folpkas en dergelijke inrichtingen
Bvestigd zouden zijn. Tevens zouden
Wr de akte-examens worden afgeno-
un. Daar het bleek, dat bij de be-
aande moeilijkheden de stichting
iet kon blijven bestaan, heeft het
estaur zich gewend tot den minister
aa binnenlandsche zaken, den heer
'ak van Poortvliet, tot Gedeputeer-
Stalen van Noord-Holland en den J
aai! van Amsterdam om geldelyken
eun. Deze poging siaagde, want het
ijk gaf f 2000 en Ged. Staten en de
aad elk f500 subsidie per jaar. Het
useum werd toen gevestigd op de
rinseDgracht, 151, welk localiteit
eer geschikt blykt te zyn.
poor Nederlandsche. zoowel als
oor buitenlandsche uitgevers werd
et museum met tal van bijdragen
errykt. Het aantal bezoekers ook
it het buitenland nam voortdurend
16.
By het vijftigjarig bestaan van
et Nederlandsch Onderwijzers-Ge-
ootschap ontving het Museum van
it lichaam flOOO, waarvoor verschil-
jiide inkoopen werden gedaan.
De toegang voor betalenden blijft
p 25 cents gesteld, terwijl men voor
cents een kaart kan krijgen, die
en maand geldig is.
Terwijl de ontvangsten in 1883 be
wegen f901.20, waren die in 1896
1124,77, terwjjl in beide jaren de
itgaven onderscheidenlijk waren
1322,19' j en f 4385,65.
Dc- mededeelingen eindigen met den
ensch. djtt particulieren zoowel als
rovinciën en gemeenten van ons land
et Museum geldelijk zullen steunen.
Gearresteerd en ontvlucht.
Donderdagmiddag na den afloop der
edrennen te Clingendaal zijn op den
,eidschen weg ter hoogte van het
osehhek naar Den Haag door een
ispecteur van politie twee personen
ingehouden op aanwijzing van mr.
Z. de G., die hen beschuldigde op
e renbaan hem zijne portefeuille,
thoudende drie bankbiljetten van
25 en twee van f 10, te hebben ont-
wfd.
De aangewezenen een Rotterdam
ier en een Belg, waren deftig ge
leed. hoewel laatstgenoemde zooals
iter bleek, zelfs geen stuk ondergoed
an zijn lijf had.
Beiden werden naar het commis-
uiaat van politie aan de Nieuwe
laven te 's-Gravenhage gebracht,
'aarheen ook de heer G. zich begaf.
Bij onderzoek werd op de vreem-
elingen drie bankbiljetten van f25
q een muntbiljet van f 10 gevonden.
Beide aangehoudenen waren in het
lezit van veel geld. Voorloopig wer
en zij aan het bureel in bewaring
ehouden.
De Rotterdammer was in deagen-
inwacht geplaatst; in den afgeloopen
acht heeft hij echter weten te ont-
oappen, toen' de agenten, waarvan
enigen hem moesten bewaken, allen
i zoete rust waren gedompeld.
Toen ontdekt werd, dat de vogel
evlogen was, werd dadelijk in de
tad "zoowel als in de stations naar
en vluchteling gezocht, tot nog toe
onder resultaat.
De nachtwakers, die zich in stede
an te waken, in Morpheus armen
ieten vallen, zullen disciplinair wor-
en gestraft.'
Jeugdige Zakkenrollers.
Door de politie te Wageningen is
e hand gelegd op een 10-jarigen
naap. die een 13-jarigen tuinjongen,
telke met fruit ventte, een porte-
ïonnaie had ontrold, inhoudende
3.22'/,.
Uit het verhoor bleek, dat het niet
e eerste maal was, dat de knaap
ich aan een dergelijk feit schuldig
laakte. Vóór een maand ongeveer
mtsta; hij een schoolmakkertje een
lortemonnaie.
De jongen beL .^de, dat hij in de
;unst werd onderwt. door zijn 12-
irigen broer. Die broer had reeds
portemonnaies weten machtig te
rorden. Wat ze stalen, brachten de
tnapen aan moeder, die deportemon-
aies verbrandde, na zich den in-
oud te hebben toegeëigend.
De moeder, die eveneens werd ver
oord. ontkende alles wat haar zoon-
je verklaard had. Ook wat de ma-
lier van stelen betreft.
