conclndeeren, dat er onder de fietsers
meer dansei s zyn dan onder de schaat
senrijders. 't Merkwaardige van het
ysclub-bal was de verschijning, arm
in arm, vande beide heeren, die
voor korten tijd geduelleerd hebben.
Dus weer verzoend? Tant mieux!
Zy kunnen den 3en Februari dan
ook gearmd verschijnen voor den rech
ter. Dat het amusement dan even
groot zal zyn als op het bal, betwij-
lel ik sterk.
Aan amusement ontbreekt het ons
voorloopig niet. De „groote" wereld
zorgt vrij geregeld voor schandaaltjes,
die ik in een fatsoenlijk dagblad lie
ver niet in détails zou navertellen.
Wat dunkt u van twee dames met
adellijke titels die, op klaarlichten dag
en op straat, elkaar met hondenzweep
en parapluis te lijf gaan als visch-
wijven? En dat is nog heusch het
ergste niet.
Liever dan zulke „echte" tooneelen
zie ik dan nog maar de na
bootsing op het tooneel. Moord, dood
slag, wraak, hartstochtdat alles
duurt er maar een oogenblikje en als
het scherm gezakt is, is al de akelig
heid vergeten.
Staaltjes van hartstocht, in den
goeden zin, geven de Italiaansche zan
gers ons nog steeds te hooren. Vrij
dagavond gmg „Aida" van Verdi, een
opvoering die noodzakelijk was, omdat
dit bij het contract van den tenor
Colazza was bepaald. Nu, dat onze
primo tenore deze rol wilde zingen,
is te begrijpen. Hij deed h6t schitte
rend. met een waar vuurwerk vau
hooge noten, die er uitkomen alsof het
zingen geen1 moeite kost. En dan de
barvton Lunardi 1 Telkenmale vraag
ik mij af of dc muren niet zuilen
scheuren, als deze jonge zanger (hij
is 22 jaren oud) de volle kracht zijner
longen geeft. En dan denk ik weer,
dat het jammer is, dat zoo'n heerlijk
geluid, zoo'n zeldzaam groote stem
niet verdeeld is over vier personen,
in plaats van in het bezit te zijn van
een enkel man.
Heusch, met je vieren heb je er
nog genoeg aan 1
H. A. GANUS Jr.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Benoem d tot burgemeester van
Wychen J. Willemse; van Warfum
A. K. Bijlsma, secretaris dier ge
meente: van Westerhoven J. Baken,
secretaris dier gemeente; van Has-
kerland jhr. A. J. Vegelin van Claor-
bergen van Middelharnis U. J. Mijs
van Escharen L. Cuppenvan Doom
en Maarn jhr. H. H. A. J. de Geer,
secretaris dier gemeentenvan Ab-
beubroek en van Heenvliet J. S. Kor-
tewegvan Heusden P. L. Honcoop,
en van Lochem T. Haitsma Muiier.
Aan deu heer J. M. A. Eckinan,
op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend uit zijne betrekking van con
sul der Nederlanden te Kiel, en als
zoodanig benoemd aldaar, de heer C.
D. Detbleff'sen, die door de Duitscbe
regeering in voormelde hoedanigheid
is erkend.
Aan den heer G. W. Hogg, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend uit
zijne betrekking van consul der Ne
derlanden te St. Helena. De waar
neming van het consulaat is opge
dragen aan den heer W. J. Williams.
By den brand, die Vrijdagavond in
de Egelantiersstraat te Amsterdam ge
woed heeft, en waarby een jongetje
op noodlottige wijze het leven verloor,
heeft het 10-jarige zusje van het
knaapje zich zeer moedig gedragen.
Toen zy bemerkte, dat liet huis in
brand stond bracht zjj eerst een broer
tje van twee jaar in veiligheid toen
keerde zij terug om nog twee jonge
tjes naar'beneden te brengen.
Op straat merkte zij, dat het vier
jarig broertje uog boven was. Weer
'wilde zy naar de kamer terug, liet
vuur woedde in groote hevigheid en
de buren, het gevaar inziende waarin
zy gebracht zou worden, hielden haar
terug.
