folpkas en dergelijke inrichtingen Bvestigd zouden zijn. Tevens zouden Wr de akte-examens worden afgeno- un. Daar het bleek, dat bij de be- aande moeilijkheden de stichting iet kon blijven bestaan, heeft het estaur zich gewend tot den minister aa binnenlandsche zaken, den heer 'ak van Poortvliet, tot Gedeputeer- Stalen van Noord-Holland en den J aai! van Amsterdam om geldelyken eun. Deze poging siaagde, want het ijk gaf f 2000 en Ged. Staten en de aad elk f500 subsidie per jaar. Het useum werd toen gevestigd op de rinseDgracht, 151, welk localiteit eer geschikt blykt te zyn. poor Nederlandsche. zoowel als oor buitenlandsche uitgevers werd et museum met tal van bijdragen errykt. Het aantal bezoekers ook it het buitenland nam voortdurend 16. By het vijftigjarig bestaan van et Nederlandsch Onderwijzers-Ge- ootschap ontving het Museum van it lichaam flOOO, waarvoor verschil- jiide inkoopen werden gedaan. De toegang voor betalenden blijft p 25 cents gesteld, terwijl men voor cents een kaart kan krijgen, die en maand geldig is. Terwijl de ontvangsten in 1883 be wegen f901.20, waren die in 1896 1124,77, terwjjl in beide jaren de itgaven onderscheidenlijk waren 1322,19' j en f 4385,65. Dc- mededeelingen eindigen met den ensch. djtt particulieren zoowel als rovinciën en gemeenten van ons land et Museum geldelijk zullen steunen. Gearresteerd en ontvlucht. Donderdagmiddag na den afloop der edrennen te Clingendaal zijn op den ,eidschen weg ter hoogte van het osehhek naar Den Haag door een ispecteur van politie twee personen ingehouden op aanwijzing van mr. Z. de G., die hen beschuldigde op e renbaan hem zijne portefeuille, thoudende drie bankbiljetten van 25 en twee van f 10, te hebben ont- wfd. De aangewezenen een Rotterdam ier en een Belg, waren deftig ge leed. hoewel laatstgenoemde zooals iter bleek, zelfs geen stuk ondergoed an zijn lijf had. Beiden werden naar het commis- uiaat van politie aan de Nieuwe laven te 's-Gravenhage gebracht, 'aarheen ook de heer G. zich begaf. Bij onderzoek werd op de vreem- elingen drie bankbiljetten van f25 q een muntbiljet van f 10 gevonden. Beide aangehoudenen waren in het lezit van veel geld. Voorloopig wer en zij aan het bureel in bewaring ehouden. De Rotterdammer was in deagen- inwacht geplaatst; in den afgeloopen acht heeft hij echter weten te ont- oappen, toen' de agenten, waarvan enigen hem moesten bewaken, allen i zoete rust waren gedompeld. Toen ontdekt werd, dat de vogel evlogen was, werd dadelijk in de tad "zoowel als in de stations naar en vluchteling gezocht, tot nog toe onder resultaat. De nachtwakers, die zich in stede an te waken, in Morpheus armen ieten vallen, zullen disciplinair wor- en gestraft.' Jeugdige Zakkenrollers. Door de politie te Wageningen is e hand gelegd op een 10-jarigen naap. die een 13-jarigen tuinjongen, telke met fruit ventte, een porte- ïonnaie had ontrold, inhoudende 3.22'/,. Uit het verhoor bleek, dat het niet e eerste maal was, dat de knaap ich aan een dergelijk feit schuldig laakte. Vóór een maand ongeveer mtsta; hij een schoolmakkertje een lortemonnaie. De jongen beL .