versierde fabriek, waarna versnape
ringen werden rondgediend.
Een der werklieden bedankte voor
do feestrede, waarin de directeur de
technische bedrevenheid van het
werkvolk roemde.
Des middags werd eeae feestrede
gehouden toot de beambten en aan-
De straten b$ de fabriek waren
met vlaggen versierd.
Letteren en Kunst.
Ned. Opera.
De heer van der Linden deelt ons
mede. dat door welwillende medewer
king van de Kon. Vereeniging „Het
Nederi. Tooneel" de Openings-Voor
stelling zal plaats hebben Donderdag
2 .September a.s., zoodat nu Donder
dag en Yrydag de twee oerste voor
stellingen van „de Afrikaansche" zul
len plaats hebben.
Maandag zyn de groote ensembles
var -de Afrikaansche" op het tooneel
begonnen met decors, verlichtingen,
enz. Het groote schip van het derde
bedrijf voldoet uitmuntend.
De' datum der trekking van de
abonneraentsloten is vastgesteld op 30
Augustus. Lokaal en uur zullen later
worden bekend gemaakt.
De loten zijn nog overal verkrijg
baar.
Het Ned. letterkundig
congres.
Dit congres, dat te Dordrecht ver
gadert, was Maandagmiddag eene
pleehüge ontvangst bereid. Dinsdag
werd de eerste algemeene vergadering
door prof. dr. H. Kern van Leiden
geopend, die eene rede hield over het
gebruik onzer taal in Ned.-Indië.
Hij besloot zijne rede aldus:
Om dezelfde redenen nu, als ik
vac oordeel ben, dat wij den inlan
der behulpzaam moeten zijn in zijn
streven naar verdere ontwikkeling,
maar nooit zoo dat bij ontrouw wordt
aan zijn taal, zyn aanleg en zijn ver
leden, om die redenen acht ik het
ook een onafwijsbaren plicht dat wij,
Nederlanders, in alle oorden der we
reld onze eigen nationaliteit hoog
houden, dat wjj onze moedertaal eeren
door ze te gebruiken, overal waar
zulks zonder onbescheidenheid en
zelfoverschatting kan geschieden. Al
leen door ons Nederlandscb, ons Euro-
peeseh karakter niet te verloochenen,
kunnen wij ons zgu. prestige voor
langen duur handhaven en een wel-
dadtgen invloed op de bevolking van
ons overzeesch gebied oefenenalleen
wanneer wij ons niet schamen voor
onze taal. die zoo goed als eenig an
dere K mogen wij billijkerwijze ver
wachten dat grootere en machtiger
volken ons niet moedwillig als niet
bestaande zullen aanmerken hetgeen
thans maar ai te vaak geschiedt. De
rechtvaardigheid eischt er bij te voe
gen, dat het onze eigen schuld is.
Indien de telkens terugkeerende
congressen er iets toe bijdragen om
den" geest van onverschilligheid en
kleinmoedigheid, dien men onder ons
maar ?„1 te" dikwijls aantreft, te doen
verdwijnen, dan zullen zy zich ver-
diensteiijk gemaakt hebben jegens alle
deeler. van deD Nederlandse-hen stam,
waarvan wij de vertegenwoordigers
in deze vergadering om ons zien.
Ook hield de heer dr. H. J. Kie-
wit de Jonge, voorzitter der rege
lingscommissie eene uitvoerige rede,
die hjj aldus eindigde
Het heeft H. M. Emma. Koningin-
"YVeduwc, Regentes van het Konink
rijk de: Nederlanden behaagd aan dit
Congres Hare hooge bescherming te
verleenen. Eveneens Z. E. Paul Krü-
ger, president van de Zuidafrikaan-
sche Republiek. De Nederiandsche,
zoowel ais de Belgische regeering
hadden blijk gegeven van hare belang
stelling in de zaak die ons hier heeft
bijeengebracht. De Oranje-Vry staat
is vertegenwoordigd door haar con
sul-generaal. Hoogescholcn en genoot
schappen hebben hunne afgevaardig
den gezondeD. Aan openlijke erken
ning en waardeering ontbreekt het
ons" dus niet. Maar ookfzy, die in
Zuid-Afrika, door den afstand onver
biddelijk van ons gescheiden, offers
brengen aan de bevestiging en uit
breiding onzer Nederlandsche taal,
leven ïo gedachten met ons mee en
verwachten van ons daden om hen te
steunen in hun moeilijken strjjd.
