ant.
J '-igeschie-
g fclerk op
geënga-
I [erin lag,
volstrekt
■geschied.
Karei zijn
kénneo.
ebt, eu die
r !tar zoo goed
Vtaan als een
van zyn dag-
.a denken over
.uk, hoe hij zoo
yen zou kunnen
kans had haar te
1 heel mooi en wel.
r~ pm aan.
.iet' maniertje om hem,
jVms by voorbeeld, zeer in-
^Hilteeren over fatsoen en
naar japon. Aan zyn öor-
aihtte zij hooge waardehjj
zoo'n goeden smaak, dat wist zij
wel, want by was zelf altijd zoo
.„chic" gekleed. l)it was wel een
beetje oVerdreven vau Marietje, want
Karei onderscheidde zich volstrekt
niet door wat men noemt „chique"
kleediug, integendeel hy was hoogst
eenvoudig.
Maar welk jongmenscli is er onge
voelig voor, door oeu meisje in ver
trouwen te worden geraadpleegd over
een costuum en daii op den koop toe
nog een complimentje te krygen over
eigen uitdossing
En dan Marie's gewild-boos ge
zichtje, als Karei eens voor een oogen
blik had opgehouden haar gedweeë
slaaf te zyn, die niet van haar zijde
week en in zijn blinden ijver nog veel
meer deed dan noodig was om het
Marietje zoo gemakkelijk en aange
naam mogelijk te maken!
Zoozi- T geraakte Karei onder de
beiooveiinu' dier lieftalligheden, dat
hij eindelyk een rendez-vous vroeg^
wat hem, na veel aarzeling en „durf
nietjes" werd toegestaan. Tot nu toe
was alles nog niet zoo heelemaal kwaad.
Maar het gevolg van een en
ander was, dat de etfectenklerk fop
zeer miniem salaris) zich verloofde
met een meisje, dat. hij ondervond
het maar al te spoedig alleen
leefde voor de pret. hoogst verkwis
tend was, en steeds meer van hem
eischte, dan zijn financiën toelieten.
En Karei?
Karei, die voor zich zelf de ge
personifieerde zuinigheid was, en
door zyn vrieuden voor „kaal" werd
uitgemaakt. Karei kon haar niets
weigeren, kocht haar zelfs uit eigen
beweging nu dit, dan dat, ging des
zomers alle Zondagen uitstapjes met
haar doen en sloeg des winters baast
geen enkele vermakelijkheid over.
Marietje was in haar element. Zij
hield wel van dat leventje, en ook
een beetje van Karei, hij bad oen
voldoend uiterlijk, en als alles maar
kon blijven, zooals het nu was, dan
was hij een beste jongen. Maar in
wendig lachte zij over hare steeds
aangroeiende macht over hem. Hij was
tocl: eigenlijk een dwaze sukkel
Het slot vau de geschiedenis was
te voorzien.
Karei sprong verder dan zyn stok
reikte, raakte in schuld en miste de
kracht zijn aangebeden Marietje iets
te weigeren. Hij was op een hellend
vlak, dat zeker tot zyn verderf voerde,
zoo 'zeker als de aarde wentelt om de
zon en om hare as.
Als hij maar een klein stootje kreeg,
viel by en stortte in den afgrond van
zyn zedelijken en maatschappelijken
ondergang.
Dat stootje was gekomen.
Een van Marie's vriendinnen was
opgetogen op het kransje verschenen
en bad, alvorens zich te ontdoen van
hoed en mantel met stralende oogen
een horloge te voorscliijn gehaald, dat
zy eenige dagen te voren op haar
Haarlemmer Halletjes
Een Zaterdagavondpraalje.
CCXCI.
De tegenstanders van gemeentelijke
exploitatie in het algemeen vinden in
de ontwerp-gemeente begrooting voor
het volgende jaar weer een speld,
waarmee ze de voorstanders kunnen
prikken. Daar staat namelijk in te
iezen, dat de ontvangsten voor haard-
asch, vuilnis enzoovoorts achthonderd
gulden lager worden •'>-aamd en de
uitgaven voor het o van haard-
ascfa, vuilnis enzo »p zeshon
derd gulden h<r dus een
verschil van i Nj -1 gulden
over een jaa
Dat de
behoeft q
wordt
daaricg .'ootere
opb v/gen de
rek- I IHoe
mee: /"IjsPjï 5R, vuilnis
en 'bescheiden-
lijk euuci ,u enzoovoorts
heb vereenigu, hoé grooter moet dan
toch ook de opbrengst wezen.
