het Israëlietisch Ziekenhuis te Am
sterdam is overleden.
Ongeveer een jaar geleden had zjj
het ongeluk, by het stappen uit een
trein, den voet te verzwikken. In-
plaats van de noodige rust te nemen,
trad zy avond aan avond op, waarbij
dienstvaardige collega's haar op het
tooneel hielpen, maar ten slotte moest
zjj in het Ziekenhuis worden opgeno
men. waar weldra bleek dat de toe
stand hopeloos was.
Mejuffrouw Gulp, die den leeftijd
van 30 jaar bereikte, ving haar loop
baan aan bij een klein tooneelgezel-
schap te Groningen. Te Amsterdam
heeft zy bij de bezoekers van „De
Vereeniging," destijds door den heer
Muller in de Kalverstraat geëxploi
teerd, de meest prettige herinnering
achtergelaten. Daarna trad zy in de
beide circussen nu en dan op, en
steeds was de ondernemer van een
goed gevulde zaal verzekerd, wanneer
mej. Gulp's naam op het program
prijkte.
Vrijdagmiddag te 1 uur zal op de
Israëlitiesche begraafplaats aan den
Zeeburgenveg haar lyk worden ter
aarde besteld.
Werkloosheid.
In een der dagbladen van Dinsdag
avond stond een annonce van den heer
Rudolph Hofhuis te Amsterdam,
waarin gevraagd werd een loopknecht
tegen een salaris van f 5.
Voor dit baantje hadden zich, naar
men ons mededeelt, W oensdagmorgen
vroeg reeds niet minder dan ISO per
sonen aangemeld. (8td.)
Een inbraak.
't Is een brutale inbraak, die Woens
dagmorgen in alle vroegte in het
schoenenmagazijn van J. H. Breems,
op den hoek van de lste Egelantiers
dwarsstraat 7 te Amsterdam, heeft
plaats gehad, 't Was balfvijf men
lag nog in bed. De vrouw hoorde iets
krassen, haar man dacht dat 't het
kind was. dat erg met kiespijn suk
kelde. Het krassen hield op. een ruit
brak toen beneden iu den winkel. De
man het bed uit en de straat op. Bui
len niets te zien, wel in den winkel.
Een der ruiten was van onder met
zeep besmeerd en een stuk er uit ge
sneden. Een gedeelte van de ruit ver
brijzeld.
Git de winkelkast een twaalftal
paren schoenen vermist en in ruil
daarvoor een mouwknoop. Met den
knoop werd de geschiedenis opge
bouwd. Vanbuiten had men de ruit
opengesneden, de hand was naar bin
nen gestoken en paar voor paar wa
ren "de schoenen er uit gehaald. De
mouwknoop was blijven haken aan
het glas, de man buiten had gerukt,
de knoop had losgelaten en de ruit
was verbrijzeld. Intusschen cén mouw
knoop is een slechte ruil voor twaalf
paar beste schoenen. Een schippers-
jongen vischte Woensdagmorgen één
schoen uit de Prinsengracht, zijn
tweelingbroer (van den schoen) had
men in "den winkel achtergelaten. Een
deel van de buit rust dus in de Prin
sengracht. Men dregt er naar en zy
zal met den mouwknoop de politie
op het spoor brengen van de brutale
daders ten minste dat mag men
hopen. Hbld.
Git Katwoude ?N.-H.) meldt men
dat de jager J. K., uit Edam, daar
ernstig gewond is. Hij had zijn ge
weer in een schuitje gelegd, terwijl
de haan niet in rust was. Toen hy
nu het jolletje over den dyk sleepte
(zooais de jagers aldaar doen.) ging
het geweer af, en kwam de volle
lading in zyne rechterhand. De man
is deerlijk gewond, en zyn toestand
ernstig.
Men meldt uit 's Graveuliage, dat
de antichambre in het gebouw van
de Tweede Kamer gerestaureerd
wordt en verfraaid. Met dit werk
zullen nog verscheiden weken verloo-
peu. zoodat de Kamer vermoedelijk
niet in Februari zal bijeenkomen. In
verband hiermede wordt Dinsdag 1
Maart genoemd als datuni voor" de
hervatting der werkzaamheden.
