weede Editie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. FEUILLETON. PRINS BORGENSKY. 15e Jaargang. Dinsdap 19 October 1897, Nu 4387 HAARLEM'S DABBLAD AsoisnsrHnvcEnsrTSFi&iJ'S: Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afeonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post$.37 Directeur-Uitgever AXiYBBTiaTTTÜ'N': 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat (4. Haarlem. Telefoonnummer f22. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicité Etramgére G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESSucc.Parijs 31bis Ferxboarg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN bet Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels ;"Q,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0.30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn I'eisen, W. J. RUIJTER Beverwijk, J. HOORNS Bloemendaal, Sandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZand voort, G. ZWEMMER; TS; HiüegomARTE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. den Uitgever J. C. PEERE- )M is verschenen arlemsche Schetsen en Teekeningen van P. v. Loop, bijschriften van Fidelio. jecartonneerd f 1.—. oorhanden bp de navolgende Boek- lelaars hier ter stede N. MUL. J. van der WILK. E HAAN en ZOON. RVEN LOOSJES. EBR. VAN BREDERODE. KUIPERS. rma J. F. van DOBBEN. van CITTERT ZONEN, et Haarlemsch Advertentieblad 7 September j,l. zegt van deze jve o. a.: )e schetsen zijnde Vleeschhal Meijerde Orgeldraaier, Na Haarlenische Kermis, de Haar che Paar denloterij, de Man met Baardonze Bouwverordening angstig oogenblik, Een lastig od, De Politie op het Bijwiél. mmigen der schetsen bevatten reilen, waarvan enkele geslaagd en heeten. dan verder h bijschriften, soms wat moraal verbalenden vorm, soms geestig, wat ingehouden met iets van zou wel durven, maar ik wil zijn wél waard als toelichting schetsen gelezen te worden. Hicieele Berichten. orgemeester en, Wethouders van irlem, oen te weten, dat hij hunne be kking van 7 Oct j.l. aan Joh. iraekamp vergunning is verleend oprichting van eene smederij met uotor in het perceel aan de Gr. tstraat no. 111. 'aarlem, 16 Oct 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, BOREEL. De Secretaris, J. W. van BILDERÈEEK. L. S. 'olitiek Overzicht. e Daily News meldt, op giond een bericht van den eorrespon- te Weenen, dat aan graaf Badeni voornemen wordt toegeschreven tdaags zijn ontslag te vragen als te-minister in Oostenrijk, n verwondering zou dit niet baren. Wij hebben den laatsten tijd genoeg' geboord van de stormachtige verga deringen in de Kamer van Afgevaar digden te Weenen om te beseffen hoe onaangenaam de positie van een eerste- minister daar moet zijn, vooral wan neer by niet kan steunen op eene sterke sympathie van de regeerings- partij. Het kan niet uitblijven als men een hooge positie bekleedt, dat men van de zijde zijner opposanten steeds onaan genaamheden te wachten heeft. Dit is ook het geval met dr. Leyds, den transvaalschen staatssecretaris. Nu weer wordt gemeld, dat de beschul digingen door bladen uit Kaapstad en Johannesburg tegen hem en andere regeeringspersonen geuit een zooda nig karakter hebben, dat Leyds, die ze verre van zich heeft geworpen, tot vervolging zal overgaan. Te Kim Deny tracht men Galis we, het onlangs gevangen genomen op standige opperhoofd uit Betsjoeana- land, aan te zetten tot de beschuldi ging, dat Transvaalsche ambtenaren hem zouden hebben aangemoedigd tot het oproermaken. In Swaziland zijn de inboorlingen opgehitst tegen de Transvaalsche regeering. Dit heeft te Bloemfontein en te Pretoria en onder de Afrikaanders in het algemeen een smartelijken indruk gemaakt, want de Afrikaanders zien daarin blanken met kleurlingen intrigeeren tegen an dere blanken. Een agent van Reuter heeft een Engelschman te Havana, die goed op de hoogte is van de toestanden op Cuba, geïnterviewd over de positie van Spanje ten opzichte van den op stand. "Volgens den Engelschman is de toestand voor Spanje hopeloos. In geen enkele provincie van Cuba, schrijft deze berichtgever, heerscht rust. Integendeel, de zaken