valsche leuzen gevoerd, gaven geen houvast. In dien strijd stonden de Ministers vaak tegenover elkaar. Wie had nu toegegeven, gezwenkt naar links of naar rechts? Het land be hoorde dit te weten. De sociale hervormingen. Men kon die tot stand brengen naar de leer der oudere oeconomische school of naai' éien der nieuwere. Waren te dezen aanzien de Ministers van hetzelfde gevoelen Met welke snelheid, in welken koers vaart de Reg.? Onder welke vlag en met welken wimpel De premier heeft heel wat te be antwoorden. O"- Jr- Dit de „Staats-Courant". Kon. besluiten. Benoemd tot notaris binnen het arrondissement Rotterdam, ter stand plaats de gemeente Rotterdam, mr. P. J. van Wijngaarden, candidaat-uota- ris aldaar. Aan den officier van gezondheid der lste klasse J. Kwast, met 1G Ja nuari 1898, op zijn verzook, eervol ontslag verleend uit den zeedienst. Een pensioen van f 441 verleend aan G. M. van der Kley. laatstelijk kommies lste klasse bij 's Rijks be lastingen. Belast met de waarneming van de betrekking van Rijksadvocaat in Zee land mr. M. J. de Witt Hamer, ad vocaat en procureur te Middelburg. Aan den luitenant-kolonel T. W. J. Buys, van het reg. grenadiers en jagers." vergunning verleend tot het aannemen en het dragen derordetee- kenen van ridder 2de klasse der Prui sische Kroonorde, hem door den ko- niüg van Pruisen geschonken. In z\jnen rang overgeplaatst by het wapen der infanterie van het leger in Ned.-Indië de tweede-luitenant A. E. H. Constant, van het 6de reg. infan terie. Kroningsfeesten. Zooals wij reeds mededeelden, heeft het bestuur van den Nederlandschen Journalistenkring naast liet comité tot voorbereiding van de ontvangst der buitenlandscbe journalisten Dij gelegenheid der inhuldigingsfeesten van H.M. de Koningin in het vol gende jaar een tweede comité, be staande uit de heeren dr. P. J. F. Vermeulen, lid van de Tweede Ka mer en directeur van De Tijdeer sten voorzitter; P. J. Appel, redac teur van Het Nieuws van den Dag tweeden voorzitter; mr. G. Keller jr. hoofdredacteur van Hei Nieuwsblad voor Nederland, secretaris, en J. H. Geerke, journalist, penningmeester, samengesteld. Dit heeft in opdracht de voorbereiding der ontvangst van de binnenlandsche journalisten. Onder goedkeuring van het bestuur heeft dit comité, in verbaud met de vele werkzaamheden, welke het te wachten staan, de volgende heeren uitgenoodigd als leden te willen toe treden: W. F. Andriessen, redacteur van De TelegraafM. E. Belinfante directeur van het Ne< erlandsch Cor- responderdiebureau van Dagbl aden te 'sGravenhage; Fokko Bos, redac teur van de Amsterdatnsche Courant E. W. de JoDg, redacteur-verslagge ver van het HandelsbladJ. Timmer correspondent van Het Vaderland, en andere provinciale bladenJ. Ver- wjjck, redacteur van De Standaard en M. Vierhout, correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Met het oog op een mogelijk be zoek der buitenlandsche journalisten aan de residentie, heeft de Haagsche afdeeling van den Nederlandschen Journalistenkring, ouder goedkeuring van het bestuur, de heeren J. Door man, hoofdredacteur van de Haag sche CourantP. A. Haaxman. re dacteur van het Dagblad van Zuid- Holland en sGravenhageM. van Kaalte,. redacteur-verslaggever van Het VaderlandA. C. A. van Vuu- ren, redacteur van De Residentiebode M. Ié. Belinfante, directeur van het Ned.Correspondentiebureau van Dag bladenA. G. Biemoud, redacteur van De Avondpost, uitgenoodigd een comité van ontvangst