ant. J '-igeschie- g fclerk op geënga- I [erin lag, volstrekt ■geschied. Karei zijn kénneo. ebt, eu die r !tar zoo goed Vtaan als een van zyn dag- .a denken over .uk, hoe hij zoo yen zou kunnen kans had haar te 1 heel mooi en wel. r~ pm aan. .iet' maniertje om hem, jVms by voorbeeld, zeer in- ^Hilteeren over fatsoen en naar japon. Aan zyn öor- aihtte zij hooge waardehjj zoo'n goeden smaak, dat wist zij wel, want by was zelf altijd zoo .„chic" gekleed. l)it was wel een beetje oVerdreven vau Marietje, want Karei onderscheidde zich volstrekt niet door wat men noemt „chique" kleediug, integendeel hy was hoogst eenvoudig. Maar welk jongmenscli is er onge voelig voor, door oeu meisje in ver trouwen te worden geraadpleegd over een costuum en daii op den koop toe nog een complimentje te krygen over eigen uitdossing En dan Marie's gewild-boos ge zichtje, als Karei eens voor een oogen blik had opgehouden haar gedweeë slaaf te zyn, die niet van haar zijde week en in zijn blinden ijver nog veel meer deed dan noodig was om het Marietje zoo gemakkelijk en aange naam mogelijk te maken! Zoozi- T geraakte Karei onder de beiooveiinu' dier lieftalligheden, dat hij eindelyk een rendez-vous vroeg^ wat hem, na veel aarzeling en „durf nietjes" werd toegestaan. Tot nu toe was alles nog niet zoo heelemaal kwaad. Maar het gevolg van een en ander was, dat de etfectenklerk fop zeer miniem salaris) zich verloofde met een meisje, dat. hij ondervond het maar al te spoedig alleen leefde voor de pret. hoogst verkwis tend was, en steeds meer van hem eischte, dan zijn financiën toelieten. En Karei? Karei, die voor zich zelf de ge personifieerde zuinigheid was, en door zyn vrieuden voor „kaal" werd uitgemaakt. Karei kon haar niets weigeren, kocht haar zelfs uit eigen beweging nu dit, dan dat, ging des zomers alle Zondagen uitstapjes met haar doen en sloeg des winters baast geen enkele vermakelijkheid over. Marietje was in haar element. Zij hield wel van dat leventje, en ook een beetje van Karei, hij bad oen voldoend uiterlijk, en als alles maar kon blijven, zooals het nu was, dan was hij een beste jongen. Maar in wendig lachte zij over hare steeds aangroeiende macht over hem. Hij was tocl: eigenlijk een dwaze sukkel Het slot vau de geschiedenis was te voorzien. Karei sprong verder dan zyn stok reikte, raakte in schuld en miste de kracht zijn aangebeden Marietje iets te weigeren. Hij was op een hellend vlak, dat zeker tot zyn verderf voerde, zoo 'zeker als de aarde wentelt om de zon en om hare as. Als hij maar een klein stootje kreeg, viel by en stortte in den afgrond van zyn zedelijken en maatschappelijken ondergang. Dat stootje was gekomen. Een van Marie's vriendinnen was opgetogen op het kransje verschenen en bad, alvorens zich te ontdoen van hoed en mantel met stralende oogen een horloge te voorscliijn gehaald, dat zy eenige dagen te voren op haar Haarlemmer Halletjes Een Zaterdagavondpraalje. CCXCI. De tegenstanders van gemeentelijke exploitatie in het algemeen vinden in de ontwerp-gemeente begrooting voor het volgende jaar weer een speld, waarmee ze de voorstanders kunnen prikken. Daar staat namelijk in te iezen, dat de ontvangsten voor haard- asch, vuilnis enzoovoorts achthonderd gulden lager worden •'>-aamd en de uitgaven voor het o van haard- ascfa, vuilnis enzo »p zeshon derd gulden h<r dus een verschil van i Nj -1 gulden over een jaa Dat de behoeft q wordt daaricg .'ootere opb v/gen de rek- I IHoe mee: /"IjsPjï 5R, vuilnis en 'bescheiden- lijk euuci ,u enzoovoorts heb vereenigu, hoé grooter moet dan toch ook de opbrengst wezen. Welnu, ik heb de stukken van dit en vau het vorige jaar bij elkan der vergeleken en ben tot de conclusie gekomen, dat de concurrentie het "m doet. Er is een 'crack gekomen in de markt van straatvuil, compost, lompen, glas, ijzer, beenderen en an dere delicatessen. Dacht u soms, dat er alleen in de effecten, in het graan, de katoen, suiker eu koffie- daling mogelyk was Volstrekt niet. 