Gtiapellerie du Sport. Ed. MEUWSEN, Dokter êli priester onderwierpen zich aan de ontsmettingskuur, en verlaten diep bewogen het quarantaine-etablis sement, overtuigd dat ook onder bosch bewoners edele harten aangetroffen worden. De anarchistische aanslag te Parijs. Omtrent den anarchistischen aan slag,die Woensdagnacht te Parys„heeft plaats gnhad, meldt de Temps het volgende De agent Renard, die op post stond in de Rue Bertelius, werd te 2 u. 25 m. plotseling aangevallen door een man die hem een messteek in de hart streek toebracht en hem daarna een aantal messteken op verschillende plaatsen gaf. De agent viel neer; de aanval was zoo plotseling dat bjj geen kreet had kunnen geven. Juist wilde de aanvaller op de vlucht gaan, toen de agent Lebreton zyn makker kwam aflossen. Hy greep den moordenaar en riep uit alle macht om hulp. Een gevecht ontstond waarin Lebreton zeven wonden ont ving. Eindelijk slaagde bij er in zyn aanvaller het mes te ontwringen. De brigadier Roussee was, gevolgd door een agent, toegesneld op de hulpkreten. Zy slaagden er in den moordenaar in hechtenis te nemen en naar het bureau te brengen, waar zy hem in de arrestantenkamer wierpen. Plotseling viel een schot, en viel de agent Lebreton op den grond. De gevangene had een revolver in, zijn zak en schoot door de tralies van do deuropening. „Leve de anar chie!" riep hy en „ik zal jelui alle maal doodschieten 1" Inmiddels was de commissaris Roui- faud gekomenhij gaf bevel dat de agenten hunne revolvers zouden ge reed houden, en dreigde den gevangene hem te zullen neerschieten als hy zijn revolver niet afgaf. Op deze drei ging gaf de man revolver en patro nen over. Hy bleek te zyn Claude Frangois Etiéwand. geboren in 1865; hij bekende anarchist te zyn en alleen uit anarchistische beweegredenen te hebben gehandeld. De gewonden werden verbonden, en bezocht in het hospitaal door den prefect van politie, den heer Blanc, en later door den minister Barthou, die aan den commissaris Roufi'aud en aan den agent Rousset een gouden medaille 2e klasse, en aan een der andere agenten een zilveren medaille le klasse schonk. De toestand der gewonde agenten is bevredigend. Het goudland Klondyke. Tit'Biis bevat het volgende ver haal Wy zijn deze week in de gelegen heid, oüzen lezers volkomen ver trouwbare berichten aangaande den toestand in Klondyke mee te deelen. Door buitengewoon geluk begun stigd, heeft onze berichtgever in den kortst mogelyken tyd Engeland we ten te bereiken, zoodat hy de aller laatste beschrijving geeft van hetgeen er nu in de goudvelden voorvalt. Stel u voor een paar honderd hou ten hutten en tenten, inderhaast in een groote, woeste en verspreid be volkte streek opgericht, 800 mijlen van eenig teeken van beschaving ver wijderd, waarin mets voor het oog om op te rusten, dan een eindelooze uitgestrektheid sneeuw en ijs, en dan hebt ge Dawson City, een van de vier steden in Klondyke. In deze plaats van biina eeuwigdurende duisternis (want er zyn slechts korte oogenblik- ken van licht tusschen 12 en 4 uur) zyn op dit oogenblik eeu paar hon derd raenschen bezig met goudgraven, in een atmosfeer van veertig gr. be neden vriespunt. De rivier, welker naam maanden geleden op ieders lippen was, is tot aan den bodem bevroren, en het eenige directe middel van communicatie met de buitenwereld is afgesneden. Maan den