T wesde Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
FEUILLETON.
PRINS BORGENSKY.
ISe Jaargang.
Dinsdag 14 December 1897,
No 4435
HAARLEM'S DAGBLAD
^BOlsTlsrEinVCElNrTS^I^XvJS
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
«de omstreken en franco per post 0.371/2
J^D^IEIEiTIEILXTlSlsr:
Van 1 5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt, dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. LAUBE Co. JOHN F. JONES, Suae., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering£van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN bet Arropdissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer /0,15; Reclames per regel f0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemendaalSandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN, bij de tolSpaarndamC. HARTENDORPZandvoortG. ZWEMMER;
Veleen, W. J. RUIJTER Beverwijk, J. HOORNS; HülegomA RLE HOPMAN, Molenstraat Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Politiek Overzicht.
De aandacht heeft getrokken een
artikel van de Neue Freie Fresse te
W'eenen, waarin de belangrijke ge-
rólgen worden besproken, welke voor
)ostenryk en Hongarije uit een oven-
iueel tolverbond zullen voortspruiten.
Als beide partyen haar speciale
lelangen verdedigen by deonderhan-
lelingen. welke om do tien jaar moe-
en terugkeeren, dan wekt dat, zegt
iet blad, niet meer vijandschap dan
ilke andere moeilijke onderhandeling
>ver de voorwaarden van eenig ander
erdrag.
In beide helften van het ryk ver
verpen kooplieden, industrieelen, de
ireede kringen van producenten, de
tleine bedrijven en de handel elke
;edachte aan een economischen oor-
og. De scheiding omtrent de doua-
lenreehten zal onaangeroerd blijven
laaraan twijfelt niemand. Maar reeds
leeft de tegenwoordige oneenigheid
iet betrcurenwaardige gevolg gehad,
lat het agio is verhoogd; zulks moet
liet worden vergeten. Het blad ver-
angt daarom, dat de Oostenryksche
longaarsche Bank en de beide re
deringen zich zullen vereenigen in een
len gemeenschappelen arbeid, om door
ijdige hulp het agio te doen verdwij
len of te verminderen.
Een politiek agio is altijd minder
gevaarlijk dan een oconomisch agio,
ïetwelk door een verstandige politiek
can worden verzacht. De monarchie
erlangt naar rust, welke eerst kan
erngkeeren, wanneer de wet over den
'oorloopigen „Ausgleich" wordt goed
gekeurd door de Hongaarsche afge-
raardigden.
Er moge komen, wat er wil, een
icheiding is onmogelijk. Hongarije
in Gostenryk zullen tot eenstemmig-
ïeld komen.
In de zitting van Zaterdag van den
luitschen Rijksdag werd door den
Socialistische afgevaardigde Bebel ge
raagd, waar do door den rykskanse-
ier beloofde afschaffing van hetcoa-
Itie-verbond bleef. Het antwoord van
!en rijkskanselier hierop was, dat by
te daartoe trekkende belofte niet ge-
laan had maar slechts eene algeraeene
lerziening van de desbetreffende wet-
elyke voorschriften in de verscbil-
ende Bondsstaten in uitzicht zijn ge-
iteld. Op eene regeling dezer
|uaestie door de rijkswetgeving wilde
lij nader terugkomen.
De staatssecretaris van marine von
?irpitz verklaarde van prins Bismarck
en brief ontvangen te hebben, waarin
leze zich voor de vlootwet ver
jaarde. Maandag voortzetting.
By de beraadslaging over de be-
rrooting van oorlog in deze zitting
verd de duelquaestie nog ter sprake
ebracht. De minister van oorlog be-
ntwoordde de vraag, of door de ka-
linetsorder van den Keizer over het
weegevecht het duelloeren in het
eger merkbaar minder wordt. De
ïinister zeide: De Keizer verlangt
de duels zoveel mogelijk te vermin-1 de Haagsche bladen, zeer bescheiden,
deren. Natuurlijk zyn duels strafbaar, dat een beroerte hem wegrukte, maar
De minister heeft slechts van twee j het is niet lang een geheim gebleven,
j„.i_ -c^. ^at kolonel de Smaguine zich door
veigif het leven heeft benomen.
