versierde fabriek, waarna versnape ringen werden rondgediend. Een der werklieden bedankte voor do feestrede, waarin de directeur de technische bedrevenheid van het werkvolk roemde. Des middags werd eeae feestrede gehouden toot de beambten en aan- De straten b$ de fabriek waren met vlaggen versierd. Letteren en Kunst. Ned. Opera. De heer van der Linden deelt ons mede. dat door welwillende medewer king van de Kon. Vereeniging „Het Nederi. Tooneel" de Openings-Voor stelling zal plaats hebben Donderdag 2 .September a.s., zoodat nu Donder dag en Yrydag de twee oerste voor stellingen van „de Afrikaansche" zul len plaats hebben. Maandag zyn de groote ensembles var -de Afrikaansche" op het tooneel begonnen met decors, verlichtingen, enz. Het groote schip van het derde bedrijf voldoet uitmuntend. De' datum der trekking van de abonneraentsloten is vastgesteld op 30 Augustus. Lokaal en uur zullen later worden bekend gemaakt. De loten zijn nog overal verkrijg baar. Het Ned. letterkundig congres. Dit congres, dat te Dordrecht ver gadert, was Maandagmiddag eene pleehüge ontvangst bereid. Dinsdag werd de eerste algemeene vergadering door prof. dr. H. Kern van Leiden geopend, die eene rede hield over het gebruik onzer taal in Ned.-Indië. Hij besloot zijne rede aldus: Om dezelfde redenen nu, als ik vac oordeel ben, dat wij den inlan der behulpzaam moeten zijn in zijn streven naar verdere ontwikkeling, maar nooit zoo dat bij ontrouw wordt aan zijn taal, zyn aanleg en zijn ver leden, om die redenen acht ik het ook een onafwijsbaren plicht dat wij, Nederlanders, in alle oorden der we reld onze eigen nationaliteit hoog houden, dat wjj onze moedertaal eeren door ze te gebruiken, overal waar zulks zonder onbescheidenheid en zelfoverschatting kan geschieden. Al leen door ons Nederlandscb, ons Euro- peeseh karakter niet te verloochenen, kunnen wij ons zgu. prestige voor langen duur handhaven en een wel- dadtgen invloed op de bevolking van ons overzeesch gebied oefenenalleen wanneer wij ons niet schamen voor onze taal. die zoo goed als eenig an dere K mogen wij billijkerwijze ver wachten dat grootere en machtiger volken ons niet moedwillig als niet bestaande zullen aanmerken hetgeen thans maar ai te vaak geschiedt. De rechtvaardigheid eischt er bij te voe gen, dat het onze eigen schuld is. Indien de telkens terugkeerende congressen er iets toe bijdragen om den" geest van onverschilligheid en kleinmoedigheid, dien men onder ons maar ?„1 te" dikwijls aantreft, te doen verdwijnen, dan zullen zy zich ver- diensteiijk gemaakt hebben jegens alle deeler. van deD Nederlandse-hen stam, waarvan wij de vertegenwoordigers in deze vergadering om ons zien. Ook hield de heer dr. H. J. Kie- wit de Jonge, voorzitter der rege lingscommissie eene uitvoerige rede, die hjj aldus eindigde Het heeft H. M. Emma. Koningin- "YVeduwc, Regentes van het Konink rijk de: Nederlanden behaagd aan dit Congres Hare hooge bescherming te verleenen. Eveneens Z. E. Paul Krü- ger, president van de Zuidafrikaan- sche Republiek. De Nederiandsche, zoowel ais de Belgische regeering hadden blijk gegeven van hare belang stelling in de zaak die ons hier heeft bijeengebracht. De Oranje-Vry staat is vertegenwoordigd door haar con sul-generaal. Hoogescholcn en genoot schappen hebben hunne afgevaardig den gezondeD. Aan openlijke erken ning en waardeering ontbreekt het ons" dus niet. Maar ookfzy, die in Zuid-Afrika, door den afstand onver biddelijk van