Welnu, ik heb de stukken van
dit en vau het vorige jaar bij elkan
der vergeleken en ben tot de conclusie
gekomen, dat de concurrentie het "m
doet. Er is een 'crack gekomen in
de markt van straatvuil, compost,
lompen, glas, ijzer, beenderen en an
dere delicatessen. Dacht u soms, dat
er alleen in de effecten, in het
graan, de katoen, suiker eu koffie-
daling mogelyk was Volstrekt niet.
'Iet straatvuil o. a., dat voor 1897 nog
.vmd kon worden op f'0.90 per
an nu niet hooger dan f 0.80
verjaardag gekregen had. Het werd
algemeen bewonderd, en de dames
verklaarden eenparig, dat het „snoe
zig" was.
Zy hadden nu allen een horloge
behalve Marie.
Marie liet echter totaal geen spijl
of afgunst merken, geen zweem er
van. Zij was niet moede in lof voor
het heerlyke voorwerp.
Die lieve. Marie
Maar Karei vernam behalve hare
diepe bewondering ook baar vurigen
wenscli naar 't bezit van zulk een
dierbaar kleinood. Eerst dood-ou-
sehuldige toespelingen, toen een
meer onbewimpeld uitgesproken ver
langen cn ten laatste had Marie
niet onduidelijk te kennen gege
ven, dat zij de «raarheid zijner
liefdesbetuigingen afhankelijk stelde
van zijn al of niet schenken van een
horloge. Tante, die Marie als klein
kind had opgenomen, tante kou liet.
niet missen.
En als Karei ook maar een klein
beetje van haar hield, zou hij niet
kunnen velen, dat hare vriendinnen
zooveel gelukkiger waren dan zy.
Karei was bezweken.
Hy kon zyn meisje niet ongeluk
kig zien, meende hy.
Een horloge zou zij hebben, dit had
hij reeds lang vastgesteld.
Trouwens, had zij ook geen recht dit
van hem te eischen Was het niet
zyn plicht haar te belooncn voor hare
trouwe liefde en leedcrheid
Maar, helaas, do middelen ontbra
ken. Zijn schuldeisehers dreigden
reeds den patroon in kennis te zullen
stellen van zyne verplichtingen, en
om dat gevaar af te wenden, moest hy
hun schier zijn geheele salaris laten.
En nu, laat het ons kort vertellen.
Marie's jaardag brak aan. Ais een
idée-fixe speelde hem het horloge door
't hoofd. Alle omstandigheden werk
ten mede: De patroon was eenige
dagen op reis, de boekhouder stond
in een nevenvertrek een klant te
woordde brandkast stond open.
Karei vergreep zich.
Niet alleen bet geld, benoodigd voor
't horloge, en om zyne schulden te
betalen. Neen, een ongekend gevoel
vau onbedwingbaren geldzucht, vau
onberedeneerde woede om den patroon
die zooveel had, terwyi hy met een
sober loontje zyne diensten betaald
zag, kwam over hem.
En als waanzinng werd hy door
ééne begeerte bebcerscht, en voelde
alleen het geluk van tc kunnen grab
belen in veel geld voor zijn meisje
te kunnen koopen, wat zy slechts
wenschte
Het duurde eenigen tyd eer het
feit op 't kantoor bekend werd, eer
men wist, wie de dader was.
De patroon ontsloeg hem en hield
uit medelijden de zaak geheim.
Maar nooit kon van der Dam naar
naar liet enige kantoor, waar hij tot
nog toe geweest was, verwijzen om
inlichtingen
Natuurlijk moest het engagement
worden afgebroken. Hij kon haar,
indien hij haar werkelijk liefhad niet
willen verbinden aan een jongmensch
zonder positie jen wiens vooruitzich
ten zoo twijfelachtig waren, schreef
Marie. Later, in betere dagen, wie
weet
Voor Karei braken betere dagen,
in den zin als Marie bedoelde, nooit
aan. Het was zoeken en verauderen,
totdat hij ten laatste op middel
baren leeftijd reeds een vaste be
trekking vónd, waaraan wel is waar
een zeer gering salaris verbonden was,
maar hij kon er van rondkomeu en
deinsde terug voor nieuwe sollicita
ties. Maar de harde levensles had hem
éên goede zaak gebrachtzijn karak
ter was gestaald, zijn beter ik krach
tig in hem ontwaakt, en zwaklieid
had hij niet meer gekend.