te vormen. "Begrafenis A. C. Wertlieim. Zooals gemeld is heeft de begra fenis morgen. Vrjjdag, op O ver veen plaats. Te 9 uur verlaat de stoet het sterfhuis om langs den Haarlemmer weg te ongeveer 12 uur te Overveen aan te komen. Zij, die uit Amsterdam de begra fenis wenschen by te wonen zyn daar toe in de gelegenheid door een extra- trein, die Vrüdagmorgen te 11 nar 10 min. van het Centraal Station vertrekt r.aar Overveen. Aankomst aldaar te 11 uur 40 min. Naar Amsterdam terng te 2 uur, aankomst aldaar te 2 uur 27 min. Alle uren zijn in stadstyd opgegeven. Schipbreuk. Maandag werd de bomschuit Sche- veningen No. 97, schipper Mink de Ruyter, reederes wed. v. d. Toorn, aangevaren door een Belgische visch- kotter, waardoor de netten werden afgehakt. Kort daarna werd dezelfde scnuit aangevaren door een groot schip, waardoor een zwaar lek ontstond. Allen sprongen op het schip over, uitgezonderd een jongen van 16 jaar, Arend den Duik, van Scheveningen, welke van Maandag tot Woensdag morgen heeft moeten pompen om de schuit (welke ten prooi der golven was overgegeven) boven water te houden. Ongeveer 9 uur Woensdag morgen is dezelve tusschen Foord- wyk a. Zee en Zandvoort aan het strand gedreven. Bewoners van Noord- wy k a. Zee waren spoedig ter plaatse. Willem van Ryn, Klaas v. d. Meulen en M. Klinkenberg hebben den jongen met eigen levensgevaar van de schuit afgehaald. Voorfoopig is hy opgeno men in het Badhotel van den heer W. H. Konijnenburg, waar hy lief derijk wordt verpleegd. De jongen, hoewel vermoeid, was toch goed in orde en welbespraakt. Een vondst. Te Oldenzaal werden bij bet graven der fundament-sleuven voor de te bouwen schoollokalen der zusters Franciscanessen aldaar, in een doosje geborgen gevonden 36 gouden mun ten, alle goed geconserveerd, enkele ter grootte van bijna een rijksdaalder en ter dikte van een dubbeltje, naar men meent afkomstig uit de 13e eeuw. De stukken werden gevonden op een diepte van bijna 2 M., neergelegd on der een grooten steen. Onweer. \V oensdagmorgen sloeg de bliksem in een stal te Oostzaan en doodde drie koeien. Brand werd niet veroor zaakt. Sport en Wedstrijd en. Wedstrijd in het Zaal- en Figuur-rijden. Het bestuur van den Algemeenen Nederlandschen Wielrijdersbond heeft besloten 3 nationale wedstrijden te organiseeren in het Zaal- of Figuur- rijden. De eerste zal hoogst waar schijnlijk gehouden worden in de maand Januari te Groningen, de tweede in de maand Februari in een der voornaamste steden van Noord- Brabant, terwijl de derde wedstrijd, waaraan verbonden is de titel van Kampioen, in Noord- of Zuid-Holland verreden zal worden. Tijdig zullen de steden waar de wedstryden zullen worden gehouden in De Kampioen worden vermeld. Voor de beide eerste wedstryden worden beschikbaar gesteld als eerste, tweede en derde prijs een verguld zilveren, zilveren en bronzen club- medaille, terwijl om de clubs eenigs- zins tegemoet te komen in de te ma ken onkosten, den winnenden veree- nigingen respectievelijk zullen wor den uitgekeerd sommen van f 75, f 45 en f 30. Voor het kampioenschap worden een gouden, zilveren en bronzen club- medaille uitgeloofd, benevens f 100, f60 en f40. In elk der wedstrijden ontvaDgen de rijders der ploeg die den eersten prys wint, ieder een zilveren me daille. By de inschrijvingen moet gevoegd worden een bedrag van 125, dat teruggegeven wordt, wanneer dever- eeniging is uitgekomen, doch dat onherroepelijk vervalt wanneer