BEZOEK. Uit hei- Duiisch. Zij vertelde hem, hoeveel eieren de kippen gelegd hadden, dat de soep- vleeseh weer duurder was geworden, dat er morgen grauwe erwten gegeten werden en welke ergernis zij met de wasek had. Nu hing zij al drie dagen op de lijn en nog altijd was zij niet droog. Met gewonen ernst luisterde hy naar haar. Het was het verslag, dat hij dagelijks aanhoorde, als hy uit de school kwam. Dau bespraken zjj punt voor punt, en aan het slot vroeg zij hem, hoe het vandaag in de school geweest was. Ach, hij had zich vreeselijk geërgerd. De kleine Wen- det had zich er weer eens op toege legd, zijn geduld op de proef te stol len. Hij was boosaardig en valsch, had niets dan domhedcn"in het hoofd en verleidde zijne mede-leerlingen tot slechte dingen. Hij had zich vandaag niet ontzien zijnen rector op het bord te teekenen. En stel je voor, Chris tine. in de ehambercloak, die je voor mij gemaakt bobt' Het zal toch beter zijn, dat ik ook to huis de jas aan houdt. Het gaat niet, dat ik mij door de jongens laat bespotteD. Maar daarmede was hy aan liet rechte kantoor. Dat was ergerlijk! Zoc ver was het al gekomen Zij had altijd gezegd, dat de jongen een lum mel, een deugniet was. Maar dat hij al zoo bedorven was, had zy toch niet gedacht En daarom wil je de ehambercloak niet aantrekken? Is daaraan mis schien iets belachelijks? Je weet na tuurlijk niet. hoeveel moeite het ge kost heeft, haar te keeren. En vooral waar zij doorgezeten was. Als men niet heel scherp kijkt, bemerkt men niet. dat daar andere stof is. Maar de mouwen, Christine. Zijn zij niet warm en gemakkelijk? Ze hebben een andere kleur. Wien gaat dat aan? Wie komt er bij ons. dat je zelfs in huis je geriefelijkheid wilt opofferen? O. Eduard, dat had ik niet van je gedacht! Hij durfde niets antwoorden, want hij was bang veor hare tranen. Ook zóu zij wel gelijk hebben. Hij had zich nooit veel bekommerd om zulke dingen. Horatius en Ovidius lieten hem er geen tijd toe. En in den grond der zaak hield hij veel van zijn cham- bercloack. Wat men veertien jaren eiken dag gedragen heeft, is ten laatste een stuk leven geworden, waarvan men niet gaarne scheidt. En ging het haar anders? Droeg zy niet jaar in, jaar uit dezelfde gryzejapon En hoo dikwijls moest hi] hoörenja, ja, als eenmaal goed gekocht wordt, rendeert het ook. 'Bij voorbeeld mijn grijze japon Laat het goed zijn, Christine, het was niet zoo gemeend. Hy stond van de middagtafel op, om aan bet werk te gaan. Er moes: ten opstellen gecorrigeerd worden. Op eens werd er luid geklopt. Ver schrikt keken beiden op de klok wie kon dat zijn. Om dezen tijd be zoek Onmogelijk: wie zou hen be zoeken Ik zal eens gaan zien, zeide Chris tine zij was in alle gevallen de kalmste en dus opende zij ook nu, wel is waar niet zonder heimelijke ongerustheid, de deur. Het was een brievenbestel ler, die een brief „met spoed" bracht. Een brief met spoedWie van hen had ooit een brief met spoed ont vangen. Ontsteld keken beiden naar dit eigenaardig sehrijven. Van cene vergissing kon geen sprake zijn. „Rector Èduard Limm" stond op het couvert; een ander van denzelfden naam was er, voor zoover zij wisten, vijf mijen in den omtrek niet. Maak hem eens open, zeide Chris tine. Hy deed het met een bang hart. Hij las hem ook. En hoe verder hy met de lectuur kwam, des te grooter werd zijne verwondering, en eindelijk zag hij zyne vrouw erg verlegen aan. Ach, Tiene. stel je voor de lui tenant Kronstedt herinner jij je nog Die bp je zuster op kamers woonde... Ja, die. Hy schrijft, dat bijvoorde jaeht geïnviteerd is; een zijner