Wat bewoog een jong en oogen-
schijniyk levenslustig man tot dezen
coup de désespoir Daarover verdiept
men zich in gissingen en doen allerlei
verhalen de ronde. De meest aan
nemelijke is wel deze, dat kolonel do
Smaguine de voorkeur heeft ge
schonken aan den dood boven een
hopelooze liefde. En zoo dit gerucht
juistheid bevat, kan men zeggen, dat
heb aantal drames d'amour in de
duels vernomen. Voor den soldaat
zullon er altyd gevallen zyn, dat de
eer hem meer gelden moet dan het
leven. Volgens het oordeel van den
minister moest iedereen, ook de offi
cieren, de beschaafde vormen zooveel
mogelijk in acht nemen, en de eer
van een ander even hoog stellen als
zyn eigen eer. Dan zouden de klachten
van zelf ophouden.
Met toejuichingen werden deze
woorden begroet
Het geschil tussclien China en
Duitschland is zoo goed als opgelost. j Noderlandsche residentie (wie zou ze
Duitschland weigert te onderhandelen
over de bezetting van Kiaotsjou. De
gouverneur van Sjan-toeng is afge
zet. Geenerlei monopolie van spoor
wegen of mijnen wordt aan Duitsch
land verleend, maar ceteris paribus
zal Duitschland de voorkeur hebben.
De onmiddellpo omgoving van Kiao
tsjou wordt uitsluitend onder Duitsch
beheer gesteld. China geeft toe op
alle andere punten.
Wolff's bureau verneemt dat bet
bericht uit Sjanghai aan de Times
volgens hetwelk de Duitscbers bin
nenkort de baai van Kiaotsjou in
ruil voor die van Sam-sah verlaten
zouden, een verzinsel is.
Volgens den correspondent van de
Daily Chronicle te Washington wint
in de Amerikaansche staatkundige
kringen de overtuiging veld, dat
Spauje een oorlog met de Vereenigde
Staten wil uitlokken, teneinde daarin
afleiding te vinden voor zyn vele
moeilykheden elders.
v< Dit bericht is niet zeer aanneembaar
SpaDje moet toch begrijpen, dat het
aldas van de wal in de sloot zou
komen.
BINNENLAND
Haagsche Brieven.
Sedert den dood van wijlen den
Koning ging door de straten der re
sidentie geen militaire begrafenisstoet
van den omvang als dien, waarmede
de laatste overblijfselen van den Rus-
sischen kolonel de Smaguine naar het
staatsspoor-station, werden overge
bracht.
Het was een imposante stoet. En
te verwonderen was bet niet, dat zoo
vele opper- en hoofdofficieren van alle
wapens, een gansche drom van van
goud schitterende militairen, denlyk-
wagen volgden.
Want Dimitri de Smaguine, de
eerst 35-jarige militair attaché dei-
Russische legatie, die zijn tyd tus-
schen Brussel en den Haag verdeelde
(hy was by beide hoven geaccredi-
teerd) was een bijzonder getapt" j kero hoogte te verklaren
zoeken in het kleine Haagjeweder
met een is vermeerderd.
Niet minder sensatie dan door het
verscheiden van dezen diplomaat is
gewekt door het feit, dat de heer
Jan Stoffel, lid van de Tweede Ka
mer voor Deventer, in de „Witte"
Sociëteit is gedeballoteerd. Do ver
ontwaardiging in parlementaiie krin
gen is vooral groot en ook daar
buiten sedert men weet, dat 's hee-
ren Stoffels minder of meer radicale
begrippen omtrent grondeigendom
slechts voor zeer weinigen een argu
ment zyn geweest om hem uit dit
geenszins iilustro gezelschap te we-
ren.Persoonlyke veeten, uit het district
van den afgevaardigde geboortig, heb
ben speciaal gegolden en men wyst
met den vinger een der ond-liberale
leden van de Tweede Kamer aan,
die de min benydenswaardige taak
op zich had genomen met deze per
soonlijke argumenten tegen den heer
Stoffel te colporteeren. Bijtend, maar
niet onverdiend is dan ook de spot
van „Uilenspiegel", die zegt, dat men
den heer Stoffel niet toeliet, omdat
er op de Witte al Stoffels genoeg
zyn.
Meer zal ik er niet van zeggen,
want ik heb nog een onverkwikkelijk
verhaal in myn notitieboekje staan.
