strafgeding kannen herwinnen. Want daar meer dan overal elders, geldt voor haar het. woord van d'Augnesseau Plus ancien que la magistraturo, plus noble que la vertu, plus nécessaire que la justice." De moord te Rotterdam. De Berlijnsche correspondent der N. li. Ct. schrijft: De vermoorde Margarethe Hanne- mann heeft, terwijl zij in Holland woonde, met haar familie te Berlijn briefwisseling gehouden. Dit wordt eerst thans erkend door haar moeder, die aanvankelijk beweerd had niets van haar rampzalige dochter gehoord te hebben sedert deze met Müller heimelijk het land verlaten had. De brieven moeten hoofdzakelijk gewis seld zijn tusschen de vermoorde en haar zuster Anna, die hier bij haar ouders inwoonde. De oude Hannemann blijft bij zijn beweren, dat hy van de hecle briefwisseling niets afwist: de vrouwlui hadden het achter zijn rug om gedaan. In de brieven die Margarethe nog laatstelijk uit Rotterdam aan haar bloedverwanten schreef, moet er nooit sprake van geweest zijn, dat Müller zich tegenover haar onvriendelijk ge droeg, of door het een of ander aan leiding gaf om aan zijn verstandelijke vermogens te twijfelen. Het waren meest, korte brieven geweest, met be richten over Margarethe's gezond heidstoestand en de inrichting van haar huishouden; eens had zy een portret van haar kindje ingesloten, hetzelfde kindje dat óok door Müller op zoo afschuwelijke wijze vermoord werd. Juffrouiv Agnes-Müller, de vrouw van den moordenaar, zegt dat Müller, toen hij uit Engeland terugkwam, haar verteld heeft van zijn Verblijf in het gesticht daar te lande, maar hjj gaf voor dat het geen krankzin nigengesticht maar een ziekenhuis was, waar men hem had opgenomen nadat hij eens op straat (te Londen) een toeval had ge Kregen. Hy bad daar, vertelde hij, een pcos moeten blijven en op warme dagen in den kelder moeten werken, ofschoon hij zich weidra weer gezond had gevoeld. Maar men wilde hem niet eer laten vertrekken, want men was bang dat de warmte hem weer naar het hoofd zou slaan. Juffrouw Müller voegde er echter by, dat haar man wel eens meer dingen vertelde die later onwaar en verzonnen bleken te zijn. De Eisenbahnbetriebs-^ekretar Os kar Bernhardt, die in Mei 1893 na mens de familie schriftelijk en drin gend aan dr. Shaw in Banstead om inlichtingen verzocht over den gezond heidstoestand van den daar geïnter neerden Müller, is gehuwd met een zuster van Müller. Deze had hier zelf verteld dat de toevallen (waaraan bij voorgaf te lijden) het gevolg waren van een slag op het hoofd, door hem ontvangen op een van zyn overzeesche rondzwervingen. Maar in zijn omge ving is men éerder geneigd te geloo- ven dat hij door zijn ongeregelde levenswijze in zijn jeugd zijn gezond heid ondermijnd heeft,"ofschoon men geen stelligen grondslag heeft voor die meening. Een opstootje op Marken. Van het eiland Marken meldt men: Dezer dagen ontdekte de veehou der K. Kes. dat van een zijner koeieu een stuk van den staart was afge sneden. Het stuk werd door hem gevonden in een ander land. terwyl de koe hevig bloedde.