vrien den kan jy den naam lezen heeft haar van onze gemeente gepacht, en nu herinnert hij zich, dat ik hier ben en vraagt, of hij een nacht bij ons logeeren kan. Hij bestelt daarom eene kamer. Als het ons niet past, schrijft hij, zou hij naai' eene andere kamer kannen omzien. Behrijft hy dat? Nu verloor zij toch hare kalmte. Ken luitenant, een wezenlijke luite nant 'als gast in haar huisZoo iets zou zy niet eens gedroomd hebben Wat ter wereld zou zij met hem aan vangen Waar moest hij slapenZy hadden maar twee kamers en de keu ken, en hij hare schoonzuster had hij alleen twee kamers in gebruik gehad. En je gelooft, dat hy werkelijk komt. Eduard Hy was er van overtuigd. Ze kon den hoogstens schrijven, dat zij reeds bezoek hadden of dat de tophus in buis uitgebroken was. Maar zij haddon liet niet vermocht, hunnen besten kennissen iets voor te liegenhoe j zouden zij het wagen, den luitenant eene zoo schreeuwende onwaarheid te zeggen. En zelfs wanneer zij daar toe kouden besluiten hoe en waqr zouden zy het hem laten weten? Hij wo'i cr al om zeven uur zyn, was dus stellig a! onderweg Christine wrong de handen en neer slachtig begon zij de tafel op te rui men. Haar "man stond nog altijd met den brief in de hand middeu in de kamer, keek hulpeloos naar zijne vrouw en smolt nu reeds van eerbied voor den jongen gast. Hij had niet gediend. Zijne kortzichtigheid had wilden zien. In den winter zorg voor Kon. Ned. Met. Instituut is het vol kom er voor bewaard. Hij had daar- de kachel, die altijd rooktein den j gende ontleend door wel is waar met des te meer zomer angst voor dé „bedankjes" met ijver Ovidius kunnen bestudeeren. October. "Dat was hun leven, het Maar wat beteekeuae dat voor den leven, dat zij veiejareu geleid hadden, luitenant? Een luitenant verlangt en dat zij tot aan hunnen dood moes daden, en juist deze Kronstedt had1 ten leiden. bij de schoonste ode medelijdend de schouders opgehaald. Dan moeten wy in de keuken sla pen, zeide Christine, nu zie je weer. Toen de rector deze treurige be schouwingen eindelyk met kracht ver bannen had, hoorde by eigenaardige geluiden aan de anders zijde der keu- waartoe je voorname kennissen ons'ken. En nadat hij eenigen tijd aan brengen! dachtig geluisterd had, was hij vast In den grond der zaak echter was zij erg trotsch op dezen kennis en zy liep onmiddellijk naar haar buurvrouw, van wie zy wist, dat zij haar niets gunde, vroeg haar een laarzentrekker ter leen en vertelde heel ter loops, dat een vriend van haar man, baron von Kronstedt, een bezoek had aan gekondigd. Eu toen veranderde de zindelijke woning langzamerhand in een chaos, waarin Eduard vol stomme vertwij feling zat te staren. Hii had zyne hulp aangeboden, maar zy was ge weigerd. Hij vond het begrypelyk, maai' toch vernederend en had in dezen gemoedstoestand niet den moed con sideratie voor zyne schrijftafel te vragen. Met bewonderenswaardige stiptheid kwam de luitenant aan. En hij was zoo beminnelijk, maakte zooveel ex cuses, zeide zooveel beleefdhedeu, dat Eduard en echtgenoote, die hun def tigste houding aangenomen hadden, vonden, dat hij precies als een ander menseh was, vooral omdat hij geene uniform droeg. Ook maakte hij vol strekt geene plichtplegingen, waar achtig. zy had haar zwart zijden ja pon en Eduard zyn mooie jas niet behoeven aan te trekken. En wat was hij natuurlijk, alsof hij jaren lang by hen geweest was. Ln stilte maakten zij zich verwijten, dat zij zijn schrij ven met zoo weinig vreugde gelezen hadden. Kronstedt verzocht, vijf minuten alleen te mogen blijven, om zich van het stof der