Inbraak. Te liergen-op-Zoom is Woensdag nacht ingebroken bjj den boer WM in de Poorter^. De boer wekte zijn knecht en loste een paar schoten. Toevallig werden die vernomen door in de nabij heid surveilleerende marechaussees, die daarop afkwamen, en de inbrekers arresteerden. Alles op de fiets. Uit Rjjssen schrjjft men Wanneer onder den boerenstand een huwelijk plaats heeft is het hier gewoonte, dat eenige dagen tevoren twee jongelui, meestal bloedverwan ten van bruid en bruidegom, de brui loftsgasten gaan uitnoodigendit zijn de zoogenaamde „Brulfenneugers" (bruiloftnoodigers). Met r\jk versierde pet en gewapend met een stok wordt de reis, soms uren ver, ondernomenin den regel heeft een hunner vooraf een gedicht in Twentsch dialect van buiten geleerd, waarmede de gasten tot bijwoning der plechtigheid worden uitgenoodigd. Deze oude gewoonte schijnt lang zamerhand voor eene meer met de tegenwoordige tijdsomstandigheden overeenkomende te moeten plaats ma ken, ten minste Donderdagmorgen kon men hier twee zulke boeren-brulfen- neugersop de fiets zien. Brand te Groningen. Donderdagnachtongeveer half twee. brak brand uit in het meel- pakbuis of de meelfabriek van deD neer M. Kwint te Groningen. Het pakhuis staat op den hoek van de Pjjpstraat en het Boterdiep, daarnaast is de fabriek en daarnaast staat een pakhuis, dat vroeger tot berging van graan diende, maar nu hout bevatte. De brand schijnt al dadelijk groote vorderingen te hebben gemaakt en de brandweer, eerst werkende met de brandkranen, was onmachtig het vuur te bedwingen. De vlammen grepeu steeds verder om zich heen en weldra stonden de eerste twee gebouwen in lichterlaaie, terwijl ook het derde ge bouw reeds door het vuur was aan getast. Inmiddels was de stoomspuit gerequireerd, doch het duurde nogal eenigen tjjd voordat zij in werking was. Maar niet zoodra had zij het eerste water in de onstuimige vuurzee geworpen, of de brand nam zichtbaar in hevigheid af. Nochtans duurde het eenigen tijd, voordat alle gevaar ge weken was. Oorzaak nog onbekend, Men deukt dat de brand in de ma chinekamer ontstond. Kotoniën Atjeh. W. schrijft aan de „Deli-Ct." uit •Segli Wat is het al weder een tijd gele den dat wjj u iets van ons lieten hooren de reden daarvoor is niet ver te zoeken. Pluk eens veeren van een kikkert is een ond gezegde, waarvan de uitvoering al bijna even moeilijk is als het correspoodeeren zonder nieuws; in menig opzicht is dit echter gelukkig te noemea van de politiek, doch genoeg hieromtrent. Zooals u uit het voorgaande wei reeds zal gebleken zijn, ieven wij hier tegenwoordig in een rustige rust. Toe koe Bintara Pinang stelt alles in bet werk om dien toestand te hand haven. Hij heeft zich in Soekoen een groot blokhuis laten bouwen bij een oude benting en van daar uit hoopt hjj onze vijanden in bedwang te houden. Dat blokhuis is vrij goed ingericht, er zijn twee horizontale schietsleuven in, zoodal uit twee verdiepingen vuur kan worden gegeven. Het domineert vrijwel het daarom heen gelegen terrein en is van een natte gracht en de gewone inlandsche versperringen tegen overvallen be schermd. Nu en dan bezoekt h |j Segli en als wjj hem op onze patrouilles ontmoeten meestal is hij daarvan te voren verwittigd voegt hij er zich bij en geleidt ons dan langs en door zijn kampongs alsof hij van de rust en veiligheid doordrongen was, zooals wjj binnen de geconcentreerde linie. Onlangs bracht het 14e bataljon hem met muziek een bezoekvan alle kanten kwamen nieuwsgierigen aau- loopen om dit militair schouwspel waar te nemen en van de muziek te genieten. Wij zagen toen, dat reeds een aan zienlijk aantal mannen