[weede Editie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. PRINS BORGENSKY. Jaargang. Vrijdag 29 October 1897. Mo 4396 HAARLEM'S DAGBLAD ^B01T3SrELiVLEliTTSE3I?.IvJS: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, Yoor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per postO.BT/o Directeur-Uitgever V"IEIE?/'IC'IEl]SrTIËIDT il-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAXJBE Co. JOHN F. JONES, Sues.Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemende,alSandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZandvoortG. ZWEMMER; VeleenW. J. RUIJTER Beverwijlc, J. HOORNSHülegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Ifiicieele Berichten. •gemeester en Wethouders van arlcm, Joen te weten, dat van lieden op e werkdagen, van des voormiddags I tot des namiddags 4 uur, tot 11 jov. e.k.. 's namidd. ten 2(3/4) ure, ter taeente-seeretarie ter visie zijn ne- ïgelegdde ingekomen verzoek- jhnften met de bijlagen van J. Viets Van Leeuwen, om vergunning tot Weiding van hunne smederij door 'jouw in het perceel aan den Zijl- j no. 67c; van de Directie der aarlemsche Stoomverffabriek om •gunning tot plaatsing van eenen is-generator, voorloopig voor den tijd in zes maanden in liet perceel in den feerpolder; van C. Doncker om ver dring tot plaatsing van een gas- ichtwerktuigter vervanging van een oommachine ra de perceelen aan de Houtstraat no. 71 en Groendaal- no. 2 en 4; van G. P. Heek in vergunning tot oprichting van eene lachterij in het perceel aandeWar- sstr. 22, en dat op den veertienden na lieden, zijnde 11 Nov. e. k., is namidd. ten 2(s/4) ure op het Raad- lis der gemeente de gelegenheid zal lorden gegeven, om ten overstaan van let gemeente-bestuur bezwaren tegen let oplichten dezer inrichtingen in te Ircngen. Haarlem, 28 Oct. 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd. BOREEL. De Secretaris, C. M. RASCH. NABETRACHTING - uit den GEMEENTERAAD. CXYH. Hoewel er over de begrooting nog |wel een en ander gezegd is, was er ich eigenlijk geen oppositie vanbe- Iteekenis. Die werd dan ook door nic- taand verwacht. De begrooting is met |?roote nauwkeurigheid en spaarzaam heid opgesteld en een woord van hulde mag aan Burgemeester en Wethouders hiervoor niet worden onthouden. Wat er nog in 't midden werd ge pacht, gold meerendeel oude quaes- ties. De heer Speelman gaf blijk met B. en W. te verschillen in gevoelen over de vraag, wat gewone en wat [buitengewone uitgaven zijn. Een be- langrijke quaestieImmers, de gewone uitgaven worden betaald uit de ge wone, jaarlyksche inkomsten, de bui tengewone uit geldleeningen, die daar voor expresselyk worden aange gaan en waarvan jaren lang rente en aflossing moeten worden betaald. Heeft een Gemeenteraad nu neiging om veel wat feitelijk op gewone uit gaven behoort, op de buitengewone te boeken, dan ontstaat een schijnbaar I gunstige toestand, maar het nageslacht 1 zuchten onder den druk van rente aflossingen, die betaald moeten worden voor werken, welke reeds lang zyn vermolmd en vergaan. Óf dat hier te Haarlem het geval is, zal ik niet beoordeelen. De meer derheid van den Raad vindt van niet, maar met den heer Speelman is de heer Macaré van een andere opinie. Dit is evenwel zeker, dat de ver nieuwing van de brug in de Aerden- houtslaan, waarover de strijd liep, weer onder de buitengewone uitga ven is gerangschikt. Een andere meer besproken zaak was de Belooningen en Eereblyken op de lagere scholen, een post van f750. Vroeger was het