te zullen vatten, zoodat deze maat
regel achterwege kon blijven.
De wagens van het beostenspe
werden door een nat zeil tegen het
vallen van vonken beveiligd.
De instrumenten van de Weener
dameskapel z\jn nog uit de brandende
remise kunnen gered worden.
De paarden van den heer Kok in
de modelstal werden dadelyk na het
uitbreken van den brand in veilig
heid gebracht door een marechaussee.
Het licht in het hoofdgebouw is
zooals gewoonlijk te 10 uur uitge
draaid. Te kwart over elf werden ook
de lampen van de restauratie uitge
schakeld.
Een uur nadat het hoofdgebouw
reeds tegen den grond lag. is in den
stal, staande aan het andere einde
van dit hoofdgebouw, brand uitge
broken.
Een instructie omtrent dezen brand
is geopendtwee exposanten zijn door
den off. van ,just. gehoord.
Vele exposanten zijn te laag geas
sureerd, omdat de assurantie-premie
zoo hoog was.
De tentoonstellings-commissie heeft
nog niet besloten wat zy doen zal
de kermis uitbreiden om zoodoende
de zaak in gang te houden of de ten
toonstelling te sluiten.
Duister.
Voor een paar dagen werd de ar-
mendokter te Groningen ontboden
by de weduwe W. in ae Violetsteeg,
bij wie verschijnselen van vergiftiging
waren waargenomen. By een buur
vrouw en een dochter van deze deden
zich, in minder hevige mate, dezelfde
verschijnselen voor. Toen de dokter
vernam, dat alle drie van dezelfde
brij gegeten hadden, liet hij een restant
der brij in beslag nemen en onderzoe
ken door den apotheker dr. De Zaaijer,
die er arsenicum in vond. Daarop
werden ook de overblijfselen van de
ingrediënten der brij de siroop, het
oude wittebrood en het anijszaad
scheikundig onderzocht en normaal
bevonden. De karnemelk zelve moest
dus vergiftigd zijn, d. w. z. die, welke
de weduwe W. gekocht had, want
de buren hadden van denzelfden boer
karnemelk gegeten zonder schadelijke
het gevolgen.
De dokter deed van zijne bevinding
aangifte bij den officier van justitie,
die de zaak liet onderzoeken door den
commissaris van politie. Daarbij is
volgende gebleken.
Behalve de buurvrouw en hare doch
ter waren dien dag niemand anders
bij de weduwe W. thuis geweest dan
de lompeukoopman B. on diens zoon,
van wie laatstgenoemde in elk geval,
en naar 't schijnt ook de vader een
weinig karnemelk genoten hebben,
echter zonder daarvan last te onder
vinden. Ook moet gebleken zijn, dat
deze schoonzoon zijne schoonmoeder
reeds lang zeer goed bejegent, want
hij verstrekt haar drie keer per week
warm voedsel.
Maar aan den anderen kant kwamen
er door het met groot beleid inge
steld onderzoek van den commissaris
van politie dingen aan het licht, die
der justitie aanleiding gaven, B. in
voorioopige bewaring te houden.
Het is namelijk gebleken, dat B.
zijne schoonmoeder buiten haar weten,
voor een bedrag van f 100 verzekerd
heeft in een begrafenisfonds. Hetzelfde
heeft een schoondochter, vrouw W.
gedaan, welke beide assuranties ge
sloten zijn op een polis, die bij B.
berust. Bovendien heeft de vrouw van
B., dus de eigen dochter van de we
duwe W., hare moeder voor f 50 ver
zekerd.
Nu meent men te weten, dat deze
drie verzekeringen overbodig waren,
want de weduwe is en dat weten
hare kinderen en behuwdkinderen
bij twee begrafenisfondsen voor in 't
geheel f 100 verzekerd, dus hoog ge
noeg om zich ecne fatsoenlijke begra
fenis op eigen kosten te verzekeren.