en kindereu waren teruggekeerd, volgens berich ten zoowat de helft van het aantal dat hier vroeger verblijf hield. Er is na het einde der eigenlijke expeditie nog geen schot gelost op onswel komen een heel enkele maal berichten in omtrent kwaadwillige benden welke zich in de nabijheid van onzen post zouden ophouden, doch tot heden waren dit losse ge ruchten. In verband met dezen gunstigen toestand zal vermoedelijk spoedig de ~)e compagnie Seglilverlaten en de mo biele colonne op 2 compagnieën zijn teruggebracht. Deze blijven tot het volgende jaar, misschien wel tot de groote Pedir- expeditie plaats heeft. Twee compagnieën zjjn bovendien wel voldoende om deze streek af te patrouilleeren, vooral daar beide van het nieuwe geweer voorzien zjjn. De 4e compagnie heeft dit geweer wel is waar pas zeer kort geleden ontvangen, doch de behandeling was reeds vroeger onderwezen en schiet oefeningen hebben dagelijks plaats. Wel is schieten hoofdzaak en zou men dus daarmede moeten beginnen, doch we hebben dat nu zoo altijd ge leerd, dat deze belangrijke oefening pas plaats heeft als de handgrepen behoorlijk gekend zijn, dat daar wel nimmer verandering in zal worden gebracht. De bezetting der benting, ofschoon nog met het oude geweer bewapend, wordt ook met hel nieuwe geoefend tot welk doel er 20 wapens met de noodige patronen in bruikleen zijn af gestaan uit Kota-Radja. 't is wel een vreemd denkbeeld dat de soldaat afgericht wordt „voorden vijand." Uit alles wat hier gebeurt krjjgt hy dan ook niet den indruk van ten oorlog te zyn. Alleen als hy op pa trouille gaat en met geladen geweer marcheert „de pal over", schiet hem dat weer te binnen, nog meer misschien als hjj thuiskomende zyn oorlam ontvangt, welke lekkernij hij in liet vredegarnizoen slechts tegen betaling krijgt en dan nog alleen als hy uit mag gaan. De gezondheidstoestand van den troep is tegenwoordig niet ongunstig, alleen doen zich gevallen van koorts voorde bijzondere maatregelen tegen het bestrijden der buikziekte, welke in Augustus de troepen teisterde, zijn alle opgeheven. Met dien (gezondheidstoestand) van den veestapel gaat het tegenwoordig ook beter. In het laatst van Septem ber liet hy veel te wenschen over. Zeventien beesten der Atjeh asso ciatie stierven binnen een kort tijds verloop aan runderpest. Op 23 Augustus verscheen de paar denarts der le kl. Vermast uit Kota Radja en verklaarde deze ziekte epidemisch. Begin October werd de quarantaine van het vee, dat niet was omgekomen, opgeheveD. Oumiddellijk na bet uitbreken dier epidemie zond de Atjeb-associatie een Fransch deskundige, welke tegen deze ziekte een geheim middel bezat, hier heen om haar te bestrijden. Toen echter kort. daarop te Oleh leb een groote lading vee eveneens verschijnselen vertoonde van deze ziekte werd hy teruggeroepen. Over de resultaten zijner behandeling acht ik my niet bevoegd uitspraak te doen. In de J.-B. lezen wij De Deli-Crt. bevat een artikel van de hand van den heer Deen onder den voor dc betrokken personen nogal krenkenden titel „Geen radja's exploi tatie meer." Tweeërlei gevallen geven den schrijver aanleiding als Jupiter tonans erop los te donderen vooreerst tegen den gepensionneerden assistent resident Schouten, 't laatst te Beng- kalis, omdat deze de reis van den sul tan van Siak zou aanmoedigen en zich belast zou hebben met commissiën voor den sultan in den Haag. Wij vragenwat heeft het algemeen be lang van doen met zulke private za ken? Erger is des hecren Deen's ver ontwaardiging over „eene exploitatie zooals wjj dit jaar met de prinsen van Koetei hebben gezien" en hy durft zonder eenigen grond daaruit