T weede Editie. I NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. PRINS BORGENSKY. 15e Jaargang. Vrijdag 17 December 1897, Ho 4438 HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, Yoor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.37^/2 Directeur-Uitgever -AJD VBBTElsTTIEnsr i 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Ad verten tien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'cre G. L. DAUBE <k Co. JOHN F. JONES. Snee., Parijs 31bis Faabeurg Montmartre. Met uitzonderinggvan het,. Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel r*0,3 Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bloem endaal, Sandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de tol; Spaarndam, C. HARTENDORP; ZandvoortG. ZWEMMER; Velsen, W. J. RUI JTER Beverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. (Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Politiek Overzicht. Door den heer F. de Pressensé, redacteur van de Temps, is een belangryk artikel geschreven in de Nineteenth Centurywaarin hij de algemeene politiek bespreekt. De aan leiding daartoe is eene wijziging in zijn inzicht in den staatkundigen toe stand van Europa, na Faure's reis Daar Petersburg. De Pressensé gelooft niet langer in de onveranderlijkheid van het Drie voudig verbond en hij erkent dat de politieke toestand door de verbinte nis tusscben Rusland en Frankrijk geheel veranderd is. Voortaan staat het Tweevoudig Verbond als een ster van de eerste grootte aan den Euro- peeschen sterrenhemel. Het is een te- fen wicht voor de Triple Alliantie, ier vestigt hij vooral de aandacht op, zonder oorlogszuchtige bedoelingen. Verder wordt gewezen op de ver zwakking in het Drievoudig Verbond ontstaan. Ten eerste is voor Italië het bondgenootschap te kostbaarten tweede is Oostenrijk ietwat van Duitschland vervreemd, wat er niet beter op kan worden, nu het eerst genoemde rijk zelf onder de verdeeld heid zijner verschillende bewoners ge bukt gaat. De Duitschers toonen een te groote aanhankelijkheid aan de Berlijnsche regeering, vergetend, dat een volkomen afscheiding tusschen Duitschland en JOostenryk als staten juist de voor naamste voorwaarde van beider vriend- »l schap is. Zij zien niet, dat, sinds Sa- Ildowa en het verdrag van 1879 de Habsburgsche dynastie onmiskenbaar Oostwaarts worat gedreven Bij deze voor de vrienden van de „Triple Alliantie" ongunstige om standigheden komt nog de onzekere binneulandsche toestand in Duitsch land. Dc machtigste partij is op dit oogenblik het socialisme. De Kei zer kan ternauwernood steunen op de :onservatieven, die tot leus hebben ■(„der König absolut wenn er unsern IrWillen thut." Tusschen den vorst staat, als stootkussen, slechts de kan selier en een zeer veerkrachtig is hij zeker niet! Voeg hier nog bij het steeds sluimerend particularisme en men beseft dat )uitschland's zedelijke kracht in itaatkundige verbintenissen als de a* „Triple Alliantie" niet meer is wat geweest is. De fransche schrijver vindt het dan K)k in verband met deze omstandig- ïeden merkwaardig, dat in zake de postersche crisis de europeesche mo- fendheden eensgezind hebben gewerkt. Ten slotte bespreekt de heer dePres- lensé het fransch-russische verbond n deze bewoordingen: Men moet erkennen, dat aan de levers van de Newa een belangrijke 8gebeurtenis is afgespeeld. De hoofden ran twee groote Staten zonden geen voorden gebruiken zoo lang door n hen ingehouden indien zij niet zeker waren van hunne beteekenis. Wie kan ook gelooven, dat keizer Wil helm