'weede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
St. Nicolaas-wandeling.
RINS BORGENSIvY.
15e Jaargang.
Donderdag 2 December 1897,
No 4425
HAARLEM S DAGBLAD
J^BOISriSrEnVLEITTSI'S.XJ'S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden„1.80
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.(55
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.S7L
ADYXTBTEXTTXEUT:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAÜBE <t- Co. JOHN F. JONES, Siux., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering wan het Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN bet Arrondissement Haarlem is de. prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75. elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f0,30.
Agenten voor dit blad^ in den omtrek zijnBloemendaalSandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaamdamC. HARTENDORPZandvoortG. ZWEMMER;
Velsen, W. J. RUI J TER BeverwijkJ. HOORNS; JBülcgomAR1E HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
laar bet in vorige jaren ons dik-
s niet in dank afgenomen is,
meer wij ongevraagd" firma's ver-
ddon in dc St. Nicolaas-wandeling,
ben wij de eor te berichten, dat
alleen eene beschrijving zullen
m van de magazijnen van die
a's. die ons mondeling of schrif-
iiun wcnsch daartoe kenbaar
lit geldt natuurlijk alleen voor de
rerteerders „in dit blad."
gaarne voor spoedig bericht
bevelende teekenen wij
Hoogachtend
DÈ REDACTIE.
*oi!itiek Overzicht.
cizer Wilhelm heeft Dinsdag ter
ling van den duitsehen Rijksdag
i troonrede gehouden, waarin zoo-
e verwachten was aan een betoog
de wenschelijkheid voor uitbrei-
van de duitscbe vloot, eene
ogryke plaats was toegekend,
de troonrede wordt dan ge-
i op de noodzakelijkheid om
raderlandsche oorlogsvloot te ver
ren; bet aantal scliepen bestemd
in tijd van vrede dienst te doen
reemde wateren, behoort vermeer-
te worden. De regeeringen
een sterke marine noodzake
de tyd om daartoe te komen, be-
t bij de wet te worden bepaald,
et wetsontwerp tot herziening van
militaire strafrecht zal (zooveel
Bljjk geschoeid op den leest van
burgerlijke strafrecht) die bepa-
n bevatten welke onontbeerlijk
len worden geacht voor bet be-
m van tucht en discipline,
sorts wordt wetgevende arbeid
ekondigd op do volgende punten:
illigo rechtspraak, burgerlijke
svordering, de regeling van het
isement en schadeloosstelling aan
ïuldig veroordeelden.
fiuanciëele toestand wordt be-
gend genoemd,
troonrede eindigt als volgt:
3' e moord, gepleegd op Duitscbe
°Blingen en de aanvallen op de
Mijne bescherming staande en
ia aan 't hart liggende zendings-
>ns in China hebben hetnoodza-
l gemaakt, dat het Oostaziatische
nQ Ier te Kiao-Chau troepen landde
inde volkomen genoegdoening te:
ijgen en beveiliging tegen de
ling van zulke betreurenswaar-
gebeurtenissen.
e politieke betrekkingen met het
oland geven reden tot groote:
denheid. De schitterende en zeer j
Ijjke recepties van Peterhof en i
apest leverden in dat opzicht,
e waarborgen.
„Alle kenteekenen wijzen op een
verdere voortzetting der vreedzame
ontwikkeling van Europa en van het
Duitscbe vaderland".
Na de voorlozing van deze troon
rede hield de keizer nog een speech,
geheel in den trant van de Wilhelm-
redevoeringen. Hy zeido het navol
gende
„Voor twee jaar heb ik van deze
plaats in uw bijzijn een eed gedaan
op bet heilig vaandel van mijn garde
regiment, dat ik het Rijk zooals het
van mijn grootvader op my is over
gegaan, te bewaren en zyn eer in het
buitenland te beschermen en te hand
haven heb. Daardoor zijt u allen myn
eedgetuigen geworden, en ik bid, in
naam van het rijk, in het aangezicht
van den Almachtige, dat God u moge
bijstaan om met uw werk mij te hel
pen en de eer van het rijk, die ik zoo
hoog stel dat ik mijn eenigen broeder
ervoor heb gewaagd, ook voortaan in
den vreemde te helpen verdedigen."