En wie in Vlaanderen, bezield met
I dezelfde idealen, a ie: konden opgaan
tot de oudste stad van Nederland,
ook zij zullen met belangstelling vol
gen wat wg hier zeggen en doen. Dat
alles is een voorrecht, maar ook het
is een vingerwijzing naar ernstige
pliehten.
Nadat dr. Laoriliard voor deze rede
zijn dank had betuigd, werd de .heer
Kiewit de Jonge tot voorzitter van
het congres gekozen.
Tot onder-voorzitters werden be
noemd de heereu dr. Max Roosenen
prof. J. ten Brink; tot secretarissen
de heeren dr. Obriei, Jan Boucheny,
mr. Van O vervoorde en mr, Tyssen.
Voor afdeeling l i Nederi. taal- en
letterkunde) werd aangewezen tot
voorzitter prof. Kern; tot bestuurs
leden prof. Te Winkel, Frans Gittens
en mej. Nyland.
Voor afdeeling II (Nederlandsche
geschiedenis en oudheidkunde)tot
voorzitter prof. dr. Paul Fredericq
tot leden de heeren H. Serman Heeres,
dr. Nijhoff en dr. H. van der Linde.
Voor afdeeling III (Nederi. Tooneel,
Muziek en Boekhandel: tot voorz.
Peter Benoit; tot leden de heeren
Hof van Buren, J. Fuuke, E. T.
Sjoen en mr. Vriesendorp.
Daarna ging men in de afdeelingen.
In de eerste afdeeling sprak de
heer T. Tol van Den Haag over „De
plaats en de eischen der woorden-
groep uit het volksleven der Israëlie
ten" en den heer V. Rutgers, van
Den Haag over „de spelliugvanbas-
taardwoorden,"
In de tweede afdeeling deelde de
heer dr. H. v. d. Linden, van Leuven,
een en ander mede over de studie
der Middeleeuwsche gildeu in Noord
en Zuid-Nederland.
In de derdoJjgteLing (Nederi.too
neel, muziek enz.,» sprak de heer J.
Vriesendorp uit Amsterdam over:
Eén tooneel voor Noord en Zuid.
Bij de discussie zeide de heer Git
tens nit Antwerpen o.a. het navol
gende
In Zuid-Nederland is veel gewerkt
voor het tooneel, maar niet voor N.
Nederland. Z.-Nederland had zijn eigen
schouwburg publiek,tuinder beschaafd,
maar meer gevoelig. En waarom
zouden de Vlamingen voor Holland
schrijven. Er zyn in Holland geen
schrijversrechten de Z.-Nederlanders
behoeven niet naar Holland te komen
om geldelyk voordeel, niet ook om
de critiek.
Er heerscht groot misverstand. Men
begrijpt in Holland niet de Vlaamsche
stukken, evenmin als men in Z.-Ne
derland de stukken verstaat, die de
Holiandsche artisten in België komen
Maar zeide spr. „kom met uw oor
spronkelijke stukken en verknoei niet
de onze." Hij was al zeer weinig te
vreden geweest over de opvoering van
zyn „Parisina."
Hij wees er op, dat na de pogin
gen tot samenwerking om een too-
neelschool te stichten, in Holland een
groot resultaat is bereikt, terwijl er
in Zuid-Nederland niets verricht
werd. Dat is erger dan dat de too-
neelspelers slecht spelen, omdat het
eerste onze eigen schuld is. Hy achtte
zich overtuigd, dat de N. Nederland
sche tooneelschool metterdaad zal
worden ook eene school voor Z.
Nederland.
Spr. geloofde verder, dat wanneer
de Z.-Nederlanders met een goed
stuk naar Holland gaan, het succes
even groot zal zyn als omgekeerd.
Wat betreft het overgieten van de
tooneelspeelknnst, dit is sinds lange
jaren geschied, al van den tyd van
mevr. Beersmans af, die in een
Hollandsch gezelschap werd opgeno
men. Dit voorbeeld is sinds dien her
haaldelijk gevolgd.
