het Israëlietisch Ziekenhuis te Am sterdam is overleden. Ongeveer een jaar geleden had zjj het ongeluk, by het stappen uit een trein, den voet te verzwikken. In- plaats van de noodige rust te nemen, trad zy avond aan avond op, waarbij dienstvaardige collega's haar op het tooneel hielpen, maar ten slotte moest zjj in het Ziekenhuis worden opgeno men. waar weldra bleek dat de toe stand hopeloos was. Mejuffrouw Gulp, die den leeftijd van 30 jaar bereikte, ving haar loop baan aan bij een klein tooneelgezel- schap te Groningen. Te Amsterdam heeft zy bij de bezoekers van „De Vereeniging," destijds door den heer Muller in de Kalverstraat geëxploi teerd, de meest prettige herinnering achtergelaten. Daarna trad zy in de beide circussen nu en dan op, en steeds was de ondernemer van een goed gevulde zaal verzekerd, wanneer mej. Gulp's naam op het program prijkte. Vrijdagmiddag te 1 uur zal op de Israëlitiesche begraafplaats aan den Zeeburgenveg haar lyk worden ter aarde besteld. Werkloosheid. In een der dagbladen van Dinsdag avond stond een annonce van den heer Rudolph Hofhuis te Amsterdam, waarin gevraagd werd een loopknecht tegen een salaris van f 5. Voor dit baantje hadden zich, naar men ons mededeelt, W oensdagmorgen vroeg reeds niet minder dan ISO per sonen aangemeld. (8td.) Een inbraak. 't Is een brutale inbraak, die Woens dagmorgen in alle vroegte in het schoenenmagazijn van J. H. Breems, op den hoek van de lste Egelantiers dwarsstraat 7 te Amsterdam, heeft plaats gehad, 't Was balfvijf men lag nog in bed. De vrouw hoorde iets krassen, haar man dacht dat 't het kind was. dat erg met kiespijn suk kelde. Het krassen hield op. een ruit brak toen beneden iu den winkel. De man het bed uit en de straat op. Bui len niets te zien, wel in den winkel. Een der ruiten was van onder met zeep besmeerd en een stuk er uit ge sneden. Een gedeelte van de ruit ver brijzeld. Git de winkelkast een twaalftal paren schoenen vermist en in ruil daarvoor een mouwknoop. Met den knoop werd de geschiedenis opge bouwd. Vanbuiten had men de ruit opengesneden, de hand was naar bin nen gestoken en paar voor paar wa ren "de schoenen er uit gehaald. De mouwknoop was blijven haken aan het glas, de man buiten had gerukt, de knoop had losgelaten en de ruit was verbrijzeld. Intusschen cén mouw knoop is een slechte ruil voor twaalf paar beste schoenen. Een schippers- jongen vischte Woensdagmorgen één schoen uit de Prinsengracht, zijn tweelingbroer (van den schoen) had men in "den winkel achtergelaten. Een deel van de buit rust dus in de Prin sengracht. Men dregt er naar en zy zal met den mouwknoop de politie op het spoor brengen van de brutale daders ten minste dat mag men hopen. Hbld. Git Katwoude ?N.-H.) meldt men dat de jager J. K., uit Edam, daar ernstig gewond is. Hij had zijn ge weer in een schuitje gelegd, terwijl de haan niet in rust was. Toen hy nu het jolletje over den dyk sleepte (zooais de jagers aldaar doen.) ging het geweer af, en kwam de volle lading in zyne rechterhand. De man is deerlijk gewond, en zyn toestand ernstig. Men meldt uit 's Graveuliage, dat de antichambre in het gebouw van de Tweede Kamer gerestaureerd wordt en verfraaid. Met dit werk zullen nog verscheiden weken verloo- peu. zoodat de Kamer vermoedelijk niet in Februari zal bijeenkomen. In verband hiermede wordt Dinsdag 1 Maart genoemd als datuni voor" de hervatting der werkzaamheden. Winkelj uff'rou w en. De „Vereeniging ter behartiging van de belangen der vrouw" te Rot terdam heeft aan de winkeliers daar ter stede zich gewend met de volgende circulaire „Daar het reeds lang de aandacht van deskundigen getrokken heeft, dat de gezondheidstoestand van winkel bedienden, vooral ook van winkel juffrouwen, tengevolge van overmatig lange