Zooals gozegd, in het feit, dat B.
belanghebbende is bij den dood zijner
schoonmoeder, terwijl niemand anders
dan hij en zyn zoontje op den be-
wusten morgen bij de weduwe W. in
huis zijn geweest, vond de justitie
termen B. te arresteeren. Zij heeft
hem evenwel weder op vrije voeten
gesteld, omdat er hoegenaamd geen
bewijs van zyn schuld gevonden is.
De aarde en haar volken schrijft
over den torenbrand te Reenen en
vertelt o.a.:
„Nu vervalt ook de straf voor
Kesteren en Lienden, de beide dor
pen in de buurt, die, naar de over
levering meldt, indortyd niet mee
wilden doen aan de collecte voorden
torenbouw en, tot straf, aan hun
kant van den toren geen wijzerbord
kregen, dat den tijd aanwees, terwijl
er aan de drie andere zijden wel een
werd aangebracht. Wie weet, of by
den herbouw men niet meêdoogenc
is en die straf kwijtscheldt."
Doodgeschoten.
Aan de grens, op Belgisch grond
gebied, onder de gemeente Oorderen
is Zaterdagnacht de chef der doua
nen door een Belgischen veesmokke
laar doodgeschoten. De dader is ge
arresteerd en zwaar geboeid naar de
gevangenis te Antwerpen overge
bracht.
Oorgaatjes.
Een Fransch geneeskundige is dit
jaar te Bordeaux gepromoveerd met
een dissertatie over het doorboren
der oorlellotjes, natuurlijk over de
gevolgen daarvan voor de gezondheid.
Hij deelt een aantal bijzonderheden
mede over de ontstekingen, dikwijls
van ernstigen aard, die het door
boren met een vaak allesbehalve
reine leekenhand teweegbrengt. Ge
woonlijk, zegt hij, geschiedt het door
een juwelier (goudsmid), zonder eenige
reiniging vooraf, zonder eenig ver
band daarna, en vaak bij een aantal
kinderen met hetzelfde instrument.
De nadeelige gevolgen kunnen wor
den voorkomen, door bij deze operatie
dezelfde voorzorgen toe te passen
als bij elke andere heelkundige opera
tie. De goudsmeden zouden zich er
dan van behooren te onthouden. Dr.
Burger, die in het Weekblad van het
Ned. T. v. G. deze dissertatie aan
kondigt, voegt er bij„Het verkies-
lijkst ware voorzeker, zoo het In-
diaansch gebruik om de kinderen
louter voor de aardigheid lichamelijk
te schenden, geheel werd verlaten.
Gelukkig dat de mode zich tegen
woordig met de oorlelletjes minder
dan vroeger bezighoudt."
Koloniën.
In het mailoverzicht van de J.B."
leest men onder meer:
„De nieuwe repeteergeweren, waar
mede gaandeweg de troepen, die in
het gebied van Atjeh ageeren, ge
wapend worden, hebben wonderen
gedaan; evenals de chassepots jaren
herden 6en, 7en en Sen Aug. werd
van uit Segli een reeds lang beraam
de en voorbereide tocht onder
nomen om den weg te banen die
leiden kan en naar veler oordeel lei
den moet naar de hartader van het
maar altyd nog aanhoudende en nog
niet gefnuikte verzet tegen ons ge
zag, naar Pedir; de benteng Segli
zelve steunde krachtig en ook de
marine had haar aandeel in de voor
bereiding tot den aanval op een negen
tal versterkingen van de Atjehers;
.ofschoon de détails der actie nog
ontbreken, blijkt reeds nu hoezeer
met beleid is geageerd, waardoor het
succes onzer wapenen onbetwist is;
vijandelijke versterkingen werden
zonder al te groote verliezen van onzen
kant genomen; over de honderd
Atjehers werden in de pan gehakt
en de anderen teruggeworpen en ver
dreven de baan is gezuiverdwan
neer zal het gegeven zijn het einde
er van te bereiken?