altijd de heer Klein die daartegen in verzet kwam. Nu begon de heer van der Mersch de oppositie en, hoewel de heer Nie- wenhuysen Kruseman zeide, dat de meerderheid der Commissie van Toe zicht op het Lager Onderwy s voor deze prysuitdeeling is, omdat die het school bezoek bevordert, besloot de Raad het advies van de Commissie te vragen. Langzamerhand komt deze post op losser schroeven en de lieer Klein kan zich de eer geven, daaraan het eerst te hebben gedraaid. Een derde historie uit de oude doos is de kermis. De heer Schürmann verzocht verpachting bij inschrijving van alle staanplaatsen en noemde de verloting van die plaatsen eene eigen aardige, daar sommigen jaren achter een dezelfde plaats loten! Naar ik hoor verkochten ze elkaar ook wel eens do goede plaatsen en moet bij voorbeeld verleden jaar een wafel kramer zyn mooie plaats op de Gr. Markt aan een collega overgedaan hebben voor niet minder dan vier honderd galden! Als dat waar is, dan kan er zeker heelwat meer staangeld in de gemeentekas vloeien, dan nu. Intusschcn ging de Burgemeester er niet op in en verwees den heer Schürmann naar de memorie van ant woord, waarin B. en W. beloven de zaak te zullen overwegeD. „Dat heel best," zei de heer Schürmann, dien het niet aan een zekere mate van gepaste vrijmoedigheid ontbreekt, „maar dat is het vorige jaar ook al beloofd en ik wou nu maar, dat het eens overwogen was." De voorzitter zei daar niet veel op, maar herhaalde de belofte van over weging. Daar kwam opeens de heer Klein, die al had zitten poperen, uit den boek, sprong op zyn stokpaard en rende met uitgestoken lans weer op „die ongelukkige kennis" los. Natuurlijk riep de voorzitter hem zachtjes tot de orde. Maar het merkwaardigste debat liep over de politie-traktementen. De heer Stolp wou de gratificatiën aan de inspecteurs en adjuncten vervan gen door een traktementsverhooging en maakte daar een voorstel van. De voorzitter verzocht hem dat op een andere manier te doen cn voor te stellen de post te verhoogen met f 775 (het totaal bedrag van verhooging die de heer Stolp wou) en daarby den Burgemeester uit te noodigen, een nieuwe traktementsregeling in te dienen. Na een kleine aarzeling liet de heer Stolp zichbewegen en werd zyn voorstel met 14 tegen 13 stemmen verworpen. Immers er waren leden, die de verhooging wel wilden, maar die dadelijk wenschteu te zien uitge maakt en de regeling niet aan den Burgemeester op te dragen. Om die reden had b. v. dc heer Schürmann tegengestemd. Deze haalde nu het eerste voorstel van den heer Stolp weer op, maar de voorzitter deed opmerken,'; dat dit niet aanging, omdat de Raad immers besloten had de post niet met f 775 te verhoogen En zoo kwam er van de heele zaak niemendal en blijft het nare gratifi catiestelsel voortbestaan. En ten slotte constateer ik met vreugde, dat de weduwe Bouman geen f 50, maar f 100 gratificatie ge kregen heeft. Dat is althans iets, al is 't niet veel. Maar honderd vijf tig gulden te geven, zooals de heer Schürmann wou, was al te reusach tig! Wegens het antecedent, ziet u! Dit argument is eon bewijs, dat de Raad de nieuwe regeling &van de pensioenen, waaraan èn dc Commissie èn een speciale Commissie hardwer- Icen (zooals de heer Krol zei) niet heel gauw verwacht. In afwachting van die nieuwe verordening, mogen gemeente-ambtenaren, aan hun moge lijk sterven denkende, mot jarenlan- gen dienst, sidderen voor de toekomst van hun gezin. Is dat bitter? Misschien wel,maar men wordt bitter, als men