moest voor eenigejaren gesloopt wor den, omdat hjj gevaarlijk werd voor zyne omgeving, de laatstgenoemde dreigt evenzeer te vervallen doch is wellicht nog door het nemen van voorzieningen te behouden. Het is te vreezen, dat menig bouw werk in deze provincie in hetzelfde lot zal deeleu, wanneer niet bytnds maatregelen worden genomen om het gevaar te keeren. Teneinde nu die maatregelen te kunnen beramen, achten wjj hetnoo- dig, dat vooraf een nauwgezet onder zoek worde ingesteld naar den toe stand van verschillende openbare ge bouwen in deze provincie. Wy noodigen u uit dat onderzoek in uwe gemoonte te doen plaatsheb ben, voor zoover daartoe naar uw oordeel aanleiding bestaat. Het kan van zeer eenvoudigen aard zyn en zal weinig kosten met zich brengen. Het is toch voldoende om by die gebouwen een gat te graven, na te gaan, of zy al dan niet op hou ten fundeeringen rusten en, in het eerste geval, de hoogte-ligging van den bovenkant dier houten fundee ringen te bepaleu ten opzichte van het meest in de nabijheid gelegen water. Het zal ons aangenaam zyn met den uitslag van dat onderzoek door u te worden bekend gemaakt." Parjjsche Tentoonstelling. De bijzondere commissie voor de wereldtentoonstelling te Parijs in 1900 voor Nederland le groep (op voeding en onderwijs), die belast is met het bijeenbrengen van alles wat op deze groep betrekking heeft, noo- digt per circulaire alle zaakkundigen op het gebied van het voorbereidende lager onderwijs, middelbaar en hooger het kunstonderwijs, nijverheids en han- delonderwys uit tot medewerking. Ten einde een denkbeeld te geven van de bedoeling der tentoonstelling op dit gebied, laat zy den tekst vol gen van de verschillende klassen de zer groep. De commissie herinnert voorts dat de Fransche regeering zich ten doel stelt aan deze wereldtentoonstelling een by zonderen luister by te zetten en een zoo volledig mogelijk beeld te geven van de hoogte, waarop kunst en wetenschap, handel en nijverheid, landbouw enz. het gebracht hebben by het sluiten der negentiende eeuw, en dat onze regeer'ng dit doel tracht te bereiken, zooals blijkt uit de be langrijke subsidie, welke op initiatief van de Tweede Kamer der Staten Generaal daarvoor beschikbaar is ge steld. Zy meent derhalve dat in de af- deelinge „Opvoeding en onderwijs" ons land niet mag ontbreken, vermits ons onderwijs toch reeds van oudsher gunstig bekend is en in vele opzich ten de concurrentie met het buiten land kan doorstaan. Zy wekt dus tot deelneming aan deze tentoonstelling op, overtuigd als zy is van den wil tot medewerking om den roem van ons land op het gebied van het onderwijs te hand haven. Tevens meent de commissie te moe ten herinneren, dat blijkens de bepa lingen van het reglement in de Fran sche afdeelingen slechts inzendingen worden toegelaten, welke zyn goed gekeurd door speciaal daarvoor te be noemen commissiën van toelating, wat overeenstemt met de bepaling in het reglement tot regeling der werkzaam heden der centrale commissie en der bijzondere commissiën, dat deNeder- landsche bijzondere commissiën niet alleen belast zijn met het bijeenbren gen der inzendingen, maar ook met ae beslissing omtrent de al of niet toelating van het aangebodene, waarbij zy zich kunnen doen voorlichten door deskundigen, die door haar worden aangewezen. De circulaire, onderteekend dooi de leden der bijzondere commissie voor groep I (opvoeding en onderwijs dr. D. de