De vijl hazen.
Schetsjes uit de Rechtszaal.
Ik beo niet bygeloovig.
En tocb.
Twaalf jaar geleden had ik tusschen
Koyon en Saint Quentin een jachtveld,
waar ik, of het een goed of slecht
jaar was, gemiddeld vier en twintig
hazen per jaar schoot. Daarbij spreek recht naar my toekwam. De honden was by met door de honden opgeten,
i i - innoAn /\r\ TT ii Trlr*rvn. oio aon tri Q O V tinn n«loy loflinrran }l n S )tn in
richt, niet draalden om een haas op degedeeld en wat zal volgen, zal men
te jagen. Ik ging my opstellen rechts mogelyk vragen, of er alleen hazen
aan aen kruisweg van de Cendrière, in myn jachtveld waren. Er waren
waar ik er meer dan een had gevan- ook veel konynenmaar de twee hon-
gen. Daar moesten zy voorbij om in de den, die ik thans had medegenomen
groote bosschen eene schuilplaats te waren eitslnitend op het vangen van
vinden. hazen afgericht.
Nadat ik mij er een paar minuten j Weer gingen myn honden een haas
had opgesteld, zag ik het dier, dat opjagen en weer schoot ik. Ditmaal
ik nog niet eens van de overvloedig
voorkomende konynen, of van de ree
bokken, die er talrijk werden aange
troffen.
Ik nam byna om den anderen dag
mijne honden en jagende als een dilet
tant, waarvan ik a'tijd heb gehouden,
joeg ik wanneer de gelegenheid er
toe ziek voordeed, een haas op, die
ik doodde by den uitgang of op den
terugtocht, al naar ik lust had. Dan
spreek ik nog niet eens van die dagen,
waarop ik om de een of andere reden
eene goede jacht wilde maken.
Op den ln November, Allerheiligen,
was ik zeer vroeg opgestaan, in de
eerste plaats om naar de mis te gaan,
maar ook, omdat ik werd gekweld
door het by een jager zeer gemakke
lijk op te komen idee, een koppel
hazen te schieten.
Het was juist gelyk men zegt, echt
Novemberweer; een donkere mistige
lucht, zonder dat het er uitzag alsof
het zou gaan regenen, weer juist ge
schikt om in een bosch op do jacht
te gaan.
Ik woonde in een der eerste en
grootste huizen van het dorp, doch
myn oude boschwachter, die voor myne
honden zorgde in een klein huisje aan
het andere einde.
Dus, terwijl ik van de eerste mis
kwam, die byDa drie kwartier had
geduurd, ging ik, daar ik mij reeds
te voren had toegerust, myn geweer
halen en liep vervolgens naar den
ouden vader Marivel ten einde geza
menlijk naar het bosch te gaan.
Zeer verwonderd keek ik op toen
de oude tot mij zeide
„Ik op Allerheiligen op jacht gaan
Dat Eooit!"
„Waarom niet?" vroeg ik hem.
„Omdat ik op den Allerheiligen dag,
wat er ook moge gebeuren, niet meer
een geweer in handen zal nemen."
„Maar om welke reden toch
„Dat zal ik u zeggenDrie jaar
geleden, op Allerheiligen, toen de grond
met sneenw was bedekt, had ik met
het eenige doel de raven, die een veld
met koolzaad vernielden, te dooden,
een kleine hut gemaakt nabij het
bosch de la Fontaine. Twee uren,
nadat ik was opgestaan, begaf ik mij
met myn geweer op weg naar de hut.
Toen ik naderde, vloog de bende
raven op, maar nadat ik eenige mi
nuten in myne hut was, zetten zij
zich weder in zoo dichte menigte op
het veld neder,"dat het er geheel zwart
van werd. Naar mijne gissing waren
er wel 200.
Ik legde aan, trok af en allen vlo
gen weg. Niet éen was achtergebleven.
Doch na verloop van een kwartier
keerden de schelmen weder als was
er niets gebeurd.
Binnen een nor trok ik zes of zeven
maal myn gev eer af en naar u weet,
nns ik anders niet dikwijls een haas
op veertig meter afstandsDoch toen
kon ik zelfs op maar 25 pas afstands
niet een raaf dooden.
Gemoogt zeggen, wat ge wilt; myn
kruid en myn lood waren dezelfde als
steedser was bepaald toovery in 't
spel.
