Terwijl ons bestnar zich kortheids- i der sagi XXV moekims vertoonde
halve beroept op de gronden door die zich weder de in het vorige verslag
maatschappij in haar adres aauge- j vermelde T. Laboh, vermoedelijk met
voerd, geeft het Uwe Excellentie het doel bijdragen voor den oorlog te
de verzekering, dat het oprichten van innen. Ook thans mocht het niet ge-
een proefstation ook door de uitge-1 lakken hem in handen te krijgen en
vers met zeer veel belangstelling zal
worden tegemoet gezien, daar dit on
derwerp reeds herhaaldelijk een punt
van overweging bij den Bond heeft
uitgemaakt
Reeds in de algemeene vergadering
van 1 Juni 1893 besloot de Bond,
der Regeering te verzoeken een proef
station voor het onderzoek van papier
op de wijze van het proefstation te
C harlottenburg op te richten.
Ofschoon eerst door sommige leden
de opmerking gemaakt werd, dat het
minder kostbaar zou z,jn, wanneer
de uitgevers een deskundige aanstel
den, die met het onderzoek zou wor
den belast, meende men toch, dat
diens uitspraak niet evenveel vertrou
wen zou inboezemen, als die van een
officieel proefstation, alwaar in het
belang van overheid en van bijzondere
personen, papier, voor schrijf- of druk
werken bestemd, kan worden onder
zocht tegen vergoeding van de op dat
onderzoek vallende kosten.
Tengevolge van bijzondere omstan
digheden heeft het Bestuur indertijd
gemeend, de indiening van het adres
tot een gunstiger oogenblik te moeten
verdagen.
Nu de Maatschappij ter bevorde
ring van Nijverheid zich deze zaak
heeft aangetrokken, meende de Uit
geversbond niet langer te mogen ach
terblijven, om ook van z|jne zijde de
aandacht van Uwe Excellentie te
vestigen op het feit, dat talrijke stand
aardwerken, die bestemd zijn om
door volgende geslachten te worden
geraadpleegd, ten gevolge van de be
zwaren die thans aan het papier-on
derzoek in den weg staan, gevaar
loopen na korter of langer tjjd aan
de vernietiging te worden prijsge
geven.
Gaarne zouden de uitgevers zich
de kosten van het onderzoek getroos
ten. om de officieele zekerheid te
erlangen, dat zjj voor hunne degelijke
werken volkomen vertrouwbaar papier
kunnen gebruiken.
Ook voor hen is dus de vestiging
van een officeel proefstation voor het
onderzoek van papier een groote be
hoefte. en met het oog hierop ver
zoekt de „Nederlandsche Uitgevers
bond" Uwe Excellentie eerbiedig de
vestiging van een dergelijk proefstation
wel te willen bevorderen.
Aan. den grond.
Dinsdagochtend is het voor Brui-
nisse op het Krammer ten anker lig
gende Belgische pleitsehip De Vier
Gezusters, groot 75 last, binnen de
roode boei, onder den noordenwal
aan den grond gezwaaid, met het
gevolg dat het onherroepelijk verloren
zal zijn. Het is geladen met ijzererts,
en ging van Gent naar Ruhrort. De
schipper, Alphonsus van den Boogerd,
van Brussel, en de overige opvaren
den zjjn gered en met den inventaris
door vissehers te Bruinisse in veilig
heid gebracht. Het schip was ver
zekerd.
Poging tot moord.
De deurwaarder J. Rit te Zaltbom-
mel, beslag willende leggen op de
roerende goederen van J. H. v. Asch
te Enspijk, werd, na zwaar gewond
te zjjn door v. A. met een spade, en
daarna nog met een snoeimes werd
gedreigd, naar Geldermalsen vervoerd
en aldaar verpleegd door dr. Hermani-
des. die volgens mededeeling voor een
hersenschudding vreesde. De heer R.,
die, thans ten huize van zjjn zwager,
den heer G. van Wijk, is opgenomen,
zou wellicht hebben moeten bezwij
ken, wanneer niet zijn zoon en een
paar getuigen den booswicht hadden
gegrepen en hem den lust voor zjjn
verdere euveldaden benamen. Van A.
die slecht ter naam en faam bekend
staat, is gearresteerd en naar Tiel
ver óerd.
