[weede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
PRINS BORGENSKY.
Jaargang.
Vrijdag 29 October 1897.
Mo 4396
HAARLEM'S DAGBLAD
^B01T3SrELiVLEliTTSE3I?.IvJS:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, Yoor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per postO.BT/o
Directeur-Uitgever
V"IEIE?/'IC'IEl]SrTIËIDT
il-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAXJBE Co. JOHN F. JONES, Sues.Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemende,alSandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZandvoortG. ZWEMMER;
VeleenW. J. RUIJTER Beverwijlc, J. HOORNSHülegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Ifiicieele Berichten.
•gemeester en Wethouders van
arlcm,
Joen te weten, dat van lieden op
e werkdagen, van des voormiddags
I tot des namiddags 4 uur, tot 11
jov. e.k.. 's namidd. ten 2(3/4) ure, ter
taeente-seeretarie ter visie zijn ne-
ïgelegdde ingekomen verzoek-
jhnften met de bijlagen van J. Viets
Van Leeuwen, om vergunning tot
Weiding van hunne smederij door
'jouw in het perceel aan den Zijl-
j no. 67c; van de Directie der
aarlemsche Stoomverffabriek om
•gunning tot plaatsing van eenen
is-generator, voorloopig voor den tijd
in zes maanden in liet perceel in den
feerpolder; van C. Doncker om ver
dring tot plaatsing van een gas-
ichtwerktuigter vervanging van een
oommachine ra de perceelen aan de
Houtstraat no. 71 en Groendaal-
no. 2 en 4; van G. P. Heek
in vergunning tot oprichting van eene
lachterij in het perceel aandeWar-
sstr. 22, en dat op den veertienden
na lieden, zijnde 11 Nov. e. k.,
is namidd. ten 2(s/4) ure op het Raad-
lis der gemeente de gelegenheid zal
lorden gegeven, om ten overstaan van
let gemeente-bestuur bezwaren tegen
let oplichten dezer inrichtingen in te
Ircngen.
Haarlem, 28 Oct. 1897.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd.
BOREEL.
De Secretaris,
C. M. RASCH.
NABETRACHTING
- uit den
GEMEENTERAAD.
CXYH.
Hoewel er over de begrooting nog
|wel een en ander gezegd is, was er
ich eigenlijk geen oppositie vanbe-
Iteekenis. Die werd dan ook door nic-
taand verwacht. De begrooting is met
|?roote nauwkeurigheid en spaarzaam
heid opgesteld en een woord van hulde
mag aan Burgemeester en Wethouders
hiervoor niet worden onthouden.
Wat er nog in 't midden werd ge
pacht, gold meerendeel oude quaes-
ties. De heer Speelman gaf blijk met
B. en W. te verschillen in gevoelen
over de vraag, wat gewone en wat
[buitengewone uitgaven zijn. Een be-
langrijke quaestieImmers, de gewone
uitgaven worden betaald uit de ge
wone, jaarlyksche inkomsten, de bui
tengewone uit geldleeningen, die daar
voor expresselyk worden aange
gaan en waarvan jaren lang rente
en aflossing moeten worden betaald.
Heeft een Gemeenteraad nu neiging
om veel wat feitelijk op gewone uit
gaven behoort, op de buitengewone
te boeken, dan ontstaat een schijnbaar
I gunstige toestand, maar het nageslacht
1 zuchten onder den druk van rente
aflossingen, die betaald moeten
worden voor werken, welke reeds
lang zyn vermolmd en vergaan.
Óf dat hier te Haarlem het geval
is, zal ik niet beoordeelen. De meer
derheid van den Raad vindt van niet,
maar met den heer Speelman is de
heer Macaré van een andere opinie.
Dit is evenwel zeker, dat de ver
nieuwing van de brug in de Aerden-
houtslaan, waarover de strijd liep,
weer onder de buitengewone uitga
ven is gerangschikt.
Een andere meer besproken zaak
was de Belooningen en Eereblyken
op de lagere scholen, een post van
f750. Vroeger was het altijd de heer
Klein die daartegen in verzet kwam.