de club niet uitkomt. De wedstryden gaan slechts door wanneer resp. op 15 Dec., 15 Jan. en 15 Febr. drie inschrijvingen voor den wedstrijd in de daarop volgende maand by den len secretaris van den Bond zyn ingekomen. De eerste prys der twee eerste wedstijden wordt niet uitgekeerd dan nadat de club in het kampioenschap is uitgekomen. Het bestuur vertrouwt dat groote deelneming gevonden zal worden en daardoor zjjn pogingen om het figuur- ryden meer en meer te beoefenen met goed gevolg bekroond zullen worden. Cricket. Stoddart's elftal heeft te Brisbane gespeeld tegen een elftal uit Queens land en New-South-Wales. Het spel duurde twee dagen en bleef onbeslist. De Engelschen gingen eerst aan bat en haalden 636 (Maclaren 181, Druce 126), de Australiërs (Gregory, Iredale, Joues enz.) 31G voor 8 wickets. RECHTSZAKEN. De dubbele moord te Rotterdam. In de zaak van G. C. F. Muller, in voorloopige hechtenis wegens moord op M. M. E. Haunemann en hun kind M. E. M. Muller, in hunne woning in de Schooterboschstraat te Rotter dam op den avond van 28 September j.l., heeft de rechtbank Woensdag Muller buiten vervolging gesteld, maar zjjue plaatsing in een krankzinnigen gesticht bevolen. Aan deze beslissing der rechtbank was voorafgegaan een gerechtelyk- geneeskundig onderzoek naar den gees testoestand van den beklaagde door de daartoe benoemde deskundigen dr. S. J. Halbertsma en F. H. Schreve, artsen aldaar. Deze deskundigen heb ben de resultaten van hun onderzoek nedergelegd in een hoogst belangrijk rapport, te omvangrijk om in zyn ge heel door ons te worden medegedeeld, maar waaraan wy het volgende ont- leenen. Genoemde deskundigen hebben niet alleen beklaagde zeer vele malen per soonlijk bezocht, maar zich ook in verbinding gesteld met personen, die beklaagde, diens vrouw en kind van nabij hebben gekend, met de autori teiten der gestichten in Eogeland, waar beklaagde is verpleegd en met éen van zyn bloedverwanten. Van do aldus verzamelde gegevens geven deskundigen een gedetailleerd overzicht. Daaruit blijkt volgens hen overtuigend, dat Muller sedert eene reeks van jaren onderhevig is geweest aan toevallendat hy gedurende zyn verblijf in Engeland geleden heeft aan krankzinnigheid, en dat de moord op de vrouw en het kind is geschied in een aanval van waanzin. Terwijl Miiller zich van dezen dood slag zelf niets herinnert en veel van hetgeen kort vóór of na den moord is geschied hem slechts flauw voor den geest staat, is het toch gelukt vele zaken, die hem schijnbaar waren ont gaan, in zijn geheugen terug te roepen, zoodat men zich toch eeuige voorstel ling van den loop der dingen heeft kunnen maken. Die voorstelling is dan als volgt: Gedurende de laatste weken voor den moord was Miiller abnormaal. Zyne uitingen en handelwijzen getuig den van eene buitengewone prikkel baarheid. In zyn werk was de zeer bekwame en geregelde werkman, in tegenoverstelling van gewoonlijk, slor dig en onnauwkeurig. Hoogstwaar schijnlijk heeft M. niet lang voor den moord een toeval gehad. Den dag van den inoord, 28 Sep tember, voelde bij zich in den vroegen ochtend ziek. Eerst had hij plan wat later naar zyn werk te gaan. maar ten slotte had hy in 't geheel geen lust. In den middag heeft hy met Mar- garetha Hannemann gegeten. Daarna heeft hy haar en hun beider kind een eind weegs gebracht naar een vriend, den heer N., die jarig was. Muller ging naar huis terug, omdat by zich niet lekker voelde. Thuis zynde ging by