Een messteek.
Donderdagavond ruim halfeif kwam
de 21-jarige dienstbode A. M.. uit
Fredenksoord af komstig, dienende by
den lieer K. in de Veerallóete Zwolle
uit de stad tehuis. Zij heeft verkee
ring met een jongen., wonende te
Kampen, die te ruim 10 ure aau hare
woning was geweest om haar te spre
ken, maar haar niet tehuis vond. A.
M. was in de Yeerallée een paar per
sonen tegen gekomen, waarvan een
haar tot aan het tuinhek had begeleid
en daar van haar afscheid had geno
men. Toen zij in den tuin kwam werd
zy onverwachts door een manspersoon
aangegrepen en geslagen. Zy vluchtte
de keuken binnen, waar bleek dat zij
in den rug was gestoken. Bij het tuin
hek werd" later de afgebroken knop
van een parapluie gevonden, waaruit
men mag afleiden, aat daarmee gesla
gen is.
Dr. Klinkert uit Zwolle werd ont
boden en begaf zich met den inspec
teur van dén nachtdienst, den heer
J. Veenhaizen. derwaarts, 't Bleek
dat het meisje in den rug eene ver
wonding had van circa 8 cM. diep
en 2 cM. breed; de steek was geluk
kig op een der ribben afgeschampt
en bleek niet. levensgevaarlijk tc zyn.
De zaak wordt door de politie onder
zocht; tegen den vermoedelijken da
der den vrijer van de meid is
procesverbaal opgemaakt.
Letteren en Kunst.
De zaak Hogerhuis.
De zaak van de drie gebroeders
Hogerhuis, die naar men weet zyn ver
oordeeld tót resp. 12, 11 en 6 jaar ge
vangenisstraf wegens een inbraak te
Britsum, maar aan wier onschuld, door
velen met overtuiging wordt geloofd,
heeft thans eene_ brochure in 't leven
geroepen van niet minder dan acht
vel eompressen druk, waarin de
gansühe loop der zaak nog eens uit
voerig wordt nagegaan en beoordeeld
en de schrijver ten slotte tot de con
clusie komt. dat deze drie menschen
inderdaad de slachtoffers zijn van een
rechterlijke dwaling.
Het is zeer zeker van beteekenis,
dat deze brochure geschreven is door
iemand, die naar men /.eggen zou,
persoonlijk by de zaak geenerlei be
lang kan hebben, een inwoner van
'Loosduinen. de lieer M. Valk Lzn.,
huize Groenhoven. Immers, de bewe
ging, die er te Britsum zelf heerscht
om de onschuld der gebroeders Ho
gerhuis te bewijzen, kan nog ontstaan
door de dryfkracht, uitgaande van
een persoon of eene familie. Dit gaat
in kleine: plaatsen meer zoo.
Weliswaar staat daartegenover, dat
op diezelfde manier indertijd ook een
publieke opinie kan zijn gevormd over
de schuld van de gebroeders Hoger
huis. In elk geval verdient het de
aandacht, dat steeds meer menschen
zich opmaken en uitsloven om eene
vernieu wde behandeling van de zaak
te verkrijgen. Onder deze omstandig-
lieden zonden, dunkt ons, de rechters
die het vonnis velden, zelvén naar deze
tweedie behandeling van de zaak moe
ten verlangen. Want een weinig moeite
is niets, vergeleken bij de ontzettende
mogelijkheid, dat drie menschen on-
sehnlcug gevangen worden gebonden.
Zangwedstrijd.
De regelings-commissie voor den
nationalen zangwedstrijd voor man
nenkoren, uitgeschreven door de ver-
eeniging OrpJiêon, die te Amsterdam
zal gehouden worden op 20 en 21
November a.s., heeft heden ontvangen
een groote zilveren medaille van H.
M. de Koningin, een zilveren medaille
van H. M. de Koningin-Regentes, en
twee zilveren medailles van het ge
meentebestuur van Amsterdam.
In Eigen Haard van heden is o. m.
opgenomenhet slotartikel over de
tentoonstelling te Brussel door W.
