Ben der berichtgevers van het N. v. d. I>. in het buitenland seinde Woens dag aan dat blad: ft verneem uit de beste bron, dat alie gezanten een schrijven vanwege H. M. de Koningin ontvingen, waar in l.un verzocht werd aan de hoven kennis te geven, dat H. M. geen vreemde vorsten wenscht te ontvangen. De kroningsplechtigheid zal even een voudig z\jn als die van wijlen Koning Willem HL De nieuwe Minister van Marine. Omtrent den gep. viee-adm. jhr. J. A. Roëll. benoemd tot minister van marine, kan het volgende worden ge meld Jhr. J. A. Roëll heeft den leeftijd van 60 jaar bereikt. In 1851 werd hy ter opleiding voor den zeedienst ge plaatst bij de Academie te Breda en in 1856 werd hij van adelborst le kl. bevorderd tot luitenant ter zee 2e kl. In verschillende rangen was hij o. a. commandant van den monitor Heili- geriee. van het stoomschip Kijkduin, de Aruba, de Marnix, deYanÖpeyk. Voor de beleidvolle wijze waarop door hem de zending met de Aruba naar de westkust van Afrika is volbracht, verwierf hij de goedkeuring van 's Ko- nings regeering. Sedert" 1890 schout-bij-nacht, werd hij in 1892 bevorderd tot vice-admi- raal. Middelerwijl was hij in 1891 opgetreden als commandant der zee macht en chef van het departement van marine in Nederi. Indië, ter ver vanging van den vice-admiraal, thans staatsraad, Ten Bosch. Hij vervulde die hooge betrekking tot 1891, in welk jaar hij" met 1 Nov. op zyn verzoek werd gepensionneerd. Dé nieuwe minister was van 1876 tot 1879 adjudant vanZ. K. H. prins Hendrik en ging in 1879 als adjudant in gewonen dienst van Z. M. den Koning over. Sedert 1 Mei 1891 is hij adjudant in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin. In 1891 vervulde hy de opdracht van H. M. de Koningin-Regentesom den Duitsehen Keizer in de nabijheid der Nederlandsche grenzen te com- piimenteeren. De heer Roëll heeft in verschillende vereenigingen voor maritieme en krijgskundige belangen getoond veel ervaring in het debat te hebben, en heeft ook vaak in geschriften zyn meeniDg over maritieme zaken uit eengezet. Hij is de broeder van den minister van buitenlandsche zaken in het vorige Kabinet. Heden zou de heer Roëll ter be- eediging door H. M. de Koningin- Regentes worden ontvangen, terwijl zijne benoeming den löden dezer in gaat. Met de nachtboot Prins Hendrik der maatschappij „Zeeland" kwam Woensdagochtend te Vlissingen van Londen aau Prins Albert van Slees wij k-Holstein, die met den aanslui tend en sneltrein zijne reis naar Ber lijn voortzette. Inliuldigingsfeesten. Naar wij vernemen zal het plan, om by gelegenheid der inhuldiging van Hare Majesteit versierde vaartuigen naar Amsterdam te zenden, uitplaat sen by de binnenvaart betrokken, verwezenlijkt worden. Een genoegzaam aantal gemeenten heeft zich verbonden tot medewerking. Hbld. Radicalen Bond. Het bestuur van den Radicalen Bond is thans samengesteld als volgt Dr. J. C. Eringaard, Delft. 1ste voorzitterW". P. Zeilmaker, Nijme gen, 2de voorzitterTh. M. Ketelaar, Amsterdam, secretaris; P. W. J.van Hassei. Utrecht, penningmeesterJ. Schinkel van Dijk, Amsterdam, F. Mol, 's Gravenhage, J. Jansma, Leeu warden, H. L. v. d. Sleen, Hooge- veen, en J. de .Jong Pzn., Rotterdam, bestuursleden. Diefstal te Amsterdam. Toen de heer W. Zegers, in goud en zilverwerken, Anjeliersdwarsstraat 4, te Amsterdam Woensdagmorgen achter de toonbank stond, kwam ou de toonbank, waarmede hy op den loop ging. De heer Zegers snelde den dief onmiddellijk achterna, onder 't geroep „houdt den dief!" wat talrijke men- schen uit hunne huizen op straat lokte. De dief, door steeds meer menscben achtervolgd, wierp zijn buit op straat en wist te ontkomen. In de Tuinstraat werd echter een ander man gegrepen, die voor het winkelraam had staan kijken en dien men verdenkt aan den