De vijl hazen. Schetsjes uit de Rechtszaal. Ik beo niet bygeloovig. En tocb. Twaalf jaar geleden had ik tusschen Koyon en Saint Quentin een jachtveld, waar ik, of het een goed of slecht jaar was, gemiddeld vier en twintig hazen per jaar schoot. Daarbij spreek recht naar my toekwam. De honden was by met door de honden opgeten, i i - innoAn /\r\ TT ii Trlr*rvn. oio aon tri Q O V tinn n«loy loflinrran }l n S )tn in richt, niet draalden om een haas op degedeeld en wat zal volgen, zal men te jagen. Ik ging my opstellen rechts mogelyk vragen, of er alleen hazen aan aen kruisweg van de Cendrière, in myn jachtveld waren. Er waren waar ik er meer dan een had gevan- ook veel konynenmaar de twee hon- gen. Daar moesten zy voorbij om in de den, die ik thans had medegenomen groote bosschen eene schuilplaats te waren eitslnitend op het vangen van vinden. hazen afgericht. Nadat ik mij er een paar minuten j Weer gingen myn honden een haas had opgesteld, zag ik het dier, dat opjagen en weer schoot ik. Ditmaal ik nog niet eens van de overvloedig voorkomende konynen, of van de ree bokken, die er talrijk werden aange troffen. Ik nam byna om den anderen dag mijne honden en jagende als een dilet tant, waarvan ik a'tijd heb gehouden, joeg ik wanneer de gelegenheid er toe ziek voordeed, een haas op, die ik doodde by den uitgang of op den terugtocht, al naar ik lust had. Dan spreek ik nog niet eens van die dagen, waarop ik om de een of andere reden eene goede jacht wilde maken. Op den ln November, Allerheiligen, was ik zeer vroeg opgestaan, in de eerste plaats om naar de mis te gaan, maar ook, omdat ik werd gekweld door het by een jager zeer gemakke lijk op te komen idee, een koppel hazen te schieten. Het was juist gelyk men zegt, echt Novemberweer; een donkere mistige lucht, zonder dat het er uitzag alsof het zou gaan regenen, weer juist ge schikt om in een bosch op do jacht te gaan. Ik woonde in een der eerste en grootste huizen van het dorp, doch myn oude boschwachter, die voor myne honden zorgde in een klein huisje aan het andere einde. Dus, terwijl ik van de eerste mis kwam, die byDa drie kwartier had geduurd, ging ik, daar ik mij reeds te voren had toegerust, myn geweer halen en liep vervolgens naar den ouden vader Marivel ten einde geza menlijk naar het bosch te gaan. Zeer verwonderd keek ik op toen de oude tot mij zeide „Ik op Allerheiligen op jacht gaan Dat Eooit!" „Waarom niet?" vroeg ik hem. „Omdat ik op den Allerheiligen dag, wat er ook moge gebeuren, niet meer een geweer in handen zal nemen." „Maar om welke reden toch „Dat zal ik u zeggenDrie jaar geleden, op Allerheiligen, toen de grond met sneenw was bedekt, had ik met het eenige doel de raven, die een veld met koolzaad vernielden, te dooden, een kleine hut gemaakt nabij het bosch de la Fontaine. Twee uren, nadat ik was opgestaan, begaf ik mij met myn geweer op weg naar de hut. Toen ik naderde, vloog de bende raven op, maar nadat ik eenige mi nuten in myne hut was, zetten zij zich weder in zoo dichte menigte op het veld neder,"dat het er geheel zwart van werd. Naar mijne gissing waren er wel 200. Ik legde aan, trok af en allen vlo gen weg. Niet éen was achtergebleven. Doch na verloop van een kwartier keerden de schelmen weder als was er niets gebeurd. Binnen een nor trok ik zes of zeven maal myn gev eer af en naar u weet, nns ik anders niet dikwijls een haas op veertig meter afstandsDoch toen kon ik zelfs op maar 25 pas afstands niet een raaf dooden. Gemoogt zeggen, wat ge wilt; myn kruid en myn lood waren dezelfde als steedser was bepaald toovery in 't spel. Sedert