valsche leuzen gevoerd, gaven geen
houvast. In dien strijd stonden de
Ministers vaak tegenover elkaar. Wie
had nu toegegeven, gezwenkt naar
links of naar rechts? Het land be
hoorde dit te weten.
De sociale hervormingen. Men kon
die tot stand brengen naar de leer
der oudere oeconomische school of naai'
éien der nieuwere. Waren te dezen
aanzien de Ministers van hetzelfde
gevoelen
Met welke snelheid, in welken koers
vaart de Reg.? Onder welke vlag en
met welken wimpel
De premier heeft heel wat te be
antwoorden. O"- Jr-
Dit de „Staats-Courant".
Kon. besluiten.
Benoemd tot notaris binnen het
arrondissement Rotterdam, ter stand
plaats de gemeente Rotterdam, mr. P.
J. van Wijngaarden, candidaat-uota-
ris aldaar.
Aan den officier van gezondheid
der lste klasse J. Kwast, met 1G Ja
nuari 1898, op zijn verzook, eervol
ontslag verleend uit den zeedienst.
Een pensioen van f 441 verleend
aan G. M. van der Kley. laatstelijk
kommies lste klasse bij 's Rijks be
lastingen.
Belast met de waarneming van de
betrekking van Rijksadvocaat in Zee
land mr. M. J. de Witt Hamer, ad
vocaat en procureur te Middelburg.
Aan den luitenant-kolonel T. W.
J. Buys, van het reg. grenadiers en
jagers." vergunning verleend tot het
aannemen en het dragen derordetee-
kenen van ridder 2de klasse der Prui
sische Kroonorde, hem door den ko-
niüg van Pruisen geschonken.
In z\jnen rang overgeplaatst by het
wapen der infanterie van het leger in
Ned.-Indië de tweede-luitenant A. E.
H. Constant, van het 6de reg. infan
terie.
Kroningsfeesten.
Zooals wij reeds mededeelden, heeft
het bestuur van den Nederlandschen
Journalistenkring naast liet comité
tot voorbereiding van de ontvangst
der buitenlandscbe journalisten Dij
gelegenheid der inhuldigingsfeesten
van H.M. de Koningin in het vol
gende jaar een tweede comité, be
staande uit de heeren dr. P. J. F.
Vermeulen, lid van de Tweede Ka
mer en directeur van De Tijdeer
sten voorzitter; P. J. Appel, redac
teur van Het Nieuws van den Dag
tweeden voorzitter; mr. G. Keller jr.
hoofdredacteur van Hei Nieuwsblad
voor Nederland, secretaris, en J. H.
Geerke, journalist, penningmeester,
samengesteld. Dit heeft in opdracht
de voorbereiding der ontvangst van
de binnenlandsche journalisten.
Onder goedkeuring van het bestuur
heeft dit comité, in verbaud met de
vele werkzaamheden, welke het te
wachten staan, de volgende heeren
uitgenoodigd als leden te willen toe
treden: W. F. Andriessen, redacteur
van De TelegraafM. E. Belinfante
directeur van het Ne< erlandsch Cor-
responderdiebureau van Dagbl aden
te 'sGravenhage; Fokko Bos, redac
teur van de Amsterdatnsche Courant
E. W. de JoDg, redacteur-verslagge
ver van het HandelsbladJ. Timmer
correspondent van Het Vaderland,
en andere provinciale bladenJ. Ver-
wjjck, redacteur van De Standaard
en M. Vierhout, correspondent van
de Nieuwe Rotterdamsche Courant.
Met het oog op een mogelijk be
zoek der buitenlandsche journalisten
aan de residentie, heeft de Haagsche
afdeeling van den Nederlandschen
Journalistenkring, ouder goedkeuring
van het bestuur, de heeren J. Door
man, hoofdredacteur van de Haag
sche CourantP. A. Haaxman. re
dacteur van het Dagblad van Zuid-
Holland en sGravenhageM. van
Kaalte,. redacteur-verslaggever van
Het VaderlandA. C. A. van Vuu-
ren, redacteur van De Residentiebode
M. Ié. Belinfante, directeur van het
Ned.Correspondentiebureau van Dag
bladenA. G. Biemoud, redacteur
van De Avondpost, uitgenoodigd een
comité van ontvangst te vormen.