Het nieuwe oostenrykscbe mini
sterie, waarvan de samenstelling aan
baron Gautsch was toevertrouwd, is
nu voltalligbaron Gautsch, voorzitter
van den ministerraad en minister van
binnenlandscho zakengraaf Welsers-
heim minister van landsverdediging;
ridder dr. von Wittek, van spoorwe
gen; von Böhm-Bawerk, financiën;
Latour, eeredienst en onderwijs
Koerher, handeldr. von Ruber,
justitie, ylandt-Rheidt, landbouw.
Uit Montevideo wordt gemeld, dat
cr een verbanningsbesluit is uitge
vaardigd tegen Herrero, candidaat
voor het presidentschap van Uruguay,
generaal Tajes en dr Aguire. Met
deze uitbanning zal echter de oproe
rige beweging niet verdwijnen.
STADSNIEUWS.
eerste en tweede pagina.
Haarlem, 1 Dec. 1897.
Museum van Kunstnijverheid.
In de rotonde van het Museum van
Kunstnijverheid alhier is op het
oogenblik eene bijzondere tentoonstel
ling geopend, op bet gebied der gra-
phische kunsten, die door den beer
Konings, kunstdrukker te Amsterdam
welwillend ter expositie werd afge
staan.
Deze verzameling werd door ge
noemden heer bijeen gebracht als lid
der Boekdrukkers-vereeniging van den
„Internationale Musteraustansch," die
om de drie jaren eene collectie proe
ven van fraai drukwerk aan hare
leden rondzendt, die tegen een gelijk
aantal drukproeven worden ingeruild.
Op deze tentoonstelling kan men
n overzicht krijgen van den vooruit
gang der boekdrukkunst en van het
drukwerk dat op het oogenblik in de
meest verschillende landen wordt ver
vaardigd, van af de eenvoudige hout
gravure tot de nieuwste procédés op
typo- en lithographisch gebied. De
inatlichtdruk en de photografische
drie-kleuren-druk, de proeven van af
drukken der clicbé's van geperst kar
ton behooren tot de niouwste vindin
gen en worden hier te lande nog
weinig gezien. Belangrijk zijn tevens
de fraaie proeven van kunstdrukwerk
van de Duitscbe en Oostenrijksche
Ryksdrnkkeryen. Het is zeker, dat
in de Spaarnestad, waar de boekdruk
kunst zoo in eere wordt gehouden,
deze tentoonstelling velen zal aanspo
ren een bezoek aan liet Museum te
brengen, terwijl de kennismaking van
belangstellenden met de drukproeven,
die door den „Internationale Muster-
austausch" worden rondgezonden,deze
vereeniging hier te lande aan waar
deering zal doen toenemen.
In de 1.1. Maandag gehouden ver
gadering van de Afd. „Haarlem" van
het Ned. Ond. Gen. trad als spreker
op de heer W. Kloeke met het on
derwerp ..Het onderwijs in de vrouwe
lijke Handwerken." Na eene korte
inleiding zette sprekerj uiteen, dat de
regeling van het onderwijs in de
Nuttige Handwerken aan onze ge
mengde scholen met veel bezwaren
gepaard gaat.
Wilde men dit onderwijs onder de
gewone schooluren geven, dan zouden
de meisjes in één vak meer onderwijs
krijgen dan de jongens, maar daar
het aantal schooluren voor jongens
en meisjes gelijk is, moet dan natuur
lijk een ander vak voor de meisjes
vervallen. Gewoonlijk is dit lot aan
het vak Teekenen beschoren, zoo
dat de meisjes geene teekenles krijgen,
wat in strijd met de wet is, die voor
schrijft, dat in alle vakken van a—i
voldoend lager onderwijs moet worden
gegeven.
De jongens van ééne klas teekenen
dus, terwijl de meisjes dier klas in
dienzelfden tijd in de handwerken on
derwezen worden. Daar er voor elke
klas maar 1 onderwijskracht is, en
op deze manier 2 krachten in ééne
klas te gelyk werkzaam zouden zijn,
zoodat er 1 onderwijskracht to kort
zou komen, worden er voor dit on
derwijs gewoonlijk 2 klassen meisjes
en 2 klassen jongens gecombineerd.