Sedert dien dag jaag ik nooit meer
op den len November. Zooals ik u
zeg is het en zelfs wanneer ge mij
met een kanonskogel dreigdet, zou ik
niet weder beginnen.
Ik ben gestraft geworden.
Het was Allerheiligen dag, gelyk
vandaag. Ik zou beter hebben gedaan
met voor de afgestorvenen te gaan
bidden. Enfin, het is gebeurd. Maar
nooit zal het weer gebeuren.
Bet besluit van myn ouden kame
raad was onwrikbaarhy was er niet
van af te brengen. Ik nam daarom
mijne beide honden en vertrokter
wijl ik by my zei ven een weinig lachte
over de lafheid van den ouden man.
Zoodra ik in het bosch was, liet
ik ile honden los, die, daarop afge-
joegen het flink op. Hy vloog als een
pyl uit een boog op tien pas afstands
van my. Op vyf-en-twintig pas zond
ik hem een schot toe, dat hem op zijn
rug deed tuimelen. Hy stond weder
op maar toen hij in het bosch kwam,
begroette ik hem met een tweede
schot. Dezen keer was het, gelyk ik
bemerkte, wel met hem gedaan. De
honden kwamen aan. Zonder een
oogonblik te verliezen vervolgden zy
hein tot aan de plek, waar hy was
gevallen en weldra hoorde ik dien
Slagenden en hopeloozen kreet, dien
wy allen kennen en die de gevan
genneming aanduidt.
Ik richtte mijne schreden naar het
kreupelbosch, waar ik den kreet bad
gehoord. Bij myne nadering vernam
ik eenig gebrom. Toen ik naderde,
zag ik dat de haas voor meer dan
drie vierde door mijn honden was
verslonden. Er bleet mij zoo weinig
over, dat ik het niet eens de moeite
waard achtte het op te rapen. Dade
lijk daarna gingen mijn honden een
tweeden haas opjagen.
Deze ging dadelijk naar de nabu
rige bosschen. Daar ik het terrein
kende, twyfelde ik er niet aan, of hy
zou na een paar maal te hebben rond-
maar een paar ladingen had by in
zijn lyf en een zjjner pooten was ge
broken. Eindelijk zou ik er dan een
hebben Om niet myn jachttaseh van
myn rug te nemen, keerde ik naar
bet jachthuisje terug, waar ik hem
vau binnen aan een spijker ophing.
Ik verzuimde echter het huisje dicht
te doen.
Opnieuw ging ik er op los. Na
een half uur op jacht te zyn geweest,
zag ik op een hoogte myne prooi na
deren, die juist een boschje in zou gaan.
Vlug liep ik naar den ingang er van
om hem als by er kwam een lading
door het lyf te jagenmaar toen hj
er een eindje van daan was, sloeg h\
links af. In een weiland, op circa
25 meter van den weg gelegen ston
den een paar oude gespleten wilgen-
boomen, die byna vermolmd waren.
De haas, door de honden achtervolgd,
liep eerst recht tot aan ,het bosch
doordaarna rechtsomkeer makende,
keerde hy weer in de vlakte terug
en hield stil.
Hy scheen uitgeput, de honden haal
den hem in. Maar toeu hy dat zag,
ging hy weder aan de haal, nam
sprong en ik zag hem niet meer. De
wilgen hadden hem voor myn oog ver-
Haartemmer Halletjes
Een Zaterdagavondpraatje.
ccxcvn.
Uit het relaas dat een paar dagen
geleden in dit blad stond, heeft men
kunnen lezen, dat de Commissie voor
den optocht in 1898 het niet maar
niet een Jantje van Leiden wil laten
afloopen. Dat had de Commissie dan
ook vooraf duidelijk gezegd„Geen
optocht of een goede optocht!" Er
was dan ook geen denken aan, dat
de optocht in 98 een, zij het dan ook
vermeerderde, nieuwe editie zou wezen
van dien van 1896, die weliswaar een
heel aardig effect maakte, maar toch
geen kunstwaarde had, als men bui
ten beschouwing laat de kunst om
veel tot stand te brengen met een
heel klein beetje geld.