diefstal mede plichtig te zijn. Een vondeling. Op den Purmeronder steiger aan de De Ruyterkade te Amsterdam werd Dinsdagavond tegen 9 uur oen zuige ling (meisje) gevonden, goed ingewik keld in een doek, en voorzien van een üesch met voedsel. Men vermoedt dat eene vrouw, die om dien tijd met een der treinen is aangekomen, zich op die wyze van het kind heeft ont daan. (Hbl.) Een cursus in liet kaasmaken. Onder leiding van den heer Keestra, zuivelconsulent te Hoorn, is te Scha- gen een cursus geopend voor kaas makers in fabrieken. De lessen worden gevolgd door de kaasmakers uit de kaasfabriekeu te Schagen (Nes). Wieringerwaard, Win kel, Burgerbrug. Anna Paulowna, Sint Maarten, Barsingerhorn, Het Wad, Haringhuizen, Schagerbrug, Zijdewind en Keinsmerbrug. Men meldt aan de N. R. Ct. Het gerecht te Breda heeft op ver zoek der mede-directeuren Dinsdag een bezoek gebracht aan de suiker fabriek der firma Jüger Co. teRo- sendaal, ten einde uit de boeken te kunnen constateeren in hoeverre de voortvluchtige mede-directeur J. C. Yeenhuvzen zich aan verduistering heeft schuldig gemaakt. Het gerucht, dat de fabriek voor een groot bedrag iu deze zaak zou zijn betrokken, kan beslist worden tegen gesproken. De werkzaamheden ec huishouding in de fabriek gaan gere geld haren gang, en zullen, naar ons door een der directeuren werd mede gedeeld, geene verandering ondergaan. Mislukte suikerspeculatiën hebben den heer V. groote geldelijke verlie zen toegebracht. Procesverbaal, opgemaakt door een sollicitant voor de betrekking van agent van politie in een gemeente, alwaar de liefhebbers een kleine proeve moeten afleggen, om te zien of zy eene behoorlijke hand schrijven en zonder al te groote taalfouten hunne gedachten op papier kuunen brengen. Persesvan baal. Den 18 Janrë 1898 hep ik als am- tenaar bekaliceert Jan van Hooft, oud 22 Jaar, Wegens bedelen, aan het huis van Piet Hofmans in de Zoutstraat. Waar hy met een tas met Papier in de hand de straat lansliep, Des naa- middags om 9 unr hep ik hem beka- üceerd en na den midag om vier uur liep hij nog de straat langs, als of hen een hond, achter de veren zat. My dnnkt dat zoo een vend nog meer van plan was te beginnen en, daar on straf verdiend 1 leeft. Dus Heeren oordeeld daarover het geen ik u voorschrijf. (Handteekening) Politi Achgent. Brandstichting Omtrent den brand te IStiens wordt de Leeuw. Ct. het volgende ge meld: De boerenliuiziuge die bier in den nacht van Maandag op Dinsdag af brandde, staat even buiten Stiens, dicht bij het voormalige Tolhuis. Behalve in een vroeger als wagen huis gebruikte woning, waarin een huisgezin, wordt deze huizinge be woond door drie gezinnen, waaronder verder werd aan dezen niet gedachL Te elf uur moet nog iemand gepas seerd zyn, die niets van brand had bemerkt en te twaalf uur viel het dak reeds in. H. meende eerst dat bet ontzettend hagelde en ontwaakte daardoor. Rook en brandlucht maakten hem evenwel met iets anders bekend. Pogingen om het vee te redden, konden niet meer worden aangewend, zoodat 5 paarden, 3 koeien, 2 kok kelingen, 4 schapen en 16 konijnen in de vlammen omkwamen. Ongeveer 24 weiden hooi werden mede ver brand, benevens wat boonen- en erwtenstroo van den buurman op het Tolhnis. Alleen de voorkamer is bly ven staan, doch in die mate gehavend, dat zij onbewoonbaar is. De braad wordt algemeen aan kwaadwilligheid toegeschreven. I dat de heer C. voor metje de verplichting partyen af te te koopen. Letteren en Kunst. Hollman is bezig met een werk voor bet kroningsfeest, dat hy aan de Koningin zal opdragen. Naar wy vernemen is aau de beeld- houweres Georgine Scliwartze de ver vaardiging opgedragen eener portret buste vau H.M. de Koningin iu kroningsornaat. Naar dit origineel zullen door de firma Gerard Linsfen te Yenloo