'weede Editie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, St. Nicolaas-wandeling. RINS BORGENSIvY. 15e Jaargang. Donderdag 2 December 1897, No 4425 HAARLEM S DAGBLAD J^BOISriSrEnVLEITTSI'S.XJ'S: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei- gemeente), per 3 maanden„1.80 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.(55 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.S7L ADYXTBTEXTTXEUT: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAÜBE <t- Co. JOHN F. JONES, Siux., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering wan het Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN bet Arrondissement Haarlem is de. prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75. elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f0,30. Agenten voor dit blad^ in den omtrek zijnBloemendaalSandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaamdamC. HARTENDORPZandvoortG. ZWEMMER; Velsen, W. J. RUI J TER BeverwijkJ. HOORNS; JBülcgomAR1E HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. laar bet in vorige jaren ons dik- s niet in dank afgenomen is, meer wij ongevraagd" firma's ver- ddon in dc St. Nicolaas-wandeling, ben wij de eor te berichten, dat alleen eene beschrijving zullen m van de magazijnen van die a's. die ons mondeling of schrif- iiun wcnsch daartoe kenbaar lit geldt natuurlijk alleen voor de rerteerders „in dit blad." gaarne voor spoedig bericht bevelende teekenen wij Hoogachtend DÈ REDACTIE. *oi!itiek Overzicht. cizer Wilhelm heeft Dinsdag ter ling van den duitsehen Rijksdag i troonrede gehouden, waarin zoo- e verwachten was aan een betoog de wenschelijkheid voor uitbrei- van de duitscbe vloot, eene ogryke plaats was toegekend, de troonrede wordt dan ge- i op de noodzakelijkheid om raderlandsche oorlogsvloot te ver ren; bet aantal scliepen bestemd in tijd van vrede dienst te doen reemde wateren, behoort vermeer- te worden. De regeeringen een sterke marine noodzake de tyd om daartoe te komen, be- t bij de wet te worden bepaald, et wetsontwerp tot herziening van militaire strafrecht zal (zooveel Bljjk geschoeid op den leest van burgerlijke strafrecht) die bepa- n bevatten welke onontbeerlijk len worden geacht voor bet be- m van tucht en discipline, sorts wordt wetgevende arbeid ekondigd op do volgende punten: illigo rechtspraak, burgerlijke svordering, de regeling van het isement en schadeloosstelling aan ïuldig veroordeelden. fiuanciëele toestand wordt be- gend genoemd, troonrede eindigt als volgt: 3' e moord, gepleegd op Duitscbe °Blingen en de aanvallen op de Mijne bescherming staande en ia aan 't hart liggende zendings- >ns in China hebben hetnoodza- l gemaakt, dat het Oostaziatische nQ Ier te Kiao-Chau troepen landde inde volkomen genoegdoening te: ijgen en beveiliging tegen de ling van zulke betreurenswaar- gebeurtenissen. e politieke betrekkingen met het oland geven reden tot groote: denheid. De schitterende en zeer j Ijjke recepties van Peterhof en i apest leverden in dat opzicht, e waarborgen. „Alle kenteekenen wijzen op een verdere voortzetting der vreedzame ontwikkeling van Europa en van het Duitscbe vaderland". Na de voorlozing van deze troon rede hield de keizer nog een speech, geheel in den trant van de Wilhelm- redevoeringen. Hy zeido het navol gende „Voor twee jaar heb ik van deze plaats in uw bijzijn een eed gedaan op bet heilig vaandel van mijn garde regiment, dat ik het Rijk zooals het van mijn grootvader op my is over gegaan, te bewaren en zyn eer in het buitenland te beschermen en te hand haven heb. Daardoor zijt u allen myn