wonderens waardige kalmte de
kalmte der martelaren uit de oud
heid.
Tien zijner volgelingen wachtten
hem bij het ondergaan der zon aan
het strand opallen te zamen bega
ven zich in den nacht naar het be-
i dreigde dorp en daar daar gaven
zij zich aan Gods genade over.
En toen wy hem aanzetten om te
i blijven want zich daarheen te be
geven, na onze hulp te hebben ge
weigerd, dat was den dood, en nog.
wel een echt Chineeschcn gruwcldood, j
koelbloedig tegemoet loopen wei-
i gerde hij. licht verstoord, toonde zich
onwankelbaar, onverzettelijk, zonder
echter veel woorden te verspillen of
toornig te worden.
Ik heb hen immers bekeerd en
nu wilt ge dat ik ze aan hun lot
overlaat, terwijl zij vervolgd worden
om hun geloof? En zij zjjn zoogoed
als m\jnkinderen, begrijpt ge dat
niet?
De officier van de wacht gaf, blijk-
baar ontroerd, last dat een der ka
no's in gereedheid gebracht zouwor-
den, om hem naar de kust terug te
brengen en wij allen drukten hem bij
het atscheidnemen de hand. Altijd
even kalm eu met dezelfde onbehol
penheid, dezelfde schaarsheid van
woorden, die wij in het begin bij hem
i hadden opgemerkt, vertrouwde hij ons
een brief toe, die voor een zijner ver
wanten in Lotharingen besterad was,
nam een kleinen voorraad Fransche
tabak mee en aanvaardde de reis.
En, terwijl de schemering viel. ble
ven wij nog geruimen tijd het sil
houet nastaren van dien apostel, die,
door do zware, lauwe golven wegge-
e dragen, in eenvoud zijn door de wereld
li onopgomerkten martelaarsdood tege
moet ging.
De volgende week lichtten wij het
anker en zetten koers, ik weel niet
precies meer waarheen, en de ge
beurtenissen, die nu volgden, legden
onverdeeld beslag op ons en verdron
gen alle vorige indrukken. Nooit
hebben wy iets meer van hem ge
hoord en ik geloof dat ik wellicht
nooit meer aan hem gedacht zou heb
ben, als de directeur der katholieke
zendingen my niet inet nadruk ge
vraagd had een kleine zeudclingsge-
5i schieden ls te schrijven.
Ro'oniën.
PARAMARIBO, *21 November:
De heer W. Tb. Liems is ontsla
gen als waarnemend geneesheer-direc
teur van de inrichting voor melaat-
schen Groot-Chatillon.
Met ingang op 10 November 1897
isde beer J. J. F. M. Noren, officier
van gezondheid 2de klasse, eervol
ontheven van de waarneming van bo
vengenoemde betrekking; 2e. voor
den tyd van zes maanden benoemd
tot districtsgeueesheer, tevens belast
met de waarneming der bovengenoem
de betrekking, de heer J. Fernandes,
geneesheer te Paramaribo.
De heer A. C. van der Bande La-
costa, kapitein-luitenant ter zee, sta
tions-commandant in de wateren van
Buriname, is onder dankbetuiging voor
de door hem bowezen diensten, op
zijn verzoek, eervol ontheven van het
oppertoezicht over liet dry vend mate
rieel van het departement der koloniale
vaartuigen.
(W,l.)
BINNENLAND
Hof bericht.
H. M. de Koningin heeft Dinsdag
haar wandelritten te paard horvaten
maakte ook Vrydagvoormiddag zoo-
danigon tocht. H. M. begaf' zielig per
rytuig naar het paleis van den Vorst
en de Vorstin vonWied in liet. Korte
Voorhout; waarheen op de achter
plaats uit de koninklijke stallen de
rijpaarden voor TI. M. en gevolg wa
rén gebracht.
H. M. te paard gestegen zijude,
gekleed in amazone-kostuum met don
kergroen jacquet, reed in gezelschap
van barones Van Ittersum, hofdame,
baron Bentinck, stalmeester, en luit.-
kolonel jhr. v. d. Poll, adjudant, ge-
volgd door een rijknecht, het Haagsche
3B Bosch in, en even voorbij de Bosch-
1 brug het rijpad van de Jacobalaan
•langs, welke in draf gereden werd.