Marie had zich het geval niet erg
aangetrokken. Met een practischen
blik op de zaken was zij al spoedig
■worden getaxeerd. En dan klaagde
de hoofdopzichter verleden jaar nog
over de moeilijkheid om afzet te vin
den. Ik kan me dat wel begrijpen.
Verbeeld u, dat de chef van de rei
niging by my kwam en vroeg, of ik
ook een stère straatvuil in mijn tuin
kon bergen een tuintje van zes
meter lang en drie meter breed, waar
nog een fietshok afgaat, mitsgaders
een tuintje voor de kinderen en in
zonnige dagen ook wel eens wat
ruimte voor een droogrek zou ik
dan anders kunnen doen, dan den
lieer Verkoren smeeken, asjeblieft
naar mijn buurman te gaan En wat
zou ik wel zeggeu, wanneer hy me
zei, dat ik voor zoo'n stère straatvuil
nog tachtig cents moet betalen. Maar
ro'n beste heer Verkoren, voor geen
tachtig centen toe wensch ik een
stère straatvuil te ontvangen! En ik
ben daarom maar recht in mijn schik,
dat er nog meuschen zyn, die voor
het.goedje zestien stuivers over heb
ben,'al zou ik als belastingschuldige,
liever zien, dat ze stom ik bedoel
slim genoeg warenom er achttien
voor te besteden als van ouds.
Een oogenblik heb ik er over ge
dacht, of de qualiteit van ons straat
vuil misschien ook minder was, dan
vroeger.
Ze vervalsclien tegenwoordig zoo
veelMaar bij nadere beschouwing
komt me dat toch minder waarschijn
lijk voor," omdat naar bekend is, Haar
lem nog de eenige stad is van
het heele koninkrijk, waar iedereen
liever zou sterven, dan iets verval
sclien
Burgemeester en Wethouders, die
deze begrootiug gemaakt hebben, zien
overigens de toekomst donker in
tenminste wat het sterftecijfer be
treft in 1898. Immers dc begrafenis
tot de conclusie gekomen, dat haar
eerste streven moest zyn een nieuwen
aanbidder aan hare voeten te krijgen,
zoo mogelyk nu geen arme klerk.
En niet lang waren hare lonkjes en
lachjes vergeefsch geweest.
Een „fijne meneer", een dandy in
optima lorma had verklaard niet. te
kunnen leven zonder zyn liefenieed
met. haar te deelen.
En wanneer Marie zijne hartsf.cch-
teii .ke. te,ere woorden hoorde,kon zij te
vreden zyn. Eu als zij de gedistingeerd
heid zijner manieren en de geestigheid
zijner uonipliment.cn vergeleek bij de
wijze, waarop Karei met haar placht
om te gaan, viel die vergelijking by
lange na niet teu voordeelc van den
laatste uit
Des te beter dacht Marie.
Maar de dandy bleek niet de man
te zijn dien hij scheen. En toen zy
langzamerhand al de slechte eigen
schappen leerde kennen van zyn ver
dorven gemoed, en zij een blik sloeg
ia liet diepst zijner ziel, kreeg zij een
gevoel van walging voor hem, leerde
zij zien, hoe veel lager hy stond dan
Kavel ondanks zyn vergrijp.
En het was liaar toen onmogelijk
geworden nog langer omgang met hem
te hebben. Zy verbrak de verloving.
Het leven had haar ook iels geleerd.
En, terwiji baar jeugd voorbijging en in
haar hart ondanks de herinneringen
aan hare vele jonge meisjesgenietin-
geu toch een gevoel van leegte en on
bevredigdheid achterbleef,zag zy klaar
voor zich haar verworpen geluk, be
greep zij volkomen hoe Karei zou zyn
geweest, indien z,i hem niet ten kwade
had geleid, werd het. haar bewust,
wat een kahn leven aan zijn zyde
had kunnen zijn.