Nu begon de heer van der Mersch
de oppositie en, hoewel de heer Nie-
wenhuysen Kruseman zeide, dat de
meerderheid der Commissie van Toe
zicht op het Lager Onderwy s voor deze
prysuitdeeling is, omdat die het school
bezoek bevordert, besloot de Raad het
advies van de Commissie te vragen.
Langzamerhand komt deze post op
losser schroeven en de lieer Klein
kan zich de eer geven, daaraan het
eerst te hebben gedraaid.
Een derde historie uit de oude doos
is de kermis. De heer Schürmann
verzocht verpachting bij inschrijving
van alle staanplaatsen en noemde de
verloting van die plaatsen eene eigen
aardige, daar sommigen jaren achter
een dezelfde plaats loten! Naar ik
hoor verkochten ze elkaar ook wel
eens do goede plaatsen en moet bij
voorbeeld verleden jaar een wafel
kramer zyn mooie plaats op de Gr.
Markt aan een collega overgedaan
hebben voor niet minder dan vier
honderd galden! Als dat waar is, dan
kan er zeker heelwat meer staangeld
in de gemeentekas vloeien, dan nu.
Intusschcn ging de Burgemeester
er niet op in en verwees den heer
Schürmann naar de memorie van ant
woord, waarin B. en W. beloven de
zaak te zullen overwegeD. „Dat
heel best," zei de heer Schürmann, dien
het niet aan een zekere mate van
gepaste vrijmoedigheid ontbreekt,
„maar dat is het vorige jaar ook al
beloofd en ik wou nu maar, dat het
eens overwogen was."
De voorzitter zei daar niet veel op,
maar herhaalde de belofte van over
weging. Daar kwam opeens de heer
Klein, die al had zitten poperen, uit
den boek, sprong op zyn stokpaard
en rende met uitgestoken lans weer
op „die ongelukkige kennis" los.
Natuurlijk riep de voorzitter hem
zachtjes tot de orde.
Maar het merkwaardigste debat
liep over de politie-traktementen. De
heer Stolp wou de gratificatiën aan
de inspecteurs en adjuncten vervan
gen door een traktementsverhooging
en maakte daar een voorstel van. De
voorzitter verzocht hem dat op een
andere manier te doen cn voor te
stellen de post te verhoogen met f 775
(het totaal bedrag van verhooging
die de heer Stolp wou) en daarby
den Burgemeester uit te noodigen,
een nieuwe traktementsregeling in te
dienen.
Na een kleine aarzeling liet de heer
Stolp zichbewegen en werd zyn
voorstel met 14 tegen 13 stemmen
verworpen. Immers er waren leden,
die de verhooging wel wilden, maar
die dadelijk wenschteu te zien uitge
maakt en de regeling niet aan den
Burgemeester op te dragen.
Om die reden had b. v. dc heer
Schürmann tegengestemd. Deze haalde
nu het eerste voorstel van den heer
Stolp weer op, maar de voorzitter
deed opmerken,'; dat dit niet aanging,
omdat de Raad immers besloten had
de post niet met f 775 te verhoogen
En zoo kwam er van de heele zaak
niemendal en blijft het nare gratifi
catiestelsel voortbestaan.
En ten slotte constateer ik met
vreugde, dat de weduwe Bouman
geen f 50, maar f 100 gratificatie ge
kregen heeft. Dat is althans iets, al
is 't niet veel. Maar honderd vijf tig
gulden te geven, zooals de heer
Schürmann wou, was al te reusach
tig! Wegens het antecedent, ziet u!
Dit argument is eon bewijs, dat de
Raad de nieuwe regeling &van de
pensioenen, waaraan èn dc Commissie
èn een speciale Commissie hardwer-
Icen (zooals de heer Krol zei) niet
heel gauw verwacht. In afwachting
van die nieuwe verordening, mogen
gemeente-ambtenaren, aan hun moge
lijk sterven denkende, mot jarenlan-
gen dienst, sidderen voor de toekomst
van hun gezin.
Is dat bitter? Misschien wel,maar
men wordt bitter, als men den heer
de Kanter hoort betoogen, dat alles
maar op de gemeente wordt geschoven
en dat men de particuliere liefdadig
heid vergeet. En ik hoorde met inge
nomenheid den heer van den Berg
antwoorden, dat er by zulk een grati
ficatie waarlijk nog genoeg voor de
particuliere liefdadigheid te doen over
blijft,
Politiek Overzicht.