Aan het einde van die laan maakte
een peloton veldartillerie zonder be
spanning bij het voorbijrijden van den
koninklijken ruiterstoet halt eu front
lb M.
Opspoi'iüg verzocht.
De commissaris van politie iu de
afd. te 's Gravenhage verzoekt
namens de ouders opsporing en aan-
'e houding vanlo. F. M., 21 jaren,
ie gekleed met grijs bruinen hoed, pele-
Trinemantel (grijs bruin), bruin fauta-
■J'siepak. Hy beeft den 2en Dec. jl.de
e'ouderlijke woning verlaten, by zich
?'dragende in gewaste taf zijne studie-
ID boeken, onder voorgeven te gaan naar
"Delft, waar hy studeert als Indolo-
eigisch student.
ir 2o. Jane W. C. v. d. V., 19 jaren,
met groene japon, grjjs mau-
1S feitje, zwarten hoed met geel lint en
bloemen en staand boordje,
J(waaromheen een schotsch lint. Zy is
op denzelfden dag verdwijnen.
P Het is niet onwaarschijnlijk, dat zij
zich in eikaars gezelschap bevinden.
Een vreemde visch.
ie Men schrijft uit Maasbommel
ie; Ter opheldering van hei door u uit
ei iet Ulr. Dagbl. overgenomen bericht
■ei over een te Paterswolde gevangen
sr vreemde vischdieneDc daar be-
ie doelde waterbewoner kan m. i. geen
ei andere zyn dan de z.g. lamprei. Deze
ie visch gelijkt, wat vorm en kleur be
treft, zeer veel op den aal of paling,
la Hij onderscheidt zich van dezen: lo.
ei door twee ryen van 7 gaatjes ter
weerszijden van de keel eu 2o. door
m een kleinen, ronden van lijne tandjes
uivoorzienen bek, waarmede hy zich
dflaan zijn voedsel kan vastzuigen. Hij
diis, cienals de aal, een trekvisch en
inkomt voor in al onze groote rivieren,
waar hy op zekere tyden van het
ei jaar in daartoe expresselijk vervaar
korven (kubben) wordt ge-
:u vangen. Hy wordt zelden zwaarder
ïvdau K. G. en schijnt voor de keu-
er keu minder gewenscht. De prjjs regelt
ist zich hoofdzakelijk naar den voorraad
:aieu de vraag door de kabeljauw-vis-
erschers, want deze gebruiken hem als
idiaan de snoeren.
at Een neefje van dezen is zeker de
prik of negenoogDe laatste naam
zegt genoeg, als ik hier nog bijvoeg,
dat men de lamprei ook wui zevenoog
sou kuunen noemen.
Cenlr.
In de W. I. van II Nov. leest men:
Berichten uit Carseveune, het
betwist grondgebied tusschen Brazilië
en Franscb-Guiana, vermelden
ernstige onlusten, welke er op 22
Kept, tusschen Engelschen, Fransehen
en Hollanders plaats hadden.
Aanleiding tot de quaestie was een
corjaai welke een Ho.lander aan een
Engelschman had verkocht.
Omsingeld door verscheidene En-
gelschen greep de Hollander een riem
en bracht daarmee zyn tegenstander
een slag toe, waarna hy het hazenpad
koos.
De Engelschen kwamen toen bijeen
en vielen 's nachts liet huis van den
Hollander aan, mishandelden en ver
dreven de daarin aanwezige Hollan
ders, en slechtten daarop het huis.
De Hollanders zochten daarop hulp
bij de Franschen en vielen toen ge
zamenlijk de Engelschen aan, namen
vijf hunner op 25 September gevan
gen en zonden ze per Franschen
stoomer Liffgeld dea 27on d.a.v. naar
Cayenne.
Begrijpende dat, na het afzenden
der Engelschen, opnieuw ongeregeld
heden zouden plaats hebben, vormden
dc inwoners een kleine gewapende
bende, die in last kreeg langs de stra
ten te patrouilleeren.
Een Engelschman, die zich verbor
gen had weten te houden, deed een
vruchtelooze poging om een der pa
trouilles te ontwapenen.
Op 28 September brak er in het
hu s van eenEngelschman aan deNoord-
zjjde van de stad brand uit, die Zich
tot liet zuidelijk deel der stad uit
breidde.
