Aan de officier©» van gezondheid der 1ste klasse by de zeemacht, J. J. van den Berg en P. H. Bobre, op hun verzoek, eervol ontslag verleend uit den zeedienst. De officier van gezondheid der 2de klasse by de zeemacht R. van Utteren, bevorderd tot officier van gezondheid der lsto klasse. Als blü«c van goedkeuring en tevre denheid, de zilveren eereponning voor menschlievend hulpbetoon en een lof felijk getuigschrift toegekend aan: H. Janssens Hzn. te «Smilde, wegens de met levensgevaar verrichte redding van een meisje uit de Wittowijk aldaar, op 6 Augustus 1807en de bronzen eereponning voor menschlie vend hulpbetoon en een loffelijk ge tuigschrift aan: J. L. Wischman, soldaat-reconvalescent van de koloniale reserve, wegens het met levensgevaar redden van een knaap uitdenzooge- naamden Sluiskolk te Zutpheu, op 30 Juni 1897; C. W. Zehl. kanonnier 2de klasse bij het leger in Neder- landsch-Indië, wegens het met levens gevaar redden, tijdens zijn verblijf te Lambaroe (Atjeh en onderhoorig- heden), in Februari 1895, van een inlandseh fususier, die in de Atjeh- rivier dreigde te verdrinkenH. Kjjl, milicien van het 8ste regiment infan terie, wegens het met gevaar voor eigen leven redden van een knaap uit het water bii den Westdam te Woerden, op 25 Juli 1897J. Moer man. agent van politie te 's-Graven- hage, wegens het met levensgevaar redden van een knaap uit de Loos- duinsche vaart aldaar op 18 Juli, 1897; J. Swarttouw, huisschilder te 'e-Gravenhage, wegens de met gevaar voor eigen leven verrichte redding van een meisje uit het water aan den Zuid-Binnensingel aldaar, op 4 Juli 1897; I. Duitz, tapper S. Kjjl, venter, S. Aldewereld, slachter en I. Slap. koopman, allen te Amster dam, wegens het met levensgevaar redden van een aantal personen uit het brandende perceel Joden Hout tuinen 72a aldaar, in den nacht van 14 op 15 Juni 1S97; H. J. Sasback, koetsier tc Amsterdam, wegens de met gevaar voor eigen leven ver richte redding van eene drenkelinge uit het water aan de Leidschegrackt aldaar, op 15 Juni 1897Wvan Beek te Amsterdam, wegens de met levensgevaar verrichte redding van een knaap uit het water aan de Lijn baangracht aldaar, op 16 Juli 1897; J. G. Menk barbier te Amsterdam, wegens vers drillende met gevaar voor eigen leven verrichte reddingen, laat stelijk van een knaap uit de Nieuwe Achtergracht aldaar, op 24 Juli 1897; P. J. Arends, brandwachter der 2de klasse te Amsterdam, wegens de met levensgevaar verrichte redding van een knaap uit het Westerkanaal aldaar, op 6 Juli 1897H. Chr. Schip per, stukrijder 2e klasse bij het 1ste regiment veld-artillerie, wegens de met levensgevaar volbrachte redding van een kind uit de Flierbeck te Amersfoort, op 27 Juli 1897; D. Rietveld werkman te Amsterdam, wegens de met levensgevaar ver richte redding van een knaap uit het water aan de Prinsengracht aldaar, op 13 Juli '97. J. Heuvelink te Delft, met ingang van 1 October 1897 benoemd tot lioog- leeraar aan de Polytechnische School te Delft. Aan den luitenant ter zee der 2de klasse F. H. baron van Dedem, de vergunning verleend tot het aannemen der versierselen van officier der orde van Cambodja, hem geschonken door den President der Fransche Repu bliek. De duur der detacheering van den eerste-luitenant A. C. Couvée, bij de landmacht in West-Indië, met één jaar verlengd en alzoo nader bepaald op vier jaren. De eerste-luitenant J. P. M. Soer, van het 6de reg. infanterie, op non activiteit gesteld. UIT