Winkelj uff'rou w en.
De „Vereeniging ter behartiging
van de belangen der vrouw" te Rot
terdam heeft aan de winkeliers daar
ter stede zich gewend met de volgende
circulaire
„Daar het reeds lang de aandacht
van deskundigen getrokken heeft, dat
de gezondheidstoestand van winkel
bedienden, vooral ook van winkel
juffrouwen, tengevolge van overmatig
lange arbeidsdagen, dikwijls allertreu
rigst genoemd moet worden, heeft de
„Vereeniging ter behartiging van de
belangen der Vrouw met groote be
langstelling kennis genomen van een
proef, ingesteld door de firma M.
Hartogs Jac.Zn., Weste Wagenstraat
alhier.
In bet middagaar vereischt deze
zaak een groot aantal juffrouwen;
's morgens en 's avonds, wanneer het
minder druk is, kan met minder per
soneel volstaan worden.
In verband met deze omstandigheid
en daar het ook zyne ondervinding
was, dat de slechte gezondheidstoe
stand van vele winkeljuffrouwen het
gevolg is van te langen, afmatten den
arbeid, is het den eigenaar dezer zaak
na lang zoeken gelnkt een arbeids
regeling te vinden, waarbij zyn zaak
niet lydt en de winkeljuffrouwen in
hooge mate gebaat zijn, terwijl de
maatregel slechts geringe finaccieele
offers vraagt.
Hy heeft namelijk zyn personeel,
behalve eenige regelingen van onder
geschikten aard, in twee ploegen ver
deeld.
De éene ploeg heeft vroegen dienst,
komt om half negen bij het openen
van het magazijn en vertrekt om vijf
uur.
De andere ploeg heeft laten dienst,
komt 's middags om half twee en
blijft tot het magazyn 's avonds tien
uur gesloten wordt.
Deze ploegen wisselen elkander ge
regeld af, zoodat de juffrouwen 14
dagen achtereenvolgens de morgen
uren, dan weer veertien dagen de
avonduren vry hebben. En toch wordt
in weerwil daarvan het magazijn in
de drukke middaguren bediend door
een volledig personeel en wel van
veerkrachtige, niet over-vermoeide
winkeljuffrouwen.
Toen deze proef een paar maanden
geduurd had, bleek zy zoo gunstig
te werken, dat de maatregel thans
definitief is ingevoerd.
De beteekenis, die dit principe op
industrieel gebied in de toekomst nog
hebben kan, is niet licht te over
schatten.
De „Vereeniging ter behartiging
van de belangen der Vrouw" wendt
zich nu door middel van deze circu
laire tot alle magazynhouders eu win
keliers met het dringend verzoek de
zen maatregel, zoo mogelijk, ook in
hunne magazijnen toe te passen, er
althans een proef mee te nemen. Het
spreekt wel van zelf dat de uren,
waarop het volle personeel aanwezig
moet zijn, zich moeten regelen naar
de behoeften der zaak.
Zy vraagt dit in het belang van de
vele personen, wier gezondheid, juist
als gevolg der onvermijdelijke ver
moeienissen, aan de betrekking ver
bonden, zooveel te wensclien overlaat,
een feit dat door alle medici gecon
stateerd is en dat door verhorten
arbeidstijd, meer rust en goedge
kozen ontspanning zou ophouden te
bestaan.
Zij vraagt dit met vrijmoedigheid,
daar ze overtuigd is, dat de meerdere
arbeidskracht, de grootere opgewekt
heid van het personeel ook den patroons
ten goede zal komen.
Tevens verzoekt zij de firma's welke
genegen mochten zijn met dergelijken
maatregel een proef te nemen en
degenen, die den arbeidstijd voor hun
personeel reeds op 8 uur ongeveer
vastgesteld hebben, haar daarvan
kennis te geven, met het oog op een
eventueel op te richten ontspannings
lokaal.