Alhoewel de pers het in het alge
meen eens is, dat het conflict tusscben
het badensche en hessische hof als een
storm in een glas water moet worden
beschouwd, worden er nog voortdu
rend nabetrachtingen over gegeven.
Ruimschoots stof daartoe leveren op
de vermoedens over de feitelijke oor
zaak van de minder goede verstand
houding, die reeds tusschen de beide
vorstenhuizen bestond.
De Temps weet o. a. te melden,
dat de aanleiding tot het voorstel zou
zijn, dat aan het hof te Karlsruhe
indertijcï aanmerkingen zyn gemaakt
op den overgang van prinses Alix
van Hessen de tegenwoordige kei
zerin tot de grieksche kerk.
De nieuwste kennisgeving behelst
het volgende:
De groothertog van Baden had per
soonlijk aan den Czaar geseind over
een bezoek, en de Czaar had hem
eveneens persoonlijk en rechtstreeks
afgeseind, zonder dat, zooals de ge
woonte is, de ceremoniemeesters erby
te pas kwamen. Door denbeknopten
telegraflschen yorm leek bet antwoord
van den Czaar onaangenamer dan het
bedoeld was, en eerst door de ge
krenkte termen van de bekendma
king te Karlsruhe kreeg de op zicb-
zelf onschuldige geschiedenis een
kwaadaardig aanzien.
De Russische Keizer en Keizerin
waren in Darmstadt gekomen, opzet
telijk om er zoo ongedwongen moge
lijk te vertoeven en er uit te blazen,
niet om statige bezoeken van nabu
rige, vórstelijke personen te ontvan
gen, -waarop tegenbezoeken in den
vorm poodig waren geweest. Tus
schen het hof van Hessen en dat van
Baden j is geen verbitteriog geweest.
"Woensdag is de bulgaarsche So-
branja geopend. In de te dier ge-
gelegenheid uitgesproken troonrede
wordt gewaagd van de hechtheid
van de banden tusscben volk en vor
stenhuis en van den vooruitgang van
het land. De bezoeken by buitenlaud-
landsche hopen toonen dat Bulgarije
in den vreemde achting en genegen
heid geniet. Het bezoek aanhetRoe-
raeensche hof bewijst dat de overge
leverde vriendschap nog steeds be
staat.
De handelsverdragen, de benoeming
van handelsagenten in Turkije en de
commerciëele onderhandelingen met
de Porte geven recht om te verwach
ten, dat de vriendschapsbanden tus
schen Bulgarije en zyn suzcrein een
weldadigen invloed zullen oefenen
op de oeeonomischo belangen des
lands.
Over den eersten dag der beraad
slagingen in den Volksraad te Pre
toria over de dynamiet-quaestie is
weinig nieuws mede te deelen.
De afgevaardigde van Johannesburg
viel het monopolie aan. President
Kruger verdedigde het dynamiet-
contraet, dat, zeide bij, niet verbro
ken kon worden, tenzy bewezen werd
dat de maatschappij hare verplichtin
gen niet was nagekomen. Een ver
breking zonder dat zou tegen de goede
trouw en Js lands belang wezen. An
dere leden drongen er op aan, te
wachten tot het regeeringsrapport
over den wettigen staat van de dyna-
miet-maatsehappij verschenen zou zyn.
In de maandelyksehe vergadering
te Johannesburg van het Handelsge
nootschap van den Rand zyn opge
wonden redevoeringen gehouden. Een
spreker zeide, dat niemand eerbied
had voor de tegenwoordige regeering;
de politiek van afwachten komt tot
een uitbarstingmen kan niet meer
op denzelfden weg voortgaan.
De vergadering besloot zich met
andere lichamen in verbinding te stel
len om "een algemeen verbond te slui
ten en de burgers over den staat van
zaken in te lichten.
STADSNIEU WS.
eerste en derde pagina.
Haarlem, 28 Oct. 1897.