-Was hier kwaad willigheid of wraakzucht in het spel? Men weet het nog niet, maar genoemde K. Kes gaf de zaak aan by den bur gemeester en deze deed dadelijk on derzoek. In eenige gegevens meende de burgemeester vrijheid te vinden, den vermoedelyken dader op het raad huis te laten komen om daar verhoord te worden. Dit kwam den ouders van den ver dachte ter oore en niet alleen zij, maar ook de buren en overburen en op het laatst alle, meest vrouwelijke, lvo- ners der geheele straat kwamen uit hunne huizen en maakten voor het raadhuis een verschrikkelijk leven en getier. De moeder van den in het verhoor genomen knaap viel voor het raadhuis van haar zelve en de andere buurvrou wen deden nu liaar best om de deur in te trappen en op hoogen toon de loslating van den knaap te eischen. De burgemeester stoorde zich echter niet en ging met zijn verboor door, liet daarop den knaap gaan en maande de nog altijd oproerige bevolking aan om ook kalmpjes naar huis te gaan. Hieraan werd dan ook langzamer hand gevolg gegeven. De menigte droop af en n og enkele groepjes school den zamen om 't. ongehoorde feit nog eens te bespreken, dat men een in woner van Marken in het verhoor durfde nemen en van zoo'n snoode misdaad te verdenken. Een grap. Het was na het uur, het gevrees de politieuur. Eenige gasten zaten nog rustig in een café, geen onraad vermoedende. Hij merkte dat en hij I wou een grap uithalen. „Klop, klop", klinkt het plotseling op de deur van 't bewuste café. „Wie is daar „De politie!" De politie! Fluisterend wordt het woord herhaald in de gelagkamer; vervolgens schuiven eenige stoeien zachtjes,' stilletjes, en dan gaat het holderdebolder door de achterdeur naar buiten, heilzoekend in de vlucht. Hij heeft ontzaglijk plezierneen, dat was wat mooi gelukt Wat ze liepen Hy verkneukelt zicb, daar binnen in de gelagkamer, in de ver moedelijke kronkelwegen en buitelin- j gen, die de vluchtelingen zullen maken. Jammer dat de pret zoo kort van duur wasWantdaar komt opeens de werkelijke politie en onze quasi- politieman komt in 't boekje. Wie 't laatst lacht enz. Aldus ge beurde 'tte Doenrade Zondag 1.1. (X. K.) Een tegenbezoek. Zooals men weet, was in de laatste dagen der nationale tentoonstelling te Dordrecht, de vroedschap van Oud- Antwerpen te gast by de vroedschap van Oud-Dordreeht. Deze laatste, daartoe uitgenoodigd, zal nu a. s. Zondag en Maandag een tegenbezoek brengen aan de vroedschap van Oud- Antwerpen, die voor bare gasten ver schillende uitspanningen beeft op touw gezet, welke ban het gemis eener tentoonstelling in Belgie's eerste koopstad zeker zullen ver goeden. 48 millioen borrels in één jaar. In 1893 bedroeg in de stad Gro ningen het verbruik van gedistilleerd fwyn en bier niet mede gerekend) ge middeld *27 liter per hoofd. De bere kening is crebaseerd op een gehalte van 35 pc. Dat maakte Groningen had toen 58554 inwoners een totaal verbruik van 16000 hectoliter gedis tilleerd. Als men nu aanneemt, dat uit 1 maatje 3 borrels worden geschon ken, komt men tot de conclusie, dat in het genoemde jaar in de vijfde stad van Neerland 48 millioen borrels zijn gedronken. Die borrels hebben ruim 2 millioen gulden gekost, en als men daarbij voegt 4 ton voor bier en 6 ton voor wijn uitgegeven, dan komt men tot de slotsom, dat de Groningers, de stad Groningen wel te verstaan, in 1893 ruim 3 millioen voor bedwelmende dranken hebben uitgegeven. Bovenstaande cijfers ontleent men aan een lezing, Donderdagavond te Groningen gehouden door dr. A. van der Heide, van Scherpenzeel. Pers Overzicht. Leerplicht. De Standaard wydde aan dit onder werp een tweetal artikelen. Daarin wordt betoogd, dat de vraag die aan de orde komt uitsluitend deze is: of de overheid al dan niet geroepen is, om onder poenale sanctie de ouders tot het nakomen van hunne verplich ting om hun kind te doen onderwij zen te dwingen. Ten aanzien dezer quaestie kan men verschillende stand punten innemen. De Stand, neemt dit standpunt indat de overheid ge roepen kan zyn, het weerloos kind tegen verwaarloozing van de zijde zyner ouders of voogden te