^de, dat hij in de ;unst werd onderwt. door zijn 12- irigen broer. Die broer had reeds portemonnaies weten machtig te rorden. Wat ze stalen, brachten de tnapen aan moeder, die deportemon- aies verbrandde, na zich den in- oud te hebben toegeëigend. De moeder, die eveneens werd ver oord. ontkende alles wat haar zoon- je verklaard had. Ook wat de ma- lier van stelen betreft. De jongens hadden dat geleerd van len schoolmeester, die op ichool wel eens vertelde van zakken- ollers en gewezen liad, hoe die nenschen dat deden. De vrouw ontving een zeer ernstige lerisping van den commissaris van lolitie over de schandelijke opvoeding, ie zy haren kinderen gaf. Wat er )|i deze wijze van de knapen te- echt: komt, is zeker niet moeilijk te 'oorspellen. Het wonder van Stevensweert. Men schrijft uit Stevensweert van ioogst achtenswaardige zijde aan Hei Cenlrun, „Te bed liggende en „vastende" is Maria Cretskens nu al bijna drie jaar rader geworden, en niemand weet hoe ang zij het nog op dien voet zal kun- ien uithouden."Na jaren zoo geleefd t* hebben, zou het „wonderkind" de i'ereld wei eens kunnen verlaten, al- forens nog 'net raadsel van haar ge heimzinnig bestaan opgelost was. „Om der lieve waarheid wille, heb jib inij de moeite getroost eenige wel ter faam staande personen uit de buurt raar hun denkwijze omtrent het geval vragen, \flen nu. de eerbiedwaar de pastoor van Stevensweert niet iet minst, spraken met lof van de j rawoners van Schurenbof en achtten )en niet in staat tot het plegen van iet ergerlijkste bedrog. Daarbij keur en zij eenparig de handelwijze af van tenige weinige verder afwonenden, die houtweg beweren dat Maria Crets kens dagelijks twee liters melk (goed geteld?)" zoek maakt, na eerst, een paar jaren terug, op het gezag van een Brusselse!) geneesheer zonder veel praktijk, in een klein blaadje de Moo- kerhei, van eene ..natuurlijke ziekte" te hebben gewaagd. O, die broodpro feten „Desniettemin is monig bezadigd man van gevoelen, dat voor den heer Cretskeus het oogenblik is aangebro ken, om door het aanstellen van be trouwbare getuigen van buitenshuis de echtheid vau ziju beweren te staven. Wel is waar beeft hij zich reeds vroe ger daartoe gewend tot den Eerw. lieer pastoor der streek, doch die heer zag liever dat de pachter zelf voor getuigen zorgde, zonder tusschenkomst van derden. Den vader toch behoort de eer en de goede naam zijner doch ter nader aan 'thart te liggen dan wien ook. Eu waar b.v. liefdezusters ter bewaking van Maria Cretskens worden aangewezen, door bemiddeling eens priesters, loopt deze daar niet gevaar, by eventueele mislukking der proefneming, zooal niet met Cretskens in zee te vallen dan toch als een man van weinig doorzicht te zullen worden bestempeld „Voorzichtigheid dus maar ook geen laster!" Over Amerika. De heer A. Kuipers, sedert 15 jaar landbouwer in Amerika, houdt iu vele gemeenten een voordracht over landverhuizing naar Noord-Amerika. Het verslag van een dier lezingen begint in een der bladen aldus: De heer Kuipers hangt eene kaart van de Vercenigde Staten op: „Dat is allemaal Amerika. Je we ten dat eeu zekere Klombos dat in 1400 ontdekte heit. En daar heb ik gereisd van zee tot zee. De roodhui den Die zijn niemendal bloeddorstig. Niemendal geen- bloedzuigers. Ze bie den je de vriendschapspijp en je rookt en zijt goede vrienden en ze helpen je. De Indiaansehe meisjes liepen uit eu werden verliefd op onze blanke jon gens. Het „gouvernement" ziet graag dat een blanke man met eene Indi aansehe trouwt: het geeft hem een bruidschat van 1000 akkers land, bes ten grond met veel plantenvoedsel. Nou, ik ben boerenknecht geweest in Drente en boer in Groningen, en 't eerst goed en later slecht. Ik heb in Nederland zoowat altijd schuld ge had, en met schuld ben ik naar Ame rika vertrokken. Eerst mijn zoon. Die most den boel gaan verkennen. In het begin vond hij schralen grond en veel menschen, en schreef vader, ver koop wat je nog hebt, en kom hier heen en brengt veel menschen mee, want hier is het best land, dat hele maal ledig is. Toen heb ik menschen gezocht en we zijn vertrokken, den 13 Maart 1882. We hadden ons ook een schoolmeester aangeschaft, die