W M NIEUWS- EM ADVERTENTIEBLAD. I weede Editie. FEUILLETON. De Schatgravers. 15e Jaargang. Dinsdan 5 October 1897, Mo. 4375 JLBO^TSTEIMIE] ïsTTSIFIR/ZiTS "Voor I-Iaarlem per 3 maandenJ.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 „de omstreken en franco per post0.371; 50 Crr DXTZEl^TZEZEST TZZEJZtST iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames '20 Cent per regel. Abonnementen en Aavertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Ba. lux: K: ine H< i.rstraat 14, Ha-.rlesn. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PubUcité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Sua., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het. Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0,75, elke regel meer j 0,15; Reclames per regei 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bluemendaal, Sandponrt en Schoten, P. v. d. RAADT, Ssndpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de tol; Spaarndam, C. HARTENDORP; Zand voort, G. ZWEMMER; VehsenW. J. RU IJ TER BeverwijkJ. HOORNS; HHlegomARTE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. PeJEUefc Ovei-zEcfat. De vorming van liet nieuwe griek- scbe kabinet is al vry vlug geschied, vooral in aanmerking genomen de moeielyke omstandigheden waarin het land verkeert. Vrijdag was de crisis daar en reeds Zaterdag werd een oflieieusc Tyst van de nieuwe ministers medegedeeld. Toen do offi- cieelc mededeeling over de samen stelling verscheen, bleek deze echter eenigszins gewijzigd te zijn. Zaimis is minister-pre.-ident en minister van buitenlandsclie zaken, generaal Smo- lenski oorlog, kolonel Korpas bin- nenlandsche zaken, Alvise Toman justitie en marine ad interim, Streit financiën, Panagiotopoelo openbaar onderwijs. Volgens de openbare meening komt het tusschen den oud-premier Delyan- uis en Zaimis tot een verslagen breuk, en zal eerstgenoemde dus de oppo sitie tegen liet nieuwe kabinet aan roeren. Nadat het bericht omtrent de offi- eele samenstelling bekend werd, kwam nog een telegram, vermeldende dat de toestand van crisis zou worden heropend, daar Streit ten slotte wei gerde de portefeuille van financiën aan te nemen. Zondag heeft echter bet nieuwe ministerie reeds den eed in tanden des konings afgelegd, zoodat dit be richt wellicht "niet geheel juist is. Bij de plechtigheid van de eedsaf legging stond een menigte mensehen te Athene in den omtrek van het paleis en begroette de ministers op sympathieke wijze Smolenski werd zelfs toegejuicht. Behalve de bladen van Delyannis heeft de geheele pers liet ministerie met warmte ontvangen. Het is nu maar te wensehen dat deze verandering van kabinet kan bijdragen tot een vluggere totstand koming van den vrede. Hierover wordt uit Athene nóg ge meld, dat de lieer Marvocordato naar Koustantinopel is gezonden om te onderhandelen over het definitieve vredesverdrag. De mogendheden heb- nu dus voor Griekenland genoeg Uit Madrid wordt over de kabinets crisis nog gcmeld.dat alvorens Sagasta. den liberalen leider, de samenstelling van een ministerie werd opgedragen, geconfereerd is geworden over de vraag of er geen verzoening tusschen de conservatieven mogelijk zou zijn. Hiertoe werd geen kans gezien. Wanneer de correspondent van de Times te Parijs goed is ingelicht, dan komt de koning van Siam, die nau welijks uit Parijs vertrokken is, weer terug, maar dan incognitod. w. z. niet om toasten aan te hooren en in een mooie uniform uit te gaan, maar oiu ernstige zaken te