Nu, er zal het volgende jaar wel
wat meer geld noodig wezen, 'k Heb
de kosten van den optocht alleen hoo-
ren schatten op drieduizend gulden
en dat cijfer houd ik niet voor over
dreven. Als men bedenkt, welke groote
triomfwagens er gemaakt moeten wor
den, dat alles of byna alles zal moe
ten worden vervaardigd expresselyk,
naar teekeuing, dat er groepen zyn
van over de honderd personen, dan
staat men van dit cyfer niet meer ver
steld. En daarbij is dan nog gere
kend op flinke medewerking van het
publiek. Verlangend kijkt de Com
missie nu al uit naar mama's, die hare
kinderen willen laten meedoen in de
geloopen terugkeeren. En inderdaad j borgen. Het beest was verdwenen,
kwam hy later ook weer aanzetten. I toen de honden kwamen aanvliegen.
Ik had my achter een dicht be-1 Ik verliet myn plaats en ging in het
groeid boscbje verdekt opgesteld. veld loopen. Waar zou hy zyn Voor-
Daar zat ik op de loer of mijn haas j by de oude wilgen loopend, bemerkte
ook zou aankomen. Eindelijk kwam j ik eene groote holteeen der twee
hy aanvliegen, maar op een vijftig was als met een bijl gekloofd enon-
meter van mij hield hy stil. Met het1 getwijfeld was de haas dwars door
geweer in de hand en den vinger aan het gat gesprongen om zynen vervol
den trekker, wachtte ik heUoogen-gers te ontkomen. Dit was wel aar-
blik af. dat hy op twaalf pas van mijdig. Met het geweer over den rug
af zou zyn. Doch ongetwijfeld kreeghangende, liep ik voort om in het hol
hjj eene andere gedachte want opeenste kijken.
ging hy eene andere richting uit. Nauwelijks had ik den tyd gehad
Heel toevallig trok ik af. Op eenem myn hoofd vooruit te steken of
meter afstands viel hy neer, zonder ik viel bijna van ontroering achtero-
zich te vervoeren, als ware bij in ver. Myn hoed vloog achter mij. Het
zyn leger. I k zag hem goed en waande was myn haas, die in de holte van den
hem reeds in myn reistasch te heb-1 boom zat, en nu tegen myn gezicht
ben. Na myn geweer weder te hebben 'sprong. Zoo verbaasd was ik erdoor,
opgenomen, ging ik heen om den haas dat ik er niet eens aan dacht om te
te gaan zoeken. j schieten.
Zou men het gelooven 1 De verra-Bepaald had de oude Marivel gelyk.
der was slim en keek my met zijne Ik besloot nu maar met jagen op te
groote heldere oogen aan. Ik bukte houden. Verdrietig over al mijn avon-
my om hem op te rapen, ik raakte turen, ontkoppelde ik mijn honden om
hem zelfs met de hand aan, maar, den eenigen haas, dien ikhadgevan-
door eene laatste poging, gleed hij gen te gaan halen, dien ik zorgvuldig
mij tusschen de vingers en ging een in mijn huisje had opgeborgen ten-
paar keer in de ronde loopen. Die minste zoo dacht ik. By de hut ge
jacht tusschen de takken was lang komen, hoorde ik een luid geblaf. Ik
niet aangenaam. Op eens trachtte hy gaf er geen acht op, maar toen ik
op zyde te gaan. Direct volgde ik eenige passen verder was, begreep ik
hem maar telkens als ik hem dacht alles. Ik zag nl. een straathond weg-
te grijpen, greep ik in de luclit. Be- loopen, die in zijn bek de overblijfse-
paald had ik beter gedaan, met op- len van myn eenigen haas had, dien
nieuw af te trekken en hem ter plaatse hy op zyn gemak byna geheel had
neer te schieten, maar ik dacht er opgepeuzeld.
zelfs niet aan, want zeker was ik hem Weder naar bet dorp gaande, dacht
te zullen krijgen. ik aan de raven van den ouden bosch-
Doch daar kwamen de honden aan, wachter, toen my in een weiland een
die van alle kanten terugkeerden, haas voorbijschoot. Dezen kon ik doo-
Werkelyk was ik blij, dat zij mij nu den en in myn weitasch brengen,
zouden helpen. Van do vijf hazen, zou ik er dus
Zij pakten hem beet. Doch onge- maar een thuis brengen. Dit was wel
lukkig voor my, gebeurde mij het ontmoedigend,
zelfde wat te voren was geschiedzij Aan Marivel deelde ik de geschie-
verslouden hem weer en nu bleef er denis mede.
niets mc<over! „Wat heb ik u gezegd?" zeide hij.