beveili gen. Men poogt dan niet de opvoeding te regelen of over te nemen, maar bedoelt alleen bescherming van het verwaarloosde. Doch juist hieruit volgt dan ook, zegt het blad, dat er van een optreden der overheid ten deze alleen sprake kan zyn, als het feit der verwaarloozing is geconsta teerd. Hieruit volgt weer: le dat de overheid ten deze nooit dwang kan aandoen aan ouders by wie van ver waarloozing geen sprake is en 2e dat de overheidsdwang ten deze nooit het onderrecht krenken mag. Na dit op don voorgrond te hebben gesteld, zet de Stand, uiteen, dat er voor de ouders stoffelijke beletselen in den weg kunnen staan om bun kind ter school te doen gaan: maar dat er ook verhinderingen van zede- lijken aard kunnen zijn. Tn al die ge vallen is niet van verwaarloozing sprake. De overheid kan daarom al leen met dwang legen de ouders op treden en mag dit. indien het kind het slachtoffer blijkt te zyn van ge wetenloosheid, moedwil of verregaande slordigheid. Eerst als er physiek geen hindernis in den weg treedt, en mo reel geen conflict ontstaat, en noch tans het kind het slachtoffer zou worden van de hebzucht, de slordig heid of den onwil der ouders, dan rijst de vraagop wat wijs de over heid het alsdan buiten kijf verwaar loosde kind ook op dit gebied kan beschermen, zegt het blad tenslotte. Die vraag nu komt later aan de orde. Voorshands was het de Stand. alleen om het uitgangspunt te doen. Partijvorming. Het Centrum, bevat deze driestar „Dc (rad.) Nederlander verwacht een nieuwe partyvorming. Tot dusver kon men zich nog niet organiseeren om de sociale quaestie, maar de practijk zal daartoe dwin- fen, zegt de Nederlander, en het' lad vervolgt „Men zal zeker weldra toenadering zien tusschen de twee sociaal-demo craten, den vrijen socialist, denlaud- nationalisator on de radicalen. Deze zullen allengs gaan vormen een soort arbeiderspartij, bestaande dan uit de heeren Troelstra, Van Kol, Van der Zwaag, Stoffel, Ketelaar en Nolting." De Ned. is van oordeel, dat man nen als Tijdens, Kerdyk, Pynacker en anderen, op sociaal gebied met deze groep zullen medewerken en dat de democratische anti-rcvolutionnairen vaste voeling met haar zullen krygen. „In ieder geval voorzien wij," zegt het radicale orgaan, „dat de parle mentaire arbeid dezer vierjarige pe riode zal leiden tot de gezondere for matie, die het conservatief liberalisme uit zucht tot zelfbehoud steeds heeft tegengewerkt." Er steekt in deze profetie onge twijfeld veel wat waarschijnlijk is. Echter kan aanmerking worden ge maakt op de voorstelling als zouden de bovengenoemde socialisten en radi calen nu juist een soort arbeiderspartij moeten vormen. De werklieden-be langen vinden waarlijk in deze heeren niet hun eenige verdedigers. Zij wer den niet speciaal door werklieden af gevaardigd. En men moet nog af wachten, of zy inderdaad op praeti- sche wijze het welzijn der arbeiders klasse kunnen bevorderen. Nog op een ander punt verliest de Ned. de werkelijkheid te zeer uit het oog. In de liberale gelederen zyn onge twijfeld eeu zuivering en een nieuwe groepeering dringend noodigmaar wat de overige partijen betreft is de toestand zoo klaar en effen als men slechts wenschen kan. En waarom zouden byv. de anti- revolutionnairen zich moeten aanslui ten bij de zoogenaamde „arbeiders partij," waar zy hun eigen program hebben, met de sociale quaestie voorop De redactie van den Ned. heeft zich blijkbaar geheel en al laten be ïnvloeden door dc toestanden in de liberale party en daardoor te veel gegeneraliseerd." Koloniën. BATAVIA, 17 September. Men schrijft aan de J.