Ook nu, als bij zoo menige excursie
van gewicht was het bevel opgedra
gen aan den overste Van Heutsz,
voor zulke militaire actiën als aan
gewezen, het is nu al langer dan
anderhalf jaar dat die krijgshaftige
overste te velde is, veel langer dan
de gewone tyd van afiossing derhalve,
en dat vaak onder moeilijke omstan-
digheden; is het doel hem te be
stemmen voor het gouverneurschap
van Atjeh, waarvan de verwezen
lijking echter tot nu toe is gestuit
op overwegingen van byzonderen
aard, waaraan evenwel geen gewicht
valt te ontzeggen, dan is de afwijking
van den regel der aflossing van de
officieren van Atjeh eerder te ver
klaren; zoo niet, dan zou die afwij
king, wanneer ze niet mocht over
eenkomen met den wensch van den
belanghebbende, dezen in minder gun
stige conditie brengen dan zyne kame
raden, en misschien ook ontstemmen
zeker zal binnen een niet al te lang
tijdsverloop ten aanzien van overste
Van Heutsz eene beslissing moeten
vallen."
Gezondheidstoestand.
Uit het mailoverzicht der „J.-B.:"
Eene schaduw op de goede Atjeh-
bericliten werd helaas! tegelijk ge
worpen door de diep treurige tyding
dat te Segli, de basis der operatiën
die het succes te weeg brachten, de
gevreesde cholera zich heeft vertoond
en slachtoffers maakt onder onze
mannen, die het toch al hard te ver
antwoorden hebbeninnig medegevoel
daarmede is de uiting bij allen; men
spreke nu niet van een „fatum", dat
ontstemt, maar de hoop worde ge
koesterd dat doeltreffende maatrege
len mogelijk zullen blijken om dien
veel somberder vijand te verjagen.
Ook op Java is de gezondheids
toestand onder de Europeesche en
inlandsche bevolking door de wispel
turige wisselingen van de moessons
niet enkel ongunstig, doch slecht;
cholera, pokken, moeraskoortsen teis
teren Indië, hier en uaar zelfs epi
demisch vooral treffen het arme De-
mak allerlei rampen, waar als elders
de inlander door slecht of onvoldoend
voedsel weerstandsvermogen mist.
Men steke in Nederland eens de hand
in den boezem en vrage zich af of
metterdaad het enkel noodige is ge
daan voor Indië op hygiënisch gebied:
of overal de zorg voor zuiver drink
water krachtig is aangevat; of de
afvoer der faecaliën zelfs maar op
elementaire wijze is geregeldof het
schoonhouden van de rivieren en
binnenvaarten onder speciaal toezicht
is gesteld; of op ruime schaal aan
de bevolking de gelegenheid is gebo
den tot verkrijging van geneesmid
delen en geneeskundige hulpof
maar men beantwoorde eerst deze
vragen, ze zyn al voldoende van ge
wicht om den nieuwen minister tot
ernstig onderzoek te prikkelen, die
daardoor vermoedelijk tot de overtui
ging zal komen, dat op hygiënisch
gebied in Indië letterlijk nog alles te
doen is. Zeker, in een Oostersch
land staat men vaker bloot aan ziek
ten van allerlei aard, maar de plicht
der overheid zal het even zeker toch
wel zyn om ze zooveel mogelijk te
voorkomen.
In het Bat. N.blad van 11 Aug.
leest men onder het opschrift: „de
Hollandsche zeeman", het volgende
„Hedenochtend is te Priok aange
komen het barkschip Clara.
„Dit schip komt regelrecht uit
Holland met een Hollandsche lading
het vaart voor een Hollandsche ree-
dery, ouder Hollandsche vlag en heeft
merkwaardig genoeg, geen enkelen
Hollander aan boord. De gezagvoer
der, de scheepsofficieren, de geheele
bemanning zijn vreemden!
„Als Houtman, Barentz, Heeins-
kerek, Van Diemen, DeRuyter, Van
Nas, Evertsen, Van Noord,'De Witt,
Tromp, Piet Hein, Yan Galen, Van
Wassenaer, Bloys van Treslong, Wil
lem van der Marek, Van Borselen,
Oortenaer, Van Obdam, Witsen, Zout
man enz. enz. dit konden weten, zou
den ze zich van verontwaardiging in
hun graf omdraaien."
in Beneden-Serdang had men over te
groote droogte to klagen; alleen de
ondernemingen gelegen in Boven-
Langkat hebben bepaald gunstig we
der gehad voor de tabakscultuur.
