Inbraak.
Te liergen-op-Zoom is Woensdag
nacht ingebroken bjj den boer WM in
de Poorter^. De boer wekte zijn knecht
en loste een paar schoten. Toevallig
werden die vernomen door in de nabij
heid surveilleerende marechaussees,
die daarop afkwamen, en de inbrekers
arresteerden.
Alles op de fiets.
Uit Rjjssen schrjjft men
Wanneer onder den boerenstand
een huwelijk plaats heeft is het hier
gewoonte, dat eenige dagen tevoren
twee jongelui, meestal bloedverwan
ten van bruid en bruidegom, de brui
loftsgasten gaan uitnoodigendit zijn
de zoogenaamde „Brulfenneugers"
(bruiloftnoodigers).
Met r\jk versierde pet en gewapend
met een stok wordt de reis, soms uren
ver, ondernomenin den regel heeft
een hunner vooraf een gedicht in
Twentsch dialect van buiten geleerd,
waarmede de gasten tot bijwoning der
plechtigheid worden uitgenoodigd.
Deze oude gewoonte schijnt lang
zamerhand voor eene meer met de
tegenwoordige tijdsomstandigheden
overeenkomende te moeten plaats ma
ken, ten minste Donderdagmorgen kon
men hier twee zulke boeren-brulfen-
neugersop de fiets zien.
Brand te Groningen.
Donderdagnachtongeveer half
twee. brak brand uit in het meel-
pakbuis of de meelfabriek van deD
neer M. Kwint te Groningen. Het
pakhuis staat op den hoek van de
Pjjpstraat en het Boterdiep, daarnaast
is de fabriek en daarnaast staat een
pakhuis, dat vroeger tot berging van
graan diende, maar nu hout bevatte.
De brand schijnt al dadelijk groote
vorderingen te hebben gemaakt en
de brandweer, eerst werkende met de
brandkranen, was onmachtig het vuur
te bedwingen. De vlammen grepeu
steeds verder om zich heen en weldra
stonden de eerste twee gebouwen in
lichterlaaie, terwijl ook het derde ge
bouw reeds door het vuur was aan
getast. Inmiddels was de stoomspuit
gerequireerd, doch het duurde nogal
eenigen tjjd voordat zij in werking
was. Maar niet zoodra had zij het
eerste water in de onstuimige vuurzee
geworpen, of de brand nam zichtbaar
in hevigheid af. Nochtans duurde het
eenigen tijd, voordat alle gevaar ge
weken was. Oorzaak nog onbekend,
Men deukt dat de brand in de ma
chinekamer ontstond.
Kotoniën
Atjeh.
W. schrijft aan de „Deli-Ct." uit
•Segli
Wat is het al weder een tijd gele
den dat wjj u iets van ons lieten
hooren de reden daarvoor is niet ver
te zoeken. Pluk eens veeren van een
kikkert is een ond gezegde, waarvan
de uitvoering al bijna even moeilijk
is als het correspoodeeren zonder
nieuws; in menig opzicht is dit echter
gelukkig te noemea van de politiek,
doch genoeg hieromtrent.
Zooals u uit het voorgaande wei
reeds zal gebleken zijn, ieven wij hier
tegenwoordig in een rustige rust. Toe
koe Bintara Pinang stelt alles in bet
werk om dien toestand te hand
haven.
Hij heeft zich in Soekoen een groot
blokhuis laten bouwen bij een oude
benting en van daar uit hoopt hjj
onze vijanden in bedwang te houden.
Dat blokhuis is vrij goed ingericht,
er zijn twee horizontale schietsleuven
in, zoodal uit twee verdiepingen vuur
kan worden gegeven.
Het domineert vrijwel het daarom
heen gelegen terrein en is van een
natte gracht en de gewone inlandsche
versperringen tegen overvallen be
schermd. Nu en dan bezoekt h |j Segli
en als wjj hem op onze patrouilles
ontmoeten meestal is hij daarvan
te voren verwittigd voegt hij er
zich bij en geleidt ons dan langs en
door zijn kampongs alsof hij van de
rust en veiligheid doordrongen was,
zooals wjj binnen de geconcentreerde
linie. Onlangs bracht het 14e bataljon
hem met muziek een bezoekvan alle
kanten kwamen nieuwsgierigen aau-
loopen om dit militair schouwspel
waar te nemen en van de muziek te
genieten.