gereisd, gesproken, getoost zou hebben om niets Dat er geene buitengewone aan leiding was voor zijn bezoek aan Budapestzijn uitnoodiging aan koning Hubert om naar Wiesbaden te komen voor den tocht van graaf Goluchowski naar Monza? Het doel van al die bemoeiingen was de ongerustheid weg te nemen, die door de gebeurtenissen te Peters- bnrg was teweeggebracht. Voor die bezorgdheid was geen grond. Even wel is de staatkundige toestand in Europa geheel veranderd en zijn wij sedert het langverwachte woord door keizer Nikolaas uitgesproken, een nieuw tijdperk ingetredeu. Volgens berichten der „Standard" uit Konstantinopel geworden moet op het oogenblik in Turkije een verre van kalme toestand heerschen. De herhaalde revolutionaire dreig brieven, in den laatsten tijd ontvan gen, veroorzaken een groote bedrijvig heid onder de autoriteiten.Voortdurend hebben huiszoekingen en arrestatiën plaats. Intusscoen gaat de Porte voort met haar krijgstoerustingen in Anatolië vooral in Wan, Charpoet, Diarbeker en Moesj, waar de begrootingen op gemaakt worden als in tyd van oor log, om alle inkomsten te kunnen be steden voor militaire doeleinden in Klein-Azië. zonder nadeel voor de Torksehe schatkist. Vele cavalerie- officieren uit Anatolië worden naar Konstantinopel ontboden om geheime instructies te ontvangen. Te Madrid is eene officieuse nota openbaar gemaakt om op te komen tegen de verschillende dwaze geruch ten aangaande Cuba en de betrek kingen tusschen Spanje en de Ver- eenigde Staten, liet gerucht van een aanval op Nicevitas en het ameri- kaansche consulaat te Havana, de overdreven voorstellingen van de ont vangst vau Weyler, de vertelsels over de houding van het leger en den indruk, dien de Boodschap van Mac Kinley, den president der Vereenigde Stater., zou hebben gemaakt. De buitenlandsche pers, tot wie deze nota in hoofdzaak is gericht, doe wel dergelijke berichten onder streng voor behoud aan te nemen. STADSNIEUWS eergte en derde pagina. Haarlem. 16 Dec. 1897. Blijkens eene mededeeling in het Ned. Dagblad zal alhier het honderdjarig bestaan van het Ned. Zendelingsge nootschap herdacht worden in eene bijeenkomst op Maandag a.s. in Felix Favore. Sprekers zijnde heeren dr. P. J. Muiier. Craaudyk en Jonker, allen predikanten alhier. Concert Zalsman—Pieiage. In het begin van Februari zal ten bate van den heer G. Zalsman een concert worden gegeven door den heer Henri Pieiage. Als solisten hebben hunne welwil lende medewerking toegezegd mevr. Madier de Montjau en de heeren Frans Phlippeau en P. van Erven Dorens, resp. sopraan, tenor en bary- ton van de Ned. Opera. De begeleiding zal geschieden op twee vleugels door mej. Betsy Pie iage en den heer Henk van Brèemen, die tevens het concert zullen openen met een nummer voor 2 piano's. Verder zullen medewerken twee van de onder leiding van den heer Pieiage staande koren, nl. „Het Haarl. Gem. Koor" (ruim 80 leden) en het Mannenkoor „Caecilia" (ruim 90 le den), benevens een Kinderkoor van ongeveer 150 jongens en meisjes. „Haarl. Gem. Koor" en „Caecilia" treden hierbij, ieder met een paar nummers, zelfstandig op en boven dien gecombineerd met het Kinder koor. O. m. zullen ten gehoore gebracht worden 6 Volksliederen van Philip Loots, die binnenkort zullen verschij nen onder den titel „In 't Kronings jaar." V oordracht-avoiid. Ter afwisseling van hare gewone bezigheden had de Vereeniging van Industrieelen en Kooplieden betref fende bouwkunde en aanverwante vakken een voordracht-avond met dames georganiseerd, die Woensdag avond in de groote bovenzaal der