Bekend is de anecdote, die ten name
van het huis Rothschild loopt, dat
iemand, die aan een der kassen van
de firma f 1000 te veel had ontvangen
en dit kwam terugbrengen, ten ant
woord kreeg: „Wij vergissen ons
niet."
Zulk een hooghartige Rothschild
in miniatuur schijnt ook een inwoner
van het Friesche dorp Heeg te wezen.
Zijne dienstbode wierp, eenige dagen
geleden, een mand met oud papier
in bet water. Een der kinderen van
een arbeider vischte die op en vond
daarin een bankbiljet f 25.
Dit werd aan den heer V. terugbe
zorgd, maar deze verklaarde, niet de
eigenaar te zyn, omdat by niet ge
woon was, zoo roekeloos met geld om
te gaan.
Overreden.
Uit Nieuweschans wordt aan de
„N. G. Ct." gemeldEen vreesol jjk
ongeluk had in de onmiddellijke nabij
heid der grenzen dicht nabij het sta
tion Bunde (Pr.) plaats.
De 38-jarige spoorwegarbeider J.
K.. die lijdende was aan vallende
ziekte, schijnt, terwijl hij aan den ar
beid was, door zijne kwaal aangeval
len te zyn, juist op het oogeublik, dat
de trein van Nieuwe Schans het sta
tion biunenstoomde. De ongelukkige
werd overreden en vreeselyk verminkt.
Volgens berichten zouden hem beide
beenen en een arm zijn afgereden,
terwijl hij tevens een gapende wonde
aan 't hoofd moet hebben bekomen.
li o o n i n.
Atjehers 011 Bataks.
De Deli Ct. meldt
In de onafhankelijke Batakstreken
grenzende aan Bovon-Langkat, ver
toonde zich in de maand November
eene bende, bestaande uit enkele At
jehers en overigens Gajoes, die zich
onder aanvoering van zekeren Nja
Oessoef, in de twisten van de Batak-
hoofden mengde. Door list wisten ze
de kampong Merdinding binnen te
treden en er bezit van te nemen.
De sultan vau Langkat beeft wacht
posten aan de grenzen opgesteld en
de Batakbevolking en hunne hoofden
maken zich op om de indringers te
verdrijven.
Atjeh.
Onder voorbehoud der vereischte
koninklijke goedkeuring is niet alleen
machtiging 'verleend om het korps
marechaussée in Atjeh, dat tot nog
maar altijd boven de legerorganisatie
te boek staat, voor 1898 te handha
ven, maar de voorgestelde uitbrei
ding daarvan is zelfs aangenomen. De
formatie zal dus met ingang van het
nieuwe jaar bestaan uit: 1 luitenant
kolonel of majoor, 1 staffourier, 2
kapiteins, 6 luitenants, 2 Europeescbe
sergeant-majoors, 2 Europeesche fou-
riers, 24 Europeesche sergeanten, 24
niet-Europeesche sergeanten, 24 niet-
Enropeesche korporaals en 408 niet-
Europeesche maréchaussees.
Wanneer men voor Lombok nu een
soortgelijk licht infanteriekorps op
richtte, zou men daar de weinig be
trouwbare inlandsche politiedienaren
kunnen afschaffen.
(J.-B.)
In den morgen van den 18en De
cember zijn ongeveer 300 Europeesche
en inlandsche militairen met 18 muil
dieren naar Atjeh vertrokken tot
aanvulling der troepenmacht aldaar.
Naar wij vernemen bestaat by het
legerbestuur het voornemen het 15de
bataljon van Atjeh te doen aflossen en
te Tjimahi te legeren. (J. B.)
Gemengde berichten.
De Sum. Ct. verneemt van te Pa-
dang gevestigde familieleden van nu
wijlen den heer C. Grondhout, die
zich volgens een aan de Java-Bode
geseind telegram in de riettuinen na
bij Serang zou hebben doodgeschoten,
dat zy aan geen zelfmoord gelooven.
