Aan de officier©» van gezondheid
der 1ste klasse by de zeemacht, J. J.
van den Berg en P. H. Bobre, op
hun verzoek, eervol ontslag verleend
uit den zeedienst.
De officier van gezondheid der 2de
klasse by de zeemacht R. van Utteren,
bevorderd tot officier van gezondheid
der lsto klasse.
Als blü«c van goedkeuring en tevre
denheid, de zilveren eereponning voor
menschlievend hulpbetoon en een lof
felijk getuigschrift toegekend aan:
H. Janssens Hzn. te «Smilde, wegens
de met levensgevaar verrichte redding
van een meisje uit de Wittowijk
aldaar, op 6 Augustus 1807en de
bronzen eereponning voor menschlie
vend hulpbetoon en een loffelijk ge
tuigschrift aan: J. L. Wischman,
soldaat-reconvalescent van de koloniale
reserve, wegens het met levensgevaar
redden van een knaap uitdenzooge-
naamden Sluiskolk te Zutpheu, op
30 Juni 1897; C. W. Zehl. kanonnier
2de klasse bij het leger in Neder-
landsch-Indië, wegens het met levens
gevaar redden, tijdens zijn verblijf
te Lambaroe (Atjeh en onderhoorig-
heden), in Februari 1895, van een
inlandseh fususier, die in de Atjeh-
rivier dreigde te verdrinkenH. Kjjl,
milicien van het 8ste regiment infan
terie, wegens het met gevaar voor
eigen leven redden van een knaap
uit het water bii den Westdam te
Woerden, op 25 Juli 1897J. Moer
man. agent van politie te 's-Graven-
hage, wegens het met levensgevaar
redden van een knaap uit de Loos-
duinsche vaart aldaar op 18 Juli,
1897; J. Swarttouw, huisschilder te
'e-Gravenhage, wegens de met gevaar
voor eigen leven verrichte redding
van een meisje uit het water aan
den Zuid-Binnensingel aldaar, op 4
Juli 1897; I. Duitz, tapper S. Kjjl,
venter, S. Aldewereld, slachter en
I. Slap. koopman, allen te Amster
dam, wegens het met levensgevaar
redden van een aantal personen uit
het brandende perceel Joden Hout
tuinen 72a aldaar, in den nacht van
14 op 15 Juni 1S97; H. J. Sasback,
koetsier tc Amsterdam, wegens de
met gevaar voor eigen leven ver
richte redding van eene drenkelinge
uit het water aan de Leidschegrackt
aldaar, op 15 Juni 1897Wvan
Beek te Amsterdam, wegens de met
levensgevaar verrichte redding van
een knaap uit het water aan de Lijn
baangracht aldaar, op 16 Juli 1897;
J. G. Menk barbier te Amsterdam,
wegens vers drillende met gevaar voor
eigen leven verrichte reddingen, laat
stelijk van een knaap uit de Nieuwe
Achtergracht aldaar, op 24 Juli
1897; P. J. Arends, brandwachter
der 2de klasse te Amsterdam, wegens
de met levensgevaar verrichte redding
van een knaap uit het Westerkanaal
aldaar, op 6 Juli 1897H. Chr. Schip
per, stukrijder 2e klasse bij het 1ste
regiment veld-artillerie, wegens de
met levensgevaar volbrachte redding
van een kind uit de Flierbeck te
Amersfoort, op 27 Juli 1897; D.
Rietveld werkman te Amsterdam,
wegens de met levensgevaar ver
richte redding van een knaap uit het
water aan de Prinsengracht aldaar,
op 13 Juli '97.
J. Heuvelink te Delft, met ingang
van 1 October 1897 benoemd tot lioog-
leeraar aan de Polytechnische School
te Delft.
Aan den luitenant ter zee der 2de
klasse F. H. baron van Dedem, de
vergunning verleend tot het aannemen
der versierselen van officier der orde
van Cambodja, hem geschonken door
den President der Fransche Repu
bliek.
De duur der detacheering van den
eerste-luitenant A. C. Couvée, bij de
landmacht in West-Indië, met één
jaar verlengd en alzoo nader bepaald
op vier jaren.
De eerste-luitenant J. P. M. Soer,
van het 6de reg. infanterie, op non
activiteit gesteld.
UIT AMSTERDAM.