behandelen met den minister Hanotaux, om te trach ten daardoor tot een bevredigende oplossing te komen van het geschil tusschen Frankrijk cn Siam. Wanneer een Oostorsclie potentaat die in zyn land heel wat meer te ver tellen heeft dan onze West-Europee- sche koningen en keizers, zyn eigen minister van buitenlandsclie zaken gaat spelen en confereeren met den minister van een republiek, alzoo op voet van volkomen gelijkheid, dan moet er toch wel wat ernstigs aan de hand zyn. De koning zegt verder liet be richt zal in het gebouw van de Siameesche legatie logeeren en, na het verlaten van Parijs, Spanje en Portugal bezoeken. STADSNIEUWS. eerste en derde pagina. Haarlem, -1 Oct. 1897. Men schrijft ons: Dezer dagen kwamen de voorsla- gers (hulpvuurwerkers) 'van de C. W. der H. S. M. byeen om gezamenlijk te overwegen wat hun te doen stond by de a. s. periodieke loonsverhooging aan de C. W. Men kwam overeen gezamenlyk een verzoekschrift te rich ten aan den chef der Centrale Werk plaats, diens steun verzoekende by de directie om te komen tot twee cents per uur loonsverhooging' Dit loon bedraagt nu gemiddeld 13 cent per uur plus het overloon. Dit ver zoekschrift ging vergezeld van cene toelichting, zijnde een huislioudstaatje van de gemiddelde onkosten per week van een arbeidersgezin tot een be drag van f 15,12. Vermelding verdient dat, al wordt deze loonopslag gegeven, dit bedrag nog niet wordt verdiend. Men ging uiteen in het volle vertrouwen dat de directie der H. S. M. dozen opslag wel zou geven en besloot by liet uit eengaan dat aan de betrokken op zichters en assistent-opzichters steun zou worden gevraagd. 1« £•8 OHjl O L Mp O fflH o 2 JC 03 ■gw «:c? 3 ft o ft Td o ■r-< m 3 N TJ o L 55 F G o» *3 L jflH O cc "t F 1 -AF 1897 8011.02 1490.38® 508.24 5s O co 1 j E E R G> O O O t~ ilisS 1 C- F 0 00 O ca m oef o cc I «3 iC C5 O S R L 1 00 f O I O» j -H to 2; c. go Staalwaterbron. Wat de vergadering van de Maats, tot exploitatie van Staalwaterbrönnen betreft, waarvan in het vorig nummer reeds liet verhandelde is medege deeld, kan nog worden gemeld, dat staande de vergadering reeds ver schillende aandeelen in de obligatie- leening van f 50.000 zijn genomen. Verder vernemen wij nog, dat de heer Loomeijer zyne benoeming tot com missaris heeft aangenomen. De heer Justus van Maurik Jr., zal in November een lezing houden voorde leden van de letterlievende Vereeni- ging „J. J. Cremer" alhier. BIIS&EMLAMO, HAAGSCHE BRIEVEN. Onze Vorstinnen, die, naar ik ver nam, van haar kortstondig bezoek aan Uwe gemeente een zoo uitsteken den indruk medenamen, hebben Zater dag de residentie verlaten. Zij hadden een drukke week achter den rug en een rustpoos op het kalme Loo zal haar stellig goeddoen. De faits et gestes van Hare Majes teiten zyn hier geregeld verteld en ik heb dat zelf gedaau. voor zoover de omstandigheden haar in aanraking brachten met de politiek. Van de politiek moet ik toch nog een enkel woord zeggen. De „Parle mentaire Praatjes" geven de feiten van den dag en laten uit den aard der zaak geen ruimte voor bespiege lingen of wat dies meer zij. Wij hebben bij het adres-debat de geheele socia listische fractie op iiet getouw ge zien. En wij, verslaggevers, zijn tot de conclusie gekomen, dat we nog heel veel pleizier aan die drie heeren beleven kunnen. Het staat vry stellig vast, dat deze voorstanders van ver korten arbeidsduur, onzen arbeidstijd eerder verlengen dan bekorten zullen. En het middel van werkstaking is in