den heer de Kanter hoort betoogen, dat alles maar op de gemeente wordt geschoven en dat men de particuliere liefdadig heid vergeet. En ik hoorde met inge nomenheid den heer van den Berg antwoorden, dat er by zulk een grati ficatie waarlijk nog genoeg voor de particuliere liefdadigheid te doen over blijft, Politiek Overzicht. Alhoewel de pers het in het alge meen eens is, dat het conflict tusscben het badensche en hessische hof als een storm in een glas water moet worden beschouwd, worden er nog voortdu rend nabetrachtingen over gegeven. Ruimschoots stof daartoe leveren op de vermoedens over de feitelijke oor zaak van de minder goede verstand houding, die reeds tusschen de beide vorstenhuizen bestond. De Temps weet o. a. te melden, dat de aanleiding tot het voorstel zou zijn, dat aan het hof te Karlsruhe indertijcï aanmerkingen zyn gemaakt op den overgang van prinses Alix van Hessen de tegenwoordige kei zerin tot de grieksche kerk. De nieuwste kennisgeving behelst het volgende: De groothertog van Baden had per soonlijk aan den Czaar geseind over een bezoek, en de Czaar had hem eveneens persoonlijk en rechtstreeks afgeseind, zonder dat, zooals de ge woonte is, de ceremoniemeesters erby te pas kwamen. Door denbeknopten telegraflschen yorm leek bet antwoord van den Czaar onaangenamer dan het bedoeld was, en eerst door de ge krenkte termen van de bekendma king te Karlsruhe kreeg de op zicb- zelf onschuldige geschiedenis een kwaadaardig aanzien. De Russische Keizer en Keizerin waren in Darmstadt gekomen, opzet telijk om er zoo ongedwongen moge lijk te vertoeven en er uit te blazen, niet om statige bezoeken van nabu rige, vórstelijke personen te ontvan gen, -waarop tegenbezoeken in den vorm poodig waren geweest. Tus schen het hof van Hessen en dat van Baden j is geen verbitteriog geweest. "Woensdag is de bulgaarsche So- branja geopend. In de te dier ge- gelegenheid uitgesproken troonrede wordt gewaagd van de hechtheid van de banden tusscben volk en vor stenhuis en van den vooruitgang van het land. De bezoeken by buitenlaud- landsche hopen toonen dat Bulgarije in den vreemde achting en genegen heid geniet. Het bezoek aanhetRoe- raeensche hof bewijst dat de overge leverde vriendschap nog steeds be staat. De handelsverdragen, de benoeming van handelsagenten in Turkije en de commerciëele onderhandelingen met de Porte geven recht om te verwach ten, dat de vriendschapsbanden tus schen Bulgarije en zyn suzcrein een weldadigen invloed zullen oefenen op de oeeonomischo belangen des lands. Over den eersten dag der beraad slagingen in den Volksraad te Pre toria over de dynamiet-quaestie is weinig nieuws mede te deelen. De afgevaardigde van Johannesburg viel het monopolie aan. President Kruger verdedigde het dynamiet- contraet, dat, zeide bij, niet verbro ken kon worden, tenzy bewezen werd dat de maatschappij hare verplichtin gen niet was nagekomen. Een ver breking zonder dat zou tegen de goede trouw en Js lands belang wezen. An dere leden drongen er op aan, te wachten tot het regeeringsrapport over den wettigen staat van de dyna- miet-maatsehappij verschenen zou zyn. In de maandelyksehe vergadering te Johannesburg van het Handelsge nootschap van den Rand zyn opge wonden redevoeringen gehouden. Een spreker zeide, dat niemand eerbied had voor de tegenwoordige regeering; de politiek van afwachten komt tot een uitbarstingmen kan niet meer op denzelfden weg voortgaan. De vergadering besloot zich met andere lichamen in verbinding te