reproductiën worden ge maakt. (Hbld.) Men schryft ons Maandagavond werden de Rotter dammers vergast op eene ongedacht welgeslaagde opvoering van de „Wal kure". Zoover my bekend, werd dit werk nog nimmer geheel hier opge voerd. Dat het publiek vol goede verwach tingen was bewees de geheel uitver kochte schouwburg. Daverende toejuichingen voor de vertolkers weerklonken na elk bedrijf, vooral aan het slot, toen den heer Yan der Linden vanwege het schouw burgbestuur een prachtige krans werd overhandigd. Schilderij euveiling. In de Donderdag te Amsterdam gehouden kunstveiling onder directie van den heer Preyer werden o. m. de volgende prijzen besteedBak- huyzen f 890, dezelfde f 1125, Duchat- tel f 900, Gabriel f 425, idem f 500, Haurath f780, Lambinet f 1100, Wil lem Maris f475, idem f475, idem f400, Mauve f550, Alb. Neuhuys f900, idem f1250, Perrault f 575, Poggenbeek f910. Roelol's f 1100, iScb af ringer 1*855, Tholen f700, Ver lat f1600, W. Verschuur f450. Sport en Wedstrijden. De gebroeders Guy en Yiviau Nic- kalls, beiden schitterend van sport roem, gaan bun boot en de Engelsche roei waters vaarwel zeggen. Reden: Cherchez la femme. Biljarten. Uit Groningen wordt aan de Veen- dammer Ct. gemeld Op sportgebied is dezer dagen in een veel bezocht koffiehuis hier ter stede iets zeldzaams vertoond. Het gold namelijk een biljartwedstrijd tusschen twee jonge fabrikanten, de heeren C. en v. H., vurige sportlui, die, gelooven we, op gebied van bil- jart-matches nu het record wel zul len hebben geslagen. De heer C. voelde zich namelijk zooveel sterker dan zijn tegenpartij, dat hij deze uitdaagde tot een match van honderd partyen. Elke party zou bestaan uit 100 punten, op welk aan tal de heer C. zyn tegenpartij nog 10 voorgaf; verloor de heer C. dan betaalde hy v. H. f 1000, terwijl deze voor elke verloren partij slechts f 10 had te dokken. Als C. dus vau de honderd par tyen één enkele verloor en negen-en- dat van G. Haitsma, den persoon, by negentig won, kwam hem dit nog juist wien de bekende inbraak van Britsum1 op f 10 te staan. Dan, de godin For- werd gepleegd. H. woont daar met tuna lachte den moedigen kampioen eene meid-huishoudster, een bloedver-niet toena acht en twiniig partyen want». i te hebben gespeeld had hij er reeds Te tien uur waren allen reeds ter twee, dus f 2000, verloren verwacht een man den winkel bin-1 ruste, 't Zal half elf geweest zijn En de treurige aüoop van den met neustappen en greep een kistje met toen de buurman nog iemand zeer zoovoel moed aangevangen reuzen- goiuien ringen en zilveren lepels van bedaard liet liecm zag oploopen, doch str.jd zal zijn, naar wordt bericht, RECHTSZAKEN. De Staat gedagvaard wegens wanbetaling. De rechtbank te 's-Gravenhage nam Woensdag kennis van de vol gende zaak Door den eischer. de Y., decoratieschilder te Groningen, waren in het voorjaar van 1892, ter gelegen heid van het bezoek der Koninginnen te Groningen, aan het gouvernements huis, dat de hooge gasten tot logies zou strekken, de noodige werkzaam heden gedaan tot herstel en schilde ren van verschillende plafonds enz., op last van den opzichter der Rijks gebouwen, den heer Lit, in overleg met den Commissaris der Koningin, gezamenlijk tot een bedrag van f 392. Toen hij nu op voldoening van dat bedrag aandrong en de betaling hem geweigerd werd, dagvaardde bij den Staat tot voldoening van het bedrag waarop hy aanspraak maakte. I)e staat ontkende echter de ont vankelijkheid der actie op grond, dat de Ryksopzichter, de heer Lit, geene machtiging had bekomen om aan de Y. eenig werk op te dragen en dat dan ook de bedoelde reparaties reeds waren opgenomen in een staat van meer werk gelyk dit was aangenomen door den aannemer Dussel te Gro ningen, die dan ook betaald was dooi den Staat. De eischer riep hierop