De jongens hadden dat geleerd van
len schoolmeester, die op
ichool wel eens vertelde van zakken-
ollers en gewezen liad, hoe die
nenschen dat deden.
De vrouw ontving een zeer ernstige
lerisping van den commissaris van
lolitie over de schandelijke opvoeding,
ie zy haren kinderen gaf. Wat er
)|i deze wijze van de knapen te-
echt: komt, is zeker niet moeilijk te
'oorspellen.
Het wonder van Stevensweert.
Men schrijft uit Stevensweert van
ioogst achtenswaardige zijde aan Hei
Cenlrun,
„Te bed liggende en „vastende" is
Maria Cretskens nu al bijna drie jaar
rader geworden, en niemand weet hoe
ang zij het nog op dien voet zal kun-
ien uithouden."Na jaren zoo geleefd
t* hebben, zou het „wonderkind" de
i'ereld wei eens kunnen verlaten, al-
forens nog 'net raadsel van haar ge
heimzinnig bestaan opgelost was.
„Om der lieve waarheid wille, heb
jib inij de moeite getroost eenige wel
ter faam staande personen uit de buurt
raar hun denkwijze omtrent het geval
vragen, \flen nu. de eerbiedwaar
de pastoor van Stevensweert niet
iet minst, spraken met lof van de
j rawoners van Schurenbof en achtten
)en niet in staat tot het plegen van
iet ergerlijkste bedrog. Daarbij keur
en zij eenparig de handelwijze af van
tenige weinige verder afwonenden,
die houtweg beweren dat Maria Crets
kens dagelijks twee liters melk (goed
geteld?)" zoek maakt, na eerst, een
paar jaren terug, op het gezag van
een Brusselse!) geneesheer zonder veel
praktijk, in een klein blaadje de Moo-
kerhei, van eene ..natuurlijke ziekte"
te hebben gewaagd. O, die broodpro
feten
„Desniettemin is monig bezadigd
man van gevoelen, dat voor den heer
Cretskeus het oogenblik is aangebro
ken, om door het aanstellen van be
trouwbare getuigen van buitenshuis
de echtheid vau ziju beweren te staven.
Wel is waar beeft hij zich reeds vroe
ger daartoe gewend tot den Eerw.
lieer pastoor der streek, doch die heer
zag liever dat de pachter zelf voor
getuigen zorgde, zonder tusschenkomst
van derden. Den vader toch behoort
de eer en de goede naam zijner doch
ter nader aan 'thart te liggen dan
wien ook. Eu waar b.v. liefdezusters
ter bewaking van Maria Cretskens
worden aangewezen, door bemiddeling
eens priesters, loopt deze daar niet
gevaar, by eventueele mislukking der
proefneming, zooal niet met Cretskens
in zee te vallen dan toch als een man
van weinig doorzicht te zullen worden
bestempeld
„Voorzichtigheid dus maar ook
geen laster!"
Over Amerika.
De heer A. Kuipers, sedert 15 jaar
landbouwer in Amerika, houdt iu
vele gemeenten een voordracht over
landverhuizing naar Noord-Amerika.
Het verslag van een dier lezingen
begint in een der bladen aldus:
De heer Kuipers hangt eene kaart
van de Vercenigde Staten op:
„Dat is allemaal Amerika. Je we
ten dat eeu zekere Klombos dat in
1400 ontdekte heit. En daar heb ik
gereisd van zee tot zee. De roodhui
den Die zijn niemendal bloeddorstig.
Niemendal geen- bloedzuigers. Ze bie
den je de vriendschapspijp en je rookt
en zijt goede vrienden en ze helpen je.
De Indiaansehe meisjes liepen uit eu
werden verliefd op onze blanke jon
gens. Het „gouvernement" ziet graag
dat een blanke man met eene Indi
aansehe trouwt: het geeft hem een
bruidschat van 1000 akkers land, bes
ten grond met veel plantenvoedsel.
Nou, ik ben boerenknecht geweest
in Drente en boer in Groningen, en
't eerst goed en later slecht. Ik heb
in Nederland zoowat altijd schuld ge
had, en met schuld ben ik naar Ame
rika vertrokken. Eerst mijn zoon. Die
most den boel gaan verkennen. In
het begin vond hij schralen grond en
veel menschen, en schreef vader, ver
koop wat je nog hebt, en kom hier
heen en brengt veel menschen mee,
want hier is het best land, dat hele
maal ledig is. Toen heb ik menschen
gezocht en we zijn vertrokken, den 13
Maart 1882. We hadden ons ook een
schoolmeester aangeschaft, die Hol
landse!) en Engelsch kon, en een do
minee, die ons liet Evangelie zou ver
kondigen. Ze zouden ook land nemen,
en wij zouden dat voor hullie bewer
ken. Maar den schoolmeester raakten
we kwijt in Noe-jork, den dominee in
Sikaago, en nooit meer van gehoord.