Wij zagen toen, dat reeds een aan
zienlijk aantal mannen en kindereu
waren teruggekeerd, volgens berich
ten zoowat de helft van het aantal
dat hier vroeger verblijf hield.
Er is na het einde der eigenlijke
expeditie nog geen schot gelost op
onswel komen een heel enkele maal
berichten in omtrent kwaadwillige
benden welke zich in de nabijheid
van onzen post zouden ophouden,
doch tot heden waren dit losse ge
ruchten.
In verband met dezen gunstigen
toestand zal vermoedelijk spoedig de
~)e compagnie Seglilverlaten en de mo
biele colonne op 2 compagnieën zijn
teruggebracht.
Deze blijven tot het volgende jaar,
misschien wel tot de groote Pedir-
expeditie plaats heeft.
Twee compagnieën zjjn bovendien
wel voldoende om deze streek af te
patrouilleeren, vooral daar beide van
het nieuwe geweer voorzien zjjn.
De 4e compagnie heeft dit geweer
wel is waar pas zeer kort geleden
ontvangen, doch de behandeling was
reeds vroeger onderwezen en schiet
oefeningen hebben dagelijks plaats.
Wel is schieten hoofdzaak en zou
men dus daarmede moeten beginnen,
doch we hebben dat nu zoo altijd ge
leerd, dat deze belangrijke oefening
pas plaats heeft als de handgrepen
behoorlijk gekend zijn, dat daar wel
nimmer verandering in zal worden
gebracht.
De bezetting der benting, ofschoon
nog met het oude geweer bewapend,
wordt ook met hel nieuwe geoefend
tot welk doel er 20 wapens met de
noodige patronen in bruikleen zijn af
gestaan uit Kota-Radja.
't is wel een vreemd denkbeeld dat
de soldaat afgericht wordt „voorden
vijand."
Uit alles wat hier gebeurt krjjgt
hy dan ook niet den indruk van ten
oorlog te zyn. Alleen als hy op pa
trouille gaat en met geladen geweer
marcheert „de pal over", schiet hem
dat weer te binnen, nog meer
misschien als hjj thuiskomende zyn
oorlam ontvangt, welke lekkernij hij
in liet vredegarnizoen slechts tegen
betaling krijgt en dan nog alleen als
hy uit mag gaan.
De gezondheidstoestand van den
troep is tegenwoordig niet ongunstig,
alleen doen zich gevallen van koorts
voorde bijzondere maatregelen tegen
het bestrijden der buikziekte, welke
in Augustus de troepen teisterde, zijn
alle opgeheven.
Met dien (gezondheidstoestand) van
den veestapel gaat het tegenwoordig
ook beter. In het laatst van Septem
ber liet hy veel te wenschen over.
Zeventien beesten der Atjeh asso
ciatie stierven binnen een kort tijds
verloop aan runderpest.
Op 23 Augustus verscheen de paar
denarts der le kl. Vermast uit Kota
Radja en verklaarde deze ziekte
epidemisch. Begin October werd de
quarantaine van het vee, dat niet was
omgekomen, opgeheveD.
Oumiddellijk na bet uitbreken dier
epidemie zond de Atjeb-associatie een
Fransch deskundige, welke tegen deze
ziekte een geheim middel bezat, hier
heen om haar te bestrijden.
Toen echter kort. daarop te Oleh
leb een groote lading vee eveneens
verschijnselen vertoonde van deze
ziekte werd hy teruggeroepen. Over
de resultaten zijner behandeling acht
ik my niet bevoegd uitspraak te doen.
In de J.-B. lezen wij
De Deli-Crt. bevat een artikel van
de hand van den heer Deen onder den
voor dc betrokken personen nogal
krenkenden titel „Geen radja's exploi
tatie meer." Tweeërlei gevallen geven
den schrijver aanleiding als Jupiter
tonans erop los te donderen vooreerst
tegen den gepensionneerden assistent
resident Schouten, 't laatst te Beng-
kalis, omdat deze de reis van den sul
tan van Siak zou aanmoedigen en zich
belast zou hebben met commissiën
voor den sultan in den Haag. Wij
vragenwat heeft het algemeen be
lang van doen met zulke private za
ken? Erger is des hecren Deen's ver
ontwaardiging over „eene exploitatie
zooals wjj dit jaar met de prinsen van
Koetei hebben gezien" en hy durft
zonder eenigen grond daaruit conclu-
deeren ten nadecle van den gewezen
assistent-resident Schouten.
