wonderens waardige kalmte de kalmte der martelaren uit de oud heid. Tien zijner volgelingen wachtten hem bij het ondergaan der zon aan het strand opallen te zamen bega ven zich in den nacht naar het be- i dreigde dorp en daar daar gaven zij zich aan Gods genade over. En toen wy hem aanzetten om te i blijven want zich daarheen te be geven, na onze hulp te hebben ge weigerd, dat was den dood, en nog. wel een echt Chineeschcn gruwcldood, j koelbloedig tegemoet loopen wei- i gerde hij. licht verstoord, toonde zich onwankelbaar, onverzettelijk, zonder echter veel woorden te verspillen of toornig te worden. Ik heb hen immers bekeerd en nu wilt ge dat ik ze aan hun lot overlaat, terwijl zij vervolgd worden om hun geloof? En zij zjjn zoogoed als m\jnkinderen, begrijpt ge dat niet? De officier van de wacht gaf, blijk- baar ontroerd, last dat een der ka no's in gereedheid gebracht zouwor- den, om hem naar de kust terug te brengen en wij allen drukten hem bij het atscheidnemen de hand. Altijd even kalm eu met dezelfde onbehol penheid, dezelfde schaarsheid van woorden, die wij in het begin bij hem i hadden opgemerkt, vertrouwde hij ons een brief toe, die voor een zijner ver wanten in Lotharingen besterad was, nam een kleinen voorraad Fransche tabak mee en aanvaardde de reis. En, terwijl de schemering viel. ble ven wij nog geruimen tijd het sil houet nastaren van dien apostel, die, door do zware, lauwe golven wegge- e dragen, in eenvoud zijn door de wereld li onopgomerkten martelaarsdood tege moet ging. De volgende week lichtten wij het anker en zetten koers, ik weel niet precies meer waarheen, en de ge beurtenissen, die nu volgden, legden onverdeeld beslag op ons en verdron gen alle vorige indrukken. Nooit hebben wy iets meer van hem ge hoord en ik geloof dat ik wellicht nooit meer aan hem gedacht zou heb ben, als de directeur der katholieke zendingen my niet inet nadruk ge vraagd had een kleine zeudclingsge- 5i schieden ls te schrijven. Ro'oniën. PARAMARIBO, *21 November: De heer W. Tb. Liems is ontsla gen als waarnemend geneesheer-direc teur van de inrichting voor melaat- schen Groot-Chatillon. Met ingang op 10 November 1897 isde beer J. J. F. M. Noren, officier van gezondheid 2de klasse, eervol ontheven van de waarneming van bo vengenoemde betrekking; 2e. voor den tyd van zes maanden benoemd tot districtsgeueesheer, tevens belast met de waarneming der bovengenoem de betrekking, de heer J. Fernandes, geneesheer te Paramaribo. De heer A. C. van der Bande La- costa, kapitein-luitenant ter zee, sta tions-commandant in de wateren van Buriname, is onder dankbetuiging voor de door hem bowezen diensten, op zijn verzoek, eervol ontheven van het oppertoezicht over liet dry vend mate rieel van het departement der koloniale vaartuigen. (W,l.) BINNENLAND Hof bericht. H. M. de Koningin heeft Dinsdag haar wandelritten te paard horvaten maakte ook Vrydagvoormiddag zoo- danigon tocht. H. M. begaf' zielig per rytuig naar het paleis van den Vorst en de Vorstin vonWied in liet. Korte Voorhout; waarheen op de achter plaats uit de koninklijke stallen de rijpaarden voor TI. M. en gevolg wa rén gebracht. H. M. te paard gestegen zijude, gekleed in amazone-kostuum met don kergroen jacquet, reed in gezelschap van barones Van Ittersum, hofdame, baron Bentinck, stalmeester, en luit.