Mulier; een artikel over .Tapansche
versieringskunst door S. Kalffeneen
over de Haarlemsche Trekvaart met
tal van afbeeldingen door Jo.de Vries;
enz.
De Wereldkroniek geeft artikelen
met afbeeldingen over het bezoek der
koninginnen te Zutfen en te Dord
recht. "Verder een levensschets van
Ds. C. Adama van Seheltemamet
portreteene van deu Groningsehen
Hoogleeraar Dr. P. C. Pluggeenz.
Nedarlandscha Opera.
De heer L. van der Linden ver
zoekt ons uiede te deelen dat van
den heer B. ontvangen is als vrij
willige bijdrage in het waarborgfonds
een bedrag van vyftig gulden.
Sport en Wedstrijden.
De Groote Pry's Jvau Ostende
is behaald door Protin. 2 was Sing-
rossi, 3 Fischer, 4 Ruinart.
Van de liefhebbers wou Pieter. 2
Dewarez, 3 Silk.
In den tandem-wedstrijd was de
volgorde van aankomst1. Protin—
Fischer, 2. Gaseoyne—Brown, 3 Ham
let— Demy ttenaere.
RECHTSZAKEN.
Een reeks van diefstallen.
De vacantiekamer der Amsterdam-
sche rechtbank hield zich Donderdag
en Vrijdag bezig met het getuigen
verhoor in eene zaak tegen vier jeug
dige dieven. Veldman, Donker, Sille-
man en Sóet, beklaagd van diefstal
met braak in verschillende kantoren.
Bij den heer Helsloot, sigarenfabri
kant op de Leidsckegraehf zijn 100
sigaren, een klok en geld gestolen,
bij den heer Louis Meyer op de
Muldergracht een schaar, een weeg
schaal, twee tasschen eu andere zaken,
bij den heer Kleman op de Oude-
schans, sleutels eu sigaren, waarna
diens pakhuizen aan dé overzijde der
Oudeschans bezocht werden. Uit het
kantoor der wijnhandelaars Baak en
Zoon in de Koggestraat werden post
zegels, sigaren, twee parapluies en
een gouden broche ontvreemd en by
Gebrs. Koetser op de Reguliersgracht
2000 sigaren, een stempel, 2 tasschen
enz. Ten slotte werd een poging tot
inbraak beproefd bij den heer Beer
man, op de Prinsengracht bij de
Westermarkt, welke echter door voor
bijgangers werd belet. Al deze mis
drijven werden gepleegd in de maand
Mei j.l. en door de vier beklaagden
volledig bekend.
Voorts kwam nog een inbraak in
het kantoor der heeren Lampe aan
den Singel bij de Raadhuisstraat ter
sprake, waar de laden van het schrijf
bureau geopend werden met gereed
schap, dat de dieven in het kantoor
zelf vondon; daar werden een kamer-
buks, sigaren- en tabakspijpen en
andere kleinigheden gestolen. Hoe
kalm de (lieven hun gang gingen
blykt uit het feit, dat zij op hunne
manier terstond van hun diefstallen
plachten te profiteeren. Van de sigaren
werden er -by het verlaten der per-
ceelen opgestoken, aau wijn en cognac
deden de heeren zich bij hun werk
rijkelyk tegoed; hij den heer Lampe
stopte Donker een pijp voor hij heen
ging.
Ook blijkt nog uit een eierkolder
op den O. Z. Voorburgwal een uur
werk en eenig geld gestolen te zijn,
uit een blikslagers werkplaats in de
Wapen van Delfsteeg een ijzeren
geldkistje met 28 gld. Onder de ge
tuigen kwam een jongmensch voor,
de zoon der vrouw bij wie twee der
beklaagden hadden gewoond en die
door den rechter als medeplichtige
werd aangezien. Hij bleef echter ont
kennen iets van de diefstallen af te
weten hoewel het grootste deel van
het gestolen goed bij hem in huis
was gebracht en Veldman en Donker
te kennen gaven dat hij van een en
ander zeer goed op de hoogte was.
