moest voor eenigejaren gesloopt wor
den, omdat hjj gevaarlijk werd voor
zyne omgeving, de laatstgenoemde
dreigt evenzeer te vervallen doch is
wellicht nog door het nemen van
voorzieningen te behouden.
Het is te vreezen, dat menig bouw
werk in deze provincie in hetzelfde
lot zal deeleu, wanneer niet bytnds
maatregelen worden genomen om het
gevaar te keeren.
Teneinde nu die maatregelen te
kunnen beramen, achten wjj hetnoo-
dig, dat vooraf een nauwgezet onder
zoek worde ingesteld naar den toe
stand van verschillende openbare ge
bouwen in deze provincie.
Wy noodigen u uit dat onderzoek
in uwe gemoonte te doen plaatsheb
ben, voor zoover daartoe naar uw
oordeel aanleiding bestaat.
Het kan van zeer eenvoudigen aard
zyn en zal weinig kosten met zich
brengen. Het is toch voldoende om
by die gebouwen een gat te graven,
na te gaan, of zy al dan niet op hou
ten fundeeringen rusten en, in het
eerste geval, de hoogte-ligging van
den bovenkant dier houten fundee
ringen te bepaleu ten opzichte van
het meest in de nabijheid gelegen
water.
Het zal ons aangenaam zyn met
den uitslag van dat onderzoek door
u te worden bekend gemaakt."
Parjjsche Tentoonstelling.
De bijzondere commissie voor de
wereldtentoonstelling te Parijs in
1900 voor Nederland le groep (op
voeding en onderwijs), die belast is
met het bijeenbrengen van alles wat
op deze groep betrekking heeft, noo-
digt per circulaire alle zaakkundigen
op het gebied van het voorbereidende
lager onderwijs, middelbaar en hooger
het kunstonderwijs, nijverheids en han-
delonderwys uit tot medewerking.
Ten einde een denkbeeld te geven
van de bedoeling der tentoonstelling
op dit gebied, laat zy den tekst vol
gen van de verschillende klassen de
zer groep.
De commissie herinnert voorts dat
de Fransche regeering zich ten doel
stelt aan deze wereldtentoonstelling
een by zonderen luister by te zetten
en een zoo volledig mogelijk beeld te
geven van de hoogte, waarop kunst
en wetenschap, handel en nijverheid,
landbouw enz. het gebracht hebben
by het sluiten der negentiende eeuw,
en dat onze regeer'ng dit doel tracht
te bereiken, zooals blijkt uit de be
langrijke subsidie, welke op initiatief
van de Tweede Kamer der Staten
Generaal daarvoor beschikbaar is ge
steld.
Zy meent derhalve dat in de af-
deelinge „Opvoeding en onderwijs" ons
land niet mag ontbreken, vermits ons
onderwijs toch reeds van oudsher
gunstig bekend is en in vele opzich
ten de concurrentie met het buiten
land kan doorstaan.
Zy wekt dus tot deelneming aan
deze tentoonstelling op, overtuigd als
zy is van den wil tot medewerking
om den roem van ons land op het
gebied van het onderwijs te hand
haven.
Tevens meent de commissie te moe
ten herinneren, dat blijkens de bepa
lingen van het reglement in de Fran
sche afdeelingen slechts inzendingen
worden toegelaten, welke zyn goed
gekeurd door speciaal daarvoor te be
noemen commissiën van toelating, wat
overeenstemt met de bepaling in het
reglement tot regeling der werkzaam
heden der centrale commissie en der
bijzondere commissiën, dat deNeder-
landsche bijzondere commissiën niet
alleen belast zijn met het bijeenbren
gen der inzendingen, maar ook met
ae beslissing omtrent de al of niet
toelating van het aangebodene, waarbij
zy zich kunnen doen voorlichten door
deskundigen, die door haar worden
aangewezen.
De circulaire, onderteekend dooi
de leden der bijzondere commissie
voor groep I (opvoeding en onderwijs
dr. D. de Loos te Leiden,voorzitter;
dr. C. J. Eggink te 's-Gravenhage,
secretarisdr. A. Borgmans te En
schede; F. B. Lühnis te 's-Graven-
hage en W. B. G. Molkenboer te
Amsterdam, is voor hen, die er nog
feene mochten ontvangen liebbeD, te
ekomen aan het Bureau der Centrale
commissie en bij de leden der bijzon
dere commissie.