conclu- deeren ten nadecle van den gewezen assistent-resident Schouten. De heer Deen maakt zich erg druk over de waardigheid van Indische ambtenaren in Holland en zendt dan eenige liefelijkheden den heer Eerd- mans naar het hoofd, wien hij verwijt „dat hij zich als cornae liet gebrui ken dat hy met de Koeteische prin sen door Europa sjokte, op hunne kosten. Mnn hemelwat gaat dit alles den heer Deen aan Geformaliseerd is hy omdat de heeren van Koetei onder dc Amsterdamsche demi-mon- daines vriendinnen tellen bij de vleet, 't Wordt eenvoudig belachelijk! Wie stelde den heer Deen tot censor moriam aan? Dc hoeren Eerdmans en Schou ten zullen den schrijver, die hun zoo veel onvoegzaams en ongegronds naar het hoofd slingerde, zeiven wel be handelen. Wy wilden er alleen op wyzen, wat in den komkommertijd alzoo voor kopy dienen kan. Lombok. Van Lombok schreef men dato 9 Nov. o. a. aan de Loc.: Verleden week verbreidde zich alhier het gerucht, dat er getracht zou wor den een hoeveelheid oorlogscontra bande in te voeren. De bumutra die tot vertrek gereed lag, ging dadelijk aan liet kruiseu, gevolgd door de Atjeh, die mede bier ter reede lag. Het schijnt evenwel, dat er niets verdachts is be speurd, althans de Sumatra keerde een paar dagen later ter reede terug. Groote waakzaamheid blijft evenwel de boodschap, daar de mogelijkheid niet uitgesloten is, dat men van uit een der naburige eilanden zal trach ten die verboden waar in te voeren. De landbouwproducten staan ever het algemeen vrjj goed te velde. Op merking verdient, dat dit jaar meer tabak is verbouwd dan vroeger. Niettegenstaande het af en toe flink regent is de hitte der laatste dagen hier bijna ondragelijk. Dit heeft dan ook een minder gunstigen invloed op den gezondheidstoestand. In het hospi taal worden weer meer koortslijders verpleegd dan den laatsten tyd het geval was. Oroote hitte. De groote hitte, die tegenwoordig heerscht, schijnt ook op de honden niet. zonder invloed te zyn. Terwyl de „Locomotief" bericht dat er weder drie, door een dollen hond gebeten cavaleristen van Salatiga naar Wel tevreden zyn gedirigeerd, ontving de „J.-B." de tijding, dat ook de com mies van de 111© afdeeling van het departement van oorlog P. A. van liaersel te Tjiandjoer met al zyn fa milieleden en bedienden door zulk een hond gebeten en met spoed naar het instituut Pasteur vertrokken is. De redacteur van de „Semarang- Courant" geeft in overweging om ook de honden in te enten naar de methode van Pasteur, ten einde die huisvrien den zelf voor rabies te behouden en tevens preventief tegen die ziekte op te treden. Letteren en Kunst- Prof. J. I. Doedes. f De verdienstelijke oud-hoogleeraar J. I. Doedes is Donderdagnacht te Utrecht overleden. Van hem schrijft het „U. D.": Nog onlangs, den 20en Nov., had de overledene onder talrijke bewijzen van belangstelling zjjnen SOsten verjaar dag gevierd en was juist op en na dien tijd bijzonder frisch en gezond. Te Langerak geboren, waar zyn vader predikant was, ontving wjjlen prof. Doedes zjjne opleiding aan 't gym nasium te Amsterdam en studeerde alhier in theologie onder de hoogl. Bouman, Vinke en Roijaards. Reeds toen hjj student was. blon ken zyne voortreffelijke gaven uit en was hij onder de zjjnen „facile prin- ceps." Nadat hjj op een proefschrift „De Jesu in vitam reditu" in 1844 tot doctor in de theologie gepromo veerd was, beantwoordde hjj de prijs vraag van Teylers Godgeleerd ge nootschap over de Tekstkritiek des N. V., die met goud werd bekroond en in 1844 verscheen. Na het beantwoorden van de ge noemde prijsvraag werd prof. Doedes eerst predikant te Hall by Brammen