- kolonel jhr. v. d. Poll, adjudant, ge- volgd door een rijknecht, het Haagsche 3B Bosch in, en even voorbij de Bosch- 1 brug het rijpad van de Jacobalaan •langs, welke in draf gereden werd. Aan het einde van die laan maakte een peloton veldartillerie zonder be spanning bij het voorbijrijden van den koninklijken ruiterstoet halt eu front lb M. Opspoi'iüg verzocht. De commissaris van politie iu de afd. te 's Gravenhage verzoekt namens de ouders opsporing en aan- 'e houding vanlo. F. M., 21 jaren, ie gekleed met grijs bruinen hoed, pele- Trinemantel (grijs bruin), bruin fauta- ■J'siepak. Hy beeft den 2en Dec. jl.de e'ouderlijke woning verlaten, by zich ?'dragende in gewaste taf zijne studie- ID boeken, onder voorgeven te gaan naar "Delft, waar hy studeert als Indolo- eigisch student. ir 2o. Jane W. C. v. d. V., 19 jaren, met groene japon, grjjs mau- 1S feitje, zwarten hoed met geel lint en bloemen en staand boordje, J(waaromheen een schotsch lint. Zy is op denzelfden dag verdwijnen. P Het is niet onwaarschijnlijk, dat zij zich in eikaars gezelschap bevinden. Een vreemde visch. ie Men schrijft uit Maasbommel ie; Ter opheldering van hei door u uit ei iet Ulr. Dagbl. overgenomen bericht ■ei over een te Paterswolde gevangen sr vreemde vischdieneDc daar be- ie doelde waterbewoner kan m. i. geen ei andere zyn dan de z.g. lamprei. Deze ie visch gelijkt, wat vorm en kleur be treft, zeer veel op den aal of paling, la Hij onderscheidt zich van dezen: lo. ei door twee ryen van 7 gaatjes ter weerszijden van de keel eu 2o. door m een kleinen, ronden van lijne tandjes uivoorzienen bek, waarmede hy zich dflaan zijn voedsel kan vastzuigen. Hij diis, cienals de aal, een trekvisch en inkomt voor in al onze groote rivieren, waar hy op zekere tyden van het ei jaar in daartoe expresselijk vervaar korven (kubben) wordt ge- :u vangen. Hy wordt zelden zwaarder ïvdau K. G. en schijnt voor de keu- er keu minder gewenscht. De prjjs regelt ist zich hoofdzakelijk naar den voorraad :aieu de vraag door de kabeljauw-vis- erschers, want deze gebruiken hem als idiaan de snoeren. at Een neefje van dezen is zeker de prik of negenoogDe laatste naam zegt genoeg, als ik hier nog bijvoeg, dat men de lamprei ook wui zevenoog sou kuunen noemen. Cenlr. In de W. I. van II Nov. leest men: Berichten uit Carseveune, het betwist grondgebied tusschen Brazilië en Franscb-Guiana, vermelden ernstige onlusten, welke er op 22 Kept, tusschen Engelschen, Fransehen en Hollanders plaats hadden. Aanleiding tot de quaestie was een corjaai welke een Ho.lander aan een Engelschman had verkocht. Omsingeld door verscheidene En- gelschen greep de Hollander een riem en bracht daarmee zyn tegenstander een slag toe, waarna hy het hazenpad koos. De Engelschen kwamen toen bijeen en vielen 's nachts liet huis van den Hollander aan, mishandelden en ver dreven de daarin aanwezige Hollan ders, en slechtten daarop het huis. De Hollanders zochten daarop hulp bij de Franschen en vielen toen ge zamenlijk de Engelschen aan, namen vijf hunner op 25 September gevan gen en zonden ze per Franschen stoomer Liffgeld dea 27on d.a.v. naar Cayenne. Begrijpende dat, na het afzenden der Engelschen, opnieuw ongeregeld heden zouden plaats hebben, vormden dc inwoners een kleine gewapende bende, die in last kreeg langs de stra ten te patrouilleeren. Een Engelschman, die zich verbor gen had weten te houden, deed een vruchtelooze poging om een der pa trouilles te ontwapenen. Op 28 September brak er in het hu s van eenEngelschman aan deNoord- zjjde van de stad brand uit, die Zich tot liet zuidelijk deel der stad uit breidde. Eu nader onderzoek bewees, dat de brand door aanwending van petroleum, dynamiet en andere brandmiddelen was ontstaan. Op