Terwijl ons bestnar zich kortheids- i der sagi XXV moekims vertoonde halve beroept op de gronden door die zich weder de in het vorige verslag maatschappij in haar adres aauge- j vermelde T. Laboh, vermoedelijk met voerd, geeft het Uwe Excellentie het doel bijdragen voor den oorlog te de verzekering, dat het oprichten van innen. Ook thans mocht het niet ge- een proefstation ook door de uitge-1 lakken hem in handen te krijgen en vers met zeer veel belangstelling zal worden tegemoet gezien, daar dit on derwerp reeds herhaaldelijk een punt van overweging bij den Bond heeft uitgemaakt Reeds in de algemeene vergadering van 1 Juni 1893 besloot de Bond, der Regeering te verzoeken een proef station voor het onderzoek van papier op de wijze van het proefstation te C harlottenburg op te richten. Ofschoon eerst door sommige leden de opmerking gemaakt werd, dat het minder kostbaar zou z,jn, wanneer de uitgevers een deskundige aanstel den, die met het onderzoek zou wor den belast, meende men toch, dat diens uitspraak niet evenveel vertrou wen zou inboezemen, als die van een officieel proefstation, alwaar in het belang van overheid en van bijzondere personen, papier, voor schrijf- of druk werken bestemd, kan worden onder zocht tegen vergoeding van de op dat onderzoek vallende kosten. Tengevolge van bijzondere omstan digheden heeft het Bestuur indertijd gemeend, de indiening van het adres tot een gunstiger oogenblik te moeten verdagen. Nu de Maatschappij ter bevorde ring van Nijverheid zich deze zaak heeft aangetrokken, meende de Uit geversbond niet langer te mogen ach terblijven, om ook van z|jne zijde de aandacht van Uwe Excellentie te vestigen op het feit, dat talrijke stand aardwerken, die bestemd zijn om door volgende geslachten te worden geraadpleegd, ten gevolge van de be zwaren die thans aan het papier-on derzoek in den weg staan, gevaar loopen na korter of langer tjjd aan de vernietiging te worden prijsge geven. Gaarne zouden de uitgevers zich de kosten van het onderzoek getroos ten. om de officieele zekerheid te erlangen, dat zjj voor hunne degelijke werken volkomen vertrouwbaar papier kunnen gebruiken. Ook voor hen is dus de vestiging van een officeel proefstation voor het onderzoek van papier een groote be hoefte. en met het oog hierop ver zoekt de „Nederlandsche Uitgevers bond" Uwe Excellentie eerbiedig de vestiging van een dergelijk proefstation wel te willen bevorderen. Aan. den grond. Dinsdagochtend is het voor Brui- nisse op het Krammer ten anker lig gende Belgische pleitsehip De Vier Gezusters, groot 75 last, binnen de roode boei, onder den noordenwal aan den grond gezwaaid, met het gevolg dat het onherroepelijk verloren zal zijn. Het is geladen met ijzererts, en ging van Gent naar Ruhrort. De schipper, Alphonsus van den Boogerd, van Brussel, en de overige opvaren den zjjn gered en met den inventaris door vissehers te Bruinisse in veilig heid gebracht. Het schip was ver zekerd. Poging tot moord. De deurwaarder J. Rit te Zaltbom- mel, beslag willende leggen op de roerende goederen van J. H. v. Asch te Enspijk, werd, na zwaar gewond te zjjn door v. A. met een spade, en daarna nog met een snoeimes werd gedreigd, naar Geldermalsen vervoerd en aldaar verpleegd door dr. Hermani- des. die volgens mededeeling voor een hersenschudding vreesde. De heer R., die, thans ten huize van zjjn zwager, den heer G. van Wijk, is opgenomen, zou wellicht hebben