Tegen Morel, die den brand ver
oorzaakte, is proces verbaal opgemaakt.
Daar er vermoeden bestaat, dat de
brand door moedwil is ontstaan wei
geren de assurantie-maatsciiappyen
de verzekerden uit te betalen.
De heer J. B. Daman, commissaris
van politie aan de Noordermarkt.
heeft zich bereid verklaard giften
voor de slachtoffers in ontvangst te
nemen.
Aan het Centraalstation te Rotter
dam is Zaterdag namiddag de 11-jarige
knaap N. Dormits met het hoofd be
klemd geraakt tnsschen de buffers
van twee bagagewagens.
Vreeselyk' verminkt werd hij per
draagbaar naar het Ziekenhuis ver
voerd, alwaar hy bij aankomst reeds
was overleden.
Meermalen werd reeds gewezen dat
het emplacement van het station Delft-
sche Poort der Staatsspoorwegen dient
als speelplaats voor de jeugd en dat het
meer dan tyd wordt, dat het door eene
behoorlijke omrastering en bewaking
wordt afgesloten. Het aantal onge
lukken met doodelyken aüoop neemt
aldaar van jaar tot jaar toe.
Het weder in 1897..
Uit de samenstelling Jer cpvol-
fende weerst-oestanden in 1897 door
et Kon.J N. Meteorologisch Instituut,
blijkt dat dit jaar e>en eenigszins ab
normaal karakter droeg; naast een
groot aantal van stormen kwam een
tijdperk van aanhoudende hooge baro
meterstanden, dat van 16 Oct. tot 26
Nov. duurde, voor.
Januari was een maand van voort
durend lage temperatuur, zonder be
paald strengen vorst. Merkwaardig
was de tegenstelling tusschen het
Noorden van ons land, waar de tem
peratuur eenige graden onder het
vriespunt bleef, en het Zuiden, waar
dooiweer heerschte. Van den 5en tot
den Hen heerschte strengere vorst
den 23en een hevige sneeuwstorm.
In de eerste helft van Februari vroor
en dooide het by afwisseling en eerst
den lSen trad de definitieve dooi in;
de laatste dagen van die maand, na
een korten Z.W estenstorm op den 21n.
waren helder en warm. Maart was
by uitstek een stormachtige maand.
Den 3den woedde een Z.W"estenstonn
daarna bleef het buiïg weer, en van
den 20en tot den 29en was een tijd
perk van aanhoudend stormachtig
weerden 29en woedde zelfs een
hevige Z.Wesienstorm. In April bleef
bet. nog koud en buiïg, en van den
17en tot den 19en woei de laatste
voorjaarsstorm, die opgevolgd werd
door warm, helder zomerweer met
onweders op den 27en en 29en. De
eerste helft van Mei was koud, ge-
dureude de laatste helft was liet
weer evenwel gunstiger; ook Juni
was over 't algemeen warm, alleen
tweemaal door regenachtig, koud weer
afgewisseld. Een hevige Westerstorm
op den löden was het gevolg van een
depressie, die over ons land trok en
ook in 't buitenland schade aanrichtte
(hoos Parijs).
In 't laatste gedeelte der maand
woedden talrijke onweders.
Juli was vrij afwisselend van karak
ter, met veel onweüer; van den loeu
tot den löden was het vrij warm. De
temperatuur was gedurende de eerste
helft vau Augustus hoogverder was
bet weer afwisselend. Ultimo Augus
tus woei een stormachtige westelijke
wiud met buien en onweers. Ook liet
begin van September kenmerkte zich
door storraachtigen wind, buiig weer
en talrijke onweders. Vooral den 4den
en ödeii vielen overal regen en hagel
in overmaat (te De Bilt viel in deze
twee etmalen 51.4 m.m.) Nadat den
laats ten September onweders over ons
land waren getrokken, en liet den
derden October zwaar geregend had,
nam het weer een rustiger karakter
aan, eerst nog door een paar buiige
dagen afgebroken. Den 16den begon de
barometer te stygen en werd het weer
helder en warm; wel regende het den
löden, maar van weinig aanbelang.