-B. uit Ban doeng dd. 12 September: „Te Tjimabi zullen de kazernen voor het 16e bataljon infanterie, dat in Januari 1898 van Padang-Pand- jang alhier wordt verwacht, bytyds gereed komen. Hot 15e bataljon te Atjeb zal alsdan het 16e tePadang- Pandjang vervangen. „Men is nog altyd druk aan het bouwen te Tjimabi. Magazijnen, officierswoningen, de gebouwen voor de schietschool, die ook te Tjimabi zal worden gevestigd, kazernen voor de artillerie en cavalerie, de uitbrei ding der hospitaal-gebouwen tot een hospitaal der le klasse, een hotel enz. enz., dit alles moet nog tot stand worden gebracht. Tjimabi zal over een viertal jaren eene groote militaire stad. zyn, die niet als "andere kampe menten, gelijk dat te Magelang, ge worden is uit een reeds bestaande plaats, welke daardoor wederom een aanwas of uitbouw verkreeg, maar Tjimabi zal in Indië een specium zyn eener zelfstandig ontstane militaire stad, die verrees op eene sawab, bin nen een tijdsverloop van nog geen tien jaren. Een Amerikaanscn staal tje van energie en voortvarendheid voorzeker, a la Chicago. Het is na tuurlijk, dat zicb om de militaire kern der vestiging later ook de civiele bestanddeelen eener Europeescke sa menleving zullen aansluiten. Zuks zal het natuurlijk gevolg en verloop zijn dezer militaire vestiging en der omstandigheden. „Interessant voor Indië mag het heeten dat, naar ik cy myn bezoek aan Tjimabi vernam, ook eene wa terleiding dank zy den overvloed van levend water zoowel iu den Oost als in den Westmoesson voor huis houdelijk gebruik binnen de woningen, a la duinwaterleiding in patria, zal worden aangebracht. „Ook Bandoeng zal zich door Tji mabi uitbreiden, want hier zullen met de voltooiing van het kampement en als daarby beboorende, artillerie-ma gazijnen worden gebouwd. „De voorspelling dat in de naaste toe komst ook de bureau's van het de partement van oorlog naar Tjimabi zullen worden verplaatst, mag zeker niet ongegrond en gewaagd heeten. „Bij al "den grootschen aanleg van wat ik te Tjimabi weder zag, ver wonderde het mij, dat de kleine Pro- testantsche gemeente der Amboinee- zen van het halve bataljon niet in het bezit is van eeu eigen kerkge- bouwtje, hoe bescheiden slechts. Zij behelpt zicb voor hare godsdienst oefeningen in een lokaai der kazerne des bataljons, waar zy veel stoornis ondervindt door de dienstdoende mi litairen. De regeering heeft ten be hoeve dezer Protestantsche gemeente wel een iulaudschen prediker aange steld, doch haar geen kerkje toege staan. De Amboineezeu zyn trouwe kerkgangers en dc leiding en het toe zicht der godsdienstoefeningen be rusten in goede handen. De Amboi neezeu zijn ook kranige soldaten. Dat de regeering hun toone, datzy, rnilli- oenen bestedende aan de werken des oorlogs, ook welwillend eene kleinig heid over heeft voor de werken des vredesNog ééne zaak zou ik wen- schelijk achten voor de Amboineezeu vrykaartjes voor het traject met het spoor ten behoeve van hunne te Ban doeng schoolgaande kinderen. Dc abon nementskaarten toch ad fi 'smaands zijn den vaders nog te kostbaar. „De predikatie der Ambonsche Pro testantsche gemeente, die ik te Tjimabi bijwoonde, herinnerde mij aan een oud vaderlandsche preek, afgedeeld in de traditioneele voor-, tusschen- en slotstukken drie stralen Ook de tendenz der predikatie droeg eene sterke gelijkenis naar den preektrant uit onzen pruikentijd. De nietigheid des menschen, zyne aardsoh- en wormachtigheid traden sterk op den voorgrond, verdoemenis en zondigheid waren schering en inslagallesbehalve aanmoedigend