Namens den minister van binnen-
landsche zaken is door den inspecteur
M. O., belast met het toezicht op de
landbouwscholen, aan dr. H. J. Cal-
koen, leeraar in de natuurlijke historie
aan het gymnasium en de hoogerc
burgerscholen met 5 en 3jarigen cur
sus alhier, het onderwys opgedragen
in de plant- en dierkunde aan de rjjks-
wintertuinbouwschool, op te richten
in de gemeente Aalsmeer.
Tot directeur der school is benoemd
de heer J. Hazeloop.
Verder nog tot leeraren, deheeren
Braak en Kollen, hoofden van scholen
aldaar, voor Ned. taal en rekenen.
Ned. Mij. voor Tuinbouw.
Afd. Haarlem.
De Woensdagavond in de boven
zaal van „Weten en Werken" ge
houden vergadering van de afdeeling
Haarlem van de Nederlandsche Maat
schappij voor Tuinbouw en Plant
kunde was zeer druk bezocht. De
heer G. A. Ktpuk, redacteur van het
Nederlandsch Tuinbouwblad, hield
voor de afdeeling de eerste van zijne
dezen winter te houden reeks van
voordrachten, waarin hij een der
onderdeelcn van het tniubouwvak:
de bloemisterij behandelde.
In den aanvang zyner voordracht,
die wy hier in hoofdtrekken zullen
weergeven, wees spr. er op, dat de
voorwaarden voor het kweeken van
planten zynaarde, water, warmte,
licht en lucht. Het licht inzonderheid
is eene der belangrijkste voorwaarden.
Daarop is de geheele inrichting der
bakken en kassen, die spreker uit
voerig beschreef, gebaseerd.
Waar de bakken van het oosten
naar het westen worden geplaatst,
worden de kassen gewoonlijk, inzon
derheid detweezydigen, van het noor
den naar het zuiden geplaatst. Dit
laatste geschiedt, opdat er niet eene
te hooge temperatuur in zal ontstaan,
en opdat elk gedeelte van de kas
voldoende licht zal ontvangen.
Bij het doen van eenige mededee-
lingen aangaande het materiaal voor
de kassen en de bakken, die spr. bier-
op deed hooren, beval hy aan het
teeren van het hout voor de bakken
en het maken van spouwmuren, waar
door de koude niet zoo spoedig naar
binnen dringt en welke spouw met
turfmolm moet worden voorzien. Ook
gaf spr. nuttige wenken aangaande
de verwarming.
De vrijstaande ketel is z. i. het meest
aan te bevelen; ook het reservoir
stelsel en als brandstof anthraciet
gemengd met cokes. Dan moet wor
den zorggedragen, dat de atmosfeer
niet te droog is. Daar er in de kamers
eene te drooge lacht is, wordt er
veelal zoo met de planten gesukkeld.
Het luchten der kassen moest vol
gens spr. met een gedeelte van den
nok geschieden. Voor het glas der
kassen achtte hy het witte beter dan
het groene, omdat het meer licht
doorlaat. De overslag der ruiten moet
niet dan Va c.M, zijn en niet 1 a 2
c.M., gelijk men het wel eens doet
en waardoor zich zwart tusschen de
ruiten vormt; tengevolge waarvan
schimmel en andere plantjes op de plan
ten en de aarde ontstaan. Wat het
schermen aangaat, meende spr. dat
het altijd zoo moet geschieden, dat
er eene luchtlaag op het glas blijft.
Het met karnemelk en krijt besmeren
van het glas keurde spr. af, daar het
er licht afregent
Door het schermen moet alleen het
zonlicht worden gebroken. Dit ge
schiedt zeer goed door cocosmat-
ten, met ruitjes van 2 cM2., die veel
in Engeland worden gebruikt, en waar
van de prys ongeveer f 0.50 per Meter
bedraagt. Hier te lande zou men der
gelijke matten van turfstrooisel kun
nen fabriceeren. Spreker zal pogingen
aanwenden, dat dit geschiedt. In net
verdere gedeelte zyner voordracht,
gaf spreker eene opsomming van de
grondsoorten dio de bloemist noodig
heeft. Daaronder noemde bü in de
eerste plaats bladgrond en bosengrond;
welke laatste in Gent veel wordt ge
bruikt.