Verder was liet weer meest mistig,
stil en koud. De barometer bleef onaf
gebroken een hoogen stand aanwijzen,
tot hy 26sten begon te dalen, waarbij
het weer helder en zeer koud werd,
om 's avonds al in dooiweer met sneeuw
val over te gaao. De wind wakkerde
sterk aau, en den 28sten woei c-en
Z.Wester, den 29sten een Noord-Wes
terstorm, den 30sten nog een Z.-Wes
terstorm met onweders.
Ook de eerste helft van December,
voornamelijk tusschen den 6den en
den lödeD. droeg een stormachtig
karakter, vooral den 8sten en lOdon
stormde het. Daarna trad helder vrie
zend weer in, waaraan den 27sten
door een snelle dooi een eind werd
gemaakt; en met drie stormachtige
dagen eindigde het jaar.
Koloniën^
Atjeh.
correspondent Batavia der
O J" ,8eind0 orMer dagteekening
van Zaterdag
„De colonne v overste Krull ver
joeg de part' ^gangers van Toekoe
Oemar uit D jantoi en vervolgde Oe-
mar te P»Atja. Wij hadden daarbij
vier gewoel"
{*ec Viad teekont daarbij aan:|
L)lt Celegram geeft een bevestiging
van öetgeen Vrijdag aan de regeering
VArd geseind en maakt onze veron
derstelling waar, dat onze troepen
den vyand tot Pantja zouden vervol
gen en dus de heuvelreeks overschre
den, die den bovenloop van de Atjeh-
rivier scheidt van dien der Selimoen-
rivier, welke zich by ons kampement
te Selimoen vereenigen.
De communicatie tusschen de co
lonne en die plaats kan nu betrek
kelijk gemakkelijk over Reung-Reung
en door de rijstvelden aan de oevers
van de Seliinoen-rivier onderhouden
worden. Die afstand zal hemelsbreed
ongeveer 16 kilometer bedragen.
De overste Krull staat dus nu aan
(den voet van de heuvelry, die de
jAtjeli-vallei scheidt van het stroom-
gebied der Pedir-rivier. ongeveer ter
plaatse waar Habib Abdoer Rach-
man ons nu vóór 19 jaren aanraadde
een versterking op te richten. Wel-
j licht zal men er nu toe overgaan en
zoo noodig een of meer tusschen pos
ten oprichten, evenals dit tusschen
Indrapoeri en Selimoen, die ook 16
kilometer vau elkander verwijderd
zyn, te Gliëng plaats vond.
Daardoor zou onze vestiging te
Selimoen zeker krachtig worden be
veiligd tegen Oemar's aanslagen en
voor het eerst de geheeie vallei van
Groot-Atjeh in onze macht zijn. In-
tusschen blijft het de vraag, of men
nu op dit oogenblik in Atjeh vol
doende voorbereid is om zulk een
grooteu stap voorwaarts te doen.
Panja moet volgens opgaven van
Snouck Hurgronje gelegen zijn aan
een betrekkelijk groote sawa-vlak te,
ongeveer 4 kilometer breed, waardoor
de Selimoenrivier stroomt. Het be
hoort tot een van de zestien zelf
standige Moekims, die tot de Sagi der
XXII Moekims gerekend worden.
Ten noorden van die vlakte moet een
voetpad loopen van Reung-Reung
over Baros, dat op de waterscheiding
schynt gelegen te zijn, naar de eerste
sawahviakte aau de linker zijrivier
der Pedir-rivier, de Kroeng-Batoe of
Batoe. De afstand van Reuug-Reuog
tot Baros is ongeveer 5 kilometer, die
van Baros naar Blang Ajoegi, de
eerste kampong in laatstbedoelde
vlakte, is ongeveer 10 kilometer.
'was, zooals gezegd, een groot succès. de straat gesproiïgèn roependeMoord!
Signor Lunardi (Amonazzo) en Moord 1 Hy vluchtte zoo rap hy kon,
Signor Colazza (Radamos), bijgestaanen ieder liep er achter of sprong in
door bovengenoemde artiste en door
de heeren Cervi en Spangher en
S»*a. Sambo, benevens de zeldzaam
goede en zeer geacheveerde raise en
scène, oogstten een ruim eu welver
diend applaus, dat na de grootsche
finale van het tweede bedrijf eene on
beschrijflijke hoogte bereikte en ten
slotte ook orkest-directeur en régis
seur ten tooneele riep. De Opera
Italiana zij met deze opvoering geluk-
gewenscht
B. A. B.
Sport en Wedstrijder».
