Een messteek. Donderdagavond ruim halfeif kwam de 21-jarige dienstbode A. M.. uit Fredenksoord af komstig, dienende by den lieer K. in de Veerallóete Zwolle uit de stad tehuis. Zij heeft verkee ring met een jongen., wonende te Kampen, die te ruim 10 ure aau hare woning was geweest om haar te spre ken, maar haar niet tehuis vond. A. M. was in de Yeerallée een paar per sonen tegen gekomen, waarvan een haar tot aan het tuinhek had begeleid en daar van haar afscheid had geno men. Toen zij in den tuin kwam werd zy onverwachts door een manspersoon aangegrepen en geslagen. Zy vluchtte de keuken binnen, waar bleek dat zij in den rug was gestoken. Bij het tuin hek werd" later de afgebroken knop van een parapluie gevonden, waaruit men mag afleiden, aat daarmee gesla gen is. Dr. Klinkert uit Zwolle werd ont boden en begaf zich met den inspec teur van dén nachtdienst, den heer J. Veenhaizen. derwaarts, 't Bleek dat het meisje in den rug eene ver wonding had van circa 8 cM. diep en 2 cM. breed; de steek was geluk kig op een der ribben afgeschampt en bleek niet. levensgevaarlijk tc zyn. De zaak wordt door de politie onder zocht; tegen den vermoedelijken da der den vrijer van de meid is procesverbaal opgemaakt. Letteren en Kunst. De zaak Hogerhuis. De zaak van de drie gebroeders Hogerhuis, die naar men weet zyn ver oordeeld tót resp. 12, 11 en 6 jaar ge vangenisstraf wegens een inbraak te Britsum, maar aan wier onschuld, door velen met overtuiging wordt geloofd, heeft thans eene_ brochure in 't leven geroepen van niet minder dan acht vel eompressen druk, waarin de gansühe loop der zaak nog eens uit voerig wordt nagegaan en beoordeeld en de schrijver ten slotte tot de con clusie komt. dat deze drie menschen inderdaad de slachtoffers zijn van een rechterlijke dwaling. Het is zeer zeker van beteekenis, dat deze brochure geschreven is door iemand, die naar men /.eggen zou, persoonlijk by de zaak geenerlei be lang kan hebben, een inwoner van 'Loosduinen. de lieer M. Valk Lzn., huize Groenhoven. Immers, de bewe ging, die er te Britsum zelf heerscht om de onschuld der gebroeders Ho gerhuis te bewijzen, kan nog ontstaan door de dryfkracht, uitgaande van een persoon of eene familie. Dit gaat in kleine: plaatsen meer zoo. Weliswaar staat daartegenover, dat op diezelfde manier indertijd ook een publieke opinie kan zijn gevormd over de schuld van de gebroeders Hoger huis. In elk geval verdient het de aandacht, dat steeds meer menschen zich opmaken en uitsloven om eene vernieu wde behandeling van de zaak te verkrijgen. Onder deze omstandig- lieden zonden, dunkt ons, de rechters die het vonnis velden, zelvén naar deze tweedie behandeling van de zaak moe ten verlangen. Want een weinig moeite is niets, vergeleken bij de ontzettende mogelijkheid, dat drie menschen on- sehnlcug gevangen worden gebonden. Zangwedstrijd. De regelings-commissie voor den nationalen zangwedstrijd voor man nenkoren, uitgeschreven door de ver- eeniging OrpJiêon, die te Amsterdam zal gehouden worden op 20 en 21 November a.s., heeft heden ontvangen een groote zilveren medaille van H. M. de Koningin, een zilveren medaille van H. M. de Koningin-Regentes, en twee zilveren medailles van het ge meentebestuur van Amsterdam. In Eigen Haard van heden is o. m. opgenomenhet slotartikel over de tentoonstelling te Brussel door W. Mulier; een artikel over .Tapansche versieringskunst door S. Kalffeneen over de Haarlemsche Trekvaart met tal van afbeeldingen door Jo.de Vries; enz. De Wereldkroniek geeft artikelen met afbeeldingen over het bezoek der koninginnen te Zutfen en te Dord recht. "Verder een levensschets van Ds. C. Adama van Seheltemamet portreteene van deu Groningsehen Hoogleeraar Dr. P. C. Pluggeenz. Nedarlandscha Opera. De heer L. van der Linden ver zoekt ons uiede te deelen dat van den heer B. ontvangen is als vrij willige bijdrage in het waarborgfonds een bedrag van vyftig gulden. Sport en Wedstrijden. De Groote Pry's Jvau Ostende is behaald door Protin. 