Koloniën
Atjeh.
Aan het verslag omtrent de voor-
moet hy weder naar Lhong terugge
keerd zfin. In den nacht van 2 op 3
November werd zijne opvatting be
proefd, nadat bericht ontvangen was,
dat hij zich te Lam-Lom zou ophou
den; bjj werd echter niet aangetroffen,
maar wel een zijner vertrouwden,
panglima Oesoef, die werd gearres
teerd.
In de IV moekims der sa«ri XXV
moekims en ook in Lepong bleef het
rustig. Uit Lhong vernam het bestuur
dat T. Oemar daar door verschillende
zijner panglima's sabilgelden laat
innen; de kedjoeroean verklaarde niet
in staat te zijn zich daartegen te ver
zetten.
T. Oemar zelf houdt zich in de bo
venstreken van Daja op.
Op berichten dat T. Gedong, een
der meest bekende onderaanvoerders
van T. Oemar en afkomstig uit de
IX moekims der sagi XXV moekims,
zich in de heuvelterreinen van dit
district met eene bende zou ophouden,
werden meermalen h inderlagen gèlegd
en die terreinen doorzocht, zonder dat
bedoelde bende werd aangetroffen.
Toen daarna vernomen werd, dat zij
zich meer Z.O.waarts boven Mampreh
bevond, nabij het graf vanTeungkoe
di Weuëng werden daarheen patrouil
les gemaakt.
Op 1 Nov. bleek deze bende zich
daar werkelijk op te houden, toen
eene colonne van Kotaradja langs de
Kroeng Loethoe het gebergte introk
in verband met eene andere colonne,
die van Indrapoeri uitgezonden werd
en langs de Kroeng Lam Kareung
oprukte. De bende werd verdreven
en wist door hooger in het gebergte
liggende ravijnen te ontkomen. De
eerste colonne, die de vijandelijke
bende tot op eene hoogte van pl. m.
900 M. in het gebergte vervolgde,
bekwam een lichtgewonden mindere;
de andere colonue trof een tweetal
kleiue nederzettingen aan, die werden
verbrand.
Teungkoe Ma Hasan, die voor het
bendehoofd T. Ali Baid gelden inde,
werd in den nacht van 1 op 2 Nov.
in de kampong Baid opgevat.
In den omtrek van Kroeng Raja
bleef het geheel rustig, evenals in de
sagi der XXVI moekims, behalve
dat eene beschieting van het kampe
ment Tjot Mantjang in den nacht van
22 op 23 October jl. door eene bende
van T. Brahirn Montasik plaats vond,
welke zich thans in de heuvels ten
ooston en zuid-oosten van Kota
Ba'Theuë ophoudt. Een vaste verblijf
plaats heeft hij daar niet, en hij moet
uit vrees voor eene overvalling nooit
te voren de plaats aangeven waar hij
zal overnachten.
Zijne volgelingen zendt hij af en
toe in de vlakte om inkoopeu te doen,
terwijl hij zelf brieven heeft gezonden
aan de hoofden der V Moekims Mon
tasik van de sagi XXII Moekims,
waarin hjj zich T. Tjihik noemt en
sabilbydragen vordert voor Panglima
Polim. Enkele hoofden gaven het be
stuur kennis van de ontvangst dezer
brieven.
Naar aanleiding der bovenbedoelde
beschieting van Tjot Mantjang rukte
den 23sten October een colonne van
daar uit naar Glé Ampee Awee en
Kota Ba'Theuëvan verder gelegen
heuveltoppen werden de troepen be
schoten door kleine benden, die echter
spoedig werden verdreven, maar waar
door wjj een gewonden minderen mi
litair bekwamen. Bij terugkeer der
troepen daagde de vijand weder op,
die echter toen in een door ons ge
stelde hinderlaag viel, tengevolge
waarvan hy zeven dooden op het ter
rein achterliet en een achterlaadge-
wreer met patroonzak, alsmede blanke
wapens in onze handen vielen. Twee
onzer minderen werden gewoed, maar
bij het verder huiswaarts keeren der
troepen werd van den vijand geen
overlast meer ondervonden.