"Begrafenis A. C. Wertlieim.
Zooals gemeld is heeft de begra
fenis morgen. Vrjjdag, op O ver veen
plaats. Te 9 uur verlaat de stoet het
sterfhuis om langs den Haarlemmer
weg te ongeveer 12 uur te Overveen
aan te komen.
Zij, die uit Amsterdam de begra
fenis wenschen by te wonen zyn daar
toe in de gelegenheid door een extra-
trein, die Vrüdagmorgen te 11 nar 10
min. van het Centraal Station vertrekt
r.aar Overveen. Aankomst aldaar te
11 uur 40 min. Naar Amsterdam terng
te 2 uur, aankomst aldaar te 2 uur
27 min. Alle uren zijn in stadstyd
opgegeven.
Schipbreuk.
Maandag werd de bomschuit Sche-
veningen No. 97, schipper Mink de
Ruyter, reederes wed. v. d. Toorn,
aangevaren door een Belgische visch-
kotter, waardoor de netten werden
afgehakt. Kort daarna werd dezelfde
scnuit aangevaren door een groot schip,
waardoor een zwaar lek ontstond.
Allen sprongen op het schip over,
uitgezonderd een jongen van 16 jaar,
Arend den Duik, van Scheveningen,
welke van Maandag tot Woensdag
morgen heeft moeten pompen om de
schuit (welke ten prooi der golven
was overgegeven) boven water te
houden. Ongeveer 9 uur Woensdag
morgen is dezelve tusschen Foord-
wyk a. Zee en Zandvoort aan het
strand gedreven. Bewoners van Noord-
wy k a. Zee waren spoedig ter plaatse.
Willem van Ryn, Klaas v. d. Meulen
en M. Klinkenberg hebben den jongen
met eigen levensgevaar van de schuit
afgehaald. Voorfoopig is hy opgeno
men in het Badhotel van den heer
W. H. Konijnenburg, waar hy lief
derijk wordt verpleegd.
De jongen, hoewel vermoeid, was
toch goed in orde en welbespraakt.
Een vondst.
Te Oldenzaal werden bij bet graven
der fundament-sleuven voor de te
bouwen schoollokalen der zusters
Franciscanessen aldaar, in een doosje
geborgen gevonden 36 gouden mun
ten, alle goed geconserveerd, enkele
ter grootte van bijna een rijksdaalder
en ter dikte van een dubbeltje, naar
men meent afkomstig uit de 13e eeuw.
De stukken werden gevonden op een
diepte van bijna 2 M., neergelegd on
der een grooten steen.
Onweer.
\V oensdagmorgen sloeg de bliksem
in een stal te Oostzaan en doodde
drie koeien. Brand werd niet veroor
zaakt.
Sport en Wedstrijd en.
Wedstrijd in het Zaal- en
Figuur-rijden.
Het bestuur van den Algemeenen
Nederlandschen Wielrijdersbond heeft
besloten 3 nationale wedstrijden te
organiseeren in het Zaal- of Figuur-
rijden. De eerste zal hoogst waar
schijnlijk gehouden worden in de
maand Januari te Groningen, de
tweede in de maand Februari in een
der voornaamste steden van Noord-
Brabant, terwijl de derde wedstrijd,
waaraan verbonden is de titel van
Kampioen, in Noord- of Zuid-Holland
verreden zal worden.
Tijdig zullen de steden waar de
wedstryden zullen worden gehouden
in De Kampioen worden vermeld.
Voor de beide eerste wedstryden
worden beschikbaar gesteld als eerste,
tweede en derde prijs een verguld
zilveren, zilveren en bronzen club-
medaille, terwijl om de clubs eenigs-
zins tegemoet te komen in de te ma
ken onkosten, den winnenden veree-
nigingen respectievelijk zullen wor
den uitgekeerd sommen van f 75, f 45
en f 30.
Voor het kampioenschap worden
een gouden, zilveren en bronzen club-
medaille uitgeloofd, benevens f 100,
f60 en f40.
In elk der wedstrijden ontvaDgen
de rijders der ploeg die den eersten
prys wint, ieder een zilveren me
daille.