Hoewel ik niet gaarne mijne col
lega-medewerkers van dit blad tegen
spreek, komt het mij toch voor, dat
de schrüver der Amsterdamsche too-
ncelverslagen in deze kolommen een
kleine tegenspraak zeer noodig heeft,
waar hij in zijn laatste correspondentie
zegt: „ik vrees dathetSeptemberpu-
„bliek voor dit „kermisstuk" weinig
„zal gevoelen en den Stadsschouw
burg voorbüloopen om de „levende
„Brug" en Reydings nieuwe revue
«Luilekkerland61 een onverdiend (ik
«cursiveer) succes te bezorgen."
Neen, waarde hoer X, het succes
waarin «de levende Brug", «Ali Baba"
en hoe ze verder mogen heeten, zich
verheugen, is niet onverdiendal deze
stukken verdienen de toejuichingen,
die hun ten deel vallen want zjj neb
ben de verdienste die door U ietwat
railleerend „Septemberpubliek" ge
noemde bezoekers te boeien en meer
te boeien, dan „de Maagd van Or
leans", en dergelijke, ook al nemen
wij voor een oogenblik de schier on
denkbare mogclükheid aan, dat de
leden van „het Neêrlandsch" Schil
lers werk goed zouden spelen.
Gaat eens al is het maar voor éen
enkel bedrijf een der kermisstukken
in de andere schouwburgen bijwonen
en gij zult gezichten zien, gloeiend
van genot, gy zult het „September
publiek" zien hijgen van inspanning
om toch maar geen enkel woord te
verliezen, gy zult na een ademlooze
stilte, als het doek «revallen is, uitroe
pen hooren, die u liet bewijs zullen
leveren, «lat dat publiek „uit" is,
zooals het gedurende het gansche
jaar niet uitgaat.
Gy zult ae schouders ophalen en
mompelen„Publiek, ik veracht u",
welnu, ik zal u daarin niet tegen
spreken, maar vergeet toch vooral
met, dat de kormisgangers (laten wy
ze nu eens zoo noemen) voor hun
eigen genoegen den schouwburg be
zoeken en dat, nu het grootste ge
deelte van ods schouwburgpubliek
nog niet de moderne opinie van eene
betrekkelijk kleine minderheid deelt,
de verdienste, de groote verdienste
van deze stukken hierin ligt, dat het
aan de eischen van de meerderheid
van het publiek voldoet.
Of dunkt het u zoo gemakkelijk,
zooveel onzin by elkaar te grabbelen
en tot een vertoonbaar geheel te
flanzen als in „de Levende Brug", in
„Luilekkerland" en in ,,'t Logement
Hurry—Hurry" te vinden is?
Ik zie ook bever het moderne réper
toire dan dat, hetwelk nog veel te
algemeen mooi gevonden wordt, maar
beweert niet, waarde Heer X. dat
de kermisstukken oen onverdiend
succes behalen, waar zy voldoen aan
de hoogste eischen van een welis
waar erg onontwikkelde maarj toch
ontzaglijk groote meerderheid, die van
den kunstsmaak der minderheid geen
notie heeft en in „mooie dikkerasios"
„false falsarissen" en rollende oogen
net ideaal der tooneelspeelkunst ziet.
En heusch, het zijn helaas! niet de
bezoekers, die tot „het volk", behoo-
ren te worden gerekend,die zich in zulk
een „kunstsmaak"! verheugen; er zyn
er ook zoo onder hen, die ruimer
met aardsche goederen zijn bedeeld
en die men het niet zou aanzien, dat
in hun brandkast minder ruimte on
bezet is, dan in hun hoofd.
Zoolang die duizenden en duizen
den nog zoo spoedig tevreden zijn
te stellen, zal geen onderneming met
het moderne repertoire kunnen flo-
reeren.
Indien ik nu myn geachten collega
van „Letteren en Kunst" mocht heb
ben vertoornd en ik hem door deze
opmerkingen, die mij van het hart
moestenuit zijn veelal goed humeur
mocht hebben gebracht, dan raad ik
hem eens éen enkelen dag den stroom
der [kermisgangers te volgen en ik
ben "er van overtuigd, dat hij zóóveel
vermakelijks zal te hooren en te zien
krijgon, dat hjj dankbaar zal zyn
miju advies te hebben opgevolgd.