eerst naar bed en kocht later van éen voorbijgaanden koopman mosselen, die bij is gaan schoonmaken. Ook heeft hy nog brood aangenomen. Eindelijk ging by uit, kocht sigaren en ging naar zyn vriend N. om zijn vrouw en kind te halen. Daar vernam by dat zy juist ver trokken was. Hy ging haar achterna en haalde haar in, waarop zij samen een glas bier giDgen drinken in een café in de Zomerhofstraat. Hy was niet boos op zyne vrouw, met wie hij zeer gelukkig leefde. Thuis gekomen heeft hy zyne vrouw nog gekust, waarop deze „Liebling" tegen hem zeidc. Daarna heeft zij hem nog toegevoegd„Machst duStüllen (boterhammen) dann ziehe ich die Kleine aus." Even later moet de dubbele moord hebben plaats gehad. Maar Miiller herinnert er zich niets van. Het ismet de dagboot zyn gearriveerd, zyn volgens hem alsof er eene plank voor over Chatham dooj^rezonden. staat. Hy stond volgens z\jne mededeeling aan den gootsteen in de keuken en had een oor in zyn hand, dat hij blijk baar afwaschte, toen hy weereenigs- zins tot bewustzijn kwam door een vreemd rochelend geluid,dat hy hoorde. Hij ging (meent hy zich te herinneren) daarop naar de voorkamer, waar hy zyne vrouw op zyde zag liggen en daarnaast een grooten plas bloed. La ter zag hy ook het kind, dat hij opnam en in den wagen legde. Hij begreep toen wel, dat n ij dien moord had be gaan, dat kon niet anders. Maar toch had hy een gevoel van verlichting, dat het was afgeloopon, daar hy, zoo als hij zich uitdrukte, het anders toch op een anderen dag had moeten doen. Hij meende nl. dat, hy don moord had verricht op bevel van een professor in de electro-techniek, die hem hypno tiseerde. Als die hem op het hoofd tikte moest hy gehoorzamen. Later betwijfelde hy dat weer, maar wist geen enkelen grond voor den moord op te geven. Wel weet hy, dat hij na den moord een sigaar heeft opgestoken en voor het raam is gaan zitten. Ook weet by dat toen hy zoo'u trek in mosselen kreeg, die, zooals hy wel begreep, zyne vrouw nu zy dood was niet meer zou kunnen koken Daarom ging hy de deur uit. (Dat hy de lamp heeft laten branden her innert by zich niet, wel dat by anders altyd het licht uitdeed). In een bier huis in de Kipstraat at hy daarop een portie mosselen en dronk daarbij een glas bier. Daarop kocht hy in een winkel aan de Botersloot sigaren en zag, toen by zyn jas openmaakte om zijn portemonnaie voor den dag te halen, het oor van zyne vrouw in een taschje, dat hy omgehangen had en dat open was gegaan. Toen wilde hy naar het Ziekenhuis gaan om voor de lijken te zorgen, maar een oogenblik later bedacht by, dat het voor het Ziekenhuis misschien te laat zou zyn. Daarop zocht hy naar een politie agent. Waar hy dien agent heeft aan gesproken en wat hy toen gezegd heeft weet hy zoo precies niet meer. Wat er verder is geschied werd vroeger in ons blad vermeld. Gedurende zyn verblijf io de cellu laire gevangenis had hy tweemaal een toeval en leed hy herhaaldelijk aan zinsbegoochelingen (hallucinaties). Aan de door hen verzamelde fei ten hebben deskundigen uitvoerige, belangwekkende critische beschou wingen vastgeknoopt, die hen hebben geleid tot de volgende conclusiën I. Gustav Miiller lydt aan epilep tische neurose en hare gevolgen. II. De psychomotorische ontlading der hersenen, als symptoom der epi leptische neurose, treedt by beklaagde niet alleen op onder den vorm van krampaanvallen, maar ook in dien van impulsieve handelingen (epileptisch aequivalent). III. "Voor