Loos te Leiden,voorzitter; dr. C. J. Eggink te 's-Gravenhage, secretarisdr. A. Borgmans te En schede; F. B. Lühnis te 's-Graven- hage en W. B. G. Molkenboer te Amsterdam, is voor hen, die er nog feene mochten ontvangen liebbeD, te ekomen aan het Bureau der Centrale commissie en bij de leden der bijzon dere commissie. Dat dit geen ijdele vrees is, kunnen Naar men verneemt, zal op de voor de kerktorens van Purmerend en Zuu- naamste telegraafbureaux op de derdorp getuigen. De eerstgenoemde1 stations der Hollandsche IJzeren «n procureur, wonende aldaar: tot officier van justitie bij de arrondisse ment-rechtbank te Roermond, mr. A. M. Pleyte, thans substituut-officier van justitie bij de arrondissements rechtbank te 's Gravenhagetot ont vanger der registratie en domeinen te Sliedreeht, B. W. de Jong, thans ontvanger der registratie en domeinen te Oostburgtot bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewjjzen te Sneek, W. van Heymngen Nanninga, thans ontvanger der' registratie en domeinen te Groen- loo. Benoemd by het wapen der artil lerie, by den staf van het wapen, tot majoor, de kapitein J. D. N? de Fremery, van dien staf, toegevoegd aan den directeur der artillerie-inrich tingen by het le reg. vesting-artil lerie, tot majoor, de kapitein J. Ra- maer, van het 2e reg. vesting-artille rie; tot majoor, de kapitein H. B. van Maaren, van het 2de reg. veld artillerie; tot kapitein de eerste luite nant S. C. Meerdink, van het le reg. vesting-artilleriebij het 3e reg. ves tingartillerie, tot kapitein, de eerste- uitenant J. A. de Bruyn, van het 12e reg. veldartillerietot eerste-luite- nant, de tweede-luitenants W. du Yjjn en F. H. W. Haanebeek, bei den van het korps; by het korps pantserfort-artillene, tot eerste-luite- nant de tweede-luitenant O. Witsen Elias. van het korps; by het wapen der Koninklijke marechaussee, by de lste divisie, tot kapitein, de eerste- luitenant G. A. van Haeften, van die divisie, toegevoegd aan den inspecteur der cavalerie. In hunnen rang overgeplaatst by den generalen staf, de kapitein W. F. Pop, van den staf der artillerie, leeraar bij de Hoogere Krijgsschool; bij het wapen der artillerie en wel by het 2e regiment veld-artillerie, de kapitein K. J. Ravenswaay, van den generalen staf. De rang verleend van majoor aan den gepensionneerden kapitein der artillerie P. J. Margry. De kapitein, plaatselij k-adjudant C. G. A. Yerweyde, op zijne aan vrage op pensioen'gesteld en het be drag van het pensioen vastgesteld op f 1300 's jaars. De eerste-luitenant G. van Olden, van het reg. grenadiers en jager, té rekenen van 1 Aug;. 1897, op zyn verzoek, op non-activiteit gesteld voor den tjjd van éen jaar en buiten be zwaar voor de schatkist. Aan den officier van administratie der 2e klasse J. van Gorsel, op zijn verzoek, met 16 November a.s., eer vol ontslag verleend uit den zeedienst en met ingang van laatstgemelden daium bevorderd tot officier van ad ministratie der 2de klasse de'adjunct- administrateur P. A. Kempen. Tweede Kamer. De voorzitter der Tweede Kamer is voornemens aanstaanden Woens dag te 11 uur in de afdeelingen te doen onderzoeken een zestiental wets ontwerpen, waaronder het overgangs recht van onroerende goederen, wijzi ging Indische tarieven (Menado) en verlenging der tijdelijke militiever sterking. Yerder zal voorgesteld worden Don derdag 11 November te 11 uur in openbare vergadering te behandelen de geloofsbrieven