De geschiedenis van den ouden Ma- „Ik breng er een mede."
rivel kwam mij nu in de gedachten. „Dat is waar, maar ik zou er voor
Zou het ..aar zyn, dat Allerheiligen geen geld ter wereld van willen eten.
voor de jagers een noodlottige dag is Geloof my, ga nooit op Allerheiligen
om te jagen jagen, den dag, waarop men voor de
Ik wist na niet beter te doen, dat zielen der afgestorvenen gaat bidden."
naar het huisje, dat ik op myn jacht- Ik ben niet bygeloovig. Doch op
veld had laten zetten te gaaD, om te Allerheiligen jaag ik i iet meer, maar
ontbijten. Echter kon ik niet nalaten des te meer op den derden Novem-
stceds te denken aan hetgeen de oude bert> den da/ van onzen goeden pa-
bosclnvachter had gezegd en aan het- troon St. Hubert,
geen er met mijne twee eerste hazen (Naar hst l'ransch.)
was geschied. Toen ik met déjeunee-
ren had geëindigd, ging ik er met j
myn houden Wee» op los. I
Voordat ik verder ga moet ik eerst
even iets auders zeggen. Na te heb- j
ben gclezcp, hetgeen ik |reeds heb me-
Niet miDder vreugde zal het der Com- de handel wordt voorgesteld door een
missie doen, wanneer fabrikanten en koopman van de Botermarkt, met een
werkgevers dergelyken steun geven blikken helm op on uitgedost als Mer-
aan de afdeeling ny verheid. En waar curius; de ny verheid wordt afge-
zou ik blyven, zoo ik allen wou op- beeld door een veldsmidso en een
sommen, van wie de Commissie ver- versleten spoorwagen. Willen we de
wacht, dat ze zich niet aan de zaak boekdrukkunst ook vertoonen dan
zullen onttrekken Met verandering zetten we eenvoudig het beeld van
van een historisch woord kan men Louwtje tydelyk op een kar en ryden
zeggen,,de Commissie verwacht, dat in triomf rond. En zoo kan de
dat ieder Haarlemmer zijn plicht zal heele optocht verder worden uitge-
doen." 'werkt. Voor het hoofdmotief oftewel
Dio plicht is dan natuurlijk deze, den triomfwagen, kan dan een be-
dat ieder doet wat hij kan om den stoven pleisterbeeld van een jaar of
optocht succes te bezorgen. „Een boel drie oua worden genomen. Het ge-
geld," zal u Zeggen,„drie duizend gul- heel kan worden omgeven door huza-
den voor een optochi'tls waar, ren, die niets kosten. Op deze manier
het is een heele som, maar niet ieder in elkaar gezet kost zoo'n optocht
jaar wordt er een Koningin ingehul- zeker niet meer dan zestig galden,
digd. De vorstelijke plechtigheden ja blijft er misschien zelfs nog wel
van de vyf en twintig laatste jaren wat over om de huzaren te tracteeren
waren beter geschikt, om ons aan 't op een glas spuitwater,
huilen, dan aan 't lachen te brengen. Ik sta er evenwel niet voor in dat
Begrafenissen hebben we genoeg ge- die optocht mooi zal wezen. Laat ods
had, maar een feest van vreugde als daarom voor dezen keer niet al te
dit is zeldzaam genoeg, om daar dan benauwd kijken over een duizend
nu ook liet gemeste kalf eens voor te gulden meer of minder. Er worden
slachten. tóch al groote sommen besteed voor
Misschien zegt deze of gene, dat versiering en verlichting. Men kan
het ook wel wat minder kan. O jee, toch geen wagen met koolblaren laten
makkelijk. Ik zie kaus een langen trekken door een salon
optocht te fabriceeren voor yyftig gul- En wat het tijdstip betreft, waarop
den, op z'n hoogst zestig. Zoo'n het feest hier zal worden gehou-
stoet kan worden geopend met een man den, staat het vast, dat die dag
in een mooie jas, een schutter bijvoor- niet zal worden bepaald in do feest-
beold, boven op een paard. Dat paard week te Amsterdam. Ons haariemsche
kan wel voor niemendal geleend worden feest zal denkelijk tien of veertien
van de gemeente-reiniging. Wil men dagen na de inhuldiging vallen, zoo-
daarachter landbouw, handel en nijver- dat niet alleen de Haarlemmers niet'
heid uitbeelden, dan
L
Door zijn bemoeizucht
Tengevolge van zyn zucht om zich
te bemoeien met zaken, die hem niet
aangingen, een kwaal, waarmede vele
menschen zyn behept, had hy, de 13
jarige Spaarndammer knaap zich voor
het kantongerecht te verantwoorden.