eedgetuigen geworden, en ik bid, in naam van het rijk, in het aangezicht van den Almachtige, dat God u moge bijstaan om met uw werk mij te hel pen en de eer van het rijk, die ik zoo hoog stel dat ik mijn eenigen broeder ervoor heb gewaagd, ook voortaan in den vreemde te helpen verdedigen." Het nieuwe oostenrykscbe mini sterie, waarvan de samenstelling aan baron Gautsch was toevertrouwd, is nu voltalligbaron Gautsch, voorzitter van den ministerraad en minister van binnenlandscho zakengraaf Welsers- heim minister van landsverdediging; ridder dr. von Wittek, van spoorwe gen; von Böhm-Bawerk, financiën; Latour, eeredienst en onderwijs Koerher, handeldr. von Ruber, justitie, ylandt-Rheidt, landbouw. Uit Montevideo wordt gemeld, dat cr een verbanningsbesluit is uitge vaardigd tegen Herrero, candidaat voor het presidentschap van Uruguay, generaal Tajes en dr Aguire. Met deze uitbanning zal echter de oproe rige beweging niet verdwijnen. STADSNIEUWS. eerste en tweede pagina. Haarlem, 1 Dec. 1897. Museum van Kunstnijverheid. In de rotonde van het Museum van Kunstnijverheid alhier is op het oogenblik eene bijzondere tentoonstel ling geopend, op bet gebied der gra- phische kunsten, die door den beer Konings, kunstdrukker te Amsterdam welwillend ter expositie werd afge staan. Deze verzameling werd door ge noemden heer bijeen gebracht als lid der Boekdrukkers-vereeniging van den „Internationale Musteraustansch," die om de drie jaren eene collectie proe ven van fraai drukwerk aan hare leden rondzendt, die tegen een gelijk aantal drukproeven worden ingeruild. Op deze tentoonstelling kan men n overzicht krijgen van den vooruit gang der boekdrukkunst en van het drukwerk dat op het oogenblik in de meest verschillende landen wordt ver vaardigd, van af de eenvoudige hout gravure tot de nieuwste procédés op typo- en lithographisch gebied. De inatlichtdruk en de photografische drie-kleuren-druk, de proeven van af drukken der clicbé's van geperst kar ton behooren tot de niouwste vindin gen en worden hier te lande nog weinig gezien. Belangrijk zijn tevens de fraaie proeven van kunstdrukwerk van de Duitscbe en Oostenrijksche Ryksdrnkkeryen. Het is zeker, dat in de Spaarnestad, waar de boekdruk kunst zoo in eere wordt gehouden, deze tentoonstelling velen zal aanspo ren een bezoek aan liet Museum te brengen, terwijl de kennismaking van belangstellenden met de drukproeven, die door den „Internationale Muster- austausch" worden rondgezonden,deze vereeniging hier te lande aan waar deering zal doen toenemen. In de 1.1. Maandag gehouden ver gadering van de Afd. „Haarlem" van het Ned. Ond. Gen. trad als spreker op de heer W. Kloeke met het on derwerp ..Het onderwijs in de vrouwe lijke Handwerken." Na eene korte inleiding zette sprekerj uiteen, dat de regeling van het onderwijs in de Nuttige Handwerken aan onze ge mengde scholen met veel bezwaren gepaard gaat. Wilde men dit onderwijs onder de gewone schooluren geven, dan zouden de meisjes in één vak meer onderwijs krijgen dan de jongens, maar daar het aantal schooluren voor jongens en meisjes gelijk is, moet dan natuur lijk een ander vak voor de meisjes vervallen. Gewoonlijk is dit lot aan het vak Teekenen beschoren, zoo dat de meisjes geene teekenles krijgen, wat in strijd met de wet is, die voor schrijft, dat in alle vakken van a—i voldoend lager onderwijs moet worden gegeven. De jongens van ééne klas teekenen dus, terwijl de meisjes dier klas in dienzelfden tijd in de handwerken on derwezen worden. Daar er voor elke klas maar 1 onderwijskracht is, en op deze manier 2 krachten in ééne