Hol landse!) en Engelsch kon, en een do minee, die ons liet Evangelie zou ver kondigen. Ze zouden ook land nemen, en wij zouden dat voor hullie bewer ken. Maar den schoolmeester raakten we kwijt in Noe-jork, den dominee in Sikaago, en nooit meer van gehoord. Wij trokken al maar door, tot we in Dakota kwamen. We rookten de vre- depijp met de Indiauen. Wij kregen land ten geschenke van het „gouver nement", we werkten hard en waren zuinig en nou bennen negen van de tien gezeten boëreneen is mislukt die zat maar in de saloens; die lustte te graag wiskie. Ja, dan mot je ver gaan. Hij is een arme kerel geworden, maar die eerst zyn knecht was, is nou boer. En bij is arbeider." Naar men weet, zal de heer Kuipers a. s. Zaterdag 11 uur ook te Utrecht spreken in de zaal naast den schouw burg. Er bestaan plannen tot een ne derzetting van katholieke landbouwers in Amerika en dézen wil hij gaarne ee nige inlichtingen geven. Een trouwe opkomst moge den heer Kuipers voor zijn moeite loonen. Cent. Pers Overzicht. De nalezing van Dr. Schaepman. De Dalezing van Dr. Schaepman in het Centrum lokt weer geschrijf uit van de zyde der partijen, die hy be sprak. Men weet dat de Chr. Hist, zich in de Vaderlander deden booren. Thans zijn het de vrije anti-rev., wier tolk de Nederlander is, die het hunne opmerken, in een artikel, geplaatst in het Donderdagavoudnummer van het blad en dat wordt voortgezet. De Nederlander zegt, dat Dr. Schaepman zich tot tolk gemaakt heeft van hen, die gepoogd hebben zijdelings de vrye anti-rev. van onop rechtheid te beschuldigen en dat lis volgens het blad te onbillijker, omdat men eer grond zou hebben hun te groote openhartigheid en oprechtheid te verwijten. Voorts verdedigt het blad zijn gezegde, dat de anti-rev. hunne beginselen moeten verbreiden, liever dan nu reeds te trachten naar machtsuitoefening; een gezegde, dat dr. S. had bestreden. Gaarnehad het blad, dat eene regeering optrad van anti-rev. beginselen bezield, en in zulk eene regeering zouden ook ge- loovige R. C. op liun plaats zyn; maa:- zulk eene regeering kan z. i. slechts dan kracht uitoefenen, wan neer zy waarlijk de natie achter zich heeft. Dat zou ze thans nog niet heb ben. Daarenboven bezitten de anti- rev. kringen nog te weinig elementen geschikt om op staatkundig gebied kracht uit te oefenen. Nog niet alge meen worden de anti-rev. beginselen begrepen. Daarna betoogt de Nederlander dat geloovige protestantsche chris tenen moeten leeren geduld te heb ben zoowel op kerkelijk als op poli tiek gebied. Het doel moet niet zijn gezagsuitoefeningals die noodig is. komt ze wel van zelve. Kunstmidde len zijn onnoodig! Tegen samengaan met de R. K. op bepaalde punten had het blad nimmer bezwaar, maar men is in gebreke gebleven bet aan te toonen, welke speciale belangen op dit oogenblik tot gezamenlijk op treden zouden moeten leiden, en toen de Nederl. aangetoond had, dat. de programma's veel te vaag zyn, om als aecoord voor samenwerking te kunnen dienen, is men het blad het antwoord schuldig gebleven. „Het is, dunkt ons, eene politieke fout geweest" besluit het blad „van dat gezamenlijk optreden als regeeringsparty tijdens de verkiezin gen te gewagen. Vooreerst, omdat iedereen, behalf de R. K. zeiven en naar het schijnt vele Kuyperianen, gevoelde, dat juist die aankondiging ten bate moest komen van het libe ralisme. Ten anderen, omdat men eene quaestie voor de kiezers wierp, die bij ben niet thuis hoort. Men heeft weer een stap gedaan in revolutio naire richting door de kiezers op te roepen over het regeeringsbeleia te beslissen, en dit heeft, als naar ge woonte. verwarring gesticht." Partijdig