2 was Sing- rossi, 3 Fischer, 4 Ruinart. Van de liefhebbers wou Pieter. 2 Dewarez, 3 Silk. In den tandem-wedstrijd was de volgorde van aankomst1. Protin— Fischer, 2. Gaseoyne—Brown, 3 Ham let— Demy ttenaere. RECHTSZAKEN. Een reeks van diefstallen. De vacantiekamer der Amsterdam- sche rechtbank hield zich Donderdag en Vrijdag bezig met het getuigen verhoor in eene zaak tegen vier jeug dige dieven. Veldman, Donker, Sille- man en Sóet, beklaagd van diefstal met braak in verschillende kantoren. Bij den heer Helsloot, sigarenfabri kant op de Leidsckegraehf zijn 100 sigaren, een klok en geld gestolen, bij den heer Louis Meyer op de Muldergracht een schaar, een weeg schaal, twee tasschen eu andere zaken, bij den heer Kleman op de Oude- schans, sleutels eu sigaren, waarna diens pakhuizen aan dé overzijde der Oudeschans bezocht werden. Uit het kantoor der wijnhandelaars Baak en Zoon in de Koggestraat werden post zegels, sigaren, twee parapluies en een gouden broche ontvreemd en by Gebrs. Koetser op de Reguliersgracht 2000 sigaren, een stempel, 2 tasschen enz. Ten slotte werd een poging tot inbraak beproefd bij den heer Beer man, op de Prinsengracht bij de Westermarkt, welke echter door voor bijgangers werd belet. Al deze mis drijven werden gepleegd in de maand Mei j.l. en door de vier beklaagden volledig bekend. Voorts kwam nog een inbraak in het kantoor der heeren Lampe aan den Singel bij de Raadhuisstraat ter sprake, waar de laden van het schrijf bureau geopend werden met gereed schap, dat de dieven in het kantoor zelf vondon; daar werden een kamer- buks, sigaren- en tabakspijpen en andere kleinigheden gestolen. Hoe kalm de (lieven hun gang gingen blykt uit het feit, dat zij op hunne manier terstond van hun diefstallen plachten te profiteeren. Van de sigaren werden er -by het verlaten der per- ceelen opgestoken, aau wijn en cognac deden de heeren zich bij hun werk rijkelyk tegoed; hij den heer Lampe stopte Donker een pijp voor hij heen ging. Ook blijkt nog uit een eierkolder op den O. Z. Voorburgwal een uur werk en eenig geld gestolen te zijn, uit een blikslagers werkplaats in de Wapen van Delfsteeg een ijzeren geldkistje met 28 gld. Onder de ge tuigen kwam een jongmensch voor, de zoon der vrouw bij wie twee der beklaagden hadden gewoond en die door den rechter als medeplichtige werd aangezien. Hij bleef echter ont kennen iets van de diefstallen af te weten hoewel het grootste deel van het gestolen goed bij hem in huis was gebracht en Veldman en Donker te kennen gaven dat hij van een en ander zeer goed op de hoogte was. De eiscli luidde tegen den lsten beklaagde 4 jaar, 2en beklaagde 5 jaar, 3en beklaagde 6 jaar en den 4en beklaagde 4 jaar. GEMENGD NIEUWS. De Russische leesten. Op de Russische feesten op 24 en 25 Augustus te Petersburg zullen 600 Fransche matrozen genoodigd worden. Zij krijgen een lunch, Fran- schen wijn, bier en champagne. In de schouwburgen zullen gala voorstellingen gehouden worden. De tuinen der" theaters zullen schitterend verlicht worden. De Russische journalisten zullen hunnen Fraaschea collega's een eere- raaaltijd aanbieden. 23 Augustus zal aan de Fransche officieren een banket worden aange boden. Er zal eene cantate, expres voor dit feest opgemaakt, ten gehoore worden gebracht. De wielrydersvereenigingen hebben het plan een schitterend feest voor te bereiden. Het zal bestaan uit een op tocht met flambouwen, carnaval, bals en wedstrijden, waarvoor een zilveren bokaal ais prijs is uitgeloofd met de initialen van den president. In verschillende publieke tuinen worden voor de Fransche of ficieren en matrozen feesten georganiseerd. De patroons geven hun werklieden vry, en onthalen hen. Eene deputatie van de Fransche scholen van deze stad zal aan den president hare opwachting komen maken. De