Dat dit geen ijdele vrees is, kunnen Naar men verneemt, zal op de voor
de kerktorens van Purmerend en Zuu- naamste telegraafbureaux op de
derdorp getuigen. De eerstgenoemde1 stations der Hollandsche IJzeren
«n procureur, wonende aldaar: tot
officier van justitie bij de arrondisse
ment-rechtbank te Roermond, mr. A.
M. Pleyte, thans substituut-officier
van justitie bij de arrondissements
rechtbank te 's Gravenhagetot ont
vanger der registratie en domeinen
te Sliedreeht, B. W. de Jong, thans
ontvanger der registratie en domeinen
te Oostburgtot bewaarder van de
hypotheken, het kadaster en de
scheepsbewjjzen te Sneek, W. van
Heymngen Nanninga, thans ontvanger
der' registratie en domeinen te Groen-
loo.
Benoemd by het wapen der artil
lerie, by den staf van het wapen,
tot majoor, de kapitein J. D. N? de
Fremery, van dien staf, toegevoegd
aan den directeur der artillerie-inrich
tingen by het le reg. vesting-artil
lerie, tot majoor, de kapitein J. Ra-
maer, van het 2e reg. vesting-artille
rie; tot majoor, de kapitein H. B.
van Maaren, van het 2de reg. veld
artillerie; tot kapitein de eerste luite
nant S. C. Meerdink, van het le reg.
vesting-artilleriebij het 3e reg. ves
tingartillerie, tot kapitein, de eerste-
uitenant J. A. de Bruyn, van het
12e reg. veldartillerietot eerste-luite-
nant, de tweede-luitenants W. du
Yjjn en F. H. W. Haanebeek, bei
den van het korps; by het korps
pantserfort-artillene, tot eerste-luite-
nant de tweede-luitenant O. Witsen
Elias. van het korps; by het wapen
der Koninklijke marechaussee, by de
lste divisie, tot kapitein, de eerste-
luitenant G. A. van Haeften, van die
divisie, toegevoegd aan den inspecteur
der cavalerie.
In hunnen rang overgeplaatst by
den generalen staf, de kapitein W.
F. Pop, van den staf der artillerie,
leeraar bij de Hoogere Krijgsschool;
bij het wapen der artillerie en wel
by het 2e regiment veld-artillerie, de
kapitein K. J. Ravenswaay, van den
generalen staf.
De rang verleend van majoor aan
den gepensionneerden kapitein der
artillerie P. J. Margry.
De kapitein, plaatselij k-adjudant
C. G. A. Yerweyde, op zijne aan
vrage op pensioen'gesteld en het be
drag van het pensioen vastgesteld op
f 1300 's jaars.
De eerste-luitenant G. van Olden,
van het reg. grenadiers en jager, té
rekenen van 1 Aug;. 1897, op zyn
verzoek, op non-activiteit gesteld voor
den tjjd van éen jaar en buiten be
zwaar voor de schatkist.
Aan den officier van administratie
der 2e klasse J. van Gorsel, op zijn
verzoek, met 16 November a.s., eer
vol ontslag verleend uit den zeedienst
en met ingang van laatstgemelden
daium bevorderd tot officier van ad
ministratie der 2de klasse de'adjunct-
administrateur P. A. Kempen.
Tweede Kamer.
De voorzitter der Tweede Kamer
is voornemens aanstaanden Woens
dag te 11 uur in de afdeelingen te
doen onderzoeken een zestiental wets
ontwerpen, waaronder het overgangs
recht van onroerende goederen, wijzi
ging Indische tarieven (Menado) en
verlenging der tijdelijke militiever
sterking.
Yerder zal voorgesteld worden Don
derdag 11 November te 11 uur in
openbare vergadering te behandelen
de geloofsbrieven van mr Van Gilse,
de interpellatie-Van der Yelde over
den toestand der wateren te Delft,
en verschillende conclusiën op ver
slagen.
