T weede Editie.
I
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
PRINS BORGENSKY.
15e Jaargang.
Vrijdag 17 December 1897,
Ho 4438
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, Yoor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.37^/2
Directeur-Uitgever
-AJD VBBTElsTTIEnsr
i 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Ad verten tien worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'cre G. L. DAUBE <k Co. JOHN F. JONES. Snee., Parijs 31bis Faabeurg Montmartre.
Met uitzonderinggvan het,. Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel r*0,3
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bloem endaal, Sandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de tol; Spaarndam, C. HARTENDORP; ZandvoortG. ZWEMMER;
Velsen, W. J. RUI JTER Beverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. (Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Politiek Overzicht.
Door den heer F. de Pressensé,
redacteur van de Temps, is een
belangryk artikel geschreven in de
Nineteenth Centurywaarin hij de
algemeene politiek bespreekt. De aan
leiding daartoe is eene wijziging in
zijn inzicht in den staatkundigen toe
stand van Europa, na Faure's reis
Daar Petersburg.
De Pressensé gelooft niet langer in
de onveranderlijkheid van het Drie
voudig verbond en hij erkent dat de
politieke toestand door de verbinte
nis tusscben Rusland en Frankrijk
geheel veranderd is. Voortaan staat
het Tweevoudig Verbond als een ster
van de eerste grootte aan den Euro-
peeschen sterrenhemel. Het is een te-
fen wicht voor de Triple Alliantie,
ier vestigt hij vooral de aandacht op,
zonder oorlogszuchtige bedoelingen.
Verder wordt gewezen op de ver
zwakking in het Drievoudig Verbond
ontstaan. Ten eerste is voor Italië het
bondgenootschap te kostbaarten
tweede is Oostenrijk ietwat van
Duitschland vervreemd, wat er niet
beter op kan worden, nu het eerst
genoemde rijk zelf onder de verdeeld
heid zijner verschillende bewoners ge
bukt gaat.
De Duitschers toonen een te groote
aanhankelijkheid aan de Berlijnsche
regeering, vergetend, dat een volkomen
afscheiding tusschen Duitschland en
JOostenryk als staten juist de voor
naamste voorwaarde van beider vriend-
»l schap is. Zij zien niet, dat, sinds Sa-
Ildowa en het verdrag van 1879 de
Habsburgsche dynastie onmiskenbaar
Oostwaarts worat gedreven
Bij deze voor de vrienden van de
„Triple Alliantie" ongunstige om
standigheden komt nog de onzekere
binneulandsche toestand in Duitsch
land. Dc machtigste partij is op dit
oogenblik het socialisme. De Kei
zer kan ternauwernood steunen op de
:onservatieven, die tot leus hebben
■(„der König absolut wenn er unsern
IrWillen thut." Tusschen den vorst
staat, als stootkussen, slechts de kan
selier en een zeer veerkrachtig
is hij zeker niet! Voeg
hier nog bij het steeds sluimerend
particularisme en men beseft dat
)uitschland's zedelijke kracht in
itaatkundige verbintenissen als de
a* „Triple Alliantie" niet meer is wat
geweest is.
De fransche schrijver vindt het dan
K)k in verband met deze omstandig-
ïeden merkwaardig, dat in zake de
postersche crisis de europeesche mo-
fendheden eensgezind hebben gewerkt.
Ten slotte bespreekt de heer dePres-
lensé het fransch-russische verbond
n deze bewoordingen:
Men moet erkennen, dat aan de
levers van de Newa een belangrijke
8gebeurtenis is afgespeeld. De hoofden
ran twee groote Staten zonden geen
voorden gebruiken zoo lang door
n
hen ingehouden indien zij niet
zeker waren van hunne beteekenis.
Wie kan ook gelooven, dat keizer Wil
helm gereisd, gesproken, getoost zou
hebben om niets
Dat er geene buitengewone aan
leiding was voor zijn bezoek aan
Budapestzijn uitnoodiging aan koning
Hubert om naar Wiesbaden te komen
voor den tocht van graaf Goluchowski
naar Monza?