ons gescheiden, offers brengen aan de bevestiging en uit breiding onzer Nederlandsche taal, leven ïo gedachten met ons mee en verwachten van ons daden om hen te steunen in hun moeilijken strjjd. En wie in Vlaanderen, bezield met I dezelfde idealen, a ie: konden opgaan tot de oudste stad van Nederland, ook zij zullen met belangstelling vol gen wat wg hier zeggen en doen. Dat alles is een voorrecht, maar ook het is een vingerwijzing naar ernstige pliehten. Nadat dr. Laoriliard voor deze rede zijn dank had betuigd, werd de .heer Kiewit de Jonge tot voorzitter van het congres gekozen. Tot onder-voorzitters werden be noemd de heereu dr. Max Roosenen prof. J. ten Brink; tot secretarissen de heeren dr. Obriei, Jan Boucheny, mr. Van O vervoorde en mr, Tyssen. Voor afdeeling l i Nederi. taal- en letterkunde) werd aangewezen tot voorzitter prof. Kern; tot bestuurs leden prof. Te Winkel, Frans Gittens en mej. Nyland. Voor afdeeling II (Nederlandsche geschiedenis en oudheidkunde)tot voorzitter prof. dr. Paul Fredericq tot leden de heeren H. Serman Heeres, dr. Nijhoff en dr. H. van der Linde. Voor afdeeling III (Nederi. Tooneel, Muziek en Boekhandel: tot voorz. Peter Benoit; tot leden de heeren Hof van Buren, J. Fuuke, E. T. Sjoen en mr. Vriesendorp. Daarna ging men in de afdeelingen. In de eerste afdeeling sprak de heer T. Tol van Den Haag over „De plaats en de eischen der woorden- groep uit het volksleven der Israëlie ten" en den heer V. Rutgers, van Den Haag over „de spelliugvanbas- taardwoorden," In de tweede afdeeling deelde de heer dr. H. v. d. Linden, van Leuven, een en ander mede over de studie der Middeleeuwsche gildeu in Noord en Zuid-Nederland. In de derdoJjgteLing (Nederi.too neel, muziek enz.,» sprak de heer J. Vriesendorp uit Amsterdam over: Eén tooneel voor Noord en Zuid. Bij de discussie zeide de heer Git tens nit Antwerpen o.a. het navol gende In Zuid-Nederland is veel gewerkt voor het tooneel, maar niet voor N. Nederland. Z.-Nederland had zijn eigen schouwburg publiek,tuinder beschaafd, maar meer gevoelig. En waarom zouden de Vlamingen voor Holland schrijven. Er zyn in Holland geen schrijversrechten de Z.-Nederlanders behoeven niet naar Holland te komen om geldelyk voordeel, niet ook om de critiek. Er heerscht groot misverstand. Men begrijpt in Holland niet de Vlaamsche stukken, evenmin als men in Z.-Ne derland de stukken verstaat, die de Holiandsche artisten in België komen Maar zeide spr. „kom met uw oor spronkelijke stukken en verknoei niet de onze." Hij was al zeer weinig te vreden geweest over de opvoering van zyn „Parisina." Hij wees er op, dat na de pogin gen tot samenwerking om een too- neelschool te stichten, in Holland een groot resultaat is bereikt, terwijl er in Zuid-Nederland niets verricht werd. Dat is erger dan dat de too- neelspelers slecht spelen, omdat het eerste onze eigen schuld is. Hy achtte zich overtuigd, dat de N. Nederland sche tooneelschool metterdaad zal worden ook eene school voor Z. Nederland. Spr. geloofde verder, dat wanneer de Z.