arbeidsdagen, dikwijls allertreu rigst genoemd moet worden, heeft de „Vereeniging ter behartiging van de belangen der Vrouw met groote be langstelling kennis genomen van een proef, ingesteld door de firma M. Hartogs Jac.Zn., Weste Wagenstraat alhier. In bet middagaar vereischt deze zaak een groot aantal juffrouwen; 's morgens en 's avonds, wanneer het minder druk is, kan met minder per soneel volstaan worden. In verband met deze omstandigheid en daar het ook zyne ondervinding was, dat de slechte gezondheidstoe stand van vele winkeljuffrouwen het gevolg is van te langen, afmatten den arbeid, is het den eigenaar dezer zaak na lang zoeken gelnkt een arbeids regeling te vinden, waarbij zyn zaak niet lydt en de winkeljuffrouwen in hooge mate gebaat zijn, terwijl de maatregel slechts geringe finaccieele offers vraagt. Hy heeft namelijk zyn personeel, behalve eenige regelingen van onder geschikten aard, in twee ploegen ver deeld. De éene ploeg heeft vroegen dienst, komt om half negen bij het openen van het magazijn en vertrekt om vijf uur. De andere ploeg heeft laten dienst, komt 's middags om half twee en blijft tot het magazyn 's avonds tien uur gesloten wordt. Deze ploegen wisselen elkander ge regeld af, zoodat de juffrouwen 14 dagen achtereenvolgens de morgen uren, dan weer veertien dagen de avonduren vry hebben. En toch wordt in weerwil daarvan het magazijn in de drukke middaguren bediend door een volledig personeel en wel van veerkrachtige, niet over-vermoeide winkeljuffrouwen. Toen deze proef een paar maanden geduurd had, bleek zy zoo gunstig te werken, dat de maatregel thans definitief is ingevoerd. De beteekenis, die dit principe op industrieel gebied in de toekomst nog hebben kan, is niet licht te over schatten. De „Vereeniging ter behartiging van de belangen der Vrouw" wendt zich nu door middel van deze circu laire tot alle magazynhouders eu win keliers met het dringend verzoek de zen maatregel, zoo mogelijk, ook in hunne magazijnen toe te passen, er althans een proef mee te nemen. Het spreekt wel van zelf dat de uren, waarop het volle personeel aanwezig moet zijn, zich moeten regelen naar de behoeften der zaak. Zy vraagt dit in het belang van de vele personen, wier gezondheid, juist als gevolg der onvermijdelijke ver moeienissen, aan de betrekking ver bonden, zooveel te wensclien overlaat, een feit dat door alle medici gecon stateerd is en dat door verhorten arbeidstijd, meer rust en goedge kozen ontspanning zou ophouden te bestaan. Zij vraagt dit met vrijmoedigheid, daar ze overtuigd is, dat de meerdere arbeidskracht, de grootere opgewekt heid van het personeel ook den patroons ten goede zal komen. Tevens verzoekt zij de firma's welke genegen mochten zijn met dergelijken maatregel een proef te nemen en degenen, die den arbeidstijd voor hun personeel reeds op 8 uur ongeveer vastgesteld hebben, haar daarvan kennis te geven, met het oog op een eventueel op te richten ontspannings lokaal. Bekend is de anecdote, die ten name van het huis Rothschild loopt, dat iemand, die aan een der kassen van de firma f 1000 te veel had ontvangen en dit kwam terugbrengen, ten ant woord kreeg: „Wij vergissen ons niet." Zulk een hooghartige Rothschild in miniatuur schijnt ook een inwoner van het Friesche dorp Heeg te wezen. Zijne dienstbode wierp, eenige dagen geleden, een mand met oud papier in bet water. Een der kinderen van een arbeider vischte die op en vond daarin een bankbiljet f 25. Dit werd aan den heer V. terugbe zorgd, maar deze verklaarde, niet de eigenaar te zyn, omdat by niet ge woon was, zoo roekeloos met geld om te gaan. Overreden. Uit Nieuweschans wordt aan de „N. G. Ct." gemeldEen vreesol jjk ongeluk had in de onmiddellijke nabij heid der grenzen dicht nabij het sta tion Bunde (Pr.) plaats. De 38-jarige spoorwegarbeider J. K.. die lijdende was aan vallende ziekte, schijnt, terwijl hij aan den ar beid was, door zijne kwaal aangeval len te zyn, juist op het oogeublik, dat de trein van Nieuwe Schans het sta tion biunenstoomde. De ongelukkige werd overreden en vreeselyk verminkt. Volgens berichten zouden hem beide beenen en een arm zijn afgereden, terwijl hij tevens een gapende wonde aan 't hoofd moet hebben bekomen. li o o n i n. Atjehers 011 Bataks. De Deli Ct. meldt In de onafhankelijke Batakstreken grenzende aan Bovon-Langkat, ver toonde zich in de maand November eene bende, bestaande uit enkele At jehers en overigens Gajoes, die zich onder aanvoering van zekeren Nja Oessoef, in de twisten van de Batak- hoofden mengde. Door list wisten ze de kampong Merdinding binnen te treden en er bezit van te nemen. De sultan vau Langkat beeft wacht posten aan de grenzen opgesteld en de Batakbevolking en hunne hoofden maken zich op om de indringers te verdrijven. Atjeh. Onder voorbehoud der vereischte koninklijke goedkeuring is niet alleen machtiging 'verleend om het korps marechaussée in Atjeh, dat tot nog maar altijd boven de legerorganisatie te boek staat, voor 1898 te handha ven, maar de voorgestelde uitbrei ding daarvan is zelfs aangenomen. De formatie zal dus met ingang van het nieuwe jaar bestaan uit: 1 luitenant kolonel of majoor, 1 staffourier, 2 kapiteins, 6 luitenants, 2 Europeescbe sergeant-majoors, 2 Europeesche fou- riers, 24 Europeesche sergeanten, 24 niet-Europeesche sergeanten, 24 niet- Enropeesche korporaals en 408 niet- Europeesche maréchaussees. Wanneer men voor Lombok nu een soortgelijk licht infanteriekorps op richtte, zou men daar de weinig be trouwbare inlandsche politiedienaren kunnen afschaffen. (J.-B.) In den morgen van den 18en De cember zijn ongeveer 300 Europeesche en inlandsche militairen met 18 muil dieren naar Atjeh vertrokken tot aanvulling der troepenmacht aldaar. Naar wij vernemen bestaat by het legerbestuur het voornemen het 15de bataljon van Atjeh te doen aflossen en te Tjimahi te legeren. (J. B.) Gemengde berichten. De Sum. Ct. verneemt van te Pa- dang gevestigde familieleden van nu wijlen den heer C. Grondhout, die zich volgens een aan de Java-Bode geseind telegram in de riettuinen na bij Serang zou hebben doodgeschoten, dat zy aan geen zelfmoord gelooven. Het lijk is gevonden in de riettuinen nabij Serang en een aanzienlijke som gelds, welke de overledene bij zich droeg, is by liet lyk niet gevonden. Op grond hiervan vermoedt men dat de heer G. vermoord is en roofzucht de aanleiding tot het plegen der mis daad geweest is. De J. Bverneemt, dat de van ver lof terugkeerende ambtenaar, thans op non-activiteit, de heer H. N. van Maren, laatst referendaris ter alge- meene secretarie, zal worden belast om onder den hoofdinspecteur der posterijen de organisatie eener gou vernementspostspaarbank voor te be reiden, waarvoor na 1 Januari over een byzonderen post van de begroo- tiug zal kunnen worden beschikt. En kele [ambtenaren voor ondergeschikt personeel zyn dan noodig. Uit Kediri is onder dagteekening van 13 Dec., aan de Loc. geschreven: „Na een langdurige droogte, die vooral voor de koffielanden hoogst nadeelig was, is de westmoesson plot seling met kracht aoorgekomen en regent het van den ochtend tot den avond. Voor vele landen evenwel is het te laat en men verwacht hier, evenals in het Blitarsche, een mis oogst." Een sabel van f11000. Het B. N. deelt het volgende mede omtrent een meesterstuk van fijn werk, te bewonderen in de toko van de firma van A reken Co. te Ba tavia. Het was nl. een gouden sabel, be stemd voor, en besteld door den Sul tan van Langkat. De scheede der sabel, van gepolijst goud, is met fijn graveerwerk