallen uitdrukken en zeggen doodleuk die of die ster staat vijf, zes duizend milliard mijlen van ons verwijderd. O wat zegt dat toch ge makkelijk! Wat is dat eenvoudig! Maar iets andei's is het een idéé van dien afstand te hebben. Groote ge tallen spreken toch zoo gemakkelijk uit en alsdan ziet men ook op geen klein beetje. In dien slag sneuvelden twintig duizend of daar wil ik van af wezen dertigduizend soldaten, zegt iemand cn de hoorder fronst bij het uitspreken van beide getallen schier even zwaar het hoofd. Over liet kleine van een tienduizend lijken stapt hy 0 zoo gemakkelijk heen. Do scholier maakt zonder blikken of blozen, een koopman tien of twin tig duizend gulden rijker of armer, 't Verschilt maar één cijfer zegt hij. En dan die millioenen. Yanderbilt in Amerika is 325 mil lioen rijk. zegt de een; wel neen. beweert de ander, 't is 375 millioen en over dit. kleine verschil van 50 millioen maakt men zich volstrekt niet warm. En toch is het aardig om eens uit te rekenen, hoeveel wagens men met die 50 millioen guldenstuk ken zou kunnen laden en hoeveel paarden men zou noodig hebben om dit vrachtje voort te trekken. Rusland kan in oorlogstijd een mil lioen soldaten op de been brengen. Maar hebt ge al eens uitgerekend welk een weg er zou noodig zijn|om die millioen soldaten netjes achter elkander in een rij te zetten! Als wij menschenkinderen reeds zoo moeilijk eene voorstelling kunnen maken van millioen, hoe zal het dan gaan met billioen. Nemen wij eens de ster Centauri, die, zoo ver men weet, het dichtst bij de aarde staat, 4000 milliard mijlen, en verbeelden wij ons, dat er een spoorweg gelegd is tussehen onze aarde en de ster. Goed, hij ligt er! Om het verkeer te bevorderen, heeft de maatschappij den prijs zeer laag gesteld, zoodat ieder een reisje kan mee maken, het is slechts 21], cent per mijl; dc prijs is dus geen bezwaar. Nu wie zou voor zoo weinig geld niet eens een enkelen keer medegaan Men kan dan by terugkomst ook eens over die vreemde ster mede- praten. Welgemoed gaat men naar het station. „Een kaartje naar Centauri!" roept men aan het loket. Het vriendelijk gelaat van den be ambte vertoont zich voor het raampje en glimlachend vraagt de man„En kele reis of retour?" „Hoeveel dagen is een kaartje re tour geldig „O, op Centauri kijkt men op geen paar dagen, zelfs op geen maanden." „Nu geef me dan maar retour, want ik kom terug. Hoeveel is het?" „G2 millioen 700 duizend 85G gul den, zegt de baartjesman, maar ziet liet te passen, ik heb vandaag weinig kleingeld." De reiziger vindt het wel wat veel, draalt een oogenblik en vraagt„Rij den de treinen nog al snel naar Cen tauri „Ja, mijnheer, bijzonder snel. Geen trein in Amerika of Engeland, die zoo snel rijdt, 96 mijl in het uur." „Dan zal de reis niet heel lang duren ,,'t Gaat nog al, wacht even, ik heb het hier staan. Als ge straks op den trein stapt deze trein stopt onderweg niet kunt ge over 47 millioen 925 duizend 666 jaar op Cen tauri zijn." „Wat blieft?" zegt de onthutste reiziger. U moest een kaartje lieen en terug hebben?" is de wedervraag. „Neen, ik dank u, ik moet er nog eens over denken." En zijne beurs in den zak stekende, besluit hy maar te blijven; want zulk een leeftijd ziet hy niet te be reiken, ook al onderging hy 6 maal -een verjongingskuur." Een moeielijke executie. De directeur van het beroemdste circus in New-York is op het oogen blik in groote verlegenheid. Hij weet niet, hoe hy het moet aanleggen om zicli van een olifant te ontdoen, die hem slechts schade veroorzaakt. Óver „Tip" is reeds lang geleden het dood vonnis uitgesproken, en men heeft reeds vaak gepoogd hem te dooden. Tot nog toe echter heeft iedere poging daartoe jammerlijk schipbreuk gele den. „Tip" verzet, zich er hardnekkig tegen. Men heeft hem verscheidene malen willen vergiftigen en verworgen, maar alles te vergeefs. Zeven capsules met cyancalium werden onder zyn voedsel gemengd en allen wachtten met spanning liet oogenblik af, dat ..Tip" ter aarde zou storten, om den laatsten adem uit te blazen. Maar dat oogenblik kwam niet. „Tip" scheen integendeel zeer opgefriscfit na het gebruik van het vergif en nam spoedig een nog grooter dosis cyancalium. Het scheen dat dit hem zeer lekker smaakte. Toeu bet bleek, dat