De heer Deen maakt zich erg druk
over de waardigheid van Indische
ambtenaren in Holland en zendt dan
eenige liefelijkheden den heer Eerd-
mans naar het hoofd, wien hij verwijt
„dat hij zich als cornae liet gebrui
ken dat hy met de Koeteische prin
sen door Europa sjokte, op hunne
kosten. Mnn hemelwat gaat dit alles
den heer Deen aan Geformaliseerd
is hy omdat de heeren van Koetei
onder dc Amsterdamsche demi-mon-
daines vriendinnen tellen bij de vleet,
't Wordt eenvoudig belachelijk! Wie
stelde den heer Deen tot censor moriam
aan? Dc hoeren Eerdmans en Schou
ten zullen den schrijver, die hun zoo
veel onvoegzaams en ongegronds naar
het hoofd slingerde, zeiven wel be
handelen. Wy wilden er alleen op
wyzen, wat in den komkommertijd
alzoo voor kopy dienen kan.
Lombok.
Van Lombok schreef men dato 9
Nov. o. a. aan de Loc.:
Verleden week verbreidde zich alhier
het gerucht, dat er getracht zou wor
den een hoeveelheid oorlogscontra
bande in te voeren. De bumutra die
tot vertrek gereed lag, ging dadelijk
aan liet kruiseu, gevolgd door de Atjeh,
die mede bier ter reede lag. Het schijnt
evenwel, dat er niets verdachts is be
speurd, althans de Sumatra keerde
een paar dagen later ter reede terug.
Groote waakzaamheid blijft evenwel
de boodschap, daar de mogelijkheid
niet uitgesloten is, dat men van uit
een der naburige eilanden zal trach
ten die verboden waar in te voeren.
De landbouwproducten staan ever
het algemeen vrjj goed te velde. Op
merking verdient, dat dit jaar meer
tabak is verbouwd dan vroeger.
Niettegenstaande het af en toe flink
regent is de hitte der laatste dagen
hier bijna ondragelijk. Dit heeft dan
ook een minder gunstigen invloed op
den gezondheidstoestand. In het hospi
taal worden weer meer koortslijders
verpleegd dan den laatsten tyd het
geval was.
Oroote hitte.
De groote hitte, die tegenwoordig
heerscht, schijnt ook op de honden
niet. zonder invloed te zyn. Terwyl de
„Locomotief" bericht dat er weder
drie, door een dollen hond gebeten
cavaleristen van Salatiga naar Wel
tevreden zyn gedirigeerd, ontving de
„J.-B." de tijding, dat ook de com
mies van de 111© afdeeling van het
departement van oorlog P. A. van
liaersel te Tjiandjoer met al zyn fa
milieleden en bedienden door zulk een
hond gebeten en met spoed naar het
instituut Pasteur vertrokken is.
De redacteur van de „Semarang-
Courant" geeft in overweging om ook
de honden in te enten naar de methode
van Pasteur, ten einde die huisvrien
den zelf voor rabies te behouden en
tevens preventief tegen die ziekte op
te treden.
Letteren en Kunst-
Prof. J. I. Doedes. f
De verdienstelijke oud-hoogleeraar
J. I. Doedes is Donderdagnacht te
Utrecht overleden. Van hem schrijft
het „U. D.":
Nog onlangs, den 20en Nov., had de
overledene onder talrijke bewijzen van
belangstelling zjjnen SOsten verjaar
dag gevierd en was juist op en na
dien tijd bijzonder frisch en gezond.
Te Langerak geboren, waar zyn vader
predikant was, ontving wjjlen prof.
Doedes zjjne opleiding aan 't gym
nasium te Amsterdam en studeerde
alhier in theologie onder de hoogl.
Bouman, Vinke en Roijaards.
Reeds toen hjj student was. blon
ken zyne voortreffelijke gaven uit en
was hij onder de zjjnen „facile prin-
ceps." Nadat hjj op een proefschrift
„De Jesu in vitam reditu" in 1844
tot doctor in de theologie gepromo
veerd was, beantwoordde hjj de prijs
vraag van Teylers Godgeleerd ge
nootschap over de Tekstkritiek des
N. V., die met goud werd bekroond
en in 1844 verscheen.
Na het beantwoorden van de ge
noemde prijsvraag werd prof. Doedes
eerst predikant te Hall by Brammen
en later te Rotterdam, waar bij in al
zyne kracht als evangeliedienaar ge
schitterd heeft. Zjjne leerredenen
waren degeljjk, met zorg bewerkt;
zjjn catechetische en practiselie arbeid
werden met voorbeeldige toewijding
verricht. Zyn invloed te Rotterdam
was groot.