In verband met de komst van eenige
volgelingen van T. Braliim op Pasar
Tjot Goet (Moekim Montasik) werd
den 28en October jl. deze pasar door
onze troelen bezochtvan eenige ge-
wapenden, die trachtten te vluchten
der Atjeh-rivier naar een tracé voor
een trambaan naar Selimoeo, welk
onderzoek nagenoeg is afgeloopen.
Op den 23en October jl. werd de
dekking der wegwerkers nit het terrein
ten oosten van Tjot Djawi beschoten.
Eene sectie wist ongemerkt de vijan
delijke schutters te naderen en legde
er twee van neereen voorlaadgeweer
met munitie viel in onze handen.
Den 25en October jl. werd Selimoen
zonder tegenstand bezet en terstond
met het bouwen van een tijdelijk
kampement aangevangen, evenals met
het aanleggen eener telefoongeleiding.
In den nacht van 30 op 31 October
jl. werd het bivak beschoten van nit.
Tjot Releung, zonder dat wij daar
door verliezen leden. Verscheidene
mindere hoofden uit d^n omtrek maak
ten hunne opwachting bij den bivak
commandant
Den len November bezocht de ci
viele en militaire gouverneur Selimoen
en keerde den 3en d. a. v. te Kota
radja terug.
Noordkust. In den omtrek van Segli
bleef het rustigvijandelijkheden wer
den tegen onze troepen, die herhaal
delijk het terrein doorkruisten, niet
gepleegd. Do commnnicatieweg in de
moekim Pekan Baroe-Pekan Sot kwam
geheel gereed.
Den len November werd de nieuwe
Pekan Baroe met een kandoeri inge
wijd in tegenwoordigheid van T. Bin
tara Pinang, T. Panglima Megoi en
andere hoofden.
T. Hoesin di Gedong vertrok naar
de moekims Kali en Laweung, om
te trachten een einde te maken aan
de daar bestaande verwikkelingen.
Oostkust. Den 28sten October jl.
begaf eene militaire patrouille van Edi
zich via Bagoh naar Oleh Gadjahen
keerde denzelfden dag terug.
Aan Nja Pedir, een der misdadigers
die deelnamen aan den moord en roof
op het ss. Pegu, werd het doodvonnis
voltrokken.
Nja Mamat Perlak moet zich thans
in de bovenstreken van Djolok Besar
opbonden, waar hjj een veilige schuil
plaats heeft.
Westkust. De weg van Melaboeh
naar Roending werd onder militaire
dekking opengekapt, zonder dat dit
werk werd bemoeilijkt.
Nadat T. Hitam Taboh eenige da
gen te Merbau verbleven had, is hjj
wreder naar de bovenstreken terugge
keerd met slechts weinige volgelingen.
In Tripah gelukte het Nja Tjoet
zjjn gebied van vijanden te zuiveren,
nadat hunne versterkingen hem in
handen gevallen waren.
Poeloe Web. Niets bijzonders.
Weersgesteldheid.Voornameljjk ZW.
wind met af on toe regen.
Gezon dheidstoestandCholerageval
len kwamen niet meer voor.
Ziekte onder het vee. De runderpest
brak wederom onder het slachtvee te
Kotaradja uitte Olehleh kwam deze
ziekte tot stand. Eokele gevallen met
doodeljjken afloop werden geconsta
teerd in de moekim Nga (IV moekims).
De Jav. Ct. van 16 Nov. meldt:
Volgens een van den Civielen en
Militairen Gouverneur van Atjeh en
Onderhoorigheden ontvangen telegram
rukten in den nacht van 10 op 11
dezer om 10 uur vier brigades maré-
chaussées naar het gebergte om de
schuilplaats van T. Ali Baid te ver
nielen; deze schuilplaats, 100 meter
hóóg gelegen en bestaande uit twee
groote huizen, werd verbrand, terwjjl
twee Beaumontgewereu buitgemaakt
werden.
Een zestal vjjanden vluchtte tjjdig,
doch moet gewonden gekregen heb
ben. te oordeelen naar gevonden bloed
sporen.
In den namiddag van 11 dezer om
2 uur waren de troepen in hun bi-
vouak terug.