van mr Van Gilse, de interpellatie-Van der Yelde over den toestand der wateren te Delft, en verschillende conclusiën op ver slagen. Door Gedeputeerde Staten van deze provincie is de volgende aanschrijving aan de gemeentebesturen gericht „Zooals u bekend is, wordt er sedert geruimen tijd door de waterschaps besturen naar gestreefd den water stand zoc laag mogelijk te houden. Vandaar dan ook dat men in de meeste waterschappen het zomerpeil heeft verlaagd en nog met die verlaging blyft voortgaan. Is dit aan den eenen kant zeer ten voordeele van de landerijen, aan den anderen kant brengt die peilsverlaging een groot nadeel, zelfs een gevaar met zich. Door het boven water ge raken der palen waarop de fundee ringen van vele bouwwerken zijn aan gelegd, vergaan deze, verliest het fun dament zijn steun en wordt menig gebouw met geheelen ondergang be- Spoorweg-Maatschappjj lyn Amster dam—Rotterdam, nachtdienst worden ingevoerd, in verband met een on langs vermeld bericht, dat de goederentreinen op voornoemde lyn zooveel mogelijk des nacht zullen loopen, om aan de personentreinen geene vertraging te veroorzaken. Liberale Unie. In de Zaterdag in „Eensgezindheid" te Amsterdam gehouden gewone al- gemeene vergadering der Liberale Unie, werden in de plaats van de heeren Mr. H. Goeman Borgesius, Mr. G. A. van Hamel, Mr. R. Macalester Loup en Mr. P. Rink, die periodiek aftraden en niet herkiesbaar waren, gekozen de heeren C. A. Zelvelder te Utrecht, M. Boogaerdt Bz. te Krimpen a. d. Lek, Mr. J. Kruseman te Amsterdam en M. H. Krabbe te Groningen. Daarna werd door den heer J. W. C. Teilegen, lid van het bestuur, het woningvraagstuk, als onderwerp van wettelijke regeling, besproken. Brand te Amsterdam. Bij afwezigheid der bewoners brak te Amsterdam Zaterdagavond om streeks half negen brand uit op de bovenste verdieping van perceel 86 in de Anjelierstraat. Man, vrouw en zes kinderen hadden twintig minuten te voren het huis verlaten. De brand werd tot die eene verdieping beperkt en was in zeer korten tyd geheel ge- bluschti Een oogenblik moest de be velvoerende commandant en de brand- wacbts hunne tegenwoordigheid van geest toonen, toen uit het beneden huis van een koomeny een vat petro leum op straat werd gebracht, en omviel. Door een vallend stuk bran dend hout geraakte de uitstroomende petroleum in brand. Hoog steeg de vlam in de nauwe straat. Ook dit ongeluk bleef echter door de zorg der brandweer zonder ernstige gevol gen. By het ontruimen der straat voor het brandend perceel was het volk alles behalve gewillig; de politie had de handen vol. Verongelukt. Tot heden is nog niets bekend om trent de reeds meer dan een week verwacht wordende bode van Souburg op Middelburg, B. genaamd, zoodat het thans zoo goed als zeker is, dat hem een ongeluk is overkomen. In de nalatenschap van een onlangs in de gemeente Oostdongeradeel over leden persoon, die eene kerkelijke be trekking bekleedde, werden niet min der dan 1000 halvecent- en 2000 centstukken gevonden. Zy waren op zettelijk door hem ingewisseld en opgezameld, om zooveel mogelijk te bevorderen, dat er in de kerk geld stukken van meer waarde zouden wor den gecollecteerd. Een ander ingezetene van dezelfde gemeente, mede onlangs overleden, liet eene hoeveelheid gouden tientjes na, zoo groot, dat er ruim een deciliter mede kon worden gevuld. Sport en Wedstrijden. Een huldiging. De laatste berichten uit Transvaal