reis te ontdoen, en liet echtpaar begaf zich gehoorzaam naar de keuken. Dacht je, Tiene, dat ik de ehamber cloak kan aautrekken vroeg Eduard en keek van zijne hoogte twijfelend op haar neer. De ehambercloak? Als wij bezoek hebben Ik dacht het zoo, omdat hy zeide. dat wy precies moesten doen als anders. Zij overlegde. Maar vreemd, nu vond zij de roodc, wel is waar gevoerde mouwen en de donkergroene lap in den lichtgrijzen romp niet geschikt om te presenteereu, en niets ter wereld zou in staat geweest zyn, haar te be wegen, de anders zoo dierbare, gryze huisjapon aan te trekken. Het gaat niet, zeide zij, wij zijn niet gewoon weelde ten toon te spreiden; maar onze gast is aan het leven in een groote stad gewend, en zijne begrip pen en de onze loopen ver uiteen. Ik herinner my, dat de heer von Platen, bij wiens dochters ik gouvernante was. vertelde dat hij in zyue jeugd eeii zijden ehambercloak had gedragen. Dat gaf den doorslag en aan tafel zat het echtpaar iu deftig zwart te genover den luitenant. Gaat mevrouw dikwijls naar den schouwburg Zij werd vuurrood en keek angstig naar haar man. Ach neen, dat wil zeggenwij heb ben geen schouwburg. Dan heeft mevrouw zeker aangena me conversatie Er moeten hier groote landgoederen zijn. Zij ontstelde. Zij conversatie met de vrouwen der rijke grondbezitters? Mijn man heeft zoo weinig tijd. We leven zeer ingetogen. Dan geniet u des te meer van de schoone natuur; rijdt u paard, rector? Eduard keek eens naar zijné vrouw, maar toen moest hij toch glimlachen. 1 k heb het nog nooit beproefd, lui tenant; en dat zéide hy zoo oprecht, dat Kronstedt zich bedwingen moest, om niet in lachen uit te barsten. Het zou een prachtig gezicht geweest zijG, dezen langen, onbeholpen man boven op een paard. Maar wat doet u dan? Jaagt u? Ook dat niet. Dus een hartstochtelijk skatspeler? Neen, luitenant, ik speel niet. De luitenant werd ongeduldig en de rector wreef van verlegenheid zijn knieën. Maai- wat ter wereld voert u dan uit? Ik werk. En mevrouw De twee keken elkaar aan. Ja, wat deed zij Zy wisten niet, wat zy daarop moesten antwoorden, en eigen lijk konden zy ook niet zeggen, dat zij iets bijzonders deed. Maar dat is verschrikkelijk, zeide Kronstedt. U moet immers sterven van verveliug. Hoe houdt u dat uit? Die woorden gingen hun niet meer uit het hoofd. Ze hadden beiden een slechten nacht, en het la»- niet alleen hieraan, dat zij in de keuken een slecht bed klaar gemaakt had. Bei den dachten aan den levenslustigen, vTOolyken jongen man, en in beider hart ontwaakte de afgunst. Wat had hij weten te vertellen van de heer lijkheden eener groote stad. Had hij met zijne beschrijvingen in hun be scheiden tehuis niet reeds eene ver andering gebracht? Waren zij niet ten slotte spraakzaam geworden, en hadden zy niet de zekerheid, dat, zy nog nooit zoo'n mooien avond beleefd hadden En zy Daar zaten zij jaar uit, jaar in, op dezelfde plek, met dezelfde zorgen, dezelfde ergernis. Wat kenden zy van het leven? De onaangenaamheden met de jongens, die ieëren moesten en er geen lust in hadden; uiteenzettingen met ouders, die van hun kinderen nooit de schuld aan hunne luiheid of ondeugendheid overtuigd, dat het het zachte snikken zijner vrouw was. Hij hield den adem in en balde de vuisten, schold zich- zelven voor een goddeloos, slecht rnensch en verroerde zich niet, opdat zy niet zou vernemen, dat ook hy wakker was. Don volgenden morgen zagen zy hunnen gast slechts enkele minuten, en des avonds vertrok hy weer. Het was hun, alsof hy allen zonneschijn had meegenomen. Zwijgend brachten zij de woning