Feestavond Kees Witteveen.
Zaterdagavond waren ongeveer 50
sportvrienden van Kees Witteveen in
een der zalen van het American-Hotel
te Amsterdam bijeengekomen, om hem
te huldigen, nu hy in bet vervolgaan
geen wielerwedstrijden meer zal deel
nemen.
Het plan tot dezen feestavond was
uitgegaan van den heer Joh. K. de
Blaauw, en had zeer veel instemming
gevonden.
Het eerst voerde namens de feest
commissie het woord de heer De
Blaauw, die Kees hartelijk verwel
komde. Spr. herinnerde hoe hy in
1895 te Keulen, daarna op den weg
wedstrijd Bordeaux—Parijs en te
Amsterdam in den 6-uurs-wedstrijd
zich zoo kranig gehouden had en dat
hy in 1897 op de Amsterdamscbe Wie
lerbaan het kampioenschap in den 50
KM. wedstrijd won. Spr. vereerde hem
een prachtige salonlamp met album.
Daarna nam dc nestor van de aan
wezigen, de heer C. A. A. Dudok de
Wit, het woord.
Hy sprak Kees Witteveen hartelijk
toe, en herinnerde er aan dat waar
Kees ook uitgekomen was, deze popu
laire wielrenner steeds eerlijk gereden
had, wat hem zeker zooveel vrienden
bezorgd had, en aau zijn grooten Pech,
dien hy zeer veel malen moest onder
vinden, maar waarbij h.j steeds opge
wekt bleef en bij den volgenden wed
strijd weer op het appèl was. De
heer Dudok de Wit wenschte hem
het beste in zijne zaken te Haarlem,
en dat hy daarin geen Pech mocht
hebben, maar wat den verkoop vau
zijne rijwielen betrof, het record
mocht slaan van al de rijwielhande
laren.
Daarna werden eenige komische
voordrachten gehouden door de heeren
H. en G., terwijl een geanimeerd
souper dezen welgelukten feestavond
besloot.
Hbld.
LsifctttB'ero e« Kunst.
UIT AMSTERDAM.
Opera Italiana.
Een van de meest sympathieke van
Verdi's Opera's, het succèswerk
„Aida", vond Zondag eene uitnemende
vertolking bij het Haagscbe gezel
schap, dat zich wederom een niet ge
ring te schatten kracht heeft geas-
sumeerd in Sig|a Guasconi, die de
titelpartij meesterlijk ten geboore
bracht. Het vrouwelijk element was
met uitzondering van een tweetal
solisten, de dames Bobbio enGappel-
laro, de zwakke zyde van de Opera
Italiana. De verdere dames-solisten
en de vrouwenkoren konden en kun
nen niet in vergelijking komen met
de vrouwelijke krachten (solisten zoo
wel als koren) van de concurrente
(of, artistieker gesproken, „de kunst
zuster") op het Leidscheplein en wan
neer meD de bovengenoemde dames
en het heerenpersoneel wegredeneert,
zou er voor het enthousiast publiek
weinig overblijven. Doch het
heerenpersoneel is niet weg te rede-
I neeren en het is aan hen, dat deze
instelling hare goede kunstreputatie
dankt.
i Een Lunardi en een Colazza vin-
den, ik sehroom niet het te zeggen, j
by geen der zusterinstellingen hier te
lande hun wederga. Men kan dus de
j heeren Morghen Go. gelukwen-
1 schen, dat zy Sigra Guasconi aan
hun gezelschap hebben weten te ver-1
'binden. Deze artiste beschikt behalve'
over eene zeer volumineuse stem over
voldoende talenten als actrice om eene
veeleischende partij als Aida" vol
komen tot haar recht te doen komen.
De uitvoering van Zondagavond
RECHTSZAKEN.
Met een kruis geteekend.