Wenden wy eerst onze schreden
naar „Artis" of zooals het officieel
heet het Kon. Zool. Genootschap
„Natura Artis Ma gistra".
Van den eersten tot den dertig
sten September is „Artis" toeganke
lijk voor 25 ct. voor inwoners van
Amsterdam, onder voorwaarde ech
ter dat deze „werklieden en dienst
boden" zyn. Het Genootschap stelt
den uitdrukkelyken eisch, dat men
om tegen dezen pry's toegang te
hebben werkman oï dienstbode zy
en het volgt daarbij een redeneering
die niet geheel van logica ontbloot
is. Wanneer men „werkman of dienst
bode" is, kan men in het algemeen niet
geacht worden in staat te zyn een
jaarlyksche contributie op te bren
gen van f25, vermeerderd met f15
entrée-geld en vermits het onbillijk
zou zyn het edele gilde bovenge
noemd de mogelijkbeia om onzen be
roemden dierentuin te bezichtigen te
'onthouden, heeft men wijselijk be
sloten die dertig dagen per jaar voor
onzen dienstbaren disponibel te stel
len. Wie werkman noch dienstbode is,
moet wanneer hy den «Apentuin" wil
zien, maar lid worden, daar stadge-
nooten, (behalve dames) anders niet
kunnen worden geïntroduceerd.
En het is merkwaardig te zien hoe
die menschen, die tegenwoordig zoo
gaarne „mooi weer spelen", die zich
tooien met sieraden, die vroeger geen
werkman of dienstbode zou hebben
aangekeken, hoe ze, die in dezen tyd
van in dit opzicht komende gelijk
heid gekleed gaan als nooit te voren,
ja, waaronder er zoo ontzaglijk velen
zyn, die zich, eerlyk gezegd, een
beetje voor bun dienstbaarheid scha
men, thans plots allen weder „werk
man of dienstbode" zyn geworden,
nu dit de voorwaarde is om voor 25
ets. zich spelend te onderwazen en
een heerlijken dag in de fraaie tuinen
door te brengen.
Waar de portiers strikt order heb
ben om alleen hen door te laten, die
kunnen worden geacht tot de dienst
bare klasse te behooren, behoeft het
geen betoog, dat decern de grootste
moeite hebben om de „kwartjes-
menschen" van de „halveguldens-
menschen" te onderscheiden en zorg
te dragen, dat niemand die 50 ets.
(den entreeprijs voor vreemdelingen)
kan betalen zich voor „werkman
of dienstbode" uitgeeft. Vroeger
hadden zy slechts de hoeden van
de petten en kornetten te zif
ten om de kas van het genootschap
niet te schaden, thans, nu je voor
één daalder al een heerenhoed en voor
een kleinigheid meer een dameshoed
koopt en een „ruime keuze in wandel
stokken vanaf 25 cents" overal wordt
aangeboden, moeten zy gansch andere
middelen te baat nemen om mevrouw
van hare dienstbode en meneer van
zynen knecht te onderscheiden; welk
vry eenvoudig middel hiervoor te baat
wordt genomen, zal ik maar zoo vrij
zyn te verzwijgen!
De „nieuwe neute", die aan den in
gang worden verkocht, vinden gretig
koopers en do sporen dezer kooplust
zyn overal in den tuin ja zelfs tot
in de hokken zichtbaar en het is ver
makelijk te zien welke dieren door
de bezoekers al niet geacht worden
liefhebbers van „nieuwe neute" te
zyn. De wolven zouden zich kunnen
doodeten aan de „neute" die men hun
voorwerpt, tenminste als zy van deze
vrucht hielden, de kangoeroe's, de
herten, de olifanten en al de andere
bewoners van Artis worden royaal
onthaald op de meest uiteenloopende
genotmiddelen, die het amsterdamsche
volk op zijn „kermisdag" meedraagt
of -sleept, terwyl de apen, de arme
dieren, die voor dit soort bezoekers
de „clou" van den dierentuin vormen
(verg. de vry gangbare benaming
„apentuin") gedurende de geheele
maand September aan een bedorven
maag souffreeren.