staan slechter dan twee jaar geleden. De opstandelingen zijn sterker, beter ge wapend en beter geoefend dan twee jaar geleden, en van de Spanjaarden liggen 30,000 man in de hospitalen, alleen te Havana. Het is de gele koorts, en niet de vijand, die zooveel Spaansche soldaten buiten gevecht heeft gesteld. Merkwaardige staaltjes van bruta liteit van de opstandelingen en van slappe oorlogvoering door de Span jaarden deelt de correspondent mede. Eenige maanden geleden drongen 300 a 400 Cubanen een voorstad van Havana binnen en hielden verschei dene uren de straten bezet. Op het grondgebied van de stad wera on langs een brug ondermijnd, vlak hij een der forten van generaal Weyler. In de buurt van een Spaansch blok huis schoten de opstandelingen op een trein, enz. En daartegenover de bewering dat de Spanjaarden, wanneer zij uitgaan op een tocht, gewoonlijk zorgen des avonds voor het eten weer thuis te zijn. De soldaten zijn grootendeels tusschen de 18 en 25 jaar oud en worden zonder eenige oefening naar het binnenland gezonden. Dit alles is de schuld der Vereenigde Staten, zegt deze Engelschman. In den beginne zou de opstand in drie maanden tjjds onderdrukt zijn, wan neer de Amerikanen de opstandelin gen niet zedelijk en stoffelijk hadden En de toekomst? De Cubanen roe pen om onafhankelijkheid. De zaak gelastigde van de „Cubaansche Re publiek" te Londen, de heer José Zayas, zeide dezer dagen aan een interviewerDe oorlog kan geen 12 maanden meer duren. Wjj weigeren autonomie. „De onafhankelijk of sterven" is onze lens. Daartegenover beweert Reuter's berichtgever, dat geen vertrouwen zou heerschen in eenige Cubaansche regeering. De Yereenigde Staten zou den de bescherming van het eiland op zich moeten nemen. STADSNIEU WS. eerste en tweede pagina. Haarlem, 18 Oei 1897. Door de Haarlemsche Bachveree- niging worden in dit seizoen zes concerten gegeven, waarbij als solis ten zullen optreden de neeren A. Silati uit Leipzig, piano, W. Bur- mester uit Weimar, viool, E. Risler uit Parijs, piano, A. Serato uit Mi laan, viool, en de dames C. Landi uit Leipzig, alt en R. Ettingen uit sopraan. De herfst heeft ons nog een zomer dag gegeven, 't Was Zondag een temperatuur als in Juli en de wan delaar had zich kunnen verbeelden dat we die maand nog hadden, wan neer niet het gebruinde gebladerte er geweest was en aan den horizon de eigenaardige blauwe herfstnevel. als een dunne sluier van weemoed han gende over het rrooljjke gezicht der natuur. Er werd veel gewandeld, misschien nóg drakker gefietst, ja er werd nog in open rijtuigen getoerd. Langs de Leidschevaart staken tal van made liefjes de kopjes nog omhoog en in den zachten wind, onder het volle schijnsel van de waarlijk nog warme zon, moet menigeen een gevoel van dankbaarheid hebben gehad voor deze heerlijke toegift op den vervlogen zomer. Haarlem-Zandvoort Spoorweg Maatschappij. Maand Juni 1897. Opbrengst reizigers f 9556.26 idem goederen 1218.395 idem diversen 94.27 lang van het gemeenebest. Dat is ge- verband met de daling die de hoofd schied, beter dan ik het zon vermogen. I som der kohieren heeft ondergaan En daarom nog slechts eenige per- op zich zelf reeds tot verhooging van soonlijke herinneringen aan de beide het aantal opcenten, het bepaak! sub Staatslieden wier namen ik Teerst art. 12D van laatstgenoemde De opvoering door het gezelschap Prot in de groote zaal der Socië teit Yereeniging van de operette Hurry-Hurry heeft Zondagavond veel succes gehad. De zaal was zeer vol. Heden, Maandagavond, wordt naar men weet, hetzelfde stuk vertoond voor de leden en hnnne dames. Ook dan zal er veel publiek wezen. De operette beantwoordt volkomen aan haren naam; de opzet van de historie, de vergissingen en ver wisselingen die erin voorkomen, maken het tot een echte „hurrie". Intusschen geeft het zich ook niet uit voor hooge kunst, maar enkel voor lachsucces en dat is het, dank vooral aan de mede werking van mevrouw Buderman- van Djjk en van mevrouw Albregt. Haarlemsche Tooneelclub D. I. N. D. U Zaterdagavond te tien uur gaf deze Tooneelvereeniging wier le den, daar zjj