By de inschrijvingen moet gevoegd
worden een bedrag van 125, dat
teruggegeven wordt, wanneer dever-
eeniging is uitgekomen, doch dat
onherroepelijk vervalt wanneer de
club niet uitkomt.
De wedstryden gaan slechts door
wanneer resp. op 15 Dec., 15 Jan.
en 15 Febr. drie inschrijvingen voor
den wedstrijd in de daarop volgende
maand by den len secretaris van den
Bond zyn ingekomen. De eerste prys
der twee eerste wedstijden wordt
niet uitgekeerd dan nadat de club in
het kampioenschap is uitgekomen.
Het bestuur vertrouwt dat groote
deelneming gevonden zal worden en
daardoor zjjn pogingen om het figuur-
ryden meer en meer te beoefenen met
goed gevolg bekroond zullen worden.
Cricket.
Stoddart's elftal heeft te Brisbane
gespeeld tegen een elftal uit Queens
land en New-South-Wales. Het spel
duurde twee dagen en bleef onbeslist.
De Engelschen gingen eerst aan bat
en haalden 636 (Maclaren 181, Druce
126), de Australiërs (Gregory, Iredale,
Joues enz.) 31G voor 8 wickets.
RECHTSZAKEN.
De dubbele moord te
Rotterdam.
In de zaak van G. C. F. Muller, in
voorloopige hechtenis wegens moord
op M. M. E. Haunemann en hun kind
M. E. M. Muller, in hunne woning
in de Schooterboschstraat te Rotter
dam op den avond van 28 September
j.l., heeft de rechtbank Woensdag
Muller buiten vervolging gesteld, maar
zjjue plaatsing in een krankzinnigen
gesticht bevolen.
Aan deze beslissing der rechtbank
was voorafgegaan een gerechtelyk-
geneeskundig onderzoek naar den gees
testoestand van den beklaagde door
de daartoe benoemde deskundigen dr.
S. J. Halbertsma en F. H. Schreve,
artsen aldaar. Deze deskundigen heb
ben de resultaten van hun onderzoek
nedergelegd in een hoogst belangrijk
rapport, te omvangrijk om in zyn ge
heel door ons te worden medegedeeld,
maar waaraan wy het volgende ont-
leenen.
Genoemde deskundigen hebben niet
alleen beklaagde zeer vele malen per
soonlijk bezocht, maar zich ook in
verbinding gesteld met personen, die
beklaagde, diens vrouw en kind van
nabij hebben gekend, met de autori
teiten der gestichten in Eogeland,
waar beklaagde is verpleegd en met
éen van zyn bloedverwanten.
Van do aldus verzamelde gegevens
geven deskundigen een gedetailleerd
overzicht. Daaruit blijkt volgens hen
overtuigend, dat Muller sedert eene
reeks van jaren onderhevig is geweest
aan toevallendat hy gedurende zyn
verblijf in Engeland geleden heeft aan
krankzinnigheid, en dat de moord op
de vrouw en het kind is geschied in
een aanval van waanzin.
Terwijl Miiller zich van dezen dood
slag zelf niets herinnert en veel van
hetgeen kort vóór of na den moord
is geschied hem slechts flauw voor den
geest staat, is het toch gelukt vele
zaken, die hem schijnbaar waren ont
gaan, in zijn geheugen terug te roepen,
zoodat men zich toch eeuige voorstel
ling van den loop der dingen heeft
kunnen maken. Die voorstelling is dan
als volgt:
Gedurende de laatste weken voor
den moord was Miiller abnormaal.
Zyne uitingen en handelwijzen getuig
den van eene buitengewone prikkel
baarheid. In zyn werk was de zeer
bekwame en geregelde werkman, in
tegenoverstelling van gewoonlijk, slor
dig en onnauwkeurig. Hoogstwaar
schijnlijk heeft M. niet lang voor den
moord een toeval gehad.
Den dag van den inoord, 28 Sep
tember, voelde bij zich in den vroegen
ochtend ziek. Eerst had hij plan wat
later naar zyn werk te gaan. maar ten
slotte had hy in 't geheel geen lust.