hen ryksop zickter in vrijwaring en deze beriep zich hierop, dat hem wel degelijk eene opdracht was gegeven om aan de V. het decoratiewerk op te dragen. Wel is waar was het werk gebracht op den staat van meer werk van onderhoudskosten, en had de uitbe taling aan den aannemer daarvan reeds plaats gehad, doch dit was even wel niet anders dan een administra tieve maatregel, het gevolg der slecht ingerichte algemeen e voorwaarden waaronder de werken ten behoeve van liet departement van biunenlandsche zaken worden aangenomen. De Staat had zich zelf het dus te wyten en kon hierdoor niet ontsnap pen aan zyn verplichtiugen tegenover den_ oorspronkelijken eischer. Yoor den eischer trad op mr. D. van der Gootvoor den gedaagde mr. W. Thorbecke en voor den ge daagde in vrijwaring mr. J. M. van Stipriaan Luiscius. De officier van justitie zal over 14 dagen concludeeren. INGEZONDEN. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de copij niet aan den inzenden' terug gegeven. Mijnheer de Redacteur! Naar aanleiding van de annonce van de firma de Lange van Pik, moet ik, als lid van de verlichtings commissie, in het algemeen belang, mededeelen, dat bovengenoemde firma iu de vergadering van II. Maandag niet als de laagste inzender van vet- glaasjesis beschouwd, aangezien hunne glaasjes niet langer branden dan 4 uren, waarmedo men niet kan vol staan. Volgens mijne proefDame was de inzending van den heer J. Kodde al hier (f 49,50 per 1000) de beste aan gezien deze o1/.. uren branden. Ook verdiende de inzending van de firma E. P. Westerveld Zoon wel eenige belangstelling. U beleefd dan kende voor de opname Hoogachtend G. J. HEENK lid van de verlichtings-commissie. GEMENGD NIEUWS Het proces Esterhazy. Omtrent den afioop van dit proces wordt nog het volgende gemeld Nadat de deuren Dinsdagavond waren heropend, kwam de krijgsraad jen civiel som-ehinatie3 te hebben gepleegd of in om de honderd verstandhouding te hebben gestaan zal trachten af met een vreemde mogendheid of met haar agenten ten einde hen te bewe gen vijandelijkheden te begaan, den oorlog tegen Frankrijk te ondernemen of de middelen daartoe te verschaf fen? was met algemeene stemmen inet: neenbeantwoord. Het publiek riepLeve het leger De officieren van deu krijgsraad gin gen den beklaagde de band drukken. Deze wandelde vervolgens tusschen de rijen van officieren der garde door en werd beleefd gesalueerd. Buiten gekomen, werd liy door een menigte van ongeveer 200 personen ontvan gen met de kretenLeve het leger Leve Frankrijk! Leve Esterhazy! Esterhazy stak de straat over en ging de gevangenis Cberche-Midi bin nen, die hij om kwart voor negen in civiel gekleed verliet. Weer stonden menschen op hem te wachten, die leve Esterhazy! en Weg met de jo den riepen. Journalisten omringden hem. Maar spoedig nam hij een rij tuig eu reed alleen weg. Omtrent het gebeurde in de zitting met gesloten deuren is niets uitge lekt. Men beweert dat het verhoor van overste Picquart, anderhalf uur lang, voornamelijk geloopen heeft over de wijze, waarop hy de stukkeu, vau het proces Dreyfus iu handen had gekregen, die zich in een gesloten kast bevonden in bet ministerie van oorlog. De confrontatie van Piquart met kolonel Henry en met generaal Gouse schynt zeer heftig geweest te zyn. Aan Picquart was toen hy het ge bouw verliet, niets te bespeuren. De reporters die op hem toekwamen, wees by af, kortweg zeggendeLaat mij door. Men heeft liet oordeel van Zola ge vraagd over de vrijspraak van Ester hazy. De groote schrijver heeft ver zekerd, dat hy zich het recht voor behield om zijn mecning uit te spreken. ..Ik ben niettemin overtuigd van de onschuld van Dreyfus," verklaarde hy. „Men* mag mij eerder liet hoofd af slaan dan dat ik mijn overtuiging zou opgeven." Een monster-adres. De