En beider kunst? Als in Noord of
Zuid ware kunst wordt geleverd, zal
zij zeer zeker in beide landen worden
gewaardeerd.
De heer Gittens herhaalde, dat hij
gesproken had juist om misverstan
den weg te nemen. Als spr. dit niet
wenschte.zou hij hier niet zyn gekomen.
Ook hi[ wil toenadering.
De voorzitter erkende dat de heer
Gittens veel waars zeide, maar zijn
stukken zijn 't juist die in Holland
veel succes heb oen, o.a. Rose Kate
dat ook heel goed gespeeld wordt en
geenszins verknoeid.
De heeren Delattin en Van Kor-
laar mengden zich in het debat. De
laatste nam het op voor het Nederi.
Tooneel, en zeide dat wel degelijk
rekening wordt gehouden met de
wensehen van de schrijvers, zoodat
er geen sprake kan zyn van verknoeien
althaas niet ia die mate als de heer
Gittens het wil doen voorkomen.
Ook de heer Max Rooses uitAnt-
werjpen kwam op tegen de scherpe
critiek van den heer Gittens.
De heer Yinkesteyn deelde nog
mede, dat bij het hoofdbestuur van
het Tooneelverbond het plan in be
werking is, om een modelvoorstelling
te geven in de drie groote steden. Er
zal moeite worden gedaan om die ook
in Zuid-Nederland te doen plaats
hebben.
In de algemeene vergadering, waar
in prof. Kern zyne genoemde rede
hield, voerde ook het woord dr. E.
Lauriliard, die sprak over woorden,
afkomstig van verouderde zaken.
Deze vergadering werd geopend
met de voor het congres verbindende
mededeeling dat Autwerpen's burge
meester, de heer Jan van Rnswnck
op het congres eene rede zal houden
en dat uit Pretoria een telegram was
ontvangen, onderteekeud Timmerman,
Leyds, meldende dat aldaar een af
deeling van het congres (bedoeld wordt
waarschijnlijk taalbond) was opge
richt Beide mededeelingen werden
met applaus begroet.
Des avonds werd in Kunstmin het
middeleeuwsche abelspel van Esmo-
reit opgevoerd, benevens een tableau
vivant, de Markt van Antwerpen.
GEMENGD NIEUWS
De „Kortenaer" te Antwerpen.
Baron Osy van Zegwaart, gouver
neur der provincie, die Zaterdag-, ver
gezeld van zyn secretaris, een'offici
eel bezoek bracht aan het oorlogs
schip Kortenaer, en daar werd rond
geleid door den commandant Tydeman
en zijn staf, had de Nederlandsche
officieren tegen Maandagnamiddag uit-
genoodigd op zijn kasteel te Hoog
boom. Tevens waren uitgenoodigd de
Nederlandsche consul-generaal en me
vrouw De Kuyper, de vice-consul en
mevrouw Van der Hoop.
Te half drie kwamen de officieren
in groot uniform op het kasteel aan.
Het waren, naar het Hclbl. van Ant
werpen meldt, de heeren kolonel Ty
deman, commandantkapitein H. O.
Tomsbn, scheepsdokterde officier
van administratie O. W. Imminck
de luitenants jhr. Holmberg v. Beek-
veld, P. J. Creygliton en Loofers, en
de adelborsten A. W. Vink, H. van
de Poll, G. H. Noordendorp en Boer-
ma. Eerst werden het park en het
kasteel onder geleide van baron en
barones Osy bezichtigd. Om 6 uur
had het banket plaats, waarby ook de
familie van den gouverneur aanzat.
By het nagerecht sprak baron Osy
een heildronk uit, die het Hdbl. v.
Antw. in zyn geheel meedeelt
„Het is voor mij een plicht en te
vens geen gering genoegen, de gele
genheid waar te nemen der tegen
woordigheid van den achtbaren con-,
sul-generaal, M. de Kuyper, en van
den verdienstelijken commandant Ty
deman, met zyne onderscheidene offi
ciers, om eene warme en diepgevoelde
hulde van achting en dankbaarheid
aan de Nederlandsche regeering te
brengen, voor de groote eer en de
kiesche beleefdheid door haar betuigd,
bet oorlogsschip Kortenaer hier ter
Schelde te zenden, ten einde onze
Belgica en haren wakkeren comman
dant De Gerlache te begroeten, by
het begin zijner wetenschappelijke en
gevaarvolle onderneming.