de journalistiek nog ongebruikelijk. Ongetwijfeld heeft mr. Troelstra den hesten indruk gemaakt Ziju rede was blijkbaar voorbereid en kalmer van toon dan zijnerzijds een impro visatie geweest zon zijn; de vorm was beschaafd. Datzelfde is ook te zeg gen van de „maiden-speech" des heeren van dor Zwaag, die, schoon een volgeling van Domola, zyn meester in heftigheid van toon geenszins nabij komt. Hij zegt de dingen die hy zeggen wil, zonder er doekjes om te winden maar ook zoo, dat ze geen aanstoot geven. En dat, toen hij de hulde aan de Regentes bestreed, de voorzitter hem kon laten uitspreken, bewyst wel, dat er tact in den spreker steekt. Aan overmaat van tact nu gaat de heer van Kol niet mank. Terwijl de heer Troelstra een tenger jong man is, met dunnen knevel en korten punt baard om een ingevallen gelaat, dat een zwak gestel verraadt terwijl de heer van der Zwaag een tamelyk forsch man is, met een langen zwar ten baard en het uiterlijk vau een werkman ;n Zondagsche jas is de heer van Kol een groote, krach tige figuur, met bol, geheel baarde loos gelaat. De stem is evenredig aan de gestalte; Schaepman's metaal geluid is er slechts de echo van. Toen do heer van Kol sprak, dreunde het glazen koepeldak der zaal. De rede scheen niet alleen bestemd voor de tribune zooals men dat noemt maar zelfs voor het publiek, dat op het Buitenhof wandelde. De woorden waren eren groot, de phrases even holklinkend als de stem, het debuut 't minste van de drie broederen in het socialisme. In de Troonrede en in het Adres van Antwoord der Kamer is ge wezen op het allen verblijdend feit, dat ons in het volgend jaar wacht de inhuldiging onzer jonge vorstin. Over de toebereidselen voor de vie ring van dat feest had ik gelegenheid liet oordeel te vernemen van iemand, die tot de best ingelichte kringen be hoort. Wat by me vertelde deel ik mede, natuurlijk met die wijze reserve, die een journalist past, vooral als het zulk een onderwerp betreft. „Men maakt zich, geloof ik zeide mijn zegsman een te groot denkbeeld van den luister en de pracht, die de feesten vergezellen zullen. De tijden zijn veranderd, Vroeger jaren zou óf de kerkelykc gemeente óf het Amsterdamsche ge meentebestuur de f 25000 hebben be taald, die er noodig zullen zyn om de Nieuwe Kerk op te kalken, te ver wen, een plankier en tribunes op te slaan (een werk van maanden), en het noodige decoratief aan te bren gen. Nu zal de Staat moeten betalen en de som is in 't geheel niet buiten sporig hoog. „Dan verwacht ineu, dat wellicht de helft der gekroonde hoofden van Europa in persoon tegenwoordig zul- Ion zyn of gerepresenteerd door Prin sen of speciale gezantschappen. Men noemt te Amsterdam niet minder dan keizer Wilhelm zelf. Welnu, van al dat moois komt vermoedelyk niets. Bloedverwanten als de prins Von Wied en prins Albrecht en als hy gezond is de oude Groothertog van Saksen, zullen natuurlyk de kroning bijwonen. Maar voor het overige zullen de gewone by ons Hof geaccrediteerde gezanten hun souve- reinen vertegenwoordigen. De reden ligt toch voor dc hand. Waar zou men al die Vorsten, met hun steeds talryk gevolg, onder dak moeten brengen. Te Amsterdam? Het Paleis was al te klein, toen keizer Wilhelm eenige jaren geleden er logeerde. En in den Haag staan wel vyf Paleizen leeg, maar deels ongemeuheld of zoo gemeubeld, dat er schatten zouden noodig zyn om ze bewoonbaar te maken voor vorstelyke personen. Ons Hof is daarop niet ingericht; de stal len b.v. niet. „Men