Het lijk is gevonden in de riettuinen
nabij Serang en een aanzienlijke som
gelds, welke de overledene bij zich
droeg, is by liet lyk niet gevonden.
Op grond hiervan vermoedt men dat
de heer G. vermoord is en roofzucht
de aanleiding tot het plegen der mis
daad geweest is.
De J. Bverneemt, dat de van ver
lof terugkeerende ambtenaar, thans
op non-activiteit, de heer H. N. van
Maren, laatst referendaris ter alge-
meene secretarie, zal worden belast
om onder den hoofdinspecteur der
posterijen de organisatie eener gou
vernementspostspaarbank voor te be
reiden, waarvoor na 1 Januari over
een byzonderen post van de begroo-
tiug zal kunnen worden beschikt. En
kele [ambtenaren voor ondergeschikt
personeel zyn dan noodig.
Uit Kediri is onder dagteekening
van 13 Dec., aan de Loc. geschreven:
„Na een langdurige droogte, die
vooral voor de koffielanden hoogst
nadeelig was, is de westmoesson plot
seling met kracht aoorgekomen en
regent het van den ochtend tot den
avond. Voor vele landen evenwel is
het te laat en men verwacht hier,
evenals in het Blitarsche, een mis
oogst."
Een sabel van f11000.
Het B. N. deelt het volgende mede
omtrent een meesterstuk van fijn
werk, te bewonderen in de toko van
de firma van A reken Co. te Ba
tavia.
Het was nl. een gouden sabel, be
stemd voor, en besteld door den Sul
tan van Langkat. De scheede der
sabel, van gepolijst goud, is met fijn
graveerwerk in schuinloopende vakken
bewerkt.
Het gevest, gedeeltelijk van gepo
lijst en mat goud, is rijk ingelegd met
brillanten en groote diamanten.
Bovenaan bevindt zich een leeuwen
kop. Kop en manen van mat goud
met een kroon er op, die geheel van
in goud a jour gezette brillanten, van
boven door één grooten brillant is
afgezet, wat 'n zonderling kleurenspel
te weeg brengt, zoodat men de kroon
afwisselend groen, blauw of rood ziet.
Voor op het gevest is het wapen
van den vorst aangebracht, zijnde
een mat gouden schild met arabische
letters, boven en onder stralenbun
dels van kleine brillanten en van
boven kroon en ster van dezelfde
Het geheel is bijzonder fraai. Elf
duizend gulden, diefde sabel kosten
moet, is zeker niet veel, als men ziet
hoe dit werk door fijnheid en schoone
bewerking uitblinkt.
Goud-industrie op Noord-
Celebes.
Van de concessie Paleleh der Noord-
Celebes Mijnbouwmaatschappij ont
ving het Soer. Hbld. berichten, die
zekerheid geven dat de exploitatie nu
met de meeste kracht zal worden aan
gevat. De mijningenieur Vermaes is
uit Europa teruggekeerd met de noo
dige machinerieën en al hetgeen ver
der voor de verwerking van de ertsen
ter plaatse noodig is en de goede
ertsen zijn er ook.
Er liggen nu weer 75 ton erts van
7 ons goud geheel voor afscheep ge
reed. Met het etablissement vertrouwt
men in den loop van het volgende
jaar geheel klaar te komen, de ver
kregen ertsen worden dan op de on
derneming afgewerkt, waardoor een
enorme besparing van kosten ontstaat.
Ook uit dit bericht dat wy uit
goede bron kregen zoo voegt de
J.-B. hieraan toe blijkt dat de
goud my nnij verheid op Noord-Celebes
een zeer goede toekomst heeft.
damsche voetballers gecombineerd uit
de Rotterdamsche le kl. clubs „Spar
ta", „Rapiditas" en „Celeritas".
Voor half-time was Delft aan de
winnende hand en wel met 1—0.
Na half-time behaalde het Rotter
damsche elftal 1 goal tegen 2 door
Delft.
De studenten wonnen alzoo met
3—1.
Van beide zijden was het, een hard
nekkige stryd en gaf sommige oogen-
blikken mooi spel te zien.
Cricket.