Wij trokken al maar door, tot we in
Dakota kwamen. We rookten de vre-
depijp met de Indiauen. Wij kregen
land ten geschenke van het „gouver
nement", we werkten hard en waren
zuinig en nou bennen negen van de
tien gezeten boëreneen is mislukt
die zat maar in de saloens; die lustte
te graag wiskie. Ja, dan mot je ver
gaan. Hij is een arme kerel geworden,
maar die eerst zyn knecht was, is nou
boer. En bij is arbeider."
Naar men weet, zal de heer Kuipers
a. s. Zaterdag 11 uur ook te Utrecht
spreken in de zaal naast den schouw
burg. Er bestaan plannen tot een ne
derzetting van katholieke landbouwers
in Amerika en dézen wil hij gaarne ee
nige inlichtingen geven.
Een trouwe opkomst moge den heer
Kuipers voor zijn moeite loonen.
Cent.
Pers Overzicht.
De nalezing van Dr. Schaepman.
De Dalezing van Dr. Schaepman in
het Centrum lokt weer geschrijf uit
van de zyde der partijen, die hy be
sprak. Men weet dat de Chr. Hist,
zich in de Vaderlander deden booren.
Thans zijn het de vrije anti-rev., wier
tolk de Nederlander is, die het hunne
opmerken, in een artikel, geplaatst in
het Donderdagavoudnummer van het
blad en dat wordt voortgezet.
De Nederlander zegt, dat Dr.
Schaepman zich tot tolk gemaakt
heeft van hen, die gepoogd hebben
zijdelings de vrye anti-rev. van onop
rechtheid te beschuldigen en dat lis
volgens het blad te onbillijker, omdat
men eer grond zou hebben hun te
groote openhartigheid en oprechtheid
te verwijten. Voorts verdedigt het
blad zijn gezegde, dat de anti-rev.
hunne beginselen moeten verbreiden,
liever dan nu reeds te trachten naar
machtsuitoefening; een gezegde,
dat dr. S. had bestreden. Gaarnehad
het blad, dat eene regeering optrad
van anti-rev. beginselen bezield, en in
zulk eene regeering zouden ook ge-
loovige R. C. op liun plaats zyn;
maa:- zulk eene regeering kan z. i.
slechts dan kracht uitoefenen, wan
neer zy waarlijk de natie achter zich
heeft. Dat zou ze thans nog niet heb
ben. Daarenboven bezitten de anti-
rev. kringen nog te weinig elementen
geschikt om op staatkundig gebied
kracht uit te oefenen. Nog niet alge
meen worden de anti-rev. beginselen
begrepen.
Daarna betoogt de Nederlander
dat geloovige protestantsche chris
tenen moeten leeren geduld te heb
ben zoowel op kerkelijk als op poli
tiek gebied. Het doel moet niet zijn
gezagsuitoefeningals die noodig is.
komt ze wel van zelve. Kunstmidde
len zijn onnoodig! Tegen samengaan
met de R. K. op bepaalde punten
had het blad nimmer bezwaar, maar
men is in gebreke gebleven bet aan
te toonen, welke speciale belangen
op dit oogenblik tot gezamenlijk op
treden zouden moeten leiden, en toen
de Nederl. aangetoond had, dat. de
programma's veel te vaag zyn, om
als aecoord voor samenwerking te
kunnen dienen, is men het blad het
antwoord schuldig gebleven.
„Het is, dunkt ons, eene politieke
fout geweest" besluit het blad
„van dat gezamenlijk optreden als
regeeringsparty tijdens de verkiezin
gen te gewagen. Vooreerst, omdat
iedereen, behalf de R. K. zeiven en
naar het schijnt vele Kuyperianen,
gevoelde, dat juist die aankondiging
ten bate moest komen van het libe
ralisme. Ten anderen, omdat men eene
quaestie voor de kiezers wierp, die
bij ben niet thuis hoort. Men heeft
weer een stap gedaan in revolutio
naire richting door de kiezers op te
roepen over het regeeringsbeleia te
beslissen, en dit heeft, als naar ge
woonte. verwarring gesticht."