sociëteit Vereeniging gehouden werd. Daartoe waren nitgenoodigd de heeren Joh. en Jacques Wilson, van Hoorn, leden van de welbekende lief- hebbery-tooneelvereeniging aldaar. En al hebben wy, door de vasthoudend heid van den bediende, aan wienvan I binnen de directie van de deurknop was opgedragen (we waren een wei nig te laat) het eerste gedeelte moeten missen, het tweede gedeelte was vol doende, om een denkbeeld te geven van de capaciteiten van deze twee decla matoren. En dan moet allereerst van 't hart, dat zy heiden zich kranig hebben weten te ontworstelen aan 't juk der rederijkerij en in hunne voor drachten een realiteit weten te bren gen, die het best met „Van Zuy- lensch" kan worden aangeduid. Johan is de man van de humoris tische, Jacques de vertolker van de dramatische voordrachten. De eerste had al gauw het publiek op zyn hand, want hij acteert goed en weet in zijn voordrachten dat eigenaardige te leggen, dat de menschen aan 't lachen brengt, wat het is, weet niemand, maar wie het niet heeft, dat eigenaardige, zal beter doen, zich niet aan komische voordrachten te wagen. Hij gaf ons een huiselijk tooneeltje van Laurillard, by een Studenten-maskerade van denzelfde en de tien eerste regels van Helmers' Hollandsche Natie, henevens het zeer moeilijke „Paardengang". Zyn broeder gaf ons op uitnemende wyze „het verhaal van een Werk man" van Belinfante, te hooren en een episch gedicht van Estella Hy- mans Hertzfeld, dat zeer zeker veel moeilijker en een proefstuk van decla matie is, maar toch voor 't publiek minder aantrekkelijk is, dan het ver haal van een werkman, de werksta king, de schipbreukeling en derge- lyken. Ook hy oogstte met zijne voor drachten, die nog aan beteekenis winnen door een sonoor orgaan, zeer veel succes. Eerst by het toegiftje aan 't eind van 't programma, kwamen beiden met hunne medailles op het podium en kon men zien, hoe tal van gouden en zilveren onderscheidingsteekenen in de zes jaar dat zy samen optreden, door hen zyn veroverd. Voor Nutsdepartementen en beslo ten kringen (daarbuiten treden de heeren Wilson niet opï zyn hunne voordrachten uiterst geschikt en van het succes kan men zeker zijn. Weldadigheid naar Vermogen Af deeling Werkverschaffing. Van 1 Nov. tot 16 Dec. hebben zich de volgende personen aangemeld 6 voor werkvrouw. 2 voor naai ster. 6 voor los werkman. 1 voor schoenmaker. 1 voor stoelenmatter. 1 voor schrijfwerk. 1 voor grondwer ker. 1 voor sigarenmaker. 9 voor loopwerk. 1 voor grondwerker. 1 voor schilder. 1 voor portier. 1 voor pak huisknecht. By de aanmelding moet een getuig schrift van goed gedrag overgelegd worden. Van 1 Nov. tot 16 Dec. zyn de vol gende personen geplaatst: 3 voor werkvrouw. 1 voor naaister. Particulieren en werkgevers, die van bovenstaande aanbiedingen ge bruik wenschen te makenwordt beleefd verzocht hunne aanvragen schriftelijk tot het Bestuur te richten, bus Doelen, Stadhuis of Stationsplein. Inlichtingen kunnen dagelijks van 9—1 en van 3—5 uur "verkregen worden hij den Administrateur, bureau Doelen, Kamer No 2. BINNENLAND Parlementaire Praatjes. Het kortstondig leven van den Mi nister van Marine als lid van het Kabinet-Pierson dreigt nu reeds te worden afgesneden. De zaak komt hierop neer, dat Minister Jansen den bouw van een vierde gevechtsschip, type „Korte- naer" had voorgesteld en dat de Ka mer de daarvoor aangevraagde gelden heeft geweigerd. Over dit schip, dat het vierde zou wezen van dit type, liep het debat voornamelijk. als'men eenige opmer kingen van minder belang terzijde stelt Maar aan dit schip werd, ook door j enkele sprekers althans, of liever door allen, verbonden de quaestie van een vast plan van aanbouw voor onze defensie en het verschil van inzicht tusschen dezen Min. en zijn voorgan ger (die tevens 's ministers opvolger was) over het type vau schepen, dat voor onze defeïisie hier te lande en voor den dienst in Ned.