zegt nu reeds, dat van der Kuij- len een bekend stalhouder) tegen het .volgend jaar een twintigtal fraaie paarden in gereedheid moet houden, lom de Koninklyke stallen te kunnen hyspringen. „Men" hecht blijkbaar ook aan dc mededeelingen, dat Indische Vorsten zuilen verschijnen. Geloof ray, ik ken Ind'ië, er zal niets van komen. De meesten dier met ons bevriende Vorsten zijn niet rijk en ook de ryken zouden dadelijk zeggen, dat zo wel wilden gaan, als de „Kompenie" liet betalen wil. En er is f 60,000 uitge trokken op dc Indische begrooting voor de Kroningsfeesten, maar f 35,000 meer dan gewoonlijk voor 'sKonin- gins verjaardagBovendien, men verlangt dit in Indië niet. Men zal eenvoudig de Engelschen navolgen en een zoogenaamden „durbar" beleggen, een soort vergadering van Vorsten, te Buitenzorg, gelijk aan de buiten gewone vergadering van den Raad van Indië, waarin de Koningin wordt geproclameerd. De Hemel weet nog, of dat zelfs gelukken zal, want de heeren Indische Vorston zijn niet allen zoo goed bevriend om in eikaars gezelschap te Batavia te verschijnen, al draagt de „Kompenie" ook de kosten. „Dc Hagenaars zullen met hun huldebetoon ook een beetje moeten wachten. Want. na de vijf dagen van drukte en vermoeienis te Amsterdam, gaat dc Koningin vermoedelyk eerst een dag of acht naar het Loo, om dan eerst in den Haag te verschijnen, De vreemdelingen, die te Amsterdam komen, zullen dan wel weer wegge gaan zijn. Dat zal ook een teleur stelling wezen voor de residentie."' Tot zoover myn tamelyk pessimis tisch uitgevallen geïnterviewde. Nu kom ik er werkelijk weder niet toe over de wintervermakelijkheden te sprekenmyn ruimte is vol. 't Heeft zyn goeden kant; als we er nu al mede beginnen, lykt de winter zoo lang H. A. GANUS JK. Hofbericht. Hare Majesteiten de Koninginnen» vergezeld van liet reeds vroeger ver melde gevolg, begaven zich Zaterdag te hall tien uivn naar Het Loo, tot aan den koninklijken trein uitgeleide gedaan door de ministers van buiten landsclie zaken, justitie, financiën en oorlog, door den vice pres. van den R. v. S. jhr. SchorerIlr. Ms. com missaris mr. Fockden burgemeester jhr. De Beaufort; gen.-majoor Door man luit.-gen. graaf Dumonceau baron Van Hardenbroek en deri luit. kol. plaats, commandant. Nadat H.H. M.M. den koninklijken reiswaggon hadden bestegen, namen zy op liet bal con plaats en riep de Regentes den minister-president voor zich, met wien H. M. in gesprek bleef tot het oogenblik van vertrek van den trein. Van het paleis tot aan het station was veel publiek langs den weg ter begroeting van de vertrekkende Ko ninginnen. De familie von Wied. De bedrijvigheid die liet verblijf van het Hof on Vorstelijke personen in dj residentie gewoonlijk te weeg brengt, is thans weer voorbij nu HH. MM. de prinses von Wied, de priDS cn prinsesjes de stad weer verlaten hebben. Ten 8 u. 55 min. vertrok Zaterdag de vorstelyke familie von Wied met den Duitschen sneltrein waarvauten behoeve van H.H. K.K. H.H. een salonrijtuig deel uitmaakte. Prinses Marie, die verscheidene bloemstukken in de hand droeg, waar aan de baronesse Grovestins nog een bouquet vastgebonden met linten van de driekleur toevoegde, vond bü Haar komst in de koninklyke wachtkamer van het staatsspoorwegstation een talrijken kring dames en heeren van wie Zij met een hartelyken ha.