'Iet straatvuil o. a., dat voor 1897 nog .vmd kon worden op f'0.90 per an nu niet hooger dan f 0.80 verjaardag gekregen had. Het werd algemeen bewonderd, en de dames verklaarden eenparig, dat het „snoe zig" was. Zy hadden nu allen een horloge behalve Marie. Marie liet echter totaal geen spijl of afgunst merken, geen zweem er van. Zij was niet moede in lof voor het heerlyke voorwerp. Die lieve. Marie Maar Karei vernam behalve hare diepe bewondering ook baar vurigen wenscli naar 't bezit van zulk een dierbaar kleinood. Eerst dood-ou- sehuldige toespelingen, toen een meer onbewimpeld uitgesproken ver langen cn ten laatste had Marie niet onduidelijk te kennen gege ven, dat zij de «raarheid zijner liefdesbetuigingen afhankelijk stelde van zijn al of niet schenken van een horloge. Tante, die Marie als klein kind had opgenomen, tante kou liet. niet missen. En als Karei ook maar een klein beetje van haar hield, zou hij niet kunnen velen, dat hare vriendinnen zooveel gelukkiger waren dan zy. Karei was bezweken. Hy kon zyn meisje niet ongeluk kig zien, meende hy. Een horloge zou zij hebben, dit had hij reeds lang vastgesteld. Trouwens, had zij ook geen recht dit van hem te eischen Was het niet zyn plicht haar te belooncn voor hare trouwe liefde en leedcrheid Maar, helaas, do middelen ontbra ken. Zijn schuldeisehers dreigden reeds den patroon in kennis te zullen stellen van zyne verplichtingen, en om dat gevaar af te wenden, moest hy hun schier zijn geheele salaris laten. En nu, laat het ons kort vertellen. Marie's jaardag brak aan. Ais een idée-fixe speelde hem het horloge door 't hoofd. Alle omstandigheden werk ten mede: De patroon was eenige dagen op reis, de boekhouder stond in een nevenvertrek een klant te woordde brandkast stond open. Karei vergreep zich. Niet alleen bet geld, benoodigd voor 't horloge, en om zyne schulden te betalen. Neen, een ongekend gevoel vau onbedwingbaren geldzucht, vau onberedeneerde woede om den patroon die zooveel had, terwyi hy met een sober loontje zyne diensten betaald zag, kwam over hem. En als waanzinng werd hy door ééne begeerte bebcerscht, en voelde alleen het geluk van tc kunnen grab belen in veel geld voor zijn meisje te kunnen koopen, wat zy slechts wenschte Het duurde eenigen tyd eer het feit op 't kantoor bekend werd, eer men wist, wie de dader was. De patroon ontsloeg hem en hield uit medelijden de zaak geheim. Maar nooit kon van der Dam naar naar liet enige kantoor, waar hij tot nog toe geweest was, verwijzen om inlichtingen Natuurlijk moest het engagement worden afgebroken. Hij kon haar, indien hij haar werkelijk liefhad niet willen verbinden aan een jongmensch zonder positie jen wiens vooruitzich ten zoo twijfelachtig waren, schreef Marie. Later, in betere dagen, wie weet Voor Karei braken betere dagen, in den zin als Marie bedoelde, nooit aan. Het was zoeken en verauderen, totdat hij ten laatste op middel baren leeftijd reeds een vaste be trekking vónd, waaraan wel is waar een zeer gering salaris verbonden