„Hulde en dank aan u allen, mijne
heeren; uwe doenwijze toont eens te
meer hoe nauw de band van vriend
schap tusschen de heide landen van
Noord- en Zuid-Nederland is toege
haald.
„En, indien ik thans de taal der
dankbaarheid gebruik, dan is liet
omdat ik weet mij in eensgezindheid
van gevoelens te bevinden met mijnen
doorluchtigen vorst, Z. M. Leopold
H en zijn Staatsbestuur, gevoelens
die mij Maandag nog zyn meege
deeld.
„En nu, mevrouwen en inijneheeren,
kom ik u verzoeken allen eenparig
en geestdriftig u bij mij aan te slui
ten, om den beker te ledigen op het
heil en welzijn van Nederland, op de
gezondheid der beide door onze
roeders van het Noorden zoo be
minde Koninginnen.
„Aan H.M. Emma, Koningin-
Regentes, die den eerbied en de liefde
van haar volk verwerft, om haar
wys beheer, hare schrandere handel
wijze en hare moederlijke zorg voor
de opvoeding van haai* koaiuklyk
kind.
„Aan H. M. Koningin Wilhelmina,
die in zich de herinnering draagt
van het verieden en de hoop voorde
toekomst van den alouden en alom-
gevierden stam van Oranje Nassau;
aan Koningin Wilhelmina, die door
hare schoone hoodanigheden en geest
vermogens, haar zacht karakter, haar
fijne maniereu en hare minzaamheid,
de harten weet tot zich te trekken.
„Dus, mijne heeren, nog eens, ik
herhaal het, dank aan u allen! heil
en voorspoed aan het Nederlansche
volk, geluk en gezondheid aan H.ll.
M.M. de Koninginnen."
Deze heildronk zoo vervolgt het
Hdbld. van Antw. met Vlaamsche
rondborstigheid in de Vlaamsche taal
uitgedrukt, werd geestdriftig toege
juicht, en scheen op de Nederlanders
eenen waarlijk diepen indruk te ver
wekken.
M. de consul-generaal De Kuyper
stelde daarna de gezondheid voor van
Z. M. Koning Leopold II en dronk
ten slotte aan den voorspoed der be
schavende Congo-onderneming.
M. de commandant Tydeman dronk
in zeer gepaste woorden op de ge
zondheid van M. den baron en mevr.
de barones Osy en bedankte hen voor
hun gul har tig j onthaal.
M. de gouverneur sloot de heil
dronken met wensehen uit te druk
ken voor 't welzijn der bemanning
van de Kortenaer en de gezondheid
voor ie stellen van mevr. De Kuyper
en mevr. Van der Hoop.
Een record.
Het record in het vervullen van
éen rol houdt de Engelsche acteur
Charles Magilton, die sedert 18 jaren
een tournée maakt met een stuk,
„Round the clock", en daarin dezelfde
rol 5180 maal vervuld heeft!
De drie beschuldigden in het pro
ces over den brand in den Bazar de
la Charité, baron Mackau en de hee
ren Bellac en Bagrachoff zijn schuldig
verklaard aan manslag door onvoor
zichtigheid. De baron werd veroor
deeld tot 500 francs boete, Bellac tot
300 francs boete en een jaar gevan
genisstraf, Bagrachoff tot 200 fr. boete
en acht maanden. De wet-Bérenger
is bij dit vonnis toegepast, zoodat de
uitvoering er van voorwaardelijk is
gesteld.
De „Belgica."
De „Belgica" die kort na het ver
laten van de Westerschelde averij
had gekregen en toen een dag of wat
te Ostende moest blijven liggen
Koning Leopold maakte daar gebruik
van om kapitein De Gerlache te ont
bieden en een poos met hem te praten
is gisterenavond door een sleepboot
van den Staat naar Wight opgesleept,
waar de Belgica zal wachten tot de
sterke noordwestenwind ophoudt.
Denkelijk wil men zooveel mogelyk
kolen sparen.