weer in orde, zetten alles op de gewone plaatsen, en Edu ard gevoelde zich van een zwaren last bevryd, toen zijne boeken de schrijf tafel weer versierden. Nu zaten zij tegenover elkander, hy in de eham bercloak en zij in de grijze japon. Maar het was hun beiden onaange naam. Zoo grys, zoo eentonig, zoo gewoou was het eensklaps voor bei den, en achter hunne stoelen waren zulke leelijke, gryze schaduwen. Toen begon zy te vertellen, hoevebl eieren de kippen gelegd hadden, en dat morgen de wasch droog was, en dat zy vandaag geen melk gekocht had, omdat er nog genoeg van gisteren was. Met een blik van verwondering zag hy haar aan en zy zweeg. Ja zij schaamde zich diep. dat zij hem van zulke nietigheden wilde ver tellen Zy spande haar hersenen io, om hem te interesseeren, zooals de luitenant het gisteren gedaan had. om hem op gewekt en spraakzaam te maken niets schoot naar te binnen. Telkens weer waren het de kippen en de buren en de school. Hij zag tranen in haar oogen, en by had medeiyden met haar. Kom, zeide hij, liet is volle maan en de hemel bezaaid met sterren, bui ten zal het beter zyn. En zy nam hem in den arm en zwijgend gingen zij wandelen. Cm. Het bericht in een der dagbladen, dat HH. MM. einde December in de residentie zouden terugkeeren is on juist. Van die terugkomst, is niets bepaald van einde Dceember is even wel geen sprake. Ten behoeve der ouders die, met hun beide kinderen, ook al hun have en goed verloren by den brand in de Weslerstraat tc Amsterdam, is aan giften reeds ingekomen f.511. Straatroof. Een brutale straatroof had giste renmiddag in de drukke Spuistraat te 's Gravenhagc plaats. Op een ge geven oogenblik rukte een opgescho ten jongen een taschje, dat aan den arm van een Indische dame hing en waarin een vrij belangrijke som was geborgen, van den ketting waaraan dit taschje bevestigd was en zette het daarna op een loopen. Op aanwijzing van eenige. getuigen van het voorval, werd de knaap, die inmiddels het taschje had weggewor pen, op het Hofspui door de politie aangehouden en overgebracht naar het politic-bureel aan de Haven. Hy ont kende alle schuld. Inbraak te Dordrecht. Te Dordrecht is "Woensdagnacht ingebroken in het kantoor der heeren Gebrs. Schouten aan den Aelbert Cuyp—Singel. Omstreeks halfdrie ont dekte een surveilleerend politieagent, dat de deur van den timmerwinkei der heeren Schouten geheel open stond. Nadat de agent zich had vergewist dat zich niemand in de werkplaats bevond, sloot hy de deur en waar schuwde een der patroons, die ter stond met hem rnedeging. Alles werd echter in volmaakte orde bevonden, zoodat men tot de conclusie kwam. dat de patroon, die 's avonds tot ló uur op zyn kantoortje had zitten wer ken, de deur niet goed gesloten had en dat deze 's nachts was open ge waaid. Donderdagochtend kwam men ech ter tot eene geheel andere conclusie. Toen de patroon hot in liet kantoor aanwezige brandkastje opende, bleek hem, dat daaruit een bedrag van onge veer f 225 aan papieren en zilvergeld was verdwenen. Aangezien nergens sporen van gepleegd geweld zijn ge vonden, onderstelt mèn dat de dief, geheel bekend met de inrichting der werkplaats en met de gewoonten der heeren Schouten, zich na het vertrek der werklieden heeft laten insluiten of zicli met een valschen sleutel toe gangtot de werkplaats heeft verschaft. Aangezien de bovenbewoners tusschen 10 cn 11 uur getimmer in de werk plaats Ijpbben gehoord, vermoedt men dat de dief de ponnen uit de schar nieren van de gesloten kantoordeur heeft geslagen om deze te openen. Kennelyk heeft hij daarna uit de on gesloten