en vooral na deze ontla dingen komt een staat van krankzin nigheid voor, waarin hallucinaties van verschillenden aard sterk op den voor grond treden en welke de gemoeds stemming en voorstellingen van be klaagde volkomen beheerschen. IV. De moord op vrouw en kind is geschied tijdens eene psychomo torische ontlading. V. Wij achten beklaagde volkomen ontoerekenbaar voor de hem ten laste gelegde feiten en wij houden het voor dringend noodzakelijk, dat Gustav Miiller. als hoogst gevaarlijk voor de maatschappij, onverwijld in een ge sticht voor krankzinnigen worde op genomen. N. R. Cl. GEMENDG NIEUWS De storm in Engeland. De brieven, Maandagavond met de nachtmailboot via Vlissingen uit Neder land verzonden, zyn pas Dinsdag namiddag vier uur hier bezorgd. E)e boot der Zeeland, die ze Woensdagoch tend bracht, was niet zeer laat, on danks het noodweer, op de Noordzee ondervonden, maar daar het haven hoofd te Queenboro' deels wegge slagen, deels onbruikbaar was, als staande onder water, gelijk gansch het eiland Sbeppy, door hetwelk de zylyn der Chatham spoorweg-maat schappij naar Sheerness en Queen boro' loopt, konden de passagiers noch De dienst van Vlissingen gaat nu over Dover. Dinsdagavond vertrok de eerste maal van Londen over die haven, ook medenemend de passagiers en brieven, die Dinsdag met de dag boot hadden moeten gaan. De toestand op Sheppy moet schrik barend wezen, Sheerness is noch te land noch te water te bereiken. Akelig is de staat van zaken ook te Har wich, trouwens in de meeste kust plaatsen aan de Noordzee. De hooge zeeën hebben op de stroomen naar dien kant (Theems, Medway, enz.) een buitengewoon vloedgetij de ver oorzaakt. Op de Theems was het water verre boven de kaden. De verwoestingen van den noordwester storm, die nog niet uitgewoed schijnt te hebben, zijn enorm geweest en hebben vele men- schenlevens gekost. De zaak-Dreyfus. In de I'igaro) heeft Zola een tweede artikel over deze zaak geschreven. Achter de openbare meening, schrijft hy, staan, rekenend op haar vasten steun, de bureau's van het ministerie van oorlog. „Ik wil van daag nieter over spreken, omdat ik nog hoop, dat gerechtigheid zal worden gedaan, maar wie voelt niet dat wy hier staan tegenover den koppigsten van alle kwade willen Men wil niet be kennen dat er vergissingen ik had byna geschreven fouten zyn be gaan. Men volhardt er in de gecom promitteerde personen te beschermen. Men is besloten tot alles om een ge weldigen bezemveeg te vermyden en dat is in werkelijkheid zoo ernstig, dat zelfs zij die de waarheid in han: den hebben, van wie men woedend die waarheid eischt, nog aarzelen en wachten met ze in het publiek uit te schreeuwen in de hoop dat zij van zelve zich zal manifesteeren en dat de wetenden dus niet de smart zul len hebben ze te zeggen. Maar éen waarheid tenminste is, er. welke ik door heel Frankrijk zou willen ver spreiden, namelijk dat men bezig is deze rechtvaardige en edelmoedige uatie een ware misdaad te laten be gaan. Zy is dan Frankrijk niet meer, dat men haar misleiden kan, zóóver haar opwinden tegen den ongeluk kige die sedert drie jaar onder de verschrikkelijkste omstandigheden een misdaad boet, welke hij niet heeft be gaan In verband met het bovenstaande wordt de aandacht gevestigd op de ver basterende verzekering van de Pellieux Dinsdag aan Scbeurer-Kestner, dat hy zich volstrekt niet bemooid had met de vraag of het borderel ge schreven was door een ander dan Dreyfus, dat