geleden hebben de menschen Klondyke bjj honderden en duizenden bereikr,, alleen maar om als ratten te sterven, in her, gezicht van goud, waarvoor zy alles opgeofferd hadden. Goudklompen glinsteren overal, em- j mers, waterkannen, kotels alles waar j maar iets in kan is gevuld met het' kostbaar metaal, maar de eigenaren daarvan liggen op sterven, waren1 reeds maanden geleden stervende, evenals de armste der armen in de' achterbuurten wegkwijnt bij gemis aan het onontbeerlijk voedsel. Hoe vele arme zieken hunne eigen graven gegraven hebben, terwijl zy goud zochten, zal men waarschijnlijk nooit te weten komen, maar in Juni, toen onze berichtgever in Klondyke kwam, was de bevolking van Dawson City pl. m. 6000. terwijl zy nu dich ter" by de 600 komt. Ten minste 30 percent van hen die uittrokken om goud te graven zyn niet terugge keerd, noch zullen zy ooit terug- keeren. „Niemand die er van getuige was, kan de verschrikkingen van Dawson City ooit vergeten," zei de heer Henry Antony Brown, die, in het voorbij gaan gezegd, oud-student van Ox ford is. Ik heb in drie werelddoelen goud gegraven, en de geheele wereld door kruist, maar bet ergste hetgeen mij vroeger overkomen is, verdwijnt in het niet by de ellende van de laatste zes maanden. Al de goudklanken van Klondyke zonden my niet kunnen verlokken om er weer heen te gaan. Stel u voor zelf te leven in een stad zonder eenigen sanitairen maatregel, zonder een druppel drinkwater, aller- wege omringd van de dronkenschap in haar afzichtelijkste gedaante en daarbij de thermometer 40 graden be neden nul. Drie doctoren stierven terwijl ik daar was uit louter over spanning en uitputting. De eenige apotheker in de stad had zijn voor raad geheel uitverkocht en wat hy nog over had kostte van 1 p. st. tot 5 p. st. de flesch. Daarbij kwam nog de hongersnood de ellende vermeerderen. Rundvleesch tegen 3 sh. het pond, aardappels 2,/2 pence (12ct. het stuk, een blikje sardines van 2 ons kost 21/a sh. en ham en spek van 5 sh. tot 7Vi het pond. Groote vraag was er naar kool maar beneden 10 sh. kon men zelfs geen klein kooltje krijgen. Die over dreven prijzen maakten ons evenwel niet bezorgd. Want het was niet de vraag om goedkoop te leven, maar om te leven. Toen ik wegging, bood iny een on gelukkige kerel 75.000 p. st. (f 900.000) om te zorgen dat hy op den trein kwam, maar hy stierf den volgenden morgen. De opbrengst van de Klondyke goudvelden, is volgens de overheid aldaar zeer overdreven. Naar hare schatting is alles te zamen gedurende de laatste 2 jaar 6,000,000 p.st. (72 mill, gulden) aan goud gedolven, een gelyk bedrag uitgegeven in spel en speculatie in Claims, welk bedrag vele malen in andere handen is over gegaan, sinds de rage begon. In Dawson City twijfelt men er aan, of de plaats, waar zich het meeste goud heeft opgehoopt, gevon den is, en het is best mogelyk dat de eerstkomende jaren getuigen zullen zyn, van nog merkwaardiger ontdek kingen in het Yukondal, dan hetaf- geloopeo jaar. Maar afgezien van de overdreven verhalen zyn er enkele treffende voor beelden van geluk voorgekomen. I emand betaalde' 35,000 pst. voor eeu groote claim en haalde er 120,000 pst. uit, en een Ier wiens claim naast die van onzen berichtgever was, kreeg 15,000 pst, waarvan hy trouwens de helft verloor in een andere claim die niets opbracht. Een vriend van den