Ongeluk is aan do zyde der Eogel-
schen te Adelaide. Verscheiden van
hun elftal, 't is waar, bezeerden zich
in het veld, en waren dus niet ge
heel in conditie, maar toch lijkt, liet
moeilijk, togen te spreken, dat het
Australische elftal hun in deze derde
test match evenzeer de baas is als in
de tweede. Ranjitsinbji, die in de eer
ste innings, met een gekwetsten
vinger batte en met 0 runs weg werd
gestuurd, heeft zich door opmerkin
gen van het publiek zoo beleedigd
gevoeld, dat hy verklaard heeft nooit
meer te Adelaide te willen spelen.
De eerste innings der Australiërs
was, gelyk onze lezers weten, met
573 runs gesloten. Die der Engelsehen
bedroeg maar 278 runs (Hayward 70.
Druce 24, Hirst 85, Stoddart 15,
Richardson 25). Zy moesten dus da
delijk weer aan bat gaan en weer
vielen de batters, hoe goed het
wicket was, slag op slag, Mason was
uit met O, Storer met G, Hayward
met 1Ranjitsinbji maakte er nu nog
77, MacLaren 70 (not out). Dinsdag
eindigde het spel met 161 voor het
verlies van 4 wickets.
LetSesreïfl en Bfce*nst.
De heer W. O. J. Nieuwenkamp,
een jong teekenaar, die o.a. bekend
heid kreeg door teekeningen in „Eigen
Haard", „Woord en Beeld" en andere
tijdschriften, maar vooral door het
premieboek over „de doode steden
aan de Zuiderzee", dat hy in samen
werking met den schilder Veldheer
illustreerde, is onlangs naar Java ver
trokken, waar hy minstens zes maan
den zal verblijven. Hij doet de reis
gedeeltelijk in opdracht van de Erven
F. Bohn te Haarlem.
(lnsulinde)
Leger en Vloot
Door den minister van oorlog is
bepaald,dat aan de dienstdoende schut
terijen voortaan slechts éene soort ge
weren, namelijk M. 71, met welk wa
pen zij bij eA'entueele mobilisatie zul
len uitrukken, in gebruik zal worden
gegeven.
Spert en Wedsfrojjitgen.
Voetbal.
Op net Schuttersveld te Rotterdam
had Woensdag een voetbalmatch
plaats tusschen de Delft-ehe studen
ten voetbalclub en een elftal ltotter-
RECHTSZAKEN.
Het kasteel Heeswijk,
Door het gerechtshof te 's-Herto-
genbosch is uitspraak gedaan in de
procedure over den verkoop der col
lecties, die zich bevinden op de kas
teelen Heeswyk en de Nemelaer.
Het Hof overwoog daarbij, dat het
zich niet kan vereenigen met do
zienswijze voor de rechtbank, dat het
testament van wijlen jhr. Alberic
van den Bogaerde niet den verkoop
van deze verzamelingen zouden ver
bieden. Het zag toch in de ver
schillende bepalingen van het testa
ment, in haar onderling verband be
schouwd, een verbod aan den bewind
voerder mr. E. van Zinnicq Bergmanu
om de collecties te verkoopen gedu
rende een tijdvak, waarvan de duur
waarschijnlijk 68 jaren zal bedragen.
Met de rechtbank was het Hof
evenwel van oordeel, dat dergelijk
verbod voor niet geschreven moet
worden gehouden, omdat art. 931
Burg. Wetb. verbiedt de onvervreemd
baarheid van goederen zoowel voor
altijd als voor eenen bepaalden tjjd.
Eene uitzondering op deze bepaling
is volgens het Hof niet gemaakt bij
art, 1066 Burg, Wetb. Met de
rechtbank was "het Hof ook van
oordeel, dat door de douairière Yan
den Bogaerde van Terbrugge, geboren
prinses de Looz Corzwarom, aan de
nietigheid van de bepaling van het
testament omtrent de tijdelijke on
vervreemdbaarheid der verzamelingen
niet het recht kan worden ontleend
om tegen den testamentaireu bewind
voerder te vragen een bevel tot ver
koop van de voorwerpen, behoorende
tot de voormelde collecties.