Als tegen 4 a 5 uur de dieren en
de tuin genoeg bekeken zijn, als de
mondvoorraad uitgeput is, als alle
mandjes niets dan een duistere leegte
te zien geven, als (last and least) geen
enkele neseh meer een druppel be
vat, dan worden de tuinen leeger en
begeeft men zich naar de avondver
makelijkheden, naar Lorenz, naar het
Paleis voor Volksvlijt, naar al die
nagelen "aan de doodkist van onzen
vriend, wien ik in den aanvang dezes
de verdiensten van „draken" duidelijk
maakte en men geniet er en men laat
er den toeschouwer genieten, die niet
om den „draak" dien men er opvoert
is gekomen, maar die er is versche
nen, uitsluitend om zich te verheugen
in het genoegen, dat onze „September-
Amsterdammers" er smaken, het meest
volkomen genot, dat ooit in een
schouwburgzaal gesmaakt is.
B. A. B.
In de Ridderstraat te Amsterdam
woont Nelis de Piepertjesman, aldus
genaamd om de negotie in blaas- en
piepinstrumenten, die hy langs 's hoe
ren straten drijft.
Vry dagnacht kreeg hy het te kwaad
met zijne vrouw, en wel zoo erg, dat
zyn vrouw's zwager, die in hetzelfde
huis woont, er by tc pas kwam.
De mannen raakten handgemeen en
Nelis kreeg een steek in dezyde, die
zijne overbrenging naar het Gasthuis
noodzakelijk maakte.
Uit een door de politie ingesteld
onderzoek bleek, dat de wonde levens
gevaarlijk is.
Tentoonstelling Hollandsche
Maatschappij v. Landbouw.
Zaterdag had de plechtige opening
Slaats van dc landbouw-tentoonstel-
ng te 's Gravenhage, ter gelegenheid
van het 50-jarig jubileum van de Hol-
landsche Maatschappij van Landbouw
in het Malieveld aldaar. Er waren
o. a. tegenwoordig de Minister Yan
Financiën, Justitie en Oorlog, de Com
missaris der Koningin, de burgemees
ter der residentie, ae wethouders, de
gemeente-secretaris, de Engelsche
gezant, de gouverneur der residentie,
ae plaatselijke commandant, leden
van den Raad van State en van den
gemeenteraad, hoofdambtenaren enz.,
zoomode door vela inzenders ter ten
toonstelling en tal van bouwkundigen.
Aan bovenstaande autoriteiten werd
een keurig gebonden gedenkboek aan
geboden van de Hollandsche Maat
schappij van Landbouw.
Bij afwezigheid van den Minister
van Waterstaat door lichte ongesteld
heid, opende de minister-president
mr. Pierson de tentoonstelling met
een korte rede.
Namens H. M. de Koningin-Regen
tes overhandigde hy als blijk van
belangstelling aan den voorzitter, den
heer Bauduin, het officierskruis der
orde van Oranje Nassau.
De tentoonstelling werd des mid
dags, toen ook de toegangen aan de
zjjde van de Boschbrug geopend wa
ren, bezocht door een aantal leden
van de afdeeliug 's-Gravenhage der
Holl. My/v. Landbouw. De toeloop
van betalenden was, vermoedelijk we
gens het niet by uitstek traaie weder,
nog gering, ongeveer 150 personen.
Op het buitenterrein, vooral in de
omgeving van de stoomwerktuigen,
heerschte een groote bedrijvigheid.
Alles was in volle werking. Hier
vond oen bereiding van zuivelproduc
ten plaats ten aanschouwe van eene
belangstellende menigte, daar weder
werd een aanschouwelijke voorstelling
gegeven van dorschen door middel
van stoom- of paardenkracht, ja zelfs
werd éen machine in werking gebracht
door een stevigen Deenschen dog.
Een schip gezonken.
Vrijdag stoomde langs Urk do
nieuwe, zeer diep geladen stoomboot
Onder-neming. Door het vele over
slaande water achtte men het raad
zaam naar de Urkerhaven te stoo-
men, doch even bewesten het eiland
sloegen de golven zoo geducht over
het schip, dat het in de diepte wegzonk.
Vele nieuwsgierigen waren naar den
vuurtoren gesneld, doch ontdekten
niets meer dan een gedeelte van den
mast met vlag in top en het boven
eind der stoomboot.