Goud in steenen.
Een Fransch geleerde heeft ont
dekt, dat de gewone klei, waarvan
men steenen bakt, goud bevat, ver
scheidene centigrammen per ton. Hy
verklaart, dat men, volgens een door
hem aangegeven methode, uit 1000
kilogr. klei voor 60 of 65 ets. goud
zou kunnen halen, en hij berekent,
dat de muren der huizen in Frankrijk
voor ruim 41 millioen francs aan goud
bevatten.
Hoe wordt de anarchie
bestreden
Gemeld is, dat mevrouw Booth-
Clibborn,maréchalevan het Heilsleger
hier te lande heeft een brief geschreven
aan de weduwe van den spaanschen
minister Canovas, waarin deze aan
gespoord wordt vergiffenis voor den
moordenaar (nu reeds ter dood ge
bracht) te vragen. Dit is geschied
in de volgende bewoordingen":
Zeer geëerde mevrouw,
Met alle harten, die voelen, beu
ook ik diep getroffen door de tijding
van uwe bittere beproeving. Woorden
zyn niet bij machte uitdrukking te
geven aan al mjjn sympathie voor u,
die zoo zwaar getroffen zijt door dezen
smartelijken slag.
Maar hoe zal ik den indruk weer
geven, die de lezing mij gaf van de
bizonderheden dor teraardebestelling
van hem, dien gij beweent Ik ben
geheel vervuld van bewondering voor
uwe edele woorden:
„Ik Wil, dat allen, die mij hooren,
het weten, dat ik den moordenaar
van mjjn echtgenoot vergiffenis
schenk
Toen ik dit van u las, mevrouw de
hertogin, heb ik gedacht, dat gjj veel
nader dan de mecsten by liet ware
geneesmiddel zijt, dat tegen die ont
zettende ziekte, de anarchie, moei
aangewend worden.
De dwang, het ruw geweld, de
guillotine zullen haar nooit doen op
houden, in dien tweestrijd op leven
en dood tusschen de maatschappij
en deze arme verdoolden, zullen sla
gen beantwoord worden door andere
slagen, liet zwaard zal het zwaard
uit de scheede roepenj het geweld zal
geweld voortbrengen; want men is
onmachtig tegen de natuurwet, vol
gens welke elk zaadje van een vrucht
niet anders dan een gelijksoortige
vrucht kau doen ontstaau.
Waarom, nu de aandrang van uw
eigen hart u reeds de juiste gedrags
lijn heeft aangewezen, de persoonlijke
vergiffenis, waarom die aandrang nu
ook niet verder laten gaan tot de
logische en natuurlijke consequentie:
de officieele, wettelijke vergiffenis?
Dat zou een slag zijn aan de anar
chie toegebracht, die veel zwaarder
zou treffen dan die zwakke, alle-
daagsche slaghet dooden van een
man, die men in zijn macht heeft.
Uw toestand van treurende weduwe
van den verscheiden hoogwaardig-
heidsbekleeder van het land, maakt
liet u alleen mogelijk van de koningin
gratie voor den moordenaar te ver
krijgen en geeft u een gelegenheid,
misschien wel een eenige gelegenheid,
in den boezem van onze moderne sa
menleving om aan te toonen, dat wij
in het kruis net eenig waarlijk on
feilbare middel bezitten tot uitroeiing
van het kwaad, en wel: Liefde, on
beperkte vergiffenis.
Heeft niet de ondervinding van 50
eeuwen afdoende bewezen, dat het
ruw geweld ellendiglyk tekortschiet
in zijn herhaalde pogingen tot her
vorming van de mensch.ieid?
Is het niet nog tijd, het goddelijke
wapen te beproeven van Hem, Die
stervend gezegd heeft: „Vader, ver
geef hun,' want zij weten niet, wat
zij doen?"
De pastoor van Ars, deze eenvou
dige en krachtige apostel, heeft het
geneesmiddel by uitnemendheid ge
noemd in deze woorden: „De wereld
is voor hem, die haai- het meest be
mind zal hebben."
Geloof mij, mevrouw de hertogin,
Uw onderdanige dienares,
Catherine Booth-Clibborn,
„Maréchale" v li. Heilsleger te Am
sterdam.