De post Pakan Kroeng Tjoet van
de linie der geconcentreerde stelling
zal heden opgeheven worden.
Goudmijn-aandeelen.
In de wekeljjksehe kroniek van de
Soerabaja Courant lezen wjj het vol-
In den wedloop om goudexploratie-
en exploitatiemaatschappjjen op te
richten, is een korte rust ontstaan.
en aangeroepen zjjnde niet bleven i Niet iedere dag brengt ten minste
naamste gebeurtenissen in het gouver-staan, werd een drietal neergeschoten, een nieuw prospectus. En dat ook de
nement Atjeh en onderhoorigheden,1 Aan verbetering van den weg naar I graagte van het publiek ietwat ge-
loopende van 23 October jl. tot en Selimoen werd steeds voortgewerkttemperd is, bljjkt niet alleen uit de
met 5 November, wordt door de Java ook werd voortgegaan met het sedert j koersen, maar ook uit de voorwaarden,
Ct. het volgende ontleendeenigen tjjd aangevangen onderzoek 1 waarop thans de deelneming wordt
Groot Atjeh. In de IV moekims langs den linker- en den rechteroever aangeboden in de eenige nieuwe on-
derneming van dien aard, in den laat-
sten tijd aangekondigd.
De 'Batjan Gond-Exploratie-maat-
schappjj biedt de inschrijving aan op
een restant van f25000 in aandeelen
van f250. De gewoonte is dat zulke
aandeelen a pari aan de markt wor
den gebracht en daarvan wilden de
oprichters in zekeren zin niet afwjj-
ken. Wie een aandeel neemt betaalt
f250 of 100 pet. Maar wie twee aan
deelen neemt, doet een zeer verdien
stelijk werk en krjjgt voor zjjn f500
drie aandeelen geleverd.
Het ljjkt precies Koster van de
Leliegracht of Gebr. Cohen uit Nij
megen en het ljjkt ook frappant op
de klassieke „twee om een cent, neein
maar weg drie". Maar dan geldt het
meestal pruimen of juttepoortjes, geen
goudmjjnaandeelen. Natuurlijk influ-
enceeren zulke aardigheden niet op
de intrinsieke waarde van de onder
neming, doch zjj influenceeren toch
wel op den indruk, dien men krjjgt
van den ernst waarmee zulk een
zaak is voorbereid en zal worden ge
leid.
De J.-B. van den 13en Nov. meldt:
Terwjjl gistermiddag vele inlanders
zich baadden in de gracht nabjj het
Hotel Wisse borrelde eensklaps pe
troleum uit het water op, die zich
snel over de oppervlakte verspreidde.
De badenden sprongen ijlings uit de
verontreinigde kali en spoedig had
den zich vele nieuwsgierigen aan de
oevers verzameld om het aanhoudend
opborrelen der petroleum waar te
nemen.
Men begrjjpt dat dit schouwspel in
deze tijden van rustelooze petroleum-
opsporingen in Indië, vele gemoedereu
in beweging bracht en ook, hoe ont
sticht men was, toen bjj onderzoek
de olie afkomstig bleek te zjjn uit
een stopflesch, die door den een of
anderen grappenmaker in de gracht
was geworpen.
Sport en Wedstrijden.
Kegelen.
Bjj de op Zondag jl. plaats gehad
hebbende opening van het kegelcon
cours in „Concordia", St. Luciënsteeg
te Amst., werd, zooals gemeld is, na
mens de deelnemende clubs aan de
feestvierende club een keurig hulde
blijk aangeboden, bestaande in een
zilvereu lauwerkrans, waarin medaille,
benevens eene prachtige oorkonde
van den bekenden calligraaf den heer
Grevenstuk, vermeldende de namen
van de clubs, die daaraan deelgeno
men hebben.
De president van „Ewaldi", de
heer Sperandio Mei, welke de opge
komen kegelaars welkom had gehee-
ten, dankte voor dit blijk van sym
pathie.
De uitslag van den eersten dag
van den korps wredstrjjd is als volgt:
„Vriendschap", Amsterdam, 148 puu-
ten „Z. B. G. P.", id., 138 p.„Ne-
genvriend", id., 130 p.; „De groote
Vanxhall", Haarlem, 122 p...Recht
naar 't Doel", Rotterdam, 120 p.