en on vertrouwbaar' In de Arnh. Cour. wordt er op ge-^ wezen, dat in den laatsten tyd deu liberalen verregaande partijdigheid wordt verwetennl. dat de liberalen, die leden van Raden en Staten ziju, nooit of bijna nooit een boek citeeren door een katholiek geschreven, een tijdschrift of eene courant onder katho lieke redactie. Dit vinden, volgens het blad. de katholieke en anti-rev. schrijvers te erger, omdat juist hunne geestverwanten het tegendeel doen. Behalve dat de klagers" eenige moeite zouden hebben om veelvuldige geval- dige gevallen op te geven, dat liberale sprekers in oftieieele lichamen geen katholieke (of anti-revolutionaire schrijvers met epzet citeerden, is de Arnh. Cour. de meening toegedaan, dat de grief niet duidelijk is. "In het algemeen toch zijn citaten uit de Katholieke en antirevolutio naire polemische literatuur weinig ge schikt tot staving van liberale stel lingen eu beweringen zegt liet blad. In den regel voorziet de polimisee- rende schrijver zijne tegenstanders niet van argumenten. Zoo min de woordvoerders van de vrijzinnige als van de clericale richting maken zich aan deze onhandigheid, aan deze fout schuldig en men kau dan ook zeggen, wat er ook met kennelijke zcliiug.eno- menheid over de zooveel breedere op vatting van de strijders voor de Katho lieke en anti-revolutionaire beginselen geschreven wordt, dat deze heeren evenmin tot staving van hunne bewe ringen argumenten aan de polemisee- rende literatuur huuuer liberale tegen standers ontleenen." Het blad zoekt de oorzaak van de tegen de liberalen geuite grief in den uitslag der verkiezingen. Men is daardoor knorrig geworden en zoekt nu naar onderwerpen om er zyn kwade luim aan bot te vieren. Verder merkt de Arnh. Cour. op, dat politieke li teratuur altijd bet meest door geest verwanten wordt gewaardeerd, en dat zoodanige waardeeriug in redelijkheid niet van politieke tegenstanders kan worden geëischt. Ten laatste wijst liet blad er op, dat buiten liet gebied dei- politiek,in geschiedenis, oudheidkunde, belletrie en waar elders'ook, de bij dragen van Katholieke schryvers op gelijken voet met die van andersden kenden zonder onderscheid temaken, naar verdienste worden gewaardeerd en het weinig logisch is, hetzelfde te verwachten op het uiteraard niet neu traal gebied van den politieken par tijstrijd." Koloniën. Cholera. Uit Magalang wordt aan het B.N. gemeld Sedert mijn bericht van begin dezer maand heeft zich slechts 1 geval van cholera voorgedaan, doch met gun- stigen afloop. In het naburige Mendono doen zich geen gevallen meer voor, terwijl ook onder de inlaudsche bevoking de ziekte als geweken beschouwd kan worden. Alleen te Moentilan, hal verwege Djokjakarta doen zich nog enkele gevallen voor, de meeste echter met eén gunstig verloop. Wanneer die gunstige toestand blijft aanhouden, ligt het in het plan van het legerbestuur om de gecombineerde manoeuvres voor troepen uit de gar nizoenen Willem I Banjoe Biroe Salatiga eu Magelang, medio Aug. toch te doeu houden, in ae nabijheid van het 12 palen van hier gelegen Krabaksche. Aan den geneeskundigen dienst is dienaangaande opdracht gegeven, het strengste toezicht uit te oefenen op den toevoer van gezuiverd drinkwa ter van hier voor de onderscheidene bivouakken. Diefstal van petroleum. By de politie te Batavia is aan gifte gedaan, dat uit hetjpakhuis dei- firma R. 80 kisten petroleum waren gestolen. Meende men aanvankelijk aat er inbraak was gepleegd, uit het onderzoek der politie bleek al spoedig, dat men reeds vóór ruim twee maanden met bet stelen begon nen was en fdat de groote hoeveel heid olie successievelijk in