klas te gelyk werkzaam zouden zijn, zoodat er 1 onderwijskracht to kort zou komen, worden er voor dit on derwijs gewoonlijk 2 klassen meisjes en 2 klassen jongens gecombineerd. Afgezien nog van de vraag, of ge lijktijdig onderwijs aan 2 niet in ont wikkeling gelijk staande klassen (voor parallelklassen vervalt dit bezwaar) wel aanbeveling verdient, is het aan- i tal kinderen, voor kostelooze scholen dikwijls 50, dat onder die teeken- en bandwerkles aan één onderwijzer of onderwijzeres wordt toevertrouwd, zóó groot, dat de resultaten dikwijls niet opwegen tegen de moeite, die aan dit onderwijs besteed wordt. Ook wordt er nog onderwijs in de handwerken gegeven op de avond school, maar omdat elk der onderwij zeressen een zelfde aantal uren aan die avondschool les moet geven, en de leerlingen in éen winter-half jaar dus door alle banden gaan, kan het niet anders, of ook hiervan moet bet resultaat onvoldoende wezen. Spr. ging nu na, boe het handwerkonder wijs geregeld was in andere steden van ons land. Achtereenvolgens be sprak hij de regeling te Zwolle, Ara- sterdam, 's Gravenhage, Rotterdam, Utrecht, Sneelc, Arnhem en Groningen. In sommige dezer plaatsen voor alle scholen, in andere voor eenige scho len wordt het handwerkondenvys bui ten de gewone schooluren gegeven door vakonderwijzeressen, die daar voor een aparte bezoldiging genieten. Resumeerende kwam spreker tot de volgende 6 stellingen 1. dat betrekkelijk weinig meisjes bij het verlaten der school voldoende vorderingen in 't onderwijs in de Vrou welijke Handwerken hebben gemaakt, omdat in 't bijzonder de meisjes de school te vroeg verlaten 2. dat er op de gemengde lagere school, waar alle vakken van a tot i voldoende aan de jongens en meisjes moeten worden onderwezen, geen vol doend aantal uren voor het onderwijs in de Nuttige Handwerken kan wor den gevonden onder de gewone school uren 3. dat 't niet goed is, dat op de avondschool voor Nuttige Handwerken meermalen in 't winterseizoen van per soneel wordt verwisseld; -1. dat de meisjes de school langer zullen bezoeken, als er meer aan 't onderwijs in de handwerken wordt gedaan 5. dat 't ook in 't belang is van 't onderwijs, dat de onderwijzeressen voor 't onderwijs in de nattige hand werken, voor zoover 't wordt gegeven buiten de gewone schooluren, afzon derlijk worden beloond 6. dat eene inrichting als te Zwolle, Deventer en andere plaatsen, waar van gemeentewege onderwijs in vak Jc wordt gegeven aan meisjes, die 't bewys kunnen overleggen, dat, ze de gewone lagere school hebben doorloo- pen, ook voor Haarlem zeer gewenscht zou zijnle om bet rechtstreeksch voordeel voor de meisjes uit dat onder wijs voortvloeiende, 2e omdat 't te verwachten is, dat daardoor de lagere school door de meisjes meer geregeld en tot het einde toe zal worden'be zocht. Een voorstel in den Gemeenteraad tot vereeniging der scholen voor op leiding tot het middelbaar en hooger onderwijs kan, naar wij vernemen, dezor dagen in den Raad worden tegemoet gezien. Zijn wij wél ingelicht, dan is het denkbeeld thans een weinig anders, dan we in ons vorig bericht mede deelden. De meisjesschool (van Mej. Klomp) zou in tweeëu gesplitst wor- den en voor de helft gevoegd bij de jongensscholen, onder de beeren Hubregtse en Brouwer. Het aldus! vrijkomende schoolgebouw (van Mej. Klomp) zou dan worden vergroot en beschikbaar gesteld voor de school van den heer Brouwer, waardoor de voor den wethouder van onderwijs zeer lastige splitsing in schoolwyken zou komen te vervallen. Sociëteit Vereeniging. De algemeene ledenvergadering van de Sociëteit