enkele huizen na, buiten de stad gelegen, brandde alles af! De toestand in Carsevenne is hache lijk. Brazilianen, die er jaren woon den, hebben die plaats verlaten, uit vrees dat nog ernstige onlusten er zullen volgente meer nu Engelsche en Fransche goudzoekers de wet in eigen hand hebben genomen en byge- gevolg er doen wat zy verkiezen. In de N. Sur. Cl. lezen we het volgende „In tegenstelling van de Duitsche kolonisatie, welker proef misluki is en die, zooals het zich door de waar schuwende stem van den huidigen gouverneur laat aanzien, zich niet zal herhalen, hebben wij hoop eerlang een Hollandsche kolonisatie te wach ten, van welke een wakker man, de lieer G. de Vries, en een metgezel, S. Jalink, de promotors zijn en die zelve hier een proef daartoe nemen; hierin gesteund door de oude alhier zijnde Hollandsche kolonisteu, doch vooral door den heer Van Brussel. „De Vries, geboortig uit Noord- Holland, kwam hier aan den 15en Augustus, met zijn vriend Jalink. „De Vries heeft niet stil gezeten, maar zich steeds met handenarbeid onledig gehouden en zelfs zeer zwa- ren arbeid, tot by zich in zooverre heeft geacclimatiseerd, dat hy de kolonisatieproof op zich zelve geno men, als gelukt heeft beschouwd, en zich thans zal gaan vestigen als landbouwer op een stuk land aan de Kasabaholokreek, op een afstand van ongeveer 15 K.M. van waar deze kreek in het Kanaal van Saramacca uitwatert. ..Er by moet nog gevoegd worden, dat de heer De Vries vóór zyn ver trek uit Nederlaud, uit liefhebberij een studie heeft gemaakt van den cacaoboom in den Hortus Botanicus/ scbippcry is. Zyn hoofdbezwaar tegen de door B. eu W. voorgestelde wijzi ging schijut gelegen in dat gedeelte, wat de bevoegdheid geeft, om voor een loopend jaar bij wijze van uitkoop het haven- en kaaigeld ineens bij voor uitbetaling te voldoen. Als bewys voor liet door sommigen meerder te betalen, als een gevolg van die wijziging, wordt als voorbeeld gesteld ..Een schip, groot 35 ton, doet we kelijks twee reizen. Volgens de be staande verordening betaalt de schip per 35 maal 60 et. is f21 per jaar, volgens de gewijzigde zal hij moeten betalen 35 maal fl.35 is f 17.25 of f26.25 per jaar meer. Een vaartuig dat dagelijks dus 6 maal per week, in Haarlem komt, zal, wanneer het 60 ton meet, nu be talen 60 maal f 1.20, is f 72 per jaar. Worden dc voorgestelde wijzigingen aangenomen, dan zal de eigenaar moe ten betalen 60 maal f2.70 is f162 dus f 90 meer. Gaarne erken ik, dat dit voor en kelen eene onaangename verandering geeft, maar beweer tevens dat. wil men tegenover een ieder gelijke bil lijkheid betrachten, deze verandering eene noodzakelijkheid was, om de wan verhouding te verminderen, die na de invoering van het thans nog geidende tarief is ontstaan. Dit aan ieder dui delijk te maken is dus het doel van deze voorstelling. Als vaststaande dient aangenomen te worden, dat de gemiddelde tyd dat de vaart gesloten is door ijs hoogstens 6 weken bedraagt, zoodat 46 weken per jaar open vaarwater overblijft. Gesteld nu dat bovengenoemd vaar tuig van 35 ton wekelijks 2 reizen en geen uitkoop van haven- en kaai geld konde verkrijgen, dan zoude liet haven- en kaaigeld daarvoor te be talen zyn3 ct. per ton voor iedere reis, dus voor de 92 reizen 3 maal 35 maal 92 is f96.60 per jaar. Nu zal dit vaartuig volgens de voorge stelde verordening kunnen volstaan met de betaling van f 47.25, dus een besparing van f49.35 of ruim 51°;„. Het boven voorgestelde vaartuig van 60 ton, dat wekelijks 6 reizen doet en geen uitkoop was toegestaan, zoude te betaleu hebben 6 maal 46 reizen, zijnde 276 maal 60 maal 3 is f 496.80, wtlk bedrag zal kunnen wor den afgekocht met f162. zijnde eene besparing van f334.S0 of ruim 67"/o. De hier volgende staat geeft van de op den thans geldenden grondslag van 3 ct. per ton voor haven- en kaai geld, ongeveer in percenten, by uit koop te betalen rechten een juist overzicht, zooals die zullen geregeld zijn by de voorgestelde wyziging in vergelyking bij de thans geldende. ri S 5 EKEEKE Z.