-Indië moet gebruikt worden. Ten aanzien van een „vast plan" scheen het geen vaart te zullen loo- pen, althans de Min. ging vrij snel in op het hem door den heerVerhey aan de hand gedaan middel, om de Kamer hierover' te doen beslissen by een of andere suppletoire aanvraag, byv voor torpedoschepen. Minder vlot ging het evenwel met de quaestie van gebrek aan continuï teit in de inzichten van opvolgende Ministers. De heer Goedkoop, die dit punt uitvoerig behandelde, stelde dat verschil van opinie tusschen dezen Min. en zyn voorganger in den breede in het licht, 't Verschil komt hierop neder, dat de Min. van der Wijck de type „Korteuaer" uitsluitend voor de defensie hier te lande wilde bezigen en de Min. Jansen van oordeel is, dat zy ook in Indië kunnen dienen het is daarom dat men van schepen „a double usage" sprak, als hoedanig de Minister dit type en dus ook het aangevraagde schip verdedigde, wel ke "aanvraag steun vond by de heeren Verhey, Groen van Waarder en van By landt (Apeldoorn) die den aanbouw noodig achtten in 's lands belang. Al was do eerste tegen het gebruik „a double usage", hy vond toch goede kwaliteiten in het type, speciaal voor de verdediging onzer kusten, waar de heer Goedkoop kruisers wilde of kleinere pantserschepen, in elk geval goedkooper dan f 3.600.000, voor dit doel. Met dezen spreker bleef ook de heer de Ras tegen het nieuwe schip gekant, uit het oogpunt van gevechts- waarde en zeewaardigheid, ondanks de pertinente verklaring des Ministers, dat dit schip noodig was. omdat wij geen audere schepen voor de kust verdediging beschikbaar hebben. De heer Kerdyk kwam bemidde lend voor den dag. Zet dit schip niet op stapel, alvorens gy rapport hebt van de ondervinding met een der andere van hetzelfde type in Indië opgedaan. Best, zeide de Min. Neen, voerde dr. Kiyper aan; neem den post dan liever terug en kom er mede by suppletoire begrootiDg. Dit denkbeeld werd bestreden door den heer van Karnebeek en door den Minister niet aanvaard. De heer Kerdyk had met zyn idee ook de bedoeling om werkloosheid op 's Rijks werf te voorkomen, maar tegen dien prijs wilde de heer Troel stra geen defensie-uitgaven steunen. Eindelijk kwam een amend.-Goe- koop om den post voor aanbouw van het 4e schip te schrappen. Het werd door de C. v. R. onder steund en aangenomen met 46 tegen 41 stemmen. "Voor stemden de katho lieken, de fractie-Kuyper, de socia listen en de heeren Mackay, Kete laar, Tydens, Zylma en Willinge. Toen vroeg de Min. schorsing der j beraadslaging, ten einde te overleg- I gen wat hem te doen stond (wat 1 blijkbaar in den na de zitting gevolg- j den Ministerraad is geschied). Volledigheidshalve zy gemeld, dat de Minister (in antwoord aan do hee- 'ren Verhey en Staalman) o.m. te ken- 1 nen gaf, dat de Valk zou worden gesloopt, dat hy zou overwegen wat hy kon doen inzake loon en arbeids tijd der arbeiders op de werven; dat de inrichting van het volkslogies op de nieuwe schepen uitstekend was dat de behandeling aan boord goed was, doch dat hy een onderzoek zou instellen naar een door den heer Staal man beweerde slechte behandeling van schepelingen aan boord van de Piet Hein tengevolge waarvan 30 persouen deserteerden. Het