Partijdig en on vertrouwbaar'
In de Arnh. Cour. wordt er op ge-^
wezen, dat in den laatsten tyd deu
liberalen verregaande partijdigheid
wordt verwetennl. dat de liberalen,
die leden van Raden en Staten ziju,
nooit of bijna nooit een boek citeeren
door een katholiek geschreven, een
tijdschrift of eene courant onder katho
lieke redactie. Dit vinden, volgens
het blad. de katholieke en anti-rev.
schrijvers te erger, omdat juist hunne
geestverwanten het tegendeel doen.
Behalve dat de klagers" eenige moeite
zouden hebben om veelvuldige geval-
dige gevallen op te geven, dat liberale
sprekers in oftieieele lichamen geen
katholieke (of anti-revolutionaire
schrijvers met epzet citeerden, is de
Arnh. Cour. de meening toegedaan,
dat de grief niet duidelijk is.
"In het algemeen toch zijn citaten
uit de Katholieke en antirevolutio
naire polemische literatuur weinig ge
schikt tot staving van liberale stel
lingen eu beweringen zegt liet blad.
In den regel voorziet de polimisee-
rende schrijver zijne tegenstanders
niet van argumenten. Zoo min de
woordvoerders van de vrijzinnige als
van de clericale richting maken zich
aan deze onhandigheid, aan deze fout
schuldig en men kau dan ook zeggen,
wat er ook met kennelijke zcliiug.eno-
menheid over de zooveel breedere op
vatting van de strijders voor de Katho
lieke en anti-revolutionaire beginselen
geschreven wordt, dat deze heeren
evenmin tot staving van hunne bewe
ringen argumenten aan de polemisee-
rende literatuur huuuer liberale tegen
standers ontleenen."
Het blad zoekt de oorzaak van de
tegen de liberalen geuite grief in
den uitslag der verkiezingen. Men is
daardoor knorrig geworden en zoekt
nu naar onderwerpen om er zyn kwade
luim aan bot te vieren. Verder merkt
de Arnh. Cour. op, dat politieke li
teratuur altijd bet meest door geest
verwanten wordt gewaardeerd, en dat
zoodanige waardeeriug in redelijkheid
niet van politieke tegenstanders kan
worden geëischt. Ten laatste wijst liet
blad er op, dat buiten liet gebied dei-
politiek,in geschiedenis, oudheidkunde,
belletrie en waar elders'ook, de bij
dragen van Katholieke schryvers op
gelijken voet met die van andersden
kenden zonder onderscheid temaken,
naar verdienste worden gewaardeerd
en het weinig logisch is, hetzelfde te
verwachten op het uiteraard niet neu
traal gebied van den politieken par
tijstrijd."
Koloniën.
Cholera.
Uit Magalang wordt aan het B.N.
gemeld
Sedert mijn bericht van begin dezer
maand heeft zich slechts 1 geval van
cholera voorgedaan, doch met gun-
stigen afloop.
In het naburige Mendono doen zich
geen gevallen meer voor, terwijl ook
onder de inlaudsche bevoking de
ziekte als geweken beschouwd kan
worden. Alleen te Moentilan, hal
verwege Djokjakarta doen zich nog
enkele gevallen voor, de meeste
echter met eén gunstig verloop.
Wanneer die gunstige toestand blijft
aanhouden, ligt het in het plan van
het legerbestuur om de gecombineerde
manoeuvres voor troepen uit de gar
nizoenen Willem I Banjoe Biroe
Salatiga eu Magelang, medio Aug.
toch te doeu houden, in ae
nabijheid van het 12 palen van hier
gelegen Krabaksche.
Aan den geneeskundigen dienst is
dienaangaande opdracht gegeven, het
strengste toezicht uit te oefenen op
den toevoer van gezuiverd drinkwa
ter van hier voor de onderscheidene
bivouakken.
Diefstal van petroleum.
By de politie te Batavia is aan
gifte gedaan, dat uit hetjpakhuis dei-
firma R. 80 kisten petroleum waren
gestolen. Meende men aanvankelijk
aat er inbraak was gepleegd, uit
het onderzoek der politie bleek al
spoedig, dat men reeds vóór ruim
twee maanden met bet stelen begon
nen was en fdat de groote hoeveel
heid olie successievelijk in kloinc
hoeveelheden is weggedragen.