bakkersgezellen zjjn niet vroeger kunnen bijeenkomen in de groote zaal van „Felix Favore" hare eerste uitvoering. De zaal was niet zoo heel druk bezochtmaar zy die verzuimden of verhinderd waren op te komen, hebben heel wat ge mist. Het spel toch mocht vrjj goed worden genoemd. De tooneelclub kwam met twee tooneelstukies voor den dag „De Wees uit bet gebergte' drama in vier bedrijven en „Dirk Nergens thuis", blyspel in éen be- drjjf. Met beide behaalde de Too neelclub heel wat toejuichingen, die inderdaad ook waren verdiend. Met een bal werd de avond besloten. Tezamen f 10868.926 Per dag en per kilometer f 42.62. De heer Joh. L. Swets Jr. uit Amsterdam heeft gisteren, Zondag, het record Amsterdam—Haarlem en terug trachten te verbeteren. Dit lid van ae Athletenclub had gedacht den weg binnen 2 uar 45 min. af te leg gen, en het is hem ook gelukt. Hjj deed er over 2 uur 34 min. en 48 sec.vertrekkende van het café „Een honderd roe" aan den Haarlemmer weg. Wanneer men weet. dat gewoon lijk over den weg naar Amsterdam heen en terug 5 uur wordt gedaan, kan men eenigszins nagaan de snel heid, waarmede de heer Swets heeft geloopen. noemdeHeemskerk en v. d. Hoeven. Het is een zonderlinge beschikking dat deze mannen elkander zoo snel in den dood zijn gevolgd. Zij waren neven en tegenstanders in de po litiek. En van aer Hoeven sprak eens in de Kamer van „het bijeengeraapte kabinet-Heemskerk." Maar zij waren vrienden, zooals mannen van tegen overgestelde overtuiging elkander waardeeren kunnen. Naast punten van overeenkomst— beiden waren klein van stuk, beiden hadden vrjj sterk geteekende gelaats trekken, beiden waren hulpvaardige, vriendelijke menschen stonden groote verschillen. Heemskerk is nim mer geweest een man van scherp be- lynde politieke beginselen, v. d. Hoe- ven's politiek was er een uit éen stuk. Heemskerk sprak vrij slecht en zacht soms onhoorbaarv. d. Hoeven was een uitmuntend redenaar met een groot geluid, geheel in ling met zijn kléine figuur. Die zekere onvastheid, die in Heemskerk den staatsman kenmerkte, schijt ook in zijn particulier leven den minder zelfstandigen mensch te hebben gevormd. Hy rookte byv. nimmer in zyn woning, waar rooken door de vrouw des huizes streng verboden was hy ging daartoe na den eten naai- de „Wittewaar men hem op de leeskamer kon vinden, met een„kleintje" koffie. Hij bleef tot oh hoogen leeftijd jeugdig in zyn gewoonten, jeugdig van harte blijk baar ook een eigenschap die te benijden is, al voert zy ook een en kele maal den bezitter wat verder van den huiselijken haard dan strikt genomen wel goed is. En zoo men van Heemskerk mis schien niet kan spreken als van „een groot man" het enkele feit, dat hjj driemaal geroepen werd een ka- binet te formeeren, stempelt hem tot een man van beteekenism de historie des lands. Thans kom ik tot de gemeentelijke geschiedenis, histoire contemporaine. Een geschiedenis met een bijsmaakje, omdat er van belastingverhooging sprake is. Bij het onderzoek der gemeente-be grooting in de afdeelingen van den gemeenteraad is natuurlijk gevraagd waar de voorgestelde verhooging der opcenten op het personeel en van den Yan stellig meer dan Haagsch be-1 hoofdelijken omslag vandaan kwam? lang is het overlijden van een drietal I Het antwoord luidt woordelijk mannen tot wie gansch de natie met „Waarin de aanhef van de Mem. eerbied opzagHeemskerk, des Amo- van Toel. wordt gesproken van „wjj- rie van der Hoeven, de Vos vanzigingen in de belastingwetten ge- Steenwjjk, een drietal staatslieden van1 bracht" hebben B. en W. 