Door Gedeputeerde Staten van deze
provincie is de volgende aanschrijving
aan de gemeentebesturen gericht
„Zooals u bekend is, wordt er sedert
geruimen tijd door de waterschaps
besturen naar gestreefd den water
stand zoc laag mogelijk te houden.
Vandaar dan ook dat men in de meeste
waterschappen het zomerpeil heeft
verlaagd en nog met die verlaging
blyft voortgaan.
Is dit aan den eenen kant zeer ten
voordeele van de landerijen, aan den
anderen kant brengt die peilsverlaging
een groot nadeel, zelfs een gevaar
met zich. Door het boven water ge
raken der palen waarop de fundee
ringen van vele bouwwerken zijn aan
gelegd, vergaan deze, verliest het fun
dament zijn steun en wordt menig
gebouw met geheelen ondergang be-
Spoorweg-Maatschappjj lyn Amster
dam—Rotterdam, nachtdienst worden
ingevoerd, in verband met een on
langs vermeld bericht, dat de
goederentreinen op voornoemde
lyn zooveel mogelijk des nacht zullen
loopen, om aan de personentreinen
geene vertraging te veroorzaken.
Liberale Unie.
In de Zaterdag in „Eensgezindheid"
te Amsterdam gehouden gewone al-
gemeene vergadering der Liberale
Unie, werden in de plaats van de
heeren Mr. H. Goeman Borgesius, Mr.
G. A. van Hamel, Mr. R. Macalester
Loup en Mr. P. Rink, die periodiek
aftraden en niet herkiesbaar waren,
gekozen de heeren C. A. Zelvelder
te Utrecht, M. Boogaerdt Bz. te
Krimpen a. d. Lek, Mr. J. Kruseman
te Amsterdam en M. H. Krabbe te
Groningen.
Daarna werd door den heer J. W.
C. Teilegen, lid van het bestuur, het
woningvraagstuk, als onderwerp van
wettelijke regeling, besproken.
Brand te Amsterdam.
Bij afwezigheid der bewoners brak
te Amsterdam Zaterdagavond om
streeks half negen brand uit op de
bovenste verdieping van perceel 86
in de Anjelierstraat. Man, vrouw en
zes kinderen hadden twintig minuten
te voren het huis verlaten. De brand
werd tot die eene verdieping beperkt
en was in zeer korten tyd geheel ge-
bluschti Een oogenblik moest de be
velvoerende commandant en de brand-
wacbts hunne tegenwoordigheid van
geest toonen, toen uit het beneden
huis van een koomeny een vat petro
leum op straat werd gebracht, en
omviel. Door een vallend stuk bran
dend hout geraakte de uitstroomende
petroleum in brand. Hoog steeg de
vlam in de nauwe straat. Ook dit
ongeluk bleef echter door de zorg
der brandweer zonder ernstige gevol
gen. By het ontruimen der straat
voor het brandend perceel was het
volk alles behalve gewillig; de politie
had de handen vol.
Verongelukt.
Tot heden is nog niets bekend om
trent de reeds meer dan een week
verwacht wordende bode van Souburg
op Middelburg, B. genaamd, zoodat
het thans zoo goed als zeker is, dat
hem een ongeluk is overkomen.
In de nalatenschap van een onlangs
in de gemeente Oostdongeradeel over
leden persoon, die eene kerkelijke be
trekking bekleedde, werden niet min
der dan 1000 halvecent- en 2000
centstukken gevonden. Zy waren op
zettelijk door hem ingewisseld en
opgezameld, om zooveel mogelijk te
bevorderen, dat er in de kerk geld
stukken van meer waarde zouden wor
den gecollecteerd.
Een ander ingezetene van dezelfde
gemeente, mede onlangs overleden,
liet eene hoeveelheid gouden tientjes
na, zoo groot, dat er ruim een deciliter
mede kon worden gevuld.
Sport en Wedstrijden.
Een huldiging.
De laatste berichten uit Transvaal
melden dat by gelegenheid der vie
ring van president Kruger's verjaar
dag, op Maandag 11 October te Jo
hannesburg. onzen vroegeren landge
noot J. Muller Gzn., de kampioen
van Zuid-Afrika in de schermkunst,
een buitengewone eer is ten deel ge
vallen.
