T wesde Editie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. FEUILLETON. PRINS BORGENSKY. ISe Jaargang. Dinsdag 14 December 1897, No 4435 HAARLEM'S DAGBLAD ^BOlsTlsrEinVCElNrTS^I^XvJS Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 «de omstreken en franco per post 0.371/2 J^D^IEIEiTIEILXTlSlsr: Van 1 5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt, dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. LAUBE Co. JOHN F. JONES, Suae., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering£van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN bet Arropdissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer /0,15; Reclames per regel f0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemendaalSandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN, bij de tolSpaarndamC. HARTENDORPZandvoortG. ZWEMMER; Veleen, W. J. RUIJTER Beverwijk, J. HOORNS; HülegomA RLE HOPMAN, Molenstraat Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Politiek Overzicht. De aandacht heeft getrokken een artikel van de Neue Freie Fresse te W'eenen, waarin de belangrijke ge- rólgen worden besproken, welke voor )ostenryk en Hongarije uit een oven- iueel tolverbond zullen voortspruiten. Als beide partyen haar speciale lelangen verdedigen by deonderhan- lelingen. welke om do tien jaar moe- en terugkeeren, dan wekt dat, zegt iet blad, niet meer vijandschap dan ilke andere moeilijke onderhandeling >ver de voorwaarden van eenig ander erdrag. In beide helften van het ryk ver verpen kooplieden, industrieelen, de ireede kringen van producenten, de tleine bedrijven en de handel elke ;edachte aan een economischen oor- og. De scheiding omtrent de doua- lenreehten zal onaangeroerd blijven laaraan twijfelt niemand. Maar reeds leeft de tegenwoordige oneenigheid iet betrcurenwaardige gevolg gehad, lat het agio is verhoogd; zulks moet liet worden vergeten. Het blad ver- angt daarom, dat de Oostenryksche longaarsche Bank en de beide re deringen zich zullen vereenigen in een len gemeenschappelen arbeid, om door ijdige hulp het agio te doen verdwij len of te verminderen. Een politiek agio is altijd minder gevaarlijk dan een oconomisch agio, ïetwelk door een verstandige politiek can worden verzacht. De monarchie erlangt naar rust, welke eerst kan erngkeeren, wanneer de wet over den 'oorloopigen „Ausgleich" wordt goed gekeurd door de Hongaarsche afge- raardigden. Er moge komen, wat er wil, een icheiding is onmogelijk. Hongarije in Gostenryk zullen tot eenstemmig- ïeld komen. In de zitting van Zaterdag van den luitschen Rijksdag werd door den Socialistische afgevaardigde Bebel ge raagd, waar do door den rykskanse- ier beloofde afschaffing van hetcoa- Itie-verbond bleef. Het antwoord van !en rijkskanselier hierop was, dat by te daartoe trekkende belofte niet ge- laan had maar slechts eene algeraeene lerziening van de desbetreffende wet- elyke voorschriften in de verscbil- ende Bondsstaten in uitzicht zijn ge- iteld. Op eene regeling dezer |uaestie door de rijkswetgeving wilde lij nader terugkomen. De staatssecretaris van marine von ?irpitz verklaarde van prins Bismarck en brief ontvangen te hebben, waarin leze zich voor de vlootwet ver jaarde. Maandag voortzetting. By de beraadslaging over de be- rrooting van oorlog in deze zitting verd de duelquaestie nog ter sprake ebracht. De minister van oorlog be- ntwoordde de vraag, of door de ka- linetsorder van den Keizer over het weegevecht het duelloeren in het eger merkbaar minder wordt. De ïinister zeide: De Keizer verlangt de duels zoveel mogelijk te vermin-1 de Haagsche bladen, zeer bescheiden, deren. Natuurlijk zyn duels strafbaar, dat een beroerte hem wegrukte, maar