Schout Hinne. die liet onderzoek
in deze zaak heeft geleid, kwam bijv.
te weten, dat den 27en Juni 7 kis
ten met petroleum buiten den goe-
dang werden aangehaald door een
oppasser van schout Luijks en den
sergeant van de kampong Pekodjan,
in welke het pakhuis gelegen is. Van
dien diefstal is echter géén rapport
gemaaktde beide betrokkenen, daar
over ondervraagd, ontkenden eerst,
doch later gaf de een den ander de
schuld, totdat na lang zoeken aan
het licht kwam, dat zij' den waker
van het pakhuis en den hoofdoppas-
ser van schout L. erin hadden ge
baald en de petroleum verduisterd.
Ilct spreekt vanzelf dat alle vier
thans in arrest 'zijn.
Hoe de diefstal van de overige pe
troleum heeft plaats gehad, is mede
ï-Qeds gebleken. Men is nl. tot de
ontdekking gekomen, dat in liet dak
van het pakhuis een lat was uitge
zaagd en door wegneming der pau-
nen een gat gemaakt, groot genoeg
om er de kisten door te halen. Aan
vankelijk er zijn getuigen, die dit
kunneu bevestigen stal men de
petroleum blik voor blik en werden
deze door liet gat naar buiten ge
bracht en met een touw neergelaten.
Doch toen de zaak zoo goed mar
cheerde, ging het met heeje kisten te
gelijk en" om ontdekking te voorko
men, werden de kisien in het pak
huis een weinig uit elkaar gezet,
zoodat het niet dadelijk opviel, dat
er zooveel aan ontbraken. B.-A
Lombok.
Aan de Loc. is uit Ampenan dd.
6 Juli onder meer geschreven:
„Konden wij dezer dagen iu een
der Indische bladen de minder juiste
klacht vernemen dat. de rystuitvoer
van Lombok tot ongerief der bevol
king en schade van de handelaars
verboden is, daarentegen wordt dit
product in kleine hoeveelheden, doch
overvloedig, thans gelijk het vorige
jaar voor den uitvoer aan de markt
gebracht»
„De wel wat voorbarige bande
laars kunnen dus tevreden zijn. De
prijs dei rijst loopt van f4 tot f4.75
per picol en kan alzo r Lombok,
waar het gepasseerde jaar slechts
f2.50 per picol als inkoopsprijs gold,
hoog genoemd worden. De minder
voordeelige rystoogst op Java komt
alzoo den Lombokker ten goede, en
had hij alleen met eerlijke handelaars
te doen, dan zou hij een mooi duitje
kunnen opstryken.
Maar de gestaarte en getulbande
dienaars van Mercurius weten uit-
•stekend profijt te trekken van de
onkunde der Inlanders omtrent ons
gewicht en munt. Vermakelijk, zoo
niet ergerlijk, is het hen te zien om
springen met hun weegtoestellen, ter
wijl met de kèppng wordt uitbetaald,
schoon de inkoop gerekend wordt
naar de Nederlandsebe munt. welker
herleiding boven het begrip van den
Sasakkér gaat,
„Met liet obg op de laatste zou liet
daarom wenschelijk zijn dat de képèng
werd opgeruimd, ware het niet dat
onze munt op Lombok nog zoo wei
nig burgerrecht heeft en haar waardij
zoo verre de képèng overtreft.
„Doch wij zullen over deze zaak
geen zwarigheid maken, met den tijd
komt alles terecht. Dit ondervindt
de heer Liefrinck, die langzaam maar
zeker vordert met de bekende grond-
quacsties, zoo mede de heer Darlang,
ambtenaar ter beschikking, die zich
te f Batoe-Klian met gelijke zaken
bezig houdt. Lombok gaat merkbaar
vooruit, eu dit doet ons dergelijke
zakeu van minder belang licht opne
men. I .ombok gaat merkbaar vooruit,
zeg ik nog eens, dat getuigt niet
alleen de bezoeker die na korleren
of langeren tijd weder den voet op
den bodem van Salaparang zet, maar
ook de Inlander die telkens wat nieuws
te zien krijgt en, in het genot van
veiligheid en rost, weldra den vuurwa
gen zal zien voorbij rennen, waarvoor
de heer Richter thans bezig is de
noodige opnemingen te doen.
