Tweede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
FEIUILLETON.
De Schatgravers.
SSe Jaargang.
Donderdag 16 September 1897,
No. <4359
HAARLEM'S DABBLAD
A 'Roisr^rsiivdiEasri'SEE^xj'S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, yoor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
A T^A7~FIT?,rTl"E1NrTTlJ!TSr-
Van 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote lettere naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agente»
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg hkmtonartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bloemendaal, Sandpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de tol; Spaarndam, C. HARTENDORP; Zandpoort, J. ZWEMMER;
Velsen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSIJmuidenTJADEN, Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Officieele Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
doen te weten, dat bij hunne be
schikking van 9 Sept. j.l. aan H.
Kolderie vergunning is verleend tot
het verplaatsen van de smidse in de
smederij in het perceel aan deAnto-
niestraat No. 45.
Haarlem13 Sept. 1897.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
M. O. de KANTER.
Waarn. Burgem.
De Secretaris,
C. M. RASCH.
SJADSNIEU WS.
eerste en derde pagina.
Haarlem, 15 Sept. 1897.
Het nieuwbenoemde Bestuurslid
van de Katholieke Kiesvereeniging,
dat zich op de onlangs gehouden le
denvergadering zijn besluit voorbe
hield, de heer G. J. van Gasteren,
heeft die benoeming nu aangenomen.
Het Mostaardzaad.
De vereeniging van dezen naam,
die zich ten doel stelt onvermogende
Ijjders en lijderessen aan vallende
ziekte in de gestichten „Meer en
Bosch", „Bethesda" en „Sarepta" te
doen verplegen, vergaderde Dinsdag
avond in het lokaal Ridderstraat 24.
De president Ds. Veen, ging, nadat
ps. 6810 was gezongen, in gebed
toor. las vervolgens psalm 103 voor
en hield naar aanleiding daarvan eene
korte toespraak, waarin hij Gode
dankte ,voor de zegeningen die de
vereeniging in dit jaar uit Zijne hand
had ontvangen. Vijf jaar had God
da vereeniging nu in Zijne genade
gedragen.
Had de vereeniging aan geld ge
brek, dan zorgde God altijd dat er
geld kwam. Zoo had spr. heden nog
van iemand f 20 voor de vereeniging
ontvangen. Met goeden moed gaat de
vereeniging de toekomst in; al haar
vertrouwen op God blijvende ves
tigen.
Daarna bracht de secretaris, de heer
A. W. Hulshoff, het jaarverslag uit,
waarin werd geconstateerd, dat het
ledental steeds toeneemt. In het be
gin van het vereenigingsjaar werden
twee patiënten voor rekening der ver
eeniging verpleegd. Een hunner is
thans geheel hersteld. De man kan
nu weer het brood voor zijn gezin
verdienen.
De vereeniging heeft thans meer
dan 350 leden en begunstigers. De
kas sluit met een batig saldo v»n
f273.35 V2.
Naar aanleiding der verslagen
wees de president er op, dat het
noodig is dat velen nog als lid
der vereeniging toetredenopdat
zij haar doel steeds kan bereiken en
op den ingeslagen weg voortgaan.
Als vice-president werd daarop de
heer D. Sabelis en als penningm.-
secretaris de heer A. W. Hulshoff
herkozen, waarmede de president de
heeren gelukwenscbt.'
Hierna sloot de president, na psalm
gezang, de vergadering met dankge
bed.
AcliterrrruitMarsch
Op den Kleinen Houtweg ver
toonde hedenmorgen omstreeks half
negen een huzaar te paard tegen wil
en dank een circustoer. Zijn paard
had op de Kleine Houtbrug plotse
ling het denkbeeld in den kop ge
kregen, dat achteruitloopen, bijwijze
van afwisseling, veel aardiger was
dan dat gestadige vooruitgaan. En
daar ging hy, kalmpjes achteruit, den
Kleinen Houtweg op.