stel len om "een algemeen verbond te slui ten en de burgers over den staat van zaken in te lichten. STADSNIEU WS. eerste en derde pagina. Haarlem, 28 Oct. 1897. Namens den minister van binnen- landsche zaken is door den inspecteur M. O., belast met het toezicht op de landbouwscholen, aan dr. H. J. Cal- koen, leeraar in de natuurlijke historie aan het gymnasium en de hoogerc burgerscholen met 5 en 3jarigen cur sus alhier, het onderwys opgedragen in de plant- en dierkunde aan de rjjks- wintertuinbouwschool, op te richten in de gemeente Aalsmeer. Tot directeur der school is benoemd de heer J. Hazeloop. Verder nog tot leeraren, deheeren Braak en Kollen, hoofden van scholen aldaar, voor Ned. taal en rekenen. Ned. Mij. voor Tuinbouw. Afd. Haarlem. De Woensdagavond in de boven zaal van „Weten en Werken" ge houden vergadering van de afdeeling Haarlem van de Nederlandsche Maat schappij voor Tuinbouw en Plant kunde was zeer druk bezocht. De heer G. A. Ktpuk, redacteur van het Nederlandsch Tuinbouwblad, hield voor de afdeeling de eerste van zijne dezen winter te houden reeks van voordrachten, waarin hij een der onderdeelcn van het tniubouwvak: de bloemisterij behandelde. In den aanvang zyner voordracht, die wy hier in hoofdtrekken zullen weergeven, wees spr. er op, dat de voorwaarden voor het kweeken van planten zynaarde, water, warmte, licht en lucht. Het licht inzonderheid is eene der belangrijkste voorwaarden. Daarop is de geheele inrichting der bakken en kassen, die spreker uit voerig beschreef, gebaseerd. Waar de bakken van het oosten naar het westen worden geplaatst, worden de kassen gewoonlijk, inzon derheid detweezydigen, van het noor den naar het zuiden geplaatst. Dit laatste geschiedt, opdat er niet eene te hooge temperatuur in zal ontstaan, en opdat elk gedeelte van de kas voldoende licht zal ontvangen. Bij het doen van eenige mededee- lingen aangaande het materiaal voor de kassen en de bakken, die spr. bier- op deed hooren, beval hy aan het teeren van het hout voor de bakken en het maken van spouwmuren, waar door de koude niet zoo spoedig naar binnen dringt en welke spouw met turfmolm moet worden voorzien. Ook gaf spr. nuttige wenken aangaande de verwarming. De vrijstaande ketel is z. i. het meest aan te bevelen; ook het reservoir stelsel en als brandstof anthraciet gemengd met cokes. Dan moet wor den zorggedragen, dat de atmosfeer niet te droog is. Daar er in de kamers eene te drooge lacht is, wordt er veelal zoo met de planten gesukkeld. Het luchten der kassen moest vol gens spr. met een gedeelte van den nok geschieden. Voor het glas der kassen achtte hy het witte beter dan het groene, omdat het meer licht doorlaat. De overslag der ruiten moet niet dan Va c.M, zijn en niet 1 a 2 c.M., gelijk men het wel eens doet en waardoor zich zwart tusschen de ruiten vormt; tengevolge waarvan schimmel en andere plantjes op de plan ten en de aarde ontstaan. Wat het schermen aangaat, meende spr. dat het altijd zoo moet geschieden, dat er eene luchtlaag op het glas blijft. Het met karnemelk en krijt besmeren van het glas keurde spr. af, daar het er licht afregent Door het schermen moet alleen het zonlicht worden gebroken. Dit ge schiedt zeer goed door cocosmat- ten, met ruitjes van 2 cM2., die veel in Engeland worden gebruikt, en waar van de prys ongeveer f 0.50 per Meter bedraagt. Hier te lande zou men der gelijke matten van turfstrooisel kun nen fabriceeren. Spreker zal pogingen aanwenden, dat dit geschiedt. In net verdere