-Nederlanders met een goed stuk naar Holland gaan, het succes even groot zal zyn als omgekeerd. Wat betreft het overgieten van de tooneelspeelknnst, dit is sinds lange jaren geschied, al van den tyd van mevr. Beersmans af, die in een Hollandsch gezelschap werd opgeno men. Dit voorbeeld is sinds dien her haaldelijk gevolgd. En beider kunst? Als in Noord of Zuid ware kunst wordt geleverd, zal zij zeer zeker in beide landen worden gewaardeerd. De heer Gittens herhaalde, dat hij gesproken had juist om misverstan den weg te nemen. Als spr. dit niet wenschte.zou hij hier niet zyn gekomen. Ook hi[ wil toenadering. De voorzitter erkende dat de heer Gittens veel waars zeide, maar zijn stukken zijn 't juist die in Holland veel succes heb oen, o.a. Rose Kate dat ook heel goed gespeeld wordt en geenszins verknoeid. De heeren Delattin en Van Kor- laar mengden zich in het debat. De laatste nam het op voor het Nederi. Tooneel, en zeide dat wel degelijk rekening wordt gehouden met de wensehen van de schrijvers, zoodat er geen sprake kan zyn van verknoeien althaas niet ia die mate als de heer Gittens het wil doen voorkomen. Ook de heer Max Rooses uitAnt- werjpen kwam op tegen de scherpe critiek van den heer Gittens. De heer Yinkesteyn deelde nog mede, dat bij het hoofdbestuur van het Tooneelverbond het plan in be werking is, om een modelvoorstelling te geven in de drie groote steden. Er zal moeite worden gedaan om die ook in Zuid-Nederland te doen plaats hebben. In de algemeene vergadering, waar in prof. Kern zyne genoemde rede hield, voerde ook het woord dr. E. Lauriliard, die sprak over woorden, afkomstig van verouderde zaken. Deze vergadering werd geopend met de voor het congres verbindende mededeeling dat Autwerpen's burge meester, de heer Jan van Rnswnck op het congres eene rede zal houden en dat uit Pretoria een telegram was ontvangen, onderteekeud Timmerman, Leyds, meldende dat aldaar een af deeling van het congres (bedoeld wordt waarschijnlijk taalbond) was opge richt Beide mededeelingen werden met applaus begroet. Des avonds werd in Kunstmin het middeleeuwsche abelspel van Esmo- reit opgevoerd, benevens een tableau vivant, de Markt van Antwerpen. GEMENGD NIEUWS De „Kortenaer" te Antwerpen. Baron Osy van Zegwaart, gouver neur der provincie, die Zaterdag-, ver gezeld van zyn secretaris, een'offici eel bezoek bracht aan het oorlogs schip Kortenaer, en daar werd rond geleid door den commandant Tydeman en zijn staf, had de Nederlandsche officieren tegen Maandagnamiddag uit- genoodigd op zijn kasteel te Hoog boom. Tevens waren uitgenoodigd de Nederlandsche consul-generaal en me vrouw De Kuyper, de vice-consul en mevrouw Van der Hoop. Te half drie kwamen de officieren in groot uniform op het kasteel aan. Het waren, naar het Hclbl. van Ant werpen meldt, de heeren kolonel Ty deman, commandantkapitein H. O. Tomsbn, scheepsdokterde officier van administratie O. W. Imminck de luitenants jhr. Holmberg v. Beek- veld, P. J. Creygliton en Loofers, en de adelborsten A. W. Vink, H. van de Poll, G. H. Noordendorp en Boer- ma. Eerst werden het park en het kasteel onder geleide van baron en barones Osy bezichtigd. Om 6 uur had het banket plaats, waarby ook de familie van den gouverneur aanzat. By het nagerecht sprak baron Osy een heildronk uit, die het Hdbl. v. Antw. in zyn geheel meedeelt „Het is voor mij een plicht en te vens geen gering genoegen, de gele genheid waar te nemen der tegen woordigheid van den achtbaren con-, sul-generaal, M. de Kuyper, en van den verdienstelijken commandant Ty deman, met zyne onderscheidene offi ciers, om eene warme en diepgevoelde hulde van achting en dankbaarheid aan de Nederlandsche regeering te brengen, voor de groote eer en de kiesche beleefdheid door haar betuigd, bet oorlogsschip Kortenaer hier ter Schelde te zenden, ten einde onze Belgica en haren wakkeren comman dant De