Eu nader onderzoek bewees, dat de
brand door aanwending van petroleum,
dynamiet en andere brandmiddelen
was ontstaan.
Op enkele huizen na, buiten de
stad gelegen, brandde alles af!
De toestand in Carsevenne is hache
lijk. Brazilianen, die er jaren woon
den, hebben die plaats verlaten, uit
vrees dat nog ernstige onlusten er
zullen volgente meer nu Engelsche
en Fransche goudzoekers de wet in
eigen hand hebben genomen en byge-
gevolg er doen wat zy verkiezen.
In de N. Sur. Cl. lezen we het
volgende
„In tegenstelling van de Duitsche
kolonisatie, welker proef misluki is
en die, zooals het zich door de waar
schuwende stem van den huidigen
gouverneur laat aanzien, zich niet zal
herhalen, hebben wij hoop eerlang
een Hollandsche kolonisatie te wach
ten, van welke een wakker man, de
lieer G. de Vries, en een metgezel,
S. Jalink, de promotors zijn en die
zelve hier een proef daartoe nemen;
hierin gesteund door de oude alhier
zijnde Hollandsche kolonisteu, doch
vooral door den heer Van Brussel.
„De Vries, geboortig uit Noord-
Holland, kwam hier aan den 15en
Augustus, met zijn vriend Jalink.
„De Vries heeft niet stil gezeten,
maar zich steeds met handenarbeid
onledig gehouden en zelfs zeer zwa-
ren arbeid, tot by zich in zooverre
heeft geacclimatiseerd, dat hy de
kolonisatieproof op zich zelve geno
men, als gelukt heeft beschouwd, en
zich thans zal gaan vestigen als
landbouwer op een stuk land aan
de Kasabaholokreek, op een afstand
van ongeveer 15 K.M. van waar deze
kreek in het Kanaal van Saramacca
uitwatert.
..Er by moet nog gevoegd worden,
dat de heer De Vries vóór zyn ver
trek uit Nederlaud, uit liefhebberij
een studie heeft gemaakt van den
cacaoboom in den Hortus Botanicus/
scbippcry is. Zyn hoofdbezwaar tegen
de door B. eu W. voorgestelde wijzi
ging schijut gelegen in dat gedeelte,
wat de bevoegdheid geeft, om voor
een loopend jaar bij wijze van uitkoop
het haven- en kaaigeld ineens bij voor
uitbetaling te voldoen.
Als bewys voor liet door sommigen
meerder te betalen, als een gevolg
van die wijziging, wordt als voorbeeld
gesteld
..Een schip, groot 35 ton, doet we
kelijks twee reizen. Volgens de be
staande verordening betaalt de schip
per 35 maal 60 et. is f21 per jaar,
volgens de gewijzigde zal hij moeten
betalen 35 maal fl.35 is f 17.25 of
f26.25 per jaar meer.
Een vaartuig dat dagelijks dus 6
maal per week, in Haarlem komt,
zal, wanneer het 60 ton meet, nu be
talen 60 maal f 1.20, is f 72 per jaar.
Worden dc voorgestelde wijzigingen
aangenomen, dan zal de eigenaar moe
ten betalen 60 maal f2.70 is f162
dus f 90 meer.
Gaarne erken ik, dat dit voor en
kelen eene onaangename verandering
geeft, maar beweer tevens dat. wil
men tegenover een ieder gelijke bil
lijkheid betrachten, deze verandering
eene noodzakelijkheid was, om de wan
verhouding te verminderen, die na de
invoering van het thans nog geidende
tarief is ontstaan. Dit aan ieder dui
delijk te maken is dus het doel van
deze voorstelling.
Als vaststaande dient aangenomen
te worden, dat de gemiddelde tyd dat
de vaart gesloten is door ijs hoogstens
6 weken bedraagt, zoodat 46 weken
per jaar open vaarwater overblijft.
Gesteld nu dat bovengenoemd vaar
tuig van 35 ton wekelijks 2 reizen
en geen uitkoop van haven- en kaai
geld konde verkrijgen, dan zoude liet
haven- en kaaigeld daarvoor te be
talen zyn3 ct. per ton voor iedere
reis, dus voor de 92 reizen 3 maal
35 maal 92 is f96.60 per jaar. Nu
zal dit vaartuig volgens de voorge
stelde verordening kunnen volstaan
met de betaling van f 47.25, dus een
besparing van f49.35 of ruim 51°;„.