en later te Rotterdam, waar bij in al zyne kracht als evangeliedienaar ge schitterd heeft. Zjjne leerredenen waren degeljjk, met zorg bewerkt; zjjn catechetische en practiselie arbeid werden met voorbeeldige toewijding verricht. Zyn invloed te Rotterdam was groot. Ondanks zjjnen drukken, practisehen arbeid bleef de overledene aan de wetenschap getrouw en toonde zulks door menige geleerde verhandeling. Als opvolger van prof. Bouman be noemd, hield hjj in 1859 hier zijne oratie „De critics studiose a theologis exercenda". Hier als hoogleeraar was prof. Doe des voortreffelijk op zjjne plaats en heeft zich door zijn onderwijs onver gankelijke lauweren verworven. Hjj heeft gedoceerd de Exegese van de B. des N. V., Hermeneutiek en kritiek van de B. des N. V., do geschiede nis der godsdiensten, de geschiedenis va de leer aangaande God en de Encyclopaedie der Chr. theologie. Streng wetenschappelijk was zijne methode en zyne werkkracht onver moeid. Honderden predikanten denken met dankbaarheid aan de lessen en wenken, van hem ontvangen. Als een bewjjs van de vormende kracht, welke van ziju onderwjjs uitging, kan gelden, dat zoowel te Leiden, te Groningen als hier de leerstoel van de oud christelijke letterkuude en de Exegese van het N. T. bezet is door een dis cipel vau prof. Doedes. Vele geschriften kwamen van den overledene, toen hjj hier werkzaam was, in het licht. Zjjne Hermeneutiek van de Boeken des N. V. werd in het Engelsch vertaald. Hy, die later een geschiedenis van de theologie in Nederland beschrijft, kan op het ge bied van de Exegese spreken van de school van Doedes. Stond de overledene als wetenschap pelijk man zeer hoog, hétzelfde moet gezegd worden van zyne eigenschap pen als menscb, Hij had een hart van goud en was trouw in zjjne vriend schap. Bjj zijne ambtgenooten stond hij hoog aangeschreven. Sport en Wedstrijden. Het bloemencorso in 1898. De Algem. Ned. Wielrjjders-Bond heeft een prijsvraag uitgeschreven na mens de commissie tot organisatie van een bloemencorso te's-Gravenliage in September 1898, ter gelegenheid der inhuldiging an Hare Majesteit de Koningin, en wel voor het ontwerpen van een of meer der nader omschre ven wagens. a. Een wagen getrokken door 4 paarden, voorstellende den triurafwa- gen van het wielrjjderstoerisme met aangifte en arrangement van figuren, van versieringen der paardefcuigen en van kostuums der stalknechts. Beschikbare som (buiten de prijzen) voor wagen en versieringen f 300. b. Een wagen, getrokken door 6 paarden, met middenfiguur, voorstel lende Néerlands Flora, omgeven door allegorische vrouwefiguren, voorstel lende Neerlands inheemsche bloemen; de versiering der paardetuigen, de kostuums der stalknechts en liet arran gement der figuren moeten worden aangegeven. Beschikbare som (buiten de prjjzen) voor wagen en versiering {der paarde tuigen f400. c. Een wagen, getrokken door 8 paarden, voorstellende hulde aan Hare Majesteit de Koningin (deze hulde moet in verbaad worden gebracht met de rjjwiels^ort). De wagen moet wor den voorafgegaan door 4 wapenhe rauten te paardde vier k wartieren van het wapen Harer Majesteit de Koningin; versiering der paardetui gen, zoowel voor den wagen, als voor de barnachementen der paarden van de herauten, en het arrangement der figuren moeten worden aange geven. Beschikbare som (buiten de pry zen) voor wagen en versiering der paarde tuigen f600. a. Een wagen, getrokken door 4 paarden, voorstellende de ontwikkeling van het rijwiel, allegorisch voorgesteld; versiering der paardetuigen, kostuums der stalknechts en het arrangement der figuren moeten worden aange geven. Beschikbare som (buiten de prjjzen) voor wagen en versiering der paar detuigen f300. Aan de voorwaarden wordt het vol gende ontleend Voor het bekroonde ontwerp van ieder der wagens wordt uitgeloofd een prjjs van één honderd vjjftig gulden (f 150). De vervaardiger van het beste, op het bekroonde volgende ontwerp ontvangt vjjftig gulden (f50). De wagens moeten kunnen passee- ren onder eerepoorten, waarvan de hoogte der opening, van den grond af gemeten, 4'/2 meter bedraagt. De ontwerpen moeten gekleurd zyn. De antwoorden moeten worden in gezonden vóór 15 Februari 1898 aan den heer J. C. Burkens, te Haarlem. De heeren Willy Martens, kunst schilder en Paul du Rieu, ingenieur architect, beiden te 's-Gravenhage, hebben zich bereid verklaard met de sub-commissie de jury voor deze prijs vraag uit te maken. De sub-commissie voor de prijsvraag bestaat uit de heerenC. Gebel, 's-Gra venhage A. Koolhoven, O verveen Frans Netscher, Rotterdam K. Slui terman, DelftJ. C. Burkens, Haar lem. RECHTSZAKEN. Valsche aangifte van moord. De beruchte W. A. Claris had zich Donderdag voor de Rotterdamsche rechtbank te verantwoorden wegens zijne valsche aangifte van moord aan het politieposthnis Coolvest. Hjj be weerde, dat hij op 6 October 1.1. een jongmensch te Feijenoord had dood-, geschoten en daarna over de Wil lemsburg in de Maas geworpen had. Met meerdere afschuwelijke moord- verhalen had hjj politie en justitie op een dwaalspoor gebracht. Bekl. kon geen redenen opgeven voor zjjne verzinselen. Eisch 1 jaar gevangenisstraf. Het O. M. wees op den levensloop van beklaagde, die reeds 3 jaar op den Kruisberg doorbracht en enkele ma len uitbrakdie daarna wegens dief stal 1 Va jaar in de cel doorbracht te Arnhem tot einde September 11. en die voor enkele weken veroordeeld werd tot 3 jaar opzending naar eene Rijkswerkinrichting. GOrlENOO N9EUWS Een diefstal in een hotel. De Londensehe correspondent van de N. R. Cl. schrijft d.d. 16 Decem ber: Den 12den Augustus 1896 kwam de te New-York welbekende dokter George Quinby, met mevrouw Quinby te Londen aan, om de Engelseh'e hoofdstad te bekijken en naderhand de gewone rondreis der Amerikanen in Europa te ondernemen. Dat dr. Quinby een vermogend man moet zyn, kan men reeds hieruit afleiden, dat hij hier afstapte in vermoedelijk het duurste logement van ons werelddeel het Hotel Cecil, en daar op de tweede verdieping een zitkamer, slaapkamer kleedkamer, en eigen badkamer be trok, een ineenloopende reeks van natuurlijk weelderig gemeubelde ver trekken, welke tydens het zomersei zoen vermoedelijk niet onder de 10 pd. st. per dag te krijgen is. Den lóen Augustus "gingen meneer en mevrouw Quinby voormiddags win kelen. Thuisgekomen voor het lun chen, begaf zich de Amerikaansche dokter naar zijn kleedkamer, waar hjj, bjj bet ontkleeden, een gouden chronometer, ter waarde van ruim 100 pd. st. met bijbehoorenden ket ting, een portemounaie en een paar nieuwe handschoenen, op de toilet kamer nederlegde. Vervolgens ging hij in het salon zitten, met de deur, toegang gevende op de vestibule, wjjd open. Ter wjj 1 hy daar zat, werd er aan die deur geklopt. Toen hij bin nen riep, verscheen er even een mans persoon, die hem vroeg: „Is kolo nel Baldwin hier?" Dr. Quinby antwoordde ontkennend, waarop de man zich weder verwyderdc. Een oogenblik later keerde hjj naar de kleedkamer terug, eu hier opende hjj het raam, ook de buitendeur, die hy op een kier liet! Op dat oogenblik waren de genoemde \oorwerpen nog op hun plaats. Dr. Quinby ging weer in het salon zitten Toen hjj omtrent vier uur 's namiddags andermaal de kleedkamer betrad, was alles verdwe nen. De beheerder van het