Reeds was de brief geschreven,
toen mevr. Clibborn vernam, dat de
executie binnen een paar dagen zou
plaats hebben. Daaromfwerd de hoofd
inhoud geseind en het schrijven tege
lijkertijd verzonden.
De Dupuy-de-Löme.
De Dupuy-de-Löme heeft, naar
liet oordeel der Franscbon, den on-
aangenamen indruk, door het onge
lukje met de Bruix teweeggebracht,
geheel goedgemaakt Eerstgenoemde
kruiser toch die, zooals men weet
de plaats van de Bruix inneemt in
het smaldeel, waarmede president
Faure naai' Kroonstad gegaan is
heeft maar twee of drie uren tyd ge
had om zich gereed te maken voor
het vertrek, en moet toch gemiddeld
17 knoopen hebben afgelegd, daar
men uitrekent, dat hij in den nacht
van Zondag op Maandag de andere
oorlogsschepen heeft ingehaald. Bij
de aankomst te Kroonstad was alles
aan boord van het smaldeel volkomen
in orde.
De Duitsche keizer schijnt weer
reisplannen te hebben. Indien de
„Gaulois" goed ingelicht is, zal
keizer "Wilhelm spoedig een bezoek
brengen aan Brussel. De datum van
de reis is echter nog niet vastge
steld.
Felix Faure te Petersburg.
President Faure is DinsdagteSt.
Petersburg, tegen twaalf uur aan
boord van net keizerlijke jacht Alexan
dria aan de landingsplaats der Newa
aangekomen. Hij werd ontvangen door
den stadsprefect, een eerewacht en
een schare hoofdofficieren. De menigte
die talrijk was ondanks den regen,
begroette den president levendig. La
ter begaf de president zich naar de
kerk der Peter- en Paulsvesting.
Bij do gala-komedievoorstelliug op
Petershof des avonds zat president
Faure rechts van den keizer en links
van de keizerin. Grootvorsten ea
grootvorstinnen, Mocrawjof enHano-
taux waren tegenwoordig. Met het
verschijnen van Faure werd de Mar
seillaise gespeeld en staande aange
hoord. In de tusschenbedrijven onder
hield de president zich met de ge
zanten.
By het gala-diner werd na den
toost des czaren de Marseillaise ge
speeld en na den toost van Faure het
Russische volkslied.
Dinsdagmiddag had met groot praal
vertoon de inwijding plaats van de
Troitzky-brug. President Faure deed
de eerste hamerslagen, waarna de
Ozaar zyn voorbeeld volgde.
Na de plechtigheid begaf zich de
Czaar naar Peterhof, terwijl de heer
Faure, begeleid door een afdeeling
kozakken, naar het Fransche gezant
schapsgebouw vertrok, waar hij de
Fransche kolonie te Petersburg ont
ving.
Onschuldig gelyncht.
Verleden jaar zijn twee Italianen,
die verdacht werden van den moord
op een Spanjaard, te New-Orleans
door het gepeupel gelyncht De re
geering heeft toen voor hun dood
schadevergoeding moeten betalen.
Thans heeft een neger, in de buurt
van New-Orleans gepakt, bekend on
der andere moorden ook dien op den
Spanjaard te hebben gepleegd.
Een Iaat ontdekte moord
heeft te Berlyn plaats gehad, waar
van de correspondent aldaar der N.
R. Ct. het volgende schrijft, do. 23
dezer
„In weerwil van de zee van huizen
en den vloed van menschen, kan men
in een wereldstad precies even akelig
verlaten sterven ot stilletjes wegge
moffeld worden als op het (onher
bergzaamste eilandje in den Grooten
Oceaan dat is hier alweer geble
ken. Op vyf minuten van mijn wo
ning, bij een van de rumoerigste
kruispunten van Berlijn's hoofdstra
ten, dicht bij hel Anhalter Bahnhof,
en vlak naast een groot, druk be
zocht hotel, in een vad boven tot on
der door verschillende gezinnen be
woond huis van vier verdiepingen,
waren twee vrouwen al veertien da
gen geleden vermoord, en tot vanoch
tend vroeg wist niemand iets van die
gruweldaad af.