Het boven voorgestelde vaartuig
van 60 ton, dat wekelijks 6 reizen
doet en geen uitkoop was toegestaan,
zoude te betaleu hebben 6 maal 46
reizen, zijnde 276 maal 60 maal 3 is
f 496.80, wtlk bedrag zal kunnen wor
den afgekocht met f162. zijnde eene
besparing van f334.S0 of ruim 67"/o.
De hier volgende staat geeft van
de op den thans geldenden grondslag
van 3 ct. per ton voor haven- en kaai
geld, ongeveer in percenten, by uit
koop te betalen rechten een juist
overzicht, zooals die zullen geregeld
zijn by de voorgestelde wyziging in
vergelyking bij de thans geldende.
ri S 5 EKEEKE
Z.^O2 B-
O i
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich. niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst
of niet geplaatstwordt de copij
niet aan den inzender terug
gegeven.
Verordening op liet haven
en kaaigeld.
Mijnheer de Redacteur!
In Uw blad van Maandag 6 Dec,
werd een ingezonden stuk opgenomen,
dat de strekking had om de door B.
en W. voorgestelde wyziging tot hef
fing van haven- en kaaigeld niet goed
te keuren.
De ongenoemde inzender (geen be
langhebbende?) erkent, dat tegen de
nu geldende verordening gegronde
grieven bestaan en wenscht die ook
gewyzigd, doch zoo dat het werkelijk
eene wijziging in het belang der
-X C 75 w
<p a
KiSass
P
2^ a
0 O O
e. a N
75 - ,2?
O M O
Cl,
a .2 ©h—
-© is .K5
Hieruit blijkt dus ten duidelijkste,
dat eene meer gelijkmatige verdeeling
der voordeelen bij uitkoop aan de
schipperij wordt opengesteld, die al
naarmate het aantal reizen per week
te doen belangrijker wordt, met ver
mijding der wanverhouding, die uit
de beide laatste kolommen blijkt.
I dankzeggende voor de opname,
H. T. Peltknburg.
Pers Overzicht.
Het optreden van den Min. van
justitie.
De eerste rede, die de minister van
justitie Woensdag in de kamer hield
heeft op velen een gunstigen indruk
gemaakt. Zoo zegt de Standaard in
zijn Kamer-overzicht, dat hy in waar
heid eeu uitnemend redenaar is, als
zoodanig hooger dan minister Pierson
staande. Logisch is zijn betoogtrant;
kort en zakelijk is de toelichting van
het aan de orde zijnde onderwerp.
Verstaanbaar tot in alle hoeken der
vergaderzaalniet schromende voor
zyne overtuiging uit te komen. Waar
de heer Pierson er zoo dikwijls over
heen stapt met een luchthartigheid,
die dikwijls de verbazing van de Ka
mer opwekt, merkt het anti-rev. blad
verder opspreekt deze nieuwe mi
nister wel is waar min of meer
professoraal, alsof hy college geeft
maar dan toch zonder er doekjes om
te winden.
De N. Rolt. Ct. is over de wjjze
van spreken van den minister al oven
best te spreken. Het blad laat zich
in dezer voege uit..Men spreekt wel
van een proefstuk, dat een meester
stuk is. De rede, waarmee de minis
ter Gort van der Linden zijne
intrede iu de parlementaire beraad
slaging lieoft gehouden, beantwoordt
aan die bepaling. In dit betoog paarde
de gekuischtheid der uiterlijke voor
dracht zich aan meesterschap over
het onderwerp, aan logische en smaak
volle groepeering der deeleu, aan bon-
\digbeid en klaarheid. Er straalde
j tevens, by zorgvuldig vasthouden aan
i het zakelijke, iets in door van dien
J idealistischen gloed, door welken dc
herinnering aan den minister Modder
man, voor wie dezen aan de regeerings-
tafel geleend hebben, onvergetelijk is'
gebleven."