heer Brown betaalde 17,000 p.st. voor zyn claim, en vond geen enkel stukje goud, ter wijl de heer Brown slechts een klei nigheid van 1,000 p.st. verkreeg. Een opmerkelijk feit van het leven in de goudvelden, is de vrijmoedig heid waarmee de goudzoekers hun gond onbewaakt laten. Hier en daar komt men langs een hoop goudklompen, die een onme telijk fortuin waard zyn, alleen ge laten alsof het een hoop waardelooze steenen was. Naar het schijnt bestaat er geen gevaar voor diefstal. „Geen goudgraver zal het gond van een an der nemen," zei B., „het zou zyn onmiddellijke dood zyn." Vyf dieven werden gevat even nadat ik aange komen was. en hun werd vijf minu ten gegeven om zich op den dood voor te bereiden. Daarna werden zij aan den naasten boom opgehangen, zonder dat er één poging gedaan werd om ze te bevryden. De rechter „Lynch" had vry spel en toen de politie vernam wat er gebeurd was, was het reeds te laat. Maar de politie is daar niet sterk vertegenwoordigd, en dit was ook niet liet eenige geval, dat de „Lyneh-wet werd toegespast terwijl ik daar was. Yoor het geval een onzer lezers mocht wenschen naar Klondyke te gaan, in weerwil van deze waar schuwingen, is bet niet ondienstig om een paar wenken te geven aangaande de kosten der reis. Alles te zamen zal hem de reis voor één persoon pl. m. 200 p. st. kosten, daar bet grootste deel der uitgaven de laatste 800 mijlen der reis zyn, die te paard of in een slede moet geschieden. De reis kan niet alleen ondernomen wor den, en een speciale uitrusting is daar toe noodig. De heer Brown was van een vriend vergezeld en beiden namen zes gidsen tegen een loon van 3 p. st. per dag; slaapzakken en provisie moesten mee genomen worden, en het voedsel van het gezelschap kost menig pond per dag. De 800 mylen kunnen in niet minder dan 30 dagen afgelegd worden en de geheele reis van af Liverpool duurt zes weken. Met deze cyfers voor oogen zou het roekeloos zyn, om nu de reis uaar Klondyke te ondernemen, zonder ten minste 500 p. st., daar hiervan 400 p. st. moet uitgegeven worden voor reiskosten van 2 personen. Dit rolaas mag als geheci en al geloofwaardig worden beschouwd. De heer Brown is een practisch goud graver, die in de laatste 25 jaar 200.000 p. st. aan gond in de mijnen van Amerika, Australië en Zuid-Afrika heeft gedolven. En men moet wel gelooven dat hy de verschrikkingen van de goudvel den niet overdrijft. Zyn haar hetwelk iu Juni ternauwernood een schijntje van grys vertoonde, was zoo wit als Klondykesneeuw geworden, toen hy het goudland verliet, en ofschoon hij nu eerst 54 jaar moet worden, zoo znllen weinigen gelooven dat hy niet veel ouder is. Hij verloor gedurende de 6 maanden dat hij in de goudvelden werkte, 42 (Eng.) pond aan gewicht. Indien hy in Engeland zyne gezondheid her kregen heeft, is hy van plan zich in het gematigd klimaat van California te vestigen, van waar hij telken jare twee millioen sinaasappelen naar zyn vaderland verzendt. Lionel PMllips. De heer Lionel Phillips is vei baunon uit de Zuidafrikaansche Republiek. De Uitvoerende Raad der Republiek heeft hem het verblyf in het land ont zegd, omdat hy door het schrijven van een artikel in de „Nineteenth Centuiy" zyn belofte heeft gebroken van zich te onthouden van bespreking der staatkunde van den Boerenstaat. De heer Phillips en andere gevan genen hebben indertijd