In den middag heeft hy met Mar-
garetha Hannemann gegeten. Daarna
heeft hy haar en hun beider kind een
eind weegs gebracht naar een vriend,
den heer N., die jarig was. Muller
ging naar huis terug, omdat by zich
niet lekker voelde.
Thuis zynde ging by eerst naar bed
en kocht later van éen voorbijgaanden
koopman mosselen, die bij is gaan
schoonmaken. Ook heeft hy nog brood
aangenomen. Eindelijk ging by uit,
kocht sigaren en ging naar zyn vriend
N. om zijn vrouw en kind te halen.
Daar vernam by dat zy juist ver
trokken was. Hy ging haar achterna
en haalde haar in, waarop zij samen
een glas bier giDgen drinken in een
café in de Zomerhofstraat. Hy was
niet boos op zyne vrouw, met wie hij
zeer gelukkig leefde.
Thuis gekomen heeft hy zyne vrouw
nog gekust, waarop deze „Liebling"
tegen hem zeidc. Daarna heeft zij hem
nog toegevoegd„Machst duStüllen
(boterhammen) dann ziehe ich die
Kleine aus."
Even later moet de dubbele moord
hebben plaats gehad. Maar Miiller
herinnert er zich niets van. Het ismet de dagboot zyn gearriveerd, zyn
volgens hem alsof er eene plank voor over Chatham dooj^rezonden.
staat.
Hy stond volgens z\jne mededeeling
aan den gootsteen in de keuken en
had een oor in zyn hand, dat hij blijk
baar afwaschte, toen hy weereenigs-
zins tot bewustzijn kwam door een
vreemd rochelend geluid,dat hy hoorde.
Hij ging (meent hy zich te herinneren)
daarop naar de voorkamer, waar hy
zyne vrouw op zyde zag liggen en
daarnaast een grooten plas bloed. La
ter zag hy ook het kind, dat hij opnam
en in den wagen legde. Hij begreep
toen wel, dat n ij dien moord had be
gaan, dat kon niet anders. Maar toch
had hy een gevoel van verlichting,
dat het was afgeloopon, daar hy, zoo
als hij zich uitdrukte, het anders toch
op een anderen dag had moeten doen.
Hij meende nl. dat, hy don moord had
verricht op bevel van een professor
in de electro-techniek, die hem hypno
tiseerde. Als die hem op het hoofd
tikte moest hy gehoorzamen. Later
betwijfelde hy dat weer, maar wist
geen enkelen grond voor den moord
op te geven. Wel weet hy, dat hij na
den moord een sigaar heeft opgestoken
en voor het raam is gaan zitten. Ook
weet by dat toen hy zoo'u trek in
mosselen kreeg, die, zooals hy wel
begreep, zyne vrouw nu zy dood
was niet meer zou kunnen koken
Daarom ging hy de deur uit. (Dat
hy de lamp heeft laten branden her
innert by zich niet, wel dat by anders
altyd het licht uitdeed). In een bier
huis in de Kipstraat at hy daarop
een portie mosselen en dronk daarbij
een glas bier. Daarop kocht hy in een
winkel aan de Botersloot sigaren en
zag, toen by zyn jas openmaakte om
zijn portemonnaie voor den dag te
halen, het oor van zyne vrouw in een
taschje, dat hy omgehangen had en
dat open was gegaan. Toen wilde hy
naar het Ziekenhuis gaan om voor de
lijken te zorgen, maar een oogenblik
later bedacht by, dat het voor het
Ziekenhuis misschien te laat zou zyn.
Daarop zocht hy naar een politie
agent. Waar hy dien agent heeft aan
gesproken en wat hy toen gezegd heeft
weet hy zoo precies niet meer. Wat
er verder is geschied werd vroeger
in ons blad vermeld.
Gedurende zyn verblijf io de cellu
laire gevangenis had hy tweemaal een
toeval en leed hy herhaaldelijk aan
zinsbegoochelingen (hallucinaties).
Aan de door hen verzamelde fei
ten hebben deskundigen uitvoerige,
belangwekkende critische beschou
wingen vastgeknoopt, die hen hebben
geleid tot de volgende conclusiën
I. Gustav Miiller lydt aan epilep
tische neurose en hare gevolgen.