moeten bezwij ken, wanneer niet zijn zoon en een paar getuigen den booswicht hadden gegrepen en hem den lust voor zjjn verdere euveldaden benamen. Van A. die slecht ter naam en faam bekend staat, is gearresteerd en naar Tiel ver óerd. Koloniën Atjeh. Aan het verslag omtrent de voor- moet hy weder naar Lhong terugge keerd zfin. In den nacht van 2 op 3 November werd zijne opvatting be proefd, nadat bericht ontvangen was, dat hij zich te Lam-Lom zou ophou den; bjj werd echter niet aangetroffen, maar wel een zijner vertrouwden, panglima Oesoef, die werd gearres teerd. In de IV moekims der sa«ri XXV moekims en ook in Lepong bleef het rustig. Uit Lhong vernam het bestuur dat T. Oemar daar door verschillende zijner panglima's sabilgelden laat innen; de kedjoeroean verklaarde niet in staat te zijn zich daartegen te ver zetten. T. Oemar zelf houdt zich in de bo venstreken van Daja op. Op berichten dat T. Gedong, een der meest bekende onderaanvoerders van T. Oemar en afkomstig uit de IX moekims der sagi XXV moekims, zich in de heuvelterreinen van dit district met eene bende zou ophouden, werden meermalen h inderlagen gèlegd en die terreinen doorzocht, zonder dat bedoelde bende werd aangetroffen. Toen daarna vernomen werd, dat zij zich meer Z.O.waarts boven Mampreh bevond, nabij het graf vanTeungkoe di Weuëng werden daarheen patrouil les gemaakt. Op 1 Nov. bleek deze bende zich daar werkelijk op te houden, toen eene colonne van Kotaradja langs de Kroeng Loethoe het gebergte introk in verband met eene andere colonne, die van Indrapoeri uitgezonden werd en langs de Kroeng Lam Kareung oprukte. De bende werd verdreven en wist door hooger in het gebergte liggende ravijnen te ontkomen. De eerste colonne, die de vijandelijke bende tot op eene hoogte van pl. m. 900 M. in het gebergte vervolgde, bekwam een lichtgewonden mindere; de andere colonue trof een tweetal kleiue nederzettingen aan, die werden verbrand. Teungkoe Ma Hasan, die voor het bendehoofd T. Ali Baid gelden inde, werd in den nacht van 1 op 2 Nov. in de kampong Baid opgevat. In den omtrek van Kroeng Raja bleef het geheel rustig, evenals in de sagi der XXVI moekims, behalve dat eene beschieting van het kampe ment Tjot Mantjang in den nacht van 22 op 23 October jl. door eene bende van T. Brahirn Montasik plaats vond, welke zich thans in de heuvels ten ooston en zuid-oosten van Kota Ba'Theuë ophoudt. Een vaste verblijf plaats heeft hij daar niet, en hij moet uit vrees voor eene overvalling nooit te voren de plaats aangeven waar hij zal overnachten. Zijne volgelingen zendt hij af en toe in de vlakte om inkoopeu te doen, terwijl hij zelf brieven heeft gezonden aan de hoofden der V Moekims Mon tasik van de sagi XXII Moekims, waarin hjj zich T. Tjihik noemt en sabilbydragen vordert voor Panglima Polim. Enkele hoofden gaven het be stuur kennis van de ontvangst dezer brieven. Naar aanleiding der bovenbedoelde beschieting van Tjot Mantjang rukte den 23sten October een colonne van daar uit naar Glé Ampee Awee en Kota Ba'Theuëvan verder gelegen heuveltoppen werden de troepen be schoten door kleine benden, die echter spoedig werden verdreven, maar waar door wjj een gewonden minderen mi litair bekwamen. Bij terugkeer der troepen daagde de vijand weder op, die echter toen in een door ons ge stelde hinderlaag viel, tengevolge waarvan hy zeven dooden op het ter rein achterliet en een achterlaadge- wreer met