Het doel van al die bemoeiingen
was de ongerustheid weg te nemen,
die door de gebeurtenissen te Peters-
bnrg was teweeggebracht. Voor die
bezorgdheid was geen grond. Even
wel is de staatkundige toestand in
Europa geheel veranderd en zijn wij
sedert het langverwachte woord door
keizer Nikolaas uitgesproken, een
nieuw tijdperk ingetredeu.
Volgens berichten der „Standard"
uit Konstantinopel geworden moet
op het oogenblik in Turkije een verre
van kalme toestand heerschen.
De herhaalde revolutionaire dreig
brieven, in den laatsten tijd ontvan
gen, veroorzaken een groote bedrijvig
heid onder de autoriteiten.Voortdurend
hebben huiszoekingen en arrestatiën
plaats. Intusscoen gaat de Porte voort
met haar krijgstoerustingen in Anatolië
vooral in Wan, Charpoet, Diarbeker
en Moesj, waar de begrootingen op
gemaakt worden als in tyd van oor
log, om alle inkomsten te kunnen be
steden voor militaire doeleinden in
Klein-Azië. zonder nadeel voor de
Torksehe schatkist. Vele cavalerie-
officieren uit Anatolië worden naar
Konstantinopel ontboden om geheime
instructies te ontvangen.
Te Madrid is eene officieuse nota
openbaar gemaakt om op te komen
tegen de verschillende dwaze geruch
ten aangaande Cuba en de betrek
kingen tusschen Spanje en de Ver-
eenigde Staten, liet gerucht van een
aanval op Nicevitas en het ameri-
kaansche consulaat te Havana, de
overdreven voorstellingen van de ont
vangst vau Weyler, de vertelsels over
de houding van het leger en den
indruk, dien de Boodschap van Mac
Kinley, den president der Vereenigde
Stater., zou hebben gemaakt.
De buitenlandsche pers, tot wie deze
nota in hoofdzaak is gericht, doe wel
dergelijke berichten onder streng voor
behoud aan te nemen.
STADSNIEUWS
eergte en derde pagina.
Haarlem. 16 Dec. 1897.
Blijkens eene mededeeling in het Ned.
Dagblad zal alhier het honderdjarig
bestaan van het Ned. Zendelingsge
nootschap herdacht worden in eene
bijeenkomst op Maandag a.s. in Felix
Favore. Sprekers zijnde heeren dr.
P. J. Muiier. Craaudyk en Jonker,
allen predikanten alhier.
Concert Zalsman—Pieiage.
In het begin van Februari zal ten
bate van den heer G. Zalsman een
concert worden gegeven door den heer
Henri Pieiage.
Als solisten hebben hunne welwil
lende medewerking toegezegd mevr.
Madier de Montjau en de heeren
Frans Phlippeau en P. van Erven
Dorens, resp. sopraan, tenor en bary-
ton van de Ned. Opera.
De begeleiding zal geschieden op
twee vleugels door mej. Betsy Pie
iage en den heer Henk van Brèemen,
die tevens het concert zullen openen
met een nummer voor 2 piano's.
Verder zullen medewerken twee
van de onder leiding van den heer
Pieiage staande koren, nl. „Het Haarl.
Gem. Koor" (ruim 80 leden) en het
Mannenkoor „Caecilia" (ruim 90 le
den), benevens een Kinderkoor van
ongeveer 150 jongens en meisjes.
„Haarl. Gem. Koor" en „Caecilia"
treden hierbij, ieder met een paar
nummers, zelfstandig op en boven
dien gecombineerd met het Kinder
koor.
O. m. zullen ten gehoore gebracht
worden 6 Volksliederen van Philip
Loots, die binnenkort zullen verschij
nen onder den titel „In 't Kronings
jaar."
V oordracht-avoiid.
Ter afwisseling van hare gewone
bezigheden had de Vereeniging van
Industrieelen en Kooplieden betref
fende bouwkunde en aanverwante
vakken een voordracht-avond met
dames georganiseerd, die Woensdag
avond in de groote bovenzaal der
sociëteit Vereeniging gehouden werd.