AMSTERDAM. Hoewel ik niet gaarne mijne col lega-medewerkers van dit blad tegen spreek, komt het mij toch voor, dat de schrüver der Amsterdamsche too- ncelverslagen in deze kolommen een kleine tegenspraak zeer noodig heeft, waar hij in zijn laatste correspondentie zegt: „ik vrees dathetSeptemberpu- „bliek voor dit „kermisstuk" weinig „zal gevoelen en den Stadsschouw burg voorbüloopen om de „levende „Brug" en Reydings nieuwe revue «Luilekkerland61 een onverdiend (ik «cursiveer) succes te bezorgen." Neen, waarde hoer X, het succes waarin «de levende Brug", «Ali Baba" en hoe ze verder mogen heeten, zich verheugen, is niet onverdiendal deze stukken verdienen de toejuichingen, die hun ten deel vallen want zjj neb ben de verdienste die door U ietwat railleerend „Septemberpubliek" ge noemde bezoekers te boeien en meer te boeien, dan „de Maagd van Or leans", en dergelijke, ook al nemen wij voor een oogenblik de schier on denkbare mogclükheid aan, dat de leden van „het Neêrlandsch" Schil lers werk goed zouden spelen. Gaat eens al is het maar voor éen enkel bedrijf een der kermisstukken in de andere schouwburgen bijwonen en gij zult gezichten zien, gloeiend van genot, gy zult het „September publiek" zien hijgen van inspanning om toch maar geen enkel woord te verliezen, gy zult na een ademlooze stilte, als het doek «revallen is, uitroe pen hooren, die u liet bewijs zullen leveren, «lat dat publiek „uit" is, zooals het gedurende het gansche jaar niet uitgaat. Gy zult ae schouders ophalen en mompelen„Publiek, ik veracht u", welnu, ik zal u daarin niet tegen spreken, maar vergeet toch vooral met, dat de kormisgangers (laten wy ze nu eens zoo noemen) voor hun eigen genoegen den schouwburg be zoeken en dat, nu het grootste ge deelte van ods schouwburgpubliek nog niet de moderne opinie van eene betrekkelijk kleine minderheid deelt, de verdienste, de groote verdienste van deze stukken hierin ligt, dat het aan de eischen van de meerderheid van het publiek voldoet. Of dunkt het u zoo gemakkelijk, zooveel onzin by elkaar te grabbelen en tot een vertoonbaar geheel te flanzen als in „de Levende Brug", in „Luilekkerland" en in ,,'t Logement Hurry—Hurry" te vinden is? Ik zie ook bever het moderne réper toire dan dat, hetwelk nog veel te algemeen mooi gevonden wordt, maar beweert niet, waarde Heer X. dat de kermisstukken oen onverdiend succes behalen, waar zy voldoen aan de hoogste eischen van een welis waar erg onontwikkelde maarj toch ontzaglijk groote meerderheid, die van den kunstsmaak der minderheid geen notie heeft en in „mooie dikkerasios" „false falsarissen" en rollende oogen net ideaal der tooneelspeelkunst ziet. En heusch, het zijn helaas! niet de bezoekers, die tot „het volk", behoo- ren te worden gerekend,die zich in zulk een „kunstsmaak"! verheugen; er zyn er ook zoo onder hen, die ruimer met aardsche goederen zijn bedeeld en die men het niet zou aanzien, dat in hun brandkast minder ruimte on bezet is, dan in hun hoofd. Zoolang die duizenden en duizen den nog zoo spoedig tevreden zijn te stellen, zal geen onderneming met het moderne repertoire kunnen flo- reeren. Indien ik nu myn geachten collega van „Letteren en Kunst" mocht heb ben vertoornd en ik hem door deze opmerkingen, die mij van het hart moestenuit zijn veelal goed humeur mocht hebben gebracht, dan raad ik hem eens éen enkelen dag den stroom der [kermisgangers te volgen en ik ben "er van overtuigd, dat hij zóóveel vermakelijks zal te