Het Hof was toch niet de zienswijze
van genoemde douairière toegedaan
dat de bepalingen van het Burgerlijk
Wetboek opziclitens de voogdij ana-
logice op het testamentaire bewind
voerderschap toepasselijk zouden zyn.
Het Hol* was verder van gevoelen,
dat de bewindvoerder dei-nalatenschap
van jhr. Alberic van den Bogaerde
niet handelt in strijd met zijne ver
plichting om die nalatenschap als een
goed huisvader te beheeren, als hij
den wil van den erflater eerbiedigt
en mitsdien de collecties niet verkoopt
gedurende voorbedoeld tijdvak, zooals
door dezen in het algemeen belang
is bepaald. Het Hof was te meer
dat gevoelen toedaan, omdat liet te
voorzien is, dat de waarde der col
lecties met het jaar zal toenemen.
Op deze gronden bevestigde het
Hof het vonnis van de rechtbank,
voor zooverre meergenoemde douairière j
Van den Bogaerde daarbij niet ont-
vankelyk was verklaard in hare vor
dering tot het bevelen van den verkoop
der verzamelingen, welke zich bev
den op de kasteelen Heeswyk en
Némelaer. Voor het overige we
dat vonnis vernietigd en verklaa
voor recht, dat de bepaling, van
testament van jhr. Alberic van <1
Bogaerde, waarbij onvervreeradbs
worden verklaard de voorwerpen,
hoorende tot de verzamelingen v
kostbaarheden, welke aanwezig z
op de kasteelen Heeswijk en de G
meiaar, voor niet-geschreven mi
worden gehouden.
(Noor dhr.
Ter aanvulling van het beric
omtrent de uitspraak in de procedi
van notaris Van Wermeskerken teg
zyne echtgenoote, wordt onder de aa
dacht gebracht dat op den eisch
mevrouw Van Wermeskerken teg
haren echtgenoot, nog geen bes
sing gevallen is. Toegelaten tot
leveren van liet bewys der door hi
gestelde feiten, is het getuigenv
hoor uitgesteld, omdat kort vóór <1
daarvoor aangewezen dag, 13 Ap
189/, de heer yan Wermeskerk
van het vonnis in hooger boroep
gekomen. Dit appèl hangt nog vt
het gerechtshof te Amsterdam.
Een notarisagent.
G. N. Meijer, te Amsterdam
zich voordeed als agent van den
taris Po uw voor het plaatsen v
hypotheken en op die wyze geld
handen wist te krijgen, werd do
het gerechtshof te Amsterdam Woei
dag veroordeeld tot 2 jaar gevani
nisstraf.
GEföSOIQiï NIEUWS
De Koningin van België reed Dii
dag door de rue de la Loi te Bn
sel. Zy mende zelf. Een der paard
gleed uit en door de poging om zi
op te richten liep het rijtuig geva;
De Koningin sprong er uit en hi<
zelf haar lakeien liet paard los
maken.
In ijzer begraven.
De Cri de Paris vertelt een oiil
val, dat zeker niet van dichterlykht
onbloot is en waarvan dë held is
beeldhouwer Francois de Curel.
Met weet, dat deze eigenaar is a
groote staalfabrieken, waar meer d
6000 arbeiders werken. Een zyn
arbeiders viel in eene kuip, waa
eene ontzaglijke hoeveelheid met;
kookte. Men deed de vuren uit
toen de massa was gestold, \-oer
men het geheele blok weg, waarin
ongelukkige begraven Avas en bedt
het in den grond. Het blok wo
15.000 kilo's en men had 12 M2 plas
noodig_ op het kerkhof voor de 1
grafenis.
Men kan niet juist zeggen, wat 1
is, maar er ligt iets grootsch in
handelwijze van De Curel; hij otter
15.000 kilo metaal op, om niet i
lyk van zijn werkman mede te zi
veranderen in staven balken en d
ten.