De Hooge Raad gaf Vrijdag eene
beslissing over de waarde van een
ondershaudsch geschrift, waaronder
door hem, van wien het heet afkomstig
te zyn doch die noch lezen noch schrij
ven kan. een kruis is gesteld ten tee-
ken van goedkeuring en medewerking,
en dat de onderteekende verklaring van
twee personen bevat ten bewijze dat
door eerstbedoelden persoon het kruis
met genoemd doei op de akte is ge
steld.
In stryd met het Hof te Amster
dam, doch overeenkomstig de beslis
sing van de rechtbank aldaar, nam
de H. Raad aan, dat zoodanig stuk
geen begin van bewijs by geschrifte
oplevert, en zulks o.a. op grond, dat
eene onderteekende verklaring als
bovenbedoeld in de wet als bewijs
middel onbekend is eD aan geen van
de voor de wettelijke bewijsmiddelen
gestelde eischen en waarborgen be
antwoordt.
GEMENGD KIE5JWS
Een list.
Het Hbl. van Antwerpen schrijft:
„Dinsdag werd de gemeente Bou-
chaute op de Zeeuwsehe grens in rep
en roer gesteld.
Een troep van 60 Hollandsehe
de herberg om naar den moordenaar
te zoeken.
De douaniers liepen ook toe om den
moordenaar te helpen vatten.
Intasschen, want alles was een be
hendige list, dreven de smokkelaars
den troep koeien door het dorp en
verspreidden zich langs verschillende
wegen.
Vooraleer men den list beet had,
waren de beesten verdwenen en de
zoogezegde moordenaar ook.
Een knoop in den zakdoek.
Dit probate middel, om de herinne
ring aan iets op te wekken, is af kom-
stig uit China. Het ziet terug op
een verleden van duizenden jaren.
Voor in het Hemelsche Rijk het schrift
werd uitgevonden, wat eerst 3000 jaar
voor Christus geschiedde, bewaarde
men de herinnering aan belangrijke
feiten door het leggen van knoopen in
koorden. Dat was een zeer primitieve
wyze van historiesclny ven, maar toch
wist de Chinees door de meest ver
schillende en kunstig gelegde knoopen
uitdrukking te geven aan de grootste
wijsheid.
De oudste geschiedenis van China
is alleen bewaard gebleven door snoe
ren mot dergelijke knoopen. Toen na
3000 jaar voor Christus de keizer
Tschaug-Ki het eerste Chineesche
letterschrift uitvond, geraakten de
kuoopen in onbruik alleen de „knoop
in den zakdoek", die van China naar
het Vosten is gegaan, herinnert nog
aan het zonderlinge gebruik.
Uit Transvaal.
Gedurende het jaar 1896 werden
uit de Z.-A. R. uitgevoerd 2'/a miljoen
lbs ertsen, S'/j miljoen lbs. steenkolen
en 2Va miljoen onsen goud. Men kan
dus zeggen dat de Z.-A. R. verleden
jaar minstens 10 miljoen van zijn
kapitaal heeft opgegeten.
Daarentegen werd aan huiden uit
gevoerd voor 4 miljoen lbs., aan wol
voor byna 23/4 miljoen lbs. en aan
tabak voor omtrent een half miljoen
lbs. Dat is gezonde uitvoer, want
die verarmt het land niet.
Elke ton steenkool, elk ons goud
die het laud uitgaat, vermindert on
herroepelijk de waarde vau den Trans-
vaalschen bodem; maar tabak, wol en
huiden kannen we blijven uitvoeren
zoolang de Trausvaalsche bodera voor
veeteelt en landbouw geschikt blijft:
Nu willen we daarom niet beweren
dat men het goud en de steenkool
maar moet laten blijven waar die nn
zitten; doch we wenschen erop aan
te dringen dat de staat toezie dat
zooveel mogelijk voordeel worde ge
trokken uit de Trausvaalsche delf
stoffen alvorens ze voorgoed uit ons
land weggedragen zijo.