„Entre Nous", Amsterdam, xlG p.
„Houdt hem er op", id., 10(5 p.; „On
derlinge Kegelclub", id., 105 p.; „A.
T. G. V.". id., 104 p.„Sphaira",
id., 100 p.„Door oefening sterk",
id., 92 p.„Neerlandia", id., 86 p.
„Links in die Gasse", id., 82 p.
De inschrjjving voor dezen dag was
door tijdige aanvrage voor ruiling
niet groot, doch op elkeu volgenden
korpsdag werpen pl.m. 25 clubs.
Henri Miller de eerst aangekomene
in den zesdaagschen wedstrjjd te New-
York, is 22 jaar ouden van Hollaud-
sche afkomst. Hij woont te Chicago
en heeft vroeger nooit iets bijzonders
als rjjder gepresteerd.
De volgende pr jjzen in geld werden
behaald"Miller f 3250plus f500, daar
hij het record van Hale geslagen
heeft; verder ontvingen Rice f2000,
Schinner f1250, Ilale f875, Waller
f 750, Pierce f 500, Golden f 375, Cau-
non f312.50, Enterinau f250, Ri-
vièrre f250.
Leger en Vloot.
i Men herinnert zich, dat de patronen
van het Engelsche Lee-Motford-ge-
weer in Chitral en Afrika bleken, in
vele gevallen een getroffen vjjand niet
buiten gevecht testellen, en dat sedert
het Britsch-Indische leger Dum-Dum-
patronen gebruikt, waarvan het om
hulsel van de punt grootendeels is
weggenomen. De uitwerking van dezo
kogel is reeds beschrevenzjj
maakt vreeseljjke wonden. DeEn-
gelschen, nu tegen de Afridi's in het
veld, gebruiken zulke kogels, maar
hebben, zoo wordt van het oorlogs-
torrein geseind, er zelf de moordda
dige werking van ondervonden, want
de bergstammen hebben een aantal
Lee-Metfords en de nieuwe patronen.
In het hospitaal te Rawalpindi'liggen
vele gekwetsten met afgrjjseljjke won
den, vooral als het been geraakt is.
Den heldkaftigen Hooglandsche pijper
Eindlater, die door beide enkels ge
schoten, door bleef doedelen, is door
zoo'n Dum-D urn-patroon een enkel
been tot pap geschotenzjjn voet is
afgezet. Pijper Milne, die zich ook bjj
Dargai onderscheiden heeft, kreeg
zoo'n kogel in de knie; het been is
afgezet.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst
of niet geplaatst, wordt de copij
niet aan den inzender terug
gegeven.
Wedloop-manie.
Mijnheer de Redacteur!
Zoudt n mij willen toestaan in uw
blad eens te uiten, wat mij reeds we
ken de ziel bedroeft? Het betreft de
manie van eenige ongelukkige, te be
klagen jonge mannen, om 't snelst
af te leggen den afstand van Haarlem
lot Amsterdam en terug. Stemt dit
reeds mjj droevig, omdat ik mjj her
haaldelijk afvraag welk nut toch kan
gelegen zjjn in ,die recordmakerij,
zonder mij zelf een bevredigend ant
woord te kunnen geven, droeviger
maakt mij de wetenschap, uit uw
blad geput, dat èn de pers, èn het
publiek van zulke dingen met groote
graagte notitie neemt en daardoor die
jonge mannen stjjven in hunne zucht
om voor een qnasi-eer een stukje (of
stuk) van hun leven in te boeten.
Ik stel lichaamsbewegingen op hoo-
gen prijs, beweer zelfs dat ze al te
weinig en meestal te eenzjjdig geno
men worden. En toch zjjn ze zoo
levensterkend. Maar het is mij niet
mogeljjk dit te denken van die moor
dende sport, die de hoogste uiting in
wedstrjjden vindt. En is het al reeds
on hu ra aan zulke wedstrjjden te orga-
niseeron, speculeerende op de roem
zucht der menschen die zich al te
weinig in nederig goed-doen open
baart onhumaner nog acht ik de
kjjklustigheid van het publiek, dat
ontelbare „ach's" over de lippen rol
len laat, als zoo'n sport-man een on
geluk overkomt, doch niet schjjnt le
begrjjpen. dat zijue kijklustigheid zulke
tragische affoopen indirect bevordert.