lagere beambten der posterijen in Pruisen hebben een verzoekschrift klaar om bij den rijksdag in te die nen, dat 30,000 handteekeningen draagt en een verbetering van hun toestand verlangt. O.ra. willen zij een minimum salaris vau 1000 mark eu een maxi mumsalaris van 1800 mark voor ge wone postconducteurs en brievenbe stellers, een jaarlijksch verlof van 14 dagen voor alle lagere beambten, vaststelling van een bepaalden weke- lykschen werktijd en een lichte zo- merkleeding. Loië Fuller. Loië Fuller, de beroemde uitvind ster der slangendansen. is op weg om blind te worden. Het felle licht, waarin zy eiken avond te Parijs haar kunsten vertoont, heeft haar gezichts zenuwen zoo aangetast, dat de dok toren eenstemmig verklaren, dat zij haar beroep vaarwel moet zeggen, als zü ten-minste nog een beetje wil blijven kunnen zien. Maar juffrouw Loië Fuller heeft een groote familie te onderhouden en heeft dus weinig lust, van haar f 500 per avond afstand te doen. Zy behelpt zich das voor- loopig mot halve maatregelen, zit zoo veel mogelijk in donker en draagt altijd een zwarten bril. Zy wil haar genre verzorgen tot het niet meer modern is, zegt ze melankoliek. De doktoren voorspellen haar, dat ze bin nenkort 't slachtoffer van haar held haftig optreden zal zyn. Misschien is bet heele verhaal niet meer dan reclame; het liep den laat- sten tijd niet zoo druk meer in de „Folies Bergères". Een bliksemafleider. Bij het naderen van onweer plegen Franscbe: boeren vuren aan te leggen, die een zwaren rook verspreiden. Zij gelooven zich daardoor te vrijwaren tegen het inslaan van den bliksem. Tot heden heeft men dit algemeen aau bijgeloof toegeschreven, maai' in ,,nIndustries and Iron vindt men een - - binnen en las de president het vonnis aannomelyke verklaring van die ge- j v'°?fl v&n kleuren was deze overdaad voor. De vraagj woonte. De rook werkt namelyk als n00^ z?ó groot, dat de kleuren haar Is majoor Esterhazy schuldig ma- een goede geleider, die de electriciteit ®0Sthet.is©he waarde verloren. By na geleidelijk veilig naar deü-gfónd wég- voert. Er wordt bijgevoegd, dat in 1000 gevallen van onheilen door den bliksem veroorzaakt, 6,3 kerken en 8,5 molens werden getroffen, terwijl het aantal fabrieksschoorsteeuen slechts 0.3 bedraagt. Mescal. „Mescal" is de naam van een broze, bruine zelfstandigheid, bitter en wal- gingwekkend van smaak, voorname lijk vervaardigd uit de gedroogde bla deren van een eactussoort, de „An- balonium Lewinii", die in Mexico en Texas veelvuldig voorkomt. De Kiowa- ludianen zijn sinds lang bekend mee den eigenaardigen invloed, dien deze plant op het menschelijke organismus heeft en gebruiken de mescal bij bun godsdienstige plechtigheden, wanneer ieder der dansers of danseressen van een uit die cactussoort vervaardigden drank moet gebruiken. In de Contemporary Review ver telt ons de heer Havelock Ellis iets van zeer belangrijke proefnemingen, die met mescal genomen zijn en waar uit blykt dat, ofschoon mescal eenigs- zins met haschis, of alcohol te verge lijken is, de werking toch geheel ver schillend is. Het grootste onderscheid is wel, dat het denkvermogen van den verbruiker steeds volkomen helder blyft en de mescal slechts dezen in vloed heeft, dat de merkwaardigste visioenen voor het oog van den mes- calliefhebber verschijnen. Vroeger wa ren in Amerika door dr. Weir Mit chell en een:ge zijner leerlingen proe ven genomen, zoodat de werking reeds bekend was toen de schrijver van hei genoemde artikel besloot bij onder vinding te leeren wat een mescal ver bruiker moet gevoelen. Hy maakte van drie stukjes mes cal een afkooksel, dat hy innam. Het eerste gevolg, dat hy kon waarnemen, was, dat hy een gevoel kreeg alsof hij een grooter werk- en denkkracht had verkregen. Daarna gevoelde hy zich zwak en