hotel werd er natuurlijk bijgehaald, maar al zjjn pogingen en die der politie, om den dief te achterhaleu, bleven zonder gevolg, ofschoon laatstgenoemde zich vermoedelijk nog in het hotel ophield, daar de handschoenen later terug bezorgd werden, op even geheimzin nige manier als dat zjj verdwenen waren. Dr. Quinby vroeg de maatschappij welke het groote logement drjjft, hem de geleden schade te willen vergoe dend Dit werd geweigerd. Zjj ver klaarde niet verantwoordelijk te we zen, vooreerst dewijl de Amerikaan zich de schade zelf bad berokkend, door uurwerk enz. op tafel te laten liggen en de buitendeur open te hou den, zjj het dan op een kier; en, in de tweede plaats, beriep zich de maat schappij op de Innkeepers' Act van 1863, krachtens welke hier geen her berg aansprakelijk fis voor diefstal tot een booger bedrag dan 30 pd. st. wanneer de herbergier hiervan door aanplakking in zjjn logement zjjn gasten kennis gegeven heeft. Dr. Quinby was hiermede niet te vreden en stelde een rechtsvordering tegen de hotelmaatschappij in bjj het hof der Qacen's Bench, die gisteren, met een jnry, die zaak heeft afge daan. De gedaagde vennootschap had reeds 30 pd. st. bjj het hof gestort als het maximum der schade, waartoe zi> zou kunnen worden veroordeeld, indien de gezworenen mochten be vinden, dat dr. Quinby niet nalatig was geweest. Naar de*uitspraak des voorzitters verklaarden zij van dat gevoelen te wezen. Feitelijk had de jury slechts eene andere zakeljjke quaestie uit te ma ken had de gedaagde zich tegen een hoogere schade dan 30 pd. st. ge waarborgd, volgens de termen dei- wetgeving van 1863, door zichtbare aanplakking van het eerste artikel der akte, in de lokalen van het loge ment? Nopens dit punt liepen de; getuigenissen zeer uiteen. Een advo caat te New-York, de heer Ailing die gelijktijdig met dr. Quinby hier was, liet verklaren, dat njj nergens in het hotel aanplakbiljetten met de bedoelde kennisgeving had gezien, en zjjn rechtsgeleerde vriend hiet ter stede, de heer Noad, alsook de pro cureur Price, bevestigden Alling's ge tuigenis; zjj waren na het gebeurde gezamenlijk het Hotel Cecil rondge gaan. Daarentegen kwam een heir- leger van klerken en hotel-beambten getuigen, dat aanplakking der akte van 1863 wel degelijk en zichtbaar geschied was, terstond nadat het loge ment geopend was. De jury sprak zich ten slotte ten gunste der gedaagde uit op dit punt. Het gevolg is. dat dr. Qniuby slechts 30 pd. st. toegewezen krjjgt. welk bedrag meer dan verzwolgen zal wor den door het gedeelte der gerechts kosten, dat iiij za! hebben tebetaien. De gouden chronometer, reeds kost baar op zichzeif, zal derhalve dr. Quinby nog veel duurder uitkomen. De Londensehe tooneelspeler Wil liam Terris die Donderdagavond, toen hij den Adelplii-se!ouwburg, binnen ging, vermoord werd, heette eigenlijk Lewin. De moordenaar, die gevat is, heet Prince. Het schjjnt een gevai van persoonlijke wraakneming. De vertooning van het stuk, waarin Ter- ris de hoofdrol vervulde, Secret Ser vice, ging niet door. Een idee fixe. Het volgende wordt verteld in een zeer ernstig tijdschrift de Chronique Mêdicale, anders zou men 't niet wil len gelooven. Dr. Cuvannes deelt daar een verhaal mee van een waan-idee van deu beroemden Franschen filosoof Malebranchedeze meende nl., dat hjj aan de punt van zijn neus een lamsbout had hangen. Zulk een idee fixe hebben wel veel meer menschen gekoesterd en zijn er van genezen ook, maar nu het hier een zeer ont wikkeld en verstandig man geldt, een beroemden geleerde, is liet de moeite waard het geval van Malebranche nog eens te vertellen. Wanneer men Malebrauche