De huzaar trachtte hem met aller
lei middelen de zegeningen van den
vooruitgang te doen beseffen, maar
de guitige knol had er geen ooren
naar en schudde maar zoo nu en dan
den kop, als een eigenzinnig kind,
dat vast besloten is, nu zijn eigen
zins eens te doen. 't Duurde niet
lang, of er kwam publiek. De
buren kwamen op de stoep staan of
hingen uit de vensters, de schooljeugd
amuseerde zich er kostelyk mee eo
was de ruiter niet in uniform geweest,
dan zou men zyn optreden zeker ge
houden hebben voor een reclame van
Carré.
Maar aan alles komt een eind. Bij
't Weeshuis der Doopsgezinden kreeg
de viervoet genoeg van 't achteruit
loopen en stapte met zijn beryder
bovenop, weer naar de brug toe, aan
het hoofd van een joelende massa
kinderen. Bij de Gastkuïsvest ge
komen zette de huzaar het beest,
dat vroolyk gehoorzaamde, in draf
terwijl om zijn paardenlippen, naar
't zeggen van kenners, een breede
paardenlach moet hebben gezweefd,
om de kool die bij daareven zijn baas
gestoofd had.
Weldadigheid naar "Vermogen
Af deeling Werkverschaffing.
Van 1 Nov. tot 15 Sept. hebben
zich de volgende personen aangemeld
61 voor werkvrouw. 4 voor strijk
ster. 7 voor waschvrouw. 1 voor stoe-
lenmatter. 5 voor kookster. 7 voor
naaister. 2 voor breister. 3 voor koet
sier. 46 voor los werkman. 22 voor
loopwerk. 2 voor kleedermaker. 2
voor stucadoor. 1 voor licht werk. 4
voor timmerman. 1 voor opperman. 7
vooor grondwerker. 6 voor metselaar.
2 voor machinist. 2 voor bankwerker.
1 voor koffiehuisbediende. 4 voor
schilder. 1 voor schoenmaker. 2 voor
huishoudster. 3 voor smid. 1 voor op
passer. 1 voor broodbakker. 1 voor
baker. 5 voor pakhuisknecht. 3 voor
noodhulp. 1 voor bleekersknecht. 1
voor steendrukker. 3 voor koetsier. 1
voor tuinman. 1 voor kantoorbediende.
By do aanmelding moet een getuig
schrift van goed gedrag overgelegd
worden.
Van 1 Nov. tot 15 Sept. zijn de vol
gende personen geplaatst:
44 voor werkvrouw. 3 voor naaister.
8 voor noodhulp. 5 voor waschvrouw.
2 voor kookster. 1 voor strykster. 1
voor baker. 1 voor kleedermaker. 6
voor loopknecht. 2 voor timmerman.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaande aanbiedingen ge
bruik wenschen te makenworden
beleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelijk tot het Bestuur te richten,
bus Doelen, Stadhuis of Stationsplein.
Inlichtingen kunnen dagelyks van
9—1 en van 3—5 uur verkregen
worden bij den Administrateur, bureau
Doelen, Kamer No 2.
BINNENLAND.
Uit de „Staats-Courant".
Kon. besluiten.
Benoemd tot kautonrechter-plaats-
vervanger in het kanton Oosterhout
mr. A. J. I. M. Smits, advocaat en
procureur, wonende te Oosterhout;
met ingang van 1 December 1897,
tot leeraar aan de Rykslandbonw-
winterschool te Schagen, G. Muys,
thans tijdelyk leeraar.
Aan den luit.-ter-zce der 2e klasse
P. A. Holleman, op zijn verzoek,
eervol ontslag uit den zeedienst ver
leend.
Aan den ritmeester E. F. C. H. J.
baron van Tuyll van Serooskerken,
van den grooten staf, adjudant van
H. M. de Koningin, vergunning ver
leend tot het aannemen en dragen
van het ordeteeken van commandeur
der orde van de Waakzaamheid of
van den Witten Valk, hem door den
groothertog van Saxen-Weimar Eise
nach geschonken.
Aan den ontvanger der dir. bel.
en accijnzen J. Hanegraaff van der
Colff te Dongen is eervol ontslag ver
leend. Met ingang van 1 October is
opgeheven het onvangkantoor der dir-
bel., invoerr. en ace. te Termunterzyl.