lade ecner tafel op liet kan toor de sleutels der brandkast geno men, die kast daarmede geopend en, na daaruit den door hem begeerden inhoud genomen te hebben, weer ge sloten en vervolgeus de sleutels op hun plaats terug gelegd. Het weder in October. Aan het raaandeljjksch overzicht van het weder, medegedeeld door het Het weer was gedurende de eerste helft van de afgeloopcn maaud onder den invloed van betrekkelijk zwakke depressies, gedurende de tweede helft van een gebied van liooge luchtdruk- king. Den eersten October is het weer, na onweders en hagelslag, opklarend, den volgenden dag is de hemel bij N.-wind betrokken. Den 3en verschijnt een depressie boveu de Noordzee, die over ons land naar Midden-Duitsch- land trekt en grooten regenval met van Z. lot N. ruimeren wind veroor zaakt. Daarna wordt 't weer by Oos tenwind onder den invloed van een gebied van hooge luchtdrukking over Denemarken koud en helder, totdat den Ssteu by Schotland een depressie verschijnt, waardoor de wind weer ZW. ou de hemel betrokken wordt. Den llden is de wind krachtig W. den 12den NW. en 't weer buiïg en koud. Den llden is do wind onder den invloed van een gebied van hooge luchtdrukking over Midden-Duitsch- land Z. en 't weer opklarend, en den loden helder en warm. Deii 16den veroorzaakt een depressie van Ierland nog regenachtig weer, maar den 17eu begint, het gebied van hooge lucht drukking over Ccntraal-Europa zich westwaarts uit te strekken en vangt de periode van helder weer aan, alleen den I9den door geringen regenval (door een vlakke depressie veroor zaakt) onderbroken. De wind is deu 20sten NW"., en ruimt daarna tot Oosten- en verder tot Zuidenwind; de temperatuur is 's morgens by mistig weer vrij laag, 's middags daarentegen betrekkelijk hoog. Te De Bilt werd éeumaal een kring om de zon en driemaal een om de maan waargenomen. Zelfmoord. Als een bliksemstraal uit ecu hel deren hemel gewerd ons de tijding, aldus schrijft men uit IJzendyke aan de T. N. Crtdat de gemeente veldwachter D. Bruyssehaart ;dezer gemeente zich door de stoomtram nabij den Kruisdijk onder de gemeente Groede had laten overrijden en on middellijk was gedood. Blijkbaar was 13. Vrijdagmiddag plotseling niet wel in het hoofd ge- v orden. Om half vier ging hy met ziju driejarig zoontje wandelen, zoo hij voorgaf; om half zes werd hy te Schoondyke gezien met het kind aan de hand; om zeven uur ontmoette hom een voerman uit Schoondyke, gezeten op de tramrails, nabij den tol van den Kruisdijk, terwijl het arme kind huilende aan ziju jas trok om vader mee te hebben. De voer man deed een poging om hem mede te nemen, doch te vergeefs; alleen gelukte het hem van de rails te krij gen. De voerman gaat door en in middels komt de tram van Schoon- dijke, wanneer de machinist opeens den ongelukkige voor de in volle vaart zijnde tram ziet springen en onmid dellijk dooden, vóór de machinist de gelegenheid had te stoppen, ora het ongeluk te voorkomen. Het vreese lijk verminkte lijk werd van onder de tram gehaald, terwyl het kind op den weg stond te huilen, om zyn vader roepende. De voerman nam het arme kind in bescherming en bracht het perry tuig bij zijn moeder. Onnoodig te zeggen, in welken toestand de vrouw van B. verkeerde bij het vernemen dezer vrecselijke gebeurtenis, waarbij zy met bare twee kinderen broodeloos werd. Een aardige stroopers- geschiedenis. Men schrijft uit Oirlo, d.d. 2 Nov. Toen Zondagmiddag onze ijverige; jachtopziener Fiia op de grenzen van Oirlo, Meerl'o en Horst surveilleerde,' had hy het geluk tegen een zekeren G. proces-verbaal op te