melden dat by gelegenheid der vie ring van president Kruger's verjaar dag, op Maandag 11 October te Jo hannesburg. onzen vroegeren landge noot J. Muller Gzn., de kampioen van Zuid-Afrika in de schermkunst, een buitengewone eer is ten deel ge vallen. Bij de parade, ongeveer 500 man sterk, welke plaats vond in tegen woordigheid van den Staats-procureur landdrost, commandant van het vrij willigerskorps enz. enz. en een me nigte burgers, werd de luitenant J. Muller Gzn, voor het front geroepen. Door commandant van Dam, hoofd van het leger te Johannesburg, wer den in kernachtige woorden uiteen gezet de gewichtige diensten door den luit. M. aan het politie-korps al daar bewezen, en herinnerde aan diens trouwe plichtsbetrachting gedurende ruim 7 dienstjaren j in 't bijzonder zijn roemrijke overwinning op 25 Sept. te Pretoria. Daarna hechtte de com mandant luitenant Muller een kost bare medaille op de borst. Na deze plechtigheid trokken de troepen door de stad, onder begelei ding van een muziekkorps. De medaille was vervaardigd van massief 18 karaats goud; aan de voor zijde stond gegraveerd„Schermwed- strjjd 25 Sept. 1897", in het midden de letters „I. M." als monogram in elkander gewerkt, bestaande uit dia manten. Aan de achterzijde was ge grift: Aangeboden door commandant, officieren en onderofficieren der po litie te Johannesburg." De medaille was bevestigd aan een lint van wit on groen, met een gouden meester- distinctiet van gekruiste sabels in het midden en aan de bovenzijde een gouden plaat met inscriptie „18 Z. A. R, 97". Automobielen. Vrijdagmorgen te 4 uur zyn teParys aan de Porte Maillot de heeren Bar- din en Osmond per petroleum-motor- driewieler vertrokken om te trachten een record Parys—Berlijn te bewerk stelligen, hetgeen door denDuitscher Max Khen onlangs te vergeefs be proefd is. De bekende wielrijder Corre is hen eenigen tyd later gevolgd. Voetbal. Uitslag van Zondag gehouden mat ches. In Rotterdam „Rapiditas" van Rot terdam tegen „H. B. S." uit den Haag. Rapiditas gewonnen met 3—1. In - 's Gravenhage„Sparta" van Rotterdam tegen de Haagsche Y. V. „Sparta" gewonnen met 5—1. GEMENGD NIEUWS. De heer Nansen, de Noordpool- vaarder, moet voornemens zyn een ontdekkingstocht naar de Zuidpool te ondernemen. Een bedrieger bedrogen. In Mei werd door den commissaris van politie te Zwolle de aandacht ge vestigd o. m. op den minderjarigen slager J. A. Yan der V., die met zijn stokdoove moeder uit Kampen te Zwolle was komen wonen aan de Deventerstraat L 410 en die er zyn werk van maakte om van verschil lende kooplieden diverse koopwaren te bestellen en te koopen, zonder die te betalen, en wanneer die onder remboers worden gezonden (waaron der ook vélocipèdes) ze niet accep teerde. Wanneer de crediteuren zich te zijnen huizo vervoegden, is hy gewoon lijk niet tehuis, terwyl zyn doove moe der niemand verstaat en nergens van af weet. Dezer dagen bestelde by en ontving van den koopman K. uit Meppel een vaatje vet, tot een be drag van f8. Van der V. was zoo beleefd per briefkaart aan K. de goede ontvangst er van te meidenen verzocht tevens hem per omgaande te willen melden of hij nog meer van dat zelfde vet voorradig had, daar hy er aardig wat van kon gebruiken en hem prijsopgave te zenden van plm. 300 pond vet gezouten spek. Yrjjdag kwam K. uit Meppel eens naar de soliditeit van zyn nieuwen afnemer informeeren en toen hy daar omtrent goed was ingelicht, stapte