De Volksstem is, gelijk men be
grijpen kan, met het voorstel van den
Afrikaander Bond om inplaats van
een pantserschip een telegraafkabel
van Engeland naar de Kaap tot de
verdediging van het Britsche rijk
bij te dragen weinig minder ingeno
men dan met het oorspronkelijke of
gewijzigde plan van Sir J. Gordon
Sprigg zelf. Als Downing-street een
nieuwen kabel naar de Kaap ver
langt, zal het dien ook wel zonder
hulp van de Kaapkolonie leggen, zegt
het blad. En bovendien de Koionie
is arm. haar bevolking heeft zelf
noodig geholpen te worden. En de
beste manier om de Kolonie tegen
een vyand te ver iedigeo is, zyn eigen
levende weerkrachten beter te regelen.
is den 23sten December overleden.
Thans woont de dichtst byzijnde ge
neesheer twee dagen van Bremers-
dorp, te Piet Retief of Ermeio. Dc-.
regeering stelt dus alles in het werk
om de opengevalllen plaats dadelijk
te vervullen.
In Leydsdorp heeft men veel te
lyden van de koorts.
Mark Twain.
Uit Weenen, waar hij dezen winter
doorbrengt, schrijft Mark Twain aan
een vriend te New-York, zeer te kla
gen, dat er zooveel valsche geruchten
over hem zijn verbreid
„Er werd bericht, dat ik ernstig
ziek was het was iemand anders
toen heette het, dat ik op sterven
lag weer iemand anders, toen, dat ik
dood was, weer iemand anders.
Daarna werd baricht, dat ik een erfe
nis had gekregen weer was het
een ander eindelijk heette het, dat
ik al myn schulden betaald had
nog eens een ander. Nu zegt men,,
dat ik een nieuw boek schrijf ik
weet er niets van. Wat men niet vau
my verteld heeft, is dat ik Oosten
rijker zou zyn geworden. Maar dat
doe ik al daarom niet, omdat de
spraakverwarring dan nog gruoter
zou worden."
Op het telegraphischc vraag uit
Amerika of het bericht van Mark
Twain's dood waar was, antwoordde
do grappenmaker zelf„Berichten
over myn dood sterk overdreven."
Voor den inhoud dezer rubriek, stélt
dé redactie zich niet aansprakelijk,
van ingezonden stukken, geplaatst
of niet geplaatst, wordt de copij
niet aan den inzender terug
gegeven.
Geachte liedactie
Mag ik eene enkele opmerking ma
ken betreffende de bepaling, dat de
bezoekers van den schouwburg alhier,
voor zooverre deze plaats willen ne
men in de 1ste en 2de loges, buiten
op moeten gaan.
Gisterenavond, _bij het zeer drukke
bezoek aan de Dreyfus-voorstelling,
is het ondoelmatige vau dezen maat
regel, wat het opgaan der trappen
aangaatduidelijk gebleken. Ver
beeld u, omstreeks kwart over zeve-
uen stonden vele bezoekers yoor den
schouwburg, welke zich van eene
plaats wilden voorzien. De dames en
heeren voor de logos moesten nu eerst
naar binnen, om plaats te nemen ei
dan weer door een muur van men
schen naar buiten, ora de trappen tt
bereiken. Een geweldig gedrang wai
daarvan het natuurlijk gevolg. Zot
bleek het geneesmiddel erger dan d(
kwaal, want nog nooit heeft men in
eenig opzicht last van gedrang geha<
by de wijze, welke tot hiertoe is ge
volgd.
Dat men de koffiekamer en de trap
pen gebruikt bij het uitgaan verdien
aanbeveling, al was bet alleen maai
ora een gedeelte van het publiek rae
die uitgangen bekend en vertrouwt
te maken.
Waar wy in liet algemeen de maat
regelen door de Directie en de Politi
in het belang der veiligheid genomen
toejuichen, zal een averechts werkend
maatregel, blijkens de ervaring vai
gisterenavond, dienen te worden in
getrokken.
Is dat opgaan der trappen ook we
te verdedigen In geval van brail
gelukkig is het gevaar daarvoo
zeer gering zal toch niemand naa
binnen gaan. Men zegt dat de paai
den tegen de vlammen ingaan, doe
zoo dom zijn de schouwburgbezoekei
tocii zeker niet.