Juist lag de postboot Minister Ha-
velaar tot vertrek naar Kampen ge
reed. Zij stoomde spoedig naar de
plek des onheils, waar de opvarenden
zich in het want hadden vastge
klemd. Tevergeefs had een Noord-
zeevisscher, die naar Urk stevende,
pogingen tot redding beproefd. De
bemanning der postboot had de vol
doening, drie der vyf opvarenden van
een anders wissen dood te redden.
Nog een dezer was niet meer in
staat den hem toegeworpen reddings-
fordel te grijpen. Met het vaartuigje
K 152 gelukte het, ook dezen
het was de bewustelooze machinist,
wiens handen men van het want
moest losrukken te behouden. De
eigenaar van het stoomschip is by
deze ramp om het leven gekomen.
Toen U K 152 aan wal kwam,
stond de gemeente-geneesheer J. J.
Brouwer reeds gereed, om hulp te
verleenen. Zyn pogingen, om de le
vensgeesten van den "drenkeling op
te wekken, werden met goeden uit
slag bekroond. De machinist, Joh.
Siere, woonachtig te Leiden, en va
der van 10 kinderen, werd by K.
Hakvoort liefderijk opgenomen en
verpleegd.
De stoomboot Onderneminggroot
99 ton, was voor deze eerste reis
bevaren door don kapitein Heems
kerk, machinist Siere, door den eige
naar Fontein en diens zoon, allen
van Leiden, en een loods uit Am
sterdam.
De lading bestond hoofdzakelijk
nit plaatjjzer en bloem van meel, met
bestemming naar Groningen. Van de
bovenlading waren des avonds ïxeds
ongeveer 400 balen meel door Urker
vaartuigen opgevischt en ter berging
in de haven gebracht.
Nader wordt nog het volgende ge
meld
Toen de Minister Havelaar ter
redding aankwam, zat de zoon van
den eigenaar in den mast, terwjjl aan
weerszijden twee man in het want
waren geklommen. Ongelukkig voor
den eigenaar Fontein, die ten laatste
moest loslaten en zoo om het leven
kwam. De machist was Znterdagmor-
gen weder zoover hersteld, dat hy zich
naar zyn familie te Leiden kon be
geven. Aan de Urkers H. Kroon en
Klaas Hakvoort heeft hy zyn leven
te danken.
Aan onvoorzichtigheid, door te
diep laden, moet do ramp te wyten
zyn. De Onderneming zit juist in
de richting Enkhuizon in het Val
van Urk, voor de scheepvaart gevaar
lijk. Schip en lading moeten beide
verzekerd zyn.
Aan de broodfabriek „De Ruyter"
van de firma Ver kade Comp. te
Zaandam had Vrijdagnamiddag do
bakkersgezel H. Hermauidus, terwyl
hy op een trap staande bezig was
den riem om de as van de machine
te doen, het ongeluk door den riem
aangegrepen en meegesleurd te wor
den, waardoor by tusschen de ma
chine bekneld raakte, met het gevolg,
dat een been en een arm by na ge
heel van het lichaam werden geschei
den. Hij werd na de eerste hulp te
hebben ontvangen, per brancard naar
het Gasthuis te Amsterdam vervoerd,
waar hy spoedig overleed.
Jacht op de Dollard.
Een Engelsch edelman, die tegen
woordig te Finsterwolde vertoeft en
voornemens is aldaar 5 a 6 weken
te blyven, om met een klein kanon
op de Dollard op waterwild te jagen,
is in de eerste jachtdagen niet byzon-
der gelukkig geweest. Geen enkelen
keer werden meer dan 30 eenden,
talingen enz., door hem meegebracht!
Het wild wordt gedeeltelijk wegge
schonken en gedeeltelijk door den
knecht, een Schiedammer, te zynen
bate verkocht.
Elk schot kost den Engelschman
aan kruit en lood f 1.20.
Sport en Wedstrijden.
Boksen.
Naar wy vernemen heeft een inde
sportwereldwelbekendAmsterdammer
de heer Henry J. J. Placké, het plan
gevormd om in October a.s. een cur
sus te openen in een hier te lande
nog zeer weinig bekende soort sport
op athletisch, gebied nameljjk het
boksen. Het boksen wordt door ver
schillende doktoren in bet buitenland
aanbevolen als een zeer gezonde
lichaamsbeweging, die niet alleen
borst- en armspieren ontwikkelt, maar
ook tevens zeer de borst verruimt on
de ademhalingsorganen versterkt. Dat
tevens de kunst van het boksen uit
een oogpunt van zelfverdediging voor
een ongewapend mensch niet te ver
smaden is, behoeft zeker wel geen
betoog.
