T weede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
FEUILLETON.
De Schatgravers.
85e Jaargang.
Donderdag 26 Augustus 1897,
Ho 4341
HAARLEM'S DAGBLAD
jABOIISniSTIEÏLAElNrTSiFIEWEvTS
Yoor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 8 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
w de omstreken en franco per post 0.371/2
A TYVFTT?.rPTn~NrrT'TTrrNr
Van 1-5 regels 50 Gts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor tiet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Sua., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bnreau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels (0,75, elke regel meer 0,15; Reclames per regel (0,-30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Blocmendaal, Sandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN, bij
Vehen, W. J. RUIJTERBeverwijkJ. HOORNSIJmuiden, TJADEN, Genoemde Agenten neme- Abo:
tol; SpaarndamC. HARTENDORP; ZandvoortJ. ZWEMMER
innementen en Advertentiën aan.
Officieele Berichten.
""Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
brengen ter openbare kennis, dat
de Raad der gemeente bij zijn besluit
van 18 dezer'hoeft verklaard, dat de
perceelen aan de Spaarnwouderstraat
no. 104b en 104e en het perceel aan
de Hondestoeg no. 15b, ongescliikt
tot bewoning zjjn.
Haarlem, 23 Aug. 1897.
Burgemeester en. Wethouders
voornoemd,
M. O. de KANTER.
Waarn. Burgem.
De Secretaris
C. M. RASCH.
Wanneer het weer goed is, zal het
Donderdag zeker vol zyn in den tuin
van 't Brongebouw. Vooral omdat
de kans op mooie avonden, waarop
men buiten kan zitten, kleiner wordt.
Het gebladerte begint al te bruinen
en de wilde wingerd wordt rood
straks is het herfst.
Bij vonnis van de Arrondissement»
Rechtbank te Haarlem, do. 24 Aug.
1897 is opgeheven liet faillissement
van den boedel van wijlen Jan van
den Heuvel, landbouwer te Haar
lemmermeer overleden aldaar 12
April 1897.
Ter- eere van het echtpaar De Lugi,
dat heden zijn gouden bruiloft viert,
naar wij onlangs reeds meldden, was
heden van uit tal van huizen op het
Klein Heiliglaud de driekleur gesto-
STADSNIEU WS.
eerste en derde pagina.
Haarlem, 25 Aug. 1897.
Voor het akte-examen engelsche
taal A (M. O.) is Dinsdag te 's Gra-
venhage geslaagd mej. A. E. de
Vries, alhier.
Nijverheid.
Blijkens eene mededeeling in de
Br. N. B. Cl. bezochten Zaterdag jl
de hoeren S. J. Graaf van Limburg
Stirum en E. von Saher, van bier, als
vertegenwoordigers der Ned. Maats,
ter bev. van Nijverheid, de tentoon
stelling te 's Hertogenbosch. Zij wa
ren zeer voldaan over hetgeen de ten
toonstelling van Noord-Brabants nij
verheid te zien geeft.
Graaf van Limburg Stiram'gaf. na
alles zeer nauwkeurig te hebben op
genomen aan de lieeren van 't Uitvoe
rend Comité, die hen begeleidden, te
kennen, dat hij geheel en al bewon
dering was over hetgeen uit de pro
vincie is bijeengebracht.
Na een urenlange rondwandeling
vereenigden zich de aanwezige leden
van het Uitvoerend Comité aan een
maaltijd, waarbij de heeren Graaf v.
Limburg Stirum en Von Saher als gas
ten aanzaten, en dat werd opgeluis
terd door een concert van het muziek
korps der d.d. schuttery.
Dit bezoek zal tengevolge hebben,
dat te 's Hertogenbosch eene afdee-
ling van de Ned. Maats, ter bev. van
Nijv. zal worden opgelicht
Donderdag 26 dezer geeft het Haar-
lemsch Muziekkorps in het park van
het Brongebouw een concert, waar
van liet programma uitsluitend uit.
werken van Richard Wagner is sa
mengesteld.