winkeliers, banketbakkers, kap pers, kooplieden in tabak, speelgoed, enz., hebben allerlei artikelen aan de markt gebracht, die op deze feiten betrekking hebben. De adel en eerste families, die buiteu vertoeven, komen de feesten in St. Petersburg medemaken. Vele portretten en busten van den president worden reeds verkocht. In een drankwinkel te Dettelbaeli bij Kitziugen is Donderdag een vat met spiritus in brand geraakt, terwijl verscheidene personen in de nabij heid waren. Het vat ontplofte en vijf mensehen stonden in een oogenblik in vlammenmet brandende kleeren snelden zij de straat op. Drie van deze ongelukkigen verbrandden, de andere twee verkeeren nog in levens gevaar. De vrouw van een dokter schrikte zoo bij het zien van de brandende menschen, datzy dooreen beroerte getroffen werd en stierf. Angioülio is Vrijdagochtend te Ver- gera terechtgesteld. Andrée's pooltocht. De Times behelst een artikel van den heer W. B, Tegetmeier, te Finch- ley, een autoriteit op het gebied van postduiven, waarin deze tot de slot som komt, dat de door de „Alk" ge schoten duif, welke, naar het heette, een bericht van den heer Andrée bij zich droeg, vermoedelijk een canard is geweest. Huiswaarts keerende duiven zegt de heer Tegetmeier richten hun weg op het gezicht. Alle duiven, ge bruikt voor reizen op langen afstand, moeten zoo geoefend worden, dat zij bekend worden met het land waaro ver zy heen vliegen. Indien zy dit niet kennen en het niet kunnen ont dekken, zijn ze zonder uitzondering verloren. De heer Andrée heeft, naar gezegd wordt, zijne duiven medege nomen van Tromsö in Noorwegen. De afstand van daar naar Spitsbergen be draagt ongeveer 700 mijlen over de Poolzee. Het denkbeeld, dat mogelijk eenige duiven, welke ook, zulk een af stand terug zouden kunnen afleggen over een onbekende zee, zou als in de „hoogste mate onzinnig" beschouwd worden door allen die bekend zyn met de verrichtingen dezer vogels, die tal- looze oefeningen noodig hebben, om te verkrijgen, dat zij veel kleiner af standen over land afleggen. Het be richt, dat duiven terugkeerden van sir John Ross' expeditie werd algemeen aangenomen, ten gevolge van een be lachelijk verhaal, dat overgenomen werd in de derde uitgaaf van Yarrel's „Britsehe vogels". Ik protesteerde tegen dit verhaal en het is verwijderd uit de laatste uitgaaf van dit belang rijke werk. Het bericht in uw blad van 18 Au gustus laat ten zeerste onvoldaan. De kapitein van het visscbersvaar- tuig de „Alk", wordt gemeld een duif geschoten te hebben op een breedte- van 80°47' terwijl liy tussehen de Noordkaap van Spitsbergen en de Ze ven Eilanden doorvoer. Hier zou de vogel aan verschillende zijden binnen gezicht van land zijn geweest en het vaartuig niet genaderd zijn. Het tele gram verder is zeer onvoldoende. In dien Andrée duiven losgelaten had op den in het telegram genoemden af stand, dan zou hij al weinig zijn op geschoten en heel wat anders gemeld hebben. Het feit, dat de kapitein de depêche raedenam op zijn reis naar het Noor den, is opmerkelijk, evenals de bui tengewoon omslachtige weg, waarop het bericht Ohristiania bereikte. Gaande van de Alk naar het schip uit Tromsö op zee, en van daar over gebracht naar de Express, een an dere stoomboot, kwam het bericht ten slotte door de stoomboot Lofoen aan. Het geheele verhaal wordt zoo doende buitengewoon twijfelachtig en onvoldoende. Het bericht spreekt van een tele gram en een brief. Nu weet iedereen die verstand heeft van het overbren gen van boodschappen door duiven, dat brieven in den eigenlijken zin des woords nooit worden gezonden. Bij de postduif bestellingen naar Parijs gedurende het beleg werden wel is waar brieven gemicrophotogra- pheerd op vliesjes zoo licht, dat ver scheidene honderden brieven slechts twee of drie greinen wogen, maar dit was voor Andrée niet mogelijk, die alleen een „brief" had kunnen ver zenden door