dien dag jaag ik nooit meer op den len November. Zooals ik u zeg is het en zelfs wanneer ge mij met een kanonskogel dreigdet, zou ik niet weder beginnen. Ik ben gestraft geworden. Het was Allerheiligen dag, gelyk vandaag. Ik zou beter hebben gedaan met voor de afgestorvenen te gaan bidden. Enfin, het is gebeurd. Maar nooit zal het weer gebeuren. Bet besluit van myn ouden kame raad was onwrikbaarhy was er niet van af te brengen. Ik nam daarom mijne beide honden en vertrokter wijl ik by my zei ven een weinig lachte over de lafheid van den ouden man. Zoodra ik in het bosch was, liet ik ile honden los, die, daarop afge- joegen het flink op. Hy vloog als een pyl uit een boog op tien pas afstands van my. Op vyf-en-twintig pas zond ik hem een schot toe, dat hem op zijn rug deed tuimelen. Hy stond weder op maar toen hij in het bosch kwam, begroette ik hem met een tweede schot. Dezen keer was het, gelyk ik bemerkte, wel met hem gedaan. De honden kwamen aan. Zonder een oogonblik te verliezen vervolgden zy hein tot aan de plek, waar hy was gevallen en weldra hoorde ik dien Slagenden en hopeloozen kreet, dien wy allen kennen en die de gevan genneming aanduidt. Ik richtte mijne schreden naar het kreupelbosch, waar ik den kreet bad gehoord. Bij myne nadering vernam ik eenig gebrom. Toen ik naderde, zag ik dat de haas voor meer dan drie vierde door mijn honden was verslonden. Er bleet mij zoo weinig over, dat ik het niet eens de moeite waard achtte het op te rapen. Dade lijk daarna gingen mijn honden een tweeden haas opjagen. Deze ging dadelijk naar de nabu rige bosschen. Daar ik het terrein kende, twyfelde ik er niet aan, of hy zou na een paar maal te hebben rond- maar een paar ladingen had by in zijn lyf en een zjjner pooten was ge broken. Eindelijk zou ik er dan een hebben Om niet myn jachttaseh van myn rug te nemen, keerde ik naar bet jachthuisje terug, waar ik hem vau binnen aan een spijker ophing. Ik verzuimde echter het huisje dicht te doen. Opnieuw ging ik er op los. Na een half uur op jacht te zyn geweest, zag ik op een hoogte myne prooi na deren, die juist een boschje in zou gaan. Vlug liep ik naar den ingang er van om hem als by er kwam een lading door het lyf te jagenmaar toen hj er een eindje van daan was, sloeg h\ links af. In een weiland, op circa 25 meter van den weg gelegen ston den een paar oude gespleten wilgen- boomen, die byna vermolmd waren. De haas, door de honden achtervolgd, liep eerst recht tot aan ,het bosch doordaarna rechtsomkeer makende, keerde hy weer in de vlakte terug en hield stil. Hy scheen uitgeput, de honden haal den hem in. Maar toeu hy dat zag, ging hy weder aan de haal, nam sprong en ik zag hem niet meer. De wilgen hadden hem voor myn oog ver- Haartemmer Halletjes Een Zaterdagavondpraatje. ccxcvn. Uit het relaas dat een paar dagen geleden in dit blad stond, heeft men kunnen lezen, dat de Commissie voor den optocht in 1898 het niet maar niet een Jantje van Leiden wil laten afloopen. Dat had de Commissie dan ook vooraf duidelijk gezegd„Geen optocht of een goede optocht!" Er was dan ook geen denken aan, dat de optocht in 98 een, zij het dan ook vermeerderde, nieuwe editie zou wezen van dien van 1896, die weliswaar een heel aardig effect maakte, maar toch geen kunstwaarde had, als men bui ten beschouwing laat de kunst om veel tot stand te brengen met een heel klein beetje geld. Nu, er zal het volgende jaar wel wat meer geld noodig wezen, 'k Heb de kosten van den optocht alleen hoo- ren schatten op drieduizend gulden en dat cijfer houd ik niet voor over dreven. Als men bedenkt, welke