Bij de parade, ongeveer 500 man
sterk, welke plaats vond in tegen
woordigheid van den Staats-procureur
landdrost, commandant van het vrij
willigerskorps enz. enz. en een me
nigte burgers, werd de luitenant J.
Muller Gzn, voor het front geroepen.
Door commandant van Dam, hoofd
van het leger te Johannesburg, wer
den in kernachtige woorden uiteen
gezet de gewichtige diensten door
den luit. M. aan het politie-korps al
daar bewezen, en herinnerde aan diens
trouwe plichtsbetrachting gedurende
ruim 7 dienstjaren j in 't bijzonder
zijn roemrijke overwinning op 25 Sept.
te Pretoria. Daarna hechtte de com
mandant luitenant Muller een kost
bare medaille op de borst.
Na deze plechtigheid trokken de
troepen door de stad, onder begelei
ding van een muziekkorps.
De medaille was vervaardigd van
massief 18 karaats goud; aan de voor
zijde stond gegraveerd„Schermwed-
strjjd 25 Sept. 1897", in het midden
de letters „I. M." als monogram in
elkander gewerkt, bestaande uit dia
manten. Aan de achterzijde was ge
grift: Aangeboden door commandant,
officieren en onderofficieren der po
litie te Johannesburg." De medaille
was bevestigd aan een lint van wit
on groen, met een gouden meester-
distinctiet van gekruiste sabels in het
midden en aan de bovenzijde een
gouden plaat met inscriptie „18 Z.
A. R, 97".
Automobielen.
Vrijdagmorgen te 4 uur zyn teParys
aan de Porte Maillot de heeren Bar-
din en Osmond per petroleum-motor-
driewieler vertrokken om te trachten
een record Parys—Berlijn te bewerk
stelligen, hetgeen door denDuitscher
Max Khen onlangs te vergeefs be
proefd is.
De bekende wielrijder Corre is hen
eenigen tyd later gevolgd.
Voetbal.
Uitslag van Zondag gehouden mat
ches.
In Rotterdam „Rapiditas" van Rot
terdam tegen „H. B. S." uit den Haag.
Rapiditas gewonnen met 3—1.
In - 's Gravenhage„Sparta" van
Rotterdam tegen de Haagsche Y. V.
„Sparta" gewonnen met 5—1.
GEMENGD NIEUWS.
De heer Nansen, de Noordpool-
vaarder, moet voornemens zyn een
ontdekkingstocht naar de Zuidpool te
ondernemen.
Een bedrieger bedrogen.
In Mei werd door den commissaris
van politie te Zwolle de aandacht ge
vestigd o. m. op den minderjarigen
slager J. A. Yan der V., die met
zijn stokdoove moeder uit Kampen
te Zwolle was komen wonen aan de
Deventerstraat L 410 en die er zyn
werk van maakte om van verschil
lende kooplieden diverse koopwaren
te bestellen en te koopen, zonder die
te betalen, en wanneer die onder
remboers worden gezonden (waaron
der ook vélocipèdes) ze niet accep
teerde.
Wanneer de crediteuren zich te
zijnen huizo vervoegden, is hy gewoon
lijk niet tehuis, terwyl zyn doove moe
der niemand verstaat en nergens van
af weet. Dezer dagen bestelde by en
ontving van den koopman K. uit
Meppel een vaatje vet, tot een be
drag van f8. Van der V. was zoo
beleefd per briefkaart aan K. de
goede ontvangst er van te meidenen
verzocht tevens hem per omgaande
te willen melden of hij nog meer van
dat zelfde vet voorradig had, daar
hy er aardig wat van kon gebruiken
en hem prijsopgave te zenden van
plm. 300 pond vet gezouten spek.