Ondanks zjjnen drukken, practisehen
arbeid bleef de overledene aan de
wetenschap getrouw en toonde zulks
door menige geleerde verhandeling.
Als opvolger van prof. Bouman be
noemd, hield hjj in 1859 hier zijne
oratie „De critics studiose a theologis
exercenda".
Hier als hoogleeraar was prof. Doe
des voortreffelijk op zjjne plaats en
heeft zich door zijn onderwijs onver
gankelijke lauweren verworven. Hjj
heeft gedoceerd de Exegese van de
B. des N. V., Hermeneutiek en kritiek
van de B. des N. V., do geschiede
nis der godsdiensten, de geschiedenis
va de leer aangaande God en de
Encyclopaedie der Chr. theologie.
Streng wetenschappelijk was zijne
methode en zyne werkkracht onver
moeid.
Honderden predikanten denken met
dankbaarheid aan de lessen en wenken,
van hem ontvangen. Als een bewjjs
van de vormende kracht, welke van
ziju onderwjjs uitging, kan gelden,
dat zoowel te Leiden, te Groningen
als hier de leerstoel van de oud
christelijke letterkuude en de Exegese
van het N. T. bezet is door een dis
cipel vau prof. Doedes.
Vele geschriften kwamen van den
overledene, toen hjj hier werkzaam
was, in het licht. Zjjne Hermeneutiek
van de Boeken des N. V. werd in
het Engelsch vertaald. Hy, die later
een geschiedenis van de theologie in
Nederland beschrijft, kan op het ge
bied van de Exegese spreken van de
school van Doedes.
Stond de overledene als wetenschap
pelijk man zeer hoog, hétzelfde moet
gezegd worden van zyne eigenschap
pen als menscb, Hij had een hart
van goud en was trouw in zjjne vriend
schap. Bjj zijne ambtgenooten stond
hij hoog aangeschreven.
Sport en Wedstrijden.
Het bloemencorso in 1898.
De Algem. Ned. Wielrjjders-Bond
heeft een prijsvraag uitgeschreven na
mens de commissie tot organisatie van
een bloemencorso te's-Gravenliage in
September 1898, ter gelegenheid der
inhuldiging an Hare Majesteit de
Koningin, en wel voor het ontwerpen
van een of meer der nader omschre
ven wagens.
a. Een wagen getrokken door 4
paarden, voorstellende den triurafwa-
gen van het wielrjjderstoerisme met
aangifte en arrangement van figuren,
van versieringen der paardefcuigen en
van kostuums der stalknechts.
Beschikbare som (buiten de prijzen)
voor wagen en versieringen f 300.
b. Een wagen, getrokken door 6
paarden, met middenfiguur, voorstel
lende Néerlands Flora, omgeven door
allegorische vrouwefiguren, voorstel
lende Neerlands inheemsche bloemen;
de versiering der paardetuigen, de
kostuums der stalknechts en liet arran
gement der figuren moeten worden
aangegeven.
Beschikbare som (buiten de prjjzen)
voor wagen en versiering {der paarde
tuigen f400.
c. Een wagen, getrokken door 8
paarden, voorstellende hulde aan Hare
Majesteit de Koningin (deze hulde
moet in verbaad worden gebracht met
de rjjwiels^ort). De wagen moet wor
den voorafgegaan door 4 wapenhe
rauten te paardde vier k wartieren
van het wapen Harer Majesteit de
Koningin; versiering der paardetui
gen, zoowel voor den wagen, als voor
de barnachementen der paarden van
de herauten, en het arrangement
der figuren moeten worden aange
geven.
Beschikbare som (buiten de pry zen)
voor wagen en versiering der paarde
tuigen f600.
a. Een wagen, getrokken door 4
paarden, voorstellende de ontwikkeling
van het rijwiel, allegorisch voorgesteld;
versiering der paardetuigen, kostuums
der stalknechts en het arrangement
der figuren moeten worden aange
geven.
Beschikbare som (buiten de prjjzen)
voor wagen en versiering der paar
detuigen f300.
Aan de voorwaarden wordt het vol
gende ontleend
Voor het bekroonde ontwerp van
ieder der wagens wordt uitgeloofd een
prjjs van één honderd vjjftig gulden
(f 150). De vervaardiger van het beste,
op het bekroonde volgende ontwerp
ontvangt vjjftig gulden (f50).