De eiscli luidde tegen den lsten
beklaagde 4 jaar, 2en beklaagde 5
jaar, 3en beklaagde 6 jaar en den
4en beklaagde 4 jaar.
GEMENGD NIEUWS.
De Russische leesten.
Op de Russische feesten op 24 en
25 Augustus te Petersburg zullen
600 Fransche matrozen genoodigd
worden. Zij krijgen een lunch, Fran-
schen wijn, bier en champagne.
In de schouwburgen zullen gala
voorstellingen gehouden worden. De
tuinen der" theaters zullen schitterend
verlicht worden.
De Russische journalisten zullen
hunnen Fraaschea collega's een eere-
raaaltijd aanbieden.
23 Augustus zal aan de Fransche
officieren een banket worden aange
boden. Er zal eene cantate, expres
voor dit feest opgemaakt, ten gehoore
worden gebracht.
De wielrydersvereenigingen hebben
het plan een schitterend feest voor te
bereiden. Het zal bestaan uit een op
tocht met flambouwen, carnaval, bals
en wedstrijden, waarvoor een zilveren
bokaal ais prijs is uitgeloofd met de
initialen van den president.
In verschillende publieke tuinen
worden voor de Fransche of ficieren en
matrozen feesten georganiseerd.
De patroons geven hun werklieden
vry, en onthalen hen.
Eene deputatie van de Fransche
scholen van deze stad zal aan den
president hare opwachting komen
maken.
De winkeliers, banketbakkers, kap
pers, kooplieden in tabak, speelgoed,
enz., hebben allerlei artikelen aan de
markt gebracht, die op deze feiten
betrekking hebben.
De adel en eerste families, die
buiteu vertoeven, komen de feesten
in St. Petersburg medemaken.
Vele portretten en busten van den
president worden reeds verkocht.
In een drankwinkel te Dettelbaeli
bij Kitziugen is Donderdag een vat
met spiritus in brand geraakt, terwijl
verscheidene personen in de nabij
heid waren. Het vat ontplofte en vijf
mensehen stonden in een oogenblik
in vlammenmet brandende kleeren
snelden zij de straat op. Drie van
deze ongelukkigen verbrandden, de
andere twee verkeeren nog in levens
gevaar. De vrouw van een dokter
schrikte zoo bij het zien van de
brandende menschen, datzy dooreen
beroerte getroffen werd en stierf.
Angioülio is Vrijdagochtend te Ver-
gera terechtgesteld.
Andrée's pooltocht.
De Times behelst een artikel van
den heer W. B, Tegetmeier, te Finch-
ley, een autoriteit op het gebied van
postduiven, waarin deze tot de slot
som komt, dat de door de „Alk" ge
schoten duif, welke, naar het heette,
een bericht van den heer Andrée bij
zich droeg, vermoedelijk een canard
is geweest.
Huiswaarts keerende duiven zegt
de heer Tegetmeier richten hun
weg op het gezicht. Alle duiven, ge
bruikt voor reizen op langen afstand,
moeten zoo geoefend worden, dat zij
bekend worden met het land waaro
ver zy heen vliegen. Indien zy dit
niet kennen en het niet kunnen ont
dekken, zijn ze zonder uitzondering
verloren. De heer Andrée heeft, naar
gezegd wordt, zijne duiven medege
nomen van Tromsö in Noorwegen. De
afstand van daar naar Spitsbergen be
draagt ongeveer 700 mijlen over de
Poolzee. Het denkbeeld, dat mogelijk
eenige duiven, welke ook, zulk een af
stand terug zouden kunnen afleggen
over een onbekende zee, zou als in de
„hoogste mate onzinnig" beschouwd
worden door allen die bekend zyn met
de verrichtingen dezer vogels, die tal-
looze oefeningen noodig hebben, om
te verkrijgen, dat zij veel kleiner af
standen over land afleggen. Het be
richt, dat duiven terugkeerden van sir
John Ross' expeditie werd algemeen
aangenomen, ten gevolge van een be
lachelijk verhaal, dat overgenomen
werd in de derde uitgaaf van Yarrel's
„Britsehe vogels". Ik protesteerde
tegen dit verhaal en het is verwijderd
uit de laatste uitgaaf van dit belang
rijke werk.