en opwekkend. De pre diker was echter voor zijne toehoor dei's volkomen in de rol. Men schrijft aan het Bat. Nbld., naar aanleiding van de uit Padaag gekomen en in dat blad geplaatste aanbeveling tot exploitatie van het kwikzilver, dat de bodem der Hl Kotas in overvloed zou bevatten „Er is daar wel kwikzilver, maar niet voldoende. Ook zyn de vind plaatsen zóó afgelegen, dat een winst gevende exploitatie illusoir is. Dit was o. a. het geval inet een indertijd ont dekte kwikmyn in een vergeten hoek van de Bovenlanden, nabij de gren zen der K wan tan-districten. De heer Reinier D. Verbeek, die om zijn mijn- bouwkundige •xploiraties en exploi taties op Sumatra bekend is, had ver gunning gekregen, om de ontdekte kwikplaatsen aan een geologisch on derzoek te onderwerpen. Vergissen wij ons niet, dan was aan die ver gunning de toestemming verbonden, om die plaatsen voor exploitatie ge schikt te maken, mochten ze name lijk daartoe geschikt bevonden wor den. De heer Verbeek was echter ge noopt om, na geruime maanden aan bet werk te zijn geweest, met geringe resultaten huiswaarts te keeren. Af gescheiden toch van de primitieve communicatie-middelen, waarmode hy te worstelen bad, bleek dat de resul taten eener eventueele exploitatie hoogstens de kosten er van zonden kunnen dekken. De Maleiers, die de exploitatie van het kwikzilver in het klein beproefden, konden daarin by hard werken slechts een voldoend middel van bestaan vinden." Sport en Wedstrijden. Men deelt ons mede, dat voor de aanstaande groote wedstrijden te Roubaix, waar Eden en Protin el kaar o. a. weer zullen ontmoeten, de ryders Beisenherz, Mulder en Vrou- wes zyn ingeschreven. Onder de tal rijke inschrijvers komen verder de sedert kort te Amsterdam bekende rijders Weeck en Struth voor. Hardloopen. De looper Joh. L. Swets Jr. wil Zondag a. s. een record vestigen op den weg Amsterdam—Haarlem. Ver trek 1 uur van Café „Een honderd Roe" aan den Haarlemmerweg. Blussé. Wasser sport eindigt een verslag over de Franscho kampioenschaps- wedstryden, waarin Blussé is uitge komen, met de volgende woorden: „Blussé hat sich durch scine beiden Siege die Anerkennnng der französi- schen Ruderer in sportlicher Bezieh- ung ernmgen sein ritterliches Wesen die Art, wie er bei der Preisvertei- lung seinen Dank für die ihm dar- geboteneGastfreundschaft ausbrachte, werden ihm aber aucb in weitoren Kreisen dauernde Freundscbaft er- worben haben." RECHTSZAKEN. Wraking van een rechter. Vrijdag heeft zich iiet zeldzaam geval voorgedaan, dat wraking van een rechter is verlangd. En wel by de behandeling v^n de eerste ver volging, ingesteld op grond van het onlangs ingevoerd verbod der huizen van ontucht. Zulk een huis was in een „hotel" veranderd, en dc rechter zou nu de vraag hebben te booor- deelen, of in dit hotel in strijd met de nieuwe bepaling der politieveror dening was gehandeld. Alvorens het onderzoek voor den Amsterdamschen kantonrechter mr. L. G. J. van Ogtrop begon, vroeg de verdediger van den bekeurde wra king van "den rechter. En wel op grond van art. 321 van het Wet boek van Strafvordering, bepalende dat een rechter kan worden ge wraakt dat is ongeschikt geacht om over de zaak tè oordeelen indien hij „een schriftelijk advies over de zaak had uitgebracht". Mr. Van Ogtrop js namelijk ook lid van den Gemeenteraad en heeft als zoodanig op 1 Juni jl. medege werkt tot het vaststellen der ver bodsbepaling, en wel door vóór de aanneming te stemmen. Wel is dit niet een schriftelijk advies" geweest, doch volgens den verdediger ligt in de bedoeling