was, maar hij kon er van rondkomeu en deinsde terug voor nieuwe sollicita ties. Maar de harde levensles had hem éên goede zaak gebrachtzijn karak ter was gestaald, zijn beter ik krach tig in hem ontwaakt, en zwaklieid had hij niet meer gekend. Marie had zich het geval niet erg aangetrokken. Met een practischen blik op de zaken was zij al spoedig ■worden getaxeerd. En dan klaagde de hoofdopzichter verleden jaar nog over de moeilijkheid om afzet te vin den. Ik kan me dat wel begrijpen. Verbeeld u, dat de chef van de rei niging by my kwam en vroeg, of ik ook een stère straatvuil in mijn tuin kon bergen een tuintje van zes meter lang en drie meter breed, waar nog een fietshok afgaat, mitsgaders een tuintje voor de kinderen en in zonnige dagen ook wel eens wat ruimte voor een droogrek zou ik dan anders kunnen doen, dan den lieer Verkoren smeeken, asjeblieft naar mijn buurman te gaan En wat zou ik wel zeggeu, wanneer hy me zei, dat ik voor zoo'n stère straatvuil nog tachtig cents moet betalen. Maar ro'n beste heer Verkoren, voor geen tachtig centen toe wensch ik een stère straatvuil te ontvangen! En ik ben daarom maar recht in mijn schik, dat er nog meuschen zyn, die voor het.goedje zestien stuivers over heb ben,'al zou ik als belastingschuldige, liever zien, dat ze stom ik bedoel slim genoeg warenom er achttien voor te besteden als van ouds. Een oogenblik heb ik er over ge dacht, of de qualiteit van ons straat vuil misschien ook minder was, dan vroeger. Ze vervalsclien tegenwoordig zoo veelMaar bij nadere beschouwing komt me dat toch minder waarschijn lijk voor," omdat naar bekend is, Haar lem nog de eenige stad is van het heele koninkrijk, waar iedereen liever zou sterven, dan iets verval sclien Burgemeester en Wethouders, die deze begrootiug gemaakt hebben, zien overigens de toekomst donker in tenminste wat het sterftecijfer be treft in 1898. Immers dc begrafenis tot de conclusie gekomen, dat haar eerste streven moest zyn een nieuwen aanbidder aan hare voeten te krijgen, zoo mogelyk nu geen arme klerk. En niet lang waren hare lonkjes en lachjes vergeefsch geweest. Een „fijne meneer", een dandy in optima lorma had verklaard niet. te kunnen leven zonder zyn liefenieed met. haar te deelen. En wanneer Marie zijne hartsf.cch- teii .ke. te,ere woorden hoorde,kon zij te vreden zyn. Eu als zij de gedistingeerd heid zijner manieren en de geestigheid zijner uonipliment.cn vergeleek bij de wijze, waarop Karei met haar placht om te gaan, viel die vergelijking by lange na niet teu voordeelc van den laatste uit Des te beter dacht Marie. Maar de dandy bleek niet de man te zijn dien hij scheen. En toen zy langzamerhand al de slechte eigen schappen leerde kennen van zyn ver dorven gemoed, en zij een blik sloeg ia liet diepst zijner ziel, kreeg zij een gevoel van walging voor hem, leerde zij zien, hoe veel lager hy stond dan Kavel ondanks zyn vergrijp. En het was liaar toen onmogelijk geworden nog langer omgang met hem te hebben. Zy verbrak de verloving. Het leven had haar ook iels geleerd. En, terwiji baar jeugd voorbijging en in haar hart ondanks de herinneringen aan hare vele jonge meisjesgenietin- geu toch een gevoel van leegte en on bevredigdheid achterbleef,zag zy klaar voor zich haar verworpen geluk, be greep zij volkomen hoe Karei zou zyn geweest, indien z,i hem niet ten kwade had geleid, werd het. haar bewust, wat een kahn leven aan zijn zyde had kunnen zijn. Het is een fraaie herfstdag. Yroo- lijk sehynt de zon en doet