^O2 B- O i Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich. niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatstwordt de copij niet aan den inzender terug gegeven. Verordening op liet haven en kaaigeld. Mijnheer de Redacteur! In Uw blad van Maandag 6 Dec, werd een ingezonden stuk opgenomen, dat de strekking had om de door B. en W. voorgestelde wyziging tot hef fing van haven- en kaaigeld niet goed te keuren. De ongenoemde inzender (geen be langhebbende?) erkent, dat tegen de nu geldende verordening gegronde grieven bestaan en wenscht die ook gewyzigd, doch zoo dat het werkelijk eene wijziging in het belang der -X C 75 w <p a KiSass P 2^ a 0 O O e. a N 75 - ,2? O M O Cl, a .2 ©h— -© is .K5 Hieruit blijkt dus ten duidelijkste, dat eene meer gelijkmatige verdeeling der voordeelen bij uitkoop aan de schipperij wordt opengesteld, die al naarmate het aantal reizen per week te doen belangrijker wordt, met ver mijding der wanverhouding, die uit de beide laatste kolommen blijkt. I dankzeggende voor de opname, H. T. Peltknburg. Pers Overzicht. Het optreden van den Min. van justitie. De eerste rede, die de minister van justitie Woensdag in de kamer hield heeft op velen een gunstigen indruk gemaakt. Zoo zegt de Standaard in zijn Kamer-overzicht, dat hy in waar heid eeu uitnemend redenaar is, als zoodanig hooger dan minister Pierson staande. Logisch is zijn betoogtrant; kort en zakelijk is de toelichting van het aan de orde zijnde onderwerp. Verstaanbaar tot in alle hoeken der vergaderzaalniet schromende voor zyne overtuiging uit te komen. Waar de heer Pierson er zoo dikwijls over heen stapt met een luchthartigheid, die dikwijls de verbazing van de Ka mer opwekt, merkt het anti-rev. blad verder opspreekt deze nieuwe mi nister wel is waar min of meer professoraal, alsof hy college geeft maar dan toch zonder er doekjes om te winden. De N. Rolt. Ct. is over de wjjze van spreken van den minister al oven best te spreken. Het blad laat zich in dezer voege uit..Men spreekt wel van een proefstuk, dat een meester stuk is. De rede, waarmee de minis ter Gort van der Linden zijne intrede iu de parlementaire beraad slaging lieoft gehouden, beantwoordt aan die bepaling. In dit betoog paarde de gekuischtheid der uiterlijke voor dracht zich aan meesterschap over het onderwerp, aan logische en smaak volle groepeering der deeleu, aan bon- \digbeid en klaarheid. Er straalde j tevens, by zorgvuldig vasthouden aan i het zakelijke, iets in door van dien J idealistischen gloed, door welken dc herinnering aan den minister Modder man, voor wie dezen aan de regeerings- tafel geleend hebben, onvergetelijk is' gebleven." De Telegraaf overzicht schrijver is van meening, dat inderdaad erkend moet worden, dat de heer Gort van der Linden op voortreffelijke wijze zyn standpunt tegenover de verschil lende richtingen iu de Kamer heeft aangegeven. Terwyl hy met groote beslistheid voor zijn beginseleu uitkomt en datgene waar bij niet mee kan in stemmen, hetzij op practische gronden, zooals het