ging buiten de zaak in gewijsde; voorts op de mededeeling als feit, dat de commissaris van poli tie die de brieven van Esterhazy in beslag nam by mad. De Boulancy, getracht heeft haar af te houden van overhandiging dier brieven en dat by de confrontatie Dinsdag tusschen deze dame en Esterhazy, de Pellieux, gelyk de Aurore mededeelt, de dame die zeer gefortuneerd is (waarmede het beweren van een verkoop der brieven vervalt) op de scherpste wijze heeft hard gevallen. Een vergissing. Te Londen wordt een aardige mop verteld in verband met den juweelen- diel'stal in Piccadilly, waarvan de da ders, overwegende dat ware verdienste zich steeds kenmerkt door beschei denheid, geen neiging schynen te heb ben, hun namen bekend to maken. Een poosje geleden ontdekte de poli tie, dat 's Zondags-morgens na den diefstal, die in den nacht van Zater dag op Zondag plaats had, twee hee ren op een paar pas afstand van het geplunderde magazijn een rijtuig had den genomen naar het Victoria-station. Voor de ijverige detectives leed geen twijfel, of deze heeren waren de schul digen. Aan het Victoria-station, waar men informeerde, bleek, dat twee heeren omstreeks den tijd, waarop het rijtuig moest zyn gearriveerd, den trein had den genomen om een reisje te aan vaarden naar Ventnor op het eiland Wight. bekende Londenschediplomat* ro die zich een uitspanningsreisje haddjlo] veroorloofd De heeren hebben nog schik de eigenaardige vergissing der polit B De politie lachte echter niet wa de ware dieven zyn nog steeds zoeitt Jn Een vrouwelijke reclits- 4 geleerde. De eisch van mej. Chauvin, ing e steld voor het Hof te Parijs, om ha f als rechtsgeleerde toe te laten tot di I eed voor de advocaten voorgeschr ai ven, is door dat Hof afgewezen, (el; grond dat volgens de wet geen vro ia< wen als advocaten kunnen word toegelaten. De standjes teJPraag D zyn Dinsdag met hernieuwde woei 1 begonnen. De stadsraad had zich bi den commissaris van politie beklaag Prt omdat volgens zyn beweren de Dui 2 sellers veel zachtzinniger behande worden dan do Tsjechen. De coi rnissaris liet daarop de extra-wachti je, inrukken. Een volksmenigte van di zenden Tsjechen maakte daarvi gebruik om in optocht door de stil' te trekken en Duitsche bezittingen vernielen. In de nieuwe Duitsche k medie werden nog meer vensters ~3gooid, en daarna kwamen eeni] uitsche sociëteiten en hotels en iin zettery van het Vrager Tagblatt a l de beurt. Later op den avond kwam het vo in botsing met twee compagnieën i fanterie die voor de Duitsche kon t die waren opgesteld. Ettelijke pers nen werden door sabelhouwen en l jonetsteken gekwetst. Een detachoment werd naar Wei30 berge gezonden, om daar de synago11 en de Duitsche school te beschertne301 Dinsdagavond om elf uur was het ?e Praag nog zeer woeligtroepen vol trokken rond door de straten, vo zoover die niet door soldaten wa% afgozet. Aan het paleis van ban i von Aehrenthal, op de RossmarL lichtte het volk de ramen uit ub voerde de venstergordijnen in trioi 3 moe. Aan de Duitsche protestantse!6n pastorie en do school ernaast werd lb de ruiten ingegooid en de venst< spijlen stukgeslagen. Gister Woensdag om half vijf ha den de ongeregeldheden haar toppa 5 bereikt. In verschillende straten vt 1J(j bryzelde de menigte de ruiten d3n huizen, welke Duitsche namen dro o gen en die, welke door joden bewooila* werden. Een groote menigte manif< an tan ten rukt op naar Werschewitz, Vervolg Stadsnieuw1" Uit naam van