groote triomfwagens er gemaakt moeten wor den, dat alles of byna alles zal moe ten worden vervaardigd expresselyk, naar teekeuing, dat er groepen zyn van over de honderd personen, dan staat men van dit cyfer niet meer ver steld. En daarbij is dan nog gere kend op flinke medewerking van het publiek. Verlangend kijkt de Com missie nu al uit naar mama's, die hare kinderen willen laten meedoen in de geloopen terugkeeren. En inderdaad j borgen. Het beest was verdwenen, kwam hy later ook weer aanzetten. I toen de honden kwamen aanvliegen. Ik had my achter een dicht be-1 Ik verliet myn plaats en ging in het groeid boscbje verdekt opgesteld. veld loopen. Waar zou hy zyn Voor- Daar zat ik op de loer of mijn haas j by de oude wilgen loopend, bemerkte ook zou aankomen. Eindelijk kwam j ik eene groote holteeen der twee hy aanvliegen, maar op een vijftig was als met een bijl gekloofd enon- meter van mij hield hy stil. Met het1 getwijfeld was de haas dwars door geweer in de hand en den vinger aan het gat gesprongen om zynen vervol den trekker, wachtte ik heUoogen-gers te ontkomen. Dit was wel aar- blik af. dat hy op twaalf pas van mijdig. Met het geweer over den rug af zou zyn. Doch ongetwijfeld kreeghangende, liep ik voort om in het hol hjj eene andere gedachte want opeenste kijken. ging hy eene andere richting uit. Nauwelijks had ik den tyd gehad Heel toevallig trok ik af. Op eenem myn hoofd vooruit te steken of meter afstands viel hy neer, zonder ik viel bijna van ontroering achtero- zich te vervoeren, als ware bij in ver. Myn hoed vloog achter mij. Het zyn leger. I k zag hem goed en waande was myn haas, die in de holte van den hem reeds in myn reistasch te heb-1 boom zat, en nu tegen myn gezicht ben. Na myn geweer weder te hebben 'sprong. Zoo verbaasd was ik erdoor, opgenomen, ging ik heen om den haas dat ik er niet eens aan dacht om te te gaan zoeken. j schieten. Zou men het gelooven 1 De verra-Bepaald had de oude Marivel gelyk. der was slim en keek my met zijne Ik besloot nu maar met jagen op te groote heldere oogen aan. Ik bukte houden. Verdrietig over al mijn avon- my om hem op te rapen, ik raakte turen, ontkoppelde ik mijn honden om hem zelfs met de hand aan, maar, den eenigen haas, dien ikhadgevan- door eene laatste poging, gleed hij gen te gaan halen, dien ik zorgvuldig mij tusschen de vingers en ging een in mijn huisje had opgeborgen ten- paar keer in de ronde loopen. Die minste zoo dacht ik. By de hut ge jacht tusschen de takken was lang komen, hoorde ik een luid geblaf. Ik niet aangenaam. Op eens trachtte hy gaf er geen acht op, maar toen ik op zyde te gaan. Direct volgde ik eenige passen verder was, begreep ik hem maar telkens als ik hem dacht alles. Ik zag nl. een straathond weg- te grijpen, greep ik in de luclit. Be- loopen, die in zijn bek de overblijfse- paald had ik beter gedaan, met op- len van myn eenigen haas had, dien nieuw af te trekken en hem ter plaatse hy op zyn gemak byna geheel had neer te schieten, maar ik dacht er opgepeuzeld. zelfs niet aan, want zeker was ik hem Weder naar bet dorp gaande, dacht te zullen krijgen. ik aan de raven van den ouden bosch- Doch daar kwamen de honden aan, wachter, toen my in een weiland een die van alle kanten terugkeerden, haas voorbijschoot. Dezen kon ik doo- Werkelyk was ik blij, dat zij mij nu den en in myn weitasch brengen, zouden helpen. Van do vijf hazen, zou ik er dus Zij pakten hem beet. Doch onge- maar een thuis brengen. Dit was wel lukkig voor my, gebeurde mij het ontmoedigend, zelfde wat te voren was geschiedzij Aan Marivel deelde ik de geschie- verslouden