patroonzak, alsmede blanke wapens in onze handen vielen. Twee onzer minderen werden gewoed, maar bij het verder huiswaarts keeren der troepen werd van den vijand geen overlast meer ondervonden. In verband met de komst van eenige volgelingen van T. Braliim op Pasar Tjot Goet (Moekim Montasik) werd den 28en October jl. deze pasar door onze troelen bezochtvan eenige ge- wapenden, die trachtten te vluchten der Atjeh-rivier naar een tracé voor een trambaan naar Selimoeo, welk onderzoek nagenoeg is afgeloopen. Op den 23en October jl. werd de dekking der wegwerkers nit het terrein ten oosten van Tjot Djawi beschoten. Eene sectie wist ongemerkt de vijan delijke schutters te naderen en legde er twee van neereen voorlaadgeweer met munitie viel in onze handen. Den 25en October jl. werd Selimoen zonder tegenstand bezet en terstond met het bouwen van een tijdelijk kampement aangevangen, evenals met het aanleggen eener telefoongeleiding. In den nacht van 30 op 31 October jl. werd het bivak beschoten van nit. Tjot Releung, zonder dat wij daar door verliezen leden. Verscheidene mindere hoofden uit d^n omtrek maak ten hunne opwachting bij den bivak commandant Den len November bezocht de ci viele en militaire gouverneur Selimoen en keerde den 3en d. a. v. te Kota radja terug. Noordkust. In den omtrek van Segli bleef het rustigvijandelijkheden wer den tegen onze troepen, die herhaal delijk het terrein doorkruisten, niet gepleegd. Do commnnicatieweg in de moekim Pekan Baroe-Pekan Sot kwam geheel gereed. Den len November werd de nieuwe Pekan Baroe met een kandoeri inge wijd in tegenwoordigheid van T. Bin tara Pinang, T. Panglima Megoi en andere hoofden. T. Hoesin di Gedong vertrok naar de moekims Kali en Laweung, om te trachten een einde te maken aan de daar bestaande verwikkelingen. Oostkust. Den 28sten October jl. begaf eene militaire patrouille van Edi zich via Bagoh naar Oleh Gadjahen keerde denzelfden dag terug. Aan Nja Pedir, een der misdadigers die deelnamen aan den moord en roof op het ss. Pegu, werd het doodvonnis voltrokken. Nja Mamat Perlak moet zich thans in de bovenstreken van Djolok Besar opbonden, waar hjj een veilige schuil plaats heeft. Westkust. De weg van Melaboeh naar Roending werd onder militaire dekking opengekapt, zonder dat dit werk werd bemoeilijkt. Nadat T. Hitam Taboh eenige da gen te Merbau verbleven had, is hjj wreder naar de bovenstreken terugge keerd met slechts weinige volgelingen. In Tripah gelukte het Nja Tjoet zjjn gebied van vijanden te zuiveren, nadat hunne versterkingen hem in handen gevallen waren. Poeloe Web. Niets bijzonders. Weersgesteldheid.Voornameljjk ZW. wind met af on toe regen. Gezon dheidstoestandCholerageval len kwamen niet meer voor. Ziekte onder het vee. De runderpest brak wederom onder het slachtvee te Kotaradja uitte Olehleh kwam deze ziekte tot stand. Eokele gevallen met doodeljjken afloop werden geconsta teerd in de moekim Nga (IV moekims). De Jav. Ct. van 16 Nov. meldt: Volgens een van den Civielen en Militairen Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden ontvangen telegram rukten in den nacht van 10 op 11 dezer om 10 uur vier brigades maré- chaussées naar het gebergte om de schuilplaats van T. Ali Baid te ver nielen; deze schuilplaats, 100 meter hóóg gelegen en bestaande uit twee groote huizen, werd verbrand, terwjjl twee Beaumontgewereu buitgemaakt werden. Een zestal vjjanden vluchtte tjjdig, doch