Het bericht in uw blad van 18 Au
gustus laat ten zeerste onvoldaan.
De kapitein van het visscbersvaar-
tuig de „Alk", wordt gemeld een duif
geschoten te hebben op een breedte-
van 80°47' terwijl liy tussehen de
Noordkaap van Spitsbergen en de Ze
ven Eilanden doorvoer. Hier zou de
vogel aan verschillende zijden binnen
gezicht van land zijn geweest en het
vaartuig niet genaderd zijn. Het tele
gram verder is zeer onvoldoende. In
dien Andrée duiven losgelaten had
op den in het telegram genoemden af
stand, dan zou hij al weinig zijn op
geschoten en heel wat anders gemeld
hebben.
Het feit, dat de kapitein de depêche
raedenam op zijn reis naar het Noor
den, is opmerkelijk, evenals de bui
tengewoon omslachtige weg, waarop
het bericht Ohristiania bereikte.
Gaande van de Alk naar het schip
uit Tromsö op zee, en van daar over
gebracht naar de Express, een an
dere stoomboot, kwam het bericht
ten slotte door de stoomboot Lofoen
aan. Het geheele verhaal wordt zoo
doende buitengewoon twijfelachtig en
onvoldoende.
Het bericht spreekt van een tele
gram en een brief. Nu weet iedereen
die verstand heeft van het overbren
gen van boodschappen door duiven,
dat brieven in den eigenlijken zin
des woords nooit worden gezonden.
Bij de postduif bestellingen naar
Parijs gedurende het beleg werden
wel is waar brieven gemicrophotogra-
pheerd op vliesjes zoo licht, dat ver
scheidene honderden brieven slechts
twee of drie greinen wogen, maar dit
was voor Andrée niet mogelijk, die
alleen een „brief" had kunnen ver
zenden door deze op een klein strookje
zeer dun papier te schrijven en liet
om het pootje van den vogel te rollen,
en ware een brief ontvangen, dan
zouden we ongetwijfeld eenige inlich
ting hebben gekregen omtrent den
aard van den inhoud. Ik kan het ge-
heele verhaal slechts voor buitenge
woon onbetrouwbaar houden.
Den tekst van het bericht aan de
Times uit Chiistiania van 17 Aug.
luidt als volgt:
Op 20 Juli, op een breedte van
80° 47', tussehen (1e Noordkaap en
de Zeven Eilanden, heeft de kapitein
van het, te Hammerfest tlmis behoo-;
rende visschers vaar tuig de „Alk" een
postduif geschoten, die een telegram
en een brief bij zich had aan het
Aftonbladet te Stockholm.
Het telegram luidde: „Passeerden
32 graden breedte met goede reis
noordwaarts. Andrée". De datum
was niet te lezen.
De kapitein der „Alk" weigerde,
hetzy de dépêche of de duif over te
«reven en zette zijn reis naar het Noor
den voort. Hij is goed op do hoogte
van het plan van den heer Andrée
en stelt er veel belang in.
Het bericht van het schieten dei-
duif en de inhoud van hot korte te
legram hebben Ohristiania langs een
zeer indirecten weg bereikt.
De „Alk" deelde het bericht mede
aan de „Ingeborg" uit Tromsö, die
zij op zee praaide. De „Ingeborg"
bracht het over aan de „Expres", een
stoomboot die dr. Lerner's Poolex
peditie thuis brengt, en het bericht
bereikte eindelijk Ohristiania door de
stoomboot „Lofoen".
Hieronder plaatste de Times het
volgende telegram nit Hammerfest:
„Naar luid van hier ontvangen be
richten was de brief bij de postduif
gevonden, die de kapitein van de „Alk"
schoot, geadresseerd „aan den vinder",
wien daarin gevraagd wordt het tele
gram aan het Aftonbladet te seinen en
ook den inhoud openbaar te maken.
De „Expres" trachtte nog de „Alk"
te vinden na den inhoud van het te
legram vernomen te hebben, maar
zonder succes. De „Alk" wordt hier
einde Augustus verwacht."