Yrjjdag kwam K. uit Meppel eens
naar de soliditeit van zyn nieuwen
afnemer informeeren en toen hy daar
omtrent goed was ingelicht, stapte hy
den winkel van Y. d.V. binnen, zon
der zich dadelijk bekend te maken
en kocht een hoeveelheid spek en
worst tot een bedrag van 18,07*/3
Het gekochte werd netjes inge
pakt en aan K. overhandigd, die zich
daarop als de leverancier van het
vaatje vet bekend maakte en het door
hem gekochte betaalde met zeven en
een halve cent en met de quitantie
van het geleverde vet tableau!
Mark Twain over de Duitsclie
taal.
Mark Twain, de bekende Ameri-
kaansche humorist, gaat met booze
plannen om. Hy wil de Duitsche
taal hervormenDat heeft hy zelf
verklaard op een bierjool, welke hem
te Weenen door de vereéniging van
letterkundigen „Concordia" werd aan-
In gebroken Duitscli zeide hy o.a.:
Mijn! hart vloeit over van dankbaar
heid, maar mjjn armoede aan Duit
sche woorden dwingt mij tot groote
spaarzaamheid in het bezigen van
uitdrukkingen.
Yergeef my, dat ik voorlees het
geen ik te zeggen heb. De Duitsche
taal spreek ik niet goed, doch ver
schillende deskundigen hebben my
verzekerd, dat ik haar schrjjf ais een
engel.
Sedert langen tyd heb ik er harts
tochtelijk naar verlangd, een rede
voering in het Duitsch te houden,
maar men heeft het mij nooit willen
toestaan. Lui, die geen gevoel voor
de kunst hadden, hebben my altyd
hindernissen in den weg gelegd. Al
tyd zeiden die menschen tegen my:
„Zwyg, o, HochwohlgeborenlTracnt
op andere wijze u het leven onaan
genaam te maken!" En ook ditmaal
is het my moeilijk gevallen, de ver-
eischte toestemming te krygen.
Het Comité kan my de noodige
toestemming niet geven tengevolge
eener wet, welke van „Concordia"
bescherming der taal verlangt. Ik
heb evenwel nooit het verlangen ge
koesterd om deze edele taal te bena-
deelen. Integendeel, ik heb alleen ge-
wenscht haar te verbeteren, te her
vormen. Dat is de droom myns levens
geweest. Ik heb reeds bezoeken af
gelegd by de verschillende Duitsche
regeeringen en daar naar contracten
gevraagd.
Ik zou alleen streven naar eenige
wyzigingen, den weelderigen, langdra-
digen zinsbouw inkrimpen,de eeuwige
tusschenzinnen onderdrukken,afschaf
fen en vernietigen; ik zou het ge
bruik van meer dan dertien onder
werpen in één zin verbieden en het
werkwoord zoo ver naar voren laten
rukken, tot men het zonder verrekij
ker zien kan. In één woord, ik zou
zoo gaarne uw geliefde taal willen
vereenvoudigen. Ik smeek u, myn
raad te volgen. Voer de aangewezen
hervormingen uit en gij zult een
prachtstuk van een taal hebben.
Een sprookje.
Het bericht van het vinden van een
verborgen schat op Cocoseiland wordt
weer tegengesproken. Een telegram
uit Vancouver meldt, dat een expeditie
van de „Impérieuse" in alle streken
gezocht heeft, doch geen spoor van
een schat heeft gevonden. Er bestaat
alle reden om aan te nemen, dat het
geheele verhaal van den schat
sprookje is.
Door een horloge uitgebracht.
Een paar weken geleden werden
in een rotskloof in Graubunderland
menschenbeenderen gevonden naast
een gouden horloge en een paar kle
dingstukken. Ondanks de ijverigste
nasporingen kon niet worden ontdekt
van welken verongelukte deze over
blijfselen afkomstig waren. De eenige
hoop der overheid was nu nog ge
vestigd op het horloge. Er werd een
nauwkeurige beschrijving van het uur
werk aan de Uhrmacher Zeilung ge>-
zonden, met het gevolg dat aan het
bureau voor goud- en zilverwerken
de mededeeling werd ontvangen dat
het beschreven horloge in het kan
ton Genève was gestempeld en af
komstig wa3 uit de fabriek van Ba-
dollet te Genève. By dezen fabrikant
kon nagespeurd worden, dat het uur
werk verkocht was aan den heer
Inselin-Tehndy, den vader van dr.