der wet meer het sc- rieuse van een advies, dan het schrif telijke. De kantonrechter heeft, volgens de bepaling der wet voor zulk èen ge val, bet onderzoek der zaak geschorst en zal nu de schriftelijke acte van wraking met redenen omkleed, welke hem door den verdediger is ter hand gesteld, met zijn eigen schriftelijk advies onmiddellijk aan de rechtbank inzenden. De officier van justitie zal zijn conclusie over het geval hebben voor te dragen en dan volgt de uit spraak van de rechtbauk. Ingeval deze de wraking geldig verklaart, zal een der plaatsvervangende kan tonrechters ter berechting van de zaak moeten optreden. Hdbld. GEMENG0 NIEUWS., Een zonderlinge levensloop. Te Londen bespreekt men met groote belangstelling de geschiedenis van Catharine Coombes, die voor zich zelve de vrouwenquaestie praktisch oploste, door manuenkleeren aan te trekken, het ambacht van huisschil der te leeren, cn hierdoor gedurende 43 jaren in haar onderhoud te voor zien. Dat de bejaarde „schilder" als vrouw werd herkend, was het gevolg van de opneming van Mrs. ('oombes in het werkhuis van West Ham. Hier werd zij geïnterviewd door eene medewerkster van den Daily Tele graph. die haar vond in de eenvou dige kleeding van „hethuis',;blauwe japon, wit voorschoot en een mutsje op het kortgeknipte grijze haar. Mrs. Coombes is nog flink en vlug in baar bewegingenofschoon zy 63 jaar is, zou men haar nauw-elyks 50 jaar geven. Zy is niet groot van gestalte, maar haar stom is vo»r een vrouwe- stem ongewoon diep; zy heeft zich namelyk aangewend, steeds in de laagste tonen te spreken. Catherine Coombes is te Axbridg® in Somersetshire geboren. Hare ouders, i die welgestelde lieden waren, lieten haar eene goede opvoeding geven zn bezocht het „Ladies College" te Cheltenham, dat destijds voor een der boste meisjesscholen doorging. Een neef van haar, die onderwijzer was, wist haar over te halen tot een vroeg tijdig huwelyk, omdat hij meende, dat zij hem met haar kundigheden in zyn beroep behulpzaam zou kun nen zyn. Dit huwelijk was haar on geluk. Haar echtgenoot, was lui en brutaal en mishandelde haar zoo, dat zy besloot hem te verlaten en voor hem ieder spoor van haar bestaan uit te wisschen. In een bescheiden hötel te Birmingham verwisselde zij ongemerkt haar kleeding. Zij ver haarde zich eerst als leerling bij een huisschilder en verdiende 4 shillings in de week: daar zy even handig ais ijverig was, werd haar loon reeds na drie weken verhoogd, en ua enkele maanden kon zij ruim in haar be hoeften voorzien. Gedurende eenige jaren was zy meest in Yorkshire werkzaam en hielp menige patrici sche woning decoreeren. Later kwam zy in dienst van eene groote stoom vaartmaatschappij. en schilderde der tien jaren lang intérieurs" van kajui ten en hutten. Haar kameraden waren zeer onder den indruk van haar stille eenigszins teruggetrokken houding en noemden haar schertsend the Gentle man painter. In de nabijheid van Charley Wilson werd zelden eeu on vertogen woord geuit; wie het be proefde. kreeg van de medewerklie den dadelijk een waarschuwing„doe dat niet: Charley Wilson wil zoo iets niet hoorenl" Mrs. Coombes verdiende zooveel, dat zij een huisje kon betrekken bij de Victoria-dokken. Slechts bare moeder en eene nicht, die twee-en- twintig jaren lang haar huishouden deed, waren met haar geheim bekend. Na den dood van deze nicht ver volgde haar het ongeluk. Bij een val brak zij eenige ribben; zy kwam on der geneeskundige bekaudeling, maar wonderlijk genoeg werd haar sekse niet ondekt, evenmin als by een vroe gere gelegenheid, toen