den burgemeester iel Woensdag alle caféhouders hier t" stede aangezegd, dat zij die tot i;d' toe vergunning hadden tot 'snacliie£ twaalf uur hun inrichtingen open houden, die vergunning zullen bejji ben tot en met 31 December. Dan11, het uit. 81 De politie-verordening zegt in de oe dat de café's mogen geopend zyn v a; uur 's ochtends tot 11 uur 's avoni as Voor later openblijven is detoeste ev ming van den burgemeester noodi De maatregel is alleen genomen cH café's die minder goed bekend sta na 31 Dec. die vergunning te kuna onthouden. Aanbesteding. Vanwege het Ministerie van Wati 9 staat Handel enNy verheid werd hed< aan het gebouw van het Provineiata bestuur alhier aanbesteed: Ie. Het maken en inhangen v drie paren ijzeren deuren voor schutsluis te IJrauiden en het nemen, herstellen., schoonmaken, vi]€ ven, teren en opbergen van drie pai [r bestaande deuren dier sluis, deel u makende van de uitbreiding der slu Q€ en havenwerken aldaar. Raming f196000. Van de 2 hiervoor ingekomen schryvingsbiljetten was dat van |e Kloos Zonen te Alblasserdi rr (Kinderdijk) het laagst voor f 175.9 2e. Het driejarig onderhoud van e werken der Rijkszeehaven „Ij; Nieuwediep", provincie Noordhollai gedurende de jaren 1.898, 1899 1900. Raming f24000 per jaar. Hiervoor kwamen 19 biljetten in was dat van B. Boon te Helder l|a De geheime politie was buiten zich- zelve van vreugde. Onmiddellijk tele- grafeerde men naar Ventnor om delaagste voor f 25000 per jaar. h1, de mails* landen. Zij zyn pas nader-! namen der beide reizigers. Het ant-i 3e. Het boawen van een wonijc 'hand met. een stoomboot naar Gra-1 woord kwam spoedig en wat bleek voor den havenmeester dervissche vesend vervoerd. Die Maandagavond nu De heeren ^varen twee der meest haven te IJmniden door het vij€ rookwolken gehuld was, stonden twee opzichters hun geweren te laden. „Wij moeten achter ze om sluipen en van den rook profiteereü," zeide Gordon. Wy deden eenige stappen voorwaarts. Eén oogenblik vau angst; toen stortte plotseling met donderend geraas een der daken in, waardoor er een waar vuurwerk ont stond, dat de aandacht der bewakers trok, en van dat oogenblik maakten wy gebruik ons in de rook te begeven. Maar men had ons bemerkt. Iemand riep ons terug, er viel een schot, maar door de rook konien zy even weinig als wy onderscheiden. „De deur is nog een eindje verder, wy zyn haar niet voorbijgegaan," zeide Gordon tot my. Wij spoedden ons al tastende langs de palissade voort, telkens tegen de lijken aanstootend van hen, die in de foule vertrapt waren. Eindelijk bereikten wy de opening. Bedwelmd door den rook zou ik zeker gevallen zyn. indien Gordon, die op dat oogenblik niet durfde spreken, my niet by den arm opgehouden en met zich voortgetrokken had. Bijna onbewust liep ik mede, totdat ik door de frissche lucht weder tot my zelf kwam. Voor ons zagen wy nu de vlakte, die tot aan den rand van het bosch door de vlammen rood gekleurd Maar nu wy aan den dood door verstikking untsnapt waren, werd ons leven op een andere wyze bedreigd. Kon oogenblik stonden wy stil om nieuwe krachten te verzameleB. Wy drukten elkaar in stomme dankbaar heid de band, want spreken konden wy nog niet, toen we plotseling door een ruwe stem werden opgeschrikt. Ons omkeerend, bemerkten wij de silhoueten van lange, militaire mantels, die duidelijk tegcu den rooden achter grond afstaken. Zij moesten ons gezien hebbeneen schot weerklonk en Gordon viel. Denkende dat