hy den winkel van Y. d.V. binnen, zon der zich dadelijk bekend te maken en kocht een hoeveelheid spek en worst tot een bedrag van 18,07*/3 Het gekochte werd netjes inge pakt en aan K. overhandigd, die zich daarop als de leverancier van het vaatje vet bekend maakte en het door hem gekochte betaalde met zeven en een halve cent en met de quitantie van het geleverde vet tableau! Mark Twain over de Duitsclie taal. Mark Twain, de bekende Ameri- kaansche humorist, gaat met booze plannen om. Hy wil de Duitsche taal hervormenDat heeft hy zelf verklaard op een bierjool, welke hem te Weenen door de vereéniging van letterkundigen „Concordia" werd aan- In gebroken Duitscli zeide hy o.a.: Mijn! hart vloeit over van dankbaar heid, maar mjjn armoede aan Duit sche woorden dwingt mij tot groote spaarzaamheid in het bezigen van uitdrukkingen. Yergeef my, dat ik voorlees het geen ik te zeggen heb. De Duitsche taal spreek ik niet goed, doch ver schillende deskundigen hebben my verzekerd, dat ik haar schrjjf ais een engel. Sedert langen tyd heb ik er harts tochtelijk naar verlangd, een rede voering in het Duitsch te houden, maar men heeft het mij nooit willen toestaan. Lui, die geen gevoel voor de kunst hadden, hebben my altyd hindernissen in den weg gelegd. Al tyd zeiden die menschen tegen my: „Zwyg, o, HochwohlgeborenlTracnt op andere wijze u het leven onaan genaam te maken!" En ook ditmaal is het my moeilijk gevallen, de ver- eischte toestemming te krygen. Het Comité kan my de noodige toestemming niet geven tengevolge eener wet, welke van „Concordia" bescherming der taal verlangt. Ik heb evenwel nooit het verlangen ge koesterd om deze edele taal te bena- deelen. Integendeel, ik heb alleen ge- wenscht haar te verbeteren, te her vormen. Dat is de droom myns levens geweest. Ik heb reeds bezoeken af gelegd by de verschillende Duitsche regeeringen en daar naar contracten gevraagd. Ik zou alleen streven naar eenige wyzigingen, den weelderigen, langdra- digen zinsbouw inkrimpen,de eeuwige tusschenzinnen onderdrukken,afschaf fen en vernietigen; ik zou het ge bruik van meer dan dertien onder werpen in één zin verbieden en het werkwoord zoo ver naar voren laten rukken, tot men het zonder verrekij ker zien kan. In één woord, ik zou zoo gaarne uw geliefde taal willen vereenvoudigen. Ik smeek u, myn raad te volgen. Voer de aangewezen hervormingen uit en gij zult een prachtstuk van een taal hebben. Een sprookje. Het bericht van het vinden van een verborgen schat op Cocoseiland wordt weer tegengesproken. Een telegram uit Vancouver meldt, dat een expeditie van de „Impérieuse" in alle streken gezocht heeft, doch geen spoor van een schat heeft gevonden. Er bestaat alle reden om aan te nemen, dat het geheele verhaal van den schat sprookje is. Door een horloge uitgebracht. Een paar weken geleden werden in een rotskloof in Graubunderland menschenbeenderen gevonden naast een gouden horloge en een paar kle dingstukken. Ondanks de ijverigste nasporingen kon niet worden ontdekt van welken verongelukte deze over blijfselen afkomstig waren. De eenige hoop der overheid was nu nog ge vestigd op het horloge. Er werd een nauwkeurige beschrijving van het uur werk aan de Uhrmacher Zeilung ge>- zonden, met het gevolg dat aan het bureau voor goud- en zilverwerken de mededeeling werd ontvangen dat het beschreven horloge in het kan ton Genève was gestempeld en af komstig wa3 uit de fabriek