Vereeniging die de vorige week wegens onvoltalligheid moest worden verdaagd, kon Dinsdagavond 30 November om dezelfde reden we derom niet plaats hebben. Kwartier over achten werd de bijeenkomst ge opend, de namen der aanwezigen ge teld en vyf minuten later door den voorzitter, den heer Dr. H. A. J. Valkema Blouw, weder gesloten. In- tusschen was op zijn voorstel door de vergadering hulde gebracht aan de Commissie van wetsherziening, be staande uit do heeren Mr. H. Ph. de Kanter, Mr. A. J. van Tbiel, H. T. Peltenburg en P. D. Graaff voor den verrichten arbeid. Het eigenaardige van den toestand is, dat het reglement voorschrijvende, dat minstens een vierde deel der ge wone leden ter algemeene vergade ring opgekomen zy, om besluiten te kunnen nemen, niet voorziet in de mogelijkheid, dat waar den eersten keer de vergadering niet voltallig was, dit ook den tweeden keer het geval kon wezen. In de meeste andere ver- eenigingen is bepaald, dat bij de tweede bijeenkomst de aanwezigen (welk hun aantal ook wezen mag) in staat zyn, besluiten te nemen. Naar wy vernemen is het Bestuur der Sociëteit niet voornemens, op eigen initiatief voor de derde maal de leden ter algemeene vergadering op te roe pen. Immers bestaat er geen reden om aan te nemen, dat alsdan het ver- eischte aantal leden zal opkomen. De reden van dezen min aangena- men toestand is wel deze, dat inder tijd ter kwader ure is voorgesteld en aangenomen, om de boete ai te schaf fen, die geheven werd van de leden, welke niet ter algemeene vergadering verschenen. Alleen de algemeene ver gadering zelve kan die bepaling weer invoeren en zooals blijkt, is op 't oogenblik geen algemeene vergade ring byeen te krygen! Bij vonnis van de Arr. Rechtbank alhier dd. 30 November jl. is geho mologeerd het aceoord van 33% i het faillissement van Willem Cornelis Pous, firma W. C. Pous Co., bloem' hollenhandelaar te Haarlem. BINNENLAND. Parlementaire Praatjes. De algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting, de eerste serieuse ontmoeting van Kamer en Kabinet, zijn aangevangen met een aantal lij vige speccbjes. De hoer de Boer, zich gedragend naar de wenschen van den Voorzitter, om alleen het politiek (en financieel) beleid der Reg. te bespreken, wilde geen nabetrachting over de verkie zingen houder. Alle partijen hadden daarbij fouten begaan en zoo de Kamer er anders uitzag, misschien trouwer beeld gaf van het volk in al zyn schakeeringen, de vraag bleef of op sociaal gebied alles kon verricht wor den wat noodigwas. Spr. waarschuwde tegen overdreven verwachtingen, ook omdat de leuze der verkiezingencle- ricaal of auti-clcricaal, de vraag wat rijp was voor afdoening op sociaal gebied op den achtergrond had ge drongen. Toch hadden de verkiezingen dit uitgewerkt, dat de idéé van Staats bemoeiing veld wonde vraag was thans niet meer óf, maar wat de Staat voor sociale wetgeving doen moest. Daarom was bet noodig, dat men hier wist voor welke beginselen men strijd voerde, te meer nu de socialisten in de Kamer vertegenwoordigd zyn. Spr. zeide dien afgevaardigden zijn steun toe, als het kon, met bestrijding noch tans der socialistische tbeoriön. Hy wilde niet, gelyk socialisten en pro- tectionisten, (ie zorg voor het individu bij den Staat brengen. IIy wilde so ciale rechtvaardigheid betrachten en dat doen in samenwerking met deze Reg., in het algemeen belang. Een speciaal punt bepleitte dan de beer van Kempen, nl. betere hand having der Zondagswet (waarvan hy de eerbiediging te Haarlem bad ge wenscht) en wettelijke verzekering, waar mogelijk, van den Zondag als