Anarchistische aanslag.
Dinsdagnacht heeft te Parys
anarchist EtieArant, toen hy een polit
post op Montmartre voorbijging, t\v
agenten met verscheidene messtek
verwond. Na zijn arrestatie tracht
hij nog zijn revolver in den politiepi
ai te schieten. De man is daarop ovi
meestert!. Hy was onlangs uit Lond
teruggekeerd, men gelooft dat hij Avra:
heeft willen nemen op de politie. 1
toestand van do gekwetston is ernsti
maar niet hopeloos.
Gesalarieerde sinecures.
„Sganarelle" schrijft in de $êm
En van dat slag lieden, die m
eens gezien heeft, men weet niet wai
en die uw vriend beweren te z\
brengt my vanmorgen een verzoe
schrift, dat hij aan den minister
schoone kunsten wil zenden, x
vraagt me of ik liet ondersteun
wil. Dat is een dienst dien men
Parijs nooit weigert, ten minste wa
neer het verzoek niet te dwaas
en de requestrant niet pas uit deg
vangenis van Poissy ontslagen is. 't
waar de ministers hechten weio
aan dergelijke ondersteuningen.
Wat verlangt u? vraag ik he
Ik zou graai- benoemd will
worden tot conservator van de obeli
Zij deinst achteruit en zegt dan sterk blozend
„Er is van erkenning geea sprake. Ik ben even goed
zyn nicht als gij zijn neef zyt. Dat kan hy niet ont
kennen."
„Dat weet ik dat weet ik," zegt hij haastig, zyn
fout inziend. „Maar als by u by zich ontvangt, zullen
die praatjes meteen ophouden."
„O! ga niet verder!" roept zy op hoogen, hoewel ge-
dempten toon uit. Zij ziet doodsbleek. „Lk weet wel dat
gij het goed met mij meent, maar elk woord doet rnjj
pyn Begrijpt ge dan niet, dat ik nooit als een gunst
by den man, die den naam van mya vader bezoedeld
heeft iu huis wil komen
„Ja, dat zie ik in. Maar luister nu eens hier, Amber,
ga even zitten," en hij wyst op de tuinbank, die in liun
nabjjheid staat, „en laten Avij er dan eens over praten.
Geen van allen kunnen wij het noodlot tarten. Wy zyn
bijna vreemden voor elkaar," vervolgt hij met tegenzin,
„zoodat ik geen recht heb u te zeggen, hoe gij in dit
geval handelen moet; alleen raad ik u voor uw eigen
bestwil, alleen voor het UAve," voegt li ij er by, daar hy
bemerkt dat zyn toon zijn gevoelens te veel begint te
verraden) „dat gjj elke toenadering van sir Lucien's kant
aangrijpt. Ten eerste is hy een oud man en gij...."
„Nu ga verder en ik?" vraagt zy met een cynisch
lachje, waar haars ondanks eenige vroolykheid iiï door
klinkt. „Maar waarom er verder woorden over te ver
spillen. Vindt gij sir Lucien eeD man om eenige toena
dering tusschen ons te bewerken
„Ik zal maken, dat bij het doet."
Zy fronst haar wenkbrauwen.
„Ik verzoek u vriendelijk u in geen moeilijk heden om
my te wikkelen." Zij staat ophaar voorhoofd is bo-
Avolkt en haar lippen heeft zij vast opeen geklemd.
„Het zou toch tot niets dienen. Nooit zal ik eenige
verontschuldiging willen aauhooren of gastvrijheid ge
nieten van den man, dio myn vader zoo openlyk belee
digd en slecht behandeld heeft?"
„Zijt ge er wel zeker van dat hy dit zoo openlyk
deed
„Ja, volkomen zeker."
„En hoe handelde hy tegenover uw moeder
„Ohaar spaarde hij", antwoordt zij smadelijk, „of
schoon zij en niet my'n vader de juweelen bezat. Maar
myn moeder had nu eenmaal het geluk sir Lucien's zus
ter te zyn en daarom zou men het niet in zyn hoofd
hebben gekregen haar eer te na te komen."