De minister heeft slechts van twee j het is niet lang een geheim gebleven, j„.i_ -c^. ^at kolonel de Smaguine zich door veigif het leven heeft benomen. Wat bewoog een jong en oogen- schijniyk levenslustig man tot dezen coup de désespoir Daarover verdiept men zich in gissingen en doen allerlei verhalen de ronde. De meest aan nemelijke is wel deze, dat kolonel do Smaguine de voorkeur heeft ge schonken aan den dood boven een hopelooze liefde. En zoo dit gerucht juistheid bevat, kan men zeggen, dat heb aantal drames d'amour in de duels vernomen. Voor den soldaat zullon er altyd gevallen zyn, dat de eer hem meer gelden moet dan het leven. Volgens het oordeel van den minister moest iedereen, ook de offi cieren, de beschaafde vormen zooveel mogelijk in acht nemen, en de eer van een ander even hoog stellen als zyn eigen eer. Dan zouden de klachten van zelf ophouden. Met toejuichingen werden deze woorden begroet Het geschil tussclien China en Duitschland is zoo goed als opgelost. j Noderlandsche residentie (wie zou ze Duitschland weigert te onderhandelen over de bezetting van Kiaotsjou. De gouverneur van Sjan-toeng is afge zet. Geenerlei monopolie van spoor wegen of mijnen wordt aan Duitsch land verleend, maar ceteris paribus zal Duitschland de voorkeur hebben. De onmiddellpo omgoving van Kiao tsjou wordt uitsluitend onder Duitsch beheer gesteld. China geeft toe op alle andere punten. Wolff's bureau verneemt dat bet bericht uit Sjanghai aan de Times volgens hetwelk de Duitscbers bin nenkort de baai van Kiaotsjou in ruil voor die van Sam-sah verlaten zouden, een verzinsel is. Volgens den correspondent van de Daily Chronicle te Washington wint in de Amerikaansche staatkundige kringen de overtuiging veld, dat Spauje een oorlog met de Vereenigde Staten wil uitlokken, teneinde daarin afleiding te vinden voor zyn vele moeilykheden elders. v< Dit bericht is niet zeer aanneembaar SpaDje moet toch begrijpen, dat het aldas van de wal in de sloot zou komen. BINNENLAND Haagsche Brieven. Sedert den dood van wijlen den Koning ging door de straten der re sidentie geen militaire begrafenisstoet van den omvang als dien, waarmede de laatste overblijfselen van den Rus- sischen kolonel de Smaguine naar het staatsspoor-station, werden overge bracht. Het was een imposante stoet. En te verwonderen was bet niet, dat zoo vele opper- en hoofdofficieren van alle wapens, een gansche drom van van goud schitterende militairen, denlyk- wagen volgden. Want Dimitri de Smaguine, de eerst 35-jarige militair attaché dei- Russische legatie, die zijn tyd tus- schen Brussel en den Haag verdeelde (hy was by beide hoven geaccredi- teerd) was een bijzonder getapt" j kero hoogte te verklaren zoeken in het kleine Haagjeweder met een is vermeerderd. Niet minder sensatie dan door het verscheiden van dezen diplomaat is gewekt door het feit, dat de heer Jan Stoffel, lid van de Tweede Ka mer voor Deventer, in de „Witte" Sociëteit is gedeballoteerd. Do ver ontwaardiging in parlementaiie krin gen is vooral groot en ook daar buiten sedert men weet, dat 's hee- ren Stoffels minder of meer radicale begrippen omtrent grondeigendom slechts voor zeer weinigen een argu ment zyn geweest om hem uit dit geenszins iilustro gezelschap te we- ren.Persoonlyke veeten, uit het district van den afgevaardigde geboortig, heb ben speciaal gegolden en men wyst met den vinger een der ond-liberale leden van de Tweede Kamer aan, die de min benydenswaardige taak op zich had genomen met deze per soonlijke argumenten tegen den heer Stoffel te colporteeren. Bijtend, maar niet onverdiend is dan ook de spot van „Uilenspiegel", die zegt, dat men den heer Stoffel niet toeliet, omdat er