te zullen vatten, zoodat deze maat regel achterwege kon blijven. De wagens van het beostenspe werden door een nat zeil tegen het vallen van vonken beveiligd. De instrumenten van de Weener dameskapel z\jn nog uit de brandende remise kunnen gered worden. De paarden van den heer Kok in de modelstal werden dadelyk na het uitbreken van den brand in veilig heid gebracht door een marechaussee. Het licht in het hoofdgebouw is zooals gewoonlijk te 10 uur uitge draaid. Te kwart over elf werden ook de lampen van de restauratie uitge schakeld. Een uur nadat het hoofdgebouw reeds tegen den grond lag. is in den stal, staande aan het andere einde van dit hoofdgebouw, brand uitge broken. Een instructie omtrent dezen brand is geopendtwee exposanten zijn door den off. van ,just. gehoord. Vele exposanten zijn te laag geas sureerd, omdat de assurantie-premie zoo hoog was. De tentoonstellings-commissie heeft nog niet besloten wat zy doen zal de kermis uitbreiden om zoodoende de zaak in gang te houden of de ten toonstelling te sluiten. Duister. Voor een paar dagen werd de ar- mendokter te Groningen ontboden by de weduwe W. in ae Violetsteeg, bij wie verschijnselen van vergiftiging waren waargenomen. By een buur vrouw en een dochter van deze deden zich, in minder hevige mate, dezelfde verschijnselen voor. Toen de dokter vernam, dat alle drie van dezelfde brij gegeten hadden, liet hij een restant der brij in beslag nemen en onderzoe ken door den apotheker dr. De Zaaijer, die er arsenicum in vond. Daarop werden ook de overblijfselen van de ingrediënten der brij de siroop, het oude wittebrood en het anijszaad scheikundig onderzocht en normaal bevonden. De karnemelk zelve moest dus vergiftigd zijn, d. w. z. die, welke de weduwe W. gekocht had, want de buren hadden van denzelfden boer karnemelk gegeten zonder schadelijke het gevolgen. De dokter deed van zijne bevinding aangifte bij den officier van justitie, die de zaak liet onderzoeken door den commissaris van politie. Daarbij is volgende gebleken. Behalve de buurvrouw en hare doch ter waren dien dag niemand anders bij de weduwe W. thuis geweest dan de lompeukoopman B. on diens zoon, van wie laatstgenoemde in elk geval, en naar 't schijnt ook de vader een weinig karnemelk genoten hebben, echter zonder daarvan last te onder vinden. Ook moet gebleken zijn, dat deze schoonzoon zijne schoonmoeder reeds lang zeer goed bejegent, want hij verstrekt haar drie keer per week warm voedsel. Maar aan den anderen kant kwamen er door het met groot beleid inge steld onderzoek van den commissaris van politie dingen aan het licht, die der justitie aanleiding gaven, B. in voorioopige bewaring te houden. Het is namelijk gebleken, dat B. zijne schoonmoeder buiten haar weten, voor een bedrag van f 100 verzekerd heeft in een begrafenisfonds. Hetzelfde heeft een schoondochter, vrouw W. gedaan, welke beide assuranties ge sloten zijn op een polis, die bij B. berust. Bovendien heeft de vrouw van B., dus de eigen dochter van de we duwe W., hare moeder voor f 50 ver zekerd. Nu meent men te weten, dat deze drie verzekeringen overbodig waren, want de weduwe is en dat weten hare kinderen en behuwdkinderen bij twee begrafenisfondsen voor in 't geheel f 100 verzekerd, dus hoog ge noeg om zich ecne fatsoenlijke begra fenis op eigen kosten te verzekeren. Zooals gozegd, in het feit, dat B. belanghebbende is bij den dood zijner schoonmoeder, terwijl niemand anders dan hij en zyn zoontje op den be- wusten morgen bij de weduwe W. in huis zijn geweest, vond de justitie termen B. te arresteeren. Zij heeft hem evenwel weder op vrije voeten gesteld, omdat er hoegenaamd geen bewijs van zyn schuld gevonden is. De aarde en haar volken schrijft over den torenbrand te Reenen en vertelt o.a.: „Nu vervalt ook de straf voor Kesteren en Lienden, de beide dor pen in de buurt, die, naar de over levering meldt, indortyd