Daartoe waren nitgenoodigd de
heeren Joh. en Jacques Wilson, van
Hoorn, leden van de welbekende lief-
hebbery-tooneelvereeniging aldaar. En
al hebben wy, door de vasthoudend
heid van den bediende, aan wienvan
I binnen de directie van de deurknop
was opgedragen (we waren een wei
nig te laat) het eerste gedeelte moeten
missen, het tweede gedeelte was vol
doende, om een denkbeeld te geven van
de capaciteiten van deze twee decla
matoren. En dan moet allereerst van
't hart, dat zy heiden zich kranig
hebben weten te ontworstelen aan 't
juk der rederijkerij en in hunne voor
drachten een realiteit weten te bren
gen, die het best met „Van Zuy-
lensch" kan worden aangeduid.
Johan is de man van de humoris
tische, Jacques de vertolker van de
dramatische voordrachten. De eerste
had al gauw het publiek op zyn
hand, want hij acteert goed en weet
in zijn voordrachten dat eigenaardige
te leggen, dat de menschen aan 't
lachen brengt, wat het is, weet
niemand, maar wie het niet heeft,
dat eigenaardige, zal beter doen, zich
niet aan komische voordrachten te
wagen. Hij gaf ons een huiselijk
tooneeltje van Laurillard, by een
Studenten-maskerade van denzelfde
en de tien eerste regels van Helmers'
Hollandsche Natie, henevens het zeer
moeilijke „Paardengang".
Zyn broeder gaf ons op uitnemende
wyze „het verhaal van een Werk
man" van Belinfante, te hooren en
een episch gedicht van Estella Hy-
mans Hertzfeld, dat zeer zeker veel
moeilijker en een proefstuk van decla
matie is, maar toch voor 't publiek
minder aantrekkelijk is, dan het ver
haal van een werkman, de werksta
king, de schipbreukeling en derge-
lyken. Ook hy oogstte met zijne voor
drachten, die nog aan beteekenis
winnen door een sonoor orgaan, zeer
veel succes.
Eerst by het toegiftje aan 't eind
van 't programma, kwamen beiden
met hunne medailles op het podium
en kon men zien, hoe tal van gouden
en zilveren onderscheidingsteekenen
in de zes jaar dat zy samen optreden,
door hen zyn veroverd.
Voor Nutsdepartementen en beslo
ten kringen (daarbuiten treden de
heeren Wilson niet opï zyn hunne
voordrachten uiterst geschikt en van
het succes kan men zeker zijn.
Weldadigheid naar Vermogen
Af deeling Werkverschaffing.
Van 1 Nov. tot 16 Dec. hebben
zich de volgende personen aangemeld
6 voor werkvrouw. 2 voor naai
ster. 6 voor los werkman. 1 voor
schoenmaker. 1 voor stoelenmatter. 1
voor schrijfwerk. 1 voor grondwer
ker. 1 voor sigarenmaker. 9 voor
loopwerk. 1 voor grondwerker. 1 voor
schilder. 1 voor portier. 1 voor pak
huisknecht.
By de aanmelding moet een getuig
schrift van goed gedrag overgelegd
worden.
Van 1 Nov. tot 16 Dec. zyn de vol
gende personen geplaatst:
3 voor werkvrouw. 1 voor naaister.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaande aanbiedingen ge
bruik wenschen te makenwordt
beleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelijk tot het Bestuur te richten,
bus Doelen, Stadhuis of Stationsplein.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
9—1 en van 3—5 uur "verkregen
worden hij den Administrateur, bureau
Doelen, Kamer No 2.
BINNENLAND
Parlementaire Praatjes.
Het kortstondig leven van den Mi
nister van Marine als lid van het
Kabinet-Pierson dreigt nu reeds te
worden afgesneden.
De zaak komt hierop neer, dat
Minister Jansen den bouw van een
vierde gevechtsschip, type „Korte-
naer" had voorgesteld en dat de Ka
mer de daarvoor aangevraagde gelden
heeft geweigerd.
Over dit schip, dat het vierde zou
wezen van dit type, liep het debat
voornamelijk. als'men eenige opmer
kingen van minder belang terzijde
stelt
Maar aan dit schip werd, ook door
j enkele sprekers althans, of liever door
allen, verbonden de quaestie van een
vast plan van aanbouw voor onze
defensie en het verschil van inzicht
tusschen dezen Min. en zijn voorgan
ger (die tevens 's ministers opvolger
was) over het type vau schepen, dat
voor onze defeïisie hier te lande en
voor den dienst in Ned.-Indië moet
gebruikt worden.