Zooeven las ik een bericht over een
zesdaagschen wielerwedstrijd te New-
York, die tot zulke afschuwelijke
tooneelen aanleiding gaf, dat zelfs
sportvrienden er over verontwaardigd
waren
Daarin lees ik o. m. dit
„„Alle rijders ijlden, maakten waan
zinnige bewegingen, of staarden met
woeste blikken om zich heen, ten
prooi aan hallucinaties."
..„Dikwijls vielen rjjders als dood
van hun wiel. Men kweekte hen, door
massage en verfrisschende dranken,
weer wat op, en dan werden zjj door
hunne managers weer op hun wiel
gezet, om den dollen rit op de ronde
baan van 2-34 voet te hervatten."
„Een Franschman moest den voor-
laatsten dag reeds wegens uitputting
worden wéggedragen. Twee dagen
daarna sliep hij nog. Een ander rjjder
werd met verwrongen gelaatstrekken
door de politie weggebracht. De ge-
oeesheeren hopen dat hjj niet voor
altijd krankzinnig was. En toen de
politie eenige erg razende rjjders wou
verwijderen, verzette het 25,000-tallige
publiek zich daartegen."
Is het niet als leefden wjj 2000
jaren vroeger, in Rome, ten tjjde dat
'het publiek zieh „vermaakte" bjj liet
zien vechten om den dood van men
schen met menschen of dieren?
En is er wel reden, om te smaden
op dat verbasterde en verdierljjkte
Rome Om over stierengevechten in
Spanje te oordeelen, waar dagelijks
om ons heen duizenden menschen zich
vermaken bij om den dood loopende,
rjjdende of boksende menschen (en
dieren,)
O publiekO pers, gjj machtige
inwerkster op dezeden der menschen!
In naam der humaniteit, smeek ik U,
negeer zulke barbaarschheden. als
zich openbaren in de sportwereld.
Negatie van het kwade is de dood
voor bet kwaad.
Als gjj, pers, niet meer aankondigt,
ve.-meldt en beschrjjft zulke wedloo-
pen, als gjj, publiek, rustig thuis of
op Uwe wandeling bljjft, doch in
ieder geval niet gaat kjjken, spoedig
zal bedaard zjjn en verdwenen de
onzedeljjke wodloopraanie.
Voor weken werd zoo'n wedlooper
voor dood weggebracht. Moet er eerst
zoo'n jong leven voor dood bljjven
liggen, alvorens men gaat gevoelen
dat men door notitie te nemen van
die dingen, aan zulk een dood mede
schuldig is
In naam der humaniteit, der men-
schenliefde, die mjj tot dit schrijven
dwingt, smeek ik U mjjnheer de
Redacteur, begin U met te nogeeren,
zulke Romeinsche gruwelen
Met dank voor de plaatsing,
Uw abonné,
J. K. v. d. V.
Met alle waardeeriog van des in
zenders goede bedoeling moeten wjj
toch vragen, of hjj niet een weinig
overdrjjft. Sympathie gevoelen wij
persoonlyk voor deze soort vanwed-
sti^jdeu niet, maar er ligt heel wat
ruimte tusschen het hardloopen hier
en den zesdaagschen wielerwedstrjjd
ginds.
Dat hardloopen is een tijdelijk op
duikende lief hebber jj, die ook wel
gauw weer verdwjjnen zal. En wat
het negeeren door de pers betreft,
het gaat er mee als met een hagel
bui wie er iu loopt kan de bui
wel trachten te negeeren, maar dat
baat hem weinig: hagelen doet het
toch.
Red,
ÜEffiENGQ KIEUWS
De Soleil beweert vernomen te heb
ben, dat de Engelschen onlangs in
het achterland van Asjanti een neder
laag hebben geleden tegen Samory.
Verscheiden Engelsche officieren zou
den gesneuveld zjjn.
Geen bimetallisme meer.
De muntquaestie opgelost!
Een Engelschman, dr. Emmons, die
reeds vroeger belangrijke ontdekkin
gen op natuurkundig gebied heeft
gedaan, moet thans hebben ontdekt
hoe men van zilver goud kan maken.