niet mee wilden doen aan de collecte voorden torenbouw en, tot straf, aan hun kant van den toren geen wijzerbord kregen, dat den tijd aanwees, terwijl er aan de drie andere zijden wel een werd aangebracht. Wie weet, of by den herbouw men niet meêdoogenc is en die straf kwijtscheldt." Doodgeschoten. Aan de grens, op Belgisch grond gebied, onder de gemeente Oorderen is Zaterdagnacht de chef der doua nen door een Belgischen veesmokke laar doodgeschoten. De dader is ge arresteerd en zwaar geboeid naar de gevangenis te Antwerpen overge bracht. Oorgaatjes. Een Fransch geneeskundige is dit jaar te Bordeaux gepromoveerd met een dissertatie over het doorboren der oorlellotjes, natuurlijk over de gevolgen daarvan voor de gezondheid. Hij deelt een aantal bijzonderheden mede over de ontstekingen, dikwijls van ernstigen aard, die het door boren met een vaak allesbehalve reine leekenhand teweegbrengt. Ge woonlijk, zegt hij, geschiedt het door een juwelier (goudsmid), zonder eenige reiniging vooraf, zonder eenig ver band daarna, en vaak bij een aantal kinderen met hetzelfde instrument. De nadeelige gevolgen kunnen wor den voorkomen, door bij deze operatie dezelfde voorzorgen toe te passen als bij elke andere heelkundige opera tie. De goudsmeden zouden zich er dan van behooren te onthouden. Dr. Burger, die in het Weekblad van het Ned. T. v. G. deze dissertatie aan kondigt, voegt er bij„Het verkies- lijkst ware voorzeker, zoo het In- diaansch gebruik om de kinderen louter voor de aardigheid lichamelijk te schenden, geheel werd verlaten. Gelukkig dat de mode zich tegen woordig met de oorlelletjes minder dan vroeger bezighoudt." Koloniën. In het mailoverzicht van de J.B." leest men onder meer: „De nieuwe repeteergeweren, waar mede gaandeweg de troepen, die in het gebied van Atjeh ageeren, ge wapend worden, hebben wonderen gedaan; evenals de chassepots jaren herden 6en, 7en en Sen Aug. werd van uit Segli een reeds lang beraam de en voorbereide tocht onder nomen om den weg te banen die leiden kan en naar veler oordeel lei den moet naar de hartader van het maar altyd nog aanhoudende en nog niet gefnuikte verzet tegen ons ge zag, naar Pedir; de benteng Segli zelve steunde krachtig en ook de marine had haar aandeel in de voor bereiding tot den aanval op een negen tal versterkingen van de Atjehers; .ofschoon de détails der actie nog ontbreken, blijkt reeds nu hoezeer met beleid is geageerd, waardoor het succes onzer wapenen onbetwist is; vijandelijke versterkingen werden zonder al te groote verliezen van onzen kant genomen; over de honderd Atjehers werden in de pan gehakt en de anderen teruggeworpen en ver dreven de baan is gezuiverdwan neer zal het gegeven zijn het einde er van te bereiken? Ook nu, als bij zoo menige excursie van gewicht was het bevel opgedra gen aan den overste Van Heutsz, voor zulke militaire actiën als aan gewezen, het is nu al langer dan anderhalf jaar dat die krijgshaftige overste te velde is, veel langer dan de gewone tyd van afiossing derhalve, en dat vaak onder moeilijke omstan- digheden; is het doel hem te be stemmen voor het gouverneurschap van Atjeh, waarvan de verwezen lijking echter tot nu toe is gestuit op overwegingen van byzonderen aard, waaraan evenwel geen gewicht valt te ontzeggen, dan is de afwijking van den regel der aflossing van de officieren van Atjeh eerder te ver klaren; zoo niet, dan zou die afwij king, wanneer ze niet mocht over eenkomen met den wensch van den belanghebbende, dezen in minder gun stige conditie brengen dan zyne kame raden, en misschien ook ontstemmen zeker zal binnen een niet al te lang tijdsverloop ten aanzien van overste Van Heutsz eene beslissing moeten vallen." Gezondheidstoestand. Uit het mailoverzicht der „J.