Hier kan de Wagnervereerder te
gastgaan, te meer daar de heer Kriens,
die zelf voor de werken van dezen
toonkunstenaar groote voorliefde heeft,
gewoon is de uitvoering van diens
composities door zijn orkest met bij
zondere zorg te behandelen.
De brievenbussen van de vereeni-
ging „Weldadigheid naai- Vermogen"
zijn thans geplaatst
le. Stationsplein, aan de voorzijde
van het Politiebureau.
2e. In de vestibule van het Stadhuis.
3e. Gasthuisstraat, aan den hoofd
ingang van den Doelen.
BINNENLAND
Voogdij der Koningin.
De Raad van Voogdij, welke vol
gens de wet van 1SS8 H. M. de Ko
ningin-Regentes als Moeder-Voogdes
van Koningin Wilhelmina ter zijde
staat, is thans weder bijna voltallig
geworden door het zitting nemen van
mr. Coninck Liefting, die wijlen mr.
J. G. Kist als president van den
Hoogen Raad is opgevolgd.
Volgens de genoemde voogdij-wet
bestaat de Raad van Voogdij uit 4
leden door den Koning te benoemen,
en nit 5 hooge Staatsambtenaren, ni.
den vice-president, van den Raad van
State (thans jbr. Schorer), het oudst
benoemd lid van den Raad van State
(mr. Heydenrijck), den voorzitter van
de Alg. 'Rekenkamer (baron Six van
Oterleek), den president en den pro
cureur-generaal bij den Hoogen Raad
(thans mrs. Coninck Liefting
Polis).
Van de vier door Koning Willem
Hl benoemde leden zijn nog in func
tie de heeren baron van Goltstein van
Oudenaller (gezant te Londen), jhr.
mr. J. Roëll (oud-minister van buit.
zaken) en baron van Brienen van de
Groote Lindt.
De vierde, baron Schimmelpenninck
van der Oye, oud-voorzitter der Eer
ste Kamer, is overleden. Zyn plaats
is niet vervuld, daar de voogdywet
bepaalt dat indien een der door den
koning benoemden mocht uitvallen,
geen aanvulling noodig is, zoolang
het getal dier leden niet minder dan
twee bedraagt. In geval van aan
vulling tijdens de voogdij, moet de
benoeming door een wet geschieden.
Die aanvulling is tot dusver echter
niet noodig geacht en zal ook wel
niet meer plaats vinden.
De voogdij over H. M. de Konin
gin eindigt immers in het volgend
jaar, als H. M. de grondwettige
meerderjarigheid (18 jaar) zal hebben
bereikt
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten
Voor liet tijdvak van 1 September
1S97 tot en met 81 Augustus 1S98,
benoemd tot leeraar aan de Rijks
boogere burgerschool te Utrecht, K.
Later, doctorandus in de Nederland-
scbe letteren, te Deventer.
Benoemd tot ontvanger der regis
tratie voor de gerechtelijke akten en
der domeinen te 's-Gravenhage, B. C.
van Berkel, thans bewaarder van de
hypotheken, het kadaster en de
scheepsbewijzen en ontvanger der re
gistratie en domeinen te Deventer
tot ontvanger der registratie en do-
&êiüèü le Grave, J. C. Doedens, tbans
surnumerair der registratie en domei
nen en commies ter directie der re
gistratie en domeinen voor de pro
vinciën Gelderland en Overysel.
Aan den reserve-officier van gez.
2de kl. H. C. Knappert, een eervol
ontslag verleend uit zyne betrekking
tot de landmacht.
Met ingang van 16 September be
noemd tot directeur van liet post
kantoor te Venloo, J. P. Halberstadt.
thans in gelijke betrekking te Mep-
peltot directeur van het post- en
telegraafkantoor te Meppel, J. de
Smidt. thans in gelijke betrekking
te Steenwijk.
Aan L. C. C. Hueck, ingezetene
van Curacao. vergunning verleend tot
het aannemen van het ordeteeken der
derde klasse van het Borstbeeld van
den Bevrijder, hem door den presi
dent van Venezuela geschonken.
Verkiezing Tweede Kamer
der Staten-Generaal.
Uitslag Herstemmingen.