de veel kleurige tinten op boom en heester- schitteren in gouden gloed. Een man, netjes doch sober ge kleed wandelt door het bosch en slaat af en toe met, zyn stok door de gele bladeren, alsof zij de oorzaak waren van d aarscb ijn lijk sombere, gedachten, dn nem vervullen. Noch het verrukkelijk boschgezicht, noch de weinige voorbijgangers, vermogen zyu aandacht af te leiden. Zoozeer is hij in gedachten verdiept, dat hij de stem niet hoort, die be deesd liem aanspreekt. Luider herhaalt zich „Karei, kuu je me nog niet vergeven?" Dan ziet hij op, a's geëlectriseerd. Een gloeiend rood bedekt zijn wangen. Zij staat voor hem, die de oorzaak was van zijn droevig verleden. „Ook ik heb geleerd in 's levens strijd", herneemt, zij. „Ik weet, hoe ik je neb doen lijden, maar het, is voor altijd te laat om mijn sehuld aan je tc betalen Kunnen wij niet te zamen den levensweg gaan, elkaar steunend en schragend, en door elkanders fouten te verschoonen, het beste in ons op te wekken en aan te kweekeu Dan begrijpt hij, hoe diep het schuldbesef bij die vrouw moet wor telen, hoe warm hare liefde moet zijn, om die, alle vooroordeelen ter zijde stellend, aan te bieden. En hy drukt haar vast aan zich, en snikt.„Neen Marie, G-oddauk nog niet te laat. Nog kunnen wij op den middag van ons leven de zon van ge luk zoeken.. Te zamen, het verleden vergetend, slechts zorgen dat geen wolkje den helderen hemel van onzen levensavond zal verduisteren. En arm in arm. langzaam gaan twee mensehen, innig overtuigd dat met elkaar het geluk wel te vinden zal zyn en dat het verleden geen be letsel kan zyn voor hunne groote liefdedat zij gelouterd in strijd en moeite eikaar zullen begrypen en wederkeerig zoeken naar elkandersj beste neigingen des harten. L. P. v. d. B. rechten worden op f 9000.— geraamd, tegen f 8000.— in :t vorige jaar. Nu kunnen er aan die verhooging ver schillende uitleggingen worden gege ven. Misschien vei-wachten B. en W., dat er iu 1898 eindelyk wel eens een algemeen verlangen by de gegoeden zal ontstaan, om in 't dure Mauso leum te worden begraven; misschien meenen zy, dat nog wel de een en de aoder van het malle ik bedoel het smalle houten bruggetje over den Kruisweg naar beneden zal vallen (by sneeuw en yzel is daar voor een riante gelegenheid) of misschien hebben ze 'ook de juffrouw gesprokeu, dio dezer dagen ecu schrij ven richtte aau een der medewerkers van dit blad. Deze dame, moet men weten, had in haar nieuwe theeke teltje, dat met duinwater gevoed wordt, al ketelsteen opgemerkt en voorzag nu, dat wanneer na de ingebruikne ming van de gemeente-waterleiding byua ieder duinwater zou gebruiken, zich in veler maag en ingewanden ketelsteen vormen zou! Men moet niet denken, dat ik grappen maak integendeel, ik ben als altijd hoogst ernstig en dc brief over den ketel steen is een historisch feit. Maar wanneer ik nu Raadslid was, dan zou ik bij de behandeling van dc post begrafenisrechten het woord vragen en zeggen: „Meneer de voor- „zitter, B. en W. verwachten, dat we „op deze post. f 1000.— meer zullen „ontvangen, dan in 't voorgaande jaar. „Het gezag wil ik hooghouden, maar „in dit geval roep ik myne mede beden en u burgers van Haarlem, „op om deze begrootingspost te hel- „pen logenstraffen. Laat ons matig „en gezond leven, ons niet vertroete len, Bink beweging nemen en vooral „onze huid vaak in aanraking bren- Tot rapporteurs uit de Tweede Ka mer over Hoofdstuk Y (binnenland- sche zakeu) der fStaatsbegrooting zijn gekozen de bceren Vermeulen, Van Basten Batenburg, Nolens, Kerdijk en Mutsaers. Legaten. Wijlen de lieer Corver van Wessem te Zaandam heeft de voE-ende lega ten vermaakt aau de N.