Het is een fraaie herfstdag. Yroo-
lijk sehynt de zon en doet de veel
kleurige tinten op boom en heester-
schitteren in gouden gloed.
Een man, netjes doch sober ge
kleed wandelt door het bosch en
slaat af en toe met, zyn stok door de
gele bladeren, alsof zij de oorzaak
waren van d aarscb ijn lijk sombere,
gedachten, dn nem vervullen. Noch
het verrukkelijk boschgezicht, noch
de weinige voorbijgangers, vermogen
zyu aandacht af te leiden.
Zoozeer is hij in gedachten verdiept,
dat hij de stem niet hoort, die be
deesd liem aanspreekt.
Luider herhaalt zich „Karei, kuu
je me nog niet vergeven?"
Dan ziet hij op, a's geëlectriseerd.
Een gloeiend rood bedekt zijn wangen.
Zij staat voor hem, die de oorzaak
was van zijn droevig verleden.
„Ook ik heb geleerd in 's levens
strijd", herneemt, zij. „Ik weet, hoe ik
je neb doen lijden, maar het, is voor
altijd te laat om mijn sehuld aan je
tc betalen Kunnen wij niet te zamen
den levensweg gaan, elkaar steunend
en schragend, en door elkanders fouten
te verschoonen, het beste in ons op
te wekken en aan te kweekeu
Dan begrijpt hij, hoe diep het
schuldbesef bij die vrouw moet wor
telen, hoe warm hare liefde moet zijn,
om die, alle vooroordeelen ter zijde
stellend, aan te bieden.
En hy drukt haar vast aan zich,
en snikt.„Neen Marie, G-oddauk nog
niet te laat. Nog kunnen wij op den
middag van ons leven de zon van ge
luk zoeken.. Te zamen, het verleden
vergetend, slechts zorgen dat geen
wolkje den helderen hemel van onzen
levensavond zal verduisteren.
En arm in arm. langzaam gaan
twee mensehen, innig overtuigd dat
met elkaar het geluk wel te vinden
zal zyn en dat het verleden geen be
letsel kan zyn voor hunne groote
liefdedat zij gelouterd in strijd en
moeite eikaar zullen begrypen en
wederkeerig zoeken naar elkandersj
beste neigingen des harten.
L. P. v. d. B.
rechten worden op f 9000.— geraamd,
tegen f 8000.— in :t vorige jaar. Nu
kunnen er aan die verhooging ver
schillende uitleggingen worden gege
ven. Misschien vei-wachten B. en W.,
dat er iu 1898 eindelyk wel eens een
algemeen verlangen by de gegoeden
zal ontstaan, om in 't dure Mauso
leum te worden begraven; misschien
meenen zy, dat nog wel de een en
de aoder van het malle ik bedoel
het smalle houten bruggetje over
den Kruisweg naar beneden zal
vallen (by sneeuw en yzel is daar
voor een riante gelegenheid) of
misschien hebben ze 'ook de juffrouw
gesprokeu, dio dezer dagen ecu schrij
ven richtte aau een der medewerkers
van dit blad. Deze dame, moet men
weten, had in haar nieuwe theeke
teltje, dat met duinwater gevoed wordt,
al ketelsteen opgemerkt en voorzag
nu, dat wanneer na de ingebruikne
ming van de gemeente-waterleiding
byua ieder duinwater zou gebruiken,
zich in veler maag en ingewanden
ketelsteen vormen zou! Men moet
niet denken, dat ik grappen maak
integendeel, ik ben als altijd hoogst
ernstig en dc brief over den ketel
steen is een historisch feit.
Maar wanneer ik nu Raadslid was,
dan zou ik bij de behandeling van dc
post begrafenisrechten het woord
vragen en zeggen: „Meneer de voor-
„zitter, B. en W. verwachten, dat we
„op deze post. f 1000.— meer zullen
„ontvangen, dan in 't voorgaande jaar.
„Het gezag wil ik hooghouden, maar
„in dit geval roep ik myne mede
beden en u burgers van Haarlem,
„op om deze begrootingspost te hel-
„pen logenstraffen. Laat ons matig
„en gezond leven, ons niet vertroete
len, Bink beweging nemen en vooral
„onze huid vaak in aanraking bren-
Tot rapporteurs uit de Tweede Ka
mer over Hoofdstuk Y (binnenland-
sche zakeu) der fStaatsbegrooting zijn
gekozen de bceren Vermeulen, Van
Basten Batenburg, Nolens, Kerdijk
en Mutsaers.