II. De psychomotorische ontlading
der hersenen, als symptoom der epi
leptische neurose, treedt by beklaagde
niet alleen op onder den vorm van
krampaanvallen, maar ook in dien van
impulsieve handelingen (epileptisch
aequivalent).
III. "Voor en vooral na deze ontla
dingen komt een staat van krankzin
nigheid voor, waarin hallucinaties van
verschillenden aard sterk op den voor
grond treden en welke de gemoeds
stemming en voorstellingen van be
klaagde volkomen beheerschen.
IV. De moord op vrouw en kind
is geschied tijdens eene psychomo
torische ontlading.
V. Wij achten beklaagde volkomen
ontoerekenbaar voor de hem ten laste
gelegde feiten en wij houden het voor
dringend noodzakelijk, dat Gustav
Miiller. als hoogst gevaarlijk voor de
maatschappij, onverwijld in een ge
sticht voor krankzinnigen worde op
genomen. N. R. Cl.
GEMENDG NIEUWS
De storm in Engeland.
De brieven, Maandagavond met de
nachtmailboot via Vlissingen uit Neder
land verzonden, zyn pas Dinsdag
namiddag vier uur hier bezorgd. E)e
boot der Zeeland, die ze Woensdagoch
tend bracht, was niet zeer laat, on
danks het noodweer, op de Noordzee
ondervonden, maar daar het haven
hoofd te Queenboro' deels wegge
slagen, deels onbruikbaar was, als
staande onder water, gelijk gansch
het eiland Sbeppy, door hetwelk de
zylyn der Chatham spoorweg-maat
schappij naar Sheerness en Queen
boro' loopt, konden de passagiers noch
De dienst van Vlissingen gaat nu
over Dover. Dinsdagavond vertrok de
eerste maal van Londen over die
haven, ook medenemend de passagiers
en brieven, die Dinsdag met de dag
boot hadden moeten gaan.
De toestand op Sheppy moet schrik
barend wezen, Sheerness is noch te
land noch te water te bereiken. Akelig
is de staat van zaken ook te Har
wich, trouwens in de meeste kust
plaatsen aan de Noordzee. De hooge
zeeën hebben op de stroomen naar
dien kant (Theems, Medway, enz.)
een buitengewoon vloedgetij de ver
oorzaakt.
Op de Theems was het water verre
boven de kaden. De verwoestingen
van den noordwester storm, die nog
niet uitgewoed schijnt te hebben, zijn
enorm geweest en hebben vele men-
schenlevens gekost.
De zaak-Dreyfus.
In de I'igaro) heeft Zola een tweede
artikel over deze zaak geschreven.
Achter de openbare meening, schrijft
hy, staan, rekenend op haar vasten
steun, de bureau's van het ministerie
van oorlog. „Ik wil van daag nieter
over spreken, omdat ik nog hoop, dat
gerechtigheid zal worden gedaan,
maar wie voelt niet dat wy hier
staan tegenover den koppigsten van
alle kwade willen Men wil niet be
kennen dat er vergissingen ik had
byna geschreven fouten zyn be
gaan. Men volhardt er in de gecom
promitteerde personen te beschermen.
Men is besloten tot alles om een ge
weldigen bezemveeg te vermyden en
dat is in werkelijkheid zoo ernstig,
dat zelfs zij die de waarheid in han:
den hebben, van wie men woedend
die waarheid eischt, nog aarzelen en
wachten met ze in het publiek uit
te schreeuwen in de hoop dat zij van
zelve zich zal manifesteeren en dat
de wetenden dus niet de smart zul
len hebben ze te zeggen. Maar éen
waarheid tenminste is, er. welke ik
door heel Frankrijk zou willen ver
spreiden, namelijk dat men bezig is
deze rechtvaardige en edelmoedige
uatie een ware misdaad te laten be
gaan. Zy is dan Frankrijk niet meer,
dat men haar misleiden kan, zóóver
haar opwinden tegen den ongeluk
kige die sedert drie jaar onder de
verschrikkelijkste omstandigheden een
misdaad boet, welke hij niet heeft be
gaan
In verband met het bovenstaande
wordt de aandacht gevestigd op de ver
basterende verzekering van de Pellieux
Dinsdag aan Scbeurer-Kestner, dat
hy zich volstrekt niet bemooid had
met de vraag of het borderel ge
schreven was door een ander dan
Dreyfus, dat ging buiten de zaak in
gewijsde; voorts op de mededeeling
als feit, dat de commissaris van poli
tie die de brieven van Esterhazy in
beslag nam by mad. De Boulancy,
getracht heeft haar af te houden van
overhandiging dier brieven en dat
by de confrontatie Dinsdag tusschen
deze dame en Esterhazy, de Pellieux,
gelyk de Aurore mededeelt, de dame
die zeer gefortuneerd is (waarmede
het beweren van een verkoop der
brieven vervalt) op de scherpste wijze
heeft hard gevallen.