Amsterdam VI.
Uitgebracht 2451 geldige stemmen.
J. W. Geertsema (lib.) 1226 stem
men. Mr. Th. Heemskerk (a.-r.) 1225
stemmen.
GekozenGeertsema.
Per bulletin meldden wij Dinsdag
avond dezen uitslag.
Heden seint men ons echter den
officieelen uitslag, waaruit blykt.dat
de heeren Geertsema en Heemskerk,
beiden 1225 stemmen hebben beko
men. Iu het tweede stemdistriet is
Dinsdag een stem op den heer Geert
sema voor geldig verklaard doch door
het hoofdstembureau is heden de on
geldigheid daarvan uitgesproken.
Desniettemin is de heer Geertsema
als de oudste in jaren de benoemde.
Het is wel een bizonder toeval,
dat waai- de heer Heemskerk het den
25sten Juni te Sneek tegenover den
heer van Gilse met ééne stem min
derheid moest afleggen, hij nu tegen
over den heer Geertsema gevallen is
door zijn jongeren leeftijd.
Enschedé.
J. H. ter Veer (r.-k.) 3822 stem
men, H. H. van Kol (s.-d.) 4289
Stemmen.
GekozenVan Kol.
Het stemdistriet Haaksbergen 2 is
echter nog onbekend.
Het gevolg van den koning
van Siam.
Het gezantschap aan ons Hof van
Z. M. den Koning van Siam, die de
volgende maand te 's-Gravenhage
komt. bestaat, behalve uit den mar
kies Maha Vota, buitengewoon ge
zant en gevolmachtigd minister, sedert
17 Juni 1892, uit: graafMontri, secre
taris van legatie le klasse; den beer
Vcrneij, Engelsch secretaris; baron
Nepbat Kulapongs, attaché, en den
heer Edward H. Loftus, attaché-tolk,
Koloniaal verslag 1897.
Het eerste gedeelte van dit verslag
(betrekkelijk onze O. I. bezittingen)
is reeds verschenen. Mei betrekking
lot Atjeh wordt daarin in hoofdzaak
herhaald de mededeeling door den
minister van koloniën ten vorigen
jare bij de Indische begrooting aan
de Staten-Generaal gedaan, hier en
daar slechts met een enkel punt tot
een aaneengeschakeld verhaal aange
vuld. De feiten, ook wat de krijgs
verrichtingen betreft, zijn bekend.
Omtrent den algemoenen toestand in
de eerste maanden van 1897, zoowel
in Groot-Atjeh als in de onderhoo-
righeden wordt geconstateerd, dat
binnen de geconcentreerde linie en
ook in den laatsten tijd iu de IV en
VI Moekims van de sagi der XXV
Moekims de veiligheid van personen
en goederen vrij groot mag genoemd
worden. Ook kwam het thans door
ous bezette gebied in een merkbaar
beteren toestand, maar toch komen
gevallen van roof, brandstichting en
moord voor, die hun oorsprong von
den in wraakzucht onzer tegenpartij
over verstrekte inlichtingen.
De scheep vaartregeling voor Atjeh
en onderhoorigheden is thans in wer
king op de geheele Oostkust, op de
Noordkust met uitzondering van en
kele gedeelten, op de Westkust en op
Poeloe Well.
Op den gang van zaken in de af-
deeling Groot-Atjeh en als middel
tot het bedwingen aldaar van liet
verzet tegen ons gezag is, zegt liet
verslag, de scheepvaartregeling van
geen invloed geweest. De oorzaak
hiervan is toe' te schrijven aan het
feit, dat de uitvoer uit Groot-Atjeh
zoo uiterst gering is, dat do hoofden
by sluiting van 'liet kustgebied niet
zoodanig in hun inkomsten worden
getroffen, dat zy hun medewerking
aan een beëindiging van het verzet
zullen vcrleenen om niet hot grootste
deel hunner inkomsten te zien ver
loren gaan. Feitelijk werkt de scheep
vaartregeling dan ook slechts krach
tig op de Noord- en Oostkust van
Atjeh, en in 't bijzonder ten opzichte
van die landschappen, waar belang
rijke cultuur bestaat en het bestuur
door bedreiging met hot opleggen
van boeten zijn wil door de hoofden
kan doen eerbiedigen.