Voor de erica's achtte spr. zeer
geschikt de hciaarde of heidrift, die
echter ook door boschgrond kan wor
den vervangen.
Deze heiaarde kan ook voor enkele
andere doeleinden worden gebruikt.
Dan heeft men nog kleizoodenaarde,
kalkpuinaarde enz. In België heeft
men nog de terreau, waarin de pal
men zeer goed groeien, doch die dit
nadeel heeft, dat er veel wormeu in
de potten komen. Eukele mestsoorten
ging spr. ten laatste na. Daarby deed
hjj opmerken, dat do paardenmest,
die een warmen bodem verschaft, goed
is voor de zware gronden en de koe
mest, omdat ze verkoelend werkt voor
zandgronden. Het beendermeel is,
daar het phosphorzuurhoudend is,
eene goede meststof voor ooftboomen.
Nadat de voordracht was geëindigd,
was er gelegenheid om aan den spre
ker inlichtingen te vragen. Daar
niemand er van gebruik maakte, sloot
de heer D. J. Onderwater, de presi
dent der afdeeling, do byeeukomst met
een woord van dank aan den spreker
voor zijne leerrijke voordrachtdaarby
den wensch uitende, dat ook de vol
gende dit mochten zyn.
Uitvoering „Cremer".
Woensdagavond gaf de Letterlie
vende Vereeniging „J. J. Cremer"
haar eerste uitvoering in dit seizoen.
Evenals altyd was de schouwburg
goed bezet. Opgevoerd werd het drama
Zege na Strya", van H. J. Schimmel.
De verschillende tafereelen werden
goed afgespeeld. Dat de hoofdperso
nen Lize Stuf ken en vroaw Moes
zeer goed voldeden, getuigden het
applaus, dat hun telkens ten deel viel
en de bouquetten, die hun werden
aangeboden. Te ruim half twaalf was
deze voorstelling afgeloopen.
BINNENLAND.
Uit de „Staats-Courant".
Kon. besluiten.
Benoemd by het departement van
justitie: tot raads-adviseur, mr. B.
Ort, thans officier van justitie by de ar-
rondissements-reebtbauk te Amster
dam, en tot referendaris, mr. A. D.
W. de Vries, thans hoofdcommies by
gemeld departement
Benoemdtot advocaat-generaal by
het gerechtshof te Amsterdam, mr.
J. C. baron Baud, thans officier van
justitie by de arrondissements-recht-
bank Alkmaar; tot rechter plaats
vervanger in de arrondissements
rechtbank te Utrecht, mr. M. van
FEUILLETON.
{Bewerkt naar het Engelsch.)}
HOOFDSTUK XHI.
Een zonderling dagboek.
Een gedroogd tuiltje bloemen herinnert my aan ons
eerste uitstapje buiten Londen, dat een buitengewoon
genot voor my opleverde, daar ik nooit verder dan Lon-
aen was geweest. Taras kocht my dat bouquetje, ik
legde het s avonds op myn hoofdkussen, en sliep in met
myn gelaat er tegen aangedrukt. Ik zal deze zonder
linge lyst met een laatste staaltje sluiten.
Ik heb hier een catalogus van de tentoonstelling van
Prins Borgensky in de galerij van Moderne Kunsten.
Reeds dikwijls bad ik over een nihilist en nihilisme
hooren spreken, zoodat ik op een goeden morgen aan
Taras vroeg, wat deze woorden beteekenden.
„Een nihilist is een man die liefde voor zyn vader
land gevoelt en evenzeer vryheden wil genieten als
het Engelsche volk; maar hij zou zich met minder
tovredeo stellen, dit is mfln uitlegging." 6BS EffilMI
gZjjt gij een nihilist."
Efy knikte bevestigend met het hoofd.
„Zyt ge het altyd geweest?"
„Neenik was indertijd een dienaar, ja, ik kan zog
gen een vriend van den Czaar."
„Waarom zyt gy het dan geworden?"
Hy zweeg tegen zyn gewoonte en aarzelde met zyn
antwoord.
„Ik zal het je zeggen en doen begrijpen, Aura," zeide
hij eindelyk.