kloinc hoeveelheden is weggedragen. Schout Hinne. die liet onderzoek in deze zaak heeft geleid, kwam bijv. te weten, dat den 27en Juni 7 kis ten met petroleum buiten den goe- dang werden aangehaald door een oppasser van schout Luijks en den sergeant van de kampong Pekodjan, in welke het pakhuis gelegen is. Van dien diefstal is echter géén rapport gemaaktde beide betrokkenen, daar over ondervraagd, ontkenden eerst, doch later gaf de een den ander de schuld, totdat na lang zoeken aan het licht kwam, dat zij' den waker van het pakhuis en den hoofdoppas- ser van schout L. erin hadden ge baald en de petroleum verduisterd. Ilct spreekt vanzelf dat alle vier thans in arrest 'zijn. Hoe de diefstal van de overige pe troleum heeft plaats gehad, is mede ï-Qeds gebleken. Men is nl. tot de ontdekking gekomen, dat in liet dak van het pakhuis een lat was uitge zaagd en door wegneming der pau- nen een gat gemaakt, groot genoeg om er de kisten door te halen. Aan vankelijk er zijn getuigen, die dit kunneu bevestigen stal men de petroleum blik voor blik en werden deze door liet gat naar buiten ge bracht en met een touw neergelaten. Doch toen de zaak zoo goed mar cheerde, ging het met heeje kisten te gelijk en" om ontdekking te voorko men, werden de kisien in het pak huis een weinig uit elkaar gezet, zoodat het niet dadelijk opviel, dat er zooveel aan ontbraken. B.-A Lombok. Aan de Loc. is uit Ampenan dd. 6 Juli onder meer geschreven: „Konden wij dezer dagen iu een der Indische bladen de minder juiste klacht vernemen dat. de rystuitvoer van Lombok tot ongerief der bevol king en schade van de handelaars verboden is, daarentegen wordt dit product in kleine hoeveelheden, doch overvloedig, thans gelijk het vorige jaar voor den uitvoer aan de markt gebracht» „De wel wat voorbarige bande laars kunnen dus tevreden zijn. De prijs dei rijst loopt van f4 tot f4.75 per picol en kan alzo r Lombok, waar het gepasseerde jaar slechts f2.50 per picol als inkoopsprijs gold, hoog genoemd worden. De minder voordeelige rystoogst op Java komt alzoo den Lombokker ten goede, en had hij alleen met eerlijke handelaars te doen, dan zou hij een mooi duitje kunnen opstryken. Maar de gestaarte en getulbande dienaars van Mercurius weten uit- •stekend profijt te trekken van de onkunde der Inlanders omtrent ons gewicht en munt. Vermakelijk, zoo niet ergerlijk, is het hen te zien om springen met hun weegtoestellen, ter wijl met de kèppng wordt uitbetaald, schoon de inkoop gerekend wordt naar de Nederlandsebe munt. welker herleiding boven het begrip van den Sasakkér gaat, „Met liet obg op de laatste zou liet daarom wenschelijk zijn dat de képèng werd opgeruimd, ware het niet dat onze munt op Lombok nog zoo wei nig burgerrecht heeft en haar waardij zoo verre de képèng overtreft. „Doch wij zullen over deze zaak geen zwarigheid maken, met den tijd komt alles terecht. Dit ondervindt de heer Liefrinck, die langzaam maar zeker vordert met de bekende grond- quacsties, zoo mede de heer Darlang, ambtenaar ter beschikking, die zich te f Batoe-Klian met gelijke zaken bezig houdt. Lombok gaat merkbaar vooruit, eu dit doet ons dergelijke zakeu van minder belang licht opne men. I .ombok gaat merkbaar vooruit, zeg ik nog eens, dat getuigt niet alleen de bezoeker die na korleren of langeren tijd weder den voet op den bodem van Salaparang zet, maar ook de Inlander die telkens wat nieuws te zien krijgt en, in het genot van veiligheid en rost, weldra den vuurwa gen zal zien voorbij rennen, waarvoor de heer Richter thans bezig is de noodige opnemingen te doen. A mpenan begint er zoo interessant uit te zien, dat het ons baast zou