Van den nieuwen oogst hebben de
boven ondernemingen op weinige uit
zonderingen na reeds alles binnen, de
beneden-ondornemingen zyn er nog
druk mede bezig.
De nu laatstelyk gevallen regens
hebben den jongsten aanplant veel
goed gedaan, zooclat men daarover
tevreden is.
Ook over de geoogste tabak is men
tevreden, men acht zo beter dan die
van 1896het blad is zeer fijn en
gering in gewicht; toch valt de quan-
titeit mede.
Van den oogst 1896 is niets meer
aanwezig.
In het laatst van de maand was
men op eenige bovenondernemingen
reeds met sorteeren begonnen.
Men is overal reeds druk bezig
met de voorbereidende werkzaamhe
den voor aanplant 1898, zooals ploe
gen en tjankollen der velden, aanleg
van afwateringen en het bouwen van
schuren.
De gezondheidstoestand van het
Europeesch en inlandsch personeel
op de bovenondernemingen was over
het algemeen bevredigend tenoemon;
gevallen van koorts en op eene enkele
onderneming van beri-beri kwamen
echter nog voor.
De toestand van trek- en ander
vee was overal gunstig; er heersch-
ten geene ziekten.
Van ziekte in het gewas werd niet
vernomen.
In het distriet Soemoroto van de
afdeeling Ponorogo zijn met succes
opgravingen gedaan naar zilver cn
■oud.
Van Bagelen vernemen wij, dat
te Poeworedje cholera heerscht.'
(Bat. Nbld.)
Oogst- en weerbericht
over de maand Juli 1897
MED AN, 11 Augustus.
Gedurende de maand Juli was het
nog al droog op de meeste onderne
mingen in Beneden-Deli; de hooger
gelegen estates in Serdang en in
Boven-Deli werden echter bezocht
door plotseling opkomende windvla
gen en stortbuien, die nog al schade,
zoowel aan aanplant als aan gebou
wen, aangericht hebben.
Voor de te velde staande tabak
was over het algemeen de weersge
steldheid in Juli niet bepaald ongun
stig wat Beneden-Deli betreft; in
Beneden-Langkat was een weinig:
meer regen gewenscht geweest. Ook
Vermoord-
Blijkens de Deli Ct. is op 3 Aug.
de assistent W. Hajenius van Grea-
han-estate door een Ohineeschen koe
lie met een tjangkol zoo verwond,
dat hij aan de gevolgen is overleden.
Bij onderzoek in deze zaak is ge
bleken, dat het feit zoo goed als zon
der getuigen heeft plaats gehad. Al
leen een tandil der onderneming heeft
verklaard den verslagene te hebben ge
zien met den Chineeschen koelie naast
zich, bezig met de koffieplantjes te
behandelen. Toen de tandil kort daar
op zyn blik weder naar die plek
wendde, was de Europeaan niet meer
te zien 'en zag by in de verte den
koelie hard wegloopen. Daarop onraad
vermoedende en naar de plek tocloo-
pende, zag de tendil den Europeaan
met bloedende schedelwonden liggen
en maakte daarop het noodige alarm.
De moordenaar bevindt zich in hech
tenis en heeft de daad niet kunuen
ontkennen.
manifestanten onder leiding van
Eduard Keurvels het „Lied der
Vlamingen" en de „Strijdkreet".
Jo Kempees.
Omtrent de plechtige teraardebe
stelling van het stoffelijk overschot
van mej. Jo Kempees wordt aan het
Nv. d. D. het {volgende medege
deeld.
De begrafenis geschiedde Zater
dagmorgen op het fraaie en indruk
wekkende Frankforter kerkhof, waar
behalve de moeder en een familielid
van de jonggestorvene, tegenwoordig
waren de vice-consul van Nederland,
Jhr. H. van Pauhuys, benevens
eenige belangstellenden, ook uit Ne
derland.
Een schat van kransen en bloemen,
meest witte bloemen en bloeiend hei
dekruid, werd op het graf neerge
legd.