maken en zyn geweer in beslag te nemen. Met dit geweer onder den arm vervolgt hij zijn route en trekt zich in de strui ken terug. Eenigen tyd daar vertoe vende, passeert hem een ander jon geling. Deze ziet Fila in jagende houding zitten en, meenende een col lega aan te treffen, zegt hij "„Als nou der Oelderschen kwaam, kos hej os allebei oplaayen." Zoo. zegt F., komt deze nog wel eens hier? Non, hy kon jou toch niets doen, want gc hebt'geen ge weer Ja, zegt de strooper. maar ik heb strikken. Hebt ge er al gezet? is de weder vraag. Neen, ik durfde niet goed, luidt het antwoord, hoewel ik ze wel bij me had. Daarop kuierden jachtopziener en strooper samen eo praatten natuur lijk druk over stroopers en stroopery. Nadat Fila alle gewenschte inlichtin gen over dezen "en genen van den vriendelijken strooper ontvangen had, zeide hij Kent gij Fila? Ja, zegt de aader, ik heb hem wel eens gezien, en ik geloof hem ook wel te kennen, als ik" hem zag. Nu, zegt Fila, kijk hem dan maar eens goed aan. hij staat recht voor je. Als door den bliksem getroffen stond daar de praatzieke strooper te kijken en riep eindelijk uit „"Wat ziede toch enne verd.mde slimme bl.ksem." En wat ben jij toch een verd.mde domme strooper, repliceert Fila, want iemand, die zich-zelf komt presen-: t.eeren om een proces-verbaal wegens Smokkelaars. Zaterdag kwamen te Walsoorden met de boot 120 koeien aan, waarvan men begreep, dat. zij bestemd waren oui over de Belgische grens te worden gesmokkeld. Maar ook de douaniers kregen er de lucht van, waakten, cn hielden Zondagnacht, onder Steneke, oj) Belgisch gebied, een troep van 50 mannen aan, die 20 runderen overbrachten. De ambtenaren hielden tegen die macht moedig stand, met liet govolg dat. een gedeelte der smok kelaars op de vlucht sloeg, terwijl de koeien, opgeschrikt door het lawaai en de revolverschoten, her- en der waarts liepen. Zeven koeien werden in beslag genomen; later op den dag moet er nog een opgevangen zyn. Twee smokkelaars, die men insge lijks vast had, wisten zich los te ruk ken en in de duisternis te verdwijnen. Krankzinnig Door een aantal bewoners van den Schuitenberg te Roermond is een ver zoekschrift gericht tot den officier van justitie, ten einde door diens bemid deling te verkrijgen, dat zekere J. Jans sen worde ontslagen uit het krankzin nigengesticht te Yucht. Genoemde J. Janssen heeft zoo wordt in de Limb. Koerier medege deeld reeds vijftien jaren in dat gesticht doorgebracht en word onlangs daaruit ontslagen, omdat de genees- heeren van het gesticht van oordeei waren, dat de man niet meer krank zinnig was. Naar Roermond terugge keerd, wist een der familieleden ech ter te bewerken, dat Janssen weer naar Vacht werd overgebracht. De bewoners van Schuitenberg hebben nu de aandacht van den officier van justitie op deze zaak gevestigd, en het geval wekt te Roermond begrij pelijkerwijze de belangstelling, want, zooals men weet, dus besluit liét blad, kan opneming in een krankzinnigen gesticht niet anders plaats hebben dan na een verklaring van een geneesheer en een beschikking van den kanton rechter of der rechtbank. Pers Oterzicbi. De verkiezing te Sneelc. Het H.Uad wijdt het volgende aan het rapport vau de commissie uit de Tweede Kamer, waaraan hot onder zoek was opgedragen van de plaats gehad hebbende verkiezing voor de Kamer in het kiesdistrict Sneek. „De slotsom der commissie is nu een andere dan waartoe zij drie weken geleden gekomen was. Toen was de uilslag van haar on derzoek liet is niet gebleken dat de heer Van Giise is gekozen; hy mag dus niet worden toegelaten. Thans