in schuinloopende vakken bewerkt. Het gevest, gedeeltelijk van gepo lijst en mat goud, is rijk ingelegd met brillanten en groote diamanten. Bovenaan bevindt zich een leeuwen kop. Kop en manen van mat goud met een kroon er op, die geheel van in goud a jour gezette brillanten, van boven door één grooten brillant is afgezet, wat 'n zonderling kleurenspel te weeg brengt, zoodat men de kroon afwisselend groen, blauw of rood ziet. Voor op het gevest is het wapen van den vorst aangebracht, zijnde een mat gouden schild met arabische letters, boven en onder stralenbun dels van kleine brillanten en van boven kroon en ster van dezelfde Het geheel is bijzonder fraai. Elf duizend gulden, diefde sabel kosten moet, is zeker niet veel, als men ziet hoe dit werk door fijnheid en schoone bewerking uitblinkt. Goud-industrie op Noord- Celebes. Van de concessie Paleleh der Noord- Celebes Mijnbouwmaatschappij ont ving het Soer. Hbld. berichten, die zekerheid geven dat de exploitatie nu met de meeste kracht zal worden aan gevat. De mijningenieur Vermaes is uit Europa teruggekeerd met de noo dige machinerieën en al hetgeen ver der voor de verwerking van de ertsen ter plaatse noodig is en de goede ertsen zijn er ook. Er liggen nu weer 75 ton erts van 7 ons goud geheel voor afscheep ge reed. Met het etablissement vertrouwt men in den loop van het volgende jaar geheel klaar te komen, de ver kregen ertsen worden dan op de on derneming afgewerkt, waardoor een enorme besparing van kosten ontstaat. Ook uit dit bericht dat wy uit goede bron kregen zoo voegt de J.-B. hieraan toe blijkt dat de goud my nnij verheid op Noord-Celebes een zeer goede toekomst heeft. damsche voetballers gecombineerd uit de Rotterdamsche le kl. clubs „Spar ta", „Rapiditas" en „Celeritas". Voor half-time was Delft aan de winnende hand en wel met 1—0. Na half-time behaalde het Rotter damsche elftal 1 goal tegen 2 door Delft. De studenten wonnen alzoo met 3—1. Van beide zijden was het, een hard nekkige stryd en gaf sommige oogen- blikken mooi spel te zien. Cricket. Ongeluk is aan do zyde der Eogel- schen te Adelaide. Verscheiden van hun elftal, 't is waar, bezeerden zich in het veld, en waren dus niet ge heel in conditie, maar toch lijkt, liet moeilijk, togen te spreken, dat het Australische elftal hun in deze derde test match evenzeer de baas is als in de tweede. Ranjitsinbji, die in de eer ste innings, met een gekwetsten vinger batte en met 0 runs weg werd gestuurd, heeft zich door opmerkin gen van het publiek zoo beleedigd gevoeld, dat hy verklaard heeft nooit meer te Adelaide te willen spelen. De eerste innings der Australiërs was, gelyk onze lezers weten, met 573 runs gesloten. Die der Engelsehen bedroeg maar 278 runs (Hayward 70. Druce 24, Hirst 85, Stoddart 15, Richardson 25). Zy moesten dus da delijk weer aan bat gaan en weer vielen de batters, hoe goed het wicket was, slag op slag, Mason was uit met O, Storer met G, Hayward met 1Ranjitsinbji maakte er nu nog 77, MacLaren 70 (not out). Dinsdag eindigde het spel met 161 voor het verlies van 4 wickets. LetSesreïfl en Bfce*nst. De heer W. O. J. Nieuwenkamp, een jong teekenaar, die o.a. bekend heid kreeg door teekeningen in „Eigen Haard", „Woord en Beeld" en andere tijdschriften, maar vooral door het premieboek over „de doode steden aan de Zuiderzee", dat hy in samen werking met den schilder Veldheer illustreerde, is onlangs naar Java ver trokken, waar hy minstens zes maan den zal verblijven. Hij doet de reis gedeeltelijk in opdracht van de Erven F. Bohn te Haarlem. (lnsulinde) Leger en Vloot Door den minister van oorlog is bepaald,dat aan de dienstdoende schut terijen voortaan slechts éene soort ge weren, namelijk M. 71, met welk wa pen zij bij eA'entueele mobilisatie zul len