Afgezien nog van de vraag, of ge
lijktijdig onderwijs aan 2 niet in ont
wikkeling gelijk staande klassen (voor
parallelklassen vervalt dit bezwaar)
wel aanbeveling verdient, is het aan- i
tal kinderen, voor kostelooze scholen
dikwijls 50, dat onder die teeken- en
bandwerkles aan één onderwijzer
of onderwijzeres wordt toevertrouwd,
zóó groot, dat de resultaten dikwijls
niet opwegen tegen de moeite, die
aan dit onderwijs besteed wordt.
Ook wordt er nog onderwijs in de
handwerken gegeven op de avond
school, maar omdat elk der onderwij
zeressen een zelfde aantal uren aan
die avondschool les moet geven, en
de leerlingen in éen winter-half jaar
dus door alle banden gaan, kan het
niet anders, of ook hiervan moet bet
resultaat onvoldoende wezen. Spr.
ging nu na, boe het handwerkonder
wijs geregeld was in andere steden
van ons land. Achtereenvolgens be
sprak hij de regeling te Zwolle, Ara-
sterdam, 's Gravenhage, Rotterdam,
Utrecht, Sneelc, Arnhem en Groningen.
In sommige dezer plaatsen voor alle
scholen, in andere voor eenige scho
len wordt het handwerkondenvys bui
ten de gewone schooluren gegeven
door vakonderwijzeressen, die daar
voor een aparte bezoldiging genieten.
Resumeerende kwam spreker tot
de volgende 6 stellingen
1. dat betrekkelijk weinig meisjes
bij het verlaten der school voldoende
vorderingen in 't onderwijs in de Vrou
welijke Handwerken hebben gemaakt,
omdat in 't bijzonder de meisjes de
school te vroeg verlaten
2. dat er op de gemengde lagere
school, waar alle vakken van a tot i
voldoende aan de jongens en meisjes
moeten worden onderwezen, geen vol
doend aantal uren voor het onderwijs
in de Nuttige Handwerken kan wor
den gevonden onder de gewone school
uren
3. dat 't niet goed is, dat op de
avondschool voor Nuttige Handwerken
meermalen in 't winterseizoen van per
soneel wordt verwisseld;
-1. dat de meisjes de school langer
zullen bezoeken, als er meer aan 't
onderwijs in de handwerken wordt
gedaan
5. dat 't ook in 't belang is van 't
onderwijs, dat de onderwijzeressen
voor 't onderwijs in de nattige hand
werken, voor zoover 't wordt gegeven
buiten de gewone schooluren, afzon
derlijk worden beloond
6. dat eene inrichting als te Zwolle,
Deventer en andere plaatsen, waar
van gemeentewege onderwijs in vak
Jc wordt gegeven aan meisjes, die 't
bewys kunnen overleggen, dat, ze de
gewone lagere school hebben doorloo-
pen, ook voor Haarlem zeer gewenscht
zou zijnle om bet rechtstreeksch
voordeel voor de meisjes uit dat onder
wijs voortvloeiende, 2e omdat 't te
verwachten is, dat daardoor de lagere
school door de meisjes meer geregeld
en tot het einde toe zal worden'be
zocht.
Een voorstel in den Gemeenteraad
tot vereeniging der scholen voor op
leiding tot het middelbaar en hooger
onderwijs kan, naar wij vernemen,
dezor dagen in den Raad worden
tegemoet gezien.
Zijn wij wél ingelicht, dan is het
denkbeeld thans een weinig anders,
dan we in ons vorig bericht mede
deelden. De meisjesschool (van Mej.
Klomp) zou in tweeëu gesplitst wor-
den en voor de helft gevoegd bij de
jongensscholen, onder de beeren
Hubregtse en Brouwer. Het aldus!
vrijkomende schoolgebouw (van Mej.
Klomp) zou dan worden vergroot en
beschikbaar gesteld voor de school
van den heer Brouwer, waardoor de
voor den wethouder van onderwijs
zeer lastige splitsing in schoolwyken
zou komen te vervallen.
Sociëteit Vereeniging.