Zondagavond kon men in som
mige couranten lezen, dat de bewo
ners van no. 45 in de Königgriitzer
Straat dus in een van de aanzien
lijkste wyken met verwondering
hadden bemerkt dat de eigenares van
het huis,de 71 -jarige weduwe Schultze,
en haar 51-jarigFdoehter; sedert twee
weken spoorloos verdwenen waren.
Do bakkersjongen en de krantenloo-
per hadden geregeld hun zaken voor
de gesloten deur van het appartement
neergelegd, zoodat de oude broodjes
en kranten daar reeds tot een hee'len
berg opgestapeld lagen. De twee
vrouwen stonden niet in een reuk
van vriendelijkheid. De oude dame
werd door het volk „Gyps-Schultze"
genoemd, want het was hekend dat
zij ergens in een hoekje van het land
uitgestrekte gipsgroeven bezat. Of
schoon zij zeer vermogend was
men schatte haar fortuin op 13 of
14, millioen mark was zij zoo dooi
en door gierig, dat zij alleen met haar
dochter woonde en geen enkele dienst
bode hield zelfs de trap op de plaats
„deden" zij eigenhandig, om ook de
schoonmaakster uit te sparen. In de
laatste dagen werd er natuurlijk niet
meer schoongemaakt en aan den kant
van plaats en kelder rook het zoo
onaangenaam, dat de eigenaar vau
het hotel eenjklacht indiende by de
politie. Hierdoor, en naar aanleiding
van de berichtjes in de dagbladen,
achtte de politie zich geroepen om
een onderzoek in te stellen, waarbij
de twee reeds in Gntbinding verkee-
rende lyken in een kelder gevonden
werden. Door het voorloopig onder
zoek is waarschijnlijk gemaakt, dat
de twee rijke vrouwen in hare wo
ning vermoord zijn, omstreeks veertien
dagen geleden in een kist gelegd en
achter "vodden en onder zand in een
hoek van den kelder verborgen wer
den. Van deze misdaad wordt een
schoenmaker verdacht, een klein
zwak mannetje met zwart haar, die
HOOFDSTUK V.
De dood van den blinden man.
Toch behaalde de nieuwsgierigheid de overhand op
myn vrees; want ik kon niet blijven waar ik was, maar
kroop naar den oever terug vanwaar ik door een boschje
glurende, al. hetgeen op den weg voor de herberg voor
viel, kon waarnemen.
Nauwelijks was ik zoo gezeten of zeven a acht vij
anden kwamen vlug aanloopen, terwijl degeen, die ae
lantaarn droeg, vooropging.
Drie van hen liepen hand aan handen ik kon dui
delijk zien. dat de middelste van hen de blinde man
was. Het xóigende oogenblik hoorde ik aan het geluid
van zijn stem", dat ik goed gezien had.
„Trap de dcür ïnschreeuwde hij.
„Ja, ja, mijnheerantwoordden twee of drie stem
men te gelijkin een vaart stormden zy op de deur
van de herberg inzij stonden verbaasd haar ogen te
vinden en eenige oogenblikken fluisterden zy met
elkaar.
Het duurde evenwel niet lang of de blinde man gaf
zijn verdere bevelen. Zyn stem klonk al luider en lui
der, want tij scheen geërgerd en woedend te zyn.
„Naar binnennaar binnensnauwde hij om ze tot
gpoed aan te manen.
Vier of vjjf gehoorzaamden, terwijl twee van hen bij
den vuilen 'bedelaar op den weg bleven staan. Een
oogenblik van stilte volgde, ik hoorde een kreet van
verrassing uiten en een stem uit het huis schreeuwen
-BUI is dood !u
De bliüde man vloekte als een razende en gebood i.en
voort te maken.
„Zie zyn zakken na, ellendige lummels en zoek de
kist op," riep hjj uit.
Ik kon hen in myn schuilplaats de trap hooren op-
loopen, en het kwam my voor alsof het huis dreunde
van hun gestamp. Dadelyk daarop weerklonken er
luide uitroepen van verbazing; het venster van den ka
pitein werd met een slag opengeworpen, zoodat ik het
glas hoorde rinkelen en het bovenlijf van een man boog
zich voorover uit het raam.