A mpenan begint er zoo interessant
uit te zien, dat het ons baast zou
spijten dat men besloten heeft een
verhuizing op groote schaal naar
Mataram te doen plaats hebben.
„In liet hospitaal liggen verschei
dene buiklijders; die ziekte is echter
niet van ernstigen aard.
„De heer Quast, controleur voor
Sisi, is met de laatste scheepsgelegen
heid alhier aangekomen. De berich
ten van Oost-Lombok zijn vrij gun
stig."
PARAMARIBO, 1 Aug.
De N. S. C. schryft:
„De zegenrijke gevolgen van den
gelukkigen uitslag der verkiezingen
blijven niet uit.
„Het Nederlandsche volk en wy
hier in de kolonie zijn nog nauwe
lijks bekomen van de blijdschap waar
mede de uitslag der herstemming is
begroet, na het leed van de verkie
zingen, of weder worden wy hier in
de kolonie aangenaam verrast met het
telegraphisch bericht dat dc heer J.
T. Cremer benoemd is tot minister
van koloniën, dat wil dus zeggen, dat
het ministerie, opgetreden om dat van
Roëll-Van Houten te vervangen, het
schip van Staat in een vooruitstre
vende richting zal sturennaar dien
de nieuw benoemde tot de vooruit
strevende liberalen behoort
Het blad beveelt de kolonie aller-
eerbiedigst in de protectie van den
heer Cremer aan.
„In veel schryft het blad -
heeft onze kolonie noodig te worden
hervormd in voontitstrevende|ricliting,
waarom wy een regeering in vooruit
strevende richting met een minister,
die belast is met de portefeuille van
koloniën als de heer .1. T. Cremer.
van harte toejuichen."
Door den gouverneur is, volgens de
A'. S. C. eene commissie benoemd om
het noodige te verrichten ten einde
Suriname zoo goed mogelijk verte
genwoordigd te doen zyn op de in
1898 ter gelegenheid van de aan
vaarding van de regeering door H.
M. de Koningin, te Haarlem te hou
den tentoonstelling voor Nederlandsch
West-Indië, met bepaling dat de re
sultaten van hetgeen ten deze door
de commissie zal worden verricht
tevens zullen dienen om Suriname
goed vertegenwoordigd te doen zyn
op de in 1900 te Parys te houden
wereld tentoonstel ling.
Deze commissie is als volgt samen
gesteld
Voorzitter mr. G. H. Barnet Lvon,
onder-voorzitters de heeren: F.' C.
Gefken en J. E. Muller, secretaris
sen de heerenF. C. Curiël, mr. G.
A. van Emden, mr. A. J. van der
Houven van Oordt en penningmees
ter de heer W. van Esveld.
De commissie is bij gouvernem.
besluit van 3/8 Juli jl. benoemd en
al den leden is reeds kennis gegeven
van de benoeming. Het blad kan zich
echter niet herinneren hiermede in
kennis tc zyn gestold, evenmin iets
van die benoeming in het Gouver-
neraents Advertentieblad te hebben
gelezen.
Deze bestuurshandeling, t. w. een
commissie voor een tentoonstelling te
benoemen en geen publiciteit daaraan
te geven, vindt het blad vreemd en
laakt ze zeer.
GEMENGD NIEUWS.
De prins van Wales te
Mariënbad.
Lord Renfrew onder dezen naam
reist de prins van Wales is den
llden Augustus in liet hotel Klinger
te Mariënbad aangekomen.
Het is te hopen dat de Engelscben,
hoe moeilijk het hun ook vallen moge,
het incognito van den prins, die al
leen met zijn stalmeester kapitein
Fortescue reist, zullen eerbiedigen.
Het begin was goed. Aan het station
was geen foule om den prins op te
wachten. De toekomstige koning van
EngelaDl en keizer van Indië is ech
ter'ook in de oogen van de Oosten
rijkers een te groote persoon, om zelfs
een tijd lang onopgemerkt te blijven.
De invloed van zingen op
de gezondheid.
Over de waarde van het zingen
voor de gezondheid houdt dr. Barth
(Küslin) in een Duitsch tijdschrift
eene beschouwing, die in ruimen kring
de aandacht verdient. Als men bij de
bcoordeolingen van het zingen het.
aesthetiscli gezichtspunt buiten be
schouwing laat, is het zingen eene
zuiver lichamelijke oefening, die op
andere lichamelijke verrichtingen ze
kere tegenwerking zal hebben.