't ook niet wie in waarheid kan worden getuigd: alleen op de wet tot regeling der qu'ils ont bien mérité de la patrie. personeele belasting, maar ook op de De Pers, het dagblad heeft menig- j wet tot regeling der financieele ver maal de taak te vervullen van de houding tusschen het Rijk en de ge- klok in Schiller's wereldberoemd lied: meenten en herziening der algemeene mortuos plango. Ook zy heeft de I regelen ten aanzien der plaatselijke dooden te beweenen. Maar zij heeft I belastingen. vooral waar't groote burgers van den „Leidt toch, wil men uit opcentenvllu gwunom,, Staat geldt, recht te doen wederva- j hetzelfde bedrag blijven ontleenen,1901 van kracht de vigeerende ver ren aan hun verdiensten in het be- invoering van eerstgenoemde wet in1 ordening. Maar hoe komen B. en W. BINNENLAND. HAAGSCHE BRIEVEN. Een mijner collega's klaagt in zijn brief van heden, dat er zoo weinig nieuws is, als men het essentieel Haagsche niet mederekent. Nu, dat is volkomen waar, maar ik meen, dat een Haagsch briefschrijver juist zou te kort komen, indien hij verzuimde te melden wat belangrijk is voor de stad, waaruit hy schrijft. t de regeling van de progressie \;m het aantal opcenten boven de 50) is oor zaak dat dit aantal nog hooger moet worden gesteld dan anders het geval zou zyn. „Voorts mag niet uit het oog wor den verloren, dat overeenkomstig de voorschriften, vervat in de wet van 24 Mei 1897 by art. 2 der verorde ning op den hoofdelyken omslag door den Raad vastgesteld, is bepaald dat van het vereenigd bedrag van het in komen volgens ae aangegeven grond slagen verkregen voor de berekening der belasting f200, wordt afge trokken (hetgeen alleen gerekend naar het getal primitieve aanslagen over 1897 ad 17170 reeds een verminde ring in het belastbaar inkomen geeft van 17170 maal f 200 is f 3.434.000— „Ten slotte zij herinnerd dat door de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal niet is tegemoet gekomen aan de bezwaren tegen art. 11E (aanslag bü tijdelijk verblijf) van het gewijzigd ontwerp van wet tot regeling der financieele verhouding tusschen het Rjjk en de gemeenten on herziening der algemeene regelen ten aanzien der plaatselijke belastingen, door den Raad ingebracht." Vervolgens vroeg men een verkla ring van de cijfers en kreeg tot be scheid „De voorgestelde ramingen, waar mede dc Commissie voor ae gemeen- tefinanciën zich heeft vereenigd, zijn gegrondwat betreft den hoofdelijken omslag op de opbrengst van het voor gaande jaar in verhand met de laatst bekende kohieren, waarbij tevens reke ning moest worden gehouden met den aftrek ad f200,— hierboven vermeld en met het wegvallen van enkele klassen van de taoellen, vervat in art. 3 der vigeerende verordening op den hoofdelyken omslag, en wat betreft de opcenten op het personeel op de vermoedelijke hoofdsom der kohieren over 1897, berekend volgens de by het indienen dor begrooting bekende gegevens en met inachtneming van een progressie, als bedoeld bij het nieuwe art. 247 dev gemeentewet. Intusschen blijkt thans,dat bedoelde hoofdsom een hooger cijfer bereikt dan waarop bij het indienen der be- footing kon worden gerekend, zoodat en W.. in overeenstemming met de commissie van bijstand thans voor stellen, de opbrengst van 100 opcenten uit te trekken op f 865,000. In verband met het bovenstaande wordt tevens door B. en W. voorge steld, den hoofdelyken omslag te heffen naar een percentage van 3 pCt. in stede van 3,2 pCt. In deze financieele beschouwingen is éen ding onduidelijk en éen duide lijk. Sedert de wet van 24 Mei 1897 in werking trad, is de verordening op den hoofdelyken omslag niet herzien. Tenzy dit geschiedt, blijft dus tot Bewerkt naar hei Engelech.) HOOFDSTUK V. Een wreeds wraakneming. ^ta toch stil 1" zeide hy, toen wij een goed eind van ePommiersstraat" hadden afgelegd. „Wjj zijn nu ver Er is geen gevaar meer en we behoeven ons niet zoo te haasten. Wy moeten nog een heel eind •en, want wy zullen in dit gedeelte van Londen i^cab" kunnen krygen." ri) sloegen de richting in van het kwartier „des Mi es". De straten waren verlaten. Wy ontmoetten al- een poiltieagent, die niets zeide, toen hy ons zag. keek ons nieuwsgierig na, zeker veronderstellende Taras mij uit het water had gered, daar zijn klee- evenals de mijne, nat en bemodderd waren. Wy 'n eenigen tyd zwijgend naast elkaar voort, totdat f op gedempten toon ontroerd tot my zeide ben u het leven verschuldigd, beste meid, neen dan^het leven mijn vrijheid." „Hoe konden zjj u die dan ontnemen?" „Men heeft my bedrogen. Ik dacht, dat die zwarte man myn vriend washij was een vyand, een vreemde politieagent." -En die drie