van Ba- dollet te Genève. By dezen fabrikant kon nagespeurd worden, dat het uur werk verkocht was aan den heer Inselin-Tehndy, den vader van dr. Iselin uit Glarus, die sedert 1894 vermist wordt. De broeder van den vermiste toonde als bewijs een qui tantie, waaruit bleek dat het gevon den uurwerk inderdaad door zyn vader was gekocht. En zoo werd aange toond, dat de gevonden beenderen en kleedingstukken de overblijfselen zyn van dr. Iselin uit Glarus. Een nieuw eiland. Natuurverschijnselen van vulkani- schen aard zijn op Borneo nog zeer zelden waargenomen. Daarom trekt het bericht in de „Straits-Times" van 25 September jl. zeer de aandacht dat na een aardbeving, welke inNoord- Borneo gevoeld is, gevolgd door een lichte schudding op de verschillende plaatsen langs de kust, een eiland uit zee verrezen is ongeveer 50 yards van het hoofdeiland, tegenover Laboean, Het eiland, uit kleine rotsen be staande, is reeds 200 yards lang en 150 yards breed, maar neemt voort durend in omvang toe. Het stoot op verschillende plaatsen ontvlambare gassen met een sterke petroleumlucht uit. Te Laboean zelf werd de aardbeving niet gevoeld. Naar aanleiding hiervan schrijft de Javabode" De in Noord-Borneo waargenomen aardbeving en het daarop gevolgd ontstaan van een nieuw eiland niet ver van de Engelsche kolonie Laboean, herinnert aan het resultaat, waartoe Wallace in zyn beroemd werk over den Indischen Archipel komt, dat „de groote eilanden Java, Sumatra en Bor neo in hunne natuurlijke voortbreng selen op de naastbij gelegen deelen van het vaste land bjjna evenzeer ge lijken, als men maar van zulke wyd uiteengelegen gewesten zou kunnen verwachten, indien zjj nog een deel van Azië uitmaakten. Deze groote overeenkomst, gevoegd by het feit, dat de uitgestrekte zeeën, tusschen deze eilanden gelegen, zoo opmerkelijk en gelykmatig ondiep zyn, en by dat van het bestaan eener uit gestrekte reeks van vulkanen op Su matra en Java, die verbazende hoe veelheden onderaardsche stoffen heb ben uitgeworpen en hooge bergkete nen met onafzienbare plateau's heb ben opgebouwd, waarin de ware oorzaak eener evenredige daling ge legen is dat alles dan brengt ons met eene onweerstaanbare kracht tot het besluit, dat in een nog zeer nieuw geologisch tijdperk het vasteland van Azië in zuid-oostelyke richting ver over zyne tegenwoordige grenzen reikte, de eilanden Java, Sumatra en Borneo in zich sloot en waarschijnlijk zich zoover uitstrekte als de kring reikt, waarin het peillood niet beneden de honderd vademen daalt." Uit de verspreiding, de overeenkomst en het onderscheid der verschillende zoogdieren, vogels en insecten leidt hy af dat Java, Sumatra en Borneo eenmaal deel hebben uitgemaakt van het vasteland van Azie; de geheele ondiepe Javazee, de golf van Siam en de golf van Malakka waren toen droog, terwyl het Aziatische vasteland Daar het Zuid-Oosten veel verder was uitgestrekt dan thans. De dieren, die thans op de grootere en kleinere eilanden voorkomen, zyn grootendeels afkomstig van hen die toen dat vasteland bewoonden, doch zy hebben door de afzondering en door de veranderingen, die het nood zakelijk gevolg waren van de gewij zigde omstandigheden, wijzigingen ondergaan, die wel hunne oorspron kelijke afkomst niet kunnen verber gen, maar toch verschillende bijzon derheden hebben doen ontstaan, waar door ten duidelijkste wordt aangetoond, dat Borneo, Java en Sumatra reeds geruimen tyd