verbod van bordeeicn, het zij op principieele gronden, zooals de wederinvoering van de doodstraf, met grooten nadruk bestrijdt, is hij uiterst voorkomend eu toeschietelijk, zoo dik wijls er iets van hora gevraagd wordt, wat hij billijk acht en zonder verza king van zijn beginselen meent te kunnen inwilligen. Het oordeel van het Vaderland komt in vele opzichten met dat van de Standaard overeen, waar het blad doet opmerken: „Dc eerste rede van den Minister van Justitie maakte op de Kamer den voortreffelfiksten in druk. Een uitstekende ordening der verschillende punten, een klaar en be knopte uiteenzetting van de beteeke- uis van elk punt, een scherpe ea bon dige argumentatie, een beslist uitspre ken van eigen overtuiging, en dat ailes met sonore stem, niet al te haastig voorgedragen, in een toon van welwil lende tegemoetkoming. Men behoeft ten aanzien vau 's Ministers inzichten en bedoelingen geen oogenblik in het duister rond te tasten. Het Handelsblad zegt: „De rede was inderdaad een genot om aan te hooren. De onderwerpen waren be hoorlijk gegroepeerd, de toon was op gewekt, de argumentatie duidelijk en sober, eu wat voor ons journalis ten zeker eene zaak van ovet wegende beteekenis is steeds volkomen ver staanbaar. Bij deze eerste ontmoeting met de Kamer is /gebleken, dat de nieuwe minister zich- iu zyn tegen- woordigen werkkring geheel en al op zyn plaats gevoelt en is. Hei Nieuws houdt iu zyn kamer overzicht de navolgende lofspraak op des ministers rede ..Er sprak een geest vanonbeperk- ten vrijheidszin, van groote waarheids- diefde. van trouwe openhartigheid bovenal uit de welsprekende rede, waarmede hedenmorgen de Minister van Justitie, de lieer Gort van der 1 .inden, de verschillende sprekers, die by liet algemeen debat over Hoofd stuk III der Staatsbegrooting over 1898 het woord hadden gevoerd, be antwoordde. Zelden nog heeft een Minister, zonder ook maar in de ver ste verte den indruk te willen vesti gen van een politiek allemaus-vriend te zijn, zóo de geheele Kamer, althans mannen van allerlei richting bevredigd. Men herkende overigens iu dezen man een staatsman, die met recht is „noirri dans le serail, il eu connait les détours." en wanneer de Minister aan het slot van zijn, door sommigen met handgeklap begroette rede en dat handgeklap kwam niet van liberale zijde by voorkeur dankend voor de welwillendheid waar mede hij werd begroet en de hoop uitende dat hy, met den steun der Kamer, aan het in hem gestelde ver trouwen voldoen eu de van hem ge koesterde verwachtingen vervullen mocht, herinnerde hoe hy zijn pu blieke carrière als commies-griffier dezer Kamer hebbende aangevangen, hier geleerd had eerbied te koesteren ook voor liet gevoelen van anders denkenden, en dat die eerbied eigen overtuiging versterkt en loutert en verzekerde dat hij zyn kracht hoopte te besteden aan het gemeen overleg, dat de beste grondslag was tot het bevorderen van het algemeen belang, dan mogen wy er gerust by voe gen, dat zyu vroegere plaats naast den Voorzitter blijkbaar ook voor hem is geweest een uitnemende leerschool om door zyn taal en zijn wijze van debat- teeren, vertrouwen te wekken en 't hart te winnen van zyne aandachtige hoorders." Men ziet bier een groote eenstem migheid van oordeeleen resultaat, waarover de minister tevreden kan zyn. dat Te Boekhorst, toen men hem de opmerking maakte, dat by vry veel geld by zich had, de woorden sprak „dat kon ik vanavond nog wel reis f nooiig hebben." Ook toonde Te Boek- horst zich in den laatstee tyd