Do heer Placke, voor zoover wy
weten, de eenige Nederlander alhier,
die met deze gymnastische kunst be
kend is, heeft indertyd de kampioen
schappen van Australië, Nieuw-Zee-
land en San-Francisco behaald. Tel.
Wielerwedstrijden te Am
sterdam.
Op de Amsterdamsche Wielerbaan
hadden Zondag weer wedstrijden
plaats. Het publiek was slecht opge
komen, hoewel er verscheidene be
langrijke nummers op het programma
stonden.
No. 1. Wedstryd met voorgift voor
beroepsrijders. In series, afstand 1000
M. Prijzen f' 40, f 25, f 15. De eerst-
aankomende wordt geplaatst in de
finale.
lste Serie: 1 Gorla, Venetië in 1
min. 16% sec.
2de Serie: 1. Trèves, Luik in 1
min. 211/5 sec.
3de Serie: 1 G. A. Schilling, Am
sterdam in 1 min. 17 '/5 sec.
4de Serie: 1 Singrossi, Napels in
1 min. 17 sec.
5de Serie1 Eros, Rome in 1 min.
19% sec.
Finale: G. A. Schilling in 1 min.
22% sec.; 2 Singrossi in 1 min. 27%
sec.
No. 2. Wedstrijd voor Amateurs.
Uitgeschreven door de Amsterdamsche
Velocipéde-Club.
alk
Prys: Zilveren beker. Deze
werd voor 2 jaar gewonnen d
Doornekamp. Het vorige jaar w;
hy niet vorreden. Hy moet 2 mi
achtereen of 3 maal in 't geheel i
wonnen worden om ia vast eigent
over te gaan.
Wedstryd van meet Afstand 2(lit e
M. In 2 seriën. In de finale le reruD
snelste 2e. !jeur<
1ste serie: 1. Ter Punt, Amst0,
dam in 3 min. 23'/s sec.; 2. J.
Greve, idem in 3 min. 23% sec.
2de serie: 1. P. G. Janssen, R w
terdam in 3 min. 17% sec.; 2. P.;
v. d. Rivière, Amsterdam in 3 m *öts
21% sec. ara
Finale1. Janssen in 3 min. 4f#en
sec.2. Ter Punt in 3 min. 49
sec. [eQ(k
De heer Abspoel, voorzitter t
de A. V. C., overhandigde den bei Jwa£
met een korte toespraak aan d
winner. Deze reed er de baan me |j)n-
rond, flauw toegejuicht door het
bliek. Ipst'
No. 3. Italiaansch-Belgisch-H(,Te
landsche Team-Race. Deelnemer?6,";
voor ItaliëSingrossi, Eros, Gor]eJtlK
voor BelgiëIngels, Trèves, De BePaa^
kervoor HollandVrouwes, Kingn S6
Karei Smits. r38
Allereerst werden 3 serieën verröon
den voor de nummering. De winn
van elke serie kreeg f 10. Afstai Sen
1000 M. r
Van Holland was de volgorde :J (j
Kingma, 2. Smits, 3. Vrouwes.
van België: 1. Trèves, 2. De BecL,
ker, 3. Ingels; |®ie(
van Italië: 1. Eros, 2. Singrossi, IJ^
Hierop begon de eigenlijke wee™
strijd. Er moesten 3 seriën verredeo?
worden, elke serie bestaande uit t,nr,
Italiaan, 1 Belg en 1 Hollander. Ell
rijder kreeg een cijfer volgens hi
nummer van aankomst. Het te:
dat in totaal het laagste cijfer In
won. Deze series werden geformeei
naar de plaatsing bij aankomst in<
nummeringseries. Afstand 1000 IfSL
Pryzen f60, 45, 30. Tj®,
a. Kingma, Trèves, Eros. 1 Ero£
2 Kingma, 3 Trèves. De tyd van detL,
Italiaan was 2 min. 16% sec. nv;
b. Smits, De Becker, Singrossi. La
Singrossi in 1 min. 41% sec., 2 DeL.