De wagens moeten kunnen passee-
ren onder eerepoorten, waarvan de
hoogte der opening, van den grond
af gemeten, 4'/2 meter bedraagt.
De ontwerpen moeten gekleurd zyn.
De antwoorden moeten worden in
gezonden vóór 15 Februari 1898 aan
den heer J. C. Burkens, te Haarlem.
De heeren Willy Martens, kunst
schilder en Paul du Rieu, ingenieur
architect, beiden te 's-Gravenhage,
hebben zich bereid verklaard met de
sub-commissie de jury voor deze prijs
vraag uit te maken.
De sub-commissie voor de prijsvraag
bestaat uit de heerenC. Gebel, 's-Gra
venhage A. Koolhoven, O verveen
Frans Netscher, Rotterdam K. Slui
terman, DelftJ. C. Burkens, Haar
lem.
RECHTSZAKEN.
Valsche aangifte van moord.
De beruchte W. A. Claris had zich
Donderdag voor de Rotterdamsche
rechtbank te verantwoorden wegens
zijne valsche aangifte van moord aan
het politieposthnis Coolvest. Hjj be
weerde, dat hij op 6 October 1.1. een
jongmensch te Feijenoord had dood-,
geschoten en daarna over de Wil
lemsburg in de Maas geworpen had.
Met meerdere afschuwelijke moord-
verhalen had hjj politie en justitie op
een dwaalspoor gebracht.
Bekl. kon geen redenen opgeven
voor zjjne verzinselen.
Eisch 1 jaar gevangenisstraf. Het
O. M. wees op den levensloop van
beklaagde, die reeds 3 jaar op den
Kruisberg doorbracht en enkele ma
len uitbrakdie daarna wegens dief
stal 1 Va jaar in de cel doorbracht te
Arnhem tot einde September 11. en
die voor enkele weken veroordeeld
werd tot 3 jaar opzending naar eene
Rijkswerkinrichting.
GOrlENOO N9EUWS
Een diefstal in een hotel.
De Londensehe correspondent van
de N. R. Cl. schrijft d.d. 16 Decem
ber:
Den 12den Augustus 1896 kwam
de te New-York welbekende dokter
George Quinby, met mevrouw Quinby
te Londen aan, om de Engelseh'e
hoofdstad te bekijken en naderhand
de gewone rondreis der Amerikanen
in Europa te ondernemen. Dat dr.
Quinby een vermogend man moet zyn,
kan men reeds hieruit afleiden, dat
hij hier afstapte in vermoedelijk het
duurste logement van ons werelddeel
het Hotel Cecil, en daar op de tweede
verdieping een zitkamer, slaapkamer
kleedkamer, en eigen badkamer be
trok, een ineenloopende reeks van
natuurlijk weelderig gemeubelde ver
trekken, welke tydens het zomersei
zoen vermoedelijk niet onder de 10
pd. st. per dag te krijgen is.
Den lóen Augustus "gingen meneer
en mevrouw Quinby voormiddags win
kelen. Thuisgekomen voor het lun
chen, begaf zich de Amerikaansche
dokter naar zijn kleedkamer, waar
hjj, bjj bet ontkleeden, een gouden
chronometer, ter waarde van ruim
100 pd. st. met bijbehoorenden ket
ting, een portemounaie en een paar
nieuwe handschoenen, op de toilet
kamer nederlegde. Vervolgens ging
hij in het salon zitten, met de deur,
toegang gevende op de vestibule, wjjd
open. Ter wjj 1 hy daar zat, werd er
aan die deur geklopt. Toen hij bin
nen riep, verscheen er even een mans
persoon, die hem vroeg: „Is kolo
nel Baldwin hier?" Dr. Quinby
antwoordde ontkennend, waarop de
man zich weder verwyderdc. Een
oogenblik later keerde hjj naar de
kleedkamer terug, eu hier opende hjj
het raam, ook de buitendeur, die hy
op een kier liet! Op dat oogenblik
waren de genoemde \oorwerpen nog
op hun plaats. Dr. Quinby ging weer
in het salon zitten Toen hjj omtrent
vier uur 's namiddags andermaal de
kleedkamer betrad, was alles verdwe
nen.
De beheerder van het hotel werd
er natuurlijk bijgehaald, maar al zjjn
pogingen en die der politie, om den
dief te achterhaleu, bleven zonder
gevolg, ofschoon laatstgenoemde zich
vermoedelijk nog in het hotel ophield,
daar de handschoenen later terug
bezorgd werden, op even geheimzin
nige manier als dat zjj verdwenen
waren.