spijten dat men besloten heeft een verhuizing op groote schaal naar Mataram te doen plaats hebben. „In liet hospitaal liggen verschei dene buiklijders; die ziekte is echter niet van ernstigen aard. „De heer Quast, controleur voor Sisi, is met de laatste scheepsgelegen heid alhier aangekomen. De berich ten van Oost-Lombok zijn vrij gun stig." PARAMARIBO, 1 Aug. De N. S. C. schryft: „De zegenrijke gevolgen van den gelukkigen uitslag der verkiezingen blijven niet uit. „Het Nederlandsche volk en wy hier in de kolonie zijn nog nauwe lijks bekomen van de blijdschap waar mede de uitslag der herstemming is begroet, na het leed van de verkie zingen, of weder worden wy hier in de kolonie aangenaam verrast met het telegraphisch bericht dat dc heer J. T. Cremer benoemd is tot minister van koloniën, dat wil dus zeggen, dat het ministerie, opgetreden om dat van Roëll-Van Houten te vervangen, het schip van Staat in een vooruitstre vende richting zal sturennaar dien de nieuw benoemde tot de vooruit strevende liberalen behoort Het blad beveelt de kolonie aller- eerbiedigst in de protectie van den heer Cremer aan. „In veel schryft het blad - heeft onze kolonie noodig te worden hervormd in voontitstrevende|ricliting, waarom wy een regeering in vooruit strevende richting met een minister, die belast is met de portefeuille van koloniën als de heer .1. T. Cremer. van harte toejuichen." Door den gouverneur is, volgens de A'. S. C. eene commissie benoemd om het noodige te verrichten ten einde Suriname zoo goed mogelijk verte genwoordigd te doen zyn op de in 1898 ter gelegenheid van de aan vaarding van de regeering door H. M. de Koningin, te Haarlem te hou den tentoonstelling voor Nederlandsch West-Indië, met bepaling dat de re sultaten van hetgeen ten deze door de commissie zal worden verricht tevens zullen dienen om Suriname goed vertegenwoordigd te doen zyn op de in 1900 te Parys te houden wereld tentoonstel ling. Deze commissie is als volgt samen gesteld Voorzitter mr. G. H. Barnet Lvon, onder-voorzitters de heeren: F.' C. Gefken en J. E. Muller, secretaris sen de heerenF. C. Curiël, mr. G. A. van Emden, mr. A. J. van der Houven van Oordt en penningmees ter de heer W. van Esveld. De commissie is bij gouvernem. besluit van 3/8 Juli jl. benoemd en al den leden is reeds kennis gegeven van de benoeming. Het blad kan zich echter niet herinneren hiermede in kennis tc zyn gestold, evenmin iets van die benoeming in het Gouver- neraents Advertentieblad te hebben gelezen. Deze bestuurshandeling, t. w. een commissie voor een tentoonstelling te benoemen en geen publiciteit daaraan te geven, vindt het blad vreemd en laakt ze zeer. GEMENGD NIEUWS. De prins van Wales te Mariënbad. Lord Renfrew onder dezen naam reist de prins van Wales is den llden Augustus in liet hotel Klinger te Mariënbad aangekomen. Het is te hopen dat de Engelscben, hoe moeilijk het hun ook vallen moge, het incognito van den prins, die al leen met zijn stalmeester kapitein Fortescue reist, zullen eerbiedigen. Het begin was goed. Aan het station was geen foule om den prins op te wachten. De toekomstige koning van EngelaDl en keizer van Indië is ech ter'ook in de oogen van de Oosten rijkers een te groote persoon, om zelfs een tijd lang onopgemerkt te blijven. De invloed van zingen op de gezondheid. Over de waarde van het zingen voor de gezondheid houdt dr. Barth (Küslin) in een Duitsch tijdschrift eene beschouwing, die in ruimen kring de aandacht verdient. Als men bij de bcoordeolingen van het zingen het. aesthetiscli gezichtspunt buiten be schouwing laat, is het zingen eene zuiver lichamelijke oefening, die op andere