De algemeene ledenvergadering van
de Sociëteit Vereeniging die de vorige
week wegens onvoltalligheid moest
worden verdaagd, kon Dinsdagavond
30 November om dezelfde reden we
derom niet plaats hebben. Kwartier
over achten werd de bijeenkomst ge
opend, de namen der aanwezigen ge
teld en vyf minuten later door den
voorzitter, den heer Dr. H. A. J.
Valkema Blouw, weder gesloten. In-
tusschen was op zijn voorstel door
de vergadering hulde gebracht aan
de Commissie van wetsherziening, be
staande uit do heeren Mr. H. Ph. de
Kanter, Mr. A. J. van Tbiel, H. T.
Peltenburg en P. D. Graaff voor den
verrichten arbeid.
Het eigenaardige van den toestand
is, dat het reglement voorschrijvende,
dat minstens een vierde deel der ge
wone leden ter algemeene vergade
ring opgekomen zy, om besluiten
te kunnen nemen, niet voorziet in
de mogelijkheid, dat waar den eersten
keer de vergadering niet voltallig was,
dit ook den tweeden keer het geval
kon wezen. In de meeste andere ver-
eenigingen is bepaald, dat bij de tweede
bijeenkomst de aanwezigen (welk hun
aantal ook wezen mag) in staat zyn,
besluiten te nemen.
Naar wy vernemen is het Bestuur
der Sociëteit niet voornemens, op eigen
initiatief voor de derde maal de leden
ter algemeene vergadering op te roe
pen. Immers bestaat er geen reden
om aan te nemen, dat alsdan het ver-
eischte aantal leden zal opkomen.
De reden van dezen min aangena-
men toestand is wel deze, dat inder
tijd ter kwader ure is voorgesteld en
aangenomen, om de boete ai te schaf
fen, die geheven werd van de leden,
welke niet ter algemeene vergadering
verschenen. Alleen de algemeene ver
gadering zelve kan die bepaling weer
invoeren en zooals blijkt, is op
't oogenblik geen algemeene vergade
ring byeen te krygen!
Bij vonnis van de Arr. Rechtbank
alhier dd. 30 November jl. is geho
mologeerd het aceoord van 33% i
het faillissement van Willem Cornelis
Pous, firma W. C. Pous Co., bloem'
hollenhandelaar te Haarlem.
BINNENLAND.
Parlementaire Praatjes.
De algemeene beschouwingen over
de Staatsbegrooting, de eerste serieuse
ontmoeting van Kamer en Kabinet,
zijn aangevangen met een aantal lij
vige speccbjes.
De hoer de Boer, zich gedragend
naar de wenschen van den Voorzitter,
om alleen het politiek (en financieel)
beleid der Reg. te bespreken, wilde
geen nabetrachting over de verkie
zingen houder. Alle partijen hadden
daarbij fouten begaan en zoo de Kamer
er anders uitzag, misschien trouwer
beeld gaf van het volk in al zyn
schakeeringen, de vraag bleef of op
sociaal gebied alles kon verricht wor
den wat noodigwas. Spr. waarschuwde
tegen overdreven verwachtingen, ook
omdat de leuze der verkiezingencle-
ricaal of auti-clcricaal, de vraag wat
rijp was voor afdoening op sociaal
gebied op den achtergrond had ge
drongen. Toch hadden de verkiezingen
dit uitgewerkt, dat de idéé van Staats
bemoeiing veld wonde vraag was
thans niet meer óf, maar wat de Staat
voor sociale wetgeving doen moest.
Daarom was bet noodig, dat men hier
wist voor welke beginselen men strijd
voerde, te meer nu de socialisten in
de Kamer vertegenwoordigd zyn. Spr.
zeide dien afgevaardigden zijn steun
toe, als het kon, met bestrijding noch
tans der socialistische tbeoriön. Hy
wilde niet, gelyk socialisten en pro-
tectionisten, (ie zorg voor het individu
bij den Staat brengen. IIy wilde so
ciale rechtvaardigheid betrachten en
dat doen in samenwerking met deze
Reg., in het algemeen belang.
Een speciaal punt bepleitte dan de
beer van Kempen, nl. betere hand
having der Zondagswet (waarvan hy
de eerbiediging te Haarlem bad ge
wenscht) en wettelijke verzekering,
waar mogelijk, van den Zondag als
rustdag. Hy zag daarin een middel
tot opheffing van sociale nooden.