Dr. Quinby vroeg de maatschappij
welke het groote logement drjjft, hem
de geleden schade te willen vergoe
dend Dit werd geweigerd. Zjj ver
klaarde niet verantwoordelijk te we
zen, vooreerst dewijl de Amerikaan
zich de schade zelf bad berokkend,
door uurwerk enz. op tafel te laten
liggen en de buitendeur open te hou
den, zjj het dan op een kier; en, in
de tweede plaats, beriep zich de maat
schappij op de Innkeepers' Act van
1863, krachtens welke hier geen her
berg aansprakelijk fis voor diefstal
tot een booger bedrag dan 30 pd. st.
wanneer de herbergier hiervan door
aanplakking in zjjn logement zjjn
gasten kennis gegeven heeft.
Dr. Quinby was hiermede niet te
vreden en stelde een rechtsvordering
tegen de hotelmaatschappij in bjj het
hof der Qacen's Bench, die gisteren,
met een jnry, die zaak heeft afge
daan. De gedaagde vennootschap had
reeds 30 pd. st. bjj het hof gestort
als het maximum der schade, waartoe
zi> zou kunnen worden veroordeeld,
indien de gezworenen mochten be
vinden, dat dr. Quinby niet nalatig
was geweest. Naar de*uitspraak des
voorzitters verklaarden zij van dat
gevoelen te wezen.
Feitelijk had de jury slechts eene
andere zakeljjke quaestie uit te ma
ken had de gedaagde zich tegen een
hoogere schade dan 30 pd. st. ge
waarborgd, volgens de termen dei-
wetgeving van 1863, door zichtbare
aanplakking van het eerste artikel
der akte, in de lokalen van het loge
ment? Nopens dit punt liepen de;
getuigenissen zeer uiteen. Een advo
caat te New-York, de heer Ailing
die gelijktijdig met dr. Quinby hier
was, liet verklaren, dat njj nergens
in het hotel aanplakbiljetten met de
bedoelde kennisgeving had gezien, en
zjjn rechtsgeleerde vriend hiet ter
stede, de heer Noad, alsook de pro
cureur Price, bevestigden Alling's ge
tuigenis; zjj waren na het gebeurde
gezamenlijk het Hotel Cecil rondge
gaan. Daarentegen kwam een heir-
leger van klerken en hotel-beambten
getuigen, dat aanplakking der akte
van 1863 wel degelijk en zichtbaar
geschied was, terstond nadat het loge
ment geopend was.
De jury sprak zich ten slotte ten
gunste der gedaagde uit op dit punt.
Het gevolg is. dat dr. Qniuby slechts
30 pd. st. toegewezen krjjgt. welk
bedrag meer dan verzwolgen zal wor
den door het gedeelte der gerechts
kosten, dat iiij za! hebben tebetaien.
De gouden chronometer, reeds kost
baar op zichzeif, zal derhalve dr.
Quinby nog veel duurder uitkomen.
De Londensehe tooneelspeler Wil
liam Terris die Donderdagavond, toen
hij den Adelplii-se!ouwburg, binnen
ging, vermoord werd, heette eigenlijk
Lewin. De moordenaar, die gevat is,
heet Prince. Het schjjnt een gevai
van persoonlijke wraakneming. De
vertooning van het stuk, waarin Ter-
ris de hoofdrol vervulde, Secret Ser
vice, ging niet door.
Een idee fixe.
Het volgende wordt verteld in een
zeer ernstig tijdschrift de Chronique
Mêdicale, anders zou men 't niet wil
len gelooven. Dr. Cuvannes deelt daar
een verhaal mee van een waan-idee
van deu beroemden Franschen filosoof
Malebranchedeze meende nl., dat
hjj aan de punt van zijn neus een
lamsbout had hangen. Zulk een idee
fixe hebben wel veel meer menschen
gekoesterd en zijn er van genezen
ook, maar nu het hier een zeer ont
wikkeld en verstandig man geldt, een
beroemden geleerde, is liet de moeite
waard het geval van Malebranche
nog eens te vertellen.
Wanneer men Malebrauche naai
zij u gezondheid vroeg, kreeg men
steeds ten antwoord„Óver 't geheel
goed, als de lamsbout daar maar niet
hing, zjj is zoo zwaar en zjj ruikt
afschuwelijk." Sprak men hem tegen,
dan werd hij boos.