In de Pedir-streek neemt onze
invloed ontegenzeggelijk toe.
Ter Oostkust werkte de schecp-
vaartregeling gunstig, niettegenstaan
de den achteruitgang der pepcrcul-
tuur, waardoor vele hoofden bun aan
deel in de hassil belangrijk zagen
dalen en ook de overige belastingen
minder voordeel opleveren.
De scheepvaartregeling is er niet.
in geslaagd den smokkelhandel in
oorlogs-contrabande geheel te fnuiken.
Maar dat zoo groote hoeveelheden
geweren en munitie zouden zyn in
gevoerd, als wel eens beweerd is,
wordt betwijfeld.
Het denkbeeld van de overneming
van de rechten-heffing in de Atjehsche
kustlandschappen moet, naar de mce-
ning van den gouverneur van Atjeh
en onderhoorigheden, als ontijdig ver-
worp<?a gorden. De zaak is nog niet.
bp Bali kan in 't algemeen de po
litieke toestand in 1896 zonder voor
behoud gunstig genoemd worden.
De pogingen van het gouvernement
om op Lombok de party van verzet
van de overige bevolking af te zon
deren, slaagden vrijwel en na eenige
maanden kwamen de leiders der be
weging tot het inzicht, dat hun toe
leg' mislukt was. Het Balische gedeelte
der bevolking op Lombok hield zich
geheel buiten de voorgevallen onlus
ten en bleef volharden in zijne goede
houding jegens het bestuur.
Inktvisschen.
Schipper J. Noordzij, bevarende de
sloep Oualtherie van Weezei, van de
beugvisschery Rotterdam, Dinsdag
binnengekomen, rapporteert dat overal
waar hij gevischt heeft, de zee over
dekt is met inktvisschen. Hy zag
zelfs een balk drijven, naar zyn
schatting 15 voet lang, waarvan geen
hout te zien was, zooveel jonge inkt
visschen hadden zich daaraan be
vestigd. Gedurende de 30 jaar, dat
hij de Noordzee bevaart, heeft hy
zooveel duizenden inktvisschen nooit
gezien. Zooals men weet, klagen ook
de haringvisschers daarover eu be
schouwen zij dit als de oorzaak van
de slechte vangsten.
Inbraak.
Tijdens oen korte afwezigheid
van den bewoner drong Dinsdag
morgen in de vroegte een brutale
dief een woning op de 2de etage
van een perceel in de Gerard
Doustraat te Amstordam binnen
en nam eenig geld, den vormen avond
op den schoorsteenmantel gelegd, weg.
Twee horloges en een broché, in de
onmiddellijke nabijheid, bleven on
aangeroerd, waarschijnlijk doordat de
dief verrast werd door de terugkomst
van den bewoner. Deze vond, toen
hij weer boven kwam, een man in
den post van de deur staan, die vroeg
„of hier eeu metselaar woonde?"
Kalm verwijderde hy zich op liet
ontkenuend antwoord van den heer
des huizes, die nu spoedig tot de min
der prettige ontdekking kwam, dat
hy den dief had te woord gestaan.
Geen der nog slapende huisgenooten
had iets van den indringer bemerkt.
Brand te Rotterdam.
Even na half een brak in de smalle
Beurssteeg brand uit in het drie ver
diepingen hooge pand no. 17, waarin
een barbierszaak en badinrichting van
Direkx wordt uitgeoefend, welk pand
's nachts onbewoond is. De brand
ontstond in de badkamer op de eerste
verdieping en sloeg bijna omniddelijk
tot alle verdiepingen over en ver
spreidde een feilen vuurgloed.
De beursopzichteres, weduwe Maas,
maakte onmiddellijk alarm cn deed
de slangen in het "beursgebouw aaa~
schroeven ter bestoking van het vuur.
De brandweer verschoen intusschen
en stolde viör spuiten benevens eon
Stoomspuit in werking, die tegen
uur den brand geheel meester waren.