De heer Kerdyk, die geen politiek
debat wenschte, moest evenwel spre
ken omdat een nieuw tydperk en
andere party formaties waren ontstaan.
En in de tweede plaats wijl de niouwe
Reg. weten moest, waar zy op steun
kan rekenen.
Namens zyn partygenooten, demo
cratisch gezind, logde spr. dan de
verklaring af, dat zy, met handha
ving der vrijzinnige beginselen, de
sociale belangen meer tot hun recht
wilden doen komen, ook om den weg
te banen tot algemeen stemrechtdat
zy wilden medewerken tot handha
ving van de vrijheid in het ruilver
keer, tot vermeerdering der kennis
van het volk, door onderwas van
staatswege. Voorts tot maatregelen van
sociale rechtvaardigheid met hand
having, beslist, van het eigendoms
recht. De verzuimen van den wetge
ver moesten ingehaald worden. Deze
beginselen waren ook die der Reg.
Maar het kiesrecht? Spr. hoopte,
dat de Reg., de techniek der kieswet
verbeterend niet alleen, ook zou wil
len komen tot het besef, dat een
kiesrecbt-herzieniDg aan het einde
van dit vierjarig tydperk aan de orde
moest worden gesteld. Een verklaring
te dezen aanzien verlangde hij niet.
Erkennende, dat de samenstelling
van het Kabinet, al voldeed hem die
niet geheel, het gevolg was van de
verkiezingen, begroette hy de Reg.
en de door haar aangekondigde sociale
hervormingen met uitgestoken hand
en met een betuigiug van vertrouwen.
Onder éen voorwaarde, nl. dat, wilde
dc Reg. dit vertrouwen behouden, zy
komen moest met flinke, niet met
halve maatregelen.
De derde spreker was de Lim-
burgsc.he heer Truyen, wiens gemoede
lijk spreken aan dat van wijlen Clercx
en een weinig ook aan Hattmanns her
innert. Hy wees op de ontzettende
styging der uitgaven, in 30 jaar met
110 procent. Waar moest dat heen?
Vroeger jaren vermeerderde met de
opbrengst der belastingen ook de wel
vaart. Nu was er achteruitgang
en uit de belastingen niets meer te
halen. Toch wilde ook sprekers party
sociale hervormingen. Zuinigheid in de
Staatsuitgaven, hoe gewenscht ook,
mocht niet weerhouden van recht-
FEUILLETON.
J(Bewerkt naar het Evgelscli.)
HOOFDSTUK XXXUI.
Wij vertrekken naar Orkoutsk.
minister trok bedaard zyn handschoenen weder
wisselde eenige woorden met Rudersdorf en zeide
p tot my:
orgen zal ik uw verlangen inwilligen."
t een lichte buiging verliet hy het vertrek. Zoodra
e deur achter zich toegetrokken had, begon Ru-
orf bet bevel van den minister te lezen; terwijl
de secretaris over zijn schouder keek en tot zich
eide
rkoutsk 1"
I begreep de beteekenis van dit woord niet, maar
leef my voortdurend in de gedachten, daar het op
^ee agenten een bijzonderen indruk scheen te ma-
Toen de cipier binnentrad om my weg te leiden,
i zy my goeden dag op een toon, waar duidelijk
een zweem van spijt in doorklonk, alsof zij voor altijd
afscheid van me namen.
Men bracht mij weder naar mijn cel terug, waarna
de deur achter my werd toegeslagen. Ik zag naar de
kale, witte muren, het getraliede venster, dat het dag
licht ternauwernood doorliet en vroeg mezelf
af, waar nu de geriefelijke veranderingen waren aau-
gebracht, waarvan de minister gesproken had.
's Avonds bracht de cipier mij eenige serge kleeding-
stukken en een mantel met schapenwol gevoerd. Hy
zeide, dat ik ze voor de reis moest aantrekken en den
volgenden morgen, wanneer hy my riep, dadelijk moest
opstaan.
