conclndeeren, dat er onder de fietsers meer dansei s zyn dan onder de schaat senrijders. 't Merkwaardige van het ysclub-bal was de verschijning, arm in arm, vande beide heeren, die voor korten tijd geduelleerd hebben. Dus weer verzoend? Tant mieux! Zy kunnen den 3en Februari dan ook gearmd verschijnen voor den rech ter. Dat het amusement dan even groot zal zyn als op het bal, betwij- lel ik sterk. Aan amusement ontbreekt het ons voorloopig niet. De „groote" wereld zorgt vrij geregeld voor schandaaltjes, die ik in een fatsoenlijk dagblad lie ver niet in détails zou navertellen. Wat dunkt u van twee dames met adellijke titels die, op klaarlichten dag en op straat, elkaar met hondenzweep en parapluis te lijf gaan als visch- wijven? En dat is nog heusch het ergste niet. Liever dan zulke „echte" tooneelen zie ik dan nog maar de na bootsing op het tooneel. Moord, dood slag, wraak, hartstochtdat alles duurt er maar een oogenblikje en als het scherm gezakt is, is al de akelig heid vergeten. Staaltjes van hartstocht, in den goeden zin, geven de Italiaansche zan gers ons nog steeds te hooren. Vrij dagavond gmg „Aida" van Verdi, een opvoering die noodzakelijk was, omdat dit bij het contract van den tenor Colazza was bepaald. Nu, dat onze primo tenore deze rol wilde zingen, is te begrijpen. Hij deed h6t schitte rend. met een waar vuurwerk vau hooge noten, die er uitkomen alsof het zingen geen1 moeite kost. En dan de barvton Lunardi 1 Telkenmale vraag ik mij af of dc muren niet zuilen scheuren, als deze jonge zanger (hij is 22 jaren oud) de volle kracht zijner longen geeft. En dan denk ik weer, dat het jammer is, dat zoo'n heerlijk geluid, zoo'n zeldzaam groote stem niet verdeeld is over vier personen, in plaats van in het bezit te zijn van een enkel man. Heusch, met je vieren heb je er nog genoeg aan 1 H. A. GANUS Jr. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoem d tot burgemeester van Wychen J. Willemse; van Warfum A. K. Bijlsma, secretaris dier ge meente: van Westerhoven J. Baken, secretaris dier gemeente; van Has- kerland jhr. A. J. Vegelin van Claor- bergen van Middelharnis U. J. Mijs van Escharen L. Cuppenvan Doom en Maarn jhr. H. H. A. J. de