-B.:" Eene schaduw op de goede Atjeh- bericliten werd helaas! tegelijk ge worpen door de diep treurige tyding dat te Segli, de basis der operatiën die het succes te weeg brachten, de gevreesde cholera zich heeft vertoond en slachtoffers maakt onder onze mannen, die het toch al hard te ver antwoorden hebbeninnig medegevoel daarmede is de uiting bij allen; men spreke nu niet van een „fatum", dat ontstemt, maar de hoop worde ge koesterd dat doeltreffende maatrege len mogelijk zullen blijken om dien veel somberder vijand te verjagen. Ook op Java is de gezondheids toestand onder de Europeesche en inlandsche bevolking door de wispel turige wisselingen van de moessons niet enkel ongunstig, doch slecht; cholera, pokken, moeraskoortsen teis teren Indië, hier en uaar zelfs epi demisch vooral treffen het arme De- mak allerlei rampen, waar als elders de inlander door slecht of onvoldoend voedsel weerstandsvermogen mist. Men steke in Nederland eens de hand in den boezem en vrage zich af of metterdaad het enkel noodige is ge daan voor Indië op hygiënisch gebied: of overal de zorg voor zuiver drink water krachtig is aangevat; of de afvoer der faecaliën zelfs maar op elementaire wijze is geregeldof het schoonhouden van de rivieren en binnenvaarten onder speciaal toezicht is gesteld; of op ruime schaal aan de bevolking de gelegenheid is gebo den tot verkrijging van geneesmid delen en geneeskundige hulpof maar men beantwoorde eerst deze vragen, ze zyn al voldoende van ge wicht om den nieuwen minister tot ernstig onderzoek te prikkelen, die daardoor vermoedelijk tot de overtui ging zal komen, dat op hygiënisch gebied in Indië letterlijk nog alles te doen is. Zeker, in een Oostersch land staat men vaker bloot aan ziek ten van allerlei aard, maar de plicht der overheid zal het even zeker toch wel zyn om ze zooveel mogelijk te voorkomen. In het Bat. N.blad van 11 Aug. leest men onder het opschrift: „de Hollandsche zeeman", het volgende „Hedenochtend is te Priok aange komen het barkschip Clara. „Dit schip komt regelrecht uit Holland met een Hollandsche lading het vaart voor een Hollandsche ree- dery, ouder Hollandsche vlag en heeft merkwaardig genoeg, geen enkelen Hollander aan boord. De gezagvoer der, de scheepsofficieren, de geheele bemanning zijn vreemden! „Als Houtman, Barentz, Heeins- kerek, Van Diemen, DeRuyter, Van Nas, Evertsen, Van Noord,'De Witt, Tromp, Piet Hein, Yan Galen, Van Wassenaer, Bloys van Treslong, Wil lem van der Marek, Van Borselen, Oortenaer, Van Obdam, Witsen, Zout man enz. enz. dit konden weten, zou den ze zich van verontwaardiging in hun graf omdraaien." in Beneden-Serdang had men over te groote droogte to klagen; alleen de ondernemingen gelegen in Boven- Langkat hebben bepaald gunstig we der gehad voor de tabakscultuur. Van den nieuwen oogst hebben de boven ondernemingen op weinige uit zonderingen na reeds alles binnen, de beneden-ondornemingen zyn er nog druk mede bezig. De nu laatstelyk gevallen regens hebben den jongsten aanplant veel goed gedaan, zooclat men daarover tevreden is. Ook over de geoogste tabak is men tevreden, men acht zo beter dan die van 1896het blad is zeer fijn en gering in gewicht; toch valt de quan- titeit mede. Van den oogst 1896 is niets meer aanwezig. In het laatst van de maand was men op eenige bovenondernemingen reeds met sorteeren begonnen. Men is overal reeds druk bezig met de voorbereidende werkzaamhe den voor aanplant 1898, zooals ploe gen en tjankollen der velden, aanleg van afwateringen en het bouwen van schuren. De gezondheidstoestand van het Europeesch en inlandsch personeel op de bovenondernemingen was over het algemeen bevredigend tenoemon; gevallen van koorts en op eene enkele onderneming van beri-beri kwamen echter nog voor. De toestand van trek- en ander vee was overal gunstig; er heersch- ten geene ziekten. Van ziekte in het gewas werd niet vernomen. In het distriet Soemoroto van de afdeeling Ponorogo zijn met succes opgravingen gedaan naar zilver cn ■oud. Van