als afzonderlijke eilanden hebben bestaan. Door de werking der vulkanen van Java, daalde eerst de bodem van de Java-zee en Straat Soenda en werd Java een afzonderlijk eiland, terwyl later Borneo en eiudelyk ook Sumatra werden afgescheiden. Deze beweringen lijken stouter hy pothesen dan zij werkelijk zyn. Telken male wanneer een natuurverschijnsel als de vreeselyke uitbarsting van Kra- katau plaats neeft, of zelfs een aard beving in een rustig gewaand gewest als Borneo, worden wy herinnerd aan de krachten der natuur en komende andere stoute hypothesen als de na tuurlijkste zaak der wereld voor. INGEZONDEN. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijk Van ingezonden stukkengeplaatst of niet geplaatstwordt de copij niet aan den inzender terug gegeven. Haarlem6 Nov. '97. Mijnheer de Redacteur! Will u zoo goed zijn 't onderstaande in uw blad te plaatsen. Het zijn eenige opmerkingen naar aanleiding van een ingezonden stukje, gedateerd 25 Oct., van „een onderwijzeres van een lagere school". Het doet ons ge noegen van verschillende kanten, zoo ook van haar, instemming te vinden met ons verzoek aan den gemeente raad een dames-commissie aan de be staande schoolcommissie toe te voe gen, wier taak zou zyn: toezicht houden op het handwerkonderwys. Genoemde onderwijzeres maakt even wel de opmerking, dat wy toch zeker bedoelen uitbreiding van de school commissie op(zoodanige wijze, dat de damesleden alle werkzaamheden der commissie zouden moeten deelentoe zicht uitoefenen behalve op de hand werken, ook op alle andere vakken. Eerlijk gezegd hebben wij bij ons verzoek alleen gedacht aan toezicht op 't handwerkonderwys door des kundigen, daar dat geheel ontbreekt. Wij bopaalden ons voorloopig tot het noodigste, ofschoon wij volkomen eens den weg versperren, indien ik niet de goede richting insla. Dan kunt gij mij beschuldigen waarvan gy wilt en my in hechtenis laten nemen. Nog eens," voegde hy er in 'tFransch by, met een plechtigheid, die my verschrikte, „zeg ik u, dat dit het eenige middel is om Taras van den dood te redden." Ik vreesde deze bedreiging nog meer dan een plotse ling verraad van zyn kant en stemde dus in zyn voor stel toemijn beschermer, de koetsier van de „cab," betuigde mij niet te zullen verlaten, daar zjj, volgens zyn zeggen, „ons anders wel eens een gemeenen streek konden spelen." HOOFDSTUK XXI. De bekentenis van Kavanagh. Toen de coupé zich in beweging zette, scheen Taras een oogenblik uit zyn verdooving te ontwaken hy deed een poging om zich op te richten, maar viel met een diepen zucnt weer achterover. Hy leunde tegen my aan, en toen zyn dierbaar hoofd tegen myn schouder rustte, wenschte ik bjjna, dat deze rit nooit zou eindigen. Eindelijk bereikten wjj ons huis. Kavanagh verscheen aan het portier, haalde den sleu tel uit den zak van Taras, opende de voordeur en ging de kaarsen in de zitkamer aansteken. „Wjj moeten onzen vriend op de divan dragen," zeide hij. En zich tot den koetsier van de „cab" wendend, die zich voor ons had geplaatst om ons te beschermen, zeide hy „Wilt gij mij even een handje helpen? Daar is wel iemand om uw paard vast te houden." Hy riep Drigo by zjjn naam, waarop deze uit zyn schuilhoek te voorschijn kwam. Stilzwijgend volgde hy het bevel van Kavanagh op en plaatste zich naast het paard. „Hjj zal niet vóór vanmiddag ontwaken," zeide Ka vanagh in het Fransch tot mjj, toen men Taras op de divan had gelegd. „Het