U dankend voor de opname dezf
gelen heb ik de eer M. d. R. t
teekenen,
Een schouwburgbezoeker
van Zondagavond.
VervoSg Stadsnieuw
D© werkstaking aan onze
drukkerij.
Naar men weet bad onze directeu
(dit doelt minder op hun ouderdom, dau wel op het
vroege morgenuur) maar Kinahan, de oude jager, die
reeds dertig jaar het toezicht over de honden heeft
want sir Lucien is er op gesteld, dat, ai bevindt hy
zich niet te Carrig, er toch honden worden gehouden,
- koestert nog al een goede verwachting van zijn leer
lingen; op verzoek van "Mc Grath heeft hij ze' dezen
morgen buiten gebracht. Het is een prachtige, hoewel
eenigszins nevelachtige morgen, terwijl de zon den r'y'p
op de bocmen doet glinsteren, want net heeft 's nachts
gevroren tot groote ergenis van Kinahan, die dit zeer
onrechtvaardig van moeder natuur vindt.
Adare, die door Owen gewekt is, maakt deel van bet
gezelschap uithy volgt de honden door dik en dun,
en als de oude Kinahan eenige verwenschiogen mom
pelt over de tekortkomingen van enkele ouder hen,
is Hilary dit volkomen met den ouden man eens.
Eindelijk al& hy den top van een heuvel, vanwaar
men juist op deu molen kan zien, heeft, bereikt, aarzelt
hij naar huis terug te keeren, ofschoon bij rammelt van
honger. Maar ongetwijfeld is liefde eeu goed middel hier
tegen, want hy rijdt deu heuvel af en recht op deu
molen. Zou zij, daar zyn?
Wie kan een man terughouden, als hy verliefd is
Zyn vrienden zeker niet, want die noemen hem een
dwaas! En dc vrouwen evenmin. Een man die liefheeft
is zeer verstandig, zeggen deze.
Hilary vertrouwt zyn paard aan de zorg van een
vrouw toe, wier huisje van af den weg zichtbaar is, en
begeeft zich te voet verder. Gisteren had May hem ver
teld, dat sir Lucien zijn toestemming had gegeven Am
ber te inviteeren. Hy wil haar dit gaan vértellen en
trachten te overreden de uitnoodiging aan te nemen.
Maar zal zjj zicli wel in den moien "bevinden By een
bocht van den weg krijgt hij het venster in het oog,
waarachter hij haar voor het eerst gezien heeft en ook
nu bemerkt hij een kleine, slanke meisjesfiguur, nu niet
in het wit, maar in het donkerblauw gekleed.
Adare stapt vlug over het met gras en onkruid be
groeide pad voort en heeft weldra den ingang bereikt;
met eeu bonzend, maar toch vroolyk hart snelt h\j de
trap op en staat dan in eens tegenover haar.
„Daar ik toch in de nabybeid was eu ik u voor het
venster zag staan dacht ik, dat ik wel even mocht...."
Met ieder woord sterker blozend, zwjjgt hij eindelijk,
terwijl hij haar glimlachend aanziet.
„Natuurlijk mocht ge," zegt zij vriendelijk. Ook haar
wangen zien verre van bleek.
„Wat zie ik er modderig uit," zegt hij een blik slaand
op zijn broekspijpen en schoenen, die overal bespat zyn.
Hij weet gelukkig niet, dat er een dikke modderspat
op zyn neus en bij zyn linkeroog zit, anders zou hy
zijn verlegenheid niet te boven zijn gekomenmaar
eerst later, als hij thuis komt bemerkt hy ze en daa
worden die arme vlekken met een ontelbaar aantal liefe
lijke benamingen vereerd.
„De wegen zyn ongetwijfeld vuil. Maaar ik was al
'op uw komst voorbereid," zegt zy lachend. „Ik zag u
aankomen."
„Werkelijk," zegt hij verwijtend, „en waarom geeft
ge my dan geen teeken? Gy hadt mij wel een weinig
mogen aanmoedigen."
„Ja, ik zou met myn zakdoek hebbeu kunnen wniven",
aegt ze hem plagend van onder haar lange wimpers
ichijnt een landverhuizing te
hebben plaats gehad onder de roovers.