hooren en te zien krijgon, dat hjj dankbaar zal zyn miju advies te hebben opgevolgd. Wenden wy eerst onze schreden naar „Artis" of zooals het officieel heet het Kon. Zool. Genootschap „Natura Artis Ma gistra". Van den eersten tot den dertig sten September is „Artis" toeganke lijk voor 25 ct. voor inwoners van Amsterdam, onder voorwaarde ech ter dat deze „werklieden en dienst boden" zyn. Het Genootschap stelt den uitdrukkelyken eisch, dat men om tegen dezen pry's toegang te hebben werkman oï dienstbode zy en het volgt daarbij een redeneering die niet geheel van logica ontbloot is. Wanneer men „werkman of dienst bode" is, kan men in het algemeen niet geacht worden in staat te zyn een jaarlyksche contributie op te bren gen van f25, vermeerderd met f15 entrée-geld en vermits het onbillijk zou zyn het edele gilde bovenge noemd de mogelijkbeia om onzen be roemden dierentuin te bezichtigen te 'onthouden, heeft men wijselijk be sloten die dertig dagen per jaar voor onzen dienstbaren disponibel te stel len. Wie werkman noch dienstbode is, moet wanneer hy den «Apentuin" wil zien, maar lid worden, daar stadge- nooten, (behalve dames) anders niet kunnen worden geïntroduceerd. En het is merkwaardig te zien hoe die menschen, die tegenwoordig zoo gaarne „mooi weer spelen", die zich tooien met sieraden, die vroeger geen werkman of dienstbode zou hebben aangekeken, hoe ze, die in dezen tyd van in dit opzicht komende gelijk heid gekleed gaan als nooit te voren, ja, waaronder er zoo ontzaglijk velen zyn, die zich, eerlyk gezegd, een beetje voor bun dienstbaarheid scha men, thans plots allen weder „werk man of dienstbode" zyn geworden, nu dit de voorwaarde is om voor 25 ets. zich spelend te onderwazen en een heerlijken dag in de fraaie tuinen door te brengen. Waar de portiers strikt order heb ben om alleen hen door te laten, die kunnen worden geacht tot de dienst bare klasse te behooren, behoeft het geen betoog, dat decern de grootste moeite hebben om de „kwartjes- menschen" van de „halveguldens- menschen" te onderscheiden en zorg te dragen, dat niemand die 50 ets. (den entreeprijs voor vreemdelingen) kan betalen zich voor „werkman of dienstbode" uitgeeft. Vroeger hadden zy slechts de hoeden van de petten en kornetten te zif ten om de kas van het genootschap niet te schaden, thans, nu je voor één daalder al een heerenhoed en voor een kleinigheid meer een dameshoed koopt en een „ruime keuze in wandel stokken vanaf 25 cents" overal wordt aangeboden, moeten zy gansch andere middelen te baat nemen om mevrouw van hare dienstbode en meneer van zynen knecht te onderscheiden; welk vry eenvoudig middel hiervoor te baat wordt genomen, zal ik maar zoo vrij zyn te verzwijgen! De „nieuwe neute", die aan den in gang worden verkocht, vinden gretig koopers en do sporen dezer kooplust zyn overal in den tuin ja zelfs tot in de hokken zichtbaar en het is ver makelijk te zien welke dieren door de bezoekers al niet geacht worden liefhebbers van „nieuwe neute" te zyn. De wolven zouden zich kunnen doodeten aan de „neute" die men hun voorwerpt, tenminste als zy van deze vrucht hielden, de kangoeroe's, de herten, de olifanten en al de andere bewoners van Artis worden royaal onthaald op de meest uiteenloopende genotmiddelen, die het amsterdamsche volk op zijn „kermisdag" meedraagt of -sleept, terwyl de apen, de arme dieren, die voor dit soort bezoekers de „clou" van den dierentuin vormen (verg. de vry gangbare benaming „apentuin") gedurende de geheele maand September aan een bedorven maag souffreeren. Als tegen 4 a 5 uur de dieren en de tuin genoeg bekeken zijn, als de mondvoorraad uitgeput is, als alle mandjes niets dan een duistere leegte te zien geven, als (last and least) geen enkele neseh meer een druppel be vat, dan worden de tuinen leeger en begeeft men zich naar de avondver makelijkheden, naar Lorenz, naar het Paleis voor Volksvlijt, naar al die nagelen "aan de doodkist van onzen vriend, wien ik in den aanvang dezes de verdiensten van „draken" duidelijk maakte en men geniet er en men laat er den toeschouwer genieten, die niet om den „draak" dien men er opvoert is gekomen, maar die er is versche nen, uitsluitend om zich te verheugen in het genoegen, dat onze „September- Amsterdammers" er smaken, het meest volkomen genot, dat ooit in een schouwburgzaal gesmaakt is. B. A. B. In de Ridderstraat te Amsterdam woont Nelis de Piepertjesman, aldus genaamd om de negotie in blaas- en piepinstrumenten, die hy langs 's hoe ren straten drijft. Vry dagnacht kreeg hy het te kwaad met zijne vrouw, en wel zoo erg, dat zyn vrouw's zwager, die in hetzelfde huis woont, er by tc pas kwam. De mannen raakten handgemeen en Nelis kreeg een steek in dezyde, die zijne overbrenging naar het Gasthuis noodzakelijk maakte. Uit een door de politie ingesteld onderzoek bleek, dat de wonde levens gevaarlijk is. Tentoonstelling Hollandsche Maatschappij v. Landbouw. Zaterdag had de plechtige opening Slaats van dc landbouw-tentoonstel- ng te 's Gravenhage, ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van de Hol- landsche Maatschappij van Landbouw in het Malieveld aldaar. Er waren o. a. tegenwoordig de Minister Yan Financiën, Justitie en Oorlog, de Com missaris der Koningin, de burgemees ter der residentie, ae wethouders, de gemeente-secretaris, de Engelsche gezant, de gouverneur der residentie, ae plaatselijke commandant, leden van den Raad van State en van den gemeenteraad, hoofdambtenaren enz., zoomode door vela inzenders ter ten toonstelling en tal van bouwkundigen. Aan bovenstaande autoriteiten werd een keurig gebonden gedenkboek aan geboden van de Hollandsche Maat schappij van Landbouw. Bij afwezigheid van den Minister van Waterstaat door lichte ongesteld heid, opende de minister-president mr. Pierson de tentoonstelling met een korte rede. Namens H. M. de Koningin-Regen tes overhandigde hy als blijk van belangstelling aan den voorzitter, den heer Bauduin, het officierskruis der orde van Oranje Nassau. De tentoonstelling werd des mid dags, toen ook de toegangen aan de zjjde van de Boschbrug geopend wa ren, bezocht door een aantal leden van de afdeeliug 's-Gravenhage der Holl. My/v. Landbouw. De toeloop van betalenden was, vermoedelijk we gens het niet by uitstek traaie weder, nog gering, ongeveer 150 personen. Op het buitenterrein, vooral in de omgeving van de stoomwerktuigen, heerschte een groote bedrijvigheid. Alles was in volle werking. Hier vond oen bereiding van zuivelproduc ten plaats ten aanschouwe van eene belangstellende menigte, daar weder werd een aanschouwelijke voorstelling gegeven van dorschen door middel van stoom- of paardenkracht, ja zelfs werd éen machine in werking gebracht door een stevigen Deenschen dog. Een schip gezonken. Vrijdag stoomde langs Urk do nieuwe, zeer diep geladen stoomboot Onder-neming. Door het vele over slaande water achtte men het raad zaam naar de Urkerhaven te stoo- men, doch