Gerlache te begroeten, by het begin zijner wetenschappelijke en gevaarvolle onderneming. „Hulde en dank aan u allen, mijne heeren; uwe doenwijze toont eens te meer hoe nauw de band van vriend schap tusschen de heide landen van Noord- en Zuid-Nederland is toege haald. „En, indien ik thans de taal der dankbaarheid gebruik, dan is liet omdat ik weet mij in eensgezindheid van gevoelens te bevinden met mijnen doorluchtigen vorst, Z. M. Leopold H en zijn Staatsbestuur, gevoelens die mij Maandag nog zyn meege deeld. „En nu, mevrouwen en inijneheeren, kom ik u verzoeken allen eenparig en geestdriftig u bij mij aan te slui ten, om den beker te ledigen op het heil en welzijn van Nederland, op de gezondheid der beide door onze roeders van het Noorden zoo be minde Koninginnen. „Aan H.M. Emma, Koningin- Regentes, die den eerbied en de liefde van haar volk verwerft, om haar wys beheer, hare schrandere handel wijze en hare moederlijke zorg voor de opvoeding van haai* koaiuklyk kind. „Aan H. M. Koningin Wilhelmina, die in zich de herinnering draagt van het verieden en de hoop voorde toekomst van den alouden en alom- gevierden stam van Oranje Nassau; aan Koningin Wilhelmina, die door hare schoone hoodanigheden en geest vermogens, haar zacht karakter, haar fijne maniereu en hare minzaamheid, de harten weet tot zich te trekken. „Dus, mijne heeren, nog eens, ik herhaal het, dank aan u allen! heil en voorspoed aan het Nederlansche volk, geluk en gezondheid aan H.ll. M.M. de Koninginnen." Deze heildronk zoo vervolgt het Hdbld. van Antw. met Vlaamsche rondborstigheid in de Vlaamsche taal uitgedrukt, werd geestdriftig toege juicht, en scheen op de Nederlanders eenen waarlijk diepen indruk te ver wekken. M. de consul-generaal De Kuyper stelde daarna de gezondheid voor van Z. M. Koning Leopold II en dronk ten slotte aan den voorspoed der be schavende Congo-onderneming. M. de commandant Tydeman dronk in zeer gepaste woorden op de ge zondheid van M. den baron en mevr. de barones Osy en bedankte hen voor hun gul har tig j onthaal. M. de gouverneur sloot de heil dronken met wensehen uit te druk ken voor 't welzijn der bemanning van de Kortenaer en de gezondheid voor ie stellen van mevr. De Kuyper en mevr. Van der Hoop. Een record. Het record in het vervullen van éen rol houdt de Engelsche acteur Charles Magilton, die sedert 18 jaren een tournée maakt met een stuk, „Round the clock", en daarin dezelfde rol 5180 maal vervuld heeft! De drie beschuldigden in het pro ces over den brand in den Bazar de la Charité, baron Mackau en de hee ren Bellac en Bagrachoff zijn schuldig verklaard aan manslag door onvoor zichtigheid. De baron werd veroor deeld tot 500 francs boete, Bellac tot 300 francs boete en een jaar gevan genisstraf, Bagrachoff tot 200 fr. boete en acht maanden. De wet-Bérenger is bij dit vonnis toegepast, zoodat de uitvoering er van voorwaardelijk is gesteld. De „Belgica." De „Belgica" die kort na het ver laten van de Westerschelde averij had gekregen en toen een dag of wat te Ostende moest blijven liggen Koning Leopold maakte daar gebruik van om kapitein De Gerlache te ont bieden en een poos met hem te praten is gisterenavond door een sleepboot van den Staat naar Wight opgesleept, waar de Belgica zal wachten tot de sterke noordwestenwind ophoudt. Denkelijk wil men zooveel mogelyk kolen sparen. Goud in steenen. Een Fransch geleerde heeft ont dekt, dat de gewone klei, waarvan men steenen bakt, goud