Bagelen vernemen wij, dat te Poeworedje cholera heerscht.' (Bat. Nbld.) Oogst- en weerbericht over de maand Juli 1897 MED AN, 11 Augustus. Gedurende de maand Juli was het nog al droog op de meeste onderne mingen in Beneden-Deli; de hooger gelegen estates in Serdang en in Boven-Deli werden echter bezocht door plotseling opkomende windvla gen en stortbuien, die nog al schade, zoowel aan aanplant als aan gebou wen, aangericht hebben. Voor de te velde staande tabak was over het algemeen de weersge steldheid in Juli niet bepaald ongun stig wat Beneden-Deli betreft; in Beneden-Langkat was een weinig: meer regen gewenscht geweest. Ook Vermoord- Blijkens de Deli Ct. is op 3 Aug. de assistent W. Hajenius van Grea- han-estate door een Ohineeschen koe lie met een tjangkol zoo verwond, dat hij aan de gevolgen is overleden. Bij onderzoek in deze zaak is ge bleken, dat het feit zoo goed als zon der getuigen heeft plaats gehad. Al leen een tandil der onderneming heeft verklaard den verslagene te hebben ge zien met den Chineeschen koelie naast zich, bezig met de koffieplantjes te behandelen. Toen de tandil kort daar op zyn blik weder naar die plek wendde, was de Europeaan niet meer te zien 'en zag by in de verte den koelie hard wegloopen. Daarop onraad vermoedende en naar de plek tocloo- pende, zag de tendil den Europeaan met bloedende schedelwonden liggen en maakte daarop het noodige alarm. De moordenaar bevindt zich in hech tenis en heeft de daad niet kunuen ontkennen. manifestanten onder leiding van Eduard Keurvels het „Lied der Vlamingen" en de „Strijdkreet". Jo Kempees. Omtrent de plechtige teraardebe stelling van het stoffelijk overschot van mej. Jo Kempees wordt aan het Nv. d. D. het {volgende medege deeld. De begrafenis geschiedde Zater dagmorgen op het fraaie en indruk wekkende Frankforter kerkhof, waar behalve de moeder en een familielid van de jonggestorvene, tegenwoordig waren de vice-consul van Nederland, Jhr. H. van Pauhuys, benevens eenige belangstellenden, ook uit Ne derland. Een schat van kransen en bloemen, meest witte bloemen en bloeiend hei dekruid, werd op het graf neerge legd. By de droeve plechtigheid sprak een Duitsch geesteliike, Pfarrer Jatko, woorden van troost tot de diepbe droefde moeder der jonge en veelbe lovende kunstenares. Leiteren en Kunst. Benoit gehuldigd. De Vlaamsehe muziekschool te Antwerpen heeft eindelijk den titel gekregen van Koninklijk Conserva torium. De Vlamingen hebben Zondag ter herdenking van deze promotie feest gehouden ter eere van den grooten Vlaamschen componist, Peter Benoit. Om 7 uur Zaterdagavond werden de feesten ingewijd met het spelen van het carillon en met artillerie salvo's; om acht uur had een militair concert plaats, waar alleen -werken van Benoit werden uitgevoerd. Na het concert bracht de muziek van „Arbeid Adelt" een serenade aan Benoit, aan den gouverneur baron Osy en den burgemeester Jan van Ryswyck. Zondag werd het feest weer inge wijd met kanongebulder en het spelen van het carillon. Daarna volgde de groote optocht, waaraan door 300 vereenigingen werd deelgenomen, die zich van uit elf verschillende pun ten der stad naar een bepaald cen trum begaven. Elke stoet werd voor afgegaan door een schild, dragende den naam van een van Benoit's wer ken. Met tamboers en militaire muziek voorop, trok men naar het stadhuis, waar de maestro werd ontvangen dooi de gemeentelijke overheid, welke hem bij monde van Jan van Rijs wij ck een ouden herinneringsmedaille aanbood. Benoit begaf zich vervolgens aan een der vensters van het stadhuis om de menigte te danken. Met een onbeschrijflijk gejuich werd hij ont vangen; deze ovatie duurde langer dan een kwartier. Toen eindelijk de kalmte was teruggekeerd, zongen de De lieer Daniel de Lange, die in het begin van Augustus mej. Kem pees te Bayreuth bezocht, vond baai- ernstig ziek. „De vroeger zoo