even bewesten het eiland sloegen de golven zoo geducht over het schip, dat het in de diepte wegzonk. Vele nieuwsgierigen waren naar den vuurtoren gesneld, doch ontdekten niets meer dan een gedeelte van den mast met vlag in top en het boven eind der stoomboot. Juist lag de postboot Minister Ha- velaar tot vertrek naar Kampen ge reed. Zij stoomde spoedig naar de plek des onheils, waar de opvarenden zich in het want hadden vastge klemd. Tevergeefs had een Noord- zeevisscher, die naar Urk stevende, pogingen tot redding beproefd. De bemanning der postboot had de vol doening, drie der vyf opvarenden van een anders wissen dood te redden. Nog een dezer was niet meer in staat den hem toegeworpen reddings- fordel te grijpen. Met het vaartuigje K 152 gelukte het, ook dezen het was de bewustelooze machinist, wiens handen men van het want moest losrukken te behouden. De eigenaar van het stoomschip is by deze ramp om het leven gekomen. Toen U K 152 aan wal kwam, stond de gemeente-geneesheer J. J. Brouwer reeds gereed, om hulp te verleenen. Zyn pogingen, om de le vensgeesten van den "drenkeling op te wekken, werden met goeden uit slag bekroond. De machinist, Joh. Siere, woonachtig te Leiden, en va der van 10 kinderen, werd by K. Hakvoort liefderijk opgenomen en verpleegd. De stoomboot Onderneminggroot 99 ton, was voor deze eerste reis bevaren door don kapitein Heems kerk, machinist Siere, door den eige naar Fontein en diens zoon, allen van Leiden, en een loods uit Am sterdam. De lading bestond hoofdzakelijk nit plaatjjzer en bloem van meel, met bestemming naar Groningen. Van de bovenlading waren des avonds ïxeds ongeveer 400 balen meel door Urker vaartuigen opgevischt en ter berging in de haven gebracht. Nader wordt nog het volgende ge meld Toen de Minister Havelaar ter redding aankwam, zat de zoon van den eigenaar in den mast, terwjjl aan weerszijden twee man in het want waren geklommen. Ongelukkig voor den eigenaar Fontein, die ten laatste moest loslaten en zoo om het leven kwam. De machist was Znterdagmor- gen weder zoover hersteld, dat hy zich naar zyn familie te Leiden kon be geven. Aan de Urkers H. Kroon en Klaas Hakvoort heeft hy zyn leven te danken. Aan onvoorzichtigheid, door te diep laden, moet do ramp te wyten zyn. De Onderneming zit juist in de richting Enkhuizon in het Val van Urk, voor de scheepvaart gevaar lijk. Schip en lading moeten beide verzekerd zyn. Aan de broodfabriek „De Ruyter" van de firma Ver kade Comp. te Zaandam had Vrijdagnamiddag do bakkersgezel H. Hermauidus, terwyl hy op een trap staande bezig was den riem om de as van de machine te doen, het ongeluk door den riem aangegrepen en meegesleurd te wor den, waardoor by tusschen de ma chine bekneld raakte, met het gevolg, dat een been en een arm by na ge heel van het lichaam werden geschei den. Hij werd na de eerste hulp te hebben ontvangen, per brancard naar het Gasthuis te Amsterdam vervoerd, waar hy spoedig overleed. Jacht op de Dollard. Een Engelsch edelman, die tegen woordig te Finsterwolde vertoeft en voornemens is aldaar 5 a 6 weken te blyven, om met een klein kanon op de Dollard op waterwild te jagen, is in de eerste jachtdagen niet byzon- der gelukkig geweest. Geen enkelen keer werden meer dan 30 eenden, talingen enz., door hem meegebracht! Het wild wordt gedeeltelijk wegge schonken en gedeeltelijk door den knecht, een Schiedammer, te zynen bate verkocht. Elk schot kost den Engelschman aan kruit en lood f 