lichamelijke verrichtingen ze kere tegenwerking zal hebben. In de eerste plaats is het zingen afhankelijk van de ademhaling, de zanger behoeft een veel grooter voorraad lucht dan iemand, die ge woon weg spreekt: het zingen zal dus den meesten invloed hebben op dc werkzaamheid der longen. Elk orgaan kan geoefend worden, dus ook de longen. Door oefening kan de zan ger de lucht massa, die de longen bij het ademen kunnen opnemen, belang rijk vergrooten. De tenor dr. Gunz was in staat, een geheel lied uit Schu mann's Dicnterliebe, ..Die Rose, die Lilliein een adem te zingen. Bij de gewone ademhaling worden de longen noch zoo sterk uitgezet als bij de krachtigste inademing, noch zoo sterk samengetrokken als by krach tige uitademing. Bij den rustig adem- balcnden menseh maakt de borstkas slechts geringe bewegingenzij ademt in den regel slechts 500 kubieke cen timeter lucht in eu uit, d. i. \G—';7 van liet opnemingsvermogen zijner longen. De zanger daarentegen ademt niet alleen veel dieper, maar ook ver bruikt hij om technische redenen zijnen adem geheel, eer hy weer lucht schept. De luchtwisseling en het doorluchten der longen is bij hem dus veel vol maakter dan bij het gewone ademen. Daar nu de zuurstofopnarae afhan kelijk is van de diepte der adem haling, zullen zangoefeningen van een half uur. een a "twee keer per dag een beter doorluchten der longen en eene verhoogde gaswisseling met, het bloed ten gevolsre hebben. Diepere ademhaling en oefening der ademhaling, zooals dit by het zingen plaats vindt, is echter tevens ook eene oefening der ademhalingsspieren. Bij diepe ademtochten komen bijna al de spieren van den romp en den hals, dus een groot deel van alle spieren in werking. Deze ademhaling vergroot niet alleen de ruimte der borstkas, maar sterkt ook de wervelkolom, en instinctmatig neemt dus ieder, die zingen wil, eene rechte houding aan byna alle zangers en zangeressen heb ben eene goede houding" Het zingen is dus eene snieren-gymnastiek, die natuurlijk op de stofwisseling van het geheelc lichaam moet terugwerken. Van «'root gewicht is het, dat door aanhoudende ademhaling, de ribben er. met name het kraakbeenig gedeelte veerkrachtiger worden. De gebreken der ademhaling bij oude menschen berusten voor een goed deel op bet verlies der veerkracht van het kraak- beeuig gedeelte der ribben, omdat onvoldoende adembewegingen reeds vroeg tot verbeening leiden, zooals dc sectie bij jonge teringlijders be wijst Groot is ook de invloed van het zingen op den bloedsomloop en het bloedgehalte der longen. Hoe dieper de ademhaling, des tc meer bloed wordt naar het hart en de longen gevoerd, des te meer wordt de bloeds omloop versneld. Nu is do verhoogde doorbloeding van dit orgaan een uit stekend geneesmiddel by tering. Deze ziekte behoort by de berocpszangers tot de uitzonderingen, terwy'l juist bij doofstommen, omdat by beu vau oefe ning en verdi ping der ademhaling bijna geen sprake kan zyn, tering zeer veel voorkomt. De uitgeademde lucht is altijd met waterdamp ver zadigd en bly'ft het ook, al worden de verdiepte ademtochten ook nog zoo lang voortgezet. Zingen vercischt dus een waterverbruik, dat des tc grooter is naarmate langer gezongen wordt. Verder vereischt de verhoogde water verdamping ook een grooter water verbruik, zoodat door bet zingen ook de behoefte aan voedsel grooter wordt. Ieder zanger zal bevestigen, dat met liet begin van geregeld voortgezette zangoefeningen de eetlust toenam bijna alle zangers en zangeressen kunnen voortreffelijk eten. Daarbij komt, dat liet zingen, omdat bet met veel bewegingen van het middenrif en den buikwand gepaard gaat, ook zuiver