moeten beloven op hun geschreven eerewoord, dat zij noch rechtstreeks, noch middellijk zich zullen mengen in de binnen- of de buitenlandsche staatkunde van Traus- vaal en dat zij zich zullen gedragen als ordelijke en gehoorzame burgers van den Staat;, op straffe van verban ning. Het bewuste artikel van den -'heer Phillips is verschenen in het Augus tas-nummer van de „Nineteenth Cen tury" en was getiteld: „Yan den binnenkant van Johannesburg, een verhaal van feiten." De schrijver ver haalt daarin dat hij in gesprekken met president Kruger in de eerste plaats tot de overtuiging kwam dat de regecring onbekwaam was en in de tweede plaats bezield door een goeot van vijandschap jegens de nieuw aan- gekomeuen. Hij noemde dedynamiet- monopolie „een treffend staaltje van de onbekwaamheid der Boeren" en maakt uit het Duitsche witboek de gevolgtrekking, dat president Kruger in nauwe betrekking stond met keizer Wilhelm. Lionel Phillips droeg indertijd den bijnaam van „koning van Johannes burg". Hij is het hoofd van de firma Eckstein Co. en voorzitter van de Kamer van Mijnwezen. Tijdeus den inval van dr. Jameson gold hij voor een der invloedrijkste personen van den Rand. De neer Phillips bouwde een jaar geleden voor zich eeu fraaie woning bui ten Johannesburg, die hij met uitge lezen smaak inrichtte. Men vertelt van den heer Phillips, dat hij Hol- landsch spreekt als eeu geboren Boer. Lionel Phillips heeft by de Engel- sche biaden een protest ingezonden j tegen het beslnit van deTransvaalsche regeering. Phillips sommeert de Trans-1 vaalsche regeering aan te wijzen, I waarin hy zijn belofte geschonden heeft. Hij ontkent. Wreedheden in Indië. De heer Klaring deelt indeA$ewa- rang Courant eenige schandelijke staaltjes mede van wreedheden, ge pleegd op Inlanders, door of vanwege Europeanen. Het eerste feit is gepleegd op de indigo-onderneming Kemoedo onder Klaten, Solo. „Twee nog jeugdige karrevoerders van de dessa Doekooh, onder huurland Tjandi Sewoe wilden met hun kar, naar de dessa Goondang, via Kemoedo, gaan. Beide jongens zaten in hun kar, toen ze de woning passeerden van één der opzichters van Kemoedo, by name v. Z. Die opzichter beschouwde misschien als lèse majestêdat de beide knapen in hnn kar bleven zit ten, toen ze zijn huis voorby gingen. Want v. Z. stoof zyn huis uit, met een stok in zyn hand, waarmede hy, onder het uitbraken van de gemeensie scheldwoorden, de karvoerders be dreigde. De trekbeesten verschrikten en gingen op hol. De oudste der kar voerders sprong zyn kar uit, liep zijn trekbeesten achterna, om ze tot staan te brengen. Zyn jongere broeder, die ook zijn kar uitsprong, werd doorv. Z. nageloopen, achterhaald en vast gegrepen. „De knaap werd herhaaldelijk ge slagen, geschopt en getrapt, en, tot 2 keeren toe, tegen den grond gesme ten waardoor zyn boven linkerarm werd gebrokenZijn broeder, die inmiddels zijn trekbeesten weer tot stilstand had gebracht en terugkeerde vond den armen jongen, bevuild en bemodderd, met gebroken linkerarm, bewusteloos op den grond liggen. De lafaard, die dit feit pleegde, beweerde, dat hy het kind had nage loopen en dit gevallen was. Het tweede feit is het volgende „Een ander niet minder strafrech terlijk misdrijf vond plaats op de indi go-onderneming Génèng Sari. Onder- volgende mededeeling heb ik uit den eigen mond van deu Panèwoe Man- goon