1.20. Sport en Wedstrijden. Boksen. Naar wy vernemen heeft een inde sportwereldwelbekendAmsterdammer de heer Henry J. J. Placké, het plan gevormd om in October a.s. een cur sus te openen in een hier te lande nog zeer weinig bekende soort sport op athletisch, gebied nameljjk het boksen. Het boksen wordt door ver schillende doktoren in bet buitenland aanbevolen als een zeer gezonde lichaamsbeweging, die niet alleen borst- en armspieren ontwikkelt, maar ook tevens zeer de borst verruimt on de ademhalingsorganen versterkt. Dat tevens de kunst van het boksen uit een oogpunt van zelfverdediging voor een ongewapend mensch niet te ver smaden is, behoeft zeker wel geen betoog. Do heer Placke, voor zoover wy weten, de eenige Nederlander alhier, die met deze gymnastische kunst be kend is, heeft indertyd de kampioen schappen van Australië, Nieuw-Zee- land en San-Francisco behaald. Tel. Wielerwedstrijden te Am sterdam. Op de Amsterdamsche Wielerbaan hadden Zondag weer wedstrijden plaats. Het publiek was slecht opge komen, hoewel er verscheidene be langrijke nummers op het programma stonden. No. 1. Wedstryd met voorgift voor beroepsrijders. In series, afstand 1000 M. Prijzen f' 40, f 25, f 15. De eerst- aankomende wordt geplaatst in de finale. lste Serie: 1 Gorla, Venetië in 1 min. 16% sec. 2de Serie: 1. Trèves, Luik in 1 min. 211/5 sec. 3de Serie: 1 G. A. Schilling, Am sterdam in 1 min. 17 '/5 sec. 4de Serie: 1 Singrossi, Napels in 1 min. 17 sec. 5de Serie1 Eros, Rome in 1 min. 19% sec. Finale: G. A. Schilling in 1 min. 22% sec.; 2 Singrossi in 1 min. 27% sec. No. 2. Wedstrijd voor Amateurs. Uitgeschreven door de Amsterdamsche Velocipéde-Club. alk Prys: Zilveren beker. Deze werd voor 2 jaar gewonnen d Doornekamp. Het vorige jaar w; hy niet vorreden. Hy moet 2 mi achtereen of 3 maal in 't geheel i wonnen worden om ia vast eigent over te gaan. Wedstryd van meet Afstand 2(lit e M. In 2 seriën. In de finale le reruD snelste 2e. !jeur< 1ste serie: 1. Ter Punt, Amst0, dam in 3 min. 23'/s sec.; 2. J. Greve, idem in 3 min. 23% sec. 2de serie: 1. P. G. Janssen, R w terdam in 3 min. 17% sec.; 2. P.; v. d. Rivière, Amsterdam in 3 m *öts 21% sec. ara Finale1. Janssen in 3 min. 4f#en sec.2. Ter Punt in 3 min. 49 sec. [eQ(k De heer Abspoel, voorzitter t de A. V. C., overhandigde den bei Jwa£ met een korte toespraak aan d winner. Deze reed er de baan me |j)n- rond, flauw toegejuicht door het bliek. Ipst' No. 3. Italiaansch-Belgisch-H(,Te landsche Team-Race. Deelnemer?6,"; voor ItaliëSingrossi, Eros, Gor]eJtlK voor BelgiëIngels, Trèves, De BePaa^ kervoor HollandVrouwes, Kingn S6 Karei Smits. r38 Allereerst werden 3 serieën verröon den voor de nummering. De winn van elke serie kreeg f 10. Afstai Sen 1000 M. r Van Holland was de volgorde :J (j Kingma, 2. Smits, 3. Vrouwes. van België: 1. Trèves, 2. De BecL, ker, 3. Ingels; |®ie( van Italië: 1. Eros, 2. Singrossi, IJ^ Hierop begon de eigenlijke wee™ strijd. Er moesten 3 seriën verredeo? worden, elke serie bestaande uit t,nr, Italiaan, 1 Belg en 1 Hollander. Ell rijder kreeg een cijfer volgens hi nummer van aankomst. Het te: dat in totaal het laagste cijfer In won. Deze series werden geformeei naar de plaatsing bij aankomst in< nummeringseries. Afstand 1000 IfSL Pryzen f60, 45, 30. Tj®, a. Kingma, Trèves, Eros. 1 Ero£ 2 Kingma, 3 Trèves. De tyd van detL, Italiaan was 2 min. 16% sec. nv; b. Smits, De Becker, Singrossi. La Singrossi in 1 min. 41% sec., 2 DeL. Becker, 3 Smits. eL c. Vrouwes, Ingels, Gorla. 