luidt do conclusiedat op beide candidaten evenvele geldige stemmen zijn uitgebracht en dus de heer Van Gilse, als oudste in jaren, moet worden toegelaten. Het verschil berust op deze over weging der commissie, dat zij haar redeneering terugneemt betreffende den kiezer die zonder oproepings- kaart verschenen was. Uit de schrif telijke vei klariug van al de leden van het stembureel te IJ 1st is gebleken, dat geen van hen dien persoon kende en deze aan het stembureau geen enkele verklaring heeft gegeven. De uitvoerige mededeelingen,'welke de commissie "bij haar rapport voegt omtrent de nader onderzochte brief jes. doen zien, dat zjj geen grond heeft gevonden over de geldigheid der biljet ten anders te oordeelen dan zij in haar vorig verslag heeft gedaan. Wel heeft zjj 185 briefjes uitgeschoten die zij „twijfelachtig" noemt, omdat er nog meer op was aangebracht dan het zwart maken van éen der witte vakjes. Daarvan waren 87 toegekend aan den heer van Gilse en 98 aan den heer Heemskerk. Worden al die briefjes van otfwaarde verklaard, dan is de heer Van Gilse zeker gekozen met 11 stemmen meerderheid. De commissie merkt echter op, dat streepjes of puntjes die blijkbaar zonder eenige. bedoeling en onwille keurig op bet papier zijn geraakt, niet een biljet van onwaarde maken. Dit komt overeen met de uitlegging die wij hebben ten beste gegeven, dat enkel wat opzettelijk is bjjge- gevoegd reden van ongeldigverklaring mag wezen. De wetgever heeft bij voegingen verboden, omdat die als afgesproken kenmerk van den kiezer kondon dienen en aldus het geheim van dc stemming konden schenden. Waar enkel onhandigheid de oor zaak is geweest, en overigens de aan wijzing duideljjk is, moet de geldig heid worden aangenomen' Hotzjj men met de commissie al die 185 twijfelachtige briefjes aanneemt, 'tzjj men ze —"maar dan ook alle van onwaarde verklaart, in beide ge vallen is de heer Vau Gilse de ge kozene en moet hjj als honderdste lid der Tweede Kamer worden toe gelaten". Dienstver vanging. De Standaard volhardt bij hare meeniug, dat een apart voorstel tot afschaffing der dienstvervanging al leen dan een ernstig militair karak ter kan bezitten, indien de tegen woordige minister van oorlog voor nemens is in zijn legerorganisatie den beperkten dienstplicht te blijven hand haven. Dit geeft. Dc (antir.) Ned. aan leiding, het volgende op te merken „De Stand, schijnt de lijdensge schiedenis der regeling van ons de fensiewezen te vergeten. Toch is liet toch een zeer ernstig bezwaar tegen heeft uitgemaakt. „Dat een minister van oorl< dat beginsel, hetwelk de keuz scheu beperkten en algemeens niogsplicht ongepraej udi cieerö op zicli zelf tracht in te voen de keuzo tusschen de beide uitsluitend door hun innerlijke beheerscht wil zien, getuigt o. vau gebrek aan een ernstig karakter, maar veeleer van v leid. „Overigens moeten wij beki ons over den meerderen of mii ernstigen politieken achtergron het voorstel niet al te onger maken. De tegenwoordige Reg< tellen wij als zoodanig niet omle: politieke geestverwanten en de voor haar politieken ernst late aan haar zelve over. Het is oc noeg, dat een voorstel tot invo van deu persoonlijken dienstplic! heel op de anti-revolutionaire Ijj dat liet de verdere regeling va defensiewezen onbevooroordeeld en dat het inmiddels wel degeli vordcrlijk is aan het militair 6 cl( van het leger, om het ook van tieke tegenstanders met dankbaa te aanvaarden. BI jjkfc het na hoogsteus een of jaren overbodig tezijn wege: Sc invoering van den algemeenend or plicht, des te heter; er is dac 't niets verbeurd. Eu