deze op een klein strookje zeer dun papier te schrijven en liet om het pootje van den vogel te rollen, en ware een brief ontvangen, dan zouden we ongetwijfeld eenige inlich ting hebben gekregen omtrent den aard van den inhoud. Ik kan het ge- heele verhaal slechts voor buitenge woon onbetrouwbaar houden. Den tekst van het bericht aan de Times uit Chiistiania van 17 Aug. luidt als volgt: Op 20 Juli, op een breedte van 80° 47', tussehen (1e Noordkaap en de Zeven Eilanden, heeft de kapitein van het, te Hammerfest tlmis behoo-; rende visschers vaar tuig de „Alk" een postduif geschoten, die een telegram en een brief bij zich had aan het Aftonbladet te Stockholm. Het telegram luidde: „Passeerden 32 graden breedte met goede reis noordwaarts. Andrée". De datum was niet te lezen. De kapitein der „Alk" weigerde, hetzy de dépêche of de duif over te «reven en zette zijn reis naar het Noor den voort. Hij is goed op do hoogte van het plan van den heer Andrée en stelt er veel belang in. Het bericht van het schieten dei- duif en de inhoud van hot korte te legram hebben Ohristiania langs een zeer indirecten weg bereikt. De „Alk" deelde het bericht mede aan de „Ingeborg" uit Tromsö, die zij op zee praaide. De „Ingeborg" bracht het over aan de „Expres", een stoomboot die dr. Lerner's Poolex peditie thuis brengt, en het bericht bereikte eindelijk Ohristiania door de stoomboot „Lofoen". Hieronder plaatste de Times het volgende telegram nit Hammerfest: „Naar luid van hier ontvangen be richten was de brief bij de postduif gevonden, die de kapitein van de „Alk" schoot, geadresseerd „aan den vinder", wien daarin gevraagd wordt het tele gram aan het Aftonbladet te seinen en ook den inhoud openbaar te maken. De „Expres" trachtte nog de „Alk" te vinden na den inhoud van het te legram vernomen te hebben, maar zonder succes. De „Alk" wordt hier einde Augustus verwacht." Werkstaking- in eene gevangenis. Uit Californië schrijft de heer van Outeren in de „Arnh. Ct." over eene merkwaardige werkstaking in eene gevangenis. Een groot gedeelte van de gevan genen, ongeveer 900, moeten zich overdag onledig houden met het ver vaardigen van graanzakken in den zoogenaamden „jute mill". Den 27n Mei begaven zij zich, even als naar gewoonte, om 7 uur in den morgen naar de fabriek, waar. zoodra de machines zich in beweging stel den, het sein tot aanvang van den arbeid luidde. In plaats van rustig aan den gang te gaan, weigerden de gevangenen beslist en gaven den ma chinist bevel, de machines oogenblik- kelijk tot stilstand te brengen, iets waar direct gevolg aan gegeven werd, daar, evenals andere dagen, het ge wone getal opzichters (12) aanwezig waren en dezen tegenover de 900 stakers niets vermochten. De directeur werd terstond geroe pen en door dezen bevel gegeven on verwijld aan den arbeid te gaan, ech ter zonder gunstig gevolg de heeren hadden het er op gezet te staken en zouden dit blijven doen zoolang hun grieven niet ingewilligd waren. Enkelen klaagden Óver het eten en de wyze waarop het bereid wordt, anderen dat er 's avonds niet genoeg petroleum in de lampen is en deze vóór het bepaalde uur van zelf reeds uitgaan, terwyl sommigen aan bet dessert vruchten, die het jaargetijde medebrengt, wenschen te zien voor- gediend. Algemeen klaagde men ech ter over te harden en langdnrigen ar beid. De directeur liet oogenblikkelijk uegentig van do gevaarlijkste boos wichten in onderaardsche cellen op sluiten met bevel, hun niets anders te geven dan water en brood, eenmaal daags, voornamelijk om het verhemelte van bon te streelen, die vruchten aan het dessert verlangden Deze cellen ten getale van 14, zeven aan iederen kant van een donkere gang, zijn elk van een ijzeren deur voorzien en worden in den regel ge bruikt tot eenzame opsluiting van weerspannige veroordeelden, die aan een in den muur gemetselden ketting vastgelegd worden. Thans, de nood maakt