Men beweert, maar ik dien hierbij
do noodige reserve in acht te nemen,
dat misbruik is gemaakt van de om
standigheid, dat de kieswet voor
schrijft hot publiceeren van de na
men der kiezers die een candidaat
stellen. De heer Troelstra heeft juist
in de Kamer daarvan een staaltje mede
gedeeld. Het onderhavige geval droeg
zich aldus toe: vier bestellers van
het postkantoor hebben korten tyd
geleden eervol ontslag uit den dienst
gekregen. Nu wil bet toeval dat de
directeur een politiek tegenstander is
van deze vier bestellers, wier namen
in Juni jl. voorkwamen onder de
candidaatstelling van den radicaal
Mol. Het is volstrekt niet noodig,
dat er tusscben dit feit en het ont
slag eenig verband is, doch het pu
bliek zoekt er en dat is tot ze
verband
man, zeer gaarne gezien in den kring achter. Onder reserve heb ik mede
der diplomatie en by de Hollandsche gedeeld, wat mij is verteld {en met
wapenbroeders, met wie hy zoo me- voorbehoud van die reserve, durf ik
nigemanoeuvre of jaebtritmedemaakte1 de meening uitspreken, dat een ambte
en by wier feesten hy een gezellig lyke verklaring een einde maken
kameraad was. j moet aak een onzekerheid die by bet
Dezen officier was de dood op het groote publiek het vermoeden van
veld van eer niet gegundhy scheidde machtsmisbruik open laat.
vrywillig uit het leven. Wèl meldden De door de Regentes vastgestelde
weg, te volgen bij den intocht der
gekroonde Koningin, heeft by de be
woners der drukke winkelstraten
eenige teleurstelling gewekt. Zy voor
zagen reeds Yankee-prijzen voor
hun vensters en kamers. Toch dunkt
my, dat de weg met groot beleid is
gekozen, daar hy uitsluitend voert
door breedo straten, deels ook door
het Bosch, waar tienduizenden een
prachtige gelegenheid kunnen vinden
om den stoet te zien voorbijtrekken.
In de nauwe straten zouden onge
lukken niet uitblijven en de taak
van politie en garnizoen, met
het handhaven der orde belast,
bovenmate worden bezwaard. En
dan is er nog iets, dat mij
bijzonder bevreemdt in deze uitingen
van teleurstelling. De eigenlijke in
tocht der Koningin zal op zyn hoogst
zeg een twintig minuten, een half uur
duren. Maar het lijdt toch geen twij
fel of de jonge Koningin zal in de
volgende dagen bijna de geheele stad
doorrijden om overal de versierde
straten te bezoeken. Dan kunnen de
eigenaars van vensters hun schade
inhalen, tenzü ze mochten willen
wachten tot do opening der Staten-
Generaal, die weinige dagen na den
terugkeer der Koningin in de resi
dentie plaats heeft.
Voor heden gogroet.
H. A. GANUS Jr.
Parlementaire Praatjes.
By het Zaterdagsche debat over
Binnonlandsche Zaken waarbij de
Minister een subsidie in uitzicht stel
de voor de huishoudschool te Alkmaar
traden twee punten op den voor
grond, waaromtrent ik, ondanks het
langdurige debat, zeer kort kanj zyn.
De heeren Kuyper c.s. stelden een
amendement voor om f 4000 te schrap
pen, bestemd voor de aanstelling van
een tweeden hoogleeraar in de ge
schiedenis te Utrecht.
By den eersten voorsteller, dr. Kuy
per, woog niet alleen het financieel
bezwaar (dat ook door den heer
Drucker werd gedeeld) doch bovendien
legde zijn zachter om de organisatie
van het openbaar Hooger onderwijs
niet uit te breiden gewicht in de
schaal. En in derde plaats betwistte
hij de noodzakelijkheid. Yoor zyn
tweede argument vond hy steun bij
den heer Kerdijk, die mede met de
bestaande organisatie onzer drie z.i.
te uitgebreide Rijksuniversiteiten niet
tevreden was en die in het afstem
men van dezen post blijkbaar een
prikkel zocht, om den Minister tot
wetswijziging te bewegen.
Tegen dat streven "kwam van de
zijde des Ministers, die de wet op het
H. O. naar letter en geest strikt eer
lijk wilde toepassen, zeer beslist, ver
zet. Zoowel de Min. als do heer Van
Karnebeek verdedigden met klem de
noodzakelijkheid van den tweeden
hoogleeraar in do geschiedenis. Dit
mocht evenwel niet baten.