Het pand is grootcndeels uitgebrand,
de schade wordt door assurantie ge
dekt, de oorzaak is onbekend. In het
pand bevonden zich warmtegeleidin-
gen en een oven voor de badinrich
ting. De burgemoester en andere
autoriteiten waren ter plaatse.
Dc gemeenteraad van Almcloo
heeft besloten den heer D. Mciber-
gen niet toe te laten als lid van dea
Raad, op grond dat éen briefje mot
paars, in plaats van met zwart pot
lood was donker gemaakt. Vermoe
delijk zal men in deze zaak in hoo-
ger beroep komen.
Eene tribune ingestort.
De zes jongens, die door 't instor
ten eener tribune by een openlucht
meeting te Sneek worden gekwetst,
zullen er hoogstwaarschijnlijk allen
goed afkomen. Vier, die aan rugge-
graatskneuzing lydon, zullen een
week of vijf zes onder geneeskundige
behandeling moeten bly ven, een vyfdo
patient zal wegens een gebroken
enkel de eersto weken niet op straat
worden gezien, en de zesde, wiens
schei', el wórd bezeerd, zal wel weer
spoedig hersteld zyn,
De officier van justitie, de com
missaris van politie L. Theunissen,
een architect en de maker van de
tribune bevonden zich Maandagavond
op het meetingsveld, om het terrein
op te nemen.
De laatste zal zich vrij zeker voor
de rechtbank hebbon te verantwoor
den omdat bij, naar men meedeelt,
te veel publiek op de tribune had
toegelaten en omdat by niet aan de
verplichting heeft voldaau om onder
toezicht van den C- v. P. het spreek
gestoelte te timmeren.
Een eeuwfeest
De Koninklijke Deventersche Ta-
pytfabriek vierde Dinsdag baar eeuw
feest. Om II uur bield de directeur
eene feestrede voor het werkvolk op
liet terrein der prachtig door hen
Naar het engelsch van'
ROBERT LOUIS STEVENSON.
EERSTE AFDEELING.
De oude vrijbuiter.
HOOFDSTUK IV.
De scheepskist.
5)
Zij zag er uit als iedere andere scheepskoöerhet
initiaal „B" was met een heet ijzer in het deksel ge
brand, en men kon zien, dat hij lang in gebruik ge
weest en niet voorzichtig behandeld was.
Ofschoon liet slot ecnigszins geroest was, kreeg mijn
moeder het toch 11a eenige moeite open.
Een sterke lucht van tabak en teer drong in onzen
neus, maar wy bemerkten niets dan een pak nette goed on
derhouden kloederen. Mijn moeder verklaarde, dat het
stellig nog nooit gedragen was. Daaronder lagen ver
scheidene voorwerpen, zooals een hoogtemeter, een
tinnen kruik, verscheidene zakken tabak, twee pistolen,
een stuk oud zilver, een oud Spaansch, horloge, eenige
andere dingen van waarde, meestal van buitenlandsch
maaksel, een paar kompassen in brons gevat en vyfof
zes vreemde West-Indische schelpen.
Ik heb er later dikwijls over nagedacht, waarom
hij deze schelpen met zich voerde in zijn nomadisch en
schuldig bestaan.
Maar intusschen vonden wij niets van waarde dan
het zilver en de zooeven genoemde voorwerpen. Onder
in lag eeD oude overjas, die de sporen van druk gebruik
droeg. Myn mooder tilde haar ongeduldig op en werke
lijk daar lag op den bodem een zeildoeken tasch en een
pak papieren. Ik nam de tasch op en hoorde goudstuk
ken tegen elkaar klinken.
„Ik zal die schurken bewijzen, dat ik een eerlyk
raensch ben," zcide mijn moeder. „Ik wil hebben wat
hij mij schuldig was. maar ook geen duit meer. Houd
den zak van juffrouw Crossley open." En zij nam het
geld uit de tasch van don zeeman en telde het, in die
welke ik ophield, over, totdat zij het bedrag van den
kaptein's rekening zou hebben gekregen.