mechaniek op de functie der spy'svertcringsorganeu werkt, in ze keren zin èene natuurlijke ma»ssage. Dat ten slotte al deze inwerkingen van het zingen op den aard van liet voedsel van liet lichaam, op het bloed invloed krygen, sfhat vast. Als men verder nog in aanmerking neemt, dat het zingen eene zorgvuldige verple ging van den mond vercischt, de lucht gemakkelijker door den neus doet gaan, het muzikaal gehoor scherpt, dan moet men zeggen, dat het zingen eene lichamelijke oefening is, die op de gezondheid van den menseh zeer grooten invloed heeft. Elke huisdokter kan bevestigen, dat die leden eener familie, die geregeld zangoefeningen houden, niet alleen gezonder ademshalingorganen hebbeu dan de niet zingende leden, maar ook lichamelijk zich beter ontwikkelen. Door een pudding. Door een pudding het leven gered, zou men byna als opschrift boven dc volgende ware gebeurtenis kunnen neerschrijven. Zoo erg is het evenwel niet, maar toch is een pudding de oorzaak gew van de opkomst van den held dezer geschiedenis. Voor eenige jaren was er by eeu cuisinier tc Groningen een kok werk zaam, grondig bekend met zyn vak. maar zonder vooruitzicht in ons land om als patroon fatsoenlyk door de we reld te komen. Op een goeden dag toog onze kok vol moed over den Oce aan en vond bij eon hotolier in Chi cago gelegenheid zyn kennis wereld kundig te maken. Op een, voor onzen man, geluksdag stapte aan het hotel een ryke Ame rikaan met. twee dochters af, die zes kamers bestelde. Zy dineerden en bij het dessert, waar een pudding werd gediend, vroeg de Croesus den hotelier den maker van dat gerecht te mogen spreken, waarop de meester den kok liet roepen en hem zeide, dat er iemand was om hem te spreken. De kok vorscnecn, en werd ge vraagd of hij genegen zou zijn op een salaris van 1200 dollar de betrekking van keukenmeid by den onbekende te willen vervullen. De puidingman kon hierin niet dadelyk toestemmen, daar hy zyn toekomstigen principaal niet kende, maar nam. na overleg met den patroon, de aangeboden betrek king aan. Nu zit hij in de keuken van den rijkaard en behoeft slechts 4 uur per dag dienst te doen, terwyl zijn salaris aanmerkelyk is verhoogd, en dat alles door die eene pudding. De Armeniër, die in het gebouw- der Ottomaansciie Bank gearresteerd werd op het oogenblik, dat hij trachtte de lont van een bom aan te steken, heet Karabet en beweert, eerst twee dagen van te voren uit Rusland ge komen te zyn. Tegen deze verklaring strijdt evenwel de omstandigheid, dat andere fotogralieën van hem gevonden zijn, welke door een fotograaf tc Con- stantinopel gemaakt zijn. VARIA. Omgekeerd. Alfred. „Toen hij haar het hof maakte, zwoer hij haar met duizend ecden, dat hy alles aan haar voeten zou léggen. Egbert. „En is zy daarop inge gaan Alfred. „Natuurlykmaar sedert ze getrouwd zyn werpt ze hem alles voor de voeten. Dame. „U klaagt over slechte za ken. dokter? Verleden jaar had u toch een uitstekende praktijk." Dokter. Ja verleden jaar toen leefden al mijne patiënten nog. Gepareerd. Laura. „Herinnert ge u nog wel, hoe u verleden jaar op deze plek myne hand gevraagd hebt? Jongmenscb. Ja, ja. U hebt mij toen een leelijk blauwtje laten loopen. Laura. „Ik heb e». nog eens over nagedacht.' Jongmenscb. „Ik ook." Heer. Vindt u de lucht op het land niet vee! zachter dan in de stad? Dame. Ik heb er van morgen in Rijsenbur<f m'n nets mee opgepompt, maar ik neb volstrekt geen verschil gemerkt. Tante, ik ben gisteravond gevalle» en ik bleef acht uur buiten kennis. Zoo Kareltje. Ik schrik ervan. Waai- viel je dan Ik viel in slaap, tante.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 7