Iselin uit Glarus, die sedert 1894
vermist wordt. De broeder van den
vermiste toonde als bewijs een qui
tantie, waaruit bleek dat het gevon
den uurwerk inderdaad door zyn vader
was gekocht. En zoo werd aange
toond, dat de gevonden beenderen en
kleedingstukken de overblijfselen zyn
van dr. Iselin uit Glarus.
Een nieuw eiland.
Natuurverschijnselen van vulkani-
schen aard zijn op Borneo nog zeer
zelden waargenomen. Daarom trekt
het bericht in de „Straits-Times" van
25 September jl. zeer de aandacht
dat na een aardbeving, welke inNoord-
Borneo gevoeld is, gevolgd door een
lichte schudding op de verschillende
plaatsen langs de kust, een eiland uit
zee verrezen is ongeveer 50 yards van
het hoofdeiland, tegenover Laboean,
Het eiland, uit kleine rotsen be
staande, is reeds 200 yards lang en
150 yards breed, maar neemt voort
durend in omvang toe. Het stoot op
verschillende plaatsen ontvlambare
gassen met een sterke petroleumlucht
uit.
Te Laboean zelf werd de aardbeving
niet gevoeld.
Naar aanleiding hiervan schrijft de
Javabode"
De in Noord-Borneo waargenomen
aardbeving en het daarop gevolgd
ontstaan van een nieuw eiland niet
ver van de Engelsche kolonie Laboean,
herinnert aan het resultaat, waartoe
Wallace in zyn beroemd werk over
den Indischen Archipel komt, dat „de
groote eilanden Java, Sumatra en Bor
neo in hunne natuurlijke voortbreng
selen op de naastbij gelegen deelen
van het vaste land bjjna evenzeer ge
lijken, als men maar van zulke wyd
uiteengelegen gewesten zou kunnen
verwachten, indien zjj nog een deel
van Azië uitmaakten.
Deze groote overeenkomst, gevoegd
by het feit, dat de uitgestrekte zeeën,
tusschen deze eilanden gelegen, zoo
opmerkelijk en gelykmatig ondiep zyn,
en by dat van het bestaan eener uit
gestrekte reeks van vulkanen op Su
matra en Java, die verbazende hoe
veelheden onderaardsche stoffen heb
ben uitgeworpen en hooge bergkete
nen met onafzienbare plateau's heb
ben opgebouwd, waarin de ware
oorzaak eener evenredige daling ge
legen is dat alles dan brengt ons
met eene onweerstaanbare kracht tot
het besluit, dat in een nog zeer nieuw
geologisch tijdperk het vasteland van
Azië in zuid-oostelyke richting ver
over zyne tegenwoordige grenzen
reikte, de eilanden Java, Sumatra en
Borneo in zich sloot en waarschijnlijk
zich zoover uitstrekte als de kring
reikt, waarin het peillood niet beneden
de honderd vademen daalt."
Uit de verspreiding, de overeenkomst
en het onderscheid der verschillende
zoogdieren, vogels en insecten leidt
hy af dat Java, Sumatra en Borneo
eenmaal deel hebben uitgemaakt van
het vasteland van Azie; de geheele
ondiepe Javazee, de golf van Siam
en de golf van Malakka waren toen
droog, terwyl het Aziatische vasteland
Daar het Zuid-Oosten veel verder was
uitgestrekt dan thans.
De dieren, die thans op de grootere
en kleinere eilanden voorkomen, zyn
grootendeels afkomstig van hen die
toen dat vasteland bewoonden, doch
zy hebben door de afzondering en
door de veranderingen, die het nood
zakelijk gevolg waren van de gewij
zigde omstandigheden, wijzigingen
ondergaan, die wel hunne oorspron
kelijke afkomst niet kunnen verber
gen, maar toch verschillende bijzon
derheden hebben doen ontstaan, waar
door ten duidelijkste wordt aangetoond,
dat Borneo, Java en Sumatra reeds
geruimen tyd als afzonderlijke eilanden
hebben bestaan.