op de Witte al Stoffels genoeg zyn. Meer zal ik er niet van zeggen, want ik heb nog een onverkwikkelijk verhaal in myn notitieboekje staan. Men beweert, maar ik dien hierbij do noodige reserve in acht te nemen, dat misbruik is gemaakt van de om standigheid, dat de kieswet voor schrijft hot publiceeren van de na men der kiezers die een candidaat stellen. De heer Troelstra heeft juist in de Kamer daarvan een staaltje mede gedeeld. Het onderhavige geval droeg zich aldus toe: vier bestellers van het postkantoor hebben korten tyd geleden eervol ontslag uit den dienst gekregen. Nu wil bet toeval dat de directeur een politiek tegenstander is van deze vier bestellers, wier namen in Juni jl. voorkwamen onder de candidaatstelling van den radicaal Mol. Het is volstrekt niet noodig, dat er tusscben dit feit en het ont slag eenig verband is, doch het pu bliek zoekt er en dat is tot ze verband man, zeer gaarne gezien in den kring achter. Onder reserve heb ik mede der diplomatie en by de Hollandsche gedeeld, wat mij is verteld {en met wapenbroeders, met wie hy zoo me- voorbehoud van die reserve, durf ik nigemanoeuvre of jaebtritmedemaakte1 de meening uitspreken, dat een ambte en by wier feesten hy een gezellig lyke verklaring een einde maken kameraad was. j moet aak een onzekerheid die by bet Dezen officier was de dood op het groote publiek het vermoeden van veld van eer niet gegundhy scheidde machtsmisbruik open laat. vrywillig uit het leven. Wèl meldden De door de Regentes vastgestelde weg, te volgen bij den intocht der gekroonde Koningin, heeft by de be woners der drukke winkelstraten eenige teleurstelling gewekt. Zy voor zagen reeds Yankee-prijzen voor hun vensters en kamers. Toch dunkt my, dat de weg met groot beleid is gekozen, daar hy uitsluitend voert door breedo straten, deels ook door het Bosch, waar tienduizenden een prachtige gelegenheid kunnen vinden om den stoet te zien voorbijtrekken. In de nauwe straten zouden onge lukken niet uitblijven en de taak van politie en garnizoen, met het handhaven der orde belast, bovenmate worden bezwaard. En dan is er nog iets, dat mij bijzonder bevreemdt in deze uitingen van teleurstelling. De eigenlijke in tocht der Koningin zal op zyn hoogst zeg een twintig minuten, een half uur duren. Maar het lijdt toch geen twij fel of de jonge Koningin zal in de volgende dagen bijna de geheele stad doorrijden om overal de versierde straten te bezoeken. Dan kunnen de eigenaars van vensters hun schade inhalen, tenzü ze mochten willen wachten tot do opening der Staten- Generaal, die weinige dagen na den terugkeer der Koningin in de resi dentie plaats heeft. Voor heden gogroet. H. A. GANUS Jr. Parlementaire Praatjes. By het Zaterdagsche debat over Binnonlandsche Zaken waarbij de Minister een subsidie in uitzicht stel de voor de huishoudschool te Alkmaar traden twee punten op den voor grond, waaromtrent ik, ondanks het langdurige debat, zeer kort kanj zyn. De heeren Kuyper c.s. stelden een amendement voor om f 4000 te schrap pen, bestemd voor de aanstelling van een tweeden hoogleeraar in de ge schiedenis te Utrecht. By den eersten voorsteller, dr. Kuy per, woog niet alleen het financieel bezwaar (dat ook door den heer Drucker werd gedeeld) doch bovendien legde zijn zachter om de organisatie van het openbaar Hooger onderwijs niet uit te breiden gewicht in de schaal. En in derde plaats betwistte hij de noodzakelijkheid. Yoor zyn tweede argument vond hy steun bij den heer Kerdijk, die mede met de bestaande organisatie onzer drie z.i. te uitgebreide Rijksuniversiteiten niet tevreden was en die in het afstem men van dezen post blijkbaar een prikkel zocht, om den Minister tot wetswijziging