Een vergissing.
Te Londen wordt een aardige mop
verteld in verband met den juweelen-
diel'stal in Piccadilly, waarvan de da
ders, overwegende dat ware verdienste
zich steeds kenmerkt door beschei
denheid, geen neiging schynen te heb
ben, hun namen bekend to maken.
Een poosje geleden ontdekte de poli
tie, dat 's Zondags-morgens na den
diefstal, die in den nacht van Zater
dag op Zondag plaats had, twee hee
ren op een paar pas afstand van het
geplunderde magazijn een rijtuig had
den genomen naar het Victoria-station.
Voor de ijverige detectives leed geen
twijfel, of deze heeren waren de schul
digen.
Aan het Victoria-station, waar men
informeerde, bleek, dat twee heeren
omstreeks den tijd, waarop het rijtuig
moest zyn gearriveerd, den trein had
den genomen om een reisje te aan
vaarden naar Ventnor op het eiland
Wight.
bekende Londenschediplomat* ro
die zich een uitspanningsreisje haddjlo]
veroorloofd
De heeren hebben nog schik
de eigenaardige vergissing der polit B
De politie lachte echter niet wa
de ware dieven zyn nog steeds zoeitt
Jn
Een vrouwelijke reclits- 4
geleerde.
De eisch van mej. Chauvin, ing e
steld voor het Hof te Parijs, om ha f
als rechtsgeleerde toe te laten tot di I
eed voor de advocaten voorgeschr ai
ven, is door dat Hof afgewezen, (el;
grond dat volgens de wet geen vro ia<
wen als advocaten kunnen word
toegelaten.
De standjes teJPraag D
zyn Dinsdag met hernieuwde woei 1
begonnen. De stadsraad had zich bi
den commissaris van politie beklaag Prt
omdat volgens zyn beweren de Dui 2
sellers veel zachtzinniger behande
worden dan do Tsjechen. De coi
rnissaris liet daarop de extra-wachti je,
inrukken. Een volksmenigte van di
zenden Tsjechen maakte daarvi
gebruik om in optocht door de stil'
te trekken en Duitsche bezittingen
vernielen. In de nieuwe Duitsche k
medie werden nog meer vensters
~3gooid, en daarna kwamen eeni]
uitsche sociëteiten en hotels en iin
zettery van het Vrager Tagblatt a l
de beurt.
Later op den avond kwam het vo
in botsing met twee compagnieën i
fanterie die voor de Duitsche kon t
die waren opgesteld. Ettelijke pers
nen werden door sabelhouwen en l
jonetsteken gekwetst.
Een detachoment werd naar Wei30
berge gezonden, om daar de synago11
en de Duitsche school te beschertne301
Dinsdagavond om elf uur was het ?e
Praag nog zeer woeligtroepen vol
trokken rond door de straten, vo
zoover die niet door soldaten wa%
afgozet. Aan het paleis van ban i
von Aehrenthal, op de RossmarL
lichtte het volk de ramen uit ub
voerde de venstergordijnen in trioi 3
moe. Aan de Duitsche protestantse!6n
pastorie en do school ernaast werd lb
de ruiten ingegooid en de venst<
spijlen stukgeslagen.