Ten aanzien van een „vast plan"
scheen het geen vaart te zullen loo-
pen, althans de Min. ging vrij snel
in op het hem door den heerVerhey
aan de hand gedaan middel, om de
Kamer hierover' te doen beslissen by
een of andere suppletoire aanvraag,
byv voor torpedoschepen.
Minder vlot ging het evenwel met
de quaestie van gebrek aan continuï
teit in de inzichten van opvolgende
Ministers. De heer Goedkoop, die dit
punt uitvoerig behandelde, stelde dat
verschil van opinie tusschen dezen Min.
en zyn voorganger in den breede
in het licht, 't Verschil komt hierop
neder, dat de Min. van der Wijck
de type „Korteuaer" uitsluitend voor
de defensie hier te lande wilde bezigen
en de Min. Jansen van oordeel is,
dat zy ook in Indië kunnen dienen
het is daarom dat men van schepen
„a double usage" sprak, als hoedanig
de Minister dit type en dus ook het
aangevraagde schip verdedigde, wel
ke "aanvraag steun vond by de heeren
Verhey, Groen van Waarder en van
By landt (Apeldoorn) die den aanbouw
noodig achtten in 's lands belang. Al
was do eerste tegen het gebruik „a
double usage", hy vond toch goede
kwaliteiten in het type, speciaal voor
de verdediging onzer kusten, waar
de heer Goedkoop kruisers wilde of
kleinere pantserschepen, in elk geval
goedkooper dan f 3.600.000, voor dit
doel. Met dezen spreker bleef ook de
heer de Ras tegen het nieuwe schip
gekant, uit het oogpunt van gevechts-
waarde en zeewaardigheid, ondanks
de pertinente verklaring des Ministers,
dat dit schip noodig was. omdat wij
geen audere schepen voor de kust
verdediging beschikbaar hebben.
De heer Kerdyk kwam bemidde
lend voor den dag. Zet dit schip niet
op stapel, alvorens gy rapport hebt
van de ondervinding met een der
andere van hetzelfde type in Indië
opgedaan. Best, zeide de Min.
Neen, voerde dr. Kiyper aan; neem
den post dan liever terug en kom er
mede by suppletoire begrootiDg. Dit
denkbeeld werd bestreden door den
heer van Karnebeek en door den
Minister niet aanvaard.
De heer Kerdyk had met zyn idee
ook de bedoeling om werkloosheid op
's Rijks werf te voorkomen, maar
tegen dien prijs wilde de heer Troel
stra geen defensie-uitgaven steunen.
Eindelijk kwam een amend.-Goe-
koop om den post voor aanbouw van
het 4e schip te schrappen.
Het werd door de C. v. R. onder
steund en aangenomen met 46 tegen
41 stemmen. "Voor stemden de katho
lieken, de fractie-Kuyper, de socia
listen en de heeren Mackay, Kete
laar, Tydens, Zylma en Willinge.
Toen vroeg de Min. schorsing der
j beraadslaging, ten einde te overleg-
I gen wat hem te doen stond (wat
1 blijkbaar in den na de zitting gevolg-
j den Ministerraad is geschied).
Volledigheidshalve zy gemeld, dat
de Minister (in antwoord aan do hee-
'ren Verhey en Staalman) o.m. te ken-
1 nen gaf, dat de Valk zou worden
gesloopt, dat hy zou overwegen wat
hy kon doen inzake loon en arbeids
tijd der arbeiders op de werven; dat
de inrichting van het volkslogies op
de nieuwe schepen uitstekend was
dat de behandeling aan boord goed
was, doch dat hy een onderzoek zou
instellen naar een door den heer Staal
man beweerde slechte behandeling van
schepelingen aan boord van de Piet
Hein tengevolge waarvan 30 persouen
deserteerden.
Het hoofdstuk VII A (Nationale
Schuld) werd zonder debat of stem
ming goedgekeurd.
G. Jr.
Verb, van den maatsch. en
rechtstoestand der vrouw.
Het Comité tot verbetering vau
den maatschappelyken en den rechts
toestand der vrouw in Nederland
heeft besloten tot de oprichting van
eene vereeniging, die net doei van
het comité zal trachten te bevorderen.