te bewegen. Tegen dat streven "kwam van de zijde des Ministers, die de wet op het H. O. naar letter en geest strikt eer lijk wilde toepassen, zeer beslist, ver zet. Zoowel de Min. als do heer Van Karnebeek verdedigden met klem de noodzakelijkheid van den tweeden hoogleeraar in do geschiedenis. Dit mocht evenwel niet baten. Hot amendement werd aangenomen met 50 tegen 34 stemmen en zoo had de Minister dan, voor een deel door de stemmen zqner partijgenoo- ten, zijn eerste échec geleden. Tegen stemden de hoeren Ferf, Rethaan Macaré, Bastert, v. Karne beek, v. Bvlandt (G.), Willingc, Hes- selink, ücfiaafsma, Smidt, Pyttersen, Conrad, Houwing, Henuequin, Lely, Bouman, Hintzen, Rink, Schepel, Kuijff, Borgesius, Van Gijn, Smcenge, Groen v.' "VVaarder, Tydeman, Van Deinse, Kool, Lieftinck, Do Visser, Verhey, De Klerck, Meesters, Roes- singh, Gecrtsema en de Voorzitter. Maandag zou worden uitgemaakt of een tweede voorstel des Ministers een nederlaag zou lijden. De stemming werd nl. verdaagd over een amendement der heeren Vermeu len c. s. om pl.m. f 13000 te schrap pen, bestemd voor leeraren en inrich ting eener Ryks H. B. S. met 1 Sept. 1898 te Helder te openen. De heer Vermeulen lichtte dit amend, toe op grond van de meaning, dat, in afwachting eener herziening van de wet op het M. O., geene nieuwe R. H. B. S. moesten gesticht worden. Bovendien trachtte spr. even wel aan te toonen, dat te Helder aan een dergelijke school geen behoefte bestond een opinie, die zeer uit voerig. ook met een beroep op de Heldersche belastingen, werd gesteund en verdedigd door den heer Staalman. Deze beweerde ook, dat de school te duur zou wezen voor de Heldersche bevolking. Dat laatste kon do Minis ter evenwel met cijfers weerleggen. Ook hier wees de Min. een dergelijke prikkel om tot wetswijziging te ko men, beslist van de hand en mot do heeren Verhey en Ferf trachtte by het Dut en het recht van bestaan eener R. H. B. S. te Helder voorde Kamer duidelijk te maken. Of hem dit gelukt is, zal de stemming leeren. G. Jr. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd tot kantonrech ter-plaats vervanger: in het kanton Leeuwar den, mr. W. M. Visscber, advocaat en procureur te Leeuwarden en in het kanton Middelburg, mr. K. W. Brevet, advocaat en procureur te Middelburgtot burgemeester der ge meente Berkhout, D. Slager Tzn. tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Rijssen c. a., H. J. Hamer, ontvanger derzelfdc middelen te Thiel (buitengemeenten). Toestemming verleend aanH. Yis- scher, burgemeester der gemeenten IJselmuidcD, Wilsnm en Grafhorst, om tot 15 Nov. 1903 te Kampen te wonen; M. van Heioma, burgemees ter der gemeente Hoevelaken, om tot 5 Oct. 1903 to Amersfoort le wonen P. C. Setteur, ontvanger der gemeente Vrijenban, om te Delft te wonen. Aan den luitenant ter zee der 2de klasse jhr. W. C. van Panhuys, met 14 December a. s., op zyn verzoek, eervol ontslag verleend uit den zee- dieast; aan H. J. Westenberg, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het col lege van regenten over de gevange nissen te Leeuwarden, ondor dankbe tuiging voor de in die betrekking be wezen langdurige en goede diensten, en is benoemd tot lid van voormeld college van regenten G. A. Esscher, hoofdingenieur van den Rijkswater staat, wonende aldaar. Een nieuwe aanranding te Amsterdam. In de Westerdokstraat te Amster dam is Zaterdagavond omstreeks half acht weder een meisje gestoken. Clara Jeannette de Vries, een flink opgegroeid kind van nauwelijks 14 jaar, wonende in den Zandhoek, werd door hare moeder met een paar ge streken japonnen nitgezondeu naar een klant in de Westerdokstraat. Op haar schellen stak de dienstmeid het