Legaten.
Wijlen de lieer Corver van Wessem
te Zaandam heeft de voE-ende lega
ten vermaakt aau de N.-H. Kerk
(Westzyde) f 10,000, en wel f3000
aan de diaconie, f5000 aan liet wce-
zenfonds en f:2000 aan de Kerk; aan
de Lutberscbe Gemeente f2000; aan
de IsraëlietiseliG Gemeente f 2000; aan
de Prins Hendrik-stichting f 5000
aan de Lo.uisc-stichting f 3000aan
liet doofstomroeniustituut ic Gronin
gen, aan het gesticht te Rotterdam,
het blindeninstituut te Amsterdam,
het instituut voor volwassen blinden,
Ned. Mettray eu de Maatschappij van
Weldadigheid elk f 300.
Aan de pachters vau wijlen den
beer Corver van Wessem is één jaar
vrije pacht' verleend.
Dubbel© inbraak.
In den Dacht van Woensdag op
Donderdag te twee uur is te Naar-
den in de~onmiddellijke nabijheid van
Bussum ingebroken bij den lieer J.
Toen de heer J. gerucht vernam en
ging zien^waren dc dieven verdwenen,
eenig klem zilver medenemende. Niet
tevreden met den geringen buit be
proefden zy, weder door middel van
braak, hun geluk op eeu nabijliggeude
villa van den heer N. De heer N. over
viel de inbrekers en geraakte met een
van ben aan bet worstelen. De andere
riep toen „laufen" „laufen", waaraan
door no. 2 onmiddellijk gevolg werd
gegeven, zoodat het den lieer N. niet
is mogen gelukken den dief te houden.
Op de villa van den heer N. werd
een gedeelte van het klein zilver van
den heer J. gevonden. Het groote
zilver vau den lieer N. is echter ver
dwenen.
De politie doet streng onderzoek.
Nog wordt gemeld, dat de heer N.
te Naarden door den hoofdcommis
saris van politie te Amsterdam ont
boden is -'ig zilver te komen
zien, dat in Amsterdam in beslag ge
nomen is en afkomstig kan zyu van
den lieer N.
Valsclie aangifte,
Omtrent de moordgeschiedenis, die
zich te Rotterdam of te Overschie
zou hebben afgespeeld, verneemt men
nog dat W. C. by het verhoor, dat
hij Donderdagmiddag te Overschie
onderging, gezegd zou hebben, dat
de phafs in de Schie, welke hij had
aangewezen en waar men den gan-
schen dag gedregd had, niet de juiste
plaats was. Voorts zeide hij, dat hij
den vermoorde met een kogel gedood
had, terwijl een vriend van hem hem
met een mes in de borst zou gesto
ken hebben. Op dat mes zou denaam
van dien vriend staan, waarom hij dus
de juiste plaats eerst zou aanwijzen,
als hij zeker wist dat die vriend in
veiligheid was.
Men begint meer en meer te geloo-
ven dat al zijne verhalen praatjes
zijn.
De „N. R. Ct. meldt:
De aangehouden knaap W. A. Cla
ris, Vrijdag van Overschie weder naar
het politicbureau in de Lange Toreu-
straat gebracht, bekende eindelijk
Vrijdagavond, dat zijn geheel e moord-
verhaal een verzinsel was.
Als beweegreden gaf bij op, dat
hij zyn naam bekend en berucht
wilde maken, evenals de moordenaar
Müller.
In het water gereden.
Donderdagmiddag wilden een drie
tal personen, te Nieuwediep aange
komen met de boot van Tessel, zich
per vigelante naar het station bege
ven. Het paard begon echter bij
den afrit te steigeren met liet gevolg
dat de koetsier cn twee der inzittenden
j in de diepe haven terecht kwamen,
i De koets kwam gelukkig terecht op
I een der dikke trossen van een loods-
kotter, waardoor ze niet geheel zonk.
I Met uiterste krachtsinspanning.
I mocht hctdenvc.'cu inmiddels toege
schoten handen gelukken eerst den
man on daarna de vrouw to redden
door liet raampje der koets, terwijl
de koetsier zwemmende den wal
bereikte. Het paard werd later leven
loos van onder de koets, te voorscliijn
gehaald.