zij haar kn? - schijf had gebrokendestijds had de dokter alleen gezegd: „Ge hebt voor een man bijzonder kleine handen." Het gelukte Catherine niet meer werk te vinden en ten slotte bleef haar slechts over, in het werkhuis een toevlucht te zoeken. Na een leven van zooveel inspanning oti zelf- beheerscbing had zij waarlijk een beter lot verdiendE. H. Standvastig in de liefde. Maarschalk Pelissier was, naar de Revue bleue meedeelt, een zeer stand vastig minnaar. In 1819 bad liy met goed gevolg zyn examen gedaan en verkeerde hij dagelijks in het huis gezin van generaal L., wiens dochter hy steeds het hof maakte. Toen bij tot luitenant benoemd was, vroeg hy schuchter om de hand van mejuffrouw L. De generaal antwoordde, dat hy hem nog te jong vond, maar dat hy zijn aanzoek toch met genoegen had vernomen. Na negen jaar kwem Pe lissier weer te Parijs. Hij had den Spaanschen veldtocht medegemaakt, in de koninklijke garde gediend, in Mora met de Turken gestreden en zeide„Nu ben ik kapitein en draag ridderorden ben ik nu nog te jong De generaal wenschte hem geluk, maar" verklaarde tegelijk, dat zijn dochter, ofschoon hy haar niet onver schillig was, nog niet tot een huwe lyk kon besluiten. De kapitein ging nu naar Algiers en werd na ©enigen tijd luitenant-kolonel. Toen herhaalde hij zijn aanzoek. De generaal ontving hem met de grootste welwillendheidmaar hij kon nog niet besluiten. „Dan ga ik weer naar Algiers". „Ga maar, na uw te rugkeer zullen wy onze onderhande lingen weder voortzetten." In O ran blonk Pelissier door zyn dapperheid uit en daarna legde bij zijn degen als brigade-generaal aan de voeten van mej. L. „Uw roem verschrikt my", zeide zij. „De ge vechten roepen u. Gun my nog eeni- gen tijd om te bedenkenDe woede over dit antwoord liet Pelissier aan de Arabieren gevoelen en vier jaar later keerde by weder als gouverneur van Oran en divisie-generaal riaar haar, die hy zijne bruid noemde, te rug. Maar haar antwoord was weder eene verontschuldiging. De eeuwige vrijer werd weder gouverneur van Algiers en kreeg het grootkruis van het Legioen van Eer. Toen stierf generaal L., en ten ge volge der rouw moest zijn dochter het huwelyk weder uitstellen. Nu ging Pelissier in de plaats van Canrobert naar de Krim en bereikte daar het toppunt van zyn roem. En voor den laatsten keer gaat hij naar zyn geliefde en zegt; „Ik ben thans drie-en-zestig jaar oud, éu gedurende zes-cn-dertig jaar heb ik naar de eer gestreefd om een huwelyk met u aan te gaan. Ik ben als luitenant begonnen, en wensch nog even gaarne met u te huwen, nu ik "maarschalk van Frankrijk en her tog van Malakoff ben. Het zou nu misschien tyd zijn om een besluit te nemen!" Mej. L. antwoordde: „Lieve vriend, wanneer gy drie-en- zestig jaar oud zyt, ik ben ook zoo jong niet meer. Het gaat soms in het leven zonderling toe. Er was geen verstandige reden, die mij vroeger weerhield om uwen naam aan te ne men en men kan slechts mijn beslui teloosheid en die van mijn vader be treuren. Maar het wordt my nu moei lijk mijn levenswijze te veranderen. Ik zal ongehuwd blijven en geef u uw woord terug." Twee jaar later huwde de maar schalk, echter niet. zonder mejuffrouw L. om raad gevraagd te hebben, naar den wensch des Keizers met mejuf frouw Sophia de la Paniega, eene bloedverwante van Keizerin Eugenie. De Czarin-weduwe heeft aan haar ouders, de koning en koningin van Denemarken meegedeeld, dat de toe stand van grootvorst George zeer is vooruitgegaan. Hij kan zelf werken cn uitstapjes maken. Zelve blijft zij nog 14 dagen in de Kaukasus. Nieuw