middel, dat ik hem ingegeven heb, is onschadelijk. Hjj slaapt gerust; onze arme vriend." De hartelijke toon, waarop hjj deze woorden sprak, kwam mjj even vreemd voor, als de vrijmoedigheid waarmede hy deze bekentenis aflegde. Verbaasd over zyn stoutmoedige schijnheiligheid, kon ik toch, terwyl hjj zich met bijna vrouwelijke teederheid over Taras boog, geen uitdrukking op zjjn gelaat waarnemen, die zjjn woorden logenstrafte. „Ik zal u alles uitleggen, voor ik heenga," hernam hy, het hoofd opheffend en mjj kalm aanziende; „uw koetsier kan zoolang buiten wachten of hier komen als gjj dit verkiest" _Ik ben niet bang voor u," antwoordde ik. Hy boog even en ging toen naar buiten om aan den koetsier te zeggen, dat hij op eenigen afstand moest wachten, maar zoo dat, als wjj hem riepen, by ons kon hooren. Hy zond zijn coupé en Drigo weg. Ik hoorde hem zeer duidelijk deze orders geven, terwyl ik op een tabouretje naast de divan, waarop Taras sliep, had plaats genomen. Kavanagh trad binnen, en liet de deur open staan; hy zette zich tegenover my en zeide ernstig „Dat is nu de tweede maal, dat gjj myu plannen, om het leven van mjjn vriend te redden verijdeld. Toch had ik alle voorzorgsmaatregelen genomen, alleen had ik u niet van alles op de hoogte gesteld." „En wanneer gjj dat hadt gedaan, zoudt gjj dan soms denken, dat ik u geholpen had riep ik woe dend uit." „Ja dat geloof ik wel. Ik had iemand bevel gegeven u in het oog te houden, en ik dacht dat dit voldoende zou zjjn „Ja als ik geen middel had gezien om hem te ont snappen," viel ik hem op triumfeerenden toon in de rede. „Het doet er nu weinig toeik was van zjjn slimheid overtuigd, maar heb geen rekening met de uwe gehou den," zeide Kavanagh de schouders ophalend, en mjj daarna even stilzwijgend aanziende. „Ik zou mjj verplicht gezien hebben u te zeggen met uw hulp kunnen wjj slagen." „"Waarin „N.m. om Taras buiten gevaar te brengen. Op dit uur zou hjj zich reeds aan boord van een stoomboot bevinden, om hem naar Rusland te vervoeren." Ik staarde hem met open mond aan; nog twijfelende, of ik hem wel goed begrepen had, vroeg ik „En denkt gjj, dat ik mjj tot zoo iets zou hebben „Ja, als ik u uitgelegd had, dat het de eenige manier was om zjjn leven te redden. Begrjjp mjj goed, de Rus sische regeering wil Taras onschadelijk maken. Of hjj wordt naar Rusland gevoerd om hem te verhinderen zijn meesterwerken, die een beleediging voor denCzaar zyn, tentoon te stellen öf men zal hein in het geheim om het leven brengen want zoolang hjj in vrjjheid leeft, kan men zjjn werken niet tegen gaan. Ik heb gedaan, wat ik kon. Ik heb hem het bakken van de groep on mogelijk gemaakt, totdat Gordon een nieuwen oven er voor liet vervaardigen en toen heb ik zjjn meesterstuk verwoest. Gy weet dus nu, dat niet een vjjand, maar een vriend hier de hand in heeft gehad." „Gjj, zyn vriend, hebt dat gedaan „Ja en ge zoudt het zelfde doen, als gy zjjn toestand goed inzaagt." „Zyn meesterstuk, dat hem zoo dierbaar is, verwoes ten? Nooit! „Yindt gy het dan beter, dat het zjjn leven kost?' Hij zweeg even, maar toen ik niet antwordde, her nam hij „Ongelukkig zou het tot niets leiden of ik zjjn beeld voor de tweede maal vernietigde. Want hjj heeft mjj gezegd, dat de groep toch eenmaal voltooid zal worden, als moest hjj er met een revolver in de hand bij waken. „En dat zou hy doen!" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2