Een vrieud besloot ten slotte hem
te genezen. Hij gebruikte daartoe de
homoeopathische metbode en besloot
de lamsbout door een lamsbout te
genezen. Met dit doel verborg hjj
zoo'n bout onder zijn mantel, bracht
een bezoek aan Malebranche en vroeg
deelnemend naar de lamsbout, Male
branche verrukt, dat hij eindelijk
iemand had gevonden, die geloof sloeg
aan dat ding aan zijn neus, viel hein
om den hals. maar week in het. vol
gend oogenblik met een angstig ge
laat terug. „Ik heb u toch niet zeer
gedaan met dat drng?" Hjj duidde:
daarbij op de vermeende lamsbout.
De Vriend antwoordde daarop„Ja
wel, je hebt mij pijn gedaan aan het
oog. Maar", voegde hij er bij, waar
om doe je niet je best om van dat
ding bevryd te wordeneen snee
met liet sectiemes en het is weg." En
daar Malebranche toestemde, maakte
hy met het mes een snede in deu neus
van dezeu en haalde daarop eensklaps
de lamsbout onder zijn mantel weg.
Malebranche eerst hoogst verwonderd,
was ten slotte van vreugde buiten
zich zelf. Alleen steeg na eenige
oogenblikken nog een twijfel in hem
op, want hij had altjjd gemeend dat
de bout aan zijn neus rauw was, en
die van zijn vriend was gebraden.
Toch was hij sedert dien tyd van zyn
idéé fixe verlost.
Dreyfus.
De Agence Nationale maakt de vol
gende nota openbaar
„Het onderzoek van majoor Ravary
is op het punt van gesloten te wor
den het zon zelfs mogelyk zyn dat
het rapport van den commissaris-rap
porteur bjj den eersten krijgsraad he
den (Donderdag) avond aan generaal
Saussier werd overhandigd."
Sarah Bernhardt in gevaar.
Sarah Bernhardt heeft toch altyd
geluk. Als haar tjjgers geen belang
stelling meer wekken bjj het publiek,
valt zjj bijna van een hooge rots in
zee of er komt een ander schrikke
lijk feit de aandacht op haar vestigen
Nu is zjj weer in groot gevaar, ge
dood, of, wat nog erger zou zjjn, zegt
zjj, geviirioleerd te worden. Een jonge
dame Klein genaamd, vervolgde haar
sedert eenigen tjjd met bedreigingen.
Sarah Bernhardt deed aangifte bjj de
politie en juffrouw Klein werd ge
vangen genomen, onderzocht en in een
inrichting voor zenuwlijders verpleegd.
Zjj is thans opgesloten in de Salpe-
trière.
Maar thans wil de moeder de doch
ter wreken. Zij beleedigt Sarah Bern
hardt voordurend en tracht chantage
te plegen. Met de grootste omzichtig-
heid siuipt Sarah uu naar baar schouw
burg cn naar huis. Brrr!
Sarah trad Donderdag weer op in
een nieuwe rol.
Eene geboorte quaestie.
Bekend is het, dat vorst Adolf von
Schaumburg-Lippe. die een tjjdlang
regent van liet vorstendom Lippe-Det-
mold is geweest, de rechten van den
graaf Vrou Biesterfeld op dit vorsten
dom l oeft betwist, op grond dat deze
pretendent afstamt uit een hnweljjk
tusschen een vorstelijk persoon en een
dame van jageren adel, zoodat geen
„Ebenbürtigkeit" bestond. Hjj betwist
thans ook het erfrecht der kinderen
van den als vorst van Lippe erkenden
graaf Von Biesterfeld, omdat deze op
zjjn beurt ook niet met een „ebenbür-
tige" gravin is gehuwd. Men heeft
nu. door het uitpluizen der geschie
denis ontdekt dat ook de vorst van
Scliaumburg zulk een „smet" onder
zjjn voorouders heeft. Hij stamt nl.
af van Peter Eppelman, die 300 jaren
cel eden als zoon van een zeer burger
lijken gemeentebode in Nassau, door
zjjn oom, die in dienst van prins Mau-
rits van Oranje was, werd aangeno
men, in krjjgsdienst trad, allengs op
klom. zjjn naam in iiet Latjjn ver
taalde (Meiander) en na in dienst van
de Nederlanden, Vouetië en Oosten
rijk te zjjn geweest, als graaf Yon
Holtza.Jel in 1648 schatrjjk overleed, j
Hjj liet zijn titel en vermogen na aan
zjjn eenige dochter, die met den vorst
van Nassau-Dillenburg in het huwe-
lijk trad en tot wier nakomelingen
ook de tegenwoordige vorsten Yon
Schaumburg bchooren
Een Duitsclie militaire schrjjver
beeft zich beziggehouden met een op
telling der getalsterkte van de legers
der mogendheden van liet vasteland.