By de droeve plechtigheid sprak
een Duitsch geesteliike, Pfarrer Jatko,
woorden van troost tot de diepbe
droefde moeder der jonge en veelbe
lovende kunstenares.
Leiteren en Kunst.
Benoit gehuldigd.
De Vlaamsehe muziekschool te
Antwerpen heeft eindelijk den titel
gekregen van Koninklijk Conserva
torium. De Vlamingen hebben Zondag
ter herdenking van deze promotie
feest gehouden ter eere van den
grooten Vlaamschen componist, Peter
Benoit.
Om 7 uur Zaterdagavond werden
de feesten ingewijd met het spelen
van het carillon en met artillerie
salvo's; om acht uur had een militair
concert plaats, waar alleen -werken
van Benoit werden uitgevoerd. Na
het concert bracht de muziek van
„Arbeid Adelt" een serenade aan
Benoit, aan den gouverneur baron
Osy en den burgemeester Jan van
Ryswyck.
Zondag werd het feest weer inge
wijd met kanongebulder en het spelen
van het carillon. Daarna volgde de
groote optocht, waaraan door 300
vereenigingen werd deelgenomen, die
zich van uit elf verschillende pun
ten der stad naar een bepaald cen
trum begaven. Elke stoet werd voor
afgegaan door een schild, dragende
den naam van een van Benoit's wer
ken. Met tamboers en militaire muziek
voorop, trok men naar het stadhuis,
waar de maestro werd ontvangen dooi
de gemeentelijke overheid, welke hem
bij monde van Jan van Rijs wij ck een
ouden herinneringsmedaille aanbood.
Benoit begaf zich vervolgens aan
een der vensters van het stadhuis
om de menigte te danken. Met een
onbeschrijflijk gejuich werd hij ont
vangen; deze ovatie duurde langer
dan een kwartier. Toen eindelijk de
kalmte was teruggekeerd, zongen de
De lieer Daniel de Lange, die in
het begin van Augustus mej. Kem
pees te Bayreuth bezocht, vond baai-
ernstig ziek. „De vroeger zoo bloeiende
krachtige vrouw, uit wier geheele
wezen slechts leven en levenslust
straalde, lag op een sofa met inge
vallen wangen het lichaam was al
gebroken." Zy had een vriendelijk
tehuis by den heer en mevrouw Thomp
son, majoor in het Beiersche leger.
„Van April af was zij ziek ge
weest, de jonge vrouw. Wetende
echter dat men in Bayreuth geen
rekening kan houden met ziekten,
enz., enz., dat meu moet zyn een kracht
of dat men niet in aanmerking komt
voor wat het zij, heeft zij zich naai
de voorbereidende {oefeningen heenge-
sleept, tot zij een paar weken voor
de uitvoering iriefc meer kon. Jo
Kempees was dit jaar aangewezen
om als solo-bloemenmeisje en als een
der Walküren op te treden. Buiten
dien waren haar enkele partijen als
doublure toegedacht.
„In den beginne meende de arts,
die de zieke behandelde, dat de on
gesteldheid niet van ernstigen aard
zou zijn later bleek 't dat een hevig
merlyden do krachten gesloopt had.
ioen ik te Bayreuth was, had de
arts reeds verklaard, dat Jo Kem
pees zeker nog drie of vier weken
volkomen rust zou moeten hebben,
alvorens zy naar Holland zou kunnen
reizenvan drie of vier weken zyn
't zeven weken geworden, en niette
genstaande den langeren tijd van
rust, heeft zij toch haar wensch
om in haar eigen land nieuwe krach
ten voor haar verder leven te verza
melen niet vervuld moge zien!"
Naar aanleiding van het gerucht
als zoude Mascagni poging tot zelf
moord hebben gedaan telegrafeerde
de Directie van dc Italiaansche Opera
in den Haag aan Mascagni zelf en
ontving daarop als antwoord hét vol
gende telegram:
Direüore Opera Italia,na,
Aia:
Notizia false spero trovare autore
denunziarlo giustizia, grazie vostra
gentilezza, saluti.