Wy liepen het park door naar de tentoonstelling, waar
zich reeds een menigte menschen bevonden. De wanden
waren behangen met schilderyende grootste stelde
meestal veldslagen en de kleinere portretten voor. Maar
hetgeen het meest de aandacht van het publiek trok,
was een serie schilderijen, die tafereelen uit het gevan
genisleven voorsteldenbet overbrengen van ongeluk-
kigen naar Siberië en dergelijke voorstellingen waren
op schrikwekkende wyze op het doek weergegeven.
„Daardoor ben ik nihilist geworden," zeide Taras.
„Hebt gii zulke tooneelen bijgewoond
Hy knikte van ja.
Naast ons stond een groote, jonge man met lang
haar.
„Er is leven in, dat stem ik toe; maar het is zeer
overdreven. De artist heeft door deze overdrijving zyn
gens heeft hy dit zelf zoo goed als toegestemd, toen
ik het hem niet lang geleden op den man af verweet"
„Gï liegt!" riep Taras op luiden toon.
De groep van bewonderaars, die den jongen criticus
omringde, keerde zich als éen man om en terwijl de
kunstkenner Taras minachtend van het hoofd tot de
voeten opnam, zeide hy
„Mag ik weten wie gy zyt?"
„Wanneer gij geen leugenaar waart, zoudt gij weten
dat ik prins Borgensky zelf ben."
Zoo ben ik er achter gekomen wie Taras was.
HOOFDSTUK XIV.
Mejuffrouw Lucas geeft mij een wenk.
Op een goeden morgen voelde ik my zeer tevreden
en welgemoed. Met het krieken van den dag waren
Taras en ik opgestaan met het doel ons naar de bloe
menmarkt te begeven en wy waren nu met een massa
Êlanten en bloemen teruggekeerdik toog dadelijk aan
et werk om onze zitkamer hiermede te versieren.
Tot myn groote verbazing hoorde ik juffrouw Lucas
haar geliefkoosden uitroep, dien zy sinds langen tijd
niet gebruikt had, bezigen
„.Arme kleine 1" Haar stem klonk zeer treurig en haar
oogen zagen my deelnemend aan.
Zij was voor my gaan staan met haar handen in de
„Waarom zegt gy dat, juffrouw Lucas (want ik
sprak nn vrij vloeiend Franscb.) Ik heb al wat mijn
hart begeert"
Zij aarzeldeslechts met moeite kon zy de woorden in
houden, die haar op de lippen brandden. Terwijl ze
my tot zich trok, ontweek zy de opheldering door mij
een langen zoen te geven en te antwoorden
„Omdat ik zooveel van je houd!" Daarop ging zy
naar de keuken terug.
Voor het oogenblik had zy me hiermede tevreden ge
steld. Maar telkens als juffrouw Lucas me hoorde zin
gen, liet zy' zich denzelfden uitroep ontvallen. Dit
stemde mij tot nadenken. Waarom had zy zoo medelij
den met me? Ik was nu uiet langer de ellendige ver-
schoppelinge, die in den beginne zeer natuurlijk haar
medelijden opwekte.
Ik was zeer ten goede veranderd, had nette manie
ren aangenomen, kon mij kleeden, zooals ik wilde en
voelde my uitermate gelukkig by na onafgebroken in
het gezelschap te zyn Yan een vriend, die met zeldzaam
uitnemende hoedanigheden begaafd was.
Waarom schudde juffrouw Lucas zuchtend haar
hoofd, waarom speelde er zoo dikwijls een geheimzin
nig lachje om haar mond en vulden haar oprechte
oogen zich met tranen, wanneer ze mij aanzag? Myn
verbazing nam al meer en meer toe, toen zy haar ge
negenheid voor my op een geheel nieuwe manier voor
my aan den dag legde. Zy nield niet op Georges Gor
don te prflzen en zy liet geen gelegenheid voorbjj gaaa
ons met elkaar in aanraking te brengen.
„Goeden morgen l mooi weertje, juffrouw Lucas 1"
riep Gordon uit, toen zü hem opendeed. Hy sprak
Fransch, maar zeer gebrekkig.
„Is mynheer Taras in zjjn atolier?"