hem weer en nu bleef er denis mede. niets mc<over! „Wat heb ik u gezegd?" zeide hij. De geschiedenis van den ouden Ma- „Ik breng er een mede." rivel kwam mij nu in de gedachten. „Dat is waar, maar ik zou er voor Zou het ..aar zyn, dat Allerheiligen geen geld ter wereld van willen eten. voor de jagers een noodlottige dag is Geloof my, ga nooit op Allerheiligen om te jagen jagen, den dag, waarop men voor de Ik wist na niet beter te doen, dat zielen der afgestorvenen gaat bidden." naar het huisje, dat ik op myn jacht- Ik ben niet bygeloovig. Doch op veld had laten zetten te gaaD, om te Allerheiligen jaag ik i iet meer, maar ontbijten. Echter kon ik niet nalaten des te meer op den derden Novem- stceds te denken aan hetgeen de oude bert> den da/ van onzen goeden pa- bosclnvachter had gezegd en aan het- troon St. Hubert, geen er met mijne twee eerste hazen (Naar hst l'ransch.) was geschied. Toen ik met déjeunee- ren had geëindigd, ging ik er met j myn houden Wee» op los. I Voordat ik verder ga moet ik eerst even iets auders zeggen. Na te heb- j ben gclezcp, hetgeen ik |reeds heb me- Niet miDder vreugde zal het der Com- de handel wordt voorgesteld door een missie doen, wanneer fabrikanten en koopman van de Botermarkt, met een werkgevers dergelyken steun geven blikken helm op on uitgedost als Mer- aan de afdeeling ny verheid. En waar curius; de ny verheid wordt afge- zou ik blyven, zoo ik allen wou op- beeld door een veldsmidso en een sommen, van wie de Commissie ver- versleten spoorwagen. Willen we de wacht, dat ze zich niet aan de zaak boekdrukkunst ook vertoonen dan zullen onttrekken Met verandering zetten we eenvoudig het beeld van van een historisch woord kan men Louwtje tydelyk op een kar en ryden zeggen,,de Commissie verwacht, dat in triomf rond. En zoo kan de dat ieder Haarlemmer zijn plicht zal heele optocht verder worden uitge- doen." 'werkt. Voor het hoofdmotief oftewel Dio plicht is dan natuurlijk deze, den triomfwagen, kan dan een be- dat ieder doet wat hij kan om den stoven pleisterbeeld van een jaar of optocht succes te bezorgen. „Een boel drie oua worden genomen. Het ge- geld," zal u Zeggen,„drie duizend gul- heel kan worden omgeven door huza- den voor een optochi'tls waar, ren, die niets kosten. Op deze manier het is een heele som, maar niet ieder in elkaar gezet kost zoo'n optocht jaar wordt er een Koningin ingehul- zeker niet meer dan zestig galden, digd. De vorstelijke plechtigheden ja blijft er misschien zelfs nog wel van de vyf en twintig laatste jaren wat over om de huzaren te tracteeren waren beter geschikt, om ons aan 't op een glas spuitwater, huilen, dan aan 't lachen te brengen. Ik sta er evenwel niet voor in dat Begrafenissen hebben we genoeg ge- die optocht mooi zal wezen. Laat ods had, maar een feest van vreugde als daarom voor dezen keer niet al te dit is zeldzaam genoeg, om daar dan benauwd kijken over een duizend nu ook liet gemeste kalf eens voor te gulden meer of minder. Er worden slachten. tóch al groote sommen besteed voor Misschien zegt deze of gene, dat versiering en verlichting. Men kan het ook wel wat minder kan. O jee, toch geen wagen met koolblaren laten makkelijk. Ik zie kaus een langen trekken door een salon optocht te fabriceeren voor yyftig gul- En wat het tijdstip betreft, waarop den, op z'n hoogst zestig. Zoo'n het feest hier zal worden gehou- stoet kan worden geopend met een man den, staat het vast, dat die dag in een mooie jas, een schutter bijvoor- niet zal worden bepaald in do feest- beold, boven op een paard. Dat paard week te Amsterdam. Ons haariemsche