Het comité is daartoe geleid door de
overweging, dat do velerlei bemoeiin
gen aan het comité geldelijke ver
plichtingen opleggen, bezwarend voor
de draagkracht van slechts eukele
personen. Het heeft nu eene oproe
ping gericht tot de adherenten van
net comité, 303 in getal, en tot allen,
die voor de werkzaamheid van het
comité sympathie gevoelen, om tot
het lidmaatschap der vereeniging
tegen eene minimum-contributie van
f 1 toe te treden.
Het comité bestaat uit de heeren
mr. E. Fokker, 's Gravenhage, mr.
W. L. P. A. Molengraaff, Utrecht,
mr. J. C. Overvoorde, le secretaris,
Dordrecht, en uit de dames jonkvr.
J. de Bosch Kemper, voorzitster,
Amsterdam, mevr. H. H. Scholten—
Commelin, 2e secr.-penniugmeesteres,
Amsterdam, mevr. M. A. van der
Laan—De Joode, Haarlem en mevr.
H. F. Boddaert—Schuurbeque Boeije,
Ommen.
Aan de universiteit te Amsterdam
is bevorderd (cum laude) tot doctor
in de Nederl. letteren, op proefschrift:
„Het leemen wagentje". (Indisch too-
neelspel uit Sanskrit en Prakrit, in
het Nederlandsch vertaald) de heer
J. Pb. Vogel, geboren te 's Graven
hage.
Het doctoraal examen in de rechts
wetenschap is te Amsterdam afgelegd
door den heer P. Tideman.
Papier-onderzoek.
Het Bestuur van den Neder;and-
schen Uitgeversbond (H. A. M. Roe-
lants, voorzitter, en Aug. Belinfante
secretaris) heeft zich met een adres
gewend tot den minister van Binuen-
landsche Zaken, ten einde krachtda
dig het adres te steunen van de Ne-
derlandsche Maatschappij ter bevor
dering van Nijverheid, waarin die
maatschappij eerbiedig verzoekt, dat
er van Staatswege gelegenheid worde
gegeven om de deugdelijkheid yan
papier te doen onderzoeken.
Adressanten voeren daarbij het V(>1-
Igende aan:
FEUILLETON.
-43)
{Bewerkt naar het Engelsch.)
HOOFDSTUK XLH.
Een veelbewogen onderhoud.
Waarschijnlijk zeide hij dit om my op te beuren, maar
;yn gelaat straalde van geluk en dit verbaasde my, of-
ehoon ik toch zyn energiek karakter zoo goed kende.
Vanneer men niet naar zyn arme gesloten oogen zag,
:ou niemand hem voor blind hebben gehouden.
„Ja," zeide ik, „zelfs in de treurigste oogenblikken
ilyft ods de hoop toch immer restenal ware het
lechts de hoop op vergetelheid."
Hij drukte mün arm tegen den zijne, zeggende:
„Wy hebben beiden veel geleden, vriendinnetje 1"
„Maar ik denk te veel aan myn eigen verdriet,"
„Het myne," zeide hy om een andere wending aan
dijn gedachten te geven, „is niet zoo verschrikkelijk,
ls ge wel denkt. Eerst kon ik het byna niet dragen,
e wereld scheen mij zoo ledig. Maar nu kan ik zien
onder oogen, eD merk een massa dingen op, die vroe-
er aan mijn opmerkzaamheid ontsnapten."
„Komt miss Bell u 's avonds voorlezen en piano voor
u spelen?"
„Ja, het is een goed, lief meisje met een onuitputte
lijk geduld."
Een gefladder van vogels deed my opschrikken eenige
duiven kwamen aangevlogen en zetten zich 05 de schou
ders van Taras neder, waarop deze een weinig maïs uit
zijn zak kreeg, dat zij uit zyn hand opaten.
„Eten zij ook uit de hand van miss Bell?" vroeg ik
jaloersch.
„Zy komen bij ieder, van wien zij iets krijgen," ant
woordde Taras glimlachend.
Plotseling schoot mij het denkbeeld te binnen, dat hy
my misschien met hen vergeleek. Mijn leed werd mij
nu ondragelijk en zoo goed mogelijk myn verdriet on
derdrukkend, zeide ik
„Ik moet vertrekken."