„Pew l" schreeuwde liy, zich tot den bodelaar wen
dend, „zy zijn ons voor geweest De kist is geheel
doorzocht en alles door elkaar gerommeld."
„Maar is er nog, wat wij zoeken ?K raasde Pew.
„Het geld is er nog."
De blinde man bromde een verwensching.
„Ik bedoel Flint's papieren," schreeuwde hy.
„Wy kunnen ze niet vinden," hernam de man van
boven.
„Zeg jy daar beneden, heb je wat by Bill gevonden?"
vroeg de blinde man weer.
Een andere kerel, waarschynlyk degene die do klee
deren van den kaptein doorzocht had, kwam naar
buiten.
„Bill heeft niets meer bij zich, men heeft hem reeds
geplunderd."
„Odat hebben die menschen van de hei-berg gedaan
die jongen. Ik wou, dat ik hem zyn oogen had uitge-
stomptl" riep de oude Pew. „Een oogenblik geleden
waren zij hier nog zy hadden de deur gegrendeld,
toen ik naar binnen wilde gaan. Zoekt ze, jongens,
zoekt
„Zy zyn het bepaald geweest, want zy lieten han
licht staan," zeide de man, die uit hei venster hing.
„Zoekt dan! Jaagt ze het huis uittierde Pew. van
woede met zijn stok op den grond slaande.
Toen volgde een algemeene onderzoekingstocht door
onze oude herberg, het huis dreunde onder hun zwaren
tred, de meubelen werden omvergeworpen, de deuren
hard dichtgeslagen terwijl bun stemmen door de lucht
weergalmdenéen voor éen kwamen ze naar buiten en
verklaarden de bewoners niet te hebben gevonden. Het
zelfde gefluit, dat mijn moeder en mij, toen wij het geld
van den kaptein telden, zoo verschrikt had, herhaalde
zich maar nu duidelyker en tweemaal achtereen. Ik had
gedacht dat het het sein van den kaptein was om zyn
troep by elkaar te roepenmaar ik bemerkte uu, dat
het geluid van den kant van den heuvel uit de nabij
heid van de hut kwam, en dat liet een teeken van
naderend gevaar voor de vrijbuiters was.
„Dick is terug," zeide een van hen. „TweemaalWij
moeten ons verwijderen, jongens."
„Vluchten, flauwerds," riep Pew uit „Dick is altijd
een zot geweest en een lafaard er by gij moet niet
naai- hem luisteren. Zy moeten in de nabnheid zyn
zij kunnen nog niet ver hier vandaan zyngy moet
ze zoeken. Vooruit, honden, geeft uw oogen den kost.
Owanneer ik nog zien kon
Deze uitroep scheen eenige uitwerking te hebben,
want twee van de ketels begonnen hier en daar het
struikgewas te doorsnuffelen, maar niet van harte, want
zij zagen telkens rond of er ook gevaar dreigde, ter
wijl de overigen van de bemanning "besluiteloos op den
weg stonden.
„Het is in jelui macht duizenden te verdienen, gek
ken en je stelt je met een kleinigheid tevreden. Gij
zyt zoo ryk als een koning, wanneer gij het vindt, en
gij weet dat zij hier in de buurt zijn én staat toch te-
dralen. Niemand durfde naar Bill toe gaan en ik
een blinde man - deed het! En nu zal ik mijn kans
door jelui verliezen. Moet ik dan zóó arm blijven, dat
ik om een glas rum moet bedelen, terwijl ik toch im
mers in een koets met paarden kón rijdenAls jullie
zooveel moed in je lichaam badt, als een wurm in een
appel, dan zou jelui ze zeker nog te pakken krijgen
„Laat ze maar loopen, wij hebben de duiten te pak
ken, Pewbromde een van hen.
„Die hadden zy ook kunnen verdonkeremanen" zeide
een ander. „Stel je met het geld tevreden, Pew, en sta
daar niet zoo te schreeuwen.
Schreeuwen was het ware woord cr voor; Pew's
woede werd bij deze opmerkingen zoo groot, dat hij
zyn hartstocht niet meer kon beteugelen en rechts en
links met zijn stok op hen insloegik hoorde dat me
nige slag raak was.
Wordt vervolgd.)