kan wel voor niemendal geleend worden feest zal denkelijk tien of veertien van de gemeente-reiniging. Wil men dagen na de inhuldiging vallen, zoo- daarachter landbouw, handel en nijver- dat niet alleen de Haarlemmers niet' heid uitbeelden, dan L Door zijn bemoeizucht Tengevolge van zyn zucht om zich te bemoeien met zaken, die hem niet aangingen, een kwaal, waarmede vele menschen zyn behept, had hy, de 13 jarige Spaarndammer knaap zich voor het kantongerecht te verantwoorden. Hy zou op den 23en October kleine jongens, die met een pijl en boog schoten op een afstand van een meter of acht, met. steenen hebben gegooid. Geen heldhaftige daad van een echten Hollandschen jongen zou men zoo zeggen. De zaak had zich zoo voorgedaan, altyd volgens den jongenVoor zyn baas zou hy op z'n rijwiel even een boodschap gaan doen. Onder weg kwam hy een vriend tegen, die met de kinderen iets had gehad en hem verzocht een handje te helpen. Fluks ging hy op z'n wiel de kinderen ach terna, hield er een vast, totdat zyn kameraad zou komen. Maar toeu gin gen de anderen schieten met pijlen met scherpe punten, bit was hem to veel en nu nam ook hjj steenen op. Had de knaap hiermede willen be- toogen, dat hij in zyn goed jongens- recht was, want een jongen laai zich meestal door een ander niet straffe loos iets doen, de veldwachter, die als getuige werd gehoord, deed een heel ander boekje van hem open, dat nu niet zoo heel blank was. Begrijpelijk is het, dat de beklaagde zich zoo maar niet iets liet zeggen, zonder protest aan te teekenen. Het zou in strijd zijn met zijne natuur wanneer by het niet deed. Maar hooren wy eerst den veldwachter. „Ik ben er van het begin af by weest," sprak deze, „toen hy er op wel 11 meter vandaan was, heeft hy reeds de kinderen met steenen ge gooid. Zy hebben niet geschoten. Maar hy is steeds tegen de kinderen doende. Reeds vaak heb ik er hem over onder handeu genomen. Velen klagen over zijne brutaliteit. Laatst heeft hy bij mij nog de deur openge gooid en my voor smeris gescholden." „Dat is niet waar," riep de knaap verontwaardigd uit, als was hy in zyn eer getast. „Ik heb het niet ge daan en weet ook niet, wie het wel heeft gedaan," voegde hy er aan toe - dit laatste in antwoord op eene ot hem gedane vraag. Verder hield de knaap vol, dat op hem de onschuld in persoon met scherpe pijlen was geschoten. De kantonrechter diende hemhier- op van antwoord. „Je badt je fiets," zeide Z.EA. „en hadt dus wel kun nen wegrijden. De zucht om je met eene zaak, die je niets aanging ie moeien is alleen de oorzaak, dat je nu hier terecht staat. Begrijp je dat je een strafbaar feit pleegde?" De jongen„maar ik heb toch niet geraakt," als wilde hy zeggen, alleen dan, had ik kunnen worden gestraft en nu niet. Maar daarmede rekent ons strafrecht niet. De poging geldt in deze als ware het de daad. Het bleek verder nog dat de jon gen te ÏSpaarndain als een ..voor zyn jaren vergevorderden deugniet" be kend staat. Niet zeer vleiend voor bemDe kantonrechter deed hem dit opmerken„Dit is heel slecht. Wanneer je voor je baas een bood schap moet doen, heb je je niet met iets anders te bemoeien. Dit komt niet te pas. Je moet zorgen, dat je te Spaarndam een beleren naam krijgt. Je ziet er verstandig genoeg uit." Nadat den knaap deze vermaning was toegediend, kwam de ambtenaar van het O. M. aan tiet woord, die re- quireerde f2 boete of 2 dagen. Over S dagen zal de kau tonrechter uit- aak doen, maar dat de boete dan zal vermeerderd worden, laat zich niet aanzien. De knaap zal dus met een paar guldens zijn euveldaad moe ten boeien. Moge het