De Telegraaf overzicht schrijver
is van meening, dat inderdaad erkend
moet worden, dat de heer Gort van
der Linden op voortreffelijke wijze
zyn standpunt tegenover de verschil
lende richtingen iu de Kamer heeft
aangegeven. Terwyl hy met groote
beslistheid voor zijn beginseleu uitkomt
en datgene waar bij niet mee kan in
stemmen, hetzij op practische gronden,
zooals het verbod van bordeeicn, het
zij op principieele gronden, zooals de
wederinvoering van de doodstraf, met
grooten nadruk bestrijdt, is hij uiterst
voorkomend eu toeschietelijk, zoo dik
wijls er iets van hora gevraagd wordt,
wat hij billijk acht en zonder verza
king van zijn beginselen meent te
kunnen inwilligen.
Het oordeel van het Vaderland
komt in vele opzichten met dat van
de Standaard overeen, waar het blad
doet opmerken: „Dc eerste rede van
den Minister van Justitie maakte op
de Kamer den voortreffelfiksten in
druk. Een uitstekende ordening der
verschillende punten, een klaar en be
knopte uiteenzetting van de beteeke-
uis van elk punt, een scherpe ea bon
dige argumentatie, een beslist uitspre
ken van eigen overtuiging, en dat ailes
met sonore stem, niet al te haastig
voorgedragen, in een toon van welwil
lende tegemoetkoming. Men behoeft
ten aanzien vau 's Ministers inzichten
en bedoelingen geen oogenblik in het
duister rond te tasten.
Het Handelsblad zegt: „De rede
was inderdaad een genot om aan te
hooren. De onderwerpen waren be
hoorlijk gegroepeerd, de toon was op
gewekt, de argumentatie duidelijk en
sober, eu wat voor ons journalis
ten zeker eene zaak van ovet wegende
beteekenis is steeds volkomen ver
staanbaar. Bij deze eerste ontmoeting
met de Kamer is /gebleken, dat de
nieuwe minister zich- iu zyn tegen-
woordigen werkkring geheel en al op
zyn plaats gevoelt en is.
Hei Nieuws houdt iu zyn kamer
overzicht de navolgende lofspraak op
des ministers rede
..Er sprak een geest vanonbeperk-
ten vrijheidszin, van groote waarheids-
diefde. van trouwe openhartigheid
bovenal uit de welsprekende rede,
waarmede hedenmorgen de Minister
van Justitie, de lieer Gort van der
1 .inden, de verschillende sprekers, die
by liet algemeen debat over Hoofd
stuk III der Staatsbegrooting over
1898 het woord hadden gevoerd, be
antwoordde. Zelden nog heeft een
Minister, zonder ook maar in de ver
ste verte den indruk te willen vesti
gen van een politiek allemaus-vriend
te zijn, zóo de geheele Kamer,
althans mannen van allerlei richting
bevredigd. Men herkende overigens
iu dezen man een staatsman, die met
recht is „noirri dans le serail, il eu
connait les détours." en wanneer de
Minister aan het slot van zijn, door
sommigen met handgeklap begroette
rede en dat handgeklap kwam niet
van liberale zijde by voorkeur
dankend voor de welwillendheid waar
mede hij werd begroet en de hoop
uitende dat hy, met den steun der
Kamer, aan het in hem gestelde ver
trouwen voldoen eu de van hem ge
koesterde verwachtingen vervullen
mocht, herinnerde hoe hy zijn pu
blieke carrière als commies-griffier
dezer Kamer hebbende aangevangen,
hier geleerd had eerbied te koesteren
ook voor liet gevoelen van anders
denkenden, en dat die eerbied eigen
overtuiging versterkt en loutert en
verzekerde dat hij zyn kracht hoopte
te besteden aan het gemeen overleg,
dat de beste grondslag was tot het
bevorderen van het algemeen belang,
dan mogen wy er gerust by voe
gen, dat zyu vroegere plaats naast den
Voorzitter blijkbaar ook voor hem is
geweest een uitnemende leerschool om
door zyn taal en zijn wijze van debat-
teeren, vertrouwen te wekken en 't
hart te winnen van zyne aandachtige
hoorders."
Men ziet bier een groote eenstem
migheid van oordeeleen resultaat,
waarover de minister tevreden kan
zyn.
dat Te Boekhorst, toen men hem de
opmerking maakte, dat by vry veel
geld by zich had, de woorden sprak
„dat kon ik vanavond nog wel reis f
nooiig hebben." Ook toonde Te Boek-
horst zich in den laatstee tyd uiterst!
onverschillig, toen er sprake van was,
dat. de vereeniging eeu ander lokaal
zou zoeken voor hare wekelijksche
bijeenkomsten, en dit terwyl er overi
gens in zijn café zoo goed als niets
omtring.