bevat, ver scheidene centigrammen per ton. Hy verklaart, dat men, volgens een door hem aangegeven methode, uit 1000 kilogr. klei voor 60 of 65 ets. goud zou kunnen halen, en hij berekent, dat de muren der huizen in Frankrijk voor ruim 41 millioen francs aan goud bevatten. Hoe wordt de anarchie bestreden Gemeld is, dat mevrouw Booth- Clibborn,maréchalevan het Heilsleger hier te lande heeft een brief geschreven aan de weduwe van den spaanschen minister Canovas, waarin deze aan gespoord wordt vergiffenis voor den moordenaar (nu reeds ter dood ge bracht) te vragen. Dit is geschied in de volgende bewoordingen": Zeer geëerde mevrouw, Met alle harten, die voelen, beu ook ik diep getroffen door de tijding van uwe bittere beproeving. Woorden zyn niet bij machte uitdrukking te geven aan al mjjn sympathie voor u, die zoo zwaar getroffen zijt door dezen smartelijken slag. Maar hoe zal ik den indruk weer geven, die de lezing mij gaf van de bizonderheden dor teraardebestelling van hem, dien gij beweent Ik ben geheel vervuld van bewondering voor uwe edele woorden: „Ik Wil, dat allen, die mij hooren, het weten, dat ik den moordenaar van mjjn echtgenoot vergiffenis schenk Toen ik dit van u las, mevrouw de hertogin, heb ik gedacht, dat gjj veel nader dan de mecsten by liet ware geneesmiddel zijt, dat tegen die ont zettende ziekte, de anarchie, moei aangewend worden. De dwang, het ruw geweld, de guillotine zullen haar nooit doen op houden, in dien tweestrijd op leven en dood tusschen de maatschappij en deze arme verdoolden, zullen sla gen beantwoord worden door andere slagen, liet zwaard zal het zwaard uit de scheede roepenj het geweld zal geweld voortbrengen; want men is onmachtig tegen de natuurwet, vol gens welke elk zaadje van een vrucht niet anders dan een gelijksoortige vrucht kau doen ontstaau. Waarom, nu de aandrang van uw eigen hart u reeds de juiste gedrags lijn heeft aangewezen, de persoonlijke vergiffenis, waarom die aandrang nu ook niet verder laten gaan tot de logische en natuurlijke consequentie: de officieele, wettelijke vergiffenis? Dat zou een slag zijn aan de anar chie toegebracht, die veel zwaarder zou treffen dan die zwakke, alle- daagsche slaghet dooden van een man, die men in zijn macht heeft. Uw toestand van treurende weduwe van den verscheiden hoogwaardig- heidsbekleeder van het land, maakt liet u alleen mogelijk van de koningin gratie voor den moordenaar te ver krijgen en geeft u een gelegenheid, misschien wel een eenige gelegenheid, in den boezem van onze moderne sa menleving om aan te toonen, dat wij in het kruis net eenig waarlijk on feilbare middel bezitten tot uitroeiing van het kwaad, en wel: Liefde, on beperkte vergiffenis. Heeft niet de ondervinding van 50 eeuwen afdoende bewezen, dat het ruw geweld ellendiglyk tekortschiet in zijn herhaalde pogingen tot her vorming van de mensch.ieid? Is het niet nog tijd, het goddelijke wapen te beproeven van Hem, Die stervend gezegd heeft: „Vader, ver geef hun,' want zij weten niet, wat zij doen?" De pastoor van Ars, deze eenvou dige en krachtige apostel, heeft het geneesmiddel by uitnemendheid ge noemd in deze woorden: „De wereld is voor hem, die haai- het meest be mind zal hebben." Geloof mij, mevrouw de hertogin, Uw onderdanige dienares, Catherine Booth-Clibborn, „Maréchale" v li. Heilsleger te Am sterdam. Reeds was de brief geschreven, toen mevr. Clibborn vernam, dat de executie binnen een paar dagen zou plaats hebben. Daaromfwerd