MASCAGNI.
[Bericht is valschhopen met jus
titie den vervaardiger te vinden; dank
voor uwe beleefdheidgroeten
MASCAGNI],
SpoH en Wedstrijden»
Grand prix te Weenen.
Wij maakteu in ons vorig nummer
melding van het onduidelijk telegram
dat Zondag over den wielerwedstrijd
te Weenen te Amsterdam was ont
vangen. Onze veronderstelling, dat
daaruit zou kunnen blijken, dat Jaap
Eden overwinnaar was, is onjuist.
Jaap heeft namelijk niet meegereden.
Zijn naam in het telegram gold als
onderteekening. Volgens hier te lande
ontvangen bericht was hy Zondag
verhinderd te rijden daar een insect
hem in de keel had gestoken, waar
van eene ontsteking het gevolg was.
De „Vélo" noemt echter als oorzaak
een wonde aan zijn been. Protin was
overwinnaar.
Den troostprys won Courbe d'Outre-
Ion.
Paardensport.
Als een staaltje dat bet Iersche
paard onzer cavalerie in staat is
onverwacht zware tochten te door
staan moge het volgende dienen
Woensdag den 2en September j.l.
vertrok des morgens te 10'/-i uur, ge
heel in het geheim, van uit Roermond
een officierspatrouille onder commando
van den le luitenant jhr. von Wran-
gel auf Lindenberg, met bestemming
naar 's Hertogenbosch. De patrouille
bestond behalve uit den commandant,
nog uit den 2e luitenant Eberson. I
wachtmeester en 3 huzaren. Daar'de
marsch zoo geheim mogelijk moest
geschieden, werden de hoofdwegen
vermeden, en werd van landwegen
of van de heide gobruik gemaakt.
Des avonds werd doorgemarcheerd
tot noordelijk van Eindhoven, aan
den zuidrand van de Bestsche heide,
waar in een hofstede werd over
nacht.
Donderdagmorgen werd met een
grooten omweg op den Bosch ge
marcheerd, alwaar de vijandelijke
stelling verkend moest worden.
Dit had plaats van af de Vueht-
sche heide, langs St. Michielsgestel,
den Dungen tot aan de Zuid-Wil
lemsvaart. Hierna werd de terug-tocht
aangenomen. De patrouille was Don
derdagavond te 12 uur in Roermond
terug, zoodat in anderhalven dag ruim
299 kilometer werd afgelegd. De
paarden waren by terugkomst wel
eenigszins vermoeid, maar aten en
dronken alle dadelijk goed en gaven
verder ook geen teekenen van over
vermoeidheid. Hot waren alle paar
den van minstens 10-jarigen leeftijd.
De heer A. van Hoboken heeft zijn
kleuren in Engeland laten registree-
ren.
Met leedwezen verneemt de Ned,
Sport, dat mr. Robert voornemens is
zyn stal op te lossen en dat na Breda
geen paarden van dezen stal meer in
de baan zullen verschijnen. Een min-
dor aangename bejegening door een
ander eigenaar van renpaarden hem
te De Punt aangedaan, moet hiervan
de oorzaak zyn.
Harddraverijen en Rennen te
Bussum.
Door prachtig weder werden de
mooie races van Zondag begunstigd.
De uitslag was als volgt
No. 1. Herfstprijs. Harddravery
voor Neder], hengsten en merriën,
geboren in 1893, toebehoorende aan
Nederlanders. Afstand 1600 Meter,
voor paarden die niets gewonnen
hebben. Voor iedere gewonnen f 100
of gedeelte daarvan 15 Meter meer.
1. „Jonge Krylaty" in 3 min. 182/^
sec. 2. „Jonge Voel" in 3 min. 264/5
sec. 3. „Cherry Blossom" in 3 min.
26 sec.
Mededingers 6.
No. 2. Stamvadersprijs. Harddra
verij voor dekhengsten,' die in 1S97
beschikbaar gestaan hebben.
Afstand 1600 M.
1. „Othello" in 9 min. 55 sec. 2.