moet gewonden gekregen heb ben. te oordeelen naar gevonden bloed sporen. In den namiddag van 11 dezer om 2 uur waren de troepen in hun bi- vouak terug. De post Pakan Kroeng Tjoet van de linie der geconcentreerde stelling zal heden opgeheven worden. Goudmijn-aandeelen. In de wekeljjksehe kroniek van de Soerabaja Courant lezen wjj het vol- In den wedloop om goudexploratie- en exploitatiemaatschappjjen op te richten, is een korte rust ontstaan. en aangeroepen zjjnde niet bleven i Niet iedere dag brengt ten minste naamste gebeurtenissen in het gouver-staan, werd een drietal neergeschoten, een nieuw prospectus. En dat ook de nement Atjeh en onderhoorigheden,1 Aan verbetering van den weg naar I graagte van het publiek ietwat ge- loopende van 23 October jl. tot en Selimoen werd steeds voortgewerkttemperd is, bljjkt niet alleen uit de met 5 November, wordt door de Java ook werd voortgegaan met het sedert j koersen, maar ook uit de voorwaarden, Ct. het volgende ontleendeenigen tjjd aangevangen onderzoek 1 waarop thans de deelneming wordt Groot Atjeh. In de IV moekims langs den linker- en den rechteroever aangeboden in de eenige nieuwe on- derneming van dien aard, in den laat- sten tijd aangekondigd. De 'Batjan Gond-Exploratie-maat- schappjj biedt de inschrijving aan op een restant van f25000 in aandeelen van f250. De gewoonte is dat zulke aandeelen a pari aan de markt wor den gebracht en daarvan wilden de oprichters in zekeren zin niet afwjj- ken. Wie een aandeel neemt betaalt f250 of 100 pet. Maar wie twee aan deelen neemt, doet een zeer verdien stelijk werk en krjjgt voor zjjn f500 drie aandeelen geleverd. Het ljjkt precies Koster van de Leliegracht of Gebr. Cohen uit Nij megen en het ljjkt ook frappant op de klassieke „twee om een cent, neein maar weg drie". Maar dan geldt het meestal pruimen of juttepoortjes, geen goudmjjnaandeelen. Natuurlijk influ- enceeren zulke aardigheden niet op de intrinsieke waarde van de onder neming, doch zjj influenceeren toch wel op den indruk, dien men krjjgt van den ernst waarmee zulk een zaak is voorbereid en zal worden ge leid. De J.-B. van den 13en Nov. meldt: Terwjjl gistermiddag vele inlanders zich baadden in de gracht nabjj het Hotel Wisse borrelde eensklaps pe troleum uit het water op, die zich snel over de oppervlakte verspreidde. De badenden sprongen ijlings uit de verontreinigde kali en spoedig had den zich vele nieuwsgierigen aan de oevers verzameld om het aanhoudend opborrelen der petroleum waar te nemen. Men begrjjpt dat dit schouwspel in deze tijden van rustelooze petroleum- opsporingen in Indië, vele gemoedereu in beweging bracht en ook, hoe ont sticht men was, toen bjj onderzoek de olie afkomstig bleek te zjjn uit een stopflesch, die door den een of anderen grappenmaker in de gracht was geworpen. Sport en Wedstrijden. Kegelen. Bjj de op Zondag jl. plaats gehad hebbende opening van het kegelcon cours in „Concordia", St. Luciënsteeg te Amst., werd, zooals gemeld is, na mens de deelnemende clubs aan de feestvierende club een keurig hulde blijk aangeboden, bestaande in een zilvereu lauwerkrans, waarin medaille, benevens eene prachtige oorkonde van den bekenden calligraaf den heer Grevenstuk, vermeldende de namen van de clubs, die daaraan deelgeno men hebben. De president van „Ewaldi", de heer Sperandio Mei, welke de opge komen kegelaars welkom had gehee- ten, dankte voor dit blijk van sym pathie. De uitslag van den eersten dag van den korps wredstrjjd is als volgt: „Vriendschap", Amsterdam, 148 puu- ten „Z. B. G. P.", id., 138 p.