de hoofd inhoud geseind en het schrijven tege lijkertijd verzonden. De Dupuy-de-Löme. De Dupuy-de-Löme heeft, naar liet oordeel der Franscbon, den on- aangenamen indruk, door het onge lukje met de Bruix teweeggebracht, geheel goedgemaakt Eerstgenoemde kruiser toch die, zooals men weet de plaats van de Bruix inneemt in het smaldeel, waarmede president Faure naai' Kroonstad gegaan is heeft maar twee of drie uren tyd ge had om zich gereed te maken voor het vertrek, en moet toch gemiddeld 17 knoopen hebben afgelegd, daar men uitrekent, dat hij in den nacht van Zondag op Maandag de andere oorlogsschepen heeft ingehaald. Bij de aankomst te Kroonstad was alles aan boord van het smaldeel volkomen in orde. De Duitsche keizer schijnt weer reisplannen te hebben. Indien de „Gaulois" goed ingelicht is, zal keizer "Wilhelm spoedig een bezoek brengen aan Brussel. De datum van de reis is echter nog niet vastge steld. Felix Faure te Petersburg. President Faure is DinsdagteSt. Petersburg, tegen twaalf uur aan boord van net keizerlijke jacht Alexan dria aan de landingsplaats der Newa aangekomen. Hij werd ontvangen door den stadsprefect, een eerewacht en een schare hoofdofficieren. De menigte die talrijk was ondanks den regen, begroette den president levendig. La ter begaf de president zich naar de kerk der Peter- en Paulsvesting. Bij do gala-komedievoorstelliug op Petershof des avonds zat president Faure rechts van den keizer en links van de keizerin. Grootvorsten ea grootvorstinnen, Mocrawjof enHano- taux waren tegenwoordig. Met het verschijnen van Faure werd de Mar seillaise gespeeld en staande aange hoord. In de tusschenbedrijven onder hield de president zich met de ge zanten. By het gala-diner werd na den toost des czaren de Marseillaise ge speeld en na den toost van Faure het Russische volkslied. Dinsdagmiddag had met groot praal vertoon de inwijding plaats van de Troitzky-brug. President Faure deed de eerste hamerslagen, waarna de Ozaar zyn voorbeeld volgde. Na de plechtigheid begaf zich de Czaar naar Peterhof, terwijl de heer Faure, begeleid door een afdeeling kozakken, naar het Fransche gezant schapsgebouw vertrok, waar hij de Fransche kolonie te Petersburg ont ving. Onschuldig gelyncht. Verleden jaar zijn twee Italianen, die verdacht werden van den moord op een Spanjaard, te New-Orleans door het gepeupel gelyncht De re geering heeft toen voor hun dood schadevergoeding moeten betalen. Thans heeft een neger, in de buurt van New-Orleans gepakt, bekend on der andere moorden ook dien op den Spanjaard te hebben gepleegd. Een Iaat ontdekte moord heeft te Berlyn plaats gehad, waar van de correspondent aldaar der N. R. Ct. het volgende schrijft, do. 23 dezer „In weerwil van de zee van huizen en den vloed van menschen, kan men in een wereldstad precies even akelig verlaten sterven ot stilletjes wegge moffeld worden als op het (onher bergzaamste eilandje in den Grooten Oceaan dat is hier alweer geble ken. Op vyf minuten van mijn wo ning, bij een van de rumoerigste kruispunten van Berlijn's hoofdstra ten, dicht bij hel Anhalter Bahnhof, en vlak naast een groot, druk be zocht hotel, in een vad boven tot on der door verschillende gezinnen be woond huis van vier verdiepingen, waren twee vrouwen al veertien da gen geleden vermoord, en tot vanoch tend vroeg wist niemand iets van die gruweldaad af. Zondagavond kon men in som mige couranten lezen, dat de bewo ners van no. 45 in de Königgriitzer