-H. Kerk (Westzyde) f 10,000, en wel f3000 aan de diaconie, f5000 aan liet wce- zenfonds en f:2000 aan de Kerk; aan de Lutberscbe Gemeente f2000; aan de IsraëlietiseliG Gemeente f 2000; aan de Prins Hendrik-stichting f 5000 aan de Lo.uisc-stichting f 3000aan liet doofstomroeniustituut ic Gronin gen, aan het gesticht te Rotterdam, het blindeninstituut te Amsterdam, het instituut voor volwassen blinden, Ned. Mettray eu de Maatschappij van Weldadigheid elk f 300. Aan de pachters vau wijlen den beer Corver van Wessem is één jaar vrije pacht' verleend. Dubbel© inbraak. In den Dacht van Woensdag op Donderdag te twee uur is te Naar- den in de~onmiddellijke nabijheid van Bussum ingebroken bij den lieer J. Toen de heer J. gerucht vernam en ging zien^waren dc dieven verdwenen, eenig klem zilver medenemende. Niet tevreden met den geringen buit be proefden zy, weder door middel van braak, hun geluk op eeu nabijliggeude villa van den heer N. De heer N. over viel de inbrekers en geraakte met een van ben aan bet worstelen. De andere riep toen „laufen" „laufen", waaraan door no. 2 onmiddellijk gevolg werd gegeven, zoodat het den lieer N. niet is mogen gelukken den dief te houden. Op de villa van den heer N. werd een gedeelte van het klein zilver van den heer J. gevonden. Het groote zilver vau den lieer N. is echter ver dwenen. De politie doet streng onderzoek. Nog wordt gemeld, dat de heer N. te Naarden door den hoofdcommis saris van politie te Amsterdam ont boden is -'ig zilver te komen zien, dat in Amsterdam in beslag ge nomen is en afkomstig kan zyu van den lieer N. Valsclie aangifte, Omtrent de moordgeschiedenis, die zich te Rotterdam of te Overschie zou hebben afgespeeld, verneemt men nog dat W. C. by het verhoor, dat hij Donderdagmiddag te Overschie onderging, gezegd zou hebben, dat de phafs in de Schie, welke hij had aangewezen en waar men den gan- schen dag gedregd had, niet de juiste plaats was. Voorts zeide hij, dat hij den vermoorde met een kogel gedood had, terwijl een vriend van hem hem met een mes in de borst zou gesto ken hebben. Op dat mes zou denaam van dien vriend staan, waarom hij dus de juiste plaats eerst zou aanwijzen, als hij zeker wist dat die vriend in veiligheid was. Men begint meer en meer te geloo- ven dat al zijne verhalen praatjes zijn. De „N. R. Ct. meldt: De aangehouden knaap W. A. Cla ris, Vrijdag van Overschie weder naar het politicbureau in de Lange Toreu- straat gebracht, bekende eindelijk Vrijdagavond, dat zijn geheel e moord- verhaal een verzinsel was. Als beweegreden gaf bij op, dat hij zyn naam bekend en berucht wilde maken, evenals de moordenaar Müller. In het water gereden. Donderdagmiddag wilden een drie tal personen, te Nieuwediep aange komen met de boot van Tessel, zich per vigelante naar het station bege ven. Het paard begon echter bij den afrit te steigeren met liet gevolg dat de koetsier cn twee der inzittenden j in de diepe haven terecht kwamen, i De koets kwam gelukkig terecht op I een der dikke trossen van een loods- kotter, waardoor ze niet geheel zonk. I Met uiterste krachtsinspanning. I mocht hctdenvc.'cu inmiddels toege schoten handen gelukken eerst den man on daarna de vrouw to redden door liet raampje der koets, terwijl de koetsier zwemmende den wal bereikte. Het paard werd later leven loos van onder de koets, te voorscliijn gehaald. Gezonken. Donderdag oninoet'e de Texelsche blazerschuit T. X. 152, schipper C. Du inker, 4 uren uit den wal, Z.Z.