mocht dit o dt hoopt niet het geval zijn, dan middels een schrede, eu een ge tigc schrede, gedaan om ons meer nationaal te maken en aai eiscli vau sociale rechtvaardig" voldoening te schenken. het dragen van strikken, heb ik nog meenden wij, een notoir feit, dat de nooit aangetroffen. i invoering van den persoonlijken dienst- RECHTSZAXEN. Valscliheid ia geschrift* Notaris Th., to Roermond, wien de vorige week door bet bij het gerechtshof te 's-Hertc bosch geëischt werd bevestiging het vonnis der Roermondscbe n bank, waarbij hy was veroordeel 3 maanden gevangenisstraf en zetting uit zyn ambt wegens v. heid, twee malen gepleegd, -werd dag door het hof veroordeeld maanden gevangenisstraf zonder zetting, terwijl het vonnis o. u zooverre werd gewijzigd, dat sle éóne valschheid bewezen werd klaard. Mr. Tripels uit Maastricht bekl.'s verdediger. Ie di b< h< bc K o i o assen, BATAVIA, 5 October. Lombok. Uit Ampenan is d.d. 20SeptenfêJ aan de Loc. onder meer geschrei „De bezetting te Mataram wij! 2 October opgeheven en den vols den dag vertrekt de staf van elfde bataljon met ongeveer driéii derd man naar Java. Deze drieb derd man zullen als dan vervan y worden door een gelijk aantal ni (j schappen, welke niet meer gesel v zijn voor deu velddienst, reconva. centen van beri-beri enz. ..De gezondheidstoestand gunstigkapitein Hartmaan wc langzamerhand beter. De Europees fuselier Wartena is ook herstellc Het graf van den tweeden luiten Ntmnrak is versierd met een eenv dig kruis, in den vorm van het Ljile bokkruis. door de officieren van garnizoen daarop geplaatst. K< „De assistent-resident die tijde vi de kampong Soerabaja vertlei hield, werd van daar afgelost d nc den resident. Niets teekent hier op ec plaats een ongunstigen toestand, les gaat zyn gewonen gang." Onze taal in Ned.-Indië. In de Java-bode heeft „Fajg Oemar" zijne denkbeelden gepul ceerd over het onderwijs in dé Nedy landscho taal ten dienste van het landscli onderwijs. Prof. Kern wees onder meer zijne rede bp de z. g. Hoofdenschoj jj de Doctors-djawaschool en de hoo;. en burgerscholen, welke inlands! leerlingen de gelegenheid scheut 1 tot hel ontvangen van onderwijs de Nederlandsene taal. „Hyzagevu wel zegt de schrijver de op! bare lagere scholen (der 2e kla voor Europeanen én met dezen lijkgosteklen, die eveneens inlandse leerlingen opnemen, over 't hoo^ Daarentegen noemden hij ten (j rechte de kweekscholen voor inlan sclie onderwijzers mede onder de i richtingen, waar onderwijs in het derland'sch wordt gegeven." Uit het feit, dat het aantal aa( vragen van cari didaat-leerlingen vo de Hoofdenscholen telken jare dQl der beschikbare plaatsen overtre leidde prof. Kern terecht af, dat t vier bestaande Hoofdenscholen in ee bepaalde behoefte voorzien. Deze 1 l( hoefte ontstond spontaan onder aanzienlijke inlanders, die het ondi wys, aan die scholen gegeven', vo^ hunne zonen begeeren. Het is d E| schrijver uit zyne ervaring van l ,v inlandsch onderwijs, waarbij hij v a af 1870 werkzaam is, gebieken, d het juist de Nederlands c 11 a 1 is. die de attractie bij die lied uitmaak'. j Met betrekking nu tot die Hoofde f| scholen, zou schrijver het wenschelj tn achten, dal alvorens de candidal leerlingen daarvan het vèreisehte to b latiags-examen (dit is, volgens sein ver, in een vergelijkend examen oD aard door den grooten toeloop vi v candidaten) afleggen, zy gedurenig één of twee jaren eene Europeesel jj school bezoeken. „Het is toch gtb 1 plicht, zoo niet het gewichtigste, dan bleken zegt de schryver

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 6