Wy zouden dus niet te Petersburg blijven. De minis
ter had slechts van een voorloopige gevangenschap ge
sproken waar werden wy nu gebracht Hij bad my
gezegd, dat ik Gordon zou wederzien, maar zou dit zyn
om hem vaarwel te zeggen
De dag was nog niet aangebroken, toen de cipier
myn cel binnentrad, een kaars op de plank zette, die
als tafel dienst deed en my beval binnen tien minuten
gereed te zyn. Ik trok de kleederen aan, die my vol
strekt niet pasten, en zag er in dien ruimen mantel,
waarvan de kap alleen myn oogen en neus vrijliet, meer
als een ijsbeer dan als een menschelyk wezen uit. Groote
gevoerde schoenen en dito handschoenen voltooiden myn
vreemde kleeding. Myn bewaker bracht mij daarop een
kop kokende thee,wat gedroogde visch en brood.Terwyl ik
at, maakte by van myn kleederen, die ik uitgetrokken
had, een pakje, opdat ik ze gemakkelijk zou kunnen
medenemen.
Men bracht mij naar een binnenplaats, waar ik tot
myn groote vreugde ook Gordon vond, die een derge
lijke kleeding als ik aanbad, waaruit ik opmaakte, dat
hy ook op reis ging. Hy was even verheugd als ik by
het wederzien, en greep myn beide handen, waarna wy
eenige oogenblikken elkaar zwijgend vasthielden, te ge
lukkig om een woord te kunnen uiten.
„Gaat gij mede?" riepen wy eindelijk tegelijker
tijd uit.
„Ja," zeide George, maar ik weet niet waar de reis
naar toe gaat."
„Naar Orkoutsk."
„Orkoutsk Een dwaze naamEnfin, dat (loet er ook
niet toe. Wij zullen hier spoedig terugkomen. Ik heb
myn meening eens aan den minister gezegd en hem
met de „Times" en ander schandaalmaken bedreigd."
Op dat oogenblik word er een slede voorgebracht,
want de sneeuw lag al eenige duimen dik. Zy werd ge
trokken door drie paarden, welke alle voorzien waren
van een belletje, dat aan den boog hing, die boven het
zadel was aangebracht; de slede scheen wel als post
wagen dienst te doen, want zij was beladen met pak
ketten en brieven. De koetsier plaatste deze zoo, dat ze
een soort van bok vormden en reikte ons twee groote
kussens aan.
Toen wy gereed waren om te vertrekken, kwamen
er twee kozakken te paard aanrijden.
„Onze lijfwacht!" zeide Gordon. „Heb ik u niet ge
zegd, dat wjj als vorstelijke personen behandeld zou
den worden? Wacht even, totdat ik myn pijp heb
aangestoken en dan verzeker ik u, is mijn genoegen
olmaakt."
Het was waarlijk komisch om de gezichten van de
j kozakken te zien. Waarschijnlijk hadden zy nog
I nooit een gevangene naar Orkoutsk gebracht, die
den gelieelen tocht als een plezierreisje beschouwde.
„Vijf uur!" zeide George op zyn horloge ziende,
toen wy de poort der vesting, die door een lautaarn
verlicht werd, uitreden. „Zy hebben my alles laten be
houden, ofschoon men al myn zakken heeft doorgesnuf
feld, om zich te verzekeren, dat ik geen compromit-
teerende papieren by my had. Dit bewyst, dat onze
gevangenschap slechts een formaliteit is. Ik gevoel my
ook volstrekt niet als een gevangene, zusje."
Toen we de kozakken, die een weinig achterbleven,
niet meer konden zien, kreeg ik werkelijk een gevoel,
alsof de ijzeren hand der Russische politie niet meer op
ons rustte.
Mijn moedeloosheid verminderde en ik kwelde my
niet langer mot sombere gedachten, toen ik de vroolyke
uitdrukking op het gelaat van Gordon waarnam. De
lucht was helder en als met sterren bezaaid, maar de
koude deed zich geducht voelen; de paarden draafden
lustig over de hard bevroren sneeuw, terwijl het geklin
gel der belletjes de eentonige stilte verbrak.
Wy hielden alleen stil als er van paarden gewisseld
moest worden.
In het posthuis vonden wy een heerlijke gelegenheid
om uit te rusten, en toen wy vertrokken, waren wy
verfrisebt en welgemoed om den tocht weder te aan
vaarden.
„Een alleraardigst reisje," zeide Gordon in zyn
hoekje kruipend.