1 Godw in 2 min. 5 sec., 2 Vrouwes, 3 Ingels„e(} Italië won dus met 3 punten, Hol£.a. land was 2e met 7 punten, enBelgiw 3e met S punten. No. 4. Wedstrijd van meetuitslui-^g' tend voor tandems; afstand 2000 Min.„ Pryzen: f45, f30, f 15. In de finale werd geplaatst de le^», aankomende van elke serie en de 2«„e, der snelste serie. le serie: 1. Wiemann—Slesker (JA: A.) in 3 min. 33sec., 2. DeLyneL.. —Trèves in denzelfden tyd. j! 2e serie1. Eros—Smits in 3 min! 2% sec., 2. Hisgen—Kingma in 3„e min. 2% sec. ]|0 Beslissing: 1. Eros—Smits in 3 min. 28% sec., sec., 2. Wiemann— Slesker in 3 min. 28% sec. No. 5. Course de Primes. Wed stryd van meet, afstand 10 KM Prijzen De eerste van elke K.M, f5. De laatste K.M. f30, f20, f10, Indien een ryder eenmaal gelapt was, moest hy afstijgen. Er waren 20 deelnemers. Winners der verschillende afdeel ingen waren 1. Sydney Jenkins, 2. Mulder, 3. en Ingels, 4. en 8. Beisenherz, 6. v. g «ta Doornik, 7. J. A. Slesker, 9. Vrou wes. In de laatste KM. was 1. Trèves, 15 min. 43% sec. 2. Vrouwes, 3. GEMENGD NIEUWS. De moord te Brussel. De Brusselsche politie is een stapje verder gekomen in haar nasporingen naar aanleiding van den moord op den kantoorbediende Lavergnezij heeft den winkelier gevonden bij wien een van de misdadige werktuigen, een breekyzer (het andere was een hamer), was gekocht. De winkelier heeft Pa- ridaens herkend als een van de beide mannen, die het breekyzer by hem waren komen koopen. Maar de ander, waarvan hy een besehryving gaf die met het signalement van den voort- vluchtigen Masson overeenkwam, had het betaald. de golven klonk al luider en luider en ik naderde al meer en meer de zee. Plotseling draaide de schoener en maakte wel een hoek van twintig gradenen tegelykertiid hoorde ik den eenen kreet na den anderen aan boord weer klinken. Ik hoorde de twee dronkaards op en neer op het dek loopen cn begreep dat zy eindelyk in hun twist gestoord waren en door een toeval begrepen hadden, dat er iets niet in orde was. Ik lag op den bodem van myn bootje en bad dat de Heer myn arme ziel genadig mocht zyn. Ik was er ze ker van dat wy aan het einde van de inham op een rij klippen moesten stooten, waardoor aan al myn moei lijkheden een einde zou komenen ofschoon ik de ge dachte aan den dood niet zoo verschrikkelyk vond, wilde ik op het oogenblik, dat by naderde er liefst niet aan denken. Zoo heb ik zeker uren gelegenik werd door do gol ven op neer geworpen, na en dan door het water he spat: terwyl ik ieder oogenblik den dood verwachtte. Een verschrikkelijke loomheid maakte zich van my meesterte midden van myn vrees overviel my een soort van bedwelming, totdat ik ten laatste rustig in slaap viel en van huis cn de oude „Admiral Bcnbow" droomde. HOOFDSTUK XXIV. De tocht met de coracle.^ Het was reeds klaarlichte dag toen ik ontwaakte en bemerkte, dat ik aan de Zuid-Westkust van het „Trea sure" eiland lag te dobberen. De zon was opgekomen, maar verborg zich voor myn oogen achter den grootcn „Verrekijker", die aan deze zijde bijna tot aan zee toe in kolossale klippen overging. Het „Slaghoofd" en de Bezaansmast-heuvel bevonden zich ter zyde van myde eerste bezaaid met klippen van veertig tot vijftig voet hoog, waartusschen een massa rotsblokken verspreid lagen, terwijl de laatste zich donker cn naakt verhief. Ik was ternauwernood een kwartmyl van de kust verwijderd en het kwam da delijk by my op er naar toe