bloeiende krachtige vrouw, uit wier geheele wezen slechts leven en levenslust straalde, lag op een sofa met inge vallen wangen het lichaam was al gebroken." Zy had een vriendelijk tehuis by den heer en mevrouw Thomp son, majoor in het Beiersche leger. „Van April af was zij ziek ge weest, de jonge vrouw. Wetende echter dat men in Bayreuth geen rekening kan houden met ziekten, enz., enz., dat meu moet zyn een kracht of dat men niet in aanmerking komt voor wat het zij, heeft zij zich naai de voorbereidende {oefeningen heenge- sleept, tot zij een paar weken voor de uitvoering iriefc meer kon. Jo Kempees was dit jaar aangewezen om als solo-bloemenmeisje en als een der Walküren op te treden. Buiten dien waren haar enkele partijen als doublure toegedacht. „In den beginne meende de arts, die de zieke behandelde, dat de on gesteldheid niet van ernstigen aard zou zijn later bleek 't dat een hevig merlyden do krachten gesloopt had. ioen ik te Bayreuth was, had de arts reeds verklaard, dat Jo Kem pees zeker nog drie of vier weken volkomen rust zou moeten hebben, alvorens zy naar Holland zou kunnen reizenvan drie of vier weken zyn 't zeven weken geworden, en niette genstaande den langeren tijd van rust, heeft zij toch haar wensch om in haar eigen land nieuwe krach ten voor haar verder leven te verza melen niet vervuld moge zien!" Naar aanleiding van het gerucht als zoude Mascagni poging tot zelf moord hebben gedaan telegrafeerde de Directie van dc Italiaansche Opera in den Haag aan Mascagni zelf en ontving daarop als antwoord hét vol gende telegram: Direüore Opera Italia,na, Aia: Notizia false spero trovare autore denunziarlo giustizia, grazie vostra gentilezza, saluti. MASCAGNI. [Bericht is valschhopen met jus titie den vervaardiger te vinden; dank voor uwe beleefdheidgroeten MASCAGNI], SpoH en Wedstrijden» Grand prix te Weenen. Wij maakteu in ons vorig nummer melding van het onduidelijk telegram dat Zondag over den wielerwedstrijd te Weenen te Amsterdam was ont vangen. Onze veronderstelling, dat daaruit zou kunnen blijken, dat Jaap Eden overwinnaar was, is onjuist. Jaap heeft namelijk niet meegereden. Zijn naam in het telegram gold als onderteekening. Volgens hier te lande ontvangen bericht was hy Zondag verhinderd te rijden daar een insect hem in de keel had gestoken, waar van eene ontsteking het gevolg was. De „Vélo" noemt echter als oorzaak een wonde aan zijn been. Protin was overwinnaar. Den troostprys won Courbe d'Outre- Ion. Paardensport. Als een staaltje dat bet Iersche paard onzer cavalerie in staat is onverwacht zware tochten te door staan moge het volgende dienen Woensdag den 2en September j.l. vertrok des morgens te 10'/-i uur, ge heel in het geheim, van uit Roermond een officierspatrouille onder commando van den le luitenant jhr. von Wran- gel auf Lindenberg, met bestemming naar 's Hertogenbosch. De patrouille bestond behalve uit den commandant, nog uit den 2e luitenant Eberson. I wachtmeester en 3 huzaren. Daar'de marsch zoo geheim mogelijk moest geschieden, werden de hoofdwegen vermeden, en werd van landwegen of van de heide gobruik gemaakt. Des avonds werd doorgemarcheerd tot noordelijk van Eindhoven, aan den zuidrand van de Bestsche heide, waar in een hofstede werd over nacht. Donderdagmorgen werd met een grooten omweg op den Bosch ge marcheerd, alwaar de vijandelijke stelling verkend moest worden. Dit had plaats van af de Vueht- sche heide, langs St. Michielsgestel, den Dungen tot aan de Zuid-Wil lemsvaart. Hierna werd de terug-tocht aangenomen. De patrouille was Don derdagavond te 12 uur in Roermond terug, zoodat in anderhalven dag ruim 299 kilometer werd afgelegd. De paarden waren by terugkomst wel eenigszins vermoeid, maar aten en dronken alle dadelijk goed en gaven verder ook geen teekenen van over vermoeidheid. Hot waren alle paar den van minstens 10-jarigen leeftijd. De