naai zij u gezondheid vroeg, kreeg men steeds ten antwoord„Óver 't geheel goed, als de lamsbout daar maar niet hing, zjj is zoo zwaar en zjj ruikt afschuwelijk." Sprak men hem tegen, dan werd hij boos. Een vrieud besloot ten slotte hem te genezen. Hij gebruikte daartoe de homoeopathische metbode en besloot de lamsbout door een lamsbout te genezen. Met dit doel verborg hjj zoo'n bout onder zijn mantel, bracht een bezoek aan Malebranche en vroeg deelnemend naar de lamsbout, Male branche verrukt, dat hij eindelijk iemand had gevonden, die geloof sloeg aan dat ding aan zijn neus, viel hein om den hals. maar week in het. vol gend oogenblik met een angstig ge laat terug. „Ik heb u toch niet zeer gedaan met dat drng?" Hjj duidde: daarbij op de vermeende lamsbout. De Vriend antwoordde daarop„Ja wel, je hebt mij pijn gedaan aan het oog. Maar", voegde hij er bij, waar om doe je niet je best om van dat ding bevryd te wordeneen snee met liet sectiemes en het is weg." En daar Malebranche toestemde, maakte hy met het mes een snede in deu neus van dezeu en haalde daarop eensklaps de lamsbout onder zijn mantel weg. Malebranche eerst hoogst verwonderd, was ten slotte van vreugde buiten zich zelf. Alleen steeg na eenige oogenblikken nog een twijfel in hem op, want hij had altjjd gemeend dat de bout aan zijn neus rauw was, en die van zijn vriend was gebraden. Toch was hij sedert dien tyd van zyn idéé fixe verlost. Dreyfus. De Agence Nationale maakt de vol gende nota openbaar „Het onderzoek van majoor Ravary is op het punt van gesloten te wor den het zon zelfs mogelyk zyn dat het rapport van den commissaris-rap porteur bjj den eersten krijgsraad he den (Donderdag) avond aan generaal Saussier werd overhandigd." Sarah Bernhardt in gevaar. Sarah Bernhardt heeft toch altyd geluk. Als haar tjjgers geen belang stelling meer wekken bjj het publiek, valt zjj bijna van een hooge rots in zee of er komt een ander schrikke lijk feit de aandacht op haar vestigen Nu is zjj weer in groot gevaar, ge dood, of, wat nog erger zou zjjn, zegt zjj, geviirioleerd te worden. Een jonge dame Klein genaamd, vervolgde haar sedert eenigen tjjd met bedreigingen. Sarah Bernhardt deed aangifte bjj de politie en juffrouw Klein werd ge vangen genomen, onderzocht en in een inrichting voor zenuwlijders verpleegd. Zjj is thans opgesloten in de Salpe- trière. Maar thans wil de moeder de doch ter wreken. Zij beleedigt Sarah Bern hardt voordurend en tracht chantage te plegen. Met de grootste omzichtig- heid siuipt Sarah uu naar baar schouw burg cn naar huis. Brrr! Sarah trad Donderdag weer op in een nieuwe rol. Eene geboorte quaestie. Bekend is het, dat vorst Adolf von Schaumburg-Lippe. die een tjjdlang regent van liet vorstendom Lippe-Det- mold is geweest, de rechten van den graaf Vrou Biesterfeld op dit vorsten dom l oeft betwist, op grond dat deze pretendent afstamt uit een hnweljjk tusschen een vorstelijk persoon en een dame van jageren adel, zoodat geen „Ebenbürtigkeit" bestond. Hjj betwist thans ook het erfrecht der kinderen van den als vorst van Lippe erkenden graaf Von Biesterfeld, omdat deze op zjjn beurt ook niet met een „ebenbür- tige" gravin is gehuwd. Men heeft nu. door het uitpluizen der geschie denis ontdekt dat ook de vorst van Scliaumburg zulk een „smet" onder zjjn voorouders heeft. Hij stamt nl. af van Peter Eppelman, die 300 jaren cel eden als zoon van een zeer burger lijken gemeentebode in Nassau, door zjjn oom, die in dienst van prins Mau- rits van Oranje was, werd aangeno men, in krjjgsdienst trad, allengs op klom. zjjn naam in iiet Latjjn ver taalde (Meiander) en na in dienst van de