wetten, moes ten in elke cel ongeveer zeven gevan genen opgesloten worden, die dus ruimschoot gelegenheid hadden, on derling vau gedachten te wisselen wat hun thans tc doen stond. Een hunner, een sterke jonge kerel, kwam op den inval eene poging te wagen, den in den muur bevestig den ketting los te maken. Dadelijk ging het zevental aan het trekken en rukken met het gevolg dat de ketting spoedig los was, zoodat het ingemet selde gedeelte als breekijzer en het overige als hamer dienst kon doen. Met dit werktuig was spoedig een gat in den muur gebroken, groot ge noeg om één persoon door te laten, wien het, eenmaal in de nauwe gang zijnde, slechts korten tijd benam, weder met behulp van den losgebro ken ketting, de 14 ijzeren deuren uit hun scharnieren te lichten, zoodat de 90 opgeslotenen allen in de gang vereenigd waren. Toen vingen zij aan te krijscben en te tieren, opdat de aandacht der wachters op hen gevestigd zou worden, voor wie zij eene verrassing in de gang wegge legd hadden. De directeur, die op het ergste voorbereid was ging met eenigen zyner wachters goed gewapend naar voorschreven cellen, waar zij zoodra de buitendeur ontgrendeld was, met baksteenen begroet wei-den, die van te voren uit den muur losgebroken waren. Het bevel „geeft vuur" werd daar op met luider stemme gegeven, en een zevental schoten werden gelost. Slechts een der gevangenen, iemand die tot levenslange straf veroordeeld is en zich niet vlug genoeg achter de ijzeren deuren, die bij wijze van ver schansing waren opengeworpen, had wetèn te verbergen, kreeg een schamp schot in zyn nek, doch overigens werd niemand gewond. Dit salvo had echter in zooverre een gunstige uitwerking, dat de ge vangenen zich zonder verder verzet overgaven, doch tegelijkertijd ver klaarden de werkstaking tot liet uiterste te zullen volhouden. Aangezien de 14 cellen voor het oogenblik onbruikbaar waren ge maakt, werden de booswichten elders opgesloten, waar zij onder onmiddel lijk toezicht van gewapende wachters gehouden werden. Hun gehuil en ge jammer nam echter hand over hand toe en de directeur moest naar een afdoend middel omzien om zoo spoe dig mogelijk aan dezen gevaarlijken toestand een eind te makea. Bloed vergieten wilde hij niet dan in het uiterste geval en daarom moest, een ander wapen ter hand genomen wor den om de koppige en luidruchtige oproermakers tot reden te brengen. Dit vond hij in den vorm van de waterleiding. Een slang, vier duim in middellijn, "werd aan een der stand pijpen geschroefd en de daaruit met kracht spuitende straal, om de beurt zoolang op elk der booswichten ge richt, tot zij door en door nat waren. Toch hielden zij niet op met schreeu wen en dientengevolge werd het koude bad den volgenden dag her haald met dit gevolg, dat de meesten er genoeg van" kregen en den direc teur verzochten weder in genade te worden aangenomen. Allen zullen echter ten strengste worden gestraft als voorbeeld voor de anderen en hiermede, is voorloopig een der merk waardigste werkstakingen van Ame rika geëindigd. IHGEZOWDEH Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijlc. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de copij niet aan dm inzmder t&rug- gegevm. i Mijnheer de Redacteur In Uwe courant van gisteren vraagt een lid der Haarlemsche Handelsver- eeniging naar aanleiding van het ver trek met de noorderzon van den directeur van het bureau Holiandia „Was het geen noodzakelijke plicht van het bestuur der H. H. V. om zooveel in haar vermogen was voor dergelyke handelingen gepleegd door zulk een verdacht individu te waar schuwen en te waken", en hij laat er op volgen: „Ik voor mij geloof dat door zulk nalaten veel verzuimd is." Het zij mij vergund er op te wijzen, dat steeds als informatiën werden gevraagd omtrent Mansveld dezen in ongunstigen zin door het bestuur der H. H. V. werden beantwoord, omdat het bestuur diens zaak niet