Hardjojo, district politie van Prambanan. De menagère van den heer R. v. E., medeeigenaar en be heerder van Gênêng Sari, zou haar 5 kolossaal groote Ulmer doggen, te gen een dessa-vrouw, van dessa Gam- bringan, onder-huurland Tjandi-Sé- woe, hebben opgehitst, welke vrouw voorby het heerenhuis van den heer R. v. E. passeerde. De kwaadaardige dieren vielen de arme vrouw geza menlijk aap en die vrouw zou ver scheurd zyu geworden, zoo zy niet ontzet was door de bedienden van den heer R. v. E. De arme vrouw, aan beide beenen, met diepe hondenbeten verwond, werd in deerniswaardigeu toestand getransporteerd naar den Rongo politie, van dessa Kepoeroon, als zijnde door een losloopenden dol len hond gebeten en er werd ver zocht, om die patieute verder op naar Batavia te doen brengen, in liet insti tuut Pasteur. „De Panèwoe van Prambanan on derzocht die zaak persoonlijk en nu bleek er, dat het misdryf zich alzóó had toegedragen, als hierboven is me- Kreta. Naar aanleiding van de jongste on geregeldheden te Kandia, waar de toestand verergerd is en gewapende basjiboezoeks zelfs midden in de stad geplunderd hebben, verzochten de admiraals den oudsten hunner aan Ismail Bey de vervanging van den onder-gouverneur van Kandia te vra gen. Yoor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de copij niet aan den inzender terug gegeven. Haarlem, 20 Jau. '98. Mijnheer de Redacteur Met het grootste genoegen las ik uwe artikelen over de voorstellen tot wijziging der gemeentelijke inkom stenbelasting. Flink, onomwonden zet ge in uwe laatste „Nabetrachting uit den Gemeenteraad" en in uw hoofd artikel van liet nummer vandenl9en uwe meening uiteen, niet sparende hen, die naar uwe overtuiging een veeg hebben verdiend. Maar zal dat voldoende blyken Al zullen uwe artikelen den bedreig den middenstand de erkentenis ont lokken dat is flink geschreden, al zullen enkelen uit dien stand daar door uit hunnen zoeten slaap ontwa ken en tot de overtuiging komenja, maar dat gaat toch niet, zal dat alles voldoende blyken Zou er niet meer gedaan moeten en kunnen wor den Zouden geen andere middelen te baat kunnen worden genomen, om öf by wyze van motie, aangenomen op eene meeting, óf by algemeen pro test van den middenstand bjj wyze van petitie, het gevoelen van den middenstand voor de beslissing valt. bekend te maken en hen, die het aan gaat, te doen hooren, dat de burgerij niet gediend is van mannen, die den treurigen moed bezitten belasting voorstellen in te dienen, volgens welke, met h' t bepaalde doel de hoogstaan geslagenen minder te doen betaleu, de belastingdruk voor burgers met inkomens van f.1000 f2500 met 70 80°/o wordt verhoogd endatzyj het allerminst is gediend van raads- leden, welke die schandelijke onbil-i lijkheid willen goedpraten met de redeneering: de middenstand betaalt vrij wat personeele belasting minder, ze kan dus nu weer wat lijden, per saldo betalen ze dan misschien nog wel iets minder dan vroegereene': redeneering, waarbij geheel wordt over 't hoofd gezien, dat het hoofd- doel der wijziging onzer personeele belasting wasvermindering van be lastingdruk voor den 1ageren- en den middenstand. Mijnheer de redacteur, daarop moet de burgerij gewezen worden, 't moet baar duidelyk worden gemaakt, dat door dergelijk dienen der belangen van de boogstgefortuneerden, der niets doeners lateu