Ü. van den vuurtoren van Eieriand, de Belgische stoomtrawler O. E. 204, met de noodvlag op. Terstond zeilde schipper Duinker er heen en ver nam. dat wegens liet breken der machine de bodem van het vaartuig zoo lek was geslagen, dat men het niet kon bijhouden met de pompen. Er stond toen drie voet water in het schip. Duinker bleef zoolang op zyde, tot het vaartuig op 't punt van zinken was, nam toen de 10 op varenden aan boord en zeilde snel weg. Toen verdweeu eerst het ach terschip van den stoomtrawler onder water, waarbij de voorsteven eenige voeten uit de zee werd opgeheven. Daarna verdween de trawler geheel onder de zeeoppervlakte. Schipper Duinker verzorgde de geredden, zoo goed hij kon en bracht hen den volgenden nacht te Nieuwe diep binnen. Zonder' zijn hulp zou 't er met. de Belgische visschers slecht hebben uitgezien, omdat ze geen ander red dingsmiddel tot hun beschikking hadden, dan een zeer lekke roeiboot. Een welbesteed leven. De 70-jarige schipper van de red dingboot op West-Terschelling, Wil lem van Keulen, herdenkt 12 dezer den dag waarop hy voor 25 jaar in zijn betrekking werd aangesteld. Zes maal heeft hy in dien lyd inct de reddingboot dc ter dood gedoemde equipages geredzevenmaal deed hy dat met zijn eigen vaartuig, als de reddingboot, het wrak niet. kon Dade- ren; vijftienmaal deed hij vergeefsehe tochten met die boot en tweemaal weigerde de bemanning het schip te verlaten, schoon men ze later van de zeezijde moest redden. Meer dan 60 menschen heeft hij helpen behouden. De Duitsehe regeering vereerde hem een kostbaar gouden horloge; namens de regeering van Noorwegen werd hem een geschenk in geld overhandigd het hoofdbestuur der Reddingmaat schappij schouk hem tot tweemaal toe een vereerend diploma. En nog staat de man gereed om met vaste hand, scherp oog, groote zeemanschap en warme menschenliefue zynen zwaren plicht te vervullen. Lastige visckvrouwen. Het is twaalf uur, Vrijdagmiddag, op de visebmarkt t.e Rotterdam. Een aantal karren, gedeeltelijk leeg, ge deeltelijk mot visch gevuld, zyn iri bonte wanorde aau de ingangen ge plaatst, terwijl de vischvrouwen luid de gepleegde inbraak bespreken. Een hoofdagent nadert en ziet de karren, die volgens de politieverordening daar niet mogen worden opgesteld. De eerste de beste vrouw wordt op de overtre ding opmerkzaam gemaakt, en op be leefden toon wordt opruiming van de karren gevraagd. De vrouw zet baar handen in de heupen, kijkt den po litieman minachtend aan en zegt dat de afslager toestemming heeft verleend. De agent, antwoordt dat de politie hier alleen iets te zeggen heeft, en dat de afslager zicli alleen te be moeien heeft "met wat des afslagers is. Er ontspint zich nu een niet vriend schappelijk gesprek tusschen agent en visch vrouw, waarbij de laatste in krachtige taal betoogt, dat het dan „gen met koud water! Dan zullen we „de post van negenduizend misscliien „niet alleen terugbrengen op acht, „maar wellicht omlaag trekken naar „zevenduizend." Eu dan zou ik. mijn glas duinwa ter opheffende, willen uitroepen„Op Uwe gezondheid!!"" Een andere post willen B. en W. daarentegen verlaagd hebben, n.l. die van subsidie aan het Koloniaal Mu seum, met het oog op zijn gunstigen financieelen toestand. Ik kan me be grijpen, dat het Bestuur van het Mu séum daarover niet bijster gesticht zal wezen. Daar hebben we