het dier tegen vergif be stand was. probeerde men het te ver worgen, maar „Tip" lachte ironisch onder de heftigste krachtsinspanning zijner tegenstanders. Dus hielp ook dit niet. Een graniotblok, dat men van eene aanzienlijke hoogte op den kop van het arme beest liet neervallen, stuitte op zyn schedel af, en had byna aan een oppasser het doodvonnis vol trokken. „Tip" liet slechts door een keelge luid blijken, dat hy iets van de poging tot doodslag gemerkt had. Nu zal zyn „vriendelijke" meester wel overtuigd zijn, dat alles vergeefsche moeite is. De gezichtsscherpte der Indianen. Op het dezer dagen te Lubeck ge houden congres der Duitsche nutro- phologen zy n door Dr. Carl Ranke inte ressante bijzonderheden medegedeeld over de gezichtsscherpte der Indianen in Zuid-Amerika. Wy hebben allen in onze jongensjaren in dc romans van Cooper en Aimard merkwaardige Ter halen gelezen over de buitengewone ontwikkeling der zintuigen bij deze Irdianen. En liet is een feit, dat de inboorling der Zuid-Amerikaansche oer-wouden den in golvend water zwemmenden visch nog zoo duidelijk onderscheidt, dat hy ,dien met zijn pijl weet te treffen; dat hij een in net dichte loover verborgen stuk wild, waarvan de Europeaan niet het flauw ste vermoeden heeft, onmiddellijk be merkt; dat hy op den bodem en in het gras de minst duidelijke sporen herkent en die over groote afstanden volgt. Van deze feiten uitgaande, heeft Dr. Ranke de oogen van verschillende Bakaïri-Indiancn uit de binnenlanden van Brazilië aan een nauwkeurig on derzoek onderworpen. Zeer gemak kelijk ging dit niet, omdat het hem moeilijk was, zich in de Bakaïri-taaL verstaanbaar te maken, terwijl boven dien bleek, dat de inboorlingen in hunne taal geen woorden hadden om de verschillende kleuren nauwkeurig en scherp tc onderscheiden. Het bleek den onderzoeker, tot zijn eigen verbazing, dat dc gezichtsscherp te van den indiaan zich weinig of niets onderscheidt van die van den Europeaan. De bovengenoemde, voor ons phenomenal© verrichtingen, berus ten hoofdzakelijk op eene voortdu rende oefening van liet accomodatie- vermogen, dat dientengevolge het onze verre overtreft. Hierbij komt, dat de Indianen, evenals do meeste natuur volkeren, hunne omgeving niet waar nemen als een groot geheel, zooals de Europeaan een landschap pleegt waar te nemen, maar dat zji het ge heel verwaarloozcn om al hunne aan dacht te vestigen op de détails, of liever telkens op een enkel détail. In verhand hiermede merkt Dr, Ran ke op, dat de in Europa sterk toe nemende bijziendheid niet moet wor den beschouwd als een storing in de functiën van het oog of als eene zie kelijke aandoening, maar als eene zeer nuttige en heilzame aanpassing aan onze levensvoorwaarden, die van ons bij ons werk het zien op geringen afstand vorderen. E. H. VARIA. Te kras. - Toen generaal Philip Sheridan, eenige jaren geleden, de Spokanes bezocht, verhaalde hy aan dc Indianen, door middel van een tolk, de wonderen van den spoorweg en wachtte dan af, welk eene uit werking die mededeeling op hen had. „Wat zeggen zy?" vroeg hy den tolk. ,,Zy zeggen, dat zy er niets van gelooven", was het antwoord. Toeu beschreef Sheridan de stoom boot en de tolk bracht zijne beschrij ving over. „Wat zeggen ze daarvan?" vroeg de generaal weder, ziende dat de ge zichten van dc Indianen onverschillig bleveiL „Zy zoggen, dat zij dat ook niet gelooven." Toen gaf de generaal eene beschrij ving van de telefoon, en vertelde hoe oen man aan het eene einde van een lang ijzerdraad met iemand aan het andere einde daarvan gesproken had. De tolk bewaarde het stilzwijgen. „Welnu", zcide de generaal, „waarom vertolkt gij hun dat niet?" „Omdat ik dat verhaal zelf ook niet geloof." antwoordde de gemoede lijke man. Hoe groot is de afstand tus sehen de zon en de aarde? Zevenendertig millioen mijlen. Uitstekenden hoe hebt u dien afstand gevonden Enorm, professor. Landlooper (tot een collega) En nu zeggen ze nog dat we niet wer ken Hoor maar eens wat hier in de courant staat: „Eiken keer als de measch adem haalt, beginnen meer dan houderd spieren bij hem te wer ken." Puck. l)e dames TausendÜnger spelen altoos quatremains Ze willen de verantwoordelijk heid deeleo.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 7