Door de werking der vulkanen van
Java, daalde eerst de bodem van de
Java-zee en Straat Soenda en werd
Java een afzonderlijk eiland, terwyl
later Borneo en eiudelyk ook Sumatra
werden afgescheiden.
Deze beweringen lijken stouter hy
pothesen dan zij werkelijk zyn. Telken
male wanneer een natuurverschijnsel
als de vreeselyke uitbarsting van Kra-
katau plaats neeft, of zelfs een aard
beving in een rustig gewaand gewest
als Borneo, worden wy herinnerd aan
de krachten der natuur en komende
andere stoute hypothesen als de na
tuurlijkste zaak der wereld voor.
INGEZONDEN.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich niet aansprakelijk
Van ingezonden stukkengeplaatst
of niet geplaatstwordt de copij
niet aan den inzender terug
gegeven.
Haarlem6 Nov. '97.
Mijnheer de Redacteur!
Will u zoo goed zijn 't onderstaande
in uw blad te plaatsen. Het zijn
eenige opmerkingen naar aanleiding
van een ingezonden stukje, gedateerd
25 Oct., van „een onderwijzeres van
een lagere school". Het doet ons ge
noegen van verschillende kanten, zoo
ook van haar, instemming te vinden
met ons verzoek aan den gemeente
raad een dames-commissie aan de be
staande schoolcommissie toe te voe
gen, wier taak zou zyn: toezicht
houden op het handwerkonderwys.
Genoemde onderwijzeres maakt even
wel de opmerking, dat wy toch zeker
bedoelen uitbreiding van de school
commissie op(zoodanige wijze, dat de
damesleden alle werkzaamheden der
commissie zouden moeten deelentoe
zicht uitoefenen behalve op de hand
werken, ook op alle andere vakken.
Eerlijk gezegd hebben wij bij ons
verzoek alleen gedacht aan toezicht
op 't handwerkonderwys door des
kundigen, daar dat geheel ontbreekt.
Wij bopaalden ons voorloopig tot het
noodigste, ofschoon wij volkomen eens
den weg versperren, indien ik niet de goede richting insla.
Dan kunt gij mij beschuldigen waarvan gy wilt en my
in hechtenis laten nemen. Nog eens," voegde hy er in
'tFransch by, met een plechtigheid, die my verschrikte,
„zeg ik u, dat dit het eenige middel is om Taras van
den dood te redden."
Ik vreesde deze bedreiging nog meer dan een plotse
ling verraad van zyn kant en stemde dus in zyn voor
stel toemijn beschermer, de koetsier van de „cab,"
betuigde mij niet te zullen verlaten, daar zjj, volgens
zyn zeggen, „ons anders wel eens een gemeenen streek
konden spelen."
HOOFDSTUK XXI.
De bekentenis van Kavanagh.
Toen de coupé zich in beweging zette, scheen Taras
een oogenblik uit zyn verdooving te ontwaken hy deed
een poging om zich op te richten, maar viel met een
diepen zucnt weer achterover. Hy leunde tegen my aan,
en toen zyn dierbaar hoofd tegen myn schouder rustte,
wenschte ik bjjna, dat deze rit nooit zou eindigen.
Eindelijk bereikten wjj ons huis.
Kavanagh verscheen aan het portier, haalde den sleu
tel uit den zak van Taras, opende de voordeur en ging
de kaarsen in de zitkamer aansteken.
„Wjj moeten onzen vriend op de divan dragen,"
zeide hij.
En zich tot den koetsier van de „cab" wendend, die
zich voor ons had geplaatst om ons te beschermen,
zeide hy
„Wilt gij mij even een handje helpen? Daar is wel
iemand om uw paard vast te houden."
Hy riep Drigo by zjjn naam, waarop deze uit zyn
schuilhoek te voorschijn kwam.
Stilzwijgend volgde hy het bevel van Kavanagh op
en plaatste zich naast het paard.
„Hjj zal niet vóór vanmiddag ontwaken," zeide Ka
vanagh in het Fransch tot mjj, toen men Taras op de
divan had gelegd. „Het middel, dat ik hem ingegeven
heb, is onschadelijk. Hjj slaapt gerust; onze arme
vriend."