hoofdstuk VII A (Nationale Schuld) werd zonder debat of stem ming goedgekeurd. G. Jr. Verb, van den maatsch. en rechtstoestand der vrouw. Het Comité tot verbetering vau den maatschappelyken en den rechts toestand der vrouw in Nederland heeft besloten tot de oprichting van eene vereeniging, die net doei van het comité zal trachten te bevorderen. Het comité is daartoe geleid door de overweging, dat do velerlei bemoeiin gen aan het comité geldelijke ver plichtingen opleggen, bezwarend voor de draagkracht van slechts eukele personen. Het heeft nu eene oproe ping gericht tot de adherenten van net comité, 303 in getal, en tot allen, die voor de werkzaamheid van het comité sympathie gevoelen, om tot het lidmaatschap der vereeniging tegen eene minimum-contributie van f 1 toe te treden. Het comité bestaat uit de heeren mr. E. Fokker, 's Gravenhage, mr. W. L. P. A. Molengraaff, Utrecht, mr. J. C. Overvoorde, le secretaris, Dordrecht, en uit de dames jonkvr. J. de Bosch Kemper, voorzitster, Amsterdam, mevr. H. H. Scholten— Commelin, 2e secr.-penniugmeesteres, Amsterdam, mevr. M. A. van der Laan—De Joode, Haarlem en mevr. H. F. Boddaert—Schuurbeque Boeije, Ommen. Aan de universiteit te Amsterdam is bevorderd (cum laude) tot doctor in de Nederl. letteren, op proefschrift: „Het leemen wagentje". (Indisch too- neelspel uit Sanskrit en Prakrit, in het Nederlandsch vertaald) de heer J. Pb. Vogel, geboren te 's Graven hage. Het doctoraal examen in de rechts wetenschap is te Amsterdam afgelegd door den heer P. Tideman. Papier-onderzoek. Het Bestuur van den Neder;and- schen Uitgeversbond (H. A. M. Roe- lants, voorzitter, en Aug. Belinfante secretaris) heeft zich met een adres gewend tot den minister van Binuen- landsche Zaken, ten einde krachtda dig het adres te steunen van de Ne- derlandsche Maatschappij ter bevor dering van Nijverheid, waarin die maatschappij eerbiedig verzoekt, dat er van Staatswege gelegenheid worde gegeven om de deugdelijkheid yan papier te doen onderzoeken. Adressanten voeren daarbij het V(>1- Igende aan: FEUILLETON. -43) {Bewerkt naar het Engelsch.) HOOFDSTUK XLH. Een veelbewogen onderhoud. Waarschijnlijk zeide hij dit om my op te beuren, maar ;yn gelaat straalde van geluk en dit verbaasde my, of- ehoon ik toch zyn energiek karakter zoo goed kende. Vanneer men niet naar zyn arme gesloten oogen zag, :ou niemand hem voor blind hebben gehouden. „Ja," zeide ik, „zelfs in de treurigste oogenblikken ilyft ods de hoop toch immer restenal ware het lechts de hoop op vergetelheid." Hij drukte mün arm tegen den zijne, zeggende: „Wy hebben beiden veel geleden, vriendinnetje 1" „Maar ik denk te veel aan myn eigen verdriet," „Het myne," zeide hy om een andere wending aan dijn gedachten te geven, „is niet zoo verschrikkelijk, ls ge wel denkt. Eerst kon ik het byna niet dragen, e wereld scheen mij zoo ledig. Maar nu kan ik zien onder oogen, eD merk een massa dingen op, die vroe- er aan mijn opmerkzaamheid ontsnapten." „Komt miss Bell u 's avonds voorlezen en piano voor u spelen?" „Ja, het is een goed, lief meisje met een onuitputte lijk geduld." Een gefladder van vogels deed my opschrikken eenige duiven kwamen aangevlogen en zetten zich 05 de schou ders van Taras neder, waarop deze een weinig maïs uit zijn zak kreeg, dat zij uit zyn hand opaten. „Eten zij ook uit de hand van miss Bell?" vroeg ik jaloersch. „Zy komen bij ieder, van wien zij iets krijgen," ant woordde Taras glimlachend. Plotseling schoot mij het denkbeeld te binnen, dat hy my misschien met hen vergeleek. Mijn