Straat dus in een van de aanzien lijkste wyken met verwondering hadden bemerkt dat de eigenares van het huis,de 71 -jarige weduwe Schultze, en haar 51-jarigFdoehter; sedert twee weken spoorloos verdwenen waren. Do bakkersjongen en de krantenloo- per hadden geregeld hun zaken voor de gesloten deur van het appartement neergelegd, zoodat de oude broodjes en kranten daar reeds tot een hee'len berg opgestapeld lagen. De twee vrouwen stonden niet in een reuk van vriendelijkheid. De oude dame werd door het volk „Gyps-Schultze" genoemd, want het was hekend dat zij ergens in een hoekje van het land uitgestrekte gipsgroeven bezat. Of schoon zij zeer vermogend was men schatte haar fortuin op 13 of 14, millioen mark was zij zoo dooi en door gierig, dat zij alleen met haar dochter woonde en geen enkele dienst bode hield zelfs de trap op de plaats „deden" zij eigenhandig, om ook de schoonmaakster uit te sparen. In de laatste dagen werd er natuurlijk niet meer schoongemaakt en aan den kant van plaats en kelder rook het zoo onaangenaam, dat de eigenaar vau het hotel eenjklacht indiende by de politie. Hierdoor, en naar aanleiding van de berichtjes in de dagbladen, achtte de politie zich geroepen om een onderzoek in te stellen, waarbij de twee reeds in Gntbinding verkee- rende lyken in een kelder gevonden werden. Door het voorloopig onder zoek is waarschijnlijk gemaakt, dat de twee rijke vrouwen in hare wo ning vermoord zijn, omstreeks veertien dagen geleden in een kist gelegd en achter "vodden en onder zand in een hoek van den kelder verborgen wer den. Van deze misdaad wordt een schoenmaker verdacht, een klein zwak mannetje met zwart haar, die HOOFDSTUK V. De dood van den blinden man. Toch behaalde de nieuwsgierigheid de overhand op myn vrees; want ik kon niet blijven waar ik was, maar kroop naar den oever terug vanwaar ik door een boschje glurende, al. hetgeen op den weg voor de herberg voor viel, kon waarnemen. Nauwelijks was ik zoo gezeten of zeven a acht vij anden kwamen vlug aanloopen, terwijl degeen, die ae lantaarn droeg, vooropging. Drie van hen liepen hand aan handen ik kon dui delijk zien. dat de middelste van hen de blinde man was. Het xóigende oogenblik hoorde ik aan het geluid van zijn stem", dat ik goed gezien had. „Trap de dcür ïnschreeuwde hij. „Ja, ja, mijnheerantwoordden twee of drie stem men te gelijkin een vaart stormden zy op de deur van de herberg inzij stonden verbaasd haar ogen te vinden en eenige oogenblikken fluisterden zy met elkaar. Het duurde evenwel niet lang of de blinde man gaf zijn verdere bevelen. Zyn stem klonk al luider en lui der, want tij scheen geërgerd en woedend te zyn. „Naar binnennaar binnensnauwde hij om ze tot gpoed aan te manen. Vier of vjjf gehoorzaamden, terwijl twee van hen bij den vuilen 'bedelaar op den weg bleven staan. Een oogenblik van stilte volgde, ik hoorde een kreet van verrassing uiten en een stem uit het huis schreeuwen -BUI is dood !u De bliüde man vloekte als een razende en gebood i.en voort te maken. „Zie zyn zakken na, ellendige lummels en zoek de kist op," riep hjj uit. Ik kon hen in myn schuilplaats de trap hooren op- loopen, en het kwam my voor alsof het huis dreunde van hun gestamp. Dadelyk daarop weerklonken er luide uitroepen van verbazing; het venster van den ka pitein werd met een slag opengeworpen, zoodat ik het glas hoorde rinkelen en het bovenlijf van een man boog zich voorover uit het raam. „Pew l" schreeuwde liy, zich