De daartoe behoord hebbende ge
meenten Termunten en Nieuwolda
zyn toegevoegd aan het ontvangkan
toor Delfzyl. Het ontvangkantoor
der dir. hel. invoer en accynzen te
Delfzyl wordt gelaten onder voort
durend beheer van den ontvanger
H. J. Messer, en ingesteld is een
ontvangkantoor der invoerr. Termun
terzyl, om te worden waargenomen
door een kommies-ontvanger 2e cate
gorie.
Benoemd tot ontvanger van het
recht van successie te Utrecht G. H.
Peters, thans te 's-Hertogenbosch
tot ontvanger der registratie en do
meinen te Zaandam D. M. van dei-
Veen, thans te Alkmaar; te Beet-
sterzwaag G. ten Cate, tbans surnu
merair der registratie en domeinen
en commies ter directie der registra
tie en domeinen te Amsterdam; te
Druten W. W. Kalis, thans surnu
merair der registratie en domeinen.
Te Holwerd P. A. de Jong thans
sul-numerair dor registratie en domei
nen.
Opgeheven het ontvangkantoor der
directe belastingen en accynzen te Ou
derkerk aan den IJseleneen kantoor
dierzelfde middelen te Lekkerkcrk
ingesteld.
Benoemd tot ontvanger der directe
belastingen en accijnzen te Beilen J.
C. Brouwer, commies-verificateur der
le categorie directe belastingen, in
voerrechten en accijnzen; tot ontvan
ger directe belastingen, invoerrechten
en accijnzen te Brouwershaven C.
Overdorp, boekhouder ten kantore
dierzelfde middelen te Gorinchem.
Tot ontvanger directe belastingen en
accynzen te Diever c. a. H. R. Gro
tenhuis, boekhouder aan het kantoor
derzelfde middelen te Gouda. Tot
ontvanger der directe belastingen enz.
te Gramsbergen R. ten Berge, kom
mies-verificateur derzelfde middelen.
Tot ontvanger der directe belastin
gen enz. te Bladel J. C. H. van den
Beid, boekhouder ten kantore der
directe belastingen te Amsterdam
4e kantoor. Tot ontvanger der dir.
belastingen enz. te Hengeloo c. a.
(Gelderland) R. J. Bevort, thans te
Groesbeek c. a. Tot ontvanger dei-
directe belastingen en accynzen te
Lekkerkerk c. a. C. P. Vogelenzang
thans te Willemstad. Tot ontvanger
der directe belastingen en accynzen
te Buiksloot L. Meijers, thans te
Sluis.
De Zuiderzee-quaestie.
Het hoofdbestuur van dén Natio-
nalen Zuiderzee Bond heeft een schry-
ven verzonden aan de leden der Zui
derzee-Vereeniging, aan denNationa-
len Zuiderzee-Bond en aan allen die
bereid zijn het vraagstuk van do
afsluiting en droogmaking der Zui
derzee te helpen oplossen.
In de phase waarin het Zuiderzee-
vraagstuk zich thans bevindt, is liet,
meent het hoofdbestuur, van het
hoogste belang, de subjectieve mee-
niugen van deskundigen omtrent het
bedrag der directe en indirecte voor-
deelen van den afsluitdijk te kennen.
Daarom richt het tot allen het drin
gend verzoek, ieder voor dat deel,
waaromtrent hij door werkkring of
studie zich het meest bevoegd acht,
op een bijgevoegden staat enkele cy-
fers in te vullen.
Het bestuur stelt zich voor, de
uitkomsten in druk bekend te maken
en natuurlijk in de eerste plaats aan
de regeering mede te deelen, en vleit
zich, dat ook tegenstanders der droog
making aan het verzoek zullen wil
len voldoen.
De vraagpunten in den bovenbe
doelden staat luiden als volgt:
1. Wat is de hesparing in de kos
ten van onderhond of eersten aanleg
van de zeewering van het waterschap
by het vrij constante peil op het
IJsselmeer van 40 cM. beneden N.