gedeelte zyner voordracht, gaf spreker eene opsomming van de grondsoorten dio de bloemist noodig heeft. Daaronder noemde bü in de eerste plaats bladgrond en bosengrond; welke laatste in Gent veel wordt ge bruikt. Voor de erica's achtte spr. zeer geschikt de hciaarde of heidrift, die echter ook door boschgrond kan wor den vervangen. Deze heiaarde kan ook voor enkele andere doeleinden worden gebruikt. Dan heeft men nog kleizoodenaarde, kalkpuinaarde enz. In België heeft men nog de terreau, waarin de pal men zeer goed groeien, doch die dit nadeel heeft, dat er veel wormeu in de potten komen. Eukele mestsoorten ging spr. ten laatste na. Daarby deed hjj opmerken, dat do paardenmest, die een warmen bodem verschaft, goed is voor de zware gronden en de koe mest, omdat ze verkoelend werkt voor zandgronden. Het beendermeel is, daar het phosphorzuurhoudend is, eene goede meststof voor ooftboomen. Nadat de voordracht was geëindigd, was er gelegenheid om aan den spre ker inlichtingen te vragen. Daar niemand er van gebruik maakte, sloot de heer D. J. Onderwater, de presi dent der afdeeling, do byeeukomst met een woord van dank aan den spreker voor zijne leerrijke voordrachtdaarby den wensch uitende, dat ook de vol gende dit mochten zyn. Uitvoering „Cremer". Woensdagavond gaf de Letterlie vende Vereeniging „J. J. Cremer" haar eerste uitvoering in dit seizoen. Evenals altyd was de schouwburg goed bezet. Opgevoerd werd het drama Zege na Strya", van H. J. Schimmel. De verschillende tafereelen werden goed afgespeeld. Dat de hoofdperso nen Lize Stuf ken en vroaw Moes zeer goed voldeden, getuigden het applaus, dat hun telkens ten deel viel en de bouquetten, die hun werden aangeboden. Te ruim half twaalf was deze voorstelling afgeloopen. BINNENLAND. Uit de „Staats-Courant". Kon. besluiten. Benoemd by het departement van justitie: tot raads-adviseur, mr. B. Ort, thans officier van justitie by de ar- rondissements-reebtbauk te Amster dam, en tot referendaris, mr. A. D. W. de Vries, thans hoofdcommies by gemeld departement Benoemdtot advocaat-generaal by het gerechtshof te Amsterdam, mr. J. C. baron Baud, thans officier van justitie by de arrondissements-recht- bank Alkmaar; tot rechter plaats vervanger in de arrondissements rechtbank te Utrecht, mr. M. van FEUILLETON. {Bewerkt naar het Engelsch.)} HOOFDSTUK XHI. Een zonderling dagboek. Een gedroogd tuiltje bloemen herinnert my aan ons eerste uitstapje buiten Londen, dat een buitengewoon genot voor my opleverde, daar ik nooit verder dan Lon- aen was geweest. Taras kocht my dat bouquetje, ik legde het s avonds op myn hoofdkussen, en sliep in met myn gelaat er tegen aangedrukt. Ik zal deze zonder linge lyst met een laatste staaltje sluiten. Ik heb hier een catalogus van de tentoonstelling van Prins Borgensky in de galerij van Moderne Kunsten. Reeds dikwijls bad ik over een nihilist en nihilisme hooren spreken, zoodat ik op een goeden morgen aan Taras vroeg, wat deze woorden beteekenden. „Een nihilist is een man die liefde voor zyn vader land gevoelt en evenzeer vryheden wil genieten als het Engelsche volk; maar hij zou zich met minder tovredeo stellen, dit is mfln uitlegging." 