solide achtte, ofschoon het tegelijker tijd niet tegen diens persoon openlijk kon waarschuwen omdat ondanks verschillende en talrijke onderzoekin gen op verschillende tijden, nooit iets bepaald slechts of oneerlijks ter harer kennis kwam. Hieruit volgt m.i. (lat het bestuur der H. H. V. in deze zaak niet anders heeft mogen of moeten handelen dan is geschied. Verder kan ik eerlijk verklaren, dat M. het bestuur niet vooraf met zijn vertrek heeft in kennis gesteld, opdat het er tegen kan waarschuwen. Het bestuur wist niets van's mans plotse linge afreis en vindt het zoo moeielijk ei* dan voor te waken. Overigens is het wel wat kras te vragen, dat het bestuur der H. H. V. in dergelijke gevallen als politie op treedt. De H. H. V. komt op voor de belangen harer leden maar niet voor die van alle gemeentenaren en hoewel het bestuur het natuurlijk zeer be treurt als iemand (lid of geen lid der H. H. V.) door dusdanige practyken schade lijdt, meent het toch ook dat zeker zeer weinig leden der H. H. V. door Mansveld's machina- tiën er in zijn geloopen en dat eenige meerdere voorzichtigheid van de be drogenen veel schuld had kunnen voorkomen. Terwijl ik besluit met het lid der H. H. V. er op te wijzen, dat op merkingen als de hier boven beant woorde op de algemoene vergade ring der Vereeniging dienen te wor den gemaakt en niet in een dagblad, dank ik n mijnheer de Redacteur voor de verleende plaatsruimte en noem ik mij, hoogachtend Uwe Dw. F. H. SMIT, Secretaris der H. H. V. Vervolg Stadsnieuws Een looper van den heer M., win kelier in hoeden hier ter stede is dooi de politie in verhoor genomen, daar hij verteld heeft, geld van eene quitan- tie door hem geïnd, te hebben ver loren. welke bewering echter in twijfel is getrokken. Heemstede. BevallenM. Meiland— Kouffman d. Zandvoort. Bevallen: C. J. Groenewoud—van Beem z. Maandag 23 Aug. a. s. des avonds 7 Va uur vergadert de Raad dezer ge meente, ter behandeling van de ge meente-rekening over 1S96 en de con cessieaanvrage van de heeren van den Arend en van der Steur nopens de tram-verbinding met Haarlem, alsmede voor de benoeming van 2 onderwij zers. In deze week kwamen de Zand- voortsche bomschuiten 7 maal met versche visch ter afslag. Besomming f 23.— tot f 43.—. De prijzen der visch gevaren hebben. Maar ik ben er zeker van dat daar myn vriend Bill aankomt, met zijn verrekijker onder zijn arm. Gij eu ik gaan in de gelagkamer achter de deur staan wij zullen Bill een verrassing bereiden By deze woorden duwde de vreemdeling mij in den hoek achter de deur en ging voor mij staan. Ik ver keerde in een alles behalve prettigen toestand zooals gij wel kont begrypen en myn angst vermeerderde nog toen ik bemerkte dat de vreemdeling zelf bevreesd was. Hij maakte zijn hartsvanger schoon en trok hem uit de scheedeen al dien tyd, dat wy stonden te wachten, snoof hh, alsof zijn keel was diehtgesnoerd. Eindelijk en ten laatste trad de kapitein binnen, sloeg de deur 'dicht en stapte zonder rechts of links te kijken op de tafel toe, waar zijn ontbyt klaar stond. «Bill" riep de vreemde man, op luiden toon. De- kapitein keerde zich op zyn hielen rond en keek ons strak aande bruine kleur week uit. zijn gelaat en zyn neus werd zelfs blauw. Hy zag er uit als iemand, die ee:o geest voor zich ziet en op mijn woord, ik voel de op dat oogenblik medelyden met hem. „Kom, Bill gy kent mij nog welgij herinnert je toch zeker je ouden scheepskanferaad De kapitein wilde er een grap van maken. „De „Zwarte Hond" zeide hij. „Ja, wie anders?" hernam de andere, die meer op zijn gemab kwam. „Ja, „de Zwarte Hond", zooals hjj indertijd genoemd werd, komt zijn ouden scheepskameraad Bill eens op zoeken. Ach, Bill, Bill, wat is het al een tyd geleden sinds Ik mijn twee vingers verloor," zeide hy op zijn verminkte hand wijzend. „Welnu luister eens," zeide de kapitein, „gij hebt me dus opgespoord. Hier ben ik