„Ne- genvriend", id., 130 p.; „De groote Vanxhall", Haarlem, 122 p...Recht naar 't Doel", Rotterdam, 120 p. „Entre Nous", Amsterdam, xlG p. „Houdt hem er op", id., 10(5 p.; „On derlinge Kegelclub", id., 105 p.; „A. T. G. V.". id., 104 p.„Sphaira", id., 100 p.„Door oefening sterk", id., 92 p.„Neerlandia", id., 86 p. „Links in die Gasse", id., 82 p. De inschrjjving voor dezen dag was door tijdige aanvrage voor ruiling niet groot, doch op elkeu volgenden korpsdag werpen pl.m. 25 clubs. Henri Miller de eerst aangekomene in den zesdaagschen wedstrjjd te New- York, is 22 jaar ouden van Hollaud- sche afkomst. Hij woont te Chicago en heeft vroeger nooit iets bijzonders als rjjder gepresteerd. De volgende pr jjzen in geld werden behaald"Miller f 3250plus f500, daar hij het record van Hale geslagen heeft; verder ontvingen Rice f2000, Schinner f1250, Ilale f875, Waller f 750, Pierce f 500, Golden f 375, Cau- non f312.50, Enterinau f250, Ri- vièrre f250. Leger en Vloot. i Men herinnert zich, dat de patronen van het Engelsche Lee-Motford-ge- weer in Chitral en Afrika bleken, in vele gevallen een getroffen vjjand niet buiten gevecht testellen, en dat sedert het Britsch-Indische leger Dum-Dum- patronen gebruikt, waarvan het om hulsel van de punt grootendeels is weggenomen. De uitwerking van dezo kogel is reeds beschrevenzjj maakt vreeseljjke wonden. DeEn- gelschen, nu tegen de Afridi's in het veld, gebruiken zulke kogels, maar hebben, zoo wordt van het oorlogs- torrein geseind, er zelf de moordda dige werking van ondervonden, want de bergstammen hebben een aantal Lee-Metfords en de nieuwe patronen. In het hospitaal te Rawalpindi'liggen vele gekwetsten met afgrjjseljjke won den, vooral als het been geraakt is. Den heldkaftigen Hooglandsche pijper Eindlater, die door beide enkels ge schoten, door bleef doedelen, is door zoo'n Dum-D urn-patroon een enkel been tot pap geschotenzjjn voet is afgezet. Pijper Milne, die zich ook bjj Dargai onderscheiden heeft, kreeg zoo'n kogel in de knie; het been is afgezet. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de copij niet aan den inzender terug gegeven. Wedloop-manie. Mijnheer de Redacteur! Zoudt n mij willen toestaan in uw blad eens te uiten, wat mij reeds we ken de ziel bedroeft? Het betreft de manie van eenige ongelukkige, te be klagen jonge mannen, om 't snelst af te leggen den afstand van Haarlem lot Amsterdam en terug. Stemt dit reeds mjj droevig, omdat ik mjj her haaldelijk afvraag welk nut toch kan gelegen zjjn in ,die recordmakerij, zonder mij zelf een bevredigend ant woord te kunnen geven, droeviger maakt mij de wetenschap, uit uw blad geput, dat èn de pers, èn het publiek van zulke dingen met groote graagte notitie neemt en daardoor die jonge mannen stjjven in hunne zucht om voor een qnasi-eer een stukje (of stuk) van hun leven in te boeten. Ik stel lichaamsbewegingen op hoo- gen prijs, beweer zelfs dat ze al te weinig en meestal te eenzjjdig geno men worden. En toch zjjn ze zoo levensterkend. Maar het is mij niet mogeljjk dit te denken van die moor dende sport, die de hoogste uiting in wedstrjjden vindt. En is het al reeds on hu ra aan zulke wedstrjjden te orga- niseeron, speculeerende op de roem zucht der menschen die zich al te weinig in nederig goed-doen open