leed werd mij nu ondragelijk en zoo goed mogelijk myn verdriet on derdrukkend, zeide ik „Ik moet vertrekken." HOOFDSTUK XLIII. De raad van den advocaat. Taras wilde my met het rijtuig naar het station laten brengen, maar dit weigerde ik beslist. Ik had behoefte om alleen te zijn en mijn hart eens lucht te geven. Zoodra ik mij buiten het hek van de „Hofstede" be vond, kwamen eindelijk de tranen te voorschijn en den geheelen weg overzag ik alles als door een nevel. Toen myn verdriet een weinig bedaarde, begon ik over de toekomst na te denkenmaar zelfs de gedachte aan den terugkeer van Gordon, waardoor ik in de oogen van Taras zou gerechtvaardigd worden, kon my niet troosten. Zou hy ooit weer zooveel van mij kunneu houden als vroeger? Had by zün hart niet reeds aan Judith weg geschonken Toen dacht ik aan George en het afscheid kwam my weder voor den geest, hoe bitter zou de ont goocheling voor hem zyn, als hy vernam, dat zyn meisje Taras beminde want Hit scheen mij een onvermijde lijk iets, nu zy eenige maanden met elkaar geleefd hadden. Dezelfde folteringen, die mijn hart verscheurden, ston den hem nog te wachtenËn ik vroeg my af of het aiet veel barmhartiger zou zijn, hem in Siberië te laten omkomen, waardoor hem die verschrikkelijke teleurstel ling tenminste bespaard bleef. Maar myn plicht gebood my te handelen en deze gedachte verdreef alle twijfe lingen. Toen ik in de wachtkamer van den heer Pelhatn werd binnengelaten, vond ik aldaar een jongmensch, die cir culaires zat te schrijven, Nadat de klerk my had aangediend onder den naam van juffrouw Leroy, werd ik in zyn studeerkamer ge laten, waar de advocaat met het geduld van een spin, die op zijn prooi loert, zyn cliënten afwachtte. „Ik heb het!" riep ik triumfeerend uit, het papier voor hem nederleggend. „Dat doet my genoegen, juffrouwGy wenscht nu zeker, dat ik my dadelijk naar den heer Lazare begeef; dat is wel het verkieslykste in dit geval, maar wy neb ben wel eenige getuigen noodig. Wy zullen geen tijd verloren laten gaan." Maar toen hij den wissel inzag, betrok zyn gelaat. „Die chèque is niet ingevuld, juffrouw „Daarom ben ik het eerst by u gekomen. Ik mag de som naar myn goedvinden invullen, maar ik weet niet hoe ik dit doen moet." „Ik begryp u," zeide hy my wantrouwig aauziende. „Maar", voegde hy er bij alsof hy weder een herhaling van de moeilijkheden voorzag, met welke wy reeds te kampen hadden gehad, toen wy den wissel wilden innen; „het zou beter zyn, als wy naar de bank gingen. Die zaakmannen zyn soms zoo overdreven angstig." Zyn aanwijzingen volgend, vulde ik de chèque in. Hij scheen even verheugd te zyn op liet, vooruitzicht het geld te kunnen opvragen als de heer Lazare. Hij kreeg daarop zyn hoed van een kapstok, en maakte zich tot vertrekken gereed, toen hy plotseling vroeg „A propos, kunt ge my ook zeggen of die Kavauagh eigenaar is van een fabriek in Lambeth „Niet dat ik weet." „Dat is vreemd. Myn klerk schrijft op dit oogenblik circulaires, met het doel om ze aan kapitalisten te zen den het geldt nl. het oprichten van een maatschappij op aandeelen. „Onder al deze adressen, ontdekte ik dien naam, die my dadelijk opviel, daar uw zaak my geen oogenblik uit de gedachten was. Ik heb in het adresboek van het vorige jaar nagezien. De fabriek behoorde verleden jaar herfst nog aan de heeren Bell en Gordon. „De pottenbakkerijriep ik uit. „Precies. Als gy daar nu iets meer in ziet dan een toevallige omstandigheid, dan zou ik mijn klerk in uw

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 1