pas met ons zooveelduizenden de Koninginnen begroet, toen Hare Majesteiten naar het Koloniaal Museum gingen onze neuzen platgedrukt tegen het yzeren hek, in afwachting dat de Koninginnen weer terug zouden komenwe hebben daarbij tegen elkaar gezegddat Koloniaal Museum is toch maar ecu mooie instelling en Haarlem mag daar trotsch op wezen en na dat alles hooren we, dat B. en W. voortaan £reen duizend gulden meer aan het Koloniaal Museum wil len geven, doch maar vijfhonderd. Roem, maar geen duiten! Maar ik vraag u, hoe een Museum alleen van lof en glorie zou kunnen bestaan en zonder duiten Compleet is het nooit. Hoe grooter het wordt, des te meer blykt hoeveel er nog ontbreekt. En voor het aanschaffen is geld noodig. Maar dit alles weten B. en W. ook heel goed. Toch stellen zij de vermin dering voor wegens den gunstigen staat van de geldmiddelen van het Museum. De kas moet er dan wel byzonder goed bij staan eu zoo is aan Haarlems merkwaardigheden nog een toegevoegd: een Museum met een batig saldo! Er zijn anders niet veel vereeui- gingen met een batig saldo wel dozyneu, die jaarlijks te kort komeo. Misschien willen B. en W. hun die f 500 wel geven. Alleen moeten het vereenigingen zijn, die iets onder wijzen, wat. op de lagere scholen niet onderwezen wordt. Zoo is het stand punt van B. en W. Derhalve valt een cursus voor een fanfarekorps in de termen, want op een trom bone blazen leert men op de lagere school nog niet. Ook een rederij kerskamer komt in aanmerking, aangezien daar de uiterlijke welspre kendheid beoefend wordt, een vak dat ook op de lagere scholen niet -wordt bestudeerd, behalve (natuurlijk) door het onderwijzcud personeel. En zoo zijn er velen meer, met de opsomming waarvan ik unu maar niet zal vermoei en. Genoeg, omu gerust te stellen, dat die bezuinigde vijfhonderd guldentjes wel een andere bestemming zullen vinden "Wat kan het aauzicn van een stad en de „trek" naar «een bepaald sH gedeelte toch veranderen, lange jaren geledeu war' de historieschrijvers, hV" de ISpaarnwouderstraat' ten van |de gemeente 1 zijn dat nog heele nette, ,..'e bh'no bele buurten daar zal niets van zeggen, maar de hartader van de stad ligt" toch meer aan den anderen kant van de Groote Markt in dc straten waar dc paardentram door loopt en in dc Anegang. Lange jaren is de Nieuwe Gracht je fijne buurt geweest. Iemand die millioenen, laat ons zeggen tonnen in de wereld bezat, kon niet behoorlijk leven en sterven, dan op de Nieuwe maar beter is om van de markt een kerk te maken, nu visch daar blijk baar verboden waar is. De hoofdagent verwijdert zich een oogenblik. en van deze gelegenheid maakte de vrouw gebruik om den steeds aangrocini«ien kring van vischvrouwen en belang stellenden met de voortreffelijke hoe danigheden van dezen agent bekend te maken. Plotseling naderen vier agenten, een kort oogenblik van beraad, en dc or ders tót c .drainworden uitgedeeld. Niet opgevo1"1' men houdt zich aan de ver an den afslager „Weg ir yij s krijg je een be keuring!" I Een set 4 .adslaagd, en de vrouw am „dan maar een be keuring ou Zoo antwoo:\u de pen na do ander, sommigen voegen daar eenige liefelijk heden voor de agenten bij,'de moesten mompelen dat de commissaris wel ver standiger zijn zal. Slechts één vrouw gaf gehoor aan liet bevel der politie; het is een stok oud wijfje dat met behulp vau een klein meisje een kruiwagen voort sleept, „Door, roep je moeder!" zegt ze zenuwachtig, en wanneer de kleine te lang uitblijft, schreeuwt, ze zelf