Gister Woensdag om half vijf ha
den de ongeregeldheden haar toppa 5
bereikt. In verschillende straten vt 1J(j
bryzelde de menigte de ruiten d3n
huizen, welke Duitsche namen dro o
gen en die, welke door joden bewooila*
werden. Een groote menigte manif< an
tan ten rukt op naar Werschewitz,
Vervolg Stadsnieuw1"
Uit naam van den burgemeester iel
Woensdag alle caféhouders hier t"
stede aangezegd, dat zij die tot i;d'
toe vergunning hadden tot 'snacliie£
twaalf uur hun inrichtingen open
houden, die vergunning zullen bejji
ben tot en met 31 December. Dan11,
het uit. 81
De politie-verordening zegt in de oe
dat de café's mogen geopend zyn v a;
uur 's ochtends tot 11 uur 's avoni as
Voor later openblijven is detoeste ev
ming van den burgemeester noodi
De maatregel is alleen genomen cH
café's die minder goed bekend sta
na 31 Dec. die vergunning te kuna
onthouden.
Aanbesteding.
Vanwege het Ministerie van Wati 9
staat Handel enNy verheid werd hed<
aan het gebouw van het Provineiata
bestuur alhier aanbesteed:
Ie. Het maken en inhangen v
drie paren ijzeren deuren voor
schutsluis te IJrauiden en het
nemen, herstellen., schoonmaken, vi]€
ven, teren en opbergen van drie pai [r
bestaande deuren dier sluis, deel u
makende van de uitbreiding der slu Q€
en havenwerken aldaar.
Raming f196000.
Van de 2 hiervoor ingekomen
schryvingsbiljetten was dat van |e
Kloos Zonen te Alblasserdi rr
(Kinderdijk) het laagst voor f 175.9
2e. Het driejarig onderhoud van e
werken der Rijkszeehaven „Ij;
Nieuwediep", provincie Noordhollai
gedurende de jaren 1.898, 1899
1900.
Raming f24000 per jaar.
Hiervoor kwamen 19 biljetten in
was dat van B. Boon te Helder l|a
De geheime politie was buiten zich-
zelve van vreugde. Onmiddellijk tele-
grafeerde men naar Ventnor om delaagste voor f 25000 per jaar. h1,
de mails* landen. Zij zyn pas nader-! namen der beide reizigers. Het ant-i 3e. Het boawen van een wonijc
'hand met. een stoomboot naar Gra-1 woord kwam spoedig en wat bleek voor den havenmeester dervissche
vesend vervoerd. Die Maandagavond nu De heeren ^varen twee der meest haven te IJmniden door het vij€
rookwolken gehuld was, stonden twee opzichters hun
geweren te laden.
„Wij moeten achter ze om sluipen en van den rook
profiteereü," zeide Gordon.
Wy deden eenige stappen voorwaarts. Eén oogenblik
vau angst; toen stortte plotseling met donderend geraas
een der daken in, waardoor er een waar vuurwerk ont
stond, dat de aandacht der bewakers trok, en van dat
oogenblik maakten wy gebruik ons in de rook te begeven.
Maar men had ons bemerkt. Iemand riep ons terug, er viel
een schot, maar door de rook konien zy even weinig
als wy onderscheiden.
„De deur is nog een eindje verder, wy zyn haar niet
voorbijgegaan," zeide Gordon tot my.
Wij spoedden ons al tastende langs de palissade
voort, telkens tegen de lijken aanstootend van hen, die
in de foule vertrapt waren.
Eindelijk bereikten wy de opening. Bedwelmd door
den rook zou ik zeker gevallen zyn. indien Gordon, die
op dat oogenblik niet durfde spreken, my niet by den
arm opgehouden en met zich voortgetrokken had. Bijna
onbewust liep ik mede, totdat ik door de frissche lucht
weder tot my zelf kwam.
Voor ons zagen wy nu de vlakte, die tot aan den
rand van het bosch door de vlammen rood gekleurd
Maar nu wy aan den dood door verstikking untsnapt
waren, werd ons leven op een andere wyze bedreigd.
Kon oogenblik stonden wy stil om nieuwe krachten te
verzameleB. Wy drukten elkaar in stomme dankbaar
heid de band, want spreken konden wy nog niet, toen
we plotseling door een ruwe stem werden opgeschrikt.
Ons omkeerend, bemerkten wij de silhoueten van lange,
militaire mantels, die duidelijk tegcu den rooden achter
grond afstaken.