nu, zeg dus, wat je mij te vertellen hebt." „Zoo is 't Bill," hernam de Zwarte Hond„gy hebt het bij het rechte eind, Bill. Ik zal bij dit lieve kind, van wien ik reeds veel ben gaan houden, een glas rum bestellenen nu zullen wy eens als oude scheepska meraden openhartig met elkaar spreken." Toen ik met de rum terugkeerde zaten zij ieder aan een kant van de tafel, waarop het ontbijt van den ka pitein stond de Zwarte Hond zat dicht by de deur en wel zóo dat hij met het eene oog den kapitein kon gadeslaan en met het andere den uitgang in de gaten kon houden. Hy beval my hen alleen te laten en de deur wyd open te zetten. „Ik houd niet van uw sleutelgaten, ventje," zeide hij en ik verliet de kamer. LangeD tyd hoorde ik niets dan een zacht gefluister, ofschoon ik toch al myn best deed een woord van hun gesprek op te vangenhun stemmen werden evenwel al luider en luider, zoodat ik zoo nu en dan iets kon verstaan en wel meestal vloeken van den kaptein. „Neen, neen, neen, neener moet een eind aan ko men," schreeuwde hy opeens. En daarop hoorde ik „Als het dan op bekkensnijden aankomt, dan maar dadelyk I" Plotseling vernam ik een verschrikkelijk rumoer, ge volgd door vloeken en andere geluidenstoelen en tafels werden door elkaar gegooid, ik hoorde duidelyk het gekletter van staal en daarna een kreet, waarop ik in het volgend oogenblik den Zwarten Hond de deur uit zag Snellen, gevolgd door den kapitein, beiden met getrok ken messen. De eerste scheen gewond want het bloed stroomde langs zijn linkerschouder. Bij de deur trachtte de kapitein zijn tegenstander nog een laatsten slag toe te brengen, die waarschijnlijk zyn hoofd in tweeën ge spleten zou hebben, ware hij niet op ons uithangbord afgeketst. Gij kunt heden de moet, door dien houw toegebracht, er nog op zien. Hiermee liep het gevecht af. Toen de „Zwarte Hond- maar eenmaal buiten was, snelde hy als een pijl nit den boog voort en een halve minuut later was hij uit het gezicht verdwenen. De kapitein stond als versuft op het. uithangbord te staren. Toen streek hij verscheidene malen met zijn hand over zijn voorhoofd en keerde daarop in huis terug. „Jim." zeide hij,,, rum"hij wankelde en moest zich aan den muur vasthouden om niet te vallen. „Zijt gy gewond vroeg ik. „Rum!" herhaalde hij. „Tk moet hiervandaan. Rum! rum I" Ik haastte my om aan zijn bevel te voldoen, maar was zoo over stuur door al hetgeen er voorgevallen was dat ik eerst een glas brak en toen de kraan stuk draaide. Ik was juist bezig een ander glas te krijgen, toen ik een harden slag in de gelagkamer hoorde. Da delijk ging ik naar beneden en zag den kapitein in zyn volle lengte op den grond liggen. Op hetzelfde oogen blik kwam mijn moeder, verontrust door het geschreeuw en gevecht, naar beneden. "Wy trachtten samen zijn hoofa op te tillen. Hy haalde benauwd adem, zyn oogen waren gesloten, terwijl zijn gelaat loodkleurig was ge worden. „O! lieve hemel!" riep mijn moeder uit. „Welk een schande brengt hij over ons huisEn nu is uw arme vader ook zoo ziek Wij wisten niet hoe wy den kaptein zouden bijbren gen en dachten niet anders dan dat hij doodelijk ge wond was in het gevecht met den vreemdeling. Ik pro beerde hem een weinig rum door de keel te gieten, maar zijn tanden waren vast op elkaar geklemd en het was niet mogelijk zijn mond open te krijgen. Het was een ware .verlichting voor ons, toen dokter Livesev binnentrad. „Odokter," riepen wij uit, „wat moeten wij begin nen? Waar is hij gewond?" „Gewond Niet meer dan gij of ik," antwoordde de dokter. „Maar de kruik gaat zoolang te water, tot zy breekt De man heeft een aanval van delirium, waar voor ik hem gewaarschuwd heb. Juffrouw Hawkins, loop spoedig naar boven en vertel er, zoo mogelijkuw man niets van. Ik moet trachten dien kerel weer in het leven te roepen. Jim zal mij wel een kom aan geven." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2