rustdag. Hy zag daarin een middel tot opheffing van sociale nooden. De heer Kerdyk, die geen politiek debat wenschte, moest evenwel spre ken omdat een nieuw tydperk en andere party formaties waren ontstaan. En in de tweede plaats wijl de niouwe Reg. weten moest, waar zy op steun kan rekenen. Namens zyn partygenooten, demo cratisch gezind, logde spr. dan de verklaring af, dat zy, met handha ving der vrijzinnige beginselen, de sociale belangen meer tot hun recht wilden doen komen, ook om den weg te banen tot algemeen stemrechtdat zy wilden medewerken tot handha ving van de vrijheid in het ruilver keer, tot vermeerdering der kennis van het volk, door onderwas van staatswege. Voorts tot maatregelen van sociale rechtvaardigheid met hand having, beslist, van het eigendoms recht. De verzuimen van den wetge ver moesten ingehaald worden. Deze beginselen waren ook die der Reg. Maar het kiesrecht? Spr. hoopte, dat de Reg., de techniek der kieswet verbeterend niet alleen, ook zou wil len komen tot het besef, dat een kiesrecbt-herzieniDg aan het einde van dit vierjarig tydperk aan de orde moest worden gesteld. Een verklaring te dezen aanzien verlangde hij niet. Erkennende, dat de samenstelling van het Kabinet, al voldeed hem die niet geheel, het gevolg was van de verkiezingen, begroette hy de Reg. en de door haar aangekondigde sociale hervormingen met uitgestoken hand en met een betuigiug van vertrouwen. Onder éen voorwaarde, nl. dat, wilde dc Reg. dit vertrouwen behouden, zy komen moest met flinke, niet met halve maatregelen. De derde spreker was de Lim- burgsc.he heer Truyen, wiens gemoede lijk spreken aan dat van wijlen Clercx en een weinig ook aan Hattmanns her innert. Hy wees op de ontzettende styging der uitgaven, in 30 jaar met 110 procent. Waar moest dat heen? Vroeger jaren vermeerderde met de opbrengst der belastingen ook de wel vaart. Nu was er achteruitgang en uit de belastingen niets meer te halen. Toch wilde ook sprekers party sociale hervormingen. Zuinigheid in de Staatsuitgaven, hoe gewenscht ook, mocht niet weerhouden van recht- FEUILLETON. J(Bewerkt naar het Evgelscli.) HOOFDSTUK XXXUI. Wij vertrekken naar Orkoutsk. minister trok bedaard zyn handschoenen weder wisselde eenige woorden met Rudersdorf en zeide p tot my: orgen zal ik uw verlangen inwilligen." t een lichte buiging verliet hy het vertrek. Zoodra e deur achter zich toegetrokken had, begon Ru- orf bet bevel van den minister te lezen; terwijl de secretaris over zijn schouder keek en tot zich eide rkoutsk 1" I begreep de beteekenis van dit woord niet, maar leef my voortdurend in de gedachten, daar het op ^ee agenten een bijzonderen indruk scheen te ma- Toen de cipier binnentrad om my weg te leiden, i zy my goeden dag op een toon, waar duidelijk een zweem van spijt in doorklonk, alsof zij voor altijd afscheid van me namen. Men bracht mij weder naar mijn cel terug, waarna de deur achter my werd toegeslagen. Ik zag naar de kale, witte muren, het getraliede venster, dat het dag licht ternauwernood doorliet en vroeg mezelf af, waar nu de geriefelijke veranderingen waren aau- gebracht, waarvan de minister gesproken had. 