Nog~ kwam een getuige de onge
wone, kalme houding van Te Boek
horst eu juffrouw Bijker op het ver
nemen der ramp bevestigen. Eindelijk
werd nu ook nog de dwaling van
den stalhouder opgehelderd, die meen
de den verwonde om half twaalf op
den A instel gezien te hebben. Immers
een andere getuige, die ook len ver
wonde op don Amstel heeft gezien,
kon overtuigend aantoonen, dat het
toen niet half twaalf, maar even vóór
één uur was. Eu Vrijdagochtend is
nog ten huize van V. d. Dool diens
winterjas iu beslag genomen, welke
door de weduwe Exter vry zeker
herkend werd als de vreemde jas,
welken zij iu den bewusten nacht on
der aan de trap harer woning vond
met een hoed, welke voorwerpen den
volgenden dag door V. d. Dool wer
den medegenomen. De weduwe bracht
voorts nog aan liet licht, dat Exters
wonden met lijnolie en kalkwater be
handeld waren toen by thuis kwam.
V. d. Dool heeft lijnolie en kalkwa
ter in zijn winkel.
De drie beklaagden ontkennen een
parig iiet hun ten laste gelegde. Te
Iloekhorst zegt den brand eu ontplof
fing niet te hebben veroorzaakt of
eenige medewerking daartoe te heb
ben verleend. Het huisraad, dat in
veiligheid werd gevonden, was hem
ontstolen, zeide hy. Alleen van het
verdwijnen van de stoelen en de tafel
wist hij; deze had hy aan Van Exter
ter reparatie gezonden.
Juffrouw Bijker gaf voor evenmin
geweten te hebben, dat haar huisraad
uit het huis was gedragen; omtrent
het kistje met gouden tientjes bleef
zy volhouden, dat zij het iu bewa
ring had gegeven aan eeu vriend om
het geld in de spaarbank te beleg
gen.
V. d. Dool verdedigde zich met
groote geslepenheid. Voor elk woord
\an den rechter had hy een weder
woord, hoewel hem menige laag ge
legd werd* Het gelukte'echter we!
de' beklaagden in tegenspraak met
elkander te brengen.
RECHTSZAKEN.
De brandstichting te
Amsterdam.
Vrijdag vernam de rechtbank nog
uit den mond van getuigen, dat V.
d. Dool in den nacht der ontploffing
omstreeks één uur in liet bierhuis
„De groote slok" iu de Amstelstraat
is geweest; dat de inboedel van Te
Boekhorst voor f 3000 verzekerd was
dat V. d. Dool en Exter in den voor
avond in de tappery van Te Boek
horst gezien zijn door een bezoeker,
die hoorde, dat V. d. Dool tot Exter
zeide: „Ik heb een zaakje voor je",
eu dat V. d. Dool in den na-avond
daar weer terug geweest en tot elf
uur gebleven is. J utfrouw Byker kon
geen aannemelijke verklaring geven,
waarom zy, toen de bezoekers weg
waren, niet terstond naar Maison
Stroucken is gegaan, doch nog tot
11 uur wachtte. Zy gaf voor, dat de
laatste bezoeker niet om half tien
maar om kwart voor elf was heen
gegaan en dat de klok stilstond,
zoodat de bezoeker zich moest ver
gissen maar dit werd ten stelligste
tegengesproken.
Ook kwam de jonge man vóór, die
des avonds het kistje met 40 gouden
tientjes van juffrouw Byker, in be
waring ontving, volgens Byker om
naar de spaarbank te brengen. Den
getuige was echter niet over de spaar
bank gesproken.
De voorzitter der vereeniging Sha
kespeare, die de uitvoering in Maison
Stroucken gaf, kon nog mededeelen,
Requisitoir.
Alsnu kwam het woord aan het
O. M. De.subst. officier van justitie
mr. Mentbolt schetste nog eens wat
in den nacht van 16—17 Mei gebeurd
is, welk achterdocht ontstond en hoe
dit leidde tot het instellen van een
vervolging.