onvast en kreeg by neiging om te gaan liggen. Hy kon nog lezen, doch bemerkte dat een Hauw violet waas over de plek, waar het oog gericht was, zweefde. Hy had toen reeds opgemerkt, dat voorwerpen, waar hy niet naar keek, als b.v. zijn handen, waarmee hy het boek vasthield, grooter en monster achtig leeken, en een verhoogde kleur hadden. Met gesloten oogen kwamen na-beelden, in het begin flauw en onbestemd, later helderder, maar ver ward en te opeengehoopt om anders beschreven te kunnen worden, dan door een vergelijking met de symme trische figuren van een kaleidoscoop. Iets later zag liy, deed hij zyne oogen dicht, iets wat geleek op een groot veld van gouden juweelen, met- steeds veranderende roode en groene steenen bezaaid. „Dit was een van do aangenaamste oogenblikken van de geheele bedwel ming*' zegt de heer Havelock „de atmosfeer scheen toen doortrok ken met een nauw waarneembaren geur, elk minder prettig gevoel was verdwenen op een geringe beving in de handen na, welke my het schrij ven van myn aanteekeningen zeer beinoeilijkte,ofschoon zulks met eenige inspanning my met een potlood steeds mogelijk bleef. Soms veranderde het gouden veld van vorm, tot het de gedaante van een bloem had aange- genomen, dan weder nam het de ge daante van een vlinder aan. Weer iets later waren het de glinsterende vezelachtige en glansrijk gekleurde vleugels van geheimzinnige en won derlijke insecten, die ik zag, of scheen ik den blik te slaan in een groote holle kom, op welker paarlemoeren binnenvlak alle kleuren van den regen boog elkaar afwisselden. Wat my bet meest verwonderde, was niet alleen de groote overdaad van prachtige visioenen, maar ook hun buitengewone verscheidenheid. Steeds kwam er weer iets geheel nieuws. Soms eeu doffe, diepe kleur; soms glinsterende en schitterende kleuren, eens zelfs eeu verrassende regen van goud die op my toe scheen te komen. Het meest gewone w: een combinatie van een eenvoudige diepe kleur met kleurige punten daar- tusschen, als edelgesteenten schitte rende. Dikwijls kwamen al de varia ties van een kleur, b.v. rood, te ge lijk of kort achtereen voor mijn oog, maar niettegenstaande dezen o ver zeggende sloeg zij haar kleine handjes in elkaar, „we keuncu haar geen van allen. Heb jij haar wel eens gezien. Hilary Niet Waar was zy dan, toen wij hier de vorige maal waren „Waar jij nog behoordet te zijn op school,ant woordt haar broeder lachend. „Jy hebt het mis," zegt mrs. Clarence. Zy bevond zich met haar moeder te Parijs." „Is zy daar nog?" vraagt Everard. neen, zooals ik reeds vertelde, zy is nu hier. Zjj is hier ook eenigen tyd geweest, toeu haar moeder stierf, dat is nu zes jaar geleden. Zy woont mot een bloedverwant van haar vader, een zekeren Deane,ineen oud huis zeven rnjjl ongeveer hier vandaan." „Stel je dat eens voor," zegt May (ofschoon zij nooit een woord van Ibseu gelezen heeft.) „Is het uiet bespottelijk, dat wij haar geen van allen gezien hebben Een eigen nichtje en dat maar zeven mijl hier vandaan woont." „In een oud, verwallen huis," gaat Hilary voort, op Dolly Clarence's herinneringen ingaand, hoewel hy nog ncoit het huis, waar het onbekende nichtje woont heeft aanschouwd. „Het moet veel op een groote. holle barak gelyken, zoo is mij verteld, en in de nabijheid er van staat een bouwvallige molen." „Haar vader had hem in gebruik," zegt Grey, „ten minste zoo is mij verteld." „Haar grootvader!" verbetert mrs. Clarence. „Ik dank den Hemel, dat zy geen van allen meer in leven zijn. Ik geloof ook, dat zij van een stand waren „Een molenaar," valt May haar een weinig verachte lijk in de rode. „Dat is te zeggen, ja eu neen," zegt haar broeder. Als gy van haar vader spreekt is dat niet geheel juist, tenminste niet in den gewonen zin van het woordwel wendde hij voor te