uit alle macht, „Leen! Leen! kom gauw, anders kryg je een bekeuring." En in tusschen doen de agenten niets dan namen opschrijven. (N. I?. Ct.) Sport esi Wedstrijden. Wielrijden. Do manager van Arthur Zimmer man n heeft aan den directeur van de baan van het „Pare (les Princes" te Parijs geseind, dat hij de voor zijn rijder gestelde condidities aanneemt. Zimmermann komt dus in'98 te Parijs, en zal dan na een afwezigheid van drie jaar weder op de baan ver schijnen. Onlangs werd te Nottingham het zoontje van een rywielfabrikant ver oordeeld wegens „furious riding". De agent, die het proces-verbaal opmaakte, verklaarde plechtig idat de jongen met een snelheid van 40 K.M. per uur ge- rden li ad. Den volgenden dag plaatste papa deze advertentie in de bladen „Wereldrecord zonder gangmakers (40 K.M. per uur op den weg) ge slagen door een J2-jarigen jongen op een.... rywiel. Tydopnemeragent Z. van Nottingham. Gehomologeerd en ingeschreven in de registers van het erechtshof dier stad op 5 Sept. '97." Cordang. Gordang is sedert Woensdag op het sportterrein te Maastricht aan 't trainen, om Zondag tegen Bovy in eeu 1Ó0 kilometerwédstryd uit te komen. Iu eeu onderhoud vertelde hij nog het eeu en ander over zijn 24 unrsrit te Londen. Toen by startte was hij zóó zeker van zijne zaak, dat bij, indien hy liet record van Hu ret niet zou verbete ren, geen honorarium verlangde. Geen enkel maal behoefde hij van wiel te verwisselen. Hij reed cene gearing vau 98'inches. De windvangers deden niet lang dienst. Zij bemoeielykten de gang- making. Hij zal voortaan niet vóór het 20ste uur er van gebruikmaken. Cordang is vol lof over de electrisehe triplet, die hem Zondag zal gang maken. Dezen winter zal de recordman zijn rust nemen. Hu gaat dus niet naar Amerika, zooals sommige dag bladen meldden. In Mei van 't volgende jaar zal hij zijn record nog eens onderhanden nemen en denkt "dan in een etmaal 1045—1050 K.M. te kunnen afleggen. Voorioopig blyft Cordang in Zuid- Limburg. Hij zal aan de uitnoodiging van de wielrijdersvereeniging Thor gehoor geven en Zendag 17 dezer te Gracht. Daar woonde wat men noemt de room van de room. En nu nog, uitgezonderd een paar tijdstippen nVt jaar waarop liet water allerlei raad selachtige geuren uitwasemt, is de Nieuwe Gracht ecu deftige, stille aris tocratische buurt gebléven, maar het is dat toch niet meerHet drukke, woelige leven heeft er zyn intrek genomen. Vlak by het strenge paleis van het hoofd dezer provincie Jieeft het kadaster zyn introk genomen, daar dicht by huist een flnancioele instel ling, een handelszaak en een huis of wat verder vestigt de Protestanten bond zyn bibliotheek cd misschien wel een naaisciiool op de Nieuwe Gracht een naaischool! Het absoluut deftige, wil ik maar zeggen, raakt op zoo'n manier van de buurt af. Het huist nog in de parken en op den Zylweg, hoewel ik voor mij liever op de Nieuwe Gracht zou wonen, dan op het zonderlinge mengsel van stadstraat- en landweg, dat de Zijlweg heet. Maar dat is eeu quaestie vaiL S', Intusschen ben waar over vijf heen zalwe- t .aar den kant lit geannexeerde) ónien naardenoord- tdan behoorlyk toegan- railsmisschien naar een kant, waar we het heelemaal niet verwach ten. Want en dit is een zoete troost voor eigenaars van afgelegen bouwgronden men kan nooit van te voren zeggen, waar op een zeker oogenblik de trek van 't publiek heen zal gaan. Bij leven en welzijn heeft dus iedereen een kansje! FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 6