uitrukken, in gebruik zal worden gegeven. Spert en Wedsfrojjitgen. Voetbal. Op net Schuttersveld te Rotterdam had Woensdag een voetbalmatch plaats tusschen de Delft-ehe studen ten voetbalclub en een elftal ltotter- RECHTSZAKEN. Het kasteel Heeswijk, Door het gerechtshof te 's-Herto- genbosch is uitspraak gedaan in de procedure over den verkoop der col lecties, die zich bevinden op de kas teelen Heeswyk en de Nemelaer. Het Hof overwoog daarbij, dat het zich niet kan vereenigen met do zienswijze voor de rechtbank, dat het testament van wijlen jhr. Alberic van den Bogaerde niet den verkoop van deze verzamelingen zouden ver bieden. Het zag toch in de ver schillende bepalingen van het testa ment, in haar onderling verband be schouwd, een verbod aan den bewind voerder mr. E. van Zinnicq Bergmanu om de collecties te verkoopen gedu rende een tijdvak, waarvan de duur waarschijnlijk 68 jaren zal bedragen. Met de rechtbank was het Hof evenwel van oordeel, dat dergelijk verbod voor niet geschreven moet worden gehouden, omdat art. 931 Burg. Wetb. verbiedt de onvervreemd baarheid van goederen zoowel voor altijd als voor eenen bepaalden tjjd. Eene uitzondering op deze bepaling is volgens het Hof niet gemaakt bij art, 1066 Burg, Wetb. Met de rechtbank was "het Hof ook van oordeel, dat door de douairière Yan den Bogaerde van Terbrugge, geboren prinses de Looz Corzwarom, aan de nietigheid van de bepaling van het testament omtrent de tijdelijke on vervreemdbaarheid der verzamelingen niet het recht kan worden ontleend om tegen den testamentaireu bewind voerder te vragen een bevel tot ver koop van de voorwerpen, behoorende tot de voormelde collecties. Het Hof was toch niet de zienswijze van genoemde douairière toegedaan dat de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek opziclitens de voogdij ana- logice op het testamentaire bewind voerderschap toepasselijk zouden zyn. Het Hol* was verder van gevoelen, dat de bewindvoerder dei-nalatenschap van jhr. Alberic van den Bogaerde niet handelt in strijd met zijne ver plichting om die nalatenschap als een goed huisvader te beheeren, als hij den wil van den erflater eerbiedigt en mitsdien de collecties niet verkoopt gedurende voorbedoeld tijdvak, zooals door dezen in het algemeen belang is bepaald. Het Hof was te meer dat gevoelen toedaan, omdat liet te voorzien is, dat de waarde der col lecties met het jaar zal toenemen. Op deze gronden bevestigde het Hof het vonnis van de rechtbank, voor zooverre meergenoemde douairière j Van den Bogaerde daarbij niet ont- vankelyk was verklaard in hare vor dering tot het bevelen van den verkoop der verzamelingen, welke zich bev den op de kasteelen Heeswyk en Némelaer. Voor het overige we dat vonnis vernietigd en verklaa voor recht, dat de bepaling, van testament van jhr. Alberic van <1 Bogaerde, waarbij onvervreeradbs worden verklaard de voorwerpen, hoorende tot de verzamelingen v kostbaarheden, welke aanwezig z op de kasteelen Heeswijk en de G meiaar, voor niet-geschreven mi worden gehouden. (Noor dhr. Ter aanvulling van het beric omtrent de uitspraak in de procedi van notaris Van Wermeskerken teg zyne echtgenoote, wordt onder de aa dacht gebracht dat op den eisch mevrouw Van Wermeskerken teg haren echtgenoot, nog geen bes sing gevallen is. Toegelaten tot leveren van liet bewys der door hi gestelde feiten, is het getuigenv hoor uitgesteld, omdat kort vóór <1 daarvoor aangewezen dag, 13 Ap 189/, de heer yan Wermeskerk van het vonnis in hooger boroep gekomen. Dit appèl hangt nog vt het gerechtshof te Amsterdam. Een notarisagent. G. N. Meijer, te Amsterdam zich voordeed als agent van den taris Po uw voor het plaatsen v hypotheken en op die wyze geld handen wist te krijgen, werd do het gerechtshof te Amsterdam