De hartelijke toon, waarop hjj deze woorden sprak,
kwam mjj even vreemd voor, als de vrijmoedigheid
waarmede hy deze bekentenis aflegde. Verbaasd over
zyn stoutmoedige schijnheiligheid, kon ik toch, terwyl
hjj zich met bijna vrouwelijke teederheid over Taras
boog, geen uitdrukking op zjjn gelaat waarnemen, die
zjjn woorden logenstrafte.
„Ik zal u alles uitleggen, voor ik heenga," hernam
hy, het hoofd opheffend en mjj kalm aanziende; „uw
koetsier kan zoolang buiten wachten of hier komen als
gjj dit verkiest"
_Ik ben niet bang voor u," antwoordde ik.
Hy boog even en ging toen naar buiten om aan den
koetsier te zeggen, dat hij op eenigen afstand moest
wachten, maar zoo dat, als wjj hem riepen, by ons kon
hooren. Hy zond zijn coupé en Drigo weg. Ik hoorde
hem zeer duidelijk deze orders geven, terwyl ik op een
tabouretje naast de divan, waarop Taras sliep, had
plaats genomen.
Kavanagh trad binnen, en liet de deur open staan;
hy zette zich tegenover my en zeide ernstig
„Dat is nu de tweede maal, dat gjj myu plannen, om
het leven van mjjn vriend te redden verijdeld. Toch had ik
alle voorzorgsmaatregelen genomen, alleen had ik u niet
van alles op de hoogte gesteld."
„En wanneer gjj dat hadt gedaan, zoudt gjj dan
soms denken, dat ik u geholpen had riep ik woe
dend uit."
„Ja dat geloof ik wel. Ik had iemand bevel gegeven
u in het oog te houden, en ik dacht dat dit voldoende
zou zjjn
„Ja als ik geen middel had gezien om hem te ont
snappen," viel ik hem op triumfeerenden toon in de
rede.
„Het doet er nu weinig toeik was van zjjn slimheid
overtuigd, maar heb geen rekening met de uwe gehou
den," zeide Kavanagh de schouders ophalend, en mjj
daarna even stilzwijgend aanziende.
„Ik zou mjj verplicht gezien hebben u te zeggen
met uw hulp kunnen wjj slagen."
„"Waarin
„N.m. om Taras buiten gevaar te brengen. Op dit
uur zou hjj zich reeds aan boord van een stoomboot
bevinden, om hem naar Rusland te vervoeren."
Ik staarde hem met open mond aan; nog twijfelende,
of ik hem wel goed begrepen had, vroeg ik
„En denkt gjj, dat ik mjj tot zoo iets zou hebben
„Ja, als ik u uitgelegd had, dat het de eenige manier
was om zjjn leven te redden. Begrjjp mjj goed, de Rus
sische regeering wil Taras onschadelijk maken. Of hjj
wordt naar Rusland gevoerd om hem te verhinderen
zijn meesterwerken, die een beleediging voor denCzaar
zyn, tentoon te stellen öf men zal hein in het geheim
om het leven brengen want zoolang hjj in vrjjheid leeft,
kan men zjjn werken niet tegen gaan. Ik heb gedaan,
wat ik kon. Ik heb hem het bakken van de groep on
mogelijk gemaakt, totdat Gordon een nieuwen oven er
voor liet vervaardigen en toen heb ik zjjn meesterstuk
verwoest. Gy weet dus nu, dat niet een vjjand, maar
een vriend hier de hand in heeft gehad."
„Gjj, zyn vriend, hebt dat gedaan
„Ja en ge zoudt het zelfde doen, als gy zjjn toestand
goed inzaagt."
„Zyn meesterstuk, dat hem zoo dierbaar is, verwoes
ten? Nooit!
„Yindt gy het dan beter, dat het zjjn leven kost?'
Hij zweeg even, maar toen ik niet antwordde, her
nam hij
„Ongelukkig zou het tot niets leiden of ik zjjn beeld
voor de tweede maal vernietigde. Want hjj heeft mjj
gezegd, dat de groep toch eenmaal voltooid zal worden,
als moest hjj er met een revolver in de hand bij waken.
„En dat zou hy doen!"
(Wordt vervolgd.)