A. P.?
2. Hoe hoog schat gy voor het
waterschap of de omliggende streek
de vermeerdering der veiligheid door
het niet meer voorkomen van storm
vloeden
3. Hoe hoog schat gij de schade
door overstrooming van den IJssel,
by de thans voorkomende stormvloe
den
4. Hoe hoog schat gij de mindere
onderhoudskosten van diephouding
der haven, wanneer na verbetering
dier haven, deze in het IJsselmeer
uitkomende, een vrij constanten wa
terstand behoudt eu voor opslibbing
is gevrij waard
5. Hoe hoog de meerdere bruik
baarheid alsdan van die haven?
G. Hoe hoog wordt door u geschat
de waarde van verbeterde uitwate
ring voor de polders, boezems of ri
vieren in uw district?
7. Wat acht gy de waarde van
de gelegenheid om het boezemwater
met zoetwater te kunnen verwisse
len
8. Wat die van de verbetering
van landbouw, veeteelt, enz. van een
voortdurend zoetwater hevattenden
boezem en het ten slotte zoet worden
van den geheelen bodem?
9. Wat onder die omstandigheden
die van de verbetering in de zuivel
bereiding, bewerking van vlas, enz?
10. Hoe hoog schat gy het voor
deel, dat in uwe landstreek onder
diezelfde omstandigheden, industrieën
zich zullen kunnen ontwikkelen, die
nu ten gevolge van het gemis aan de
noodigo hoeveelheid zoet water niet
mogelijk zyn?
11. Hoe hoog schat gij de bespa-
ringskosten van ontworpen werken
voor verbeterde afwatering of in hot
belang van de scheepvaart?
12. Hoe groot wordt door u ge
schat de waarde der afsluiting voor
de binnenlaudsche scheepvaart?
13. Hoe hoog schat gij de waarde
van eene kortere en gevolgelijk snel
lere spoorwegverbinding tusschen
Friesland en Noord-Holland
14. Hoe hoog schat gy de waarde
van de vermeerdering der volksge
zondheid
15. Wat zal het voordeel zyn (vol
gens uwe schatting), dat de boezem
stand in droge tyden nimmer dale
beneden het gewenschte peil, dat dus
geen gebrek aan drinkwater zal zijn
voor net vee, veescheidingen behou
den en de kleine vaarten steeds be
vaarbaar blyven?
16. Hoe hoog schat gij de waarde
van de zoetwatervisscherij op het
IJsselmeer
17. Hoe hoog schat gy de waarde
Yan de afsluiting voor de defensie"
18. Wat is de waarde van eene
inundatie met zoetwater tegenover
een met brakwater?
De „Kortenaer" in België.
Aan een particulier schrijven ont
leent het N. v. d. D. het volgende
Den 7en September jL arriveerde
ons paritserschip nabij Antwerpen
en viel het anker op de Schelde.
Den daaropvolgenden dag werd
het schip bezocht door vele Belgen,
waaronder ook eenige officieren van
het Belgische leger, aan wie de offi
cieren van de Kortenaer in de long-
room een glas champagne offreerden.
Als contra beleefdheid ontvingen
do capitaiues Fermimer en Seghers
dienzelfden avond op de meest har
telijke wijze de officieren van den
état-major ten hunnent, by welke
gelegenheid onze zeeofficieren kennis
maakten met vele andere officieren
van het Belgische leger, die allon te
Antwerpen waren, met eenige batal
jons uit Mons, ter eere van dea
Kouing van Siam. In den morgen
van den 9en September ging do
geheele état-major van de Korte
naer, op een paar officieren na, die
aan boord moesten blyven, met do
stoomsloep naar den wal, om naar
Brussel te gaan, alwaar men om 12
uur des middags aankwam.
In het „Hotel du grand Miroir"
zouden nadere bevelen worden afge
wacht.
Deze orders bleken spoedig te be
helzen, dat onze zeeofficieren dien-
zelfden namiddag, om 53/« uur, aan
onzen waarnemenden gezant, den
graaf van Rechteren Limpurg zou
den worden voorgesteld om van uit
diens hotel naar het Paleis des Ko-
nings te gaan.