6BS EffilMI gZjjt gij een nihilist." Efy knikte bevestigend met het hoofd. „Zyt ge het altyd geweest?" „Neenik was indertijd een dienaar, ja, ik kan zog gen een vriend van den Czaar." „Waarom zyt gy het dan geworden?" Hy zweeg tegen zyn gewoonte en aarzelde met zyn antwoord. „Ik zal het je zeggen en doen begrijpen, Aura," zeide hij eindelyk. Wy liepen het park door naar de tentoonstelling, waar zich reeds een menigte menschen bevonden. De wanden waren behangen met schilderyende grootste stelde meestal veldslagen en de kleinere portretten voor. Maar hetgeen het meest de aandacht van het publiek trok, was een serie schilderijen, die tafereelen uit het gevan genisleven voorsteldenbet overbrengen van ongeluk- kigen naar Siberië en dergelijke voorstellingen waren op schrikwekkende wyze op het doek weergegeven. „Daardoor ben ik nihilist geworden," zeide Taras. „Hebt gii zulke tooneelen bijgewoond Hy knikte van ja. Naast ons stond een groote, jonge man met lang haar. „Er is leven in, dat stem ik toe; maar het is zeer overdreven. De artist heeft door deze overdrijving zyn gens heeft hy dit zelf zoo goed als toegestemd, toen ik het hem niet lang geleden op den man af verweet" „Gï liegt!" riep Taras op luiden toon. De groep van bewonderaars, die den jongen criticus omringde, keerde zich als éen man om en terwijl de kunstkenner Taras minachtend van het hoofd tot de voeten opnam, zeide hy „Mag ik weten wie gy zyt?" „Wanneer gij geen leugenaar waart, zoudt gij weten dat ik prins Borgensky zelf ben." Zoo ben ik er achter gekomen wie Taras was. HOOFDSTUK XIV. Mejuffrouw Lucas geeft mij een wenk. Op een goeden morgen voelde ik my zeer tevreden en welgemoed. Met het krieken van den dag waren Taras en ik opgestaan met het doel ons naar de bloe menmarkt te begeven en wy waren nu met een massa Êlanten en bloemen teruggekeerdik toog dadelijk aan et werk om onze zitkamer hiermede te versieren. Tot myn groote verbazing hoorde ik juffrouw Lucas haar geliefkoosden uitroep, dien zy sinds langen tijd niet gebruikt had, bezigen „.Arme kleine 1" Haar stem klonk zeer treurig en haar oogen zagen my deelnemend aan. Zij was voor my gaan staan met haar handen in de „Waarom zegt gy dat, juffrouw Lucas (want ik sprak nn vrij vloeiend Franscb.) Ik heb al wat mijn hart begeert" Zij aarzeldeslechts met moeite kon zy de woorden in houden, die haar op de lippen brandden. Terwijl ze my tot zich trok, ontweek zy de opheldering door mij een langen zoen te geven en te antwoorden „Omdat ik zooveel van je houd!" Daarop ging zy naar de keuken terug. Voor het oogenblik had zy me hiermede tevreden ge steld. Maar telkens als juffrouw Lucas me hoorde zin gen, liet zy' zich denzelfden uitroep ontvallen. Dit stemde mij tot nadenken. Waarom had zy zoo medelij den met me? Ik was nu uiet langer de ellendige ver- schoppelinge, die in den beginne zeer natuurlijk haar medelijden opwekte. Ik was zeer ten goede veranderd, had nette manie ren aangenomen, kon mij kleeden, zooals ik wilde en voelde my uitermate gelukkig by na onafgebroken in het gezelschap te zyn Yan een vriend, die met zeldzaam uitnemende hoedanigheden begaafd was. Waarom schudde juffrouw Lucas zuchtend haar hoofd, waarom speelde er zoo dikwijls een geheimzin nig lachje om haar mond en vulden haar oprechte oogen zich met tranen, wanneer ze mij aanzag? Myn verbazing nam al meer en meer toe, toen zy haar ge negenheid voor my op een geheel nieuwe manier voor my aan den dag legde. Zy nield niet op Georges Gor don te prflzen en zy liet geen gelegenheid voorbjj gaaa ons met elkaar in aanraking te brengen. „Goeden morgen l mooi weertje, juffrouw Lucas 1" riep Gordon uit, toen zü hem opendeed. Hy sprak Fransch, maar zeer gebrekkig. „Is mynheer Taras in zjjn atolier?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 1