heer A. van Hoboken heeft zijn kleuren in Engeland laten registree- ren. Met leedwezen verneemt de Ned, Sport, dat mr. Robert voornemens is zyn stal op te lossen en dat na Breda geen paarden van dezen stal meer in de baan zullen verschijnen. Een min- dor aangename bejegening door een ander eigenaar van renpaarden hem te De Punt aangedaan, moet hiervan de oorzaak zyn. Harddraverijen en Rennen te Bussum. Door prachtig weder werden de mooie races van Zondag begunstigd. De uitslag was als volgt No. 1. Herfstprijs. Harddravery voor Neder], hengsten en merriën, geboren in 1893, toebehoorende aan Nederlanders. Afstand 1600 Meter, voor paarden die niets gewonnen hebben. Voor iedere gewonnen f 100 of gedeelte daarvan 15 Meter meer. 1. „Jonge Krylaty" in 3 min. 182/^ sec. 2. „Jonge Voel" in 3 min. 264/5 sec. 3. „Cherry Blossom" in 3 min. 26 sec. Mededingers 6. No. 2. Stamvadersprijs. Harddra verij voor dekhengsten,' die in 1S97 beschikbaar gestaan hebben. Afstand 1600 M. 1. „Othello" in 9 min. 55 sec. 2. „Éclair" in 4 min. 23/5 sec. 3. „Ardo" in 4 min. 73/s sec. Mededingers 3. No. 3. Najaarsprijs. Wedren op de vlakke baan voor' paarden van 3 jaar en ouder." Afstand circa 2100 Meter. 1. „Wave Queen". 2. „Zethus". 3. ,Haziewand. Mededingers 6. No. 4. Veraoedingsprijs. Harddra verij 2e kl. Handicap voor paarden die minder ean f400 in 1897 wonnen en geen beter record hebben dan 1.52. Als minste snelheid werd 2 min, per K.M. aangenomen. Minimum afstand 2400 M. 1. „Mak" in 4 min. 423/r, sec. 2. „Camelia" in 4 min. 44 sec. 3. „Or- loff" in 4 min. 493/5 sec. 4. „Juno" in 4 min. 503/s sec. Deelnemers 9. No. 5. BMversumprtys. Verkoops wedren over hindernissen voor paar den van 4 jaar en ouder, die te koop zyn gesteld voor f2000. Afstand circa 3600 meter. 1. „Pyjama", 2. „Kohanasan". 3, „Sineway". „Polly Morgan", die 2. aankwam werd gedisqualificeerd. Mededingers 11. No, 6. Troostprijs. Harddravery le kl. Handicap voor paarden die min der dan f 1000 in 1897 wonnen. zóo barsch uitzagen, zich nu als kinderen amuseerden. Maar ik hoorde wel aan hun stemmen, dat zij niet nuch ter waren. Eindelyk kon ik mij nu naar de palissade begeven. Ik was er nog een goed eindje van verwijderd, want ik bevond mij op dat gedeelte van het eiland, dat de ankerplaats ten oosten begrensde en by laag water blijkbaar dc beide eilanden verbondtoen ik opstond cn rondkeek, zag ik op eenigen afstand een tamelijk hooge witte rots boven de lage boschjes uitsteken. Het schoot my te binnen dat dit wel de rots kon zyn, waar over Ben Gunn mij gesproken had; wanneer ik dus een boot noodig had, wist ik waar ik die kon vinden. Toen snelde ik door het bosch, tot ik eindelijk de palissade in het oog kreeg en weldra door mijn vrien den hartelijk verwelkomd werd. fcIn korte woorden vertelde ik mijn wedervaren en be gon daarna eens om mij heen te zien. Het geheele huis - dak, muren en vloer was uit de stammen van pynboomen gebouwd. De vloer bevond zich wel ander halven voet Doven den grond, die uit duinzand bestond. By den ingang was een afdakje getimmerd, waaronder de fontein in een zeer zonderling bassin opsprong n. m. in een ijzeren seheepsketel zonder bodem, die door den tijd langzamerhand een heel eind in het zand ge zonken was. Behalve den romp van het huis hadden de vrijbuiters er niet veel achtergelatenin een der hoeken was een steenen plaat bevestigd bij wijze van haard, waarnaast een bak stond om brandstoffen in te bewaren. Men kon zien dat de boomen, die op de helling van den heuvel en binnen de omheining gestaan hadden alle uitgeroeid waren om tot het bouwen van de pa lissade gebruikt te worden cn naar de overgebleven stronken te oordeelen, moest het een mooi boschje ge weest zyn. Planten en mos schenen er niet meer te kunnen groeien, alleen daar, waar het water van de fontein den grond besproeide, verrezen eenige kleine plantjes. Dicht