malen, maar ondertusselien liet hy den molen totaal vervvaarloozon. Ik heb wel eens hooren zeggen, dat by een heel fatsoenlijk man was eD die ook van moeder's zijde niet zoo heel slecht geparenteerd was, maar toch niet geheel je dat," voegt hij er met, een veelbeteekenend knikje aan toe. „Nog een boeken wurm op den koop toe en dat is fataal als iemand niet geheel en alenfin je begrijpt me wel." „Het is jammer, dat sir Lucien niets van haar wil weten." zegt Gilbert Grey, die hoewel jaloersch, toch een góed hart heeft. j „.Jammer, als hy haar giög erkennen," zegt kapitein A dare schouderophalend. „Het zou de grootste dwaas heid van de wereld zijn. Als hy het eenige jaren gele den had gedaan, zou er nog iets van haar te maken zyn geweest, maar nu het zal zeker een zeer onop gevoed meisje zyn." „Laten wy niet onrechtvaardig oordeelen," brengt Everard met een peinzend gelaat in het midden. Deze woorden deden mrs Clarence even glimlachen. Zü kent hem zoo geheel en al, meent zy. Wanneer deed hy ooit iemand recht wedervaren „Wel, ik ben het met Hilary eens," zegt May op haar onstuimige manier. „Ongetwijfeld een onbeschaafd boe renmeisje, dat niet to genieten is! Hoe kan zij nu in den familiekring worden opgenomen Oroept zy onge duldig uit, „hoe is bet mogelijk, dat de zu-tir van oom Lucien zoo'n huwelijk heeft kuunen aangaan!" „Eu ik vertel je juist, dat het zoo verschikkelijk niet was," zegt haar broeder. „Wel is waar was hij een molenaar, zooals zyn vader, grootvader en over-groot- vader voor hem wareniemand, die op drie geslachten kan bogen, moest al in aanmerking komen voor het Yictoria kruis. -Maar de quaèstie is, wat die dochter voor een soort meisje is. Het zou mij niet verwonderen, dat zy een zeer ongefafcsoeneerd schepsel is." „De oude molen staat stil naar ik hoor." „Zeer stil," zegt Everard lachend. „Hy was iu het ergste stadium van verval, toen wy hem de laatste maal zagen -- hoeveel jaar is het ook wèer geleden vraagt zich tot mrs. Clarence wendend, die hem van ter zijde een blik toewerpt, waarom hy inwendig moet lachen. „Och, liet was gisteren „Maar wat heeft dat alles nu iu 's Hemels naam met dat, onbekende, geheimzinnige nichtje te maken vraagt Owen, die alle kleedjes en antimacassers aan elkaar heeft geknoopt bij wyzc van lasso en May hiermede tracht te vangen, tot groot misnoegen van Gilbert Grey. „Laten wy ter zake komen, ik houd niet van die praat jes. Dwazen en oude vrouwen mogen ze aardig vinden, maar ik haat ze." „Gy hebt niet geluisterd," zegt mrs. Clarence; „sir Lucien was razend, toen zijn zuster beneden haar staDd trouwde en nu wreekt hy zich op dit meisje." „Dat is juist iets voor hem," verklaart Grey verach telijk.. „Het leven van een jong meisje te bederven, om dat haar ouders niet gehandeld hebben zooals hij dat wilde." „Ja. maar er schuilt meer achter," zegt mrs. Ciare«w „Kent gjj die geschiedenis van de vermiste juweelei niet?" Zy buigt zich voorover, want nu is ze' op haai stokpaardje. „Je moet er dunkt my wel van gehoor' hebben?" „Ik weet er toch niets van. Juweelen! welke?" „Wat? Juweelen? Neen, daar is my nooit iets van verteld," roept May met een plotselinge belano-stellino uit. „Weet jy er iets van, Hilary „Ja, jaren geleden heb ik er van gehoord, maar ik moet bekennen, dat de heele historie my uit het hoofd was gegaan, totdat ze kort geleden weder werd opge rakeld." „Maar ik heb er nooit van gehoord", protesteert May „Dan bob je dien tyd zeker geslapen, mijn kind"' zegt Dolly. „Gilbert dan zeker ook," zegt zy een beetje boos. Zij voelde zich beleefligd. „Hebt gy er ooit iets 'van verno men, Gilbert?" „Nooit!" zegt Grey met nadruk en zegent in stilt* haar verontwaardiging, die hen weder een weinig tot elkaar brengt. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2