Uit Lourenzo Marcpiès wordt name
lijk bericht, dat zich aldaar een bende
verzameld heeft, met minder goede
bedoelingen. De banken zijn gewaar
schuwd. Alle employe's zijn van revol
vers voorzien.
Te Johannesburg zijn gedurende de
Kerstdagen niet minder dan 177 per
sonen gearresteerd.
1 Er zyn allerlei geruchten in om-,
beesten moest over de grens gebracht loop over een campagne tegen M'Pefu1 uitgever Vrijdagmorgen toen de mees
worden, maar de douaniers haddenin Zoutpansberg. De toestand in hetgezellen het werk staakten, in bi
lont geroken en hielden een oog in 't j noorden vau de republiek is echtereisch toegegeven onder liit.drukkeliji
zeil. volstrekt niet ongunstiger. j voorwaarde, dat deze zélfde loom
Eensklaps komt een persoon druï- De eenige geneesheer v.n Swazie- geding ook op de andere haar tem,sa
pend van bloed uit eene herberg op land de lieer Archibald MaG Lachlin, drukkerijen zou worden ingevoei
„Wij zijn met de jonge honden uitgeweest."
„Dan moet gy wel zeer vroeg vau huis zijn gegaa
Wilt gy niet even gaan zitten?"
„Ja," zegt hy lachend, 't was nog bijna donker
daar de dienstboden van onzen dierbaren oom zich ni
overhaasten, heb ik eeu sober outbijt gehad."
„En geen lunch ook?" vraagt zij verschrikt.
„Omaar als ik thuis kom, zal ik den bottelier w
eens opzoeken."
„Maar dan moet gy dadelijk gaan," zegt zy.
„O, ik zeg n immers, dat ik het doen'zal," maar
spijt van deze woorden, blijft hy rustig op de ou
kist, die zy hem heeft aangeboden, zitten en man
geen de minste beweging om te vertrekken.
„Gy zult wel rammelen van den honger," herneemt
„Als..." Zy aarzelt en haalt dan van onder een plat
die misschien eens als vensterbank had gediend, (hela
liet raam en het luik ontbreken ook aan bet venste
een stevig mandje te voorschijneenigszins zenuwac
tig en schuw, het hoofdje voorovergebogen om
gelaat te verbergen, zegt zy zachtjes:
„Ik heb een paar sandwiches meegenomenik.... bi
ze zelf klaargemaakt."
aanziende. „Evenals de daraes_ in de middeleeuwen de
den, en werkelijk soms," en hier zucht zy even, „voel
ik my als Mariana op haar hoeve."
„Dat is de laatste vrouw op wie gij lijkt," zegt Adare
beslist, „Al waart gy ook opgesloten in een toren of
kerker, ik ben er zeker van, dat hij u zon vinden. Niets
zou hem terughouden."
Zyn toon klinkt innig, terwijl zyn oogen haar op een
bijzondere wyze aanzien, maar' bij zelf is zich hiervan
onbewust.
Toen nn Ambers gezichtje met een warmen blos
overtogen wordt, voelt hij zich het hart ineenkrimpen.
„Misschien is hy al gekomen," zegt hij alle vrees op
zijae zettend.
„O neenneenneen heusch niet," antwoord Am
ber schielijk, terwijl zij hem ernstig in de oogen blikt.
„Maar vindt gy 't niet dwaas/' vervolgt zy, haar
wenkbrauwen fronsend, „zóo te praten Ik bedoel over
u of my."
„Wel ik zou geen beter onderwerp weten oin over te
spreken, dan over u zelf," zegt by steeds moediger
wordend door de zekerheid, dat zij nog geen auder
lief heei't.
Men zou het niet in zyn hoofd hebben gekregen
haar woorden in twyfel te trekkenalles, haar kalme,
klare oogen en mooi gevormde, besliste mond. drukt
oprechtheid uit.
Welnu maar Zy is verlegen geworden en
zwygt, maar na eenig nadenken redt zy zich uit baai-
verwarring door te zeggen
„Hoe komt gy zóó vroeg op?"
Wordt vervolgd.