Hot amendement werd aangenomen
met 50 tegen 34 stemmen en zoo
had de Minister dan, voor een deel
door de stemmen zqner partijgenoo-
ten, zijn eerste échec geleden.
Tegen stemden de hoeren Ferf,
Rethaan Macaré, Bastert, v. Karne
beek, v. Bvlandt (G.), Willingc, Hes-
selink, ücfiaafsma, Smidt, Pyttersen,
Conrad, Houwing, Henuequin, Lely,
Bouman, Hintzen, Rink, Schepel,
Kuijff, Borgesius, Van Gijn, Smcenge,
Groen v.' "VVaarder, Tydeman, Van
Deinse, Kool, Lieftinck, Do Visser,
Verhey, De Klerck, Meesters, Roes-
singh, Gecrtsema en de Voorzitter.
Maandag zou worden uitgemaakt
of een tweede voorstel des Ministers
een nederlaag zou lijden.
De stemming werd nl. verdaagd over
een amendement der heeren Vermeu
len c. s. om pl.m. f 13000 te schrap
pen, bestemd voor leeraren en inrich
ting eener Ryks H. B. S. met 1
Sept. 1898 te Helder te openen.
De heer Vermeulen lichtte dit
amend, toe op grond van de meaning,
dat, in afwachting eener herziening
van de wet op het M. O., geene
nieuwe R. H. B. S. moesten gesticht
worden. Bovendien trachtte spr. even
wel aan te toonen, dat te Helder aan
een dergelijke school geen behoefte
bestond een opinie, die zeer uit
voerig. ook met een beroep op de
Heldersche belastingen, werd gesteund
en verdedigd door den heer Staalman.
Deze beweerde ook, dat de school te
duur zou wezen voor de Heldersche
bevolking. Dat laatste kon do Minis
ter evenwel met cijfers weerleggen.
Ook hier wees de Min. een dergelijke
prikkel om tot wetswijziging te ko
men, beslist van de hand en mot do
heeren Verhey en Ferf trachtte by
het Dut en het recht van bestaan
eener R. H. B. S. te Helder voorde
Kamer duidelijk te maken. Of hem
dit gelukt is, zal de stemming
leeren.
G. Jr.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Benoemd tot kantonrech ter-plaats
vervanger: in het kanton Leeuwar
den, mr. W. M. Visscber, advocaat
en procureur te Leeuwarden en in
het kanton Middelburg, mr. K. W.
Brevet, advocaat en procureur te
Middelburgtot burgemeester der ge
meente Berkhout, D. Slager Tzn.
tot ontvanger der directe belastingen
en accijnzen te Rijssen c. a., H. J.
Hamer, ontvanger derzelfdc middelen
te Thiel (buitengemeenten).
Toestemming verleend aanH. Yis-
scher, burgemeester der gemeenten
IJselmuidcD, Wilsnm en Grafhorst,
om tot 15 Nov. 1903 te Kampen te
wonen; M. van Heioma, burgemees
ter der gemeente Hoevelaken, om tot
5 Oct. 1903 to Amersfoort le wonen
P. C. Setteur, ontvanger der gemeente
Vrijenban, om te Delft te wonen.
Aan den luitenant ter zee der 2de
klasse jhr. W. C. van Panhuys, met
14 December a. s., op zyn verzoek,
eervol ontslag verleend uit den zee-
dieast; aan H. J. Westenberg, op
zijn daartoe gedaan verzoek, eervol
ontslag verleend als lid van het col
lege van regenten over de gevange
nissen te Leeuwarden, ondor dankbe
tuiging voor de in die betrekking be
wezen langdurige en goede diensten,
en is benoemd tot lid van voormeld
college van regenten G. A. Esscher,
hoofdingenieur van den Rijkswater
staat, wonende aldaar.
Een nieuwe aanranding te
Amsterdam.
In de Westerdokstraat te Amster
dam is Zaterdagavond omstreeks half
acht weder een meisje gestoken.
Clara Jeannette de Vries, een flink
opgegroeid kind van nauwelijks 14
jaar, wonende in den Zandhoek, werd
door hare moeder met een paar ge
streken japonnen nitgezondeu naar
een klant in de Westerdokstraat. Op
haar schellen stak de dienstmeid het
hoofd uit een der bovenvensters en
riep haar toe, dat zy even wachten
zou. Terwy'l nu de dienstmeid de trap
afliep, kwam een lange man met smal
en bleek gelaat, lang haar en baard,
met een bonte muts op hot hoofd en
gekleed in blauw boezeroen, waarover
een korte jas en pilaubroek, van achter
twee karren, die voor het huis stonden
te voorschijn, trad op het meisje toe
en stak haar in de linkerborst.