hy gewond was, wierp ik my naast hem op den grond en uitte een kreet van angst, waarop weder een schot volgde. De kogel vloog over ons heen. „Ga liggen, in 's Hemels uaarn zeide Gordon, mjj dwingende te blijven liggen. Ik mankeer niets. Zy zullen nu niet meer naar ons omzien." Toch keek ik even op on zag met schrik, hoe de mannen hun geweren opnieuw laadden. Wy wachtten het oogenblik af, dat een nieuwe instorting van de ge bouwen het vuur, dat de vlakte zoo helder verlichtte, een weinig zou uitdooven. „Nu is het oogenblik gekomenzeide Gordon op springende. „Ik kan die kerels niet meer onderscheiden, derhalve zien ze ons ook niet meer. Twee minuten nog en wy zullen buiten hun bereik zyn." Hand aan hand sneldeo wy over de hard bevroren sneeuw voort. „Kunt ge nog vorder?" vroeg George. „Ja zoo ver ge wilt." Maar onze haast was totaal overbodig. De vlammen w,erpen slechts een rosachtig scbynscl op de palissade en de sneeuw, maar verlichtten den omtrek niet genoeg, om onze ontsnapping aau onze vervolgers te verraden. W| stapten na goed door en bereikten eindelyk den rand van .het bosch. Toen keerden wy obs om, be schouwden den afgebranden kameras en wenschten elkaar geluk met onze ontsnapping. Door de plotselinge ge lukkige wending in ons lot geloofdo ik werkelijk, dat nu allo ellende geleden was. HOOFDSTUK XXXV. Wij ontmoetten den man met den rooden baard. De daisternis dwong ons aau den ingang van het bosch te blyven. Wanneer wy verder doordrongen, zou den wy waarschijnlijk al tastende van den eenen naar den anderen boom moeten loopen en zoodoende misschien in een kringetje ronddraaien. Het scbynsel van de nog brandende perceelen duidde ons tenminste den weg aan, en de sterren verspreidden voldoende licht om ons tot gids te verstrekken. Overigens moesten wy maar op goed geluk verder gaan, want we wisten niets van de streek, waar wy ons bevonden, af, zelfs de naam was ons onbekend. Het bosch moest van zeer grooten omvang zjjn, dat wisten wy, want reeds drie dagen reizens hadden onze oogen niets dan hooge pynboomen gezien. Het was geen aangename tocht, maar toch voelden wg ons gelukkig. Wy waren vry en de hoop, om aan een verschrikkelijke gevangenschap te ontsnappen, gaf ons kracht en moed om alles te dragen. Maar toch, toen de dag aanbrak, zager, wy angstig om ons heen. om zien of wy niet door den oen of anderen kozak vii volgd werden. Maar geen enkele voetstap was op sneeuwvlakte te bespeurenzelfs geen spoor van woning of een levend wezen was er in den geheel omtrek te zien. „Dat is vreemdzeide Gordon verwonderd, na irf eens te hebben rondgekeken of er geen voetstappen de sneeuw stonden afgedrukt. „Niemand schynt b geloopen te hebben. En toch heb ik gisteren op r\ biljet, dat tegen den muur hing, gelezen, dat er zi®3 meer dan zeshonderd veroordeelden in de „kamer3 bevonden. Ecnigeu zullen toch wel dezelfde route hebl^' genomen als wij. Zij hadden maar de keuze tusscl twee richtingen." Het bleef my ook een raadsel, maar ik was blij g< van de veroordeelden, die my voor 't meerendeel do trapte schurken toeschenen, te ontmoeten. Er bevonden zich onder hen maar zeer weinig litieke misdadigers. Uit bet feit, dat er nergens ouze nabijheid sporen van voetstappen in de snee stonden afgedrnbt, maakte ik op, dat de kozakken d. vervolging ook in de tegenovergestelde richting zouij voortzetten en wij dus meor kans hadden om te 3nappen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2