anderen behoorden zy ook tot de politie." „Ja, zoo gy wilt." „Wilden zy u vermoorden „Nog erger dan dat! Zy hadden plan my naar myn land terug te voeren." „Gij hebt toch geen kwaad gedaan?" „Neen, tenminste niet in den zin, wat wy onder kwaad verstaan." „Ik dacht dat de politie het alleen op zulke arme wezens als ik had begrepen, omdat wy verdachte in- dividus zyn, zooals zij zeggen." -In myn land letten zjj niet op stand, het is bjj ons geheel anders dan hier." „Dan is nw land wel slecht, als het nog slechter is dan Londen 1" „Er heerscht overal veel kwaad." „Wat zyt gjj van plan met dien gemeenen, ge bochelden kerel te doen?" „Hem op een afstand honden." „Maar veronderstel eens, dat gy hem in de engte ge dreven hadt, zoudt gy hem dan niet van kant gemaakt hebben „Dan zou ik een moord begaan." „Slecht 1 Een moord 1 Neen, gy zoudt niets anders ge daan hebben, dan wat hy in nw plaats, als hy er de kans toe had' gezien, zou doen." i^Zoo zouden dieren maar geen menschen handelen. Zóó doen zoa geljjk staan met een misdaad, en wjj moeten ons niet door de lust tot wraaknemen laten be- heerschen. Denk eens aan, vriendinnetje, welk een ellende zoo'n daad na zich zou slepende schande, zich uitgesloten te zien van den omgang met onschuldi ge, reine vronwen en eerljjke mannen het gevoel te hebben, dat men niet meer waardig is een kind te omhelzen." Hjj zeide nog veel meer, maar ik luisterde niet, ter wijl de gedachte aan de twee mannen, die ik in de vlammen had laten omkomen, mjj zeer terneer drnkte ik had ze vermoord en wat nu volgde dat kon ik wel nagaanik zou voor altjjd van Taras moeten scheiden. Een flauwte overviel mjj en ik wankelde; Taras stond dadelijk stil en ondersteunde my. „Gij zjjt doodeljjk vermoeid. Laten wy hier even op dié stoep gaan zitten." „Neen, laten we verder gaan; ik zal niet meer zoo dwaas zyn." Hjj nam myn arm in den zjjne en zeide my, dat ik goed op hem steunen moest, en wy spoedig ons doel bereikt zouden hebben. Ik verlangde niet liever, dan maar altyd zoo door te loopen en nooit aan het einde van onzen tocht te komen. -Vertel mjj vratvroeg ik hem. Hjj probeerde een vrooly'ker onderwerp op het tapjjt te brengen, maar ik wilde hier niets van hooren-ver tel mjj van dien zwarten kerel en politiezaken," zeiae ik. „Dngo is slechts een werktuig in de handen van an deren; ik ben hem volstrekt met kwaad gezind. Hjj wordt voor zjjn diensten betaald, en gehoorzaamt als een soldaat zjjn meerdert. Iemand, die eenvoud!; een wet ten uitvoer brengt, is geen misdadiger, maar wel de denker, die de wet maakt." Hjj sprak daarna over veel dingen, die ver boven myn bevatting warenmaar dat kon mjj weinig schelen. Zyn stem klonk mjj als een liefelijke muziek in de oorenzjj deed alle zachte snaren in mijn gemoed tril len en wekte aandoeningen in my op, die ik te voren nooit gekend had. Als ik nu aan dit oogenblik terugdenk komt net mjj vreemd en onverklaarbaar voor, dat deze gevoelens als 't ware van zelf in mjj ontwaakten, in mjj, die tot nu toe ongevoelig was gebleven voor de meest natuurlijke aandoeningen. Het is het best te vergelyken bjj de gewaarwording, welke iemand ondervindt, die jaren lang van het gezicht verstoken is geweest, en plotseling in staat is het pano rama van een voor hem onbekende wereld te zien. Wy sloegen een zijstraat in en stonden eindeljjk stil. Het was een groot huis, waar Taras aanbelde; byna da delijk werd ae deur door een blonde vrouw en haar echtgenoot geopend. Zjj verwachtten Taras met de drie individu's, die, zooals men hen gezegd had, vrienden van hem waren. Stom van verbazing keken zjj rnjj aan, toen wjj het magazijn, een tabakswinkel, binnen traden, en Taras hun in zyn eigen taal het voorgeval lene meedeelde. Toen hjj alles had verteld, greep de man mjjn beide handen en drukte ze hartelijk, zeggende, dat zoolang zjj leefden, het my nooit aan vrienden en beschermers zou ontbreken. Zjj kon niet veel meer dan Ja" eu „neen" in het Engelsch zeggen, maar ik geloof toch, dat zy de woorden van haar man verstond, want zjj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 1