baart onhumaner nog acht ik de kjjklustigheid van het publiek, dat ontelbare „ach's" over de lippen rol len laat, als zoo'n sport-man een on geluk overkomt, doch niet schjjnt le begrjjpen. dat zijue kijklustigheid zulke tragische affoopen indirect bevordert. Zooeven las ik een bericht over een zesdaagschen wielerwedstrijd te New- York, die tot zulke afschuwelijke tooneelen aanleiding gaf, dat zelfs sportvrienden er over verontwaardigd waren Daarin lees ik o. m. dit „„Alle rijders ijlden, maakten waan zinnige bewegingen, of staarden met woeste blikken om zich heen, ten prooi aan hallucinaties." ..„Dikwijls vielen rjjders als dood van hun wiel. Men kweekte hen, door massage en verfrisschende dranken, weer wat op, en dan werden zjj door hunne managers weer op hun wiel gezet, om den dollen rit op de ronde baan van 2-34 voet te hervatten." „Een Franschman moest den voor- laatsten dag reeds wegens uitputting worden wéggedragen. Twee dagen daarna sliep hij nog. Een ander rjjder werd met verwrongen gelaatstrekken door de politie weggebracht. De ge- oeesheeren hopen dat hjj niet voor altijd krankzinnig was. En toen de politie eenige erg razende rjjders wou verwijderen, verzette het 25,000-tallige publiek zich daartegen." Is het niet als leefden wjj 2000 jaren vroeger, in Rome, ten tjjde dat 'het publiek zieh „vermaakte" bjj liet zien vechten om den dood van men schen met menschen of dieren? En is er wel reden, om te smaden op dat verbasterde en verdierljjkte Rome Om over stierengevechten in Spanje te oordeelen, waar dagelijks om ons heen duizenden menschen zich vermaken bij om den dood loopende, rjjdende of boksende menschen (en dieren,) O publiekO pers, gjj machtige inwerkster op dezeden der menschen! In naam der humaniteit, smeek ik U, negeer zulke barbaarschheden. als zich openbaren in de sportwereld. Negatie van het kwade is de dood voor bet kwaad. Als gjj, pers, niet meer aankondigt, ve.-meldt en beschrjjft zulke wedloo- pen, als gjj, publiek, rustig thuis of op Uwe wandeling bljjft, doch in ieder geval niet gaat kjjken, spoedig zal bedaard zjjn en verdwenen de onzedeljjke wodloopraanie. Voor weken werd zoo'n wedlooper voor dood weggebracht. Moet er eerst zoo'n jong leven voor dood bljjven liggen, alvorens men gaat gevoelen dat men door notitie te nemen van die dingen, aan zulk een dood mede schuldig is In naam der humaniteit, der men- schenliefde, die mjj tot dit schrijven dwingt, smeek ik U mjjnheer de Redacteur, begin U met te nogeeren, zulke Romeinsche gruwelen Met dank voor de plaatsing, Uw abonné, J. K. v. d. V. Met alle waardeeriog van des in zenders goede bedoeling moeten wjj toch vragen, of hjj niet een weinig overdrjjft. Sympathie gevoelen wij persoonlyk voor deze soort vanwed- sti^jdeu niet, maar er ligt heel wat ruimte tusschen het hardloopen hier en den zesdaagschen wielerwedstrjjd ginds. Dat hardloopen is een tijdelijk op duikende lief hebber jj, die ook wel gauw weer verdwjjnen zal. En wat het negeeren door de pers betreft, het gaat er mee als met een hagel bui wie er iu loopt kan de bui wel trachten te negeeren, maar dat baat hem weinig: hagelen doet het toch. Red, ÜEffiENGQ KIEUWS De Soleil beweert vernomen te heb ben, dat de Engelschen onlangs in het achterland van Asjanti een neder laag hebben geleden tegen Samory. Verscheiden Engelsche officieren zou den gesneuveld zjjn. Geen bimetallisme meer. De muntquaestie opgelost! Een