Nederlanden, Vouetië en Oosten rijk te zjjn geweest, als graaf Yon Holtza.Jel in 1648 schatrjjk overleed, j Hjj liet zijn titel en vermogen na aan zjjn eenige dochter, die met den vorst van Nassau-Dillenburg in het huwe- lijk trad en tot wier nakomelingen ook de tegenwoordige vorsten Yon Schaumburg bchooren Een Duitsclie militaire schrjjver beeft zich beziggehouden met een op telling der getalsterkte van de legers der mogendheden van liet vasteland. Bedenkende dat groote cijfers slechts weinig tot de verbeelding spreken, heeft bjj een anderen weg gevolgd om zjjn lezers aan het verstand te brengen hoe kolossaal in omvang de tegenwoordige krijgstoerustingen der Europeescbe rjjken zjjn. Hjj heeft be rekend dat alle Europeescbe legers op oorlogssterkte achter elkander gaande met hurt kanonnen en hun trein een stoet zouden vormen van meer dan 24,000 mijl lang. Deze stoet zou, als hjj dag en nacht onafgebro ken voorttrok, een jaar noodig heb ben om een bepaald punt voorbij te trekken Sir W. Maxwell, f Sir William Maxwell, gouverneur van de Goudkust, is, op weg naar j Engeland, tusschen Sierra Leone en j de Canarische eilanden aan boord van de Bahana. gestorven, en in zee be graven. Hjj was juist vau een lang durige zending achter in Asjanti teruggekeerd. In dat moorddadige klimaat had hjj een vier maanden doorgebracht en hjj nam een tropi sche koorts aan boord mede. Sir Wil liam was eerst even in de vjjftig. In 1883 was lijj lid van den uitvoerenden en van den wetgevenden raad der i Straits Settlements. In 1884 trad hy als de vertegenwoordiger van Enge land in Atjeh op om de uitlevering j van de overlevenden van de Nisero te bekomen. Van dat jaar tot 1889 nam hij de betrekking van residee- renden raad van Penaug waar, en van 18S9 was hjj Britseb resident te Selangor tot 1892. in welk jaar hij koloniaal secretaris van de Straits Settlements werd; zells is hij een paar maanden waarnemend gouver- I ueur der kolonie geweest. Ia 1S95 vertrok hij ais gouverneur naar de Goudkust, waar hjj al spoedig in de expeditie tegeu koning Prernpï van Koemassi gewikkel f werd. Vooral nu Engeland met Frankrijk over grens- 1 kwestios in het achterland van de Goudkust onderhande't. is de dood van Maxwell, wiens laatste verblijf in Asjanti ongetwijfeld met die kwes ties verband houdt, voor Engeland een verlies. Eerstdaags gaat nn ech- ter kapitein Donald Stewart. Britseh resident in Koemassi, naar Engeland scheep. Het gevaar voor kantoor- loopers. Naar aanleiding vau den moord te Parjjs gepleegd op een kantoorlooper, heeft eeu lid der Fransche Kamer een wetsvoorstel ingediend, datdenfinan- cieelen instellingen de verplichting op legt. om sommen boven 5000 francs steeds door twee loopers te zanten te doen invorderen, en zulks op straffe van 1000 tot 3000 francs en een maand gevangenisstraf voor elke overtreding. MARKTNIEUWS. Leiden, 17 Dec. De aanvoer en prjjzen ter Veemarkt van heden waren als volgt: 45 Stie ren f 60 a 225, 110 vette Ossen en Koeien f 118 a 242 of f 0.52 a 0.64, p. Kg-., 82 Varekoeien f 92 a 200 23 Graskalveren f 14 a 58, 45 vette id. 30 a 75 of f 0.50 a 0.75 per Kg., 22 nuchtere idem f 7.— a 16.1381 vette schapen f 16 a 27.— of 0.36 a 0.40 per Kg., 312 weide dito f 11. a f 18.—. Lammeren f 0.— a 0.—76 magere Varkens f 15 a 27 152 Biggen f5.— a 14.Veulens f a 0 Paarden f a 150 Kalf en Melkkoeien f 105 a 218. Alkmaar, 10 Dec. Ter Kaasmarkt heden aangevoerd 237 stapels, weg. 90.529 Kg. Prijzenkl. Gras Kaas f 28,—, dito Hooi f 0.—, Commissie Gras f 27.—, dito Hooi f 0.—, mid delbaar Gras f27.—, dito Hooi fO.—.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 8