Becker, 3 Smits. eL
c. Vrouwes, Ingels, Gorla. 1 Godw
in 2 min. 5 sec., 2 Vrouwes, 3 Ingels„e(}
Italië won dus met 3 punten, Hol£.a.
land was 2e met 7 punten, enBelgiw
3e met S punten.
No. 4. Wedstrijd van meetuitslui-^g'
tend voor tandems; afstand 2000 Min.„
Pryzen: f45, f30, f 15.
In de finale werd geplaatst de le^»,
aankomende van elke serie en de 2«„e,
der snelste serie.
le serie: 1. Wiemann—Slesker (JA:
A.) in 3 min. 33sec., 2. DeLyneL..
—Trèves in denzelfden tyd. j!
2e serie1. Eros—Smits in 3 min!
2% sec., 2. Hisgen—Kingma in 3„e
min. 2% sec. ]|0
Beslissing: 1. Eros—Smits in 3
min. 28% sec., sec., 2. Wiemann—
Slesker in 3 min. 28% sec.
No. 5. Course de Primes. Wed
stryd van meet, afstand 10 KM
Prijzen De eerste van elke K.M,
f5. De laatste K.M. f30, f20, f10,
Indien een ryder eenmaal gelapt was,
moest hy afstijgen.
Er waren 20 deelnemers. Winners
der verschillende afdeel ingen waren
1. Sydney Jenkins, 2. Mulder, 3. en
Ingels, 4. en 8. Beisenherz, 6. v. g
«ta
Doornik, 7. J. A. Slesker, 9. Vrou
wes.
In de laatste KM. was 1. Trèves,
15 min. 43% sec. 2. Vrouwes, 3.
GEMENGD NIEUWS.
De moord te Brussel.
De Brusselsche politie is een stapje
verder gekomen in haar nasporingen
naar aanleiding van den moord op den
kantoorbediende Lavergnezij heeft
den winkelier gevonden bij wien een
van de misdadige werktuigen, een
breekyzer (het andere was een hamer),
was gekocht. De winkelier heeft Pa-
ridaens herkend als een van de beide
mannen, die het breekyzer by hem
waren komen koopen. Maar de ander,
waarvan hy een besehryving gaf die
met het signalement van den voort-
vluchtigen Masson overeenkwam, had
het betaald.
de golven klonk al luider en luider en ik naderde al
meer en meer de zee.
Plotseling draaide de schoener en maakte wel een
hoek van twintig gradenen tegelykertiid hoorde ik
den eenen kreet na den anderen aan boord weer
klinken.
Ik hoorde de twee dronkaards op en neer op het dek
loopen cn begreep dat zy eindelyk in hun twist gestoord
waren en door een toeval begrepen hadden, dat er iets
niet in orde was.
Ik lag op den bodem van myn bootje en bad dat de
Heer myn arme ziel genadig mocht zyn. Ik was er ze
ker van dat wy aan het einde van de inham op een
rij klippen moesten stooten, waardoor aan al myn moei
lijkheden een einde zou komenen ofschoon ik de ge
dachte aan den dood niet zoo verschrikkelyk vond,
wilde ik op het oogenblik, dat by naderde er liefst niet
aan denken.
Zoo heb ik zeker uren gelegenik werd door do gol
ven op neer geworpen, na en dan door het water he
spat: terwyl ik ieder oogenblik den dood verwachtte.
Een verschrikkelijke loomheid maakte zich van my
meesterte midden van myn vrees overviel my een
soort van bedwelming, totdat ik ten laatste rustig in
slaap viel en van huis cn de oude „Admiral Bcnbow"
droomde.
HOOFDSTUK XXIV.
De tocht met de coracle.^
Het was reeds klaarlichte dag toen ik ontwaakte en
bemerkte, dat ik aan de Zuid-Westkust van het „Trea
sure" eiland lag te dobberen. De zon was opgekomen,
maar verborg zich voor myn oogen achter den grootcn
„Verrekijker", die aan deze zijde bijna tot aan zee toe
in kolossale klippen overging.