uiterst! onverschillig, toen er sprake van was, dat. de vereeniging eeu ander lokaal zou zoeken voor hare wekelijksche bijeenkomsten, en dit terwyl er overi gens in zijn café zoo goed als niets omtring. Nog~ kwam een getuige de onge wone, kalme houding van Te Boek horst eu juffrouw Bijker op het ver nemen der ramp bevestigen. Eindelijk werd nu ook nog de dwaling van den stalhouder opgehelderd, die meen de den verwonde om half twaalf op den A instel gezien te hebben. Immers een andere getuige, die ook len ver wonde op don Amstel heeft gezien, kon overtuigend aantoonen, dat het toen niet half twaalf, maar even vóór één uur was. Eu Vrijdagochtend is nog ten huize van V. d. Dool diens winterjas iu beslag genomen, welke door de weduwe Exter vry zeker herkend werd als de vreemde jas, welken zij iu den bewusten nacht on der aan de trap harer woning vond met een hoed, welke voorwerpen den volgenden dag door V. d. Dool wer den medegenomen. De weduwe bracht voorts nog aan liet licht, dat Exters wonden met lijnolie en kalkwater be handeld waren toen by thuis kwam. V. d. Dool heeft lijnolie en kalkwa ter in zijn winkel. De drie beklaagden ontkennen een parig iiet hun ten laste gelegde. Te Iloekhorst zegt den brand eu ontplof fing niet te hebben veroorzaakt of eenige medewerking daartoe te heb ben verleend. Het huisraad, dat in veiligheid werd gevonden, was hem ontstolen, zeide hy. Alleen van het verdwijnen van de stoelen en de tafel wist hij; deze had hy aan Van Exter ter reparatie gezonden. Juffrouw Bijker gaf voor evenmin geweten te hebben, dat haar huisraad uit het huis was gedragen; omtrent het kistje met gouden tientjes bleef zy volhouden, dat zij het iu bewa ring had gegeven aan eeu vriend om het geld in de spaarbank te beleg gen. V. d. Dool verdedigde zich met groote geslepenheid. Voor elk woord \an den rechter had hy een weder woord, hoewel hem menige laag ge legd werd* Het gelukte'echter we! de' beklaagden in tegenspraak met elkander te brengen. RECHTSZAKEN. De brandstichting te Amsterdam. Vrijdag vernam de rechtbank nog uit den mond van getuigen, dat V. d. Dool in den nacht der ontploffing omstreeks één uur in liet bierhuis „De groote slok" iu de Amstelstraat is geweest; dat de inboedel van Te Boekhorst voor f 3000 verzekerd was dat V. d. Dool en Exter in den voor avond in de tappery van Te Boek horst gezien zijn door een bezoeker, die hoorde, dat V. d. Dool tot Exter zeide: „Ik heb een zaakje voor je", eu dat V. d. Dool in den na-avond daar weer terug geweest en tot elf uur gebleven is. J utfrouw Byker kon geen aannemelijke verklaring geven, waarom zy, toen de bezoekers weg waren, niet terstond naar Maison Stroucken is gegaan, doch nog tot 11 uur wachtte. Zy gaf voor, dat de laatste bezoeker niet om half tien maar om kwart voor elf was heen gegaan en dat de klok stilstond, zoodat de bezoeker zich moest ver gissen maar dit werd ten stelligste tegengesproken. Ook kwam de jonge man vóór, die des avonds het kistje met 40 gouden tientjes van juffrouw Byker, in be waring ontving, volgens Byker om naar de spaarbank te brengen. Den getuige was echter niet over de spaar bank gesproken. De voorzitter der vereeniging Sha kespeare, die de uitvoering in Maison Stroucken gaf, kon nog mededeelen, Requisitoir. Alsnu kwam het woord aan het O. M. De.subst. officier van justitie mr. Mentbolt schetste nog eens wat in den nacht van 16—17 Mei gebeurd is, welk achterdocht ontstond en hoe dit leidde tot het instellen van een vervolging. Na de behandeling der zaak. was het spr.'s