Engelschman, dr. Emmons, die reeds vroeger belangrijke ontdekkin gen op natuurkundig gebied heeft gedaan, moet thans hebben ontdekt hoe men van zilver goud kan maken. De „Daily News" verneemt, dat de natuurkundige Crooks het product' van lEmmens' proeven heeft onder zocht en daarin alle eigenschappen van goud heeft gevonden. De uitvin der laat een machine maken, waar mee hjj 50,000 onsen goud per maand kan maken. De productiekosten zijn echter zeer aanzien'jjk. Dr. Emmens is ten gevolge van een ruggemergsziekte aan beide beenen verlamd. Voorloopig zal men wel doen nog niet te veel geloof te hechten aan dit bericht. Dinsdag is er brand geweest in het kasteel van Dover. Hjj brak uit in de officierskwartieren en verspreidde zich over een aanmerkelijk deel van het oude slot. Veel historische preeiosa moeten verloren zijn. Kr o on-diamarLten. Een groot deel van de prachtige Fransche kroondiamanten trekt tegen woordig in de kasten van de voor naamste juwelierswinkels van New- York de aandacht vau het publiek. Deze kostbaarbeden zullen m bet openbaar verkocht worden. Het mooiste stuk van de verzameling is een diadeem, die, na elkander, door de hertogin van Angoulême, de doch ter van Lodewjjk XVI, door de her togin van Berry en door keizerin Eugénre gedragen werd. Spiritisme. Een eigenaardig proces wordt in Parjjs gevoerd, waarbjj het spiritisme een groote rol speelt. De apostel van het spiritisme in Frankrjjk Allan Kardec, die eigonljjk Rivaii heette, liet eene weduwe na, die in 1883 over leed en haar geheele vermogen, onge- tegenwoordigheid kunnen ondervragen ik zou het zelfs op staanden voet kunnen doen." „Goed," zeide ik, voelende dat ik toch geen rust zou hebben, alvorens ik zekerheid had omtrent dit geval. De heer Pelham plaatste mijn stool zóo, dat ik met mjju rug naar het licht gekeerd zat en schelde. De nieuwe klerk verscheen. „Kom even binnen, mjjnheer Brett. Ik heb een cir culaire gezien, geadresseerd aan een zekeren mjjnheer Kavaaagh, eigenaar van een pottenbakkerjj te Lambeth. Kent ff jj dien man „Het was een cliënt van den heer Evans, mjju vori- gen patroon." „Kent gjj hem niet persoonlyk De klerk glimlachte en schudde het hoofd. „Zulke booge kenuissen houd ik er niet op na myn heer. Hjj is puissant rjjk en lid van het Lagerhuis.' „Hjj speculeert uatuurlyk „Neen, mjjnheer, hjj heeft twee of drie pottenbakke ryen gekocht. „Welke?" „Ten eerste die te Lambeth, ofschoon hjj deze meer uit liefdadigheid heeft overgenomen, dan om er geld van te trekken." i „Zjj behoorde vroeger aan Bell en Gordon, niet waar „Ja mijnheer, tenminste voordat de hoer Gordon er „Toch is 'tzoo, mijnheer. Half November zoo onge veer verdween de heer Gordon plotseling. Er was een jong meisje in het spel," zeide de klerk met een ironisch 'lachje, dat hjj zeker tot een andere gelegenheid be waard zou hebben, als hjj geweten had, dat ik het meisje in quaestie was. „Ik ben niet zoo heel goed van de geschiedenis op de hoogte, maar wel weet ik dat zjjn zaken in het geheel niet in orde waren en hjj alles behalve fatsoenljjk tegenover zjjn compagnon, den armen kolonel Bell, heeft gehaudeld." „Dat is slecht nieuws, juffrouw," zeide de advocaat zich tot mjj wendend, terwjjl hjj ernstig het hoofd schudde. „En wat heeft hjj dan gedaan, mjjnheer Brett „Wel, hjj had zich geassocieerd met koloael Bell om een pottenbakkerij te koopen, die echter volstrekt geen waarde hadhjj stak