duel. Te St. Louis. Missouri, hebben twee wielrijders geduelleerd doorop de fiets tegen elkaar in te rijden. De ma chines werden vermorzeld en de rij ders raakten bewusteloos. Wie ge wonnen had, konden «le getuigen niet uitmaken. Maar aan do eer was voldaan. Sneeuw. Er is in de Alpen veel sneeuw ge vallen. De meeste toeristen-spoorwe gen zyn versperd, cn daarom is de dienst nu tevens maar voor dit sei zoen geëindigd. Ook de kudden zyn naar de dalen teruggebracht. Gele koorts. Aan boord van het I Iritsehe schip Medway, dat uit Barbados te Ply mouth is aangekomen, zyn twee rei zigers aan gele koorts overleden. Oplichters. Ken grondbezitter te Argenteuil, zekere Guerin, was met twee heeren overeengekomen hun zijne bezittingen voor 200.000 fres. te verkoopen. Toen de koopers hem betalen z«>1- n, op perde een hunner ecu of ar.-': e kleine ïnocielykheid. en stelde v dc zaak den volgenden dag haar beslagtege- ven. Midderwiil zouden zy eene cas sette met het bedrag in bankbiljetten in Gu« rm's brandkast sluiten en den sleutel meenemen. Laatstgenoemde werd uitgenoodigd om zijn eigen geld, etui 150.000 fres., ook in de cassette tc doen. Men nam afscheid cn de koopers versche nen niet meer. Guérin deed zijn brand kast openbreken cn vond in de cassette enkel waardeloos papier. De handige oplichters hadden zijn bankbriefjes bij liet bergen weggegoocheld. VARIA. Trek naar hel verbodene. Tourist (tot den waard van een Alpenhotel). Wel, is er langen tyd niemand iu den afgrond gestoft? Waard. - Neen, mijnheer. Ziet u, ik heb op den gevaarlijken weg geschreven: „Wandelweg" en bij den veiligen wandelweg „Verboden weg". Nu gaan ze allen den „verboden weg". Die óók nog. Hij. Nu heb je toch dien hoed van 30 gulden genomen, terwyl die van 20 gulden veel vlugger staat. Zij. Wees maar gerost, mannetje: dien heb ik óók genomen. Advertentie uit een Duitsch blad Leder die bewijzen kan, dat in mijn sago nadeelige stoffen aanwezig zijn, krygt gratis 5 pakken thuisgestuurd!" Niet met elkaar getrouwd. Zoo iets heb ik nog nooit gezien! riep iemand vol verbazing uit, toen hy op het perron van een 'station naar een heer en dame keek, die gestadig elkander voorbij wandelden, koud, on verschillig, als rnenschen die elkaar in het geheel niet kennen. Noen, maar kijk toch eens, bijna rakelings gaan ze elkaar voorbij. En die menschen zijn getrouwd zeg je Ja. Neen, nu nog mooier. Kijk zy haar hoofd eens omdraaien, nu hy weer komt aanwandelen. Wonen ze bier in de stad Ja. En geeft dat geen schandaal? Heeleraaal niet. --Nu als jy het me niet zei, zou ik het iiiet kunnen gelooven dat die twee getrouwd zyn. Ja, maar ze zyn niet met elkaar getrouwd! De pocher betrapt. Een pocher zat op te snijden over Parys, waar hy eenige weken had doorgebracht. Hij had cr dingen ge zien, van welke andoren nooit hadden gehoord. Maar liy had ook een cice rone gehadeen puikeEen Pary- zenaar pur sang Eensklaps vroeg hem een bezadigd heer uit het gezelschap tusschen twee trekjes aan zyn pijp: Heb je Chateaubriand óók ge zien De verteller hield even opkeek naar de zoldering, alsof hij zyn geheu gen raadpleegde en antwoordde: Neen. ik ben wel bij bem ge weest, maar bij was uit. Welke os? In Hannover werd onlangs een dépêche aangeboden, die woordelijk luidde: „Veehandelaar M. te Maag denburg. „Morgen alle varkens, aan het station; wacht u ook. Kom eerst morgen, want de personentrein neemt geen ossen mede. Slechte rnarkt Prijs* rundvee gestegen, profiteer er van. Als je ossen behoeft, denk aan mij."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 7