Na de behandeling der zaak. was
het spr.'s overtuiging, dat alleen reke
ning moest worden gehouden met het
primair ten laste gelegde. En voor
een veroordeeling daarop moet aange
toond worden: lo. dat er brand is
geweest, 2o. dat er een ontploffing is
ontstaan en 3o. dat Exter den brand
beeft gesticht.
Spr. was van oordeel, dat de rap
porten der deskundigen die punten
voldoende bewyzen. Zij werden nog
bevestigd o. a. door de verklaringen
van de getuigen Symons en Fabius.
Bovendien wees spr. er op hoe Exter
medegewerkt heeft om de goederen
van Te Boekhorst naar zyn woning
lo doen overbrengen.
Dat do deuren met de knippen geslo
ten zyn geworden, daaruit maakte spr.
op, dat Exter iets te doen had, waarby
hy niet gestoord wilde worden.
Waar Exter geweest is tusschen
de ontploffing en zijn thuiskomst zal
wel altyd een raadsel blijven, maar
spr. meent te mogen aannemen, dat
v. d. Dool de man was die Exter
heeft thuis gebracht.
Dat Exter wel bedoeld heeft brand
en ontploffing, neemt spr. aan. Alleen
is de ontploffing te vroeg gekomen.
Eu die brand is gesticht iu overleg
met de drie beklaagden, met hun toe
stemming en op hun aandringen.
Vervolgens besprak het O. M. nog
uitvoerig het vervoeren der goederen,
bet huren van een bergplaats, enz. enz.
Het O. M. eischte tegen elk der
beklaagden een gevangenisstraf van
acht jaren.
Bamberg op Oud-Holland
Men zal zich herinneren dat in het
begin van de tentoonstelling van 1S95
de illusionist Bamberg op Oud-Hol
land te Amsterdam eenige voorstel
lingen gaf in een daarvoor ingerichte
tent en, toen hy, naar de meening
van het tentoonstellingsbestuur, de
orde verstoorde, van het terrein werd
verwyderd. De heer Bamberg stelde
toen eene vordering in tot schade
vergoeding tegen het Uitvoerend
Comité, maar werd door de Recht
bank niet ontvankelyk verklaard. De
heer Bamberg ging daarop iu hooger
beroep. Nadat eenige leden van het
Comité op verzoek van deD heer Bam
berg op vraagpunten waren gehoord,
en de zaak wederzijds was bepleitj
heeft, iiet Gerechtshof Vrydag het
vonnis der rechtbank bevestigd en
den heer Bamberg veroordeeld tot
betaling dor proceskosten.
Voor den heer Bamberg trad op
mr. D. E. Lioni, voor het Uitvoerend
Comité mr. W. Heineken.
verdronken. Een visschcr die zich
tijdens het ongeluk aan den oever van
liet meer bevond, werd dringend ora
hulp gesmeekt. Zonder gevaar voor
zyu leven had hjj misschien ook nog
de oogelukkigen kunnen redden. De
hardvochtige ellendeling bloei' echter
kalm staan en zei„Wie betaalt iny
daarvoor
Duitscliors ou Czeclien.
De opstootjes in Praag hebben nog
altyd arrestaties ten gevolge. Woens
dag zyn weer vier-eu-zestig personen
opgepakt, wegens misdrijven die ze
vóór de afkondiging van denkleinen
staat van beleg hadden gepleegd, onder
anderen vier-en-twintig wegens dief
stal.
Een woordentwist over de opstootjes
heeft aanleiding gegeven tot iwee duels
op do sabel, tusschen een Tsjechischen
officier van de reserve en een Duitsch
student en tusschen een Tsjechisch
student en eeu Duitschen koopman.
De beide Tsjechen werden gewond.
Een troep studenten l eeft opnieuw
een betooging gehouden tegen Be hea
rer-Kestner n de overige voorstan
ders ecner herziening van Dreyfus'
proces. Zy hadden het vooral op den
Benaat en op het bureau van de Fi
garo gemunt. Maar do politie bad
goed haar maatregelen genomen en
wiste-nstige wanordelijkheden te voor
komen. Toch is cr 's avonds op het
beursplein nog gevochten.