De waarnemende gezant was by
zijne receptie gekleed in een prach
tig historisch costuuin als ridder van
de Duitsche Orde, den jagershood
met reeren, losse mantel met een
groot rood kruis er op, hooge ver
lakte rijlaarzen met groote kapol-
vormige strikken er op en een kolos
saal slagzwaard op zydo.
De gezant deelde bij dezegelegea-
heid mede, dat de commandant van
De Kortenaer was benoemd tot com
mandeur en de eerste officier tot rid
der van de Leopoldsorde.
Om 6Va uur des avonds arriveerden
de zee-officieren ten koninklijke pa-
leizo, alwaar men door prachtige zaleu
en corridors naar de receptiezaal ge
leid werd.
Tal van bedienden, gekleed in roode
frak. korte broek, mot zyden kousen
en lage schoenen, stonden „en haia"
geschaard.
Gedurende onze aanwezigheid in
de receptiezaal vulde deze zich met
de meest schitterende uüiformen. Bij
zonder viel op de gryze hofmaarschalk
d'Oultremont.
Omstreeks 100 personen verzamel
den zich daar zooveel mogelijk op
eene rij in hot vierkant der zaal,
eene ry openlatende voor de Siamee-
sobe prinsen.
Toen daarop eenige portières ter
zyde werden geschoven, verscheen
een ordonnans-officier en werd met
plechtige stem door den hofmaar
schalk het „Le Roi" uitgeroepen.
De kouiug van Belgie'trad binnen,
vergezeld door den koning van Siam;
eene algemeene voorstelling van do
gasten volgde, waarbij koning Leopold
zich zeer minzaam voordeed.
De kapitein ter zee Tydcman stelde
zyn zee-officieren voor, waarby ko
ning Leopold in de Engelsche taal
zien met elk der officieren een oogen-
blik onderhield.
Na do receptie gingen alle genoo-
digden naar de eetzaal, waar een
schitterend diner hen wachtte. Ko
ning Leopold hield een speech, waar
op do koning van Siam antwoordde,
almede in de Engelsche taal.
Na afloop van het diuer iu de re-
ceptiozaal teruggekeerd, werd aan de
Hollandsche zee-officieren door een
Naar het engélsch van
ROBERT LOUIS STEVENSON.
VIERDE GEDEELTE.
De Palissade.
HOOFDSTUK XIX.
Jim Hawkins hervat het verhaal het garnizoen
binnen de verschansing
22)
lederen keer wanneer wij er een onder schot konden
krygen, moesten wij daarvan profiteeren, maar daarbij
zorg dragen ons zelf zoo min mogelijk bloot to geven.
En daarenboven hadden we tweo sterke bondgenooten
rum en het klimaat. De eerste werkte reeds, want
ofschoon wy wel een halve myl van de schurken ver
wijderd waren, hoorden wij hnn dronkemans geschreeuw
tot laat in den nacht; en de dokter verwedde er zijn
pruik onder, dat op de plaats waar zij gekampeerd
waren het niet lang zou duren of de helft van hen lag
ziek en daarbij waren zij niet van geneesmiddelen
voorzien.
„Indien wy niet voor dien tijd het hoekje om zyn
gegaan," voegde hij er by, „dan zullen ze blij zjjn zich
meester te kunnen maken van den schoener, want het
is toch in ieder geval een schip, waarmee ze zeeroof
kunnen gaan plegen."
„Het zou het eerste schip zijn dat ik ooit verloor,"
zeide kapitein Smollett.
Ik was doodmoe, zooals gy u wel kunt voorstellen
en toen ik mij eenmaal te slapen legde, na eerst nog
haid gewerkt te hebben, sliep ik dan ook als een os.
De overigen waren reeds lang opgestaan en hadden
ontbeten en hout gesprokkeld, toen ik gewekt werd
door het geluid van eenige stemmen.
„De vredevlaghoorde ik iemand zeggen en on
middellijk daarop klonk een kreet van verrassing, ge
volgd door den uitroep „Silver zelf
Bij deze woorden sprong ik op, wreef den slaap uit
myn oogen en liep naar een der schietgaten in den
muur.