hoofd uit een der bovenvensters en riep haar toe, dat zy even wachten zou. Terwy'l nu de dienstmeid de trap afliep, kwam een lange man met smal en bleek gelaat, lang haar en baard, met een bonte muts op hot hoofd en gekleed in blauw boezeroen, waarover een korte jas en pilaubroek, van achter twee karren, die voor het huis stonden te voorschijn, trad op het meisje toe en stak haar in de linkerborst. Op baar hulpgeroep kwam een heer, die daar in de buurt, binnensbuis met een kind op de knie zat, toeschieten. Van den aanrander was niets meer te bespeuren. Het meisje bracht hij naar de apotheek van Nienaber en Kisjes op den hoek van de Buiten Oranjestraat en den Haarlemmerdijk waar een leerlinge een eerste verband legde. Inmiddels werd de politie gehaald en onder haar geleide voerde men het verwonde kind per rijtuig naar het Binnengasthuis. De geneesheer kon constateeren, dat de long niet geraakt was en het meisje keerde te voet huiswaarts met de waarschuwing dat zy zich terstond moest laten terug brengen, zoo zij bloed mocht gaan opgeven. Niet lang was zy thuis of haar en haren ouders werd verzocht op het politiebureau aan de Oudebrugsteeg te komen, wijl men daar een verdachte had binnengebracht. In do buurt van den Haarlemmerdijk toch had het geval terstond groote opschudding gewekt. Voorbijgangers die zeiden den aan rander gozien te hebben, waren by tientallen te tellen. Een slagersknecht had den vluchteling nagezet cn achter haald en aangegrepen, maar kreeg een paar stompen op de oogen, zoodat hij den buit moest loslaten. Een werk man bad den aanrander beet gehad, maar was over een kar gestruikeld en was dns ook met leege handen bly'ven staan. Kort na de aanranding ontwaarde men in de buurt een man, die op achterdocbtwokkendo manier rondzwierf. Eerst werd gegist, daarop gezegd en spoedig uitgeschreeuwd, dat by de moordenaar was. De man werd door de politie gogrepeu onder toeloop van een massa volks, naar den politiepost gebracht en van daar naar het commissariaat aan de Oude Brug gebracht. Voor dit gebouw verzamelde zich eene menigte die in groepen ge schaard het geval besprak en opkeek naar do verlichte vensters, naar de (Bewerkt naar het Engelsch.) HOOFDSTUK XL. Vat er gedurende mijn afwezigheid teas voorgevallen. 2) „Mynheer Kavanagh riep ik verbaasd uit. „Hij eeft het voor mijn armen meester gekocht...," hier weeg de oude vrouwbaar lippen beefden en terwijl haar oogen met haar boezelaar afveegde vervolgde „omdat mijnheer Taras alleen op een plaats wilde ronen, waar hy de vogels kon hooren zingen." Ik werd door haar verdriet getroffen, hoewel ik de orzaak niet begreep. „Misschien verveelt u het buitenleven." „Groote Hemel, neen, als het mogelijk was zon ik ier myn gansche leven wel willen blijven „Is het liuis dan te groot naar nw zin Hebt gij te eel werk ,Neen, ik heb byna niets te doen. Het huis is zeer root, maar wy bewonen er slechts een gedeelte van. lynheer Kavanagh wilde, dat wij genoeg ruimte zou den hebben om vrienden te inviteeren. Maar tot nu tee kon mijn meester dit nog niet over zich verkrijgen. Hij is tevreden dat mijnheer Kavanagh zoo nu en dan komt en miss Judith er is om met hem te wandelen en 's avonds piano voor hem te spelen." Miss Judith! Zy waren dus niet getrouwd Maar myn jaloezie ontbrandde opnieuw bij do gedachte, dat haar gezelschap voldoende voor Taras was en zij een middel had gevonden om hem af te leiden, dat buiten mijn be reik was. „Speelt zy mooi?" vroeg ik op heeschen toon. Het gelaat van juffrouw Lucas vertrok zenuwachtig. „Ik kan het u niet zeggen. Wanneer zy spelen, ga ik altijd naar myn kamer. Het doet my zoo pijnlijk aan." „Woont miss Jndith hier?" „Zy is