Woei dag veroordeeld tot 2 jaar gevani nisstraf. GEföSOIQiï NIEUWS De Koningin van België reed Dii dag door de rue de la Loi te Bn sel. Zy mende zelf. Een der paard gleed uit en door de poging om zi op te richten liep het rijtuig geva; De Koningin sprong er uit en hi< zelf haar lakeien liet paard los maken. In ijzer begraven. De Cri de Paris vertelt een oiil val, dat zeker niet van dichterlykht onbloot is en waarvan dë held is beeldhouwer Francois de Curel. Met weet, dat deze eigenaar is a groote staalfabrieken, waar meer d 6000 arbeiders werken. Een zyn arbeiders viel in eene kuip, waa eene ontzaglijke hoeveelheid met; kookte. Men deed de vuren uit toen de massa was gestold, \-oer men het geheele blok weg, waarin ongelukkige begraven Avas en bedt het in den grond. Het blok wo 15.000 kilo's en men had 12 M2 plas noodig_ op het kerkhof voor de 1 grafenis. Men kan niet juist zeggen, wat 1 is, maar er ligt iets grootsch in handelwijze van De Curel; hij otter 15.000 kilo metaal op, om niet i lyk van zijn werkman mede te zi veranderen in staven balken en d ten. Anarchistische aanslag. Dinsdagnacht heeft te Parys anarchist EtieArant, toen hy een polit post op Montmartre voorbijging, t\v agenten met verscheidene messtek verwond. Na zijn arrestatie tracht hij nog zijn revolver in den politiepi ai te schieten. De man is daarop ovi meestert!. Hy was onlangs uit Lond teruggekeerd, men gelooft dat hij Avra: heeft willen nemen op de politie. 1 toestand van do gekwetston is ernsti maar niet hopeloos. Gesalarieerde sinecures. „Sganarelle" schrijft in de $êm En van dat slag lieden, die m eens gezien heeft, men weet niet wai en die uw vriend beweren te z\ brengt my vanmorgen een verzoe schrift, dat hij aan den minister schoone kunsten wil zenden, x vraagt me of ik liet ondersteun wil. Dat is een dienst dien men Parijs nooit weigert, ten minste wa neer het verzoek niet te dwaas en de requestrant niet pas uit deg vangenis van Poissy ontslagen is. 't waar de ministers hechten weio aan dergelijke ondersteuningen. Wat verlangt u? vraag ik he Ik zou graai- benoemd will worden tot conservator van de obeli Zij deinst achteruit en zegt dan sterk blozend „Er is van erkenning geea sprake. Ik ben even goed zyn nicht als gij zijn neef zyt. Dat kan hy niet ont kennen." „Dat weet ik dat weet ik," zegt hij haastig, zyn fout inziend. „Maar als by u by zich ontvangt, zullen die praatjes meteen ophouden." „O! ga niet verder!" roept zy op hoogen, hoewel ge- dempten toon uit. Zij ziet doodsbleek. „Lk weet wel dat gij het goed met mij meent, maar elk woord doet rnjj pyn Begrijpt ge dan niet, dat ik nooit als een gunst by den man, die den naam van mya vader bezoedeld heeft iu huis wil komen „Ja, dat zie ik in. Maar luister nu eens hier, Amber, ga even zitten," en hij wyst op de tuinbank, die in liun nabjjheid staat, „en laten Avij er dan eens over praten. Geen van allen kunnen wij het noodlot tarten. Wy zyn bijna vreemden voor elkaar," vervolgt hij met tegenzin, „zoodat ik geen recht heb u te zeggen, hoe gij in dit geval handelen moet; alleen raad ik u voor uw eigen bestwil, alleen voor het UAve," voegt li ij er by, daar hy bemerkt dat zyn toon zijn gevoelens te veel begint te verraden) „dat gjj elke toenadering van sir Lucien's kant aangrijpt. Ten eerste is hy een oud man en gij...." „Nu ga verder en ik?" vraagt zy met een cynisch lachje, waar haars ondanks eenige vroolykheid iiï door klinkt. „Maar waarom er verder woorden over te ver spillen. Vindt gij sir Lucien eeD man om eenige toena dering tusschen ons te bewerken „Ik zal maken, dat bij het doet." Zy fronst haar wenkbrauwen. „Ik verzoek u vriendelijk u in geen moeilijk heden om my te wikkelen." Zij staat ophaar voorhoofd is bo- Avolkt en haar lippen heeft