Het was een werk, dat veel tijd roofde, want het
waren geldstukken van verschillende landen en waar
den dubloenen, louis d'or, guineas en ik weetal niet
wat meer, allemaal op goed geluk door elkaar gewor
pen. De guineas waren net schaarst vertegenwoordigd
en dit toch was de eenige muntspecie, waar mijn moe
der mêe wist te rekenen.
Toen wij zoo ongeveer de helft van dj schuld by el
kaar hadden, legde ik myn hand op moeder's arm want
ik hoorde diiidclyk een geluid naderbij komen, dat mij
van angst het hart iu de keel deed kloppen tik, tik
klonk net stokje van den blinden man op den hard
bevroren grond.. Het kwam al nader en nader terwyl
wy doodelyk verschrikt onzen adem inhielden. Eindelijk
had hy de herberg bereikt en wy hoorden duidelijk den
knop van de deur omdraaien cn den grendel rammelen,
toen de schurk trachtte binnen te komendaarna volg
de er geruiraen tijd stilte. Maar tot onze onuitspreke
lijke vreugde en dankbaarheid vernamen wij daarna
weer het eentonige getik van zijn stokje, welk geluid
al meer en meer wegstierf.
„Moeder," zeide ik, „laten, wij alles meenemen en
vluchten," want ik was er zeker van dat de gegrendelde
deur deu blinden man verlacht was voorgekomen enhy
daarom met de geheele bende terug zou keeren, ofschoon
ik innig dankbaar was, dat ik zoo goed gesloten bad,
want een tweede ontmoeting met dien bedelaar zou my
een doodschrik op het lijf gejaagd hebben.
Maar myn moeder, hoe beangst zij ook was, wilde
niets meer meenemen dan haar toekwam, maar ook niet
minder. Zy stelde ray gerust door te zeggen dat het
nog geen zeven uur waseu ging voort met tellen, toen
een lang gerekt gefluit van den'kant van den heuvel
een tamelijk eind van de herberg verwyderd, ons oor
bereikte. Dat wat genoeg, meer dan genoeg voor ons.
„Ik zal medenemen, wat ik reeds heb", zeide zij, op
springend.
„Ik pakte den stapel papieren op, ter vergoeding
zooals ik beweerde, voor ae schuld, die nu niet geheel
vereffend was.
Het volgend oogenblik stoaden wij reeds beneden,
den kandelaar bij den ledigen koffer achterlatend; de
deur te openen was het werk van een seconde en wy
snelden weg. Wy vertrokken op een goed oogenblik,
maai- hadden ook niet later moeten gaan. De mist trok
reeds opde maan scheen helder op de heuvels en al
leen in het dal hing nog een dunne nevel, om ons aan
de oogen van de schurken te onttrekken. Halverwege
den heuvel kwamen wij in het maanlicht; het geluid
van voetstappen bereikte ons oor en toen wij in dc
richting keken waar het vandaan kwam, zagen wy een
lichtje dat snel vooruitging, waaruit wy opmaakten, dat
er iemand een lantaarn by zich droog.
„Mjjn beste jongen," zeide plotseling myn moeder,
„vlucht gy met het geld naar de hut. ik val flauw."
Indien dit gebeurde, zou het vermoedelijk onze dood
zyn.
O! hoe vcrwenschte ik nu de lafhartigheid van dc
buren! en ik schaamde mij over de eerlijkheid en be-
gccrigheid van mijn moeder, zoowel als over haar moed
en zwakheid. Gelukkig kouden wij het bruggetje nog be
reiken en ik hielp haar, zoo goed als ik kon, naar den
rand van den oever; toen zij zat slaakte zy een zucht
en haar hoofd viel op mijn schouder. Ik weet niet hoe
ik dc kracht vond haar een eindje verder te dragen,
waar wy meer onder den boog waren verborgen. Ver
der zag ik geen kans haar te brengen, want de brug
was zóo laag, dat ik er zelf maar op handen cn voeten
onder kon kruipen. We moesten in dezen toestand blij
ven mijn moeder's lichaam was dus geheel zichtbaar.
Dc herberg was dicht genoeg bij om ra het bereik van.
ons gehoor te zijn.