Het „Slaghoofd" en de Bezaansmast-heuvel bevonden
zich ter zyde van myde eerste bezaaid met klippen
van veertig tot vijftig voet hoog, waartusschen een
massa rotsblokken verspreid lagen, terwijl de laatste
zich donker cn naakt verhief. Ik was ternauwernood
een kwartmyl van de kust verwijderd en het kwam da
delijk by my op er naar toe te pagaaien. Maar dat
denkbeeld gaf ik spoedig op. De golven klotsten met
kracht tegen de rotsen op met donderend geraas; ter
wyl het schuim hoog tegen de klippen opspatte, volgde
de eene golfslag op den anderenik begreep dat, als
ik mij dichter bywaagde, ik öf tegen den oever te plet
ter werd geslagen of tevergeefs myn krachten zou in
spannen, om de overhangende klippen te ontwijken.
Maar dit was nog met alleswant op eenigen af
stand ontdekte ik groote, wanstallige monsters, die op
afgeplatte gedeelten van de rotsen by elkaar lagen of
zich in het water lieten plompen, terwyl zjj twee of drie
keer een soort van geblaf deden hooren.
Later vernam ik dat het zeeleeuwen waren, die vol
strekt geen kwaad doen. Maar het gezicht Yan deze
dieren, gevoegd bij de moeilijkheid op deze rotsachtige
kust te landen, was meer dan genoeg voor my om een
afschuw van deze landingsplaats te krijgen. Liever
wilde ik op zee den hongerdood sterven dan mij aan
zulke gevaren blootstellen.
Toch bleek het dat er nog een betere kans voor my
bestoud. Ten Noorden van het „Slaghoofd" was
een uitgestrekt vlak land, dat bjj eb een breed, geel-
gekleurd, zandig strand vormde.
Ten Noorden hier weer van was een andere rots
achtige landtong, die op de kaart als „Boschkaap" aan
geduid stond, en geheel begroeid was met hooge deu
nen, die kleiner werden, naarmate zjj dichter aan de
kust stonden. Het schoot mjj op eens te binnen, dat
Silver indertijd had gezegd, dat de stroom van de
Noordkust langs de geheele Westkust van het
„Treasure"eiland liepik zag in, dat ik mjj
nog altijd onder zijn invloed bevond en verkoos liever
het „Slaghoofd" te laten waar het was en myn krach
ten te bewaren om op de veel aaulokkender „Bosch
kaap te landen.
Zachtjes deinde ik op de golven op en neder. Er woei
een gestadige, zachte wind uit het zuiden, terwyl deze
en de strooming mij voordreven.
Was het anders geweest, dan zou ik zeker reeds lang
verongelukt zjjnmaar nu kon ik eerst merken hoe
gemakkelijk en licht myn bootje zich voortbewoog.
Zoo dikwijls als ik op den bodem stil lag en niet roeide,
zag ik een egalen, blauwen, wolkeloozen hemel boven
mjjvan tjjd tot tyd danste het bootje hevig, soms stond
het byna overeind maar kwam toch altyd in zijne vori
ge positie terug.
Toen werd ik weer een beetje moediger en trachtte
de „coracle" voort te roeien. Maar zelfs deze verplaatsing
van het evenwicht, bracht een groote verandering in de
ligging van de boot te weeg.
Want nauwelijks bewoog ik rnyjen begon de „coracle"
zachtjes voort te roeien" of de boot hield met haar
eigenaardige, dansende beweging op, en gleed recht
van de eene golf af en kwam met haar neus midden in
de volgende terecht.
Ik was geheel doorweekt cn doodeljjk verschrikt,
zoodat ik mij haastte rajjn vorige houding weer aan te
nemen, waarop de „coracle" dadelijk gezeggeljjk werd en
op de vorige wijze weer zachtjes over de golven heen-
gleed. Het was duidelijk, dat zjj haar eigen hoofd wilde
volgen, maar ik vroeg mij zelf af, hoe ik op deze ma
nier ooit aan land zou komen.
Ik begon mjj bepaald angstig te maken, maar behield
toch, niettegenstaande dit alles, mijn tegenwoordigheid
van geest. Eerst begon ik met de grootste omzichtig
heid de „coracle" met mjjn p=t ledig te hoozenen daar
na keek ik voorzichtig over den rand en begon met be
langstelling gade te slaan, hoe het mogelijk was, dat zy
zoo kalm over de branding heengleed.
Wordt vervolgd.)