zich in de schulden, voorgevende ovens te moeten bouwen en verbeteringen te wil len aan brengen, maar toen hjj bemerkte, dat de kolonel minder rjjk was, dan hjj gedacht had, maakte hjj iu 't geheim zoo veel te gelde, als hjj maar kans zag en ging er toen van door, zoodat zjjn oude compagnon met de zaak bleef zitten." „Eq wat gebeurde er toen?" „De zaken liepen al zoo slecht, als 'tmaar kon. Een oven. die nog niet eens betaald was, sprong den eersten keer den besten dat men hem verwarmde. Om zijn schuld- eischers te voldoen beleende hjj zijn mijuaandeelen, die gaandeweg achteruit liepen, totdat zjj niets geeo waarde van door gingD Wat zegt geDat is de eerste keer, dat ik dit meer hadden. De heer Kavanagh had hem aan mjjn verneemriep de advocaat met geveinsde ongeloovig- j patroon voorgesteld en ik werd met zjjn zaken belast, heid uit daarvan weet ik alles." „En hoe zal het affoopen?" „Dat kolonel Bell insolvent verklaard wordt." „Maar hjj kan toch een proces aangaan tegen den heer Gordon?" „Neen, want deze is vertrokken zonder eenig spoor achter te laten en zjjn advocaat, de heer Cunningham, weigert natuurljjk een cent uit te betalen, als hjj geen orders hiertoe van den heer Gordon ODtvangt." „Is hjj rijk?" „Ja hjj bezit een groot fortuin, maar niemand kan er aan komen, tenzjj hjj zelf terug komt of dat hij bjj verstek door de rechtbank failliet .zal verklaard worden." „En hoe hondt de kolonel zich onder deze omstan digheden, en wat heeft hjj gedaan „Wel, hjj heeft gehandeld zooals men van een oud militair verwacht, die totaal geen begrip van zaken heeft, maar boven alles zjjn eer wil reddenhjj heeft al wat hjj bezat te gelde gemaakt en de opbrengst aan zijn scbuldeischers uitgekeerd. Mjju patroon deed al het mogeljjke om deze daad te verhinderen en raadde hem aan de zaak dadeljjk failliet te laten verklaren. Maar hjj wilde niet naar hem luisteren. Ofschoon hjj anders nog al een buigzaam karakter beeft, is hjj toch op som mige punten ontzettend koppig. Ouderwetsche begrip pen. ziet ge!" „Maar hjj heeft toch met die som zjjn scbuldeischers niet kunnen voldoen „Wel neen, zjj hebben maar een vierde gekregen van hetgeen hun toekwam en de kolonel bezat geen cent meer om zjjn zaak voort te zetten. Mjjn patroon had hem gewaarschuwd en gezegd, dat hjj zjjn geld ver kwistte en het op deze wjjze slechts boter aan den galg smeren was." „Zjjn zaak is dus zeker gesloten en hjj insolvent ver klaard „Dat zou ongetwjjfeld gebeurd zjjn, wanneer de heer Kavanagh het niet voorkomen had, door den heer Bell een som aan te bieden, om zjjn schulden te dekken en opnieuw te beginnen." „Leende de heer Kavanagh het hem zonder onder- z< pand d „Niet precies. Want hjj schoot het voor bjj wjjze van n hypotheek op de fabriek." jt< „Dan zie ik er ook de groote edelmoedigheid niet w van in." tic „Toch wel, mijnheer. De heer Evans had er ook wel aan gedacht door een hypotheek de zaak te redden, v maar toen hjj de akte van associatie nalas, stuitte hij op b een moeieljjkhcidde heer Bell nl. kon geen geldeljjke ih verbintenissen aangaan, zonder de schriftelijke toestem- ;ol ming van zijn compagnon." t< „Nu begrijp ik u; de heer Kavanagh rekent er dus g op dat, als de heer Gordon terugkeert ,hjj de hypotheek b zal erkennen?" (ei Juist mjjnheer; gjj ziet dus, dat de garantie van den ts heer Kavanagh niet bijzonder groot is." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2