„Éclair" in 4 min. 23/5 sec. 3. „Ardo"
in 4 min. 73/s sec.
Mededingers 3.
No. 3. Najaarsprijs. Wedren op
de vlakke baan voor' paarden van 3
jaar en ouder." Afstand circa 2100
Meter.
1. „Wave Queen". 2. „Zethus". 3.
,Haziewand.
Mededingers 6.
No. 4. Veraoedingsprijs. Harddra
verij 2e kl. Handicap voor paarden
die minder ean f400 in 1897 wonnen
en geen beter record hebben dan
1.52. Als minste snelheid werd 2 min,
per K.M. aangenomen.
Minimum afstand 2400 M.
1. „Mak" in 4 min. 423/r, sec. 2.
„Camelia" in 4 min. 44 sec. 3. „Or-
loff" in 4 min. 493/5 sec. 4. „Juno"
in 4 min. 503/s sec.
Deelnemers 9.
No. 5. BMversumprtys. Verkoops
wedren over hindernissen voor paar
den van 4 jaar en ouder, die te koop
zyn gesteld voor f2000.
Afstand circa 3600 meter.
1. „Pyjama", 2. „Kohanasan". 3,
„Sineway". „Polly Morgan", die 2.
aankwam werd gedisqualificeerd.
Mededingers 11.
No, 6. Troostprijs. Harddravery le
kl. Handicap voor paarden die min
der dan f 1000 in 1897 wonnen.
zóo barsch uitzagen, zich nu als kinderen amuseerden.
Maar ik hoorde wel aan hun stemmen, dat zij niet nuch
ter waren.
Eindelyk kon ik mij nu naar de palissade begeven.
Ik was er nog een goed eindje van verwijderd, want
ik bevond mij op dat gedeelte van het eiland, dat de
ankerplaats ten oosten begrensde en by laag water
blijkbaar dc beide eilanden verbondtoen ik opstond
cn rondkeek, zag ik op eenigen afstand een tamelijk
hooge witte rots boven de lage boschjes uitsteken. Het
schoot my te binnen dat dit wel de rots kon zyn, waar
over Ben Gunn mij gesproken had; wanneer ik dus
een boot noodig had, wist ik waar ik die kon vinden.
Toen snelde ik door het bosch, tot ik eindelijk de
palissade in het oog kreeg en weldra door mijn vrien
den hartelijk verwelkomd werd.
fcIn korte woorden vertelde ik mijn wedervaren en be
gon daarna eens om mij heen te zien. Het geheele huis
- dak, muren en vloer was uit de stammen van
pynboomen gebouwd. De vloer bevond zich wel ander
halven voet Doven den grond, die uit duinzand bestond.
By den ingang was een afdakje getimmerd, waaronder
de fontein in een zeer zonderling bassin opsprong
n. m. in een ijzeren seheepsketel zonder bodem, die door
den tijd langzamerhand een heel eind in het zand ge
zonken was.
Behalve den romp van het huis hadden de vrijbuiters
er niet veel achtergelatenin een der hoeken was een
steenen plaat bevestigd bij wijze van haard, waarnaast
een bak stond om brandstoffen in te bewaren.
Men kon zien dat de boomen, die op de helling van
den heuvel en binnen de omheining gestaan hadden
alle uitgeroeid waren om tot het bouwen van de pa
lissade gebruikt te worden cn naar de overgebleven
stronken te oordeelen, moest het een mooi boschje ge
weest zyn. Planten en mos schenen er niet meer te
kunnen groeien, alleen daar, waar het water van de
fontein den grond besproeide, verrezen eenige kleine
plantjes. Dicht by de palissade te dicht by dat wij
ons met succes konden verdedigen verrees een uit
gestrekt hoog bosch, aan den landkant voor het meeren-
deel uit dennen maar naar de zee voornamelijk uit
coniferen bestaande.
De koude avondwind, waarvan ik u reeds vertelde,
gierde door de reten van het huis en deed het fijne
zand naar binnen stuiven. Onze oogen en mond, ons
eten. alles zat vol zand, en er was zoo'n voortdurende
zandregen in de fontein, dat het deed denken aan een
ketel soep, die begint te koken.