HOOFDSTUK XLIII.
De raad van den advocaat.
Taras wilde my met het rijtuig naar het station laten
brengen, maar dit weigerde ik beslist. Ik had behoefte
om alleen te zijn en mijn hart eens lucht te geven.
Zoodra ik mij buiten het hek van de „Hofstede" be
vond, kwamen eindelijk de tranen te voorschijn en den
geheelen weg overzag ik alles als door een nevel. Toen
myn verdriet een weinig bedaarde, begon ik over de
toekomst na te denkenmaar zelfs de gedachte aan den
terugkeer van Gordon, waardoor ik in de oogen van
Taras zou gerechtvaardigd worden, kon my niet troosten.
Zou hy ooit weer zooveel van mij kunneu houden als
vroeger? Had by zün hart niet reeds aan Judith weg
geschonken Toen dacht ik aan George en het afscheid
kwam my weder voor den geest, hoe bitter zou de ont
goocheling voor hem zyn, als hy vernam, dat zyn meisje
Taras beminde want Hit scheen mij een onvermijde
lijk iets, nu zy eenige maanden met elkaar geleefd
hadden.
Dezelfde folteringen, die mijn hart verscheurden, ston
den hem nog te wachtenËn ik vroeg my af of het
aiet veel barmhartiger zou zijn, hem in Siberië te laten
omkomen, waardoor hem die verschrikkelijke teleurstel
ling tenminste bespaard bleef. Maar myn plicht gebood
my te handelen en deze gedachte verdreef alle twijfe
lingen.
Toen ik in de wachtkamer van den heer Pelhatn werd
binnengelaten, vond ik aldaar een jongmensch, die cir
culaires zat te schrijven,
Nadat de klerk my had aangediend onder den naam
van juffrouw Leroy, werd ik in zyn studeerkamer ge
laten, waar de advocaat met het geduld van een spin,
die op zijn prooi loert, zyn cliënten afwachtte.
„Ik heb het!" riep ik triumfeerend uit, het papier
voor hem nederleggend.
„Dat doet my genoegen, juffrouwGy wenscht nu
zeker, dat ik my dadelijk naar den heer Lazare begeef;
dat is wel het verkieslykste in dit geval, maar wy neb
ben wel eenige getuigen noodig. Wy zullen geen tijd
verloren laten gaan."
Maar toen hij den wissel inzag, betrok zyn gelaat.
„Die chèque is niet ingevuld, juffrouw
„Daarom ben ik het eerst by u gekomen. Ik mag de
som naar myn goedvinden invullen, maar ik weet niet
hoe ik dit doen moet."
„Ik begryp u," zeide hy my wantrouwig aauziende.
„Maar", voegde hy er bij alsof hy weder een herhaling
van de moeilijkheden voorzag, met welke wy reeds te
kampen hadden gehad, toen wy den wissel wilden innen;
„het zou beter zyn, als wy naar de bank gingen. Die
zaakmannen zyn soms zoo overdreven angstig."
Zyn aanwijzingen volgend, vulde ik de chèque in.
Hij scheen even verheugd te zyn op liet, vooruitzicht
het geld te kunnen opvragen als de heer Lazare. Hij
kreeg daarop zyn hoed van een kapstok, en maakte
zich tot vertrekken gereed, toen hy plotseling vroeg
„A propos, kunt ge my ook zeggen of die Kavauagh
eigenaar is van een fabriek in Lambeth
„Niet dat ik weet."
„Dat is vreemd. Myn klerk schrijft op dit oogenblik
circulaires, met het doel om ze aan kapitalisten te zen
den het geldt nl. het oprichten van een maatschappij
op aandeelen.
„Onder al deze adressen, ontdekte ik dien naam, die
my dadelijk opviel, daar uw zaak my geen oogenblik
uit de gedachten was. Ik heb in het adresboek van het
vorige jaar nagezien. De fabriek behoorde verleden jaar
herfst nog aan de heeren Bell en Gordon.
„De pottenbakkerijriep ik uit.
„Precies. Als gy daar nu iets meer in ziet dan een
toevallige omstandigheid, dan zou ik mijn klerk in uw