Hy zou op den 23en October kleine
jongens, die met een pijl en boog
schoten op een afstand van een meter
of acht, met. steenen hebben gegooid.
Geen heldhaftige daad van een echten
Hollandschen jongen zou men zoo
zeggen.
De zaak had zich zoo voorgedaan,
altyd volgens den jongenVoor zyn
baas zou hy op z'n rijwiel even een
boodschap gaan doen. Onder weg
kwam hy een vriend tegen, die met
de kinderen iets had gehad en hem
verzocht een handje te helpen. Fluks
ging hy op z'n wiel de kinderen ach
terna, hield er een vast, totdat zyn
kameraad zou komen. Maar toeu gin
gen de anderen schieten met pijlen
met scherpe punten, bit was hem
to veel en nu nam ook hjj steenen op.
Had de knaap hiermede willen be-
toogen, dat hij in zyn goed jongens-
recht was, want een jongen laai zich
meestal door een ander niet straffe
loos iets doen, de veldwachter, die als
getuige werd gehoord, deed een heel
ander boekje van hem open, dat nu
niet zoo heel blank was. Begrijpelijk
is het, dat de beklaagde zich zoo maar
niet iets liet zeggen, zonder protest
aan te teekenen. Het zou in strijd
zijn met zijne natuur wanneer by het
niet deed. Maar hooren wy eerst den
veldwachter.
„Ik ben er van het begin af by
weest," sprak deze, „toen hy er op
wel 11 meter vandaan was, heeft hy
reeds de kinderen met steenen ge
gooid. Zy hebben niet geschoten.
Maar hy is steeds tegen de kinderen
doende. Reeds vaak heb ik er hem
over onder handeu genomen. Velen
klagen over zijne brutaliteit. Laatst
heeft hy bij mij nog de deur openge
gooid en my voor smeris gescholden."
„Dat is niet waar," riep de knaap
verontwaardigd uit, als was hy in
zyn eer getast. „Ik heb het niet ge
daan en weet ook niet, wie het wel
heeft gedaan," voegde hy er aan toe
- dit laatste in antwoord op eene
ot hem gedane vraag.
Verder hield de knaap vol, dat op
hem de onschuld in persoon
met scherpe pijlen was geschoten.
De kantonrechter diende hemhier-
op van antwoord. „Je badt je fiets,"
zeide Z.EA. „en hadt dus wel kun
nen wegrijden. De zucht om je met
eene zaak, die je niets aanging ie
moeien is alleen de oorzaak, dat je
nu hier terecht staat. Begrijp je dat
je een strafbaar feit pleegde?"
De jongen„maar ik heb toch niet
geraakt," als wilde hy zeggen, alleen
dan, had ik kunnen worden gestraft
en nu niet. Maar daarmede rekent
ons strafrecht niet. De poging geldt
in deze als ware het de daad.
Het bleek verder nog dat de jon
gen te ÏSpaarndain als een ..voor zyn
jaren vergevorderden deugniet" be
kend staat. Niet zeer vleiend voor
bemDe kantonrechter deed hem
dit opmerken„Dit is heel slecht.
Wanneer je voor je baas een bood
schap moet doen, heb je je niet met
iets anders te bemoeien. Dit komt
niet te pas. Je moet zorgen, dat je
te Spaarndam een beleren naam krijgt.
Je ziet er verstandig genoeg uit."
Nadat den knaap deze vermaning
was toegediend, kwam de ambtenaar
van het O. M. aan tiet woord, die re-
quireerde f2 boete of 2 dagen. Over
S dagen zal de kau tonrechter uit-
aak doen, maar dat de boete dan
zal vermeerderd worden, laat zich
niet aanzien. De knaap zal dus met
een paar guldens zijn euveldaad moe
ten boeien. Moge het eene les voor
hem zijn om niet meer aan zijn be
moeizucht toe te geven.
te laten. Op die manier Lal zeker ook
nog menige Amsterdammer ons haar
iemsche feest komen meemaken.