Op baar hulpgeroep kwam een heer,
die daar in de buurt, binnensbuis met
een kind op de knie zat, toeschieten.
Van den aanrander was niets meer te
bespeuren. Het meisje bracht hij naar
de apotheek van Nienaber en Kisjes
op den hoek van de Buiten Oranjestraat
en den Haarlemmerdijk waar een
leerlinge een eerste verband legde.
Inmiddels werd de politie gehaald
en onder haar geleide voerde men het
verwonde kind per rijtuig naar het
Binnengasthuis. De geneesheer kon
constateeren, dat de long niet geraakt
was en het meisje keerde te voet
huiswaarts met de waarschuwing dat
zy zich terstond moest laten terug
brengen, zoo zij bloed mocht gaan
opgeven.
Niet lang was zy thuis of haar en
haren ouders werd verzocht op het
politiebureau aan de Oudebrugsteeg
te komen, wijl men daar een verdachte
had binnengebracht. In do buurt van
den Haarlemmerdijk toch had het geval
terstond groote opschudding gewekt.
Voorbijgangers die zeiden den aan
rander gozien te hebben, waren by
tientallen te tellen. Een slagersknecht
had den vluchteling nagezet cn achter
haald en aangegrepen, maar kreeg
een paar stompen op de oogen, zoodat
hij den buit moest loslaten. Een werk
man bad den aanrander beet gehad,
maar was over een kar gestruikeld
en was dns ook met leege handen
bly'ven staan. Kort na de aanranding
ontwaarde men in de buurt een man,
die op achterdocbtwokkendo manier
rondzwierf. Eerst werd gegist, daarop
gezegd en spoedig uitgeschreeuwd,
dat by de moordenaar was. De man
werd door de politie gogrepeu onder
toeloop van een massa volks, naar den
politiepost gebracht en van daar naar
het commissariaat aan de Oude Brug
gebracht. Voor dit gebouw verzamelde
zich eene menigte die in groepen ge
schaard het geval besprak en opkeek
naar do verlichte vensters, naar de
(Bewerkt naar het Engelsch.)
HOOFDSTUK XL.
Vat er gedurende mijn afwezigheid teas voorgevallen.
2)
„Mynheer Kavanagh riep ik verbaasd uit. „Hij
eeft het voor mijn armen meester gekocht...," hier
weeg de oude vrouwbaar lippen beefden en terwijl
haar oogen met haar boezelaar afveegde vervolgde
„omdat mijnheer Taras alleen op een plaats wilde
ronen, waar hy de vogels kon hooren zingen."
Ik werd door haar verdriet getroffen, hoewel ik de
orzaak niet begreep.
„Misschien verveelt u het buitenleven."
„Groote Hemel, neen, als het mogelijk was zon ik
ier myn gansche leven wel willen blijven
„Is het liuis dan te groot naar nw zin Hebt gij te
eel werk
,Neen, ik heb byna niets te doen. Het huis is zeer
root, maar wy bewonen er slechts een gedeelte van.
lynheer Kavanagh wilde, dat wij genoeg ruimte zou
den hebben om vrienden te inviteeren. Maar tot nu tee
kon mijn meester dit nog niet over zich verkrijgen. Hij
is tevreden dat mijnheer Kavanagh zoo nu en dan
komt en miss Judith er is om met hem te wandelen
en 's avonds piano voor hem te spelen."
Miss Judith! Zy waren dus niet getrouwd Maar myn
jaloezie ontbrandde opnieuw bij do gedachte, dat haar
gezelschap voldoende voor Taras was en zij een middel
had gevonden om hem af te leiden, dat buiten mijn be
reik was.
„Speelt zy mooi?" vroeg ik op heeschen toon.
Het gelaat van juffrouw Lucas vertrok zenuwachtig.
„Ik kan het u niet zeggen. Wanneer zy spelen,
ga ik altijd naar myn kamer. Het doet my zoo pijnlijk
aan."
„Woont miss Jndith hier?"
„Zy is hier van af Kerstmis, dank zy mijnheer Kava
nagh. Gij weet, dat zij onderwijzeres by zyn zuster
was. Hij heeft dezo dame verzocht haar te laten gaan,
omdat myn meester niemand tot gezelschap had. Zy
is nu naar Londen."