Werkstaking-
in eene gevangenis.
Uit Californië schrijft de heer van
Outeren in de „Arnh. Ct." over eene
merkwaardige werkstaking in eene
gevangenis.
Een groot gedeelte van de gevan
genen, ongeveer 900, moeten zich
overdag onledig houden met het ver
vaardigen van graanzakken in den
zoogenaamden „jute mill".
Den 27n Mei begaven zij zich, even
als naar gewoonte, om 7 uur in den
morgen naar de fabriek, waar. zoodra
de machines zich in beweging stel
den, het sein tot aanvang van den
arbeid luidde. In plaats van rustig
aan den gang te gaan, weigerden de
gevangenen beslist en gaven den ma
chinist bevel, de machines oogenblik-
kelijk tot stilstand te brengen, iets
waar direct gevolg aan gegeven werd,
daar, evenals andere dagen, het ge
wone getal opzichters (12) aanwezig
waren en dezen tegenover de 900
stakers niets vermochten.
De directeur werd terstond geroe
pen en door dezen bevel gegeven on
verwijld aan den arbeid te gaan, ech
ter zonder gunstig gevolg de heeren
hadden het er op gezet te staken en
zouden dit blijven doen zoolang hun
grieven niet ingewilligd waren.
Enkelen klaagden Óver het eten en
de wyze waarop het bereid wordt,
anderen dat er 's avonds niet genoeg
petroleum in de lampen is en deze
vóór het bepaalde uur van zelf reeds
uitgaan, terwyl sommigen aan bet
dessert vruchten, die het jaargetijde
medebrengt, wenschen te zien voor-
gediend. Algemeen klaagde men ech
ter over te harden en langdnrigen ar
beid.
De directeur liet oogenblikkelijk
uegentig van do gevaarlijkste boos
wichten in onderaardsche cellen op
sluiten met bevel, hun niets anders te
geven dan water en brood, eenmaal
daags, voornamelijk om het verhemelte
van bon te streelen, die vruchten aan
het dessert verlangden
Deze cellen ten getale van 14, zeven
aan iederen kant van een donkere
gang, zijn elk van een ijzeren deur
voorzien en worden in den regel ge
bruikt tot eenzame opsluiting van
weerspannige veroordeelden, die aan
een in den muur gemetselden ketting
vastgelegd worden.
Thans, de nood maakt wetten, moes
ten in elke cel ongeveer zeven gevan
genen opgesloten worden, die dus
ruimschoot gelegenheid hadden, on
derling vau gedachten te wisselen
wat hun thans tc doen stond.
Een hunner, een sterke jonge kerel,
kwam op den inval eene poging te
wagen, den in den muur bevestig
den ketting los te maken. Dadelijk
ging het zevental aan het trekken en
rukken met het gevolg dat de ketting
spoedig los was, zoodat het ingemet
selde gedeelte als breekijzer en het
overige als hamer dienst kon doen.
Met dit werktuig was spoedig een
gat in den muur gebroken, groot ge
noeg om één persoon door te laten,
wien het, eenmaal in de nauwe gang
zijnde, slechts korten tijd benam,
weder met behulp van den losgebro
ken ketting, de 14 ijzeren deuren uit
hun scharnieren te lichten, zoodat de
90 opgeslotenen allen in de gang
vereenigd waren. Toen vingen zij
aan te krijscben en te tieren, opdat
de aandacht der wachters op hen
gevestigd zou worden, voor wie zij
eene verrassing in de gang wegge
legd hadden.
De directeur, die op het ergste
voorbereid was ging met eenigen
zyner wachters goed gewapend naar
voorschreven cellen, waar zij zoodra
de buitendeur ontgrendeld was, met
baksteenen begroet wei-den, die van
te voren uit den muur losgebroken
waren.
Het bevel „geeft vuur" werd daar
op met luider stemme gegeven, en
een zevental schoten werden gelost.