we maar zeggen, de be langen der burgerij, van den nyveren, hard-werkendeo middenstand opnieuw zwaar worden benadeeld. Moet 't dan eeuwig zoo blijven Moeten dan steeds de millioenen, die werken, worden op geofferd aan de opperste tienduizend Welk middel, mijnheer de redacteur, zou u het meest geschikt achten om de overheid te toonen dat wy mid denstanders niet verkiezen meer te betalen om een klein aantal rijken te onflasten Doch, weet ge wat ge doet? Plaats dit artikeltje in uw blad, wellicht vernemen we op deze wyze bet ge voelen der burgers. By voorbaat mijn beleefden dank. Een middenstander. j. Krós, Mevr. Schoenmaker, Dan Meyer, Mej. v. Gelder, D. Cram allen ie AmsterdamMej. A. Dit maat, ArnhemMevr. Quarles, 's-G venhageStetiens, Haard era J. IJ 2 man, RotterdamH. Meijer, Zwo Mevr. A. W. v. Straaten Briefkaarten. Stoete, Steenken, Krul, Mej. Vogelzang, allen ArasterdamH C. de Bergh, 's-Gravenhage, TA Versteegh, HaarlemW. F. Ha man Buitenland. L. S. cn W. Lim, HalifaxG( Schwenkler, LeipzigMevr. Ted v. Berkhout, MilanD. Smit, Mo reux: J. v. Cittert, J. H. de Vr beiden Pretoria. INGEZONDEN MEDEDEI LINTGEN. 30 cents per regel. De A. N. W. B. Mijnheer de Redacteur! Beleefd verzoeken wij U opname van 'onderstaand stukje in Uw veel gelezen blad, waar by by voorbaat onzen dank. Naar aanleiding van liet op de al- gomeene vergadering, te Utrecht, dooi den A. N. W. B. genomen besluit, om 10.000 gulden (zegge tienduizend gul den) uit te trekken tot het houden van een bloemencorso te 's Graven- hage tijdens de kroningsfeesten, mee- nen de ondergeteekenden het bestuur van genoemden Bond opmerkzaam te moeten maken, vooral niet bet oog op de belangrijkheid van het genomen besluit, op het geringe aantal leden dat aldaar aanwezig kon zyu. Daar, waar nog zooveel ter bevor dering van het rywielverkeer kan ge daan worden, oordeelen wij bovenge noemde uitgave vooreen „plaatselijk" feest te hoog. Aangezien over en t8gen dit besluit, reeds door verschillende leden uitvoe rig is geschreven, achten wij verdere uitweiding onnoodig, doch willen alle bondsleden opwekken, hunne meeuing in deze aan onderstaande adressen te willen mededeelen, ten einde eventu eel tot een algeraeene stemming te kunnen geraken. No. 5493. D. Colaco Osorio Jr. P. C. Hooftstraat 20, A'dair.. No. 2909. D. Proost. Parkweg 1, Amsterdam. No. 8045. N. Gronert, Singel 364. Amsterdam. No. 5017. D. Spanjaard. Boothstraat 10, Utrecht. Andere bladen worden beleefd ver zocht bovengenoemd stukje over te nemen. Eerste Xetlerlanclselic Fabriek van KUNSTBLOEMEN. Detail-Mag-azyn Aneg-ang- 8. Gedurende enkele dagen Qpruiraiira§§ van eenige restanten, waarbij vele werkelijk fraaie en sierlijke artikelen, alle: tegen zeer lage p r ij zen. In de opruiming komen 0 a. voorfraaie BLOEMKORF JES van 1*2,50 voor fl,50 van f2,voor fl.40, var fl,25 voor f0,80, van fl voor 1'0,75. Bloemen Werkcloozeuj van f 1.75 en f 1,90 voor f4.25 Salon Scheurkalenders enz. enz. JLxaegjrsbng-iNro. 8. Anegang 21. Borsaliiio Hoeden. Lincoln Bennett Hoeden Fantaisie voor Dames en Kinderen. Opstryken van Zyden Hoeden gratis. POSTERIJEN. Lijst van onbekende brieven, ver zonden door het Postkantoor te Haar lem, gedurende de 2e helft der maand Dec. 1897. Mej. M. Albers, H. v. d. Velden, Sfc&dsnieuv Bruno Steindel. Do belangstelling 'van ons publi in het pianospel van den