„Ik heb haar gezien."
Plotseling scheen juffrouw Lucas aan do uitdrukking
van mijn gelaat te bemerken, dat het geen gebrek aan
sympathie was, dat ik haar niet begreep, zoodat zy
hernam
„Ge weet toch wat er met mijn meester gebeurd is."
„Ik weet niets. Ik ben hier gekomen om te vernemen,
wat er gedurende myn afwezigheid is voorgevallen."
„Hebt ge mijnheer Taras vanmorgen gezien?"
„Een oogenblik in het voorbijgaan. Hy lachte, ge
loof ik."
„Wat! arme kleino, hebt ge er dan niets van gehoord
Het heeft in alle couranten gestaan?"
„Ik heb in al dien tijd geen courant in handen ge
had ik bevond mij ver hier van daan."
„Vergeef miiriep juffrouw Lucas uit, myn beide
handen vattend en 'mij medelijdend aanziend, „vergeef
myIk dacht dat gij alles wist... maar dat uw hart
door uw eigen leed ongevoelig voor dat van anderen was
geworden. Olief kind, wanneer nog niet zoo verhard
zijt, dan staat u nog een verschrikkelijk verdriet te
wachten. Geloof mij, ik heb diep, diep medelijden
met u."
„Zeg my alles!" smeekte ik.
„Myn God! gy beeft als een liet! Hoe kan ik die
tijding verzachten. Hoe kan ik u moed in spreken?
Waar moet ik beginnen?
„Zeg my alles. Begin by den dag van myn vertrek."
„Ja, want van dat oogenblik af begon ons lijden. Ik
was ten zeerste verwonderd, toen ik 's morgens myn
meester alleen in de kamer vond. Ik ben bang, dat de
juffrouw ziek is, zeide by tot my. Zy voelde zich
gisteren onplezierig en is my niet goeden nacht komen
wenschen. Ga eens zien of zij ook trek in een kopje
thee heeft. Ik ging naar boven, vond nw kamer ledig,
uw bed ongebruikt en riep daarom mynheer, daar ik
wel begreep, dat hy zich met eigen oogen zou willen
overtnigeD. Hij zag my ernstig aan, maar minder ver
wonderd, dan ik wel verwachtte, en zeide dat ik eens
moest kijken of gij ook kleediagstukken badt medege
nomen. Ik zag dat uw hoed en mantel niet meer in de
kast hingen. Dit is een bewijs, dat zy uit is ge
gaan zeide myn meester.
Wij zulleu het overige by <haar terugkomst wel
hooren.
Hij wilde biermede eeu einde aan het gesprek ma
ken, en koerde naar de kamer terug, alsof het niets on
natuurlijks was, dat gy den geheolen nacht buitens
huis had doorgebracht. Maar toen ik het ontbijt op
ruimde, zag ik dat hy niets gegeten had.
Toen mynheer Kavanagh 's middags kwam, bevond
bij zich in het atelier. Goeden middag, juffronw, zeide
deze, toen ik de deur opende. Is mijnheer Gordon hier
Neen, mynheer antwoordde ik. Hy is er al in twee dagen
niet geweest en dat is heel vreemd want gewoonlijk
kwam hy juffronw Aura iederen morgen bezoeken. Ja,
dat is dwaas, zeide mijnheer Kavanagh. Hy had van
daag een afspraak met me gemaaktik ben juist by
hem geweest, maar men zeide my, dat hy gisteren
avond uitgegaan en nog niet teruggekeerd was. In
zyn club was hy niet. Groote God 1 riej) ik uit, dat
is al heel zonderling, want de juffrouw is gisterenavond
uitgegaan en ook nog niet thuisgekomen. Hoe laat?
vroeg hy. Dat moet geweest zyn voordat gy vertrok
ken zyt, antwoordde ik.
„Dat is vreemd. De concierge van het „Hotel Gran-
dison" waar Gordon woont, zeide my dat er gisteren
een jonge dame by hem was geweest, waarvan de be
schrijving precies met die van mejuffrouw Aura over
eenkomt. Maar zij kan het onmogelijk geweest zyn
want zy gingen gearmd samen uit. George droeg een
valies.
Een valies! riep ik uit. Hy heeft ongetwijfeld vele
voorwerpen medegenomen, want toen wij op zyn kamers