Zij moesten ons gezien hebbeneen schot weerklonk
en Gordon viel. Denkende dat hy gewond was, wierp ik
my naast hem op den grond en uitte een kreet van
angst, waarop weder een schot volgde. De kogel vloog
over ons heen.
„Ga liggen, in 's Hemels uaarn zeide Gordon, mjj
dwingende te blijven liggen. Ik mankeer niets. Zy
zullen nu niet meer naar ons omzien."
Toch keek ik even op on zag met schrik, hoe de
mannen hun geweren opnieuw laadden. Wy wachtten
het oogenblik af, dat een nieuwe instorting van de ge
bouwen het vuur, dat de vlakte zoo helder verlichtte,
een weinig zou uitdooven.
„Nu is het oogenblik gekomenzeide Gordon op
springende. „Ik kan die kerels niet meer onderscheiden,
derhalve zien ze ons ook niet meer. Twee minuten nog
en wy zullen buiten hun bereik zyn."
Hand aan hand sneldeo wy over de hard bevroren
sneeuw voort.
„Kunt ge nog vorder?" vroeg George.
„Ja zoo ver ge wilt."
Maar onze haast was totaal overbodig. De vlammen
w,erpen slechts een rosachtig scbynscl op de palissade
en de sneeuw, maar verlichtten den omtrek niet genoeg,
om onze ontsnapping aau onze vervolgers te verraden.
W| stapten na goed door en bereikten eindelyk den
rand van .het bosch. Toen keerden wy obs om, be
schouwden den afgebranden kameras en wenschten elkaar
geluk met onze ontsnapping. Door de plotselinge ge
lukkige wending in ons lot geloofdo ik werkelijk, dat
nu allo ellende geleden was.
HOOFDSTUK XXXV.
Wij ontmoetten den man met den rooden baard.
De daisternis dwong ons aau den ingang van het
bosch te blyven. Wanneer wy verder doordrongen, zou
den wy waarschijnlijk al tastende van den eenen naar
den anderen boom moeten loopen en zoodoende misschien
in een kringetje ronddraaien. Het scbynsel van de nog
brandende perceelen duidde ons tenminste den weg aan,
en de sterren verspreidden voldoende licht om ons tot
gids te verstrekken.
Overigens moesten wy maar op goed geluk verder
gaan, want we wisten niets van de streek, waar wy
ons bevonden, af, zelfs de naam was ons onbekend.
Het bosch moest van zeer grooten omvang zjjn, dat
wisten wy, want reeds drie dagen reizens hadden onze
oogen niets dan hooge pynboomen gezien.
Het was geen aangename tocht, maar toch voelden
wg ons gelukkig. Wy waren vry en de hoop, om aan
een verschrikkelijke gevangenschap te ontsnappen, gaf
ons kracht en moed om alles te dragen. Maar toch, toen
de dag aanbrak, zager, wy angstig om ons heen. om
zien of wy niet door den oen of anderen kozak vii
volgd werden. Maar geen enkele voetstap was op
sneeuwvlakte te bespeurenzelfs geen spoor van
woning of een levend wezen was er in den geheel
omtrek te zien.
„Dat is vreemdzeide Gordon verwonderd, na irf
eens te hebben rondgekeken of er geen voetstappen
de sneeuw stonden afgedrukt. „Niemand schynt b
geloopen te hebben. En toch heb ik gisteren op r\
biljet, dat tegen den muur hing, gelezen, dat er zi®3
meer dan zeshonderd veroordeelden in de „kamer3
bevonden. Ecnigeu zullen toch wel dezelfde route hebl^'
genomen als wij. Zij hadden maar de keuze tusscl
twee richtingen."
Het bleef my ook een raadsel, maar ik was blij g<
van de veroordeelden, die my voor 't meerendeel do
trapte schurken toeschenen, te ontmoeten.
Er bevonden zich onder hen maar zeer weinig
litieke misdadigers. Uit bet feit, dat er nergens
ouze nabijheid sporen van voetstappen in de snee
stonden afgedrnbt, maakte ik op, dat de kozakken d.
vervolging ook in de tegenovergestelde richting zouij
voortzetten en wij dus meor kans hadden om te
3nappen.
Wordt vervolgd.)