neemt men zullen staan voor dc moeielyke kensj
een wagen met boter, kaas en een „Amsterdam of Haarlem?" maar vol-1
afdeeling Jeugd engeneigd zyn, karnton, benevens eenige bundels komen de gelegenheid zullen hebben,
de pakjes daarvoor aan te schaffen.1 korenaren dat is dan de landbouwhet eene te doen en het andere niet
Van feestvieren gesprokenEr wordt
tegenwoordig, geloof ik, dagelijks
teveel feest gevierd. Pas zes weken
is het seizoen aan den gang en we
worden overstelpt met concerten en
voorstellingen en uitvoeringen van
allerlei aard. Zoo nu en dan worden
de uitvoerenden dat op onzachte ma
nier gewaar. Daar is by voorbeeld
Madame Roger Miclos, een van de
beroemdste fransche pianisten,van wie
in ons heele land niet meer notitie is
genomen, dan van een goochelaar,
die een rondreis zou doen. In Haar
lem waren er, geloof ik, zoowat der
tig menschen, in Rotterdam waren er
nauwelijks meer verschenen. Te Am
sterdam had de arme Madame twee
avonden een leege zaal. Het eenige
wat ze mee naar huis heeft genomen
zyn lauweren in den vorm vau loffe
lijke persbeoordeelingen, die ze als
aangenaam souvenir aan hare neder-
landsche tournee in 't fransch kan
laten vertalen.
Maar is dat te verwonderen?
Het schijnt soms wel, alsof de bui
tenlanders denken, dat Nederland een
soort van achterhoek is. waar de men
schen niets te zien, noch te hooren
krijgen, een soort van groote Mooker-
hei, bewoond door menschen, dio nu
ja, wel geen staart meer hebben, maar
dan toch op kunstgebied nog leelyk
in den donker zitten. Naar ik ge-1
hoord heb, was mevrouw Miclos ver-
ontwaardigd over ons gebrek aan be-
B I li N E N L A N D
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer wordt tegen de
laatste dagen van November bijeenge
roepen tot het onderzoek der Indische
begrooting.
In-, Uit- en Doorvoer.
Uit de statistiek van den in-, uit
en doorvoer over 1896, blijkt, dat de
orde waarin de twintig voornaamste
landen moeten worden gerangschikt,
te rekenen naar de hoeveelheid of de
waarde van de in-, uit of doorge
voerde goederen in 1896 is als volgt,
Algemeene invoerPruisen, België,
Rusland, Groot-Brittannië, V.S. van
Noord-Amerika, Spanje, Zweden, Ru-
menië, Engelsch-Indië, Java on ver
dere Ned. O.-I. bezittingen, Frank
rijk, Noorwegen. Rio de la Plata
(Buenos-Ayres, enz.), Hamburg, Tur
kije, Algerië, Portugal, Griekenland,
Peru en Bolivia, Italië.
invoer tot verbruik: Pruisen, Gr.
Brittaunië, Java en verdere Ned. O.-I.
bezittingen, Rusland, België, V.S. van
Noord-Amerika, Rumenië, Engelsch-
Indië, Spanje, Frankrijk, Pern en
Bolivia, Hamburg, Zweden, Brazilië,
Rio de la Plata (Buenos-Ayres, enz,)
Turkye, Engelseh-Amerika,'Portugal,
Afrika (Westkust), Noorwegen.
Algemeene uitvoerPruisen, België,
Groot-Brittannië, Java en verdere
Ned. O.-I. bezittingen. V.S. van Noord-
Amerika, Hamburg, Rusland, Zweden,
Italië, Afrika (Oostkust), Frankrijk,
Noorwegen, Denemarken, Spanje,
Australië, Turkye, Rumenië, Bremen,
Griekenland, Guyana (Nederlandsch).
Uitvoer uit het vrije verkeer: Prui
sen, Groot-Brittannië, België, Java
en verdere Ned. O.-I. bezittingen, V.
S. van Noord-Amerika. Frankrijk,
Hamburg, Afrika (Oostkust), Italië,
Turkije, Rusland, Noorwegen, Dene
marken, Zweden, Guyana (Neder
landsch), Afrika (Westkust), En
gelsch-Indië, Spanje, Bremen, Por
tugal.
Doorvoer: België, Pruisen, Groot-
Brittanië, Java en verdere Ned. O.-I.
bezittingen, V.S. van Noord-Amerika,
Hamburg, Afrika (Oostkust), Bremen,
Rusland, Turkye, Denemarken, Noor
wegen, Zweden, Guyana (Neder
landsch), Italië. Afrika (Westkust),
Griekenland, Spanje, Japan, En
gelsch-Indië.