zij vast opeen geklemd. „Het zou toch tot niets dienen. Nooit zal ik eenige verontschuldiging willen aauhooren of gastvrijheid ge nieten van den man, dio myn vader zoo openlyk belee digd en slecht behandeld heeft?" „Zijt ge er wel zeker van dat hy dit zoo openlyk deed „Ja, volkomen zeker." „En hoe handelde hy tegenover uw moeder „Ohaar spaarde hij", antwoordt zij smadelijk, „of schoon zij en niet my'n vader de juweelen bezat. Maar myn moeder had nu eenmaal het geluk sir Lucien's zus ter te zyn en daarom zou men het niet in zyn hoofd hebben gekregen haar eer te na te komen." „Vindt gij dit zoo slecht van hem?" zegtAdare. die doet alsof hij niet begrypt, dat zij op den zelfzuchtigen angst van sir Lucien voor zijn eigen familie-achtens waardigheid doelt. „Zij was zijn zuster. Natuurlijk beschermde hy haar, zooals bloedverwanten elkaar behooren te doen. Denkt gy dat, nu ik weet dat gij myn nichtje zyt, ik u niet zou beschermen Is de hartstocht hem de baas geworden? Heeft zyn stem zyn gevoelens verraden? Een oogeublik zien zy elkaar vast in de oogen, maar dan zakt Amber's hoofdje al dieper, totdat haar oogen eindelijk op den grond blij ven rusten." „Ik moet nu naar Esther terugkeeren," zegt zy be daard, een stap voorwaarts doende, waardoor zy haar bedoeling om hem te verlaten duidelijker kenbaar maakt, dan haar woorden het doen. „Is juffrouw Deane hier „Ja, daar zit zij." Adara ziet in de aangewezen richtingen bemerkt een kleine, magere vrouw, die in een tuinstoel zit. Zy ziet er bepaald onschuldig uit, maar Adare maakt bij zich zelf de opmerking, dat zij op haar beurt standvastig, beslist of koppig, of hoe men het ook noemen wil, kan zyn. Ja haar gelaat, met die kleine, opgetrokken kin heeft iets brutaals. Zijn blik dwaalt van juff rouw Deane naar den man, die naast haar staat. Het is Deane, de zelfde zonderliogc, onaangename man, die door sir Lu cien verdacht wordt met, den dief van de kostbare dia manten in betrekking te staan. „Goeden dag"' zegt Amber, „myn neef staat op my te wachten, ik moet weg." „Zoo is die neef haar broeder," zegt Adare. „Hy schijnt een uitstekende „chaperon" te zyn, want hy Avendtzijn blikkou niet van u af." Hij lacht op een eigeuaardige manier en bestudeert onderwijl Amber's gelaat. „Gij vergist u; hy heeft niets met rnjj te maken. Esther is myn „chaperonne"," zegt Amber blozend en weer eeu stap voorwaarts doende, om een eind aan die lastige vragen te maken. „Nog een oogenblik," zegthjj schielijk. „Mag ik u myn zuster voorstellen „Waarom?" Haar toon is koel, maar de tranen wel len in haar oogen op. „Om u met elkaar in kennis te brengen toe Amber weiger dit niet „O antwoordt zij, „ik kau u immers niets Avoigere dat zou toch nutteloos zyn. lk zeide u beslist, dat u niet weer wilde ontmoeten en nu...." „Gy wilt haar dus wel leeren kennen 1" „Als als uwe zuster verlangt kennis met mij te ui ken, dan zou het - als ik „neen" zeide..." Z\j zwygt plotsel'mg. Want May en Gilbert Grey zi hen by na genaderd. „May, mag ik je ons nichtje Amber O'Connell ev voorstellen," zegt Hilary in eens. En terwijl hy op Gr wyst: „dit is een neef van ons en dus'ook de m mijnheer Grey, juffrouw O'Connell." „Hoe maakt je het?" zegt May, die door de voo stelling van Grey tyd gehad beeft van haar verbazii ta bekomen. Zy steekt Amber met zoo'n hartelykhe de baud toe, dat deze voor een oogenbik alle droevij herinneringen, welke door het zien van die nieui bloedverwanten weer worden opgewekt, op zyde z< „Eenige jaren bon ik hier ook geweest, maar toen lie ben wy elkaar niet ontmoet." „Lk bevond my toeu met mijn moeder te Parijs." „Wat een gelukskind! Maar nu wij elkaar iicbbi ontmoet, hoop ik, dat wij vriendinnen zullen Avorden Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2