Gezonken.
Donderdag oninoet'e de Texelsche
blazerschuit T. X. 152, schipper C.
Du inker, 4 uren uit den wal, Z.Z.Ü.
van den vuurtoren van Eieriand, de
Belgische stoomtrawler O. E. 204,
met de noodvlag op. Terstond zeilde
schipper Duinker er heen en ver
nam. dat wegens liet breken der
machine de bodem van het vaartuig
zoo lek was geslagen, dat men het
niet kon bijhouden met de pompen.
Er stond toen drie voet water in
het schip. Duinker bleef zoolang op
zyde, tot het vaartuig op 't punt
van zinken was, nam toen de 10 op
varenden aan boord en zeilde snel
weg. Toen verdweeu eerst het ach
terschip van den stoomtrawler onder
water, waarbij de voorsteven eenige
voeten uit de zee werd opgeheven.
Daarna verdween de trawler geheel
onder de zeeoppervlakte.
Schipper Duinker verzorgde de
geredden, zoo goed hij kon en bracht
hen den volgenden nacht te Nieuwe
diep binnen.
Zonder' zijn hulp zou 't er met. de
Belgische visschers slecht hebben
uitgezien, omdat ze geen ander red
dingsmiddel tot hun beschikking
hadden, dan een zeer lekke roeiboot.
Een welbesteed leven.
De 70-jarige schipper van de red
dingboot op West-Terschelling, Wil
lem van Keulen, herdenkt 12 dezer
den dag waarop hy voor 25 jaar in
zijn betrekking werd aangesteld. Zes
maal heeft hy in dien lyd inct de
reddingboot dc ter dood gedoemde
equipages geredzevenmaal deed hy
dat met zijn eigen vaartuig, als de
reddingboot, het wrak niet. kon Dade-
ren; vijftienmaal deed hij vergeefsehe
tochten met die boot en tweemaal
weigerde de bemanning het schip te
verlaten, schoon men ze later van de
zeezijde moest redden. Meer dan 60
menschen heeft hij helpen behouden.
De Duitsehe regeering vereerde hem
een kostbaar gouden horloge; namens
de regeering van Noorwegen werd hem
een geschenk in geld overhandigd
het hoofdbestuur der Reddingmaat
schappij schouk hem tot tweemaal toe
een vereerend diploma. En nog staat
de man gereed om met vaste hand,
scherp oog, groote zeemanschap en
warme menschenliefue zynen zwaren
plicht te vervullen.
Lastige visckvrouwen.
Het is twaalf uur, Vrijdagmiddag,
op de visebmarkt t.e Rotterdam. Een
aantal karren, gedeeltelijk leeg, ge
deeltelijk mot visch gevuld, zyn iri
bonte wanorde aau de ingangen ge
plaatst, terwijl de vischvrouwen luid
de gepleegde inbraak bespreken. Een
hoofdagent nadert en ziet de karren,
die volgens de politieverordening daar
niet mogen worden opgesteld. De eerste
de beste vrouw wordt op de overtre
ding opmerkzaam gemaakt, en op be
leefden toon wordt opruiming van de
karren gevraagd. De vrouw zet baar
handen in de heupen, kijkt den po
litieman minachtend aan en zegt dat de
afslager toestemming heeft verleend.
De agent, antwoordt dat de politie
hier alleen iets te zeggen heeft, en
dat de afslager zicli alleen te be
moeien heeft "met wat des afslagers is.
Er ontspint zich nu een niet vriend
schappelijk gesprek tusschen agent
en visch vrouw, waarbij de laatste in
krachtige taal betoogt, dat het dan
„gen met koud water! Dan zullen we
„de post van negenduizend misscliien
„niet alleen terugbrengen op acht,
„maar wellicht omlaag trekken naar
„zevenduizend."
Eu dan zou ik. mijn glas duinwa
ter opheffende, willen uitroepen„Op
Uwe gezondheid!!""