by de palissade te dicht by dat wij ons met succes konden verdedigen verrees een uit gestrekt hoog bosch, aan den landkant voor het meeren- deel uit dennen maar naar de zee voornamelijk uit coniferen bestaande. De koude avondwind, waarvan ik u reeds vertelde, gierde door de reten van het huis en deed het fijne zand naar binnen stuiven. Onze oogen en mond, ons eten. alles zat vol zand, en er was zoo'n voortdurende zandregen in de fontein, dat het deed denken aan een ketel soep, die begint te koken. De schoorsteen was een vierkant gat in het dak, maar slechts een deel van den rook vond zijn weg naar bui ten, zoodat wij spoedig allen stonden te kuchen en in de oogen te wrijven van benauwdheid. Bij al deze rampen kwam nog, dat Gray, onze nieuwe bondgenoot, door de muiters gewond was' en zyn hoofd in een verband moest dragenterwijl onze arme Tom Bedruth stijf en koud onder de Engelsche vlag dicht by den muur lag. Had men ons toegestaan werkeloos te blijven zitten, dan zouden wij waarschijnlijk allen in een droefgeestige stemming zyn geraakt, maar kapitein Smollett was er de man niet naar het zoover te laten komen. Alle man schappen werden voor de schietgaten op den uitkijk gezet; de dokter, Gray en ik aan de eene, en de squire, Hun- ter en .Joyce aan de andere zijde van het huis. Hoe vermoeid we ook waren, werden er toch twee van ons uitgezon den om hout te sprokkelen en weer twee anderen moes ten een graf voor Bedruta delven. De dokter werd daarop onze kok, ik schildwacht en de kapitein zelf liep van den een naar den ander ons telkens moed in sprekend en een handje helpend, waar liet noodig was. Van tijd tot tijd ging de dokter eens een luchtje scheppen buiten de deur om zijn oogen een weinig af te koelen, en altyd, wanneer hij langs mij kwam, sprak hy my even aan. „Die Smollett", zcidehij tegen mij, „is een best menscLi en vrij wat beter dan ik. En dat beteekent nog al zoo iets als ik dat zeg, Jim." Op een anderen keer bleef hij een oogenblik naden kend stilstaan, en keek mij toen van ter zijde aan. „Zou je denken, dat die Ben Gunn een betrouw bare kerel is?" vroeg hij. „Ik weet het niet, mijnheer," zeide ik. „Maar ik ben er niet zeker van of hij wel goed bij het hoofd is." „Het zou niet te verwonderen zijn, als dat het geval was," hernam de dokter. „Een man, die drie jaar lang op een onbewoond eiland heeft geleefd, kan schijnbaar niet zoo goed zyn verstand hebben als gy of ik. Het ligt niet in de me'n- schelijke natuur zóó eenzaam te leven. Zeidet je niet, dat hy zoo'n trek iu kaas had?" „Juist, mijnheer," antwoordde ik. „Wel, Jim," zeide hy, „nu zie je waar het goed voor is veel van lekker eten te houden. Je hebt mijn snuif doos wel eens gezien? En toch snoof ik nooit, niet waar De reden hiervan is, dat ik in mijn snuifdoos een Parmesaansche kaas bewaarde die is zeer voedzaam en wordt in Italië bereid. Welnu, die zullen we aan Ben Gunn geven!" Voordat we gingen eten werd de oude Tom begra ven en een oogenblik bleven wij met ontbloote hoofden om zijn graf staan. Er was niet genoeg hout gesprok keld naar den zin van den kapiteinhij schudde zijn hoofd en zeide ons, dat wy den volgenden dag er nog eens op uit moesten, maar dan met wat meer ambitie. Toen wy gegeten en een stevig glas rum—grog ge dronken hadden, bespraken de aanvoerders onze voor uitzichten. Het scheen dat zij ten einde raad waren, want de levensmiddelen, die wij nog hadden, waren zoo gering, dat we reeds lang den hongerdood zouden gestorven zyn voordat er hulp kwam opdagen. Onze eenige hoop was, de vrijbuiters zóo in liet nauw te brengen, dat zy öf hun vlag streken öf met de „His- paniola" zouden wegzeilen. Van de negentien wareu ei1 nog vyftien over, daarbij twee gewond en éen de- geen die naast het kanon was getroffen, tenminste zwaar gewond en misschien wel dood. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2