De „Daily News" verneemt, dat de
natuurkundige Crooks het product'
van lEmmens' proeven heeft onder
zocht en daarin alle eigenschappen
van goud heeft gevonden. De uitvin
der laat een machine maken, waar
mee hjj 50,000 onsen goud per maand
kan maken. De productiekosten zijn
echter zeer aanzien'jjk.
Dr. Emmens is ten gevolge van
een ruggemergsziekte aan beide beenen
verlamd.
Voorloopig zal men wel doen nog
niet te veel geloof te hechten aan dit
bericht.
Dinsdag is er brand geweest in het
kasteel van Dover. Hjj brak uit in
de officierskwartieren en verspreidde
zich over een aanmerkelijk deel van
het oude slot. Veel historische preeiosa
moeten verloren zijn.
Kr o on-diamarLten.
Een groot deel van de prachtige
Fransche kroondiamanten trekt tegen
woordig in de kasten van de voor
naamste juwelierswinkels van New-
York de aandacht vau het publiek.
Deze kostbaarbeden zullen m bet
openbaar verkocht worden. Het
mooiste stuk van de verzameling is
een diadeem, die, na elkander, door
de hertogin van Angoulême, de doch
ter van Lodewjjk XVI, door de her
togin van Berry en door keizerin
Eugénre gedragen werd.
Spiritisme.
Een eigenaardig proces wordt in
Parjjs gevoerd, waarbjj het spiritisme
een groote rol speelt. De apostel van
het spiritisme in Frankrjjk Allan
Kardec, die eigonljjk Rivaii heette,
liet eene weduwe na, die in 1883 over
leed en haar geheele vermogen, onge-
tegenwoordigheid kunnen ondervragen ik zou het
zelfs op staanden voet kunnen doen."
„Goed," zeide ik, voelende dat ik toch geen rust zou
hebben, alvorens ik zekerheid had omtrent dit geval.
De heer Pelham plaatste mijn stool zóo, dat ik met
mjju rug naar het licht gekeerd zat en schelde. De
nieuwe klerk verscheen.
„Kom even binnen, mjjnheer Brett. Ik heb een cir
culaire gezien, geadresseerd aan een zekeren mjjnheer
Kavaaagh, eigenaar van een pottenbakkerjj te Lambeth.
Kent ff jj dien man
„Het was een cliënt van den heer Evans, mjju vori-
gen patroon."
„Kent gjj hem niet persoonlyk
De klerk glimlachte en schudde het hoofd.
„Zulke booge kenuissen houd ik er niet op na myn
heer. Hjj is puissant rjjk en lid van het Lagerhuis.'
„Hjj speculeert uatuurlyk
„Neen, mjjnheer, hjj heeft twee of drie pottenbakke
ryen gekocht.
„Welke?"
„Ten eerste die te Lambeth, ofschoon hjj deze meer
uit liefdadigheid heeft overgenomen, dan om er geld
van te trekken." i
„Zjj behoorde vroeger aan Bell en Gordon, niet
waar
„Ja mijnheer, tenminste voordat de hoer Gordon er
„Toch is 'tzoo, mijnheer. Half November zoo onge
veer verdween de heer Gordon plotseling. Er was een
jong meisje in het spel," zeide de klerk met een ironisch
'lachje, dat hjj zeker tot een andere gelegenheid be
waard zou hebben, als hjj geweten had, dat ik het
meisje in quaestie was. „Ik ben niet zoo heel goed van
de geschiedenis op de hoogte, maar wel weet ik dat
zjjn zaken in het geheel niet in orde waren en hjj alles
behalve fatsoenljjk tegenover zjjn compagnon, den armen
kolonel Bell, heeft gehaudeld."
„Dat is slecht nieuws, juffrouw," zeide de advocaat
zich tot mjj wendend, terwjjl hjj ernstig het hoofd
schudde. „En wat heeft hjj dan gedaan, mjjnheer Brett
„Wel, hjj had zich geassocieerd met koloael Bell om
een pottenbakkerij te koopen, die echter volstrekt geen
waarde hadhjj stak zich in de schulden, voorgevende
ovens te moeten bouwen en verbeteringen te wil len aan
brengen, maar toen hjj bemerkte, dat de kolonel minder
rjjk was, dan hjj gedacht had, maakte hjj iu 't geheim
zoo veel te gelde, als hjj maar kans zag en ging er toen
van door, zoodat zjjn oude compagnon met de zaak bleef
zitten."