Een andere post willen B. en W.
daarentegen verlaagd hebben, n.l. die
van subsidie aan het Koloniaal Mu
seum, met het oog op zijn gunstigen
financieelen toestand. Ik kan me be
grijpen, dat het Bestuur van het Mu
séum daarover niet bijster gesticht zal
wezen. Daar hebben we pas met ons
zooveelduizenden de Koninginnen
begroet, toen Hare Majesteiten naar
het Koloniaal Museum gingen
onze neuzen platgedrukt tegen het
yzeren hek, in afwachting dat de
Koninginnen weer terug zouden
komenwe hebben daarbij tegen
elkaar gezegddat Koloniaal Museum
is toch maar ecu mooie instelling en
Haarlem mag daar trotsch op wezen
en na dat alles hooren we, dat B. en
W. voortaan £reen duizend gulden
meer aan het Koloniaal Museum wil
len geven, doch maar vijfhonderd.
Roem, maar geen duiten! Maar ik
vraag u, hoe een Museum alleen van
lof en glorie zou kunnen bestaan en
zonder duiten Compleet is het nooit.
Hoe grooter het wordt, des te meer
blykt hoeveel er nog ontbreekt. En
voor het aanschaffen is geld noodig.
Maar dit alles weten B. en W. ook
heel goed. Toch stellen zij de vermin
dering voor wegens den gunstigen
staat van de geldmiddelen van het
Museum. De kas moet er dan wel
byzonder goed bij staan eu zoo is
aan Haarlems merkwaardigheden nog
een toegevoegd: een Museum met
een batig saldo!
Er zijn anders niet veel vereeui-
gingen met een batig saldo wel
dozyneu, die jaarlijks te kort komeo.
Misschien willen B. en W. hun die
f 500 wel geven. Alleen moeten het
vereenigingen zijn, die iets onder
wijzen, wat. op de lagere scholen niet
onderwezen wordt. Zoo is het stand
punt van B. en W. Derhalve valt
een cursus voor een fanfarekorps
in de termen, want op een trom
bone blazen leert men op de lagere
school nog niet. Ook een rederij
kerskamer komt in aanmerking,
aangezien daar de uiterlijke welspre
kendheid beoefend wordt, een vak dat
ook op de lagere scholen niet -wordt
bestudeerd, behalve (natuurlijk) door
het onderwijzcud personeel. En zoo
zijn er velen meer, met de opsomming
waarvan ik unu maar niet zal vermoei
en. Genoeg, omu gerust te stellen, dat
die bezuinigde vijfhonderd guldentjes
wel een andere bestemming zullen
vinden
"Wat kan het aauzicn van een stad
en de „trek" naar «een bepaald sH
gedeelte toch veranderen,
lange jaren geledeu war'
de historieschrijvers, hV"
de ISpaarnwouderstraat'
ten van |de gemeente 1
zijn dat nog heele nette, ,..'e bh'no
bele buurten daar zal niets van
zeggen, maar de hartader van de stad
ligt" toch meer aan den anderen kant
van de Groote Markt in dc straten
waar dc paardentram door loopt en
in dc Anegang.
Lange jaren is de Nieuwe Gracht
je fijne buurt geweest. Iemand die
millioenen, laat ons zeggen tonnen in
de wereld bezat, kon niet behoorlijk
leven en sterven, dan op de Nieuwe
maar beter is om van de markt een
kerk te maken, nu visch daar blijk
baar verboden waar is. De hoofdagent
verwijdert zich een oogenblik. en van
deze gelegenheid maakte de vrouw
gebruik om den steeds aangrocini«ien
kring van vischvrouwen en belang
stellenden met de voortreffelijke hoe
danigheden van dezen agent bekend
te maken.
Plotseling naderen vier agenten, een
kort oogenblik van beraad, en dc or
ders tót c .drainworden uitgedeeld.
Niet opgevo1"1' men houdt zich
aan de ver an den afslager
„Weg ir yij s krijg je een be
keuring!" I
Een set 4 .adslaagd, en de
vrouw am „dan maar een be
keuring ou
Zoo antwoo:\u de pen na do ander,
sommigen voegen daar eenige liefelijk
heden voor de agenten bij,'de moesten
mompelen dat de commissaris wel ver
standiger zijn zal.
Slechts één vrouw gaf gehoor aan
liet bevel der politie; het is een stok
oud wijfje dat met behulp vau een
klein meisje een kruiwagen voort
sleept, „Door, roep je moeder!" zegt
ze zenuwachtig, en wanneer de kleine
te lang uitblijft, schreeuwt, ze zelf uit
alle macht, „Leen! Leen! kom gauw,
anders kryg je een bekeuring."