Nuttige stichtingen.
„Ons Huis" maakt melding van een
nieuwe stichting te Amsterdam, die
den naam „de Eenheid" ontving en
haren- zetel koos in het vroegere af
rekeningslokaal aan het 's- Graven-
hekje. Daar zullen, als in Ons Huis,
lessen en cursussen gegeven, voor
drachten en kunstavonden worden aan
geboden. Een flink bestuur staat aan
het hoofd en zal alle krachten in
spannen, om in dit noord-oostelijk deel
der stad den arbeider en zijn gezin
gelegenheid tot ontwikkeling van*ken
nis en smaak, bij gezellig samenzijn
te geven.
Ook in de welbekende Gcelvinck
(Singel) aldaar hebben zich eenige
personen, die het gebouw meer aau
zyn bestemming willen doen beant
woorden, vereenigd tot een commissie.
De vereenigir.g, die zij vertegenwoor
digen, heeft zich Volksontwikkeling
genoemd en wil door nuttige en ge
zellige bijeenkomsten, op Zondag en
op Dinsdagavond hare leden aan zich
verplichten.
Te Amsterdam hebben 2693 inge
zetenen zich aangemeld, om by even-
tueele sneeuwrniming door den stads-
reinigingsdieDSt te werk te worden
gesteld. Door B. en W. is nu ken
nis gegeven, dat niet meer dan hoog
stens 1200 personen kunnen worden
aangenomen, en daarom de sneeuw-
kaarten zyn uitgereikt aan diegeen
der aanvragers, die twee of meer kin
deren beneden den 12-jarigen leeftijd
te hunnen laste hebben.
In het aan het Hbld. ontleende be.
richt omtrent den spoorweg Amster.
langstelling en wy kunnen veilig ge
looven, dat ons land sedert haren te
rugkeer in Parijs, in dio stad een vy-
and meer bezit.
We zullen het trachten te dragen,
evenals den toorn van het achttal uit
Brussel, dat zyn tournee door Neder
land niet eens heeft afgewerkt, omdat
het publiek niet verkoos voor den dag
te komen. Dacht dit octet dan mis
schien, dat wij hier op zijn komst
zaten te wachten Lieve menschen,
we hebben hier zelf tetten genoeg,
vocale en instrumentale kwar- en
andere tetten. Op Bach en Toonkunst,
om alleen maar van die twee te spre
ken, hooren we waarlijk groote solis
ten, artisten, violisten, harpisten, pia
nisten en andere isten genoeg. Als
ze 't in het buitenland maar wisten van
al die istenDan zonden zo zeker
wel zoo verstandig wezen, om voor-
loopig niet meer te komen met al die
afzonderlijke personen cu gezelschap
jes en ons eens een paar jaar aan
onszelven over te laten, tot hun gemak-
en ons genoegen.
By alles wat me lief en dier
baar isik wil niet iederen
avond uitBy mijn huiselyken haard,
by myu helder brandende lamp, bij
myn zingenden theeketel, ik wil ook
ereis een avond thuisblijven, al was
het maar voor de variatie. Beethoven
is heel mooi en Mozart en Saint Saens
en Massenet en Leoncavallo en li^e
al die heeren mogen heeteD, maar ik
wil er niet mee achterna gezeten wor-
denIk wil ook eens een avond 1
kalmpjes met pantoffels aan en eenl
lange pijp met een krant thee zitten-
slurpen in myn huiskamer. Mevrouw
Miclos en het octet en het humoris-
dam—Haarlem werd verkeerj
gesproken van een lyn over H:
dorp-Veuneperdorp in de nel
van den Haag of Sassenheim.
werd De Kaag bedoeld.
Wegens onregelmatigheden aa,
Centraal-Magazyn van Militaire E
ding en Uitrusting te Delft, is
de opzichter der kleermakerij, i
die der werklieden, zekere C. K,|
Reclame.