„Eq wat gebeurde er toen?"
„De zaken liepen al zoo slecht, als 'tmaar kon. Een
oven. die nog niet eens betaald was, sprong den eersten
keer den besten dat men hem verwarmde. Om zijn schuld-
eischers te voldoen beleende hjj zijn mijuaandeelen, die
gaandeweg achteruit liepen, totdat zjj niets geeo waarde
van door gingD
Wat zegt geDat is de eerste keer, dat ik dit meer hadden. De heer Kavanagh had hem aan mjjn
verneemriep de advocaat met geveinsde ongeloovig- j patroon voorgesteld en ik werd met zjjn zaken belast,
heid uit daarvan weet ik alles."
„En hoe zal het affoopen?"
„Dat kolonel Bell insolvent verklaard wordt."
„Maar hjj kan toch een proces aangaan tegen den
heer Gordon?"
„Neen, want deze is vertrokken zonder eenig spoor
achter te laten en zjjn advocaat, de heer Cunningham,
weigert natuurljjk een cent uit te betalen, als hjj geen
orders hiertoe van den heer Gordon ODtvangt."
„Is hjj rijk?"
„Ja hjj bezit een groot fortuin, maar niemand kan
er aan komen, tenzjj hjj zelf terug komt of dat hij
bjj verstek door de rechtbank failliet .zal verklaard
worden."
„En hoe hondt de kolonel zich onder deze omstan
digheden, en wat heeft hjj gedaan
„Wel, hjj heeft gehandeld zooals men van een oud
militair verwacht, die totaal geen begrip van zaken
heeft, maar boven alles zjjn eer wil reddenhjj heeft
al wat hjj bezat te gelde gemaakt en de opbrengst aan
zijn scbuldeischers uitgekeerd. Mjju patroon deed al het
mogeljjke om deze daad te verhinderen en raadde hem
aan de zaak dadeljjk failliet te laten verklaren. Maar
hjj wilde niet naar hem luisteren. Ofschoon hjj anders
nog al een buigzaam karakter beeft, is hjj toch op som
mige punten ontzettend koppig. Ouderwetsche begrip
pen. ziet ge!"
„Maar hjj heeft toch met die som zjjn scbuldeischers
niet kunnen voldoen
„Wel neen, zjj hebben maar een vierde gekregen van
hetgeen hun toekwam en de kolonel bezat geen cent
meer om zjjn zaak voort te zetten. Mjjn patroon had
hem gewaarschuwd en gezegd, dat hjj zjjn geld ver
kwistte en het op deze wjjze slechts boter aan den galg
smeren was."
„Zjjn zaak is dus zeker gesloten en hjj insolvent ver
klaard
„Dat zou ongetwjjfeld gebeurd zjjn, wanneer de heer
Kavanagh het niet voorkomen had, door den heer Bell
een som aan te bieden, om zjjn schulden te dekken en
opnieuw te beginnen."
„Leende de heer Kavanagh het hem zonder onder- z<
pand d
„Niet precies. Want hjj schoot het voor bjj wjjze van n
hypotheek op de fabriek." jt<
„Dan zie ik er ook de groote edelmoedigheid niet w
van in." tic
„Toch wel, mijnheer. De heer Evans had er ook wel
aan gedacht door een hypotheek de zaak te redden, v
maar toen hjj de akte van associatie nalas, stuitte hij op b
een moeieljjkhcidde heer Bell nl. kon geen geldeljjke ih
verbintenissen aangaan, zonder de schriftelijke toestem- ;ol
ming van zijn compagnon." t<
„Nu begrijp ik u; de heer Kavanagh rekent er dus g
op dat, als de heer Gordon terugkeert ,hjj de hypotheek b
zal erkennen?" (ei
Juist mjjnheer; gjj ziet dus, dat de garantie van den ts
heer Kavanagh niet bijzonder groot is."
Wordt vervolgd.)