te pagaaien. Maar dat denkbeeld gaf ik spoedig op. De golven klotsten met kracht tegen de rotsen op met donderend geraas; ter wyl het schuim hoog tegen de klippen opspatte, volgde de eene golfslag op den anderenik begreep dat, als ik mij dichter bywaagde, ik öf tegen den oever te plet ter werd geslagen of tevergeefs myn krachten zou in spannen, om de overhangende klippen te ontwijken. Maar dit was nog met alleswant op eenigen af stand ontdekte ik groote, wanstallige monsters, die op afgeplatte gedeelten van de rotsen by elkaar lagen of zich in het water lieten plompen, terwyl zjj twee of drie keer een soort van geblaf deden hooren. Later vernam ik dat het zeeleeuwen waren, die vol strekt geen kwaad doen. Maar het gezicht Yan deze dieren, gevoegd bij de moeilijkheid op deze rotsachtige kust te landen, was meer dan genoeg voor my om een afschuw van deze landingsplaats te krijgen. Liever wilde ik op zee den hongerdood sterven dan mij aan zulke gevaren blootstellen. Toch bleek het dat er nog een betere kans voor my bestoud. Ten Noorden van het „Slaghoofd" was een uitgestrekt vlak land, dat bjj eb een breed, geel- gekleurd, zandig strand vormde. Ten Noorden hier weer van was een andere rots achtige landtong, die op de kaart als „Boschkaap" aan geduid stond, en geheel begroeid was met hooge deu nen, die kleiner werden, naarmate zjj dichter aan de kust stonden. Het schoot mjj op eens te binnen, dat Silver indertijd had gezegd, dat de stroom van de Noordkust langs de geheele Westkust van het „Treasure"eiland liepik zag in, dat ik mjj nog altijd onder zijn invloed bevond en verkoos liever het „Slaghoofd" te laten waar het was en myn krach ten te bewaren om op de veel aaulokkender „Bosch kaap te landen. Zachtjes deinde ik op de golven op en neder. Er woei een gestadige, zachte wind uit het zuiden, terwyl deze en de strooming mij voordreven. Was het anders geweest, dan zou ik zeker reeds lang verongelukt zjjnmaar nu kon ik eerst merken hoe gemakkelijk en licht myn bootje zich voortbewoog. Zoo dikwijls als ik op den bodem stil lag en niet roeide, zag ik een egalen, blauwen, wolkeloozen hemel boven mjjvan tjjd tot tyd danste het bootje hevig, soms stond het byna overeind maar kwam toch altyd in zijne vori ge positie terug. Toen werd ik weer een beetje moediger en trachtte de „coracle" voort te roeien. Maar zelfs deze verplaatsing van het evenwicht, bracht een groote verandering in de ligging van de boot te weeg. Want nauwelijks bewoog ik rnyjen begon de „coracle" zachtjes voort te roeien" of de boot hield met haar eigenaardige, dansende beweging op, en gleed recht van de eene golf af en kwam met haar neus midden in de volgende terecht. Ik was geheel doorweekt cn doodeljjk verschrikt, zoodat ik mij haastte rajjn vorige houding weer aan te nemen, waarop de „coracle" dadelijk gezeggeljjk werd en op de vorige wijze weer zachtjes over de golven heen- gleed. Het was duidelijk, dat zjj haar eigen hoofd wilde volgen, maar ik vroeg mij zelf af, hoe ik op deze ma nier ooit aan land zou komen. Ik begon mjj bepaald angstig te maken, maar behield toch, niettegenstaande dit alles, mijn tegenwoordigheid van geest. Eerst begon ik met de grootste omzichtig heid de „coracle" met mjjn p=t ledig te hoozenen daar na keek ik voorzichtig over den rand en begon met be langstelling gade te slaan, hoe het mogelijk was, dat zy zoo kalm over de branding heengleed. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2