De schoorsteen was een vierkant gat in het dak, maar
slechts een deel van den rook vond zijn weg naar bui
ten, zoodat wij spoedig allen stonden te kuchen en in
de oogen te wrijven van benauwdheid.
Bij al deze rampen kwam nog, dat Gray, onze nieuwe
bondgenoot, door de muiters gewond was' en zyn hoofd
in een verband moest dragenterwijl onze arme Tom
Bedruth stijf en koud onder de Engelsche vlag dicht
by den muur lag.
Had men ons toegestaan werkeloos te blijven zitten,
dan zouden wij waarschijnlijk allen in een droefgeestige
stemming zyn geraakt, maar kapitein Smollett was er
de man niet naar het zoover te laten komen. Alle man
schappen werden voor de schietgaten op den uitkijk
gezet; de dokter, Gray en ik aan de eene, en de squire, Hun-
ter en .Joyce aan de andere zijde van het huis. Hoe vermoeid
we ook waren, werden er toch twee van ons uitgezon
den om hout te sprokkelen en weer twee anderen moes
ten een graf voor Bedruta delven. De dokter werd
daarop onze kok, ik schildwacht en de kapitein zelf
liep van den een naar den ander ons telkens moed in
sprekend en een handje helpend, waar liet noodig was.
Van tijd tot tijd ging de dokter eens een luchtje
scheppen buiten de deur om zijn oogen een weinig af
te koelen, en altyd, wanneer hij langs mij kwam, sprak
hy my even aan.
„Die Smollett", zcidehij tegen mij, „is een best menscLi
en vrij wat beter dan ik. En dat beteekent nog al zoo
iets als ik dat zeg, Jim."
Op een anderen keer bleef hij een oogenblik naden
kend stilstaan, en keek mij toen van ter zijde aan.
„Zou je denken, dat die Ben Gunn een betrouw
bare kerel is?" vroeg hij.
„Ik weet het niet, mijnheer," zeide ik. „Maar ik ben
er niet zeker van of hij wel goed bij het hoofd is."
„Het zou niet te verwonderen zijn, als dat het geval
was," hernam de dokter.
„Een man, die drie jaar lang op een onbewoond
eiland heeft geleefd, kan schijnbaar niet zoo goed zyn
verstand hebben als gy of ik. Het ligt niet in de me'n-
schelijke natuur zóó eenzaam te leven. Zeidet je niet,
dat hy zoo'n trek iu kaas had?"
„Juist, mijnheer," antwoordde ik.
„Wel, Jim," zeide hy, „nu zie je waar het goed voor
is veel van lekker eten te houden. Je hebt mijn snuif
doos wel eens gezien? En toch snoof ik nooit, niet
waar De reden hiervan is, dat ik in mijn snuifdoos een
Parmesaansche kaas bewaarde die is zeer voedzaam en
wordt in Italië bereid. Welnu, die zullen we aan Ben
Gunn geven!"
Voordat we gingen eten werd de oude Tom begra
ven en een oogenblik bleven wij met ontbloote hoofden
om zijn graf staan. Er was niet genoeg hout gesprok
keld naar den zin van den kapiteinhij schudde zijn
hoofd en zeide ons, dat wy den volgenden dag er nog
eens op uit moesten, maar dan met wat meer ambitie.
Toen wy gegeten en een stevig glas rum—grog ge
dronken hadden, bespraken de aanvoerders onze voor
uitzichten.
Het scheen dat zij ten einde raad waren, want de
levensmiddelen, die wij nog hadden, waren zoo gering,
dat we reeds lang den hongerdood zouden gestorven
zyn voordat er hulp kwam opdagen.
Onze eenige hoop was, de vrijbuiters zóo in liet nauw
te brengen, dat zy öf hun vlag streken öf met de „His-
paniola" zouden wegzeilen. Van de negentien wareu
ei1 nog vyftien over, daarbij twee gewond en éen de-
geen die naast het kanon was getroffen, tenminste
zwaar gewond en misschien wel dood.
Wordt vervolgd