En in tusschen doen de agenten niets
dan namen opschrijven.
(N. I?. Ct.)
Sport esi Wedstrijden.
Wielrijden.
Do manager van Arthur Zimmer
man n heeft aan den directeur van de
baan van het „Pare (les Princes" te
Parijs geseind, dat hij de voor zijn
rijder gestelde condidities aanneemt.
Zimmermann komt dus in'98 te Parijs,
en zal dan na een afwezigheid van
drie jaar weder op de baan ver
schijnen.
Onlangs werd te Nottingham het
zoontje van een rywielfabrikant ver
oordeeld wegens „furious riding". De
agent, die het proces-verbaal opmaakte,
verklaarde plechtig idat de jongen met
een snelheid van 40 K.M. per uur ge-
rden li ad. Den volgenden dag plaatste
papa deze advertentie in de bladen
„Wereldrecord zonder gangmakers
(40 K.M. per uur op den weg) ge
slagen door een J2-jarigen jongen op
een.... rywiel. Tydopnemeragent Z.
van Nottingham. Gehomologeerd en
ingeschreven in de registers van het
erechtshof dier stad op 5 Sept. '97."
Cordang.
Gordang is sedert Woensdag op
het sportterrein te Maastricht aan 't
trainen, om Zondag tegen Bovy in
eeu 1Ó0 kilometerwédstryd uit te
komen.
Iu eeu onderhoud vertelde hij nog
het eeu en ander over zijn 24 unrsrit
te Londen.
Toen by startte was hij zóó zeker
van zijne zaak, dat bij, indien hy liet
record van Hu ret niet zou verbete
ren, geen honorarium verlangde. Geen
enkel maal behoefde hij van wiel te
verwisselen. Hij reed cene gearing vau
98'inches.
De windvangers deden niet lang
dienst. Zij bemoeielykten de gang-
making. Hij zal voortaan niet vóór
het 20ste uur er van gebruikmaken.
Cordang is vol lof over de electrisehe
triplet, die hem Zondag zal gang
maken.
Dezen winter zal de recordman
zijn rust nemen. Hu gaat dus niet
naar Amerika, zooals sommige dag
bladen meldden.
In Mei van 't volgende jaar zal
hij zijn record nog eens onderhanden
nemen en denkt "dan in een etmaal
1045—1050 K.M. te kunnen afleggen.
Voorioopig blyft Cordang in Zuid-
Limburg. Hij zal aan de uitnoodiging
van de wielrijdersvereeniging Thor
gehoor geven en Zendag 17 dezer te
Gracht. Daar woonde wat men noemt
de room van de room. En nu nog,
uitgezonderd een paar tijdstippen nVt
jaar waarop liet water allerlei raad
selachtige geuren uitwasemt, is de
Nieuwe Gracht ecu deftige, stille aris
tocratische buurt gebléven, maar het
is dat toch niet meerHet drukke,
woelige leven heeft er zyn intrek
genomen. Vlak by het strenge paleis
van het hoofd dezer provincie Jieeft
het kadaster zyn introk genomen, daar
dicht by huist een flnancioele instel
ling, een handelszaak en een huis of
wat verder vestigt de Protestanten
bond zyn bibliotheek cd misschien wel
een naaisciiool op de Nieuwe Gracht
een naaischool!
Het absoluut deftige, wil ik maar
zeggen, raakt op zoo'n manier van
de buurt af. Het huist nog in de
parken en op den Zylweg, hoewel ik
voor mij liever op de Nieuwe Gracht
zou wonen, dan op het zonderlinge
mengsel van stadstraat- en landweg,
dat de Zijlweg heet. Maar dat is eeu
quaestie vaiL S', Intusschen ben
waar over vijf
heen zalwe-
t .aar den kant
lit geannexeerde)
ónien naardenoord-
tdan behoorlyk toegan-
railsmisschien naar een kant,
waar we het heelemaal niet verwach
ten. Want en dit is een zoete
troost voor eigenaars van afgelegen
bouwgronden men kan nooit van
te voren zeggen, waar op een zeker
oogenblik de trek van 't publiek heen
zal gaan. Bij leven en welzijn heeft
dus iedereen een kansje!
FIDELIO.