-ddruk afscheid nam. Onder hen die een afscheidsgroet brachten werden opgemerkt: de Duit- sclio gezant, de minister Picrson en mevrouw Pierson; do minister Do Beaufort, tal van dames en heeren der koninklyke hofhouding; de vice- president van den Raad van State de commissaris der Koningin; de burgemeester, de wethouders jhr. Ge- vaerts, de burgemeester van Wasse naar, de gezant graaf Van Bylandt, de kolonel De Bas, dc kunstschilders Bisschop en Smits, de administrateur der vorstelijke domeinen, notaris Dietz. Op het perron dc bejaarde dienaren van wijlen Haar vader onder de menigte ontwarende, verzuimde de prinses, alvorens den trein te be stijgen, niet dezen heeren vriendelijk de 'hand te reiken. Op dc salontafel van het rijtuig vonden H. K. H. en Haar dochters voor ieder een bloemstuk neergelegd. Toen de trein in beweging was, groette prinses Marie der Nederlan den de vele belangstellende stadge- uooten, die in het station by Haar afreis 'tegenwoordig waren. De prinsen van Koetei. Reeds is gemeld, dat de prinsen van Koetei Vry dag door HH. MM. ter audiëntie werden ontvangen. Vol gens den adat van bun land gingen zy als vasallen van den Nedcrland- schen Staat aan de Koningin verlof vragen om zich uit Nederland te mogen verwijderen en naar hun land terug te gaan. De prinsen, die in groot gala waren, hebben zich ter audiëntie nog geruimen tyd met de Koninginnen onderhouden, waarbij de heer Eerdmans weder als tolk dienst deed. HH. MM. vroegen hun met welke indrukken zij Europa verlieten, waar op de prinsen antwoordden dat die indrukken in alle opzichten gunstig waren, en dat zij veel hadden gezien en veel geleerd. Van alle steden die zy gezien hadden, was Amsterdam hnn het best bevallen Parjjs en Ber lijn hadden zij zeer mooi gevonden Londen vonden zy een groote stad, doch van daar waren zy niet met prettige indrukken teruggekeerd die stad was hun veel te rumoerig. Alvorens de prinsen heengingen, ontvingen zy van de Koninginnen dc groote portretten der beide'Vorstin nen, waarop haar eigenhandige naam- Naar het engelsch van ROBERT LOUIS STEVENSON. ZESDE GEDEELTE. Kapitein Silver. HOOFDSTUK XXXII. De jacht op den schat wordt voortgezet De stern in het bosch. 37) Nooit in myn leven had ik zulke ontstelde gezichten lis die van de vrijbuiters gezien. De kleur week uit hun gelaat, sommigen sprongen op of rolden van ichrik op den grond. ,Daar is Flint," schreeuwde Merry. Iet gezang hield even plotseling als het begonnen was op liet werd midden in een noot afgebroken, fisof iemand zijn hand op den mond van den zanger tagde. My deed dit gezang aangenaam aan, ja, ik vond het ïelfs liefelijk klinken te midden van die akelige stilte to daarom bevreemde my de uitwerking, die het op mijn metgezellen maakte, des te meer. „Kom," zeide Silver, met moeite trachtend iets uit brengen; „dat kan niet. Laten wij verder gaan. Het i «eo dronkemans grap en hoewel ik de stem niet kan thuis brengen, is het toch iemand van vleescli en bloed, daar kan je'ui van op aan." Zijn moed keerde onderwijl hij sprak weer terug en daarmee ook de kleur van zyn gelaat. De anderen wer den door zijn woorden weder wat bemoedigd en kwa men juist eenigszins tot zichzelf, toen dezelfde stem maar nu verder verwijderd op jammerenden toon gilde „Darby Mc Graw Darby Mc Graw Darby Mc Graw'telkens en telkens weer en toen „Haal de rum, Darbywaarop een vloek volgde, die ik maai" liever weg zal laten. De boekaniers sprongen met verbijsterde gezich ten op. Langen tyd nog, nadat het geluid reeds lang weg gestorven was, stonden zij elkaar verstomd aan te zien. „Dat beslist!" stotterde een. „Latenwy gaan." ^Dit waren