kleii Bruno Steindel was niet groot, meeste plaatsen in den Schouwbi bleven Donderdagavond onbez Toch heeft men maar hoogst zelc in zyn leven gelegenheid een zevi jarig kind zóó te hooren pianospel Natuurlijk schiet hy hier en daar vooral waar liy Beethoven te v werken heeft in uiterlijke en eerlijke kracht te kort. maar er 1 overigens in?zynspel een charme, zeer de bewondering wekt, Wat dat spel natuur, war. aangeleerd moeten wy in 't. midden laten mij maakte heel zijn optreden c indruk aangeleerd te zijn zei is het, dat de knaap met. alle rei tot de wonderkinderen maggereke worden, d.w.z. dat bij eigenschap! toont, die verre boven het norm gaan. Te hopen is het, dat zijn vro tijdig succès aan zijn verdere o wikkeling geen hinderpaal stelt. Vi 't, overige schijnt bom zijn herha delijk optreden geen kwaad te do Inspanning van belang kost hem I afmaken van zijn program blijk bi niet, PHILIP LOOTS' Oplichting. Dinsdag j.l. is de weduwe I, Drukker gezichtkumlige en win] lierster, woonachtig aan de Gedem] Oude Gr..cht no. 132 de dupe i worden van een brutaleu oplicht In den namiddag vervoegde zich haren winkel een persoon van o st'reeks 50-jarigen leeftijd en latso tiear," vervolgt zij lusteloos, „wilt gij uw plau ten uit voer brengen? Nu? „Nu" is tien uur." „Och, als gij sarcastisch wordt!" zegt May en voegt er dadelijk aan toe. „wilt gij mee gaan Gilbert?" ..Als Grey het doet, behoeft gij niet op mij te rekenen", zegt Mc Grath beslist op dien innigen toon, waarmede by weet Grey te hinderen. „Ik vraag het je immers niet. eens Owon," zegt May minachtend. „Het is veel beter als gij alleen met Dolly gaat," zegt Adare. Zijn stem trilt een weinig en klinkt zoo belang stellend, dat Everard vau de courant, opkijkt en hem scherp aanziet, „Maar waarom zonden wy gaan vraagt, uirs Cla rence langzaam. „Het zou een dwaas bezoek zyn, dat tot niets leidde. Als wy haar een week te logeeren vroegen, zooals ik voorstelde, dan zou 't nog iets zyn. Maar zoo „Ik ben bang, dat uw plan geheel en al hopeloos is," zegt May. „Waarom?" zegt Adare. „Waarom", vervolgt hy de wenkbrauwen fronsend, „zouden wy ons nichtje hier niet inviteereu Zy hoeft toch in elk geval niets met die verloren juweel en te maken. „Als iemand sir Lucien maar wijs kon maken, dat zy wel iets van die diamanten afwist, dan zou hy haar dadelijk vragen," zegt mrs Clarence lui, maar toch min of meer belangstellend. „Maar wie zon dat willen doen?" is May's vraag. „Ik", zegt Dolly met dat overmoedige lachje, dat liaar zoo eigen is. „Zal ik?" I „Zeker niet," Adare's stem klinkt, koel en beslist. „Het zou een beleediging voor.... voor ieder meisje zijn j onder zoo'n verdenking gebracht te worden." 1 „Welnu, in elk geval ik zal het hem vragen," ver- klaart May. „Ik wil het er op wagenhij kan my toch i niet opeten en ik zou haar graag hier hebben. Vindt ge haar niet mooi en lief? Gij weet dat oom Lucien, telkens als lijj uitgaat dien Dearie, haar neef, opzoekt om hem naar die steenen te vragen! Sir Lucien is zeer boos op hem, omdat hy niets kwaads van hem te weten kan komen en by zal het dus prettig vinden, dien man te ergeren door Amber te vragen." „Waarom zou dit mynheer Deane ergeren vraagt Gilbert Grey. „Omdat", antwoordt zy vroolyk, „mijnheer Deane op Amber verliefd is." „Wat?" vraagt Hilary. „Het is zoo. Hilary. Ik weet het zeker, want