Slechts een der gevangenen, iemand
die tot levenslange straf veroordeeld
is en zich niet vlug genoeg achter de
ijzeren deuren, die bij wijze van ver
schansing waren opengeworpen, had
wetèn te verbergen, kreeg een schamp
schot in zyn nek, doch overigens
werd niemand gewond.
Dit salvo had echter in zooverre
een gunstige uitwerking, dat de ge
vangenen zich zonder verder verzet
overgaven, doch tegelijkertijd ver
klaarden de werkstaking tot liet
uiterste te zullen volhouden.
Aangezien de 14 cellen voor het
oogenblik onbruikbaar waren ge
maakt, werden de booswichten elders
opgesloten, waar zij onder onmiddel
lijk toezicht van gewapende wachters
gehouden werden. Hun gehuil en ge
jammer nam echter hand over hand
toe en de directeur moest naar een
afdoend middel omzien om zoo spoe
dig mogelijk aan dezen gevaarlijken
toestand een eind te makea. Bloed
vergieten wilde hij niet dan in het
uiterste geval en daarom moest, een
ander wapen ter hand genomen wor
den om de koppige en luidruchtige
oproermakers tot reden te brengen.
Dit vond hij in den vorm van de
waterleiding. Een slang, vier duim in
middellijn, "werd aan een der stand
pijpen geschroefd en de daaruit met
kracht spuitende straal, om de beurt
zoolang op elk der booswichten ge
richt, tot zij door en door nat waren.
Toch hielden zij niet op met schreeu
wen en dientengevolge werd het
koude bad den volgenden dag her
haald met dit gevolg, dat de meesten
er genoeg van" kregen en den direc
teur verzochten weder in genade te
worden aangenomen. Allen zullen
echter ten strengste worden gestraft
als voorbeeld voor de anderen en
hiermede, is voorloopig een der merk
waardigste werkstakingen van Ame
rika geëindigd.
IHGEZOWDEH
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich niet aansprakelijlc.
Van ingezonden stukken, geplaatst
of niet geplaatst, wordt de copij
niet aan dm inzmder t&rug-
gegevm. i
Mijnheer de Redacteur
In Uwe courant van gisteren vraagt
een lid der Haarlemsche Handelsver-
eeniging naar aanleiding van het ver
trek met de noorderzon van den
directeur van het bureau Holiandia
„Was het geen noodzakelijke plicht
van het bestuur der H. H. V. om
zooveel in haar vermogen was voor
dergelyke handelingen gepleegd door
zulk een verdacht individu te waar
schuwen en te waken", en hij laat er
op volgen:
„Ik voor mij geloof dat door zulk
nalaten veel verzuimd is."
Het zij mij vergund er op te wijzen,
dat steeds als informatiën werden
gevraagd omtrent Mansveld dezen
in ongunstigen zin door het bestuur
der H. H. V. werden beantwoord,
omdat het bestuur diens zaak niet
solide achtte, ofschoon het tegelijker
tijd niet tegen diens persoon openlijk
kon waarschuwen omdat ondanks
verschillende en talrijke onderzoekin
gen op verschillende tijden, nooit iets
bepaald slechts of oneerlijks ter harer
kennis kwam.
Hieruit volgt m.i. (lat het bestuur
der H. H. V. in deze zaak niet anders
heeft mogen of moeten handelen dan
is geschied.
Verder kan ik eerlijk verklaren, dat
M. het bestuur niet vooraf met zijn
vertrek heeft in kennis gesteld, opdat
het er tegen kan waarschuwen. Het
bestuur wist niets van's mans plotse
linge afreis en vindt het zoo moeielijk
ei* dan voor te waken.
Overigens is het wel wat kras te
vragen, dat het bestuur der H. H. V.
in dergelijke gevallen als politie op
treedt. De H. H. V. komt op voor de
belangen harer leden maar niet voor
die van alle gemeentenaren en hoewel
het bestuur het natuurlijk zeer be
treurt als iemand (lid of geen lid der
H. H. V.) door dusdanige practyken
schade lijdt, meent het toch ook
dat zeker zeer weinig leden der
H. H. V. door Mansveld's machina-
tiën er in zijn geloopen en dat eenige
meerdere voorzichtigheid van de be
drogenen veel schuld had kunnen
voorkomen.