zyn laatste woorden," zeide "Morgan, „ja, het waren zyn laatste woorden, voordat hy stierf." Maar Silver gaf zich niet gewonnen. Ik kon zyn tan den hooren klapperen, maar overigens behield hy zyn tegenwoordigheid van geest, „Niemand anders dan wy, heeft ooit van Darby ge hoord," mopperde hy. En vervolgde toen: „Makkersik ben hier gekomen om den schat te vinden cn voor niets zal ik terugdeinzen. Ik ben voor den levenden Flint nooit banggeweest, en zal het voor den dooden nog minder zyn. Geen kwart myl van hier liggen zeven honderd duizend pond. Is bet ooit voorgekomen, dat „heeren van fortuin" zoo'u buitenkansje voor een ouden dronkelap weggooiden en dan zoudt jelui dat doen 100" een dooden?" Maar de vrijbuiters stonden nog even verslagen als een oogenblik te voren, voor zich te kijken. „Houd je stil, John!" zeide Merry. „Het is niet goed over geesten te spreken." De overigen waren veel te verschrikt om iets te ant woorden. Als zy gedurfd hadden, waren zij allen op don loop gegaan, maar de vrees hield ben terug, en zy gingen dicht by Jobn zitten, alsof zijn moed hen zou beschermen. Silver was zyn zwakheid reeds te boven gekomen. „Een geest, zeg je Het kan wel zijn," antwoordde hy. „Maar éon ding is my toch niet duidelijk. Er was een echo. Welnu, heeft dan iemand van jelui wel eens een geest met een schaduw geziendan zou ik wel eens willen weten, wat die echo beduidt. Dat is vreemd." Dit argument scheen my niet erg bevredigendMaar op de vrijbuiters miste het zyn uitwerking niet, want George Merry zeide geheel gerustgesteld „Wel ja, dat is ook zoo. Je hebt een helder verstand, John, daar is geen twijfel aan. Komt, jongens, do kop in de hoogteIk geloof wel, dat wy allen te zamen nog al sterk zijn. En nu ik er goed overdenk, leek het wel Flint's stem te zyn, maar toch klonk deze niet zoo helder. Het was de stem van iemand anders, dien ik gekend heb „By den Hemel, Ben Gunnbrulde Silver. „Juist, zoo is het," riep Morgan uit terwijl hy op sprong. „Dit doet er weinig toe," zeide Dick. „Ben Gnnn is allang naar dc andere wereld, evenals Flint." Maar dc oudere mannen hoorden deze opmerking toornig aan. „Wel, wat kan ons Ben Gunn schelen," riep Merry uit, „wat gaat het ons aan of hij dood of levend isr Het was merkwaardig, hoe hun moed in eens her leefde en de kleur op hun gelaat weder terug keerde. Zij bleven nog eenigen tijd praten, zoo nu en dan luisterend, of zij ook ecnig geluid vernamen, maar niets hoorende, begaven wy ons weder op weg, Merry met het kompas voorop. Hy had waarheid gesproken; nie mand bekommerde zich meor om Ben Gunn. Alleen Dick keek nu en dan angstig om zich heen, maar niemand volgde zyn voorbeeld en Silver hield hem zelfs voor den mal. Dick was niet te troostenmaar ik bemerkte weldra, dat de kerel ziek werddoor de warmte uitgeput, ge voegd by den doorgestanen angst, steeg de toorts al meer en meer. Het was een prachtige streek, die wy doorgingen; de weg liep een weinig schuin, want zoo als ik reeds gezegd heb, het plateau helde naar het Westen af. Groote en kleine pijnboomen groeiden hier meer afzonderlijk; en tusschen de boscbjes nootmus- kaatboomen én azalea's blakerde de vlakte in de heete zonnescbnn. Wij liepen in een Noord-Westelijke rich ting, zooaat wy aan de eene zyde meer en meer den „Verrekijker" naderden en aan den anderen kant ons hoe langer hoe meer van de baai verwijderden, waarop ik eens vol angst had liggen dobberen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 1