overtuiging, dat alleen reke ning moest worden gehouden met het primair ten laste gelegde. En voor een veroordeeling daarop moet aange toond worden: lo. dat er brand is geweest, 2o. dat er een ontploffing is ontstaan en 3o. dat Exter den brand beeft gesticht. Spr. was van oordeel, dat de rap porten der deskundigen die punten voldoende bewyzen. Zij werden nog bevestigd o. a. door de verklaringen van de getuigen Symons en Fabius. Bovendien wees spr. er op hoe Exter medegewerkt heeft om de goederen van Te Boekhorst naar zyn woning lo doen overbrengen. Dat do deuren met de knippen geslo ten zyn geworden, daaruit maakte spr. op, dat Exter iets te doen had, waarby hy niet gestoord wilde worden. Waar Exter geweest is tusschen de ontploffing en zijn thuiskomst zal wel altyd een raadsel blijven, maar spr. meent te mogen aannemen, dat v. d. Dool de man was die Exter heeft thuis gebracht. Dat Exter wel bedoeld heeft brand en ontploffing, neemt spr. aan. Alleen is de ontploffing te vroeg gekomen. Eu die brand is gesticht iu overleg met de drie beklaagden, met hun toe stemming en op hun aandringen. Vervolgens besprak het O. M. nog uitvoerig het vervoeren der goederen, bet huren van een bergplaats, enz. enz. Het O. M. eischte tegen elk der beklaagden een gevangenisstraf van acht jaren. Bamberg op Oud-Holland Men zal zich herinneren dat in het begin van de tentoonstelling van 1S95 de illusionist Bamberg op Oud-Hol land te Amsterdam eenige voorstel lingen gaf in een daarvoor ingerichte tent en, toen hy, naar de meening van het tentoonstellingsbestuur, de orde verstoorde, van het terrein werd verwyderd. De heer Bamberg stelde toen eene vordering in tot schade vergoeding tegen het Uitvoerend Comité, maar werd door de Recht bank niet ontvankelyk verklaard. De heer Bamberg ging daarop iu hooger beroep. Nadat eenige leden van het Comité op verzoek van deD heer Bam berg op vraagpunten waren gehoord, en de zaak wederzijds was bepleitj heeft, iiet Gerechtshof Vrydag het vonnis der rechtbank bevestigd en den heer Bamberg veroordeeld tot betaling dor proceskosten. Voor den heer Bamberg trad op mr. D. E. Lioni, voor het Uitvoerend Comité mr. W. Heineken. verdronken. Een visschcr die zich tijdens het ongeluk aan den oever van liet meer bevond, werd dringend ora hulp gesmeekt. Zonder gevaar voor zyu leven had hjj misschien ook nog de oogelukkigen kunnen redden. De hardvochtige ellendeling bloei' echter kalm staan en zei„Wie betaalt iny daarvoor Duitscliors ou Czeclien. De opstootjes in Praag hebben nog altyd arrestaties ten gevolge. Woens dag zyn weer vier-eu-zestig personen opgepakt, wegens misdrijven die ze vóór de afkondiging van denkleinen staat van beleg hadden gepleegd, onder anderen vier-en-twintig wegens dief stal. Een woordentwist over de opstootjes heeft aanleiding gegeven tot iwee duels op do sabel, tusschen een Tsjechischen officier van de reserve en een Duitsch student en tusschen een Tsjechisch student en eeu Duitschen koopman. De beide Tsjechen werden gewond. Een troep studenten l eeft opnieuw een betooging gehouden tegen Be hea rer-Kestner n de overige voorstan ders ecner herziening van Dreyfus' proces. Zy hadden het vooral op den Benaat en op het bureau van de Fi garo gemunt. Maar do politie bad goed haar maatregelen genomen en wiste-nstige wanordelijkheden te voor komen. Toch is cr 's avonds op het beursplein nog gevochten. Een millionair op klompen Te Berlyn is deze week een 76- jarig man overleden, die ter ouder scheiding van de vele andoren van denzelt'den