In de eerste plaats is het zingen
afhankelijk van de ademhaling, de
zanger behoeft een veel grooter
voorraad lucht dan iemand, die ge
woon weg spreekt: het zingen zal
dus den meesten invloed hebben op
dc werkzaamheid der longen. Elk
orgaan kan geoefend worden, dus ook
de longen. Door oefening kan de zan
ger de lucht massa, die de longen bij
het ademen kunnen opnemen, belang
rijk vergrooten. De tenor dr. Gunz
was in staat, een geheel lied uit Schu
mann's Dicnterliebe, ..Die Rose, die
Lilliein een adem te zingen. Bij
de gewone ademhaling worden de
longen noch zoo sterk uitgezet als
bij de krachtigste inademing, noch
zoo sterk samengetrokken als by krach
tige uitademing. Bij den rustig adem-
balcnden menseh maakt de borstkas
slechts geringe bewegingenzij ademt
in den regel slechts 500 kubieke cen
timeter lucht in eu uit, d. i. \G—';7
van liet opnemingsvermogen zijner
longen. De zanger daarentegen ademt
niet alleen veel dieper, maar ook ver
bruikt hij om technische redenen zijnen
adem geheel, eer hy weer lucht schept.
De luchtwisseling en het doorluchten
der longen is bij hem dus veel vol
maakter dan bij het gewone ademen.
Daar nu de zuurstofopnarae afhan
kelijk is van de diepte der adem
haling, zullen zangoefeningen van een
half uur. een a "twee keer per dag
een beter doorluchten der longen en
eene verhoogde gaswisseling met, het
bloed ten gevolsre hebben.
Diepere ademhaling en oefening der
ademhaling, zooals dit by het zingen
plaats vindt, is echter tevens ook eene
oefening der ademhalingsspieren. Bij
diepe ademtochten komen bijna al de
spieren van den romp en den hals,
dus een groot deel van alle spieren
in werking. Deze ademhaling vergroot
niet alleen de ruimte der borstkas,
maar sterkt ook de wervelkolom, en
instinctmatig neemt dus ieder, die
zingen wil, eene rechte houding aan
byna alle zangers en zangeressen heb
ben eene goede houding" Het zingen
is dus eene snieren-gymnastiek, die
natuurlijk op de stofwisseling van het
geheelc lichaam moet terugwerken.
Van «'root gewicht is het, dat door
aanhoudende ademhaling, de ribben
er. met name het kraakbeenig gedeelte
veerkrachtiger worden. De gebreken
der ademhaling bij oude menschen
berusten voor een goed deel op bet
verlies der veerkracht van het kraak-
beeuig gedeelte der ribben, omdat
onvoldoende adembewegingen reeds
vroeg tot verbeening leiden, zooals
dc sectie bij jonge teringlijders be
wijst
Groot is ook de invloed van het
zingen op den bloedsomloop en het
bloedgehalte der longen. Hoe dieper
de ademhaling, des tc meer bloed
wordt naar het hart en de longen
gevoerd, des te meer wordt de bloeds
omloop versneld. Nu is do verhoogde
doorbloeding van dit orgaan een uit
stekend geneesmiddel by tering. Deze
ziekte behoort by de berocpszangers
tot de uitzonderingen, terwy'l juist bij
doofstommen, omdat by beu vau oefe
ning en verdi ping der ademhaling
bijna geen sprake kan zyn, tering
zeer veel voorkomt. De uitgeademde
lucht is altijd met waterdamp ver
zadigd en bly'ft het ook, al worden
de verdiepte ademtochten ook nog zoo
lang voortgezet. Zingen vercischt dus
een waterverbruik, dat des tc grooter
is naarmate langer gezongen wordt.
Verder vereischt de verhoogde water
verdamping ook een grooter water
verbruik, zoodat door bet zingen ook
de behoefte aan voedsel grooter wordt.
Ieder zanger zal bevestigen, dat met
liet begin van geregeld voortgezette
zangoefeningen de eetlust toenam
bijna alle zangers en zangeressen
kunnen voortreffelijk eten. Daarbij
komt, dat liet zingen, omdat bet met
veel bewegingen van het middenrif
en den buikwand gepaard gaat, ook
zuiver mechaniek op de functie der
spy'svertcringsorganeu werkt, in ze
keren zin èene natuurlijke ma»ssage.