tot den bodelaar wen dend, „zy zijn ons voor geweest De kist is geheel doorzocht en alles door elkaar gerommeld." „Maar is er nog, wat wij zoeken ?K raasde Pew. „Het geld is er nog." De blinde man bromde een verwensching. „Ik bedoel Flint's papieren," schreeuwde hy. „Wy kunnen ze niet vinden," hernam de man van boven. „Zeg jy daar beneden, heb je wat by Bill gevonden?" vroeg de blinde man weer. Een andere kerel, waarschynlyk degene die do klee deren van den kaptein doorzocht had, kwam naar buiten. „Bill heeft niets meer bij zich, men heeft hem reeds geplunderd." „Odat hebben die menschen van de hei-berg gedaan die jongen. Ik wou, dat ik hem zyn oogen had uitge- stomptl" riep de oude Pew. „Een oogenblik geleden waren zij hier nog zy hadden de deur gegrendeld, toen ik naar binnen wilde gaan. Zoekt ze, jongens, zoekt „Zy zyn het bepaald geweest, want zy lieten han licht staan," zeide de man, die uit hei venster hing. „Zoekt dan! Jaagt ze het huis uittierde Pew. van woede met zijn stok op den grond slaande. Toen volgde een algemeene onderzoekingstocht door onze oude herberg, het huis dreunde onder hun zwaren tred, de meubelen werden omvergeworpen, de deuren hard dichtgeslagen terwijl bun stemmen door de lucht weergalmdenéen voor éen kwamen ze naar buiten en verklaarden de bewoners niet te hebben gevonden. Het zelfde gefluit, dat mijn moeder en mij, toen wij het geld van den kaptein telden, zoo verschrikt had, herhaalde zich maar nu duidelyker en tweemaal achtereen. Ik had gedacht dat het het sein van den kaptein was om zyn troep by elkaar te roepenmaar ik bemerkte uu, dat het geluid van den kant van den heuvel uit de nabij heid van de hut kwam, en dat liet een teeken van naderend gevaar voor de vrijbuiters was. „Dick is terug," zeide een van hen. „TweemaalWij moeten ons verwijderen, jongens." „Vluchten, flauwerds," riep Pew uit „Dick is altijd een zot geweest en een lafaard er by gij moet niet naai- hem luisteren. Zy moeten in de nabnheid zyn zij kunnen nog niet ver hier vandaan zyngy moet ze zoeken. Vooruit, honden, geeft uw oogen den kost. Owanneer ik nog zien kon Deze uitroep scheen eenige uitwerking te hebben, want twee van de ketels begonnen hier en daar het struikgewas te doorsnuffelen, maar niet van harte, want zij zagen telkens rond of er ook gevaar dreigde, ter wijl de overigen van de bemanning "besluiteloos op den weg stonden. „Het is in jelui macht duizenden te verdienen, gek ken en je stelt je met een kleinigheid tevreden. Gij zyt zoo ryk als een koning, wanneer gij het vindt, en gij weet dat zij hier in de buurt zijn én staat toch te- dralen. Niemand durfde naar Bill toe gaan en ik een blinde man - deed het! En nu zal ik mijn kans door jelui verliezen. Moet ik dan zóó arm blijven, dat ik om een glas rum moet bedelen, terwijl ik toch im mers in een koets met paarden kón rijdenAls jullie zooveel moed in je lichaam badt, als een wurm in een appel, dan zou jelui ze zeker nog te pakken krijgen „Laat ze maar loopen, wij hebben de duiten te pak ken, Pewbromde een van hen. „Die hadden zy ook kunnen verdonkeremanen" zeide een ander. „Stel je met het geld tevreden, Pew, en sta daar niet zoo te schreeuwen. Schreeuwen was het ware woord cr voor; Pew's woede werd bij deze opmerkingen zoo groot, dat hij zyn hartstocht niet meer kon beteugelen en rechts en links met zijn stok op hen insloegik hoorde dat me nige slag raak was. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2