naam do milliocnen-Schult- zo genoemd werd. Vóór 50 jaren nam hy van zyn vader een stalhou derij in een achterbuurt over met 12 paarden eu 8 rijtuigen. Hij breidde de zaak allengs uit, leverde in de oorlogen van 1866 cu 1870 vele pro viandwagens en gaf in 1882 zyn zaak over aan zijn zoon met 300 paarden en 200 rijtuigen. Gelukkige specu laties in terreinen verschaften {hem bovendien eeu groot vermogen, dat op 15 millioen mark geschat wordt. Hy bleef in de achterbuurt wonen en veegde nog zelf op klompen de straat vóór zyn woning. Diepzee-ondorzoekiageii. Eenige dagen geleden is gemeld dat de Duitsche ryksbegrooting, thans ingedieud, een post van 300,000 Mk. bevat voor diepzee-onderzoekingen. In de toelichting zegt de regeeriog, dat Duitschland do eenige by liet onder zoek vau den Oceaan belang hebbende staat is, die tot heden toe niet of byna niet heeft deelgenomen aan het diep zee-onderzoek, terwyl dat veld van studie toch nog zoo uitgestrekt, en hoogstwaarschijnlijk zoo vruchtbaar is voor de wetenschap eu de praktijk. In 'l bijzonder wordt gewezeu op het voorbeeld van Lngeland, dat zich im mers door de ChallcDger-expeditie onvergaukelijken roem heeft verwor ven. Het stoomschip, dat de Duitsche regeering zich voorstelt, voor het diep zee-onderzoek uit te rusten, zou in Augustus van het volgende jaar ver trekken, eerst kruisen tusschen Schot land en de Sliethlands, en dan tus schen de Canarische eilanden en Kaap Vert, langs de westkust van Afrika naar de Kaap en in dc Antarctische wateren, vervolgeus in den indischen Oceaan en de Roodo zee om na om streeks negen maanden terug te kee- ren. Vooral de streek waar de koude Zuidpoolstroomingen en de warme Indische stroomingen elkaar ontmoe ten zou nauwkeurig onderzochtworden. Het zingen der vogels. In een wetenschappelijk Engelsch tijdschrift verhaalt de heer B. B. Ri viere het een en ander omtrent waar nemingen aangaande den tyd, waarop de vogels beginnen te zingen. Hii bevond zich in April in het graafschap Gloucester eu begaf zich met eeu vriend te kwart voor 2 uur iu den morgen naar eeu veld tusschen den tuin van zyn huis en een bosch, om aldus zooveel mogelijk vogels te hooren. Het was zeer koud en zeer donker. Te 2 uur zong een nachte gaal. Te 2.25 begonnen de hanen in de geheele omgeving te kraaien. Te 2.30 begon het te schemeren eu piepte een rausch. Te 2.40 zongen de nach tegalen zeer schoon. Te 3 uur wer den niets dan nachtegalen gehoord. Te 3.20 lieten een roodborstje en een koekkoek zich hooren en te 3.25 een roodstaart. Te 3.27 begonnen de leeu weriken, schoon het nauwelijks licht genoeg was om te lezen. Te 3.35 begonnen de merels en te 3.40 de lijsters, die een kwartier later een oorverdoovend leven maakten. Te 4 uur begon een mees eu een winter koninkje eu te 4.10 een spreeuw. VARIA. GEHIENGD NIEUWS Te Garusee (West-Pruisen) zyn iu bet Brauhausmeer Donderdag zes jonge lieden door het ys gezakt; drie werden met moeite gered,lie overigen Twee heoren hadden een feest bij gewoond eu goed gedineerd, de wjjn was verdienstelijk geweest en zij had den zich niet onbetuigd gelaten. Dientengevolgo waren zy een wei nig aangeschoten en loodrechte lijnen bekwamen in bun oog een bedenke lijke helling, terwijl ook een rond draaiende beweging van vaste voor werpen daarmede gepaard ging. Zy zouden gisteravond een concert bezoeken en traden, steeds in opge wonden toestand, de zaal binnen. Verduiveld, zei de een, ik ga weer heen daar wordt gedanstL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 7