's Avonds bracht de cipier mij eenige serge kleeding- stukken en een mantel met schapenwol gevoerd. Hy zeide, dat ik ze voor de reis moest aantrekken en den volgenden morgen, wanneer hy my riep, dadelijk moest opstaan. Wy zouden dus niet te Petersburg blijven. De minis ter had slechts van een voorloopige gevangenschap ge sproken waar werden wy nu gebracht Hij bad my gezegd, dat ik Gordon zou wederzien, maar zou dit zyn om hem vaarwel te zeggen De dag was nog niet aangebroken, toen de cipier myn cel binnentrad, een kaars op de plank zette, die als tafel dienst deed en my beval binnen tien minuten gereed te zyn. Ik trok de kleederen aan, die my vol strekt niet pasten, en zag er in dien ruimen mantel, waarvan de kap alleen myn oogen en neus vrijliet, meer als een ijsbeer dan als een menschelyk wezen uit. Groote gevoerde schoenen en dito handschoenen voltooiden myn vreemde kleeding. Myn bewaker bracht mij daarop een kop kokende thee,wat gedroogde visch en brood.Terwyl ik at, maakte by van myn kleederen, die ik uitgetrokken had, een pakje, opdat ik ze gemakkelijk zou kunnen medenemen. Men bracht mij naar een binnenplaats, waar ik tot myn groote vreugde ook Gordon vond, die een derge lijke kleeding als ik aanbad, waaruit ik opmaakte, dat hy ook op reis ging. Hy was even verheugd als ik by het wederzien, en greep myn beide handen, waarna wy eenige oogenblikken elkaar zwijgend vasthielden, te ge lukkig om een woord te kunnen uiten. „Gaat gij mede?" riepen wy eindelijk tegelijker tijd uit. „Ja," zeide George, maar ik weet niet waar de reis naar toe gaat." „Naar Orkoutsk." „Orkoutsk Een dwaze naamEnfin, dat (loet er ook niet toe. Wij zullen hier spoedig terugkomen. Ik heb myn meening eens aan den minister gezegd en hem met de „Times" en ander schandaalmaken bedreigd." Op dat oogenblik word er een slede voorgebracht, want de sneeuw lag al eenige duimen dik. Zy werd ge trokken door drie paarden, welke alle voorzien waren van een belletje, dat aan den boog hing, die boven het zadel was aangebracht; de slede scheen wel als post wagen dienst te doen, want zij was beladen met pak ketten en brieven. De koetsier plaatste deze zoo, dat ze een soort van bok vormden en reikte ons twee groote kussens aan. Toen wy gereed waren om te vertrekken, kwamen er twee kozakken te paard aanrijden. „Onze lijfwacht!" zeide Gordon. „Heb ik u niet ge zegd, dat wjj als vorstelijke personen behandeld zou den worden? Wacht even, totdat ik myn pijp heb aangestoken en dan verzeker ik u, is mijn genoegen olmaakt." Het was waarlijk komisch om de gezichten van de j kozakken te zien. Waarschijnlijk hadden zy nog I nooit een gevangene naar Orkoutsk gebracht, die den gelieelen tocht als een plezierreisje beschouwde. „Vijf uur!" zeide George op zyn horloge ziende, toen wy de poort der vesting, die door een lautaarn verlicht werd, uitreden. „Zy hebben my alles laten be houden, ofschoon men al myn zakken heeft doorgesnuf feld, om zich te verzekeren, dat ik geen compromit- teerende papieren by my had. Dit bewyst, dat onze gevangenschap slechts een formaliteit is. Ik gevoel my ook volstrekt niet als een gevangene, zusje." Toen we de kozakken, die een weinig achterbleven, niet meer konden zien, kreeg ik werkelijk een gevoel, alsof de ijzeren hand der Russische politie niet meer op ons rustte. Mijn moedeloosheid verminderde en ik kwelde my niet langer mot sombere gedachten, toen ik de vroolyke uitdrukking op het gelaat van Gordon waarnam. De lucht was helder en als met sterren bezaaid, maar de koude deed zich geducht voelen; de paarden draafden lustig over de hard bevroren sneeuw, terwijl het geklin gel der belletjes de eentonige stilte verbrak. Wy hielden alleen stil als er van paarden gewisseld moest worden. In het posthuis vonden wy een heerlijke gelegenheid om uit te rusten, en toen wy vertrokken, waren wy verfrisebt en welgemoed om den tocht weder te aan vaarden. „Een alleraardigst reisje," zeide Gordon in zyn hoekje kruipend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 1