Een onderwijzer in eene Gelder
gemeente schrijft:
„Eenigszins verrast keek ikgi
avond op, toen me de post een[
ketje bracht, met Engelsche
gefrankeerd. Nieuwsgierig om te
ten, wat me zoo onverwacht vani
de zee werd thuis gestuurd, hai
ik my het pakket te openen, eo
myn verbazing rolden een bonder
aardige reclameplaatjes over det
welke mij werden toegezonden
den heer Thomas Hollo way, Ó.\f
street, Londen. Tusschen de plas
bevond zich een gedrukte brief, wa
de heer Hoiloway mij verzool»
plaatjes aan de leerlingen mijner se
te willen uitdeelen. Op verlangen
my tevens gratis en franco eenem
schilderij, ter grootte van 91 mai
cM. worden toegezonden, voorstelt
het Royal College Hoiloway, fe
vens het sanatorium Hoiloway,
het portret van den stichter in
middeD.
„Daar ik aanneem, dat al mijn
lega's, hoofden van scholen, een
gelijke zending hebben ontvanga
ik verder veronderstel dat de"p;
jes, al is 't maar voor de aardig
aan de kinderen werkelijk wo:
uitgedeeld, zullen de Nederland-
moeders, die 't nog niet weten, a
daags tot de kennis worden gebra
dat ze in Holloway's zalf en jc
een probaat middel vinden te
alle mogelijke menschelyke ki
en miseriën.
Te Groningen heeft een kleei
kersgezel, H. de Vries genaamd,
heer J. Jonkers, kassier, met een
mer, dien hij uit een kroeg had
stolen, het linkeroog verbrijzeld,
heer J., die reeds het rechter
miste, is door deze wandaad tl
geheel van het gezichtsvermogen
roofd.
Vermist.
De heer L. J. van Erp Taalo
Kip, directeur der gasfabriek te B
lingen, die verleden Maandag 'savoi
9 uur zyno woning verliet om insf
tie over de verlichting te houden
sedert niet teruggekeerd. Men i
moedt dat hem een ongeluk is oi
komen.
Dooi- de politie is opsporing en'
richt omtrent den vermiste verzot
De broodbakker te Vlissingen
wiens huize Donderdagochtend bn
ontstond, is door de politie geat
steerd als verdacht van brandsti
ting. Hy heeft reeds eene vollet
bekentenis afgelegd en werd Vrjj
naar het Huis van bewaring teil
delburg overgebracht.
Pers Overzicht.
De Atjeh-oorloq.
In een driestar in De Standat
lezen wy o.a. het volgende:
Maar wat het optreden vam
heer Van Kol interessant maakt,i
dat hetzelfde wat destijds de oppos
te berde bracht, nu uit zoo gel
anderen hoek kwam, en met wan
en overtuiging iu het debat werd
bracht van de linkerzijde der Kam
en zulks zonder dat opsiaandenv
de corypheeën van links opstoven,
zoo stoute taal te weerleggen, en
moedigen spreker den mond te st
pen.
.Hieruit toch valt op te mal'
dat do partij, die destyds dezen
log doordreef, en dien, toen by
tische kwartet zouden, als ze
lazen, daar zeker om lachen en
een echt ouderwetsch hollandsoh
vinden, zoo eeu uit den tijd, zoi
niet van de staarten, dan 'toch
de staartpruiken maar dat kan
niet schelen.
Wy geen muziek hoorenWel,
hadden tot de bovengenoemde art d(
ten kunnen zeggen, wat wy krautt ze
menschen denken wanneer de jong zj
van de kioskonderneming ons aau is
station kranten te koop presentee ni
„eilievo, we maken ze zelf!"Wy
ken zelf muziek. Wie in Haarlij
geen piano of viool bespeelt, he(de
dan toch minstgenomeu om met
woorden van eeu kinderversje te s |gr
ken: een orgeltje in zyn gorge
Vandaag en morgen trokken er
minder dan vierdehalf honderd zang^Êi
naar het concours te Amsterdam
to wedyveren, wie het 't mooiste doédi
Waarlijk, Madame Roger Miclos
Paris uud das Humoristische Uil s
Quartett en het Octet van de Bn pi
seiaoreu (zullebehoefden ons niet Ei
komen redden van den wi eeden do sp
aan muziekhonger! Als 't gewed
hebben wo veel meer gevaar voor'
overladen van onze muziekmagen,
daarom, laat ons, o laat ons, geaclto
en geëerde buiteQlandsehe arcisfi
eens ruotig een enkelen avond ihtp]
zitten by de pyp cn de lamp
theeketel zal, als er dan toch absolute
muziek moet wezen, wel wat voor
zingen
FIDELIOiï;