ik heb gezien, hoe by gisteren voortdurend naar haar keek." Allen zwijgen. Dit van May, de onnadeukendste van alle vlindertjes te moeten hooren. is byna ongelooflijk. „Onze kleine May", mompelt Me Grath. „Dat klinkt als de titel van een verhaaltje is het niet? En te den ken, dat zy...." Plotseling krijgt hy een kussen tegen het hoofd. „Wat een afschuwelijke japon had mevrouw vandaag aan," zegt mrs. Clarence van onderwerp veranderend. „Goede neraelWat een kleur I mijn oogen deden er zeer van. Eu zóo afgedragen..." Zy kon geen woorden genoeg vinden om zich te uiten. „Als het eeu dier was, zou net zyu genadebrood in e wei moeten eten, omdat het te oud geworden is om te werken," zegt Owen vergoelijkend. „Ik houd van baar," zegt Adare. Hij zegt dit zóo onverwacht, dat alien hem aanzien. „En ik mag naar ook graag lijden," zegt May, die het altyd mot haar broeder eens is. „Zij is nog zoo kwaad niet en ik vind haar plan om een dansparty te geven, erg aardig." „Zy wil het niet doen, als sir Lucien het op zyn beurt ook niet doet." „Wel, by zal het wel doen," zegt Owen. „Waarom ook niet?" roept May dapper uit. Bij deze vraag lachen allen, dè een ingebonden, de ander uitbundig, ieder op zyn manier. „Dus gij gelooft, dat sir Lucien werkelijk iets zon willen doen om een ander een genoegen te bezorgen zegt mrs Clarence. „Nu gij en May stelt veel vertrou wen in hem. Ik kan jelui niet genoeg bewonderenIk voor mij bezit dat geloof in hem niet. Je weet dat ik de laatste jaren zijn karakter goed heb bestudeerd." En zij heeft volkomen gelijk, zooals later ook blijkt. Toen het onderwerp ter sprake kwam in sir Lucion's bijzijn, kende zyn verontwaardiging geen grenzen. Nooit van zyu leven zou dat gebeuren Al zijn logé's waren de wanhoop nabymaar nadat mevrouw O'Plaherty haar gemoed had lucht gegeven over dien ouden ellendeling, waar zjjj nog een massa andere, liefelijke namen aan toevoegde, besloot zy in spijt vau zyn norsheid haar dansparty toch te laten doorgaan en zoo was de rast hersteld. Maar dit alles is van lateren datum. „Welnu als by 't dan niet wil, dan wil by niet, en als mevrouw het we! wil doen, dan doet zij het," z< Owen met het air van een philosoof. „Dat is to eenige troost. Ofschoon met dat al." en zijn beslissi de toon van zooeven wordt vragend, „wie kan di van op aan? Kan men wei in den tegenwoordigen iemand vertrouwen?" „Men kan op tiet gelaat afgaan," zegt Everard, geen mensch vertrouwt. „Maar het hare gelijkt wel een soepterrine," zi Mc Grath peinzend. Hoe kan men nu vertrouwen hi ben in een soepterrine „Ozegt May, „go moot oordeelen uaar den tota indruk, men kan hiervoor geen onderdoelen nemen." „Niet? Dat is jammer. Waut er zijn personen, d ik dat gaarne herhaalde malen zou willen doen." Vestigt hij zijn oogen op Grey? „Ik heb een lang gesprek met mevrouw gehad," g May voort. „Zij is werkelijk zóo lief. dat men baar n nieren geheel vergeet en die zyn toch heusch verschr kei ij k „Zy sprak zeer vertrouwelijk mot me en ge weet. wel, dat oude dames zich anders nooit veel met jon meisjes bemoeien." „O dat was louter beleefdheid van haar," zegt Om haar innig aanziend, welke blik Grey byua waanzim maakt. „En", gaat May onverstoorbaar voort, „al ziet zij nog zoo lomp en leelyk uit zij is toch alleraardigst. Wordt vervólgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2