Terwijl ik besluit met het lid der
H. H. V. er op te wijzen, dat op
merkingen als de hier boven beant
woorde op de algemoene vergade
ring der Vereeniging dienen te wor
den gemaakt en niet in een dagblad,
dank ik n mijnheer de Redacteur
voor de verleende plaatsruimte en
noem ik mij,
hoogachtend
Uwe Dw.
F. H. SMIT,
Secretaris der H. H. V.
Vervolg Stadsnieuws
Een looper van den heer M., win
kelier in hoeden hier ter stede is dooi
de politie in verhoor genomen, daar
hij verteld heeft, geld van eene quitan-
tie door hem geïnd, te hebben ver
loren. welke bewering echter in twijfel
is getrokken.
Heemstede.
BevallenM. Meiland— Kouffman d.
Zandvoort.
Bevallen: C. J. Groenewoud—van
Beem z.
Maandag 23 Aug. a. s. des avonds
7 Va uur vergadert de Raad dezer ge
meente, ter behandeling van de ge
meente-rekening over 1S96 en de con
cessieaanvrage van de heeren van den
Arend en van der Steur nopens de
tram-verbinding met Haarlem, alsmede
voor de benoeming van 2 onderwij
zers.
In deze week kwamen de Zand-
voortsche bomschuiten 7 maal met
versche visch ter afslag. Besomming
f 23.— tot f 43.—. De prijzen der visch
gevaren hebben. Maar ik ben er zeker van dat daar
myn vriend Bill aankomt, met zijn verrekijker onder
zijn arm. Gij eu ik gaan in de gelagkamer achter de
deur staan wij zullen Bill een verrassing bereiden
By deze woorden duwde de vreemdeling mij in den
hoek achter de deur en ging voor mij staan. Ik ver
keerde in een alles behalve prettigen toestand zooals
gij wel kont begrypen en myn angst vermeerderde nog
toen ik bemerkte dat de vreemdeling zelf bevreesd was.
Hij maakte zijn hartsvanger schoon en trok hem uit
de scheedeen al dien tyd, dat wy stonden te wachten,
snoof hh, alsof zijn keel was diehtgesnoerd.
Eindelijk en ten laatste trad de kapitein binnen, sloeg
de deur 'dicht en stapte zonder rechts of links te kijken
op de tafel toe, waar zijn ontbyt klaar stond.
«Bill" riep de vreemde man, op luiden toon.
De- kapitein keerde zich op zyn hielen rond en keek
ons strak aande bruine kleur week uit. zijn gelaat
en zyn neus werd zelfs blauw. Hy zag er uit als iemand,
die ee:o geest voor zich ziet en op mijn woord, ik voel
de op dat oogenblik medelyden met hem.
„Kom, Bill gy kent mij nog welgij herinnert je
toch zeker je ouden scheepskanferaad
De kapitein wilde er een grap van maken.
„De „Zwarte Hond" zeide hij.
„Ja, wie anders?" hernam de andere, die meer op
zijn gemab kwam.
„Ja, „de Zwarte Hond", zooals hjj indertijd genoemd
werd, komt zijn ouden scheepskameraad Bill eens op
zoeken. Ach, Bill, Bill, wat is het al een tyd geleden
sinds Ik mijn twee vingers verloor," zeide hy op zijn
verminkte hand wijzend.
„Welnu luister eens," zeide de kapitein, „gij hebt
me dus opgespoord. Hier ben ik nu, zeg dus, wat je
mij te vertellen hebt."
„Zoo is 't Bill," hernam de Zwarte Hond„gy hebt
het bij het rechte eind, Bill. Ik zal bij dit lieve kind,
van wien ik reeds veel ben gaan houden, een glas rum
bestellenen nu zullen wy eens als oude scheepska
meraden openhartig met elkaar spreken."
Toen ik met de rum terugkeerde zaten zij ieder aan
een kant van de tafel, waarop het ontbijt van den ka
pitein stond de Zwarte Hond zat dicht by de deur
en wel zóo dat hij met het eene oog den kapitein kon
gadeslaan en met het andere den uitgang in de gaten
kon houden.