eene les voor hem zijn om niet meer aan zijn be moeizucht toe te geven. te laten. Op die manier Lal zeker ook nog menige Amsterdammer ons haar iemsche feest komen meemaken. neemt men zullen staan voor dc moeielyke kensj een wagen met boter, kaas en een „Amsterdam of Haarlem?" maar vol-1 afdeeling Jeugd engeneigd zyn, karnton, benevens eenige bundels komen de gelegenheid zullen hebben, de pakjes daarvoor aan te schaffen.1 korenaren dat is dan de landbouwhet eene te doen en het andere niet Van feestvieren gesprokenEr wordt tegenwoordig, geloof ik, dagelijks teveel feest gevierd. Pas zes weken is het seizoen aan den gang en we worden overstelpt met concerten en voorstellingen en uitvoeringen van allerlei aard. Zoo nu en dan worden de uitvoerenden dat op onzachte ma nier gewaar. Daar is by voorbeeld Madame Roger Miclos, een van de beroemdste fransche pianisten,van wie in ons heele land niet meer notitie is genomen, dan van een goochelaar, die een rondreis zou doen. In Haar lem waren er, geloof ik, zoowat der tig menschen, in Rotterdam waren er nauwelijks meer verschenen. Te Am sterdam had de arme Madame twee avonden een leege zaal. Het eenige wat ze mee naar huis heeft genomen zyn lauweren in den vorm vau loffe lijke persbeoordeelingen, die ze als aangenaam souvenir aan hare neder- landsche tournee in 't fransch kan laten vertalen. Maar is dat te verwonderen? Het schijnt soms wel, alsof de bui tenlanders denken, dat Nederland een soort van achterhoek is. waar de men schen niets te zien, noch te hooren krijgen, een soort van groote Mooker- hei, bewoond door menschen, dio nu ja, wel geen staart meer hebben, maar dan toch op kunstgebied nog leelyk in den donker zitten. Naar ik ge-1 hoord heb, was mevrouw Miclos ver- ontwaardigd over ons gebrek aan be- B I li N E N L A N D Eerste Kamer. De Eerste Kamer wordt tegen de laatste dagen van November bijeenge roepen tot het onderzoek der Indische begrooting. In-, Uit- en Doorvoer. Uit de statistiek van den in-, uit en doorvoer over 1896, blijkt, dat de orde waarin de twintig voornaamste landen moeten worden gerangschikt, te rekenen naar de hoeveelheid of de waarde van de in-, uit of doorge voerde goederen in 1896 is als volgt, Algemeene invoerPruisen, België, Rusland, Groot-Brittannië, V.S. van Noord-Amerika, Spanje, Zweden, Ru- menië, Engelsch-Indië, Java on ver dere Ned. O.-I. bezittingen, Frank rijk, Noorwegen. Rio de la Plata (Buenos-Ayres, enz.), Hamburg, Tur kije, Algerië, Portugal, Griekenland, Peru en Bolivia, Italië. invoer tot verbruik: Pruisen, Gr. Brittaunië, Java en verdere Ned. O.-I. bezittingen, Rusland, België, V.S. van Noord-Amerika, Rumenië, Engelsch- Indië, Spanje, Frankrijk, Pern en Bolivia, Hamburg, Zweden, Brazilië, Rio de la Plata (Buenos-Ayres, enz,) Turkye, Engelseh-Amerika,'Portugal, Afrika (Westkust), Noorwegen. Algemeene uitvoerPruisen, België, Groot-Brittannië, Java en verdere Ned. O.-I. bezittingen. V.S. van Noord- Amerika, Hamburg, Rusland, Zweden, Italië, Afrika (Oostkust), Frankrijk, Noorwegen, Denemarken, Spanje, Australië, Turkye, Rumenië, Bremen, Griekenland, Guyana (Nederlandsch). Uitvoer uit het vrije verkeer: Prui sen, Groot-Brittannië, België, Java en verdere Ned. O.-I. bezittingen, V. S. van Noord-Amerika. Frankrijk, Hamburg, Afrika (Oostkust), Italië, Turkije, Rusland, Noorwegen, Dene marken, Zweden, Guyana (Neder landsch), Afrika (Westkust), En gelsch-Indië, Spanje, Bremen, Por tugal. Doorvoer: België, Pruisen, Groot- Brittanië, Java en verdere Ned. O.