Een millionair op klompen
Te Berlyn is deze week een 76-
jarig man overleden, die ter ouder
scheiding van de vele andoren van
denzelt'den naam do milliocnen-Schult-
zo genoemd werd. Vóór 50 jaren
nam hy van zyn vader een stalhou
derij in een achterbuurt over met 12
paarden eu 8 rijtuigen. Hij breidde
de zaak allengs uit, leverde in de
oorlogen van 1866 cu 1870 vele pro
viandwagens en gaf in 1882 zyn zaak
over aan zijn zoon met 300 paarden
en 200 rijtuigen. Gelukkige specu
laties in terreinen verschaften {hem
bovendien eeu groot vermogen, dat
op 15 millioen mark geschat wordt.
Hy bleef in de achterbuurt wonen
en veegde nog zelf op klompen de
straat vóór zyn woning.
Diepzee-ondorzoekiageii.
Eenige dagen geleden is gemeld dat
de Duitsche ryksbegrooting, thans
ingedieud, een post van 300,000 Mk.
bevat voor diepzee-onderzoekingen. In
de toelichting zegt de regeeriog, dat
Duitschland do eenige by liet onder
zoek vau den Oceaan belang hebbende
staat is, die tot heden toe niet of byna
niet heeft deelgenomen aan het diep
zee-onderzoek, terwyl dat veld van
studie toch nog zoo uitgestrekt, en
hoogstwaarschijnlijk zoo vruchtbaar
is voor de wetenschap eu de praktijk.
In 'l bijzonder wordt gewezeu op het
voorbeeld van Lngeland, dat zich im
mers door de ChallcDger-expeditie
onvergaukelijken roem heeft verwor
ven. Het stoomschip, dat de Duitsche
regeering zich voorstelt, voor het diep
zee-onderzoek uit te rusten, zou in
Augustus van het volgende jaar ver
trekken, eerst kruisen tusschen Schot
land en de Sliethlands, en dan tus
schen de Canarische eilanden en Kaap
Vert, langs de westkust van Afrika
naar de Kaap en in dc Antarctische
wateren, vervolgeus in den indischen
Oceaan en de Roodo zee om na om
streeks negen maanden terug te kee-
ren. Vooral de streek waar de koude
Zuidpoolstroomingen en de warme
Indische stroomingen elkaar ontmoe
ten zou nauwkeurig onderzochtworden.
Het zingen der vogels.
In een wetenschappelijk Engelsch
tijdschrift verhaalt de heer B. B. Ri
viere het een en ander omtrent waar
nemingen aangaande den tyd, waarop
de vogels beginnen te zingen.
Hii bevond zich in April in het
graafschap Gloucester eu begaf zich
met eeu vriend te kwart voor 2 uur
iu den morgen naar eeu veld tusschen
den tuin van zyn huis en een bosch,
om aldus zooveel mogelijk vogels te
hooren. Het was zeer koud en zeer
donker. Te 2 uur zong een nachte
gaal. Te 2.25 begonnen de hanen in
de geheele omgeving te kraaien. Te
2.30 begon het te schemeren eu piepte
een rausch. Te 2.40 zongen de nach
tegalen zeer schoon. Te 3 uur wer
den niets dan nachtegalen gehoord.
Te 3.20 lieten een roodborstje en een
koekkoek zich hooren en te 3.25 een
roodstaart. Te 3.27 begonnen de leeu
weriken, schoon het nauwelijks licht
genoeg was om te lezen. Te 3.35
begonnen de merels en te 3.40 de
lijsters, die een kwartier later een
oorverdoovend leven maakten. Te 4
uur begon een mees eu een winter
koninkje eu te 4.10 een spreeuw.
VARIA.
GEHIENGD NIEUWS
Te Garusee (West-Pruisen) zyn iu
bet Brauhausmeer Donderdag zes
jonge lieden door het ys gezakt; drie
werden met moeite gered,lie overigen
Twee heoren hadden een feest bij
gewoond eu goed gedineerd, de wjjn
was verdienstelijk geweest en zij had
den zich niet onbetuigd gelaten.
Dientengevolgo waren zy een wei
nig aangeschoten en loodrechte lijnen
bekwamen in bun oog een bedenke
lijke helling, terwijl ook een rond
draaiende beweging van vaste voor
werpen daarmede gepaard ging.
Zy zouden gisteravond een concert
bezoeken en traden, steeds in opge
wonden toestand, de zaal binnen.
Verduiveld, zei de een, ik ga
weer heen daar wordt gedanstL