HOOFDSTUK XX.
Silver's gezantschap.
Er was geen twyfel mogelijkop eenigen afstand van
de omheining stonden twee personen, waarvan de een
met een witten doek wuifde, de andere man stond naast
hem en was niemand anders dan Silver zelf.
Het was nog zeer vroeg in den morgen en ontzet
tend koud zoo koud, dat het iemand door merg en
been drong. Boven ons hoofd was de lucht helder, ter-
wyl de zon een rosachtig schijnsel op de hoornen wierp.
Maar de plaats waar Silver en zyn maat stonden, was
nog in nevel gehuld en tot aan hun knieën hing oen
dichte damp die gedurende den geheelen nacht uit het
moeras opsteeg. De kilte en de mist voorspelden ons
niet veel goeds van het eiland, en ongetwijfeld was het
een koortsachtige, ongezonde streek.
„Blyft binnen, mannen," zeide de kapitein. „Tien te
gen één dat is niet richtig; zij willen ons in een
strik vangen."
Toen riep hij den vrijbuiter toe:
„Wat wü je? Sta ol wy schieten."
„De vredevlagriep Silver nit.
De kapitein stond iu den ingang maar natuurlijk zóó,
dat hij met gemakkelijk te treffen was. Hy keerde zich
tot ons en zeide:
„Dokter Livesey, ga gij als 't u blieft aan de Noord
zijde op den uitkijk staanJim aan de Oost- en Gray
aan de Westzijde. De overigen moeten de geweren la
den. Maar vlag en voorzichtig, mannen."
Toen keerde hy zich weer tot de boekaniers.
„En wat beteekent die vredevlag?" riep hy hun toe.
Nu antwoordde de andere man.
„Kapitein Silver wenscht u te spreken."
„Kapitein Silver! Dien ken ik niet. Wie is dat?"
riep de kapitein. En wy hoorden hem by zich zelf
mompelen
„Kapitein, jawel, hjj schijnt nog promotie gemaakt
te hebben 1"
Lange John nam nu zelf het woord.
„Ik, mijnheer. Na uw desertatie en hy legde een
bijzonderen klemtoon op dit woord hebben die arme
kerels my tot hun kapitein gekozen. Wy willen ons ge
willig onderwerpen, indien wy tot een vergelijk kun
nen komen en in alle ernst wij mcenen het oprecht."
„Ik vraag alleen, kapitein Smollett, uw woord van
eer dat ik veilig de pahssado kan verlaten on een mi
nuut tyd kryg om buiten schot te komen."
„Ik heb niet het minste vcrlaDgen met je te spreken,"
zeide kapitein Smollett. „Wanneer jy het wenscht,
kunt ge komen. Wanneer er van verraad sprake is,
dan zon dit van jelui kant moeten komen, maar dan
sta onze lieve Heer je by."
„Dat is mij genoeg kapitein," riep Silver vroolyk uit.
„Een woord van u is my voldoende. Daar ken ik ecu
gentleman wel voor, daar kan je staat op maken."
We zagen hoe de man die de vlag droeg Silver terug
trachtte te houden. Dit verbaasde my niet na het ant
woord van den kapitein, dat niet zeer hoffelijk was.
Maar Silver lachte hem uit on klopte hem op den
rug alsof het idee van ongerustheid bespottelijk was.
Daarop naderde hij de palissado, wierp zyn kruk over
de omheining, trok zich met groote vlugheid en be
hendigheid er boven op en liet zich aan den anderen kant
voorzichtig zakken.
Ik moet bekennen dat het my niet mogelyk was lan
ger de wacht te houden, zoó verlangend was ik te we
ten, wat er nu zou volgenik sloop achter den kapitein,,
die met de ellebogen op de knieën en het hoofd in de
handen op den drempel zat en zyn oogen gericht hield
op het water, dat uit den y'zeren ketel opborrelde en
over het zand stroomde, terwjil hy zachtjes Yoor zich
heen floot: „Come, Lasses ana Lads."
Silver had het hard te verantwoorden met het be-