-I. bezittingen, V.S. van Noord-Amerika, Hamburg, Afrika (Oostkust), Bremen, Rusland, Turkye, Denemarken, Noor wegen, Zweden, Guyana (Neder landsch), Italië. Afrika (Westkust), Griekenland, Spanje, Japan, En gelsch-Indië. Nuttige stichtingen. „Ons Huis" maakt melding van een nieuwe stichting te Amsterdam, die den naam „de Eenheid" ontving en haren- zetel koos in het vroegere af rekeningslokaal aan het 's- Graven- hekje. Daar zullen, als in Ons Huis, lessen en cursussen gegeven, voor drachten en kunstavonden worden aan geboden. Een flink bestuur staat aan het hoofd en zal alle krachten in spannen, om in dit noord-oostelijk deel der stad den arbeider en zijn gezin gelegenheid tot ontwikkeling van*ken nis en smaak, bij gezellig samenzijn te geven. Ook in de welbekende Gcelvinck (Singel) aldaar hebben zich eenige personen, die het gebouw meer aau zyn bestemming willen doen beant woorden, vereenigd tot een commissie. De vereenigir.g, die zij vertegenwoor digen, heeft zich Volksontwikkeling genoemd en wil door nuttige en ge zellige bijeenkomsten, op Zondag en op Dinsdagavond hare leden aan zich verplichten. Te Amsterdam hebben 2693 inge zetenen zich aangemeld, om by even- tueele sneeuwrniming door den stads- reinigingsdieDSt te werk te worden gesteld. Door B. en W. is nu ken nis gegeven, dat niet meer dan hoog stens 1200 personen kunnen worden aangenomen, en daarom de sneeuw- kaarten zyn uitgereikt aan diegeen der aanvragers, die twee of meer kin deren beneden den 12-jarigen leeftijd te hunnen laste hebben. In het aan het Hbld. ontleende be. richt omtrent den spoorweg Amster. langstelling en wy kunnen veilig ge looven, dat ons land sedert haren te rugkeer in Parijs, in dio stad een vy- and meer bezit. We zullen het trachten te dragen, evenals den toorn van het achttal uit Brussel, dat zyn tournee door Neder land niet eens heeft afgewerkt, omdat het publiek niet verkoos voor den dag te komen. Dacht dit octet dan mis schien, dat wij hier op zijn komst zaten te wachten Lieve menschen, we hebben hier zelf tetten genoeg, vocale en instrumentale kwar- en andere tetten. Op Bach en Toonkunst, om alleen maar van die twee te spre ken, hooren we waarlijk groote solis ten, artisten, violisten, harpisten, pia nisten en andere isten genoeg. Als ze 't in het buitenland maar wisten van al die istenDan zonden zo zeker wel zoo verstandig wezen, om voor- loopig niet meer te komen met al die afzonderlijke personen cu gezelschap jes en ons eens een paar jaar aan onszelven over te laten, tot hun gemak- en ons genoegen. By alles wat me lief en dier baar isik wil niet iederen avond uitBy mijn huiselyken haard, by myu helder brandende lamp, bij myn zingenden theeketel, ik wil ook ereis een avond thuisblijven, al was het maar voor de variatie. Beethoven is heel mooi en Mozart en Saint Saens en Massenet en Leoncavallo en li^e al die heeren mogen heeteD, maar ik wil er niet mee achterna gezeten wor- denIk wil ook eens een avond 1 kalmpjes met pantoffels aan en eenl lange pijp met een krant thee zitten- slurpen in myn huiskamer. Mevrouw Miclos en het octet en het humoris- dam—Haarlem werd verkeerj gesproken van een lyn over H: dorp-Veuneperdorp in de nel van den Haag of Sassenheim. werd De Kaag bedoeld. Wegens onregelmatigheden aa, Centraal-Magazyn van Militaire E ding en Uitrusting te Delft, is de opzichter der kleermakerij, i die der werklieden, zekere C. K,| Reclame. Een onderwijzer in eene Gelder gemeente schrijft: „Eenigszins verrast keek ikgi avond op, toen me de post een[ ketje bracht, met Engelsche gefrankeerd. Nieuwsgierig om te ten, wat me zoo onverwacht vani de zee werd thuis gestuurd, hai ik my het pakket te openen, eo myn verbazing rolden een bonder aardige reclameplaatjes over det welke mij werden toegezonden den heer Thomas Hollo way, Ó.