Hy beval my hen alleen te laten en de deur wyd
open te zetten. „Ik houd niet van uw sleutelgaten,
ventje," zeide hij en ik verliet de kamer.
LangeD tyd hoorde ik niets dan een zacht gefluister,
ofschoon ik toch al myn best deed een woord van hun
gesprek op te vangenhun stemmen werden evenwel
al luider en luider, zoodat ik zoo nu en dan iets kon
verstaan en wel meestal vloeken van den kaptein.
„Neen, neen, neen, neener moet een eind aan ko
men," schreeuwde hy opeens. En daarop hoorde ik
„Als het dan op bekkensnijden aankomt, dan maar
dadelyk I"
Plotseling vernam ik een verschrikkelijk rumoer, ge
volgd door vloeken en andere geluidenstoelen en tafels
werden door elkaar gegooid, ik hoorde duidelyk het
gekletter van staal en daarna een kreet, waarop ik in
het volgend oogenblik den Zwarten Hond de deur uit zag
Snellen, gevolgd door den kapitein, beiden met getrok
ken messen. De eerste scheen gewond want het bloed
stroomde langs zijn linkerschouder. Bij de deur trachtte
de kapitein zijn tegenstander nog een laatsten slag toe
te brengen, die waarschijnlijk zyn hoofd in tweeën ge
spleten zou hebben, ware hij niet op ons uithangbord
afgeketst. Gij kunt heden de moet, door dien houw
toegebracht, er nog op zien.
Hiermee liep het gevecht af. Toen de „Zwarte Hond-
maar eenmaal buiten was, snelde hy als een pijl nit den
boog voort en een halve minuut later was hij uit het
gezicht verdwenen. De kapitein stond als versuft op
het. uithangbord te staren. Toen streek hij verscheidene
malen met zijn hand over zijn voorhoofd en keerde
daarop in huis terug.
„Jim." zeide hij,,, rum"hij wankelde en moest zich
aan den muur vasthouden om niet te vallen.
„Zijt gy gewond vroeg ik.
„Rum!" herhaalde hij. „Tk moet hiervandaan. Rum!
rum I"
Ik haastte my om aan zijn bevel te voldoen, maar
was zoo over stuur door al hetgeen er voorgevallen
was dat ik eerst een glas brak en toen de kraan stuk
draaide. Ik was juist bezig een ander glas te krijgen,
toen ik een harden slag in de gelagkamer hoorde. Da
delijk ging ik naar beneden en zag den kapitein in zyn
volle lengte op den grond liggen. Op hetzelfde oogen
blik kwam mijn moeder, verontrust door het geschreeuw
en gevecht, naar beneden. "Wy trachtten samen zijn
hoofa op te tillen. Hy haalde benauwd adem, zyn oogen
waren gesloten, terwijl zijn gelaat loodkleurig was ge
worden.
„O! lieve hemel!" riep mijn moeder uit. „Welk een
schande brengt hij over ons huisEn nu is uw arme
vader ook zoo ziek
Wij wisten niet hoe wy den kaptein zouden bijbren
gen en dachten niet anders dan dat hij doodelijk ge
wond was in het gevecht met den vreemdeling. Ik pro
beerde hem een weinig rum door de keel te gieten,
maar zijn tanden waren vast op elkaar geklemd en het
was niet mogelijk zijn mond open te krijgen. Het was
een ware .verlichting voor ons, toen dokter Livesev
binnentrad.
„Odokter," riepen wij uit, „wat moeten wij begin
nen? Waar is hij gewond?"
„Gewond Niet meer dan gij of ik," antwoordde de
dokter. „Maar de kruik gaat zoolang te water, tot zy
breekt De man heeft een aanval van delirium, waar
voor ik hem gewaarschuwd heb. Juffrouw Hawkins,
loop spoedig naar boven en vertel er, zoo mogelijkuw
man niets van. Ik moet trachten dien kerel weer in
het leven te roepen. Jim zal mij wel een kom aan
geven."
Wordt vervolgd.)