„Vindt gij dit zoo slecht van hem?" zegtAdare. die
doet alsof hij niet begrypt, dat zij op den zelfzuchtigen
angst van sir Lucien voor zijn eigen familie-achtens
waardigheid doelt.
„Zij was zijn zuster. Natuurlijk beschermde hy haar,
zooals bloedverwanten elkaar behooren te doen. Denkt
gy dat, nu ik weet dat gij myn nichtje zyt, ik u niet
zou beschermen
Is de hartstocht hem de baas geworden? Heeft zyn
stem zyn gevoelens verraden? Een oogeublik zien zy
elkaar vast in de oogen, maar dan zakt Amber's hoofdje
al dieper, totdat haar oogen eindelijk op den grond blij
ven rusten."
„Ik moet nu naar Esther terugkeeren," zegt zy be
daard, een stap voorwaarts doende, waardoor zy haar
bedoeling om hem te verlaten duidelijker kenbaar maakt,
dan haar woorden het doen.
„Is juffrouw Deane hier
„Ja, daar zit zij."
Adara ziet in de aangewezen richtingen bemerkt een
kleine, magere vrouw, die in een tuinstoel zit. Zy ziet
er bepaald onschuldig uit, maar Adare maakt bij zich
zelf de opmerking, dat zij op haar beurt standvastig,
beslist of koppig, of hoe men het ook noemen wil, kan
zyn. Ja haar gelaat, met die kleine, opgetrokken kin
heeft iets brutaals. Zijn blik dwaalt van juff rouw Deane
naar den man, die naast haar staat. Het is Deane, de
zelfde zonderliogc, onaangename man, die door sir Lu
cien verdacht wordt met, den dief van de kostbare dia
manten in betrekking te staan.
„Goeden dag"' zegt Amber, „myn neef staat op my
te wachten, ik moet weg."
„Zoo is die neef haar broeder," zegt Adare. „Hy schijnt
een uitstekende „chaperon" te zyn, want hy Avendtzijn
blikkou niet van u af." Hij lacht op een eigeuaardige
manier en bestudeert onderwijl Amber's gelaat.
„Gij vergist u; hy heeft niets met rnjj te maken.
Esther is myn „chaperonne"," zegt Amber blozend en
weer eeu stap voorwaarts doende, om een eind aan die
lastige vragen te maken.
„Nog een oogenblik," zegthjj schielijk. „Mag ik u myn
zuster voorstellen
„Waarom?" Haar toon is koel, maar de tranen wel
len in haar oogen op.
„Om u met elkaar in kennis te brengen toe Amber
weiger dit niet
„O antwoordt zij, „ik kau u immers niets Avoigere
dat zou toch nutteloos zyn. lk zeide u beslist, dat
u niet weer wilde ontmoeten en nu...."
„Gy wilt haar dus wel leeren kennen 1"
„Als als uwe zuster verlangt kennis met mij te ui
ken, dan zou het - als ik „neen" zeide..."
Z\j zwygt plotsel'mg. Want May en Gilbert Grey zi
hen by na genaderd.
„May, mag ik je ons nichtje Amber O'Connell ev
voorstellen," zegt Hilary in eens. En terwijl hy op Gr
wyst: „dit is een neef van ons en dus'ook de m
mijnheer Grey, juffrouw O'Connell."
„Hoe maakt je het?" zegt May, die door de voo
stelling van Grey tyd gehad beeft van haar verbazii
ta bekomen. Zy steekt Amber met zoo'n hartelykhe
de baud toe, dat deze voor een oogenbik alle droevij
herinneringen, welke door het zien van die nieui
bloedverwanten weer worden opgewekt, op zyde z<
„Eenige jaren bon ik hier ook geweest, maar toen lie
ben wy elkaar niet ontmoet."
„Lk bevond my toeu met mijn moeder te Parijs."
„Wat een gelukskind! Maar nu wij elkaar iicbbi
ontmoet, hoop ik, dat wij vriendinnen zullen Avorden
Wordt vervolgd.