hier van af Kerstmis, dank zy mijnheer Kava nagh. Gij weet, dat zij onderwijzeres by zyn zuster was. Hij heeft dezo dame verzocht haar te laten gaan, omdat myn meester niemand tot gezelschap had. Zy is nu naar Londen." „Ik heb haar gezien." Plotseling scheen juffrouw Lucas aan do uitdrukking van mijn gelaat te bemerken, dat het geen gebrek aan sympathie was, dat ik haar niet begreep, zoodat zy hernam „Ge weet toch wat er met mijn meester gebeurd is." „Ik weet niets. Ik ben hier gekomen om te vernemen, wat er gedurende myn afwezigheid is voorgevallen." „Hebt ge mijnheer Taras vanmorgen gezien?" „Een oogenblik in het voorbijgaan. Hy lachte, ge loof ik." „Wat! arme kleino, hebt ge er dan niets van gehoord Het heeft in alle couranten gestaan?" „Ik heb in al dien tijd geen courant in handen ge had ik bevond mij ver hier van daan." „Vergeef miiriep juffrouw Lucas uit, myn beide handen vattend en 'mij medelijdend aanziend, „vergeef myIk dacht dat gij alles wist... maar dat uw hart door uw eigen leed ongevoelig voor dat van anderen was geworden. Olief kind, wanneer nog niet zoo verhard zijt, dan staat u nog een verschrikkelijk verdriet te wachten. Geloof mij, ik heb diep, diep medelijden met u." „Zeg my alles!" smeekte ik. „Myn God! gy beeft als een liet! Hoe kan ik die tijding verzachten. Hoe kan ik u moed in spreken? Waar moet ik beginnen? „Zeg my alles. Begin by den dag van myn vertrek." „Ja, want van dat oogenblik af begon ons lijden. Ik was ten zeerste verwonderd, toen ik 's morgens myn meester alleen in de kamer vond. Ik ben bang, dat de juffrouw ziek is, zeide by tot my. Zy voelde zich gisteren onplezierig en is my niet goeden nacht komen wenschen. Ga eens zien of zij ook trek in een kopje thee heeft. Ik ging naar boven, vond nw kamer ledig, uw bed ongebruikt en riep daarom mynheer, daar ik wel begreep, dat hy zich met eigen oogen zou willen overtnigeD. Hij zag my ernstig aan, maar minder ver wonderd, dan ik wel verwachtte, en zeide dat ik eens moest kijken of gij ook kleediagstukken badt medege nomen. Ik zag dat uw hoed en mantel niet meer in de kast hingen. Dit is een bewijs, dat zy uit is ge gaan zeide myn meester. Wij zulleu het overige by <haar terugkomst wel hooren. Hij wilde biermede eeu einde aan het gesprek ma ken, en koerde naar de kamer terug, alsof het niets on natuurlijks was, dat gy den geheolen nacht buitens huis had doorgebracht. Maar toen ik het ontbijt op ruimde, zag ik dat hy niets gegeten had. Toen mynheer Kavanagh 's middags kwam, bevond bij zich in het atelier. Goeden middag, juffronw, zeide deze, toen ik de deur opende. Is mijnheer Gordon hier Neen, mynheer antwoordde ik. Hy is er al in twee dagen niet geweest en dat is heel vreemd want gewoonlijk kwam hy juffronw Aura iederen morgen bezoeken. Ja, dat is dwaas, zeide mijnheer Kavanagh. Hy had van daag een afspraak met me gemaaktik ben juist by hem geweest, maar men zeide my, dat hy gisteren avond uitgegaan en nog niet teruggekeerd was. In zyn club was hy niet. Groote God 1 riej) ik uit, dat is al heel zonderling, want de juffrouw is gisterenavond uitgegaan en ook nog niet thuisgekomen. Hoe laat? vroeg hy. Dat moet geweest zyn voordat gy vertrok ken zyt, antwoordde ik. „Dat is vreemd. De concierge van het „Hotel Gran- dison" waar Gordon woont, zeide my dat er gisteren een jonge dame by hem was geweest, waarvan de be schrijving precies met die van mejuffrouw Aura over eenkomt. Maar zij kan het onmogelijk geweest zyn want zy gingen gearmd samen uit. George droeg een valies. Een valies! riep ik uit. Hy heeft ongetwijfeld vele voorwerpen medegenomen, want toen wij op zyn kamers

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 1