\f street, Londen. Tusschen de plas bevond zich een gedrukte brief, wa de heer Hoiloway mij verzool» plaatjes aan de leerlingen mijner se te willen uitdeelen. Op verlangen my tevens gratis en franco eenem schilderij, ter grootte van 91 mai cM. worden toegezonden, voorstelt het Royal College Hoiloway, fe vens het sanatorium Hoiloway, het portret van den stichter in middeD. „Daar ik aanneem, dat al mijn lega's, hoofden van scholen, een gelijke zending hebben ontvanga ik verder veronderstel dat de"p; jes, al is 't maar voor de aardig aan de kinderen werkelijk wo: uitgedeeld, zullen de Nederland- moeders, die 't nog niet weten, a daags tot de kennis worden gebra dat ze in Holloway's zalf en jc een probaat middel vinden te alle mogelijke menschelyke ki en miseriën. Te Groningen heeft een kleei kersgezel, H. de Vries genaamd, heer J. Jonkers, kassier, met een mer, dien hij uit een kroeg had stolen, het linkeroog verbrijzeld, heer J., die reeds het rechter miste, is door deze wandaad tl geheel van het gezichtsvermogen roofd. Vermist. De heer L. J. van Erp Taalo Kip, directeur der gasfabriek te B lingen, die verleden Maandag 'savoi 9 uur zyno woning verliet om insf tie over de verlichting te houden sedert niet teruggekeerd. Men i moedt dat hem een ongeluk is oi komen. Dooi- de politie is opsporing en' richt omtrent den vermiste verzot De broodbakker te Vlissingen wiens huize Donderdagochtend bn ontstond, is door de politie geat steerd als verdacht van brandsti ting. Hy heeft reeds eene vollet bekentenis afgelegd en werd Vrjj naar het Huis van bewaring teil delburg overgebracht. Pers Overzicht. De Atjeh-oorloq. In een driestar in De Standat lezen wy o.a. het volgende: Maar wat het optreden vam heer Van Kol interessant maakt,i dat hetzelfde wat destijds de oppos te berde bracht, nu uit zoo gel anderen hoek kwam, en met wan en overtuiging iu het debat werd bracht van de linkerzijde der Kam en zulks zonder dat opsiaandenv de corypheeën van links opstoven, zoo stoute taal te weerleggen, en moedigen spreker den mond te st pen. .Hieruit toch valt op te mal' dat do partij, die destyds dezen log doordreef, en dien, toen by tische kwartet zouden, als ze lazen, daar zeker om lachen en een echt ouderwetsch hollandsoh vinden, zoo eeu uit den tijd, zoi niet van de staarten, dan 'toch de staartpruiken maar dat kan niet schelen. Wy geen muziek hoorenWel, hadden tot de bovengenoemde art d( ten kunnen zeggen, wat wy krautt ze menschen denken wanneer de jong zj van de kioskonderneming ons aau is station kranten te koop presentee ni „eilievo, we maken ze zelf!"Wy ken zelf muziek. Wie in Haarlij geen piano of viool bespeelt, he(de dan toch minstgenomeu om met woorden van eeu kinderversje te s |gr ken: een orgeltje in zyn gorge Vandaag en morgen trokken er minder dan vierdehalf honderd zang^Êi naar het concours te Amsterdam to wedyveren, wie het 't mooiste doédi Waarlijk, Madame Roger Miclos Paris uud das Humoristische Uil s Quartett en het Octet van de Bn pi seiaoreu (zullebehoefden ons niet Ei komen redden van den wi eeden do sp aan muziekhonger! Als 't gewed hebben wo veel meer gevaar voor' overladen van onze muziekmagen, daarom, laat ons, o laat ons, geaclto en geëerde buiteQlandsehe arcisfi eens ruotig een enkelen avond ihtp] zitten by de pyp cn de lamp theeketel zal, als er dan toch absolute muziek moet wezen, wel wat voor zingen FIDELIOiï;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 6