Dat ten slotte al deze inwerkingen
van het zingen op den aard van liet
voedsel van liet lichaam, op het bloed
invloed krygen, sfhat vast. Als men
verder nog in aanmerking neemt, dat
het zingen eene zorgvuldige verple
ging van den mond vercischt, de lucht
gemakkelijker door den neus doet
gaan, het muzikaal gehoor scherpt,
dan moet men zeggen, dat het
zingen eene lichamelijke oefening
is, die op de gezondheid van den
menseh zeer grooten invloed heeft.
Elke huisdokter kan bevestigen, dat
die leden eener familie, die geregeld
zangoefeningen houden, niet alleen
gezonder ademshalingorganen hebbeu
dan de niet zingende leden, maar ook
lichamelijk zich beter ontwikkelen.
Door een pudding.
Door een pudding het leven gered,
zou men byna als opschrift boven dc
volgende ware gebeurtenis kunnen
neerschrijven. Zoo erg is het evenwel
niet, maar toch is een pudding de
oorzaak gew van de opkomst van
den held dezer geschiedenis.
Voor eenige jaren was er by eeu
cuisinier tc Groningen een kok werk
zaam, grondig bekend met zyn vak.
maar zonder vooruitzicht in ons land
om als patroon fatsoenlyk door de we
reld te komen. Op een goeden dag
toog onze kok vol moed over den Oce
aan en vond bij eon hotolier in Chi
cago gelegenheid zyn kennis wereld
kundig te maken.
Op een, voor onzen man, geluksdag
stapte aan het hotel een ryke Ame
rikaan met. twee dochters af, die zes
kamers bestelde. Zy dineerden en bij
het dessert, waar een pudding werd
gediend, vroeg de Croesus den hotelier
den maker van dat gerecht te mogen
spreken, waarop de meester den kok
liet roepen en hem zeide, dat er iemand
was om hem te spreken.
De kok vorscnecn, en werd ge
vraagd of hij genegen zou zijn op een
salaris van 1200 dollar de betrekking
van keukenmeid by den onbekende
te willen vervullen. De puidingman
kon hierin niet dadelyk toestemmen,
daar hy zyn toekomstigen principaal
niet kende, maar nam. na overleg met
den patroon, de aangeboden betrek
king aan. Nu zit hij in de keuken
van den rijkaard en behoeft slechts 4
uur per dag dienst te doen, terwyl
zijn salaris aanmerkelyk is verhoogd,
en dat alles door die eene pudding.
De Armeniër, die in het gebouw-
der Ottomaansciie Bank gearresteerd
werd op het oogenblik, dat hij trachtte
de lont van een bom aan te steken,
heet Karabet en beweert, eerst twee
dagen van te voren uit Rusland ge
komen te zyn. Tegen deze verklaring
strijdt evenwel de omstandigheid, dat
andere fotogralieën van hem gevonden
zijn, welke door een fotograaf tc Con-
stantinopel gemaakt zijn.
VARIA.
Omgekeerd.
Alfred. „Toen hij haar het hof
maakte, zwoer hij haar met duizend
ecden, dat hy alles aan haar voeten
zou léggen.
Egbert. „En is zy daarop inge
gaan
Alfred. „Natuurlykmaar sedert
ze getrouwd zyn werpt ze hem alles
voor de voeten.
Dame. „U klaagt over slechte za
ken. dokter? Verleden jaar had u
toch een uitstekende praktijk."
Dokter. Ja verleden jaar toen
leefden al mijne patiënten nog.
Gepareerd.
Laura. „Herinnert ge u nog wel,
hoe u verleden jaar op deze plek
myne hand gevraagd hebt?
Jongmenscb. Ja, ja. U hebt mij
toen een leelijk blauwtje laten loopen.
Laura. „Ik heb e». nog eens over
nagedacht.'
Jongmenscb. „Ik ook."
Heer. Vindt u de lucht op het
land niet vee! zachter dan in de stad?
Dame. Ik heb er van morgen in
Rijsenbur<f m'n nets mee opgepompt,
maar ik neb volstrekt geen verschil
gemerkt.
Tante, ik ben gisteravond gevalle»
en ik bleef acht uur buiten kennis.
Zoo Kareltje. Ik schrik ervan.
Waai- viel je dan
Ik viel in slaap, tante.