Bedenkende dat groote cijfers slechts
weinig tot de verbeelding spreken,
heeft bjj een anderen weg gevolgd
om zjjn lezers aan het verstand te
brengen hoe kolossaal in omvang de
tegenwoordige krijgstoerustingen der
Europeescbe rjjken zjjn. Hjj heeft be
rekend dat alle Europeescbe legers
op oorlogssterkte achter elkander
gaande met hurt kanonnen en hun
trein een stoet zouden vormen van
meer dan 24,000 mijl lang. Deze stoet
zou, als hjj dag en nacht onafgebro
ken voorttrok, een jaar noodig heb
ben om een bepaald punt voorbij te
trekken
Sir W. Maxwell, f
Sir William Maxwell, gouverneur
van de Goudkust, is, op weg naar j
Engeland, tusschen Sierra Leone en j
de Canarische eilanden aan boord van
de Bahana. gestorven, en in zee be
graven. Hjj was juist vau een lang
durige zending achter in Asjanti
teruggekeerd. In dat moorddadige
klimaat had hjj een vier maanden
doorgebracht en hjj nam een tropi
sche koorts aan boord mede. Sir Wil
liam was eerst even in de vjjftig. In
1883 was lijj lid van den uitvoerenden
en van den wetgevenden raad der i
Straits Settlements. In 1884 trad hy
als de vertegenwoordiger van Enge
land in Atjeh op om de uitlevering j
van de overlevenden van de Nisero
te bekomen. Van dat jaar tot 1889
nam hij de betrekking van residee-
renden raad van Penaug waar, en
van 18S9 was hjj Britseb resident te
Selangor tot 1892. in welk jaar hij
koloniaal secretaris van de Straits
Settlements werd; zells is hij een
paar maanden waarnemend gouver- I
ueur der kolonie geweest. Ia 1S95
vertrok hij ais gouverneur naar de
Goudkust, waar hjj al spoedig in de
expeditie tegeu koning Prernpï van
Koemassi gewikkel f werd. Vooral nu
Engeland met Frankrijk over grens- 1
kwestios in het achterland van de
Goudkust onderhande't. is de dood
van Maxwell, wiens laatste verblijf
in Asjanti ongetwijfeld met die kwes
ties verband houdt, voor Engeland
een verlies. Eerstdaags gaat nn ech-
ter kapitein Donald Stewart. Britseh
resident in Koemassi, naar Engeland
scheep.
Het gevaar voor kantoor-
loopers.
Naar aanleiding vau den moord te
Parjjs gepleegd op een kantoorlooper,
heeft eeu lid der Fransche Kamer een
wetsvoorstel ingediend, datdenfinan-
cieelen instellingen de verplichting op
legt. om sommen boven 5000 francs
steeds door twee loopers te zanten te
doen invorderen, en zulks op straffe
van 1000 tot 3000 francs en een maand
gevangenisstraf voor elke overtreding.
MARKTNIEUWS.
Leiden, 17 Dec.
De aanvoer en prjjzen ter Veemarkt
van heden waren als volgt: 45 Stie
ren f 60 a 225, 110 vette Ossen en
Koeien f 118 a 242 of f 0.52 a 0.64,
p. Kg-., 82 Varekoeien f 92 a 200
23 Graskalveren f 14 a 58, 45 vette
id. 30 a 75 of f 0.50 a 0.75 per Kg.,
22 nuchtere idem f 7.— a 16.1381
vette schapen f 16 a 27.— of 0.36 a
0.40 per Kg., 312 weide dito f 11.
a f 18.—. Lammeren f 0.— a
0.—76 magere Varkens f 15 a 27
152 Biggen f5.— a 14.Veulens
f a 0 Paarden f a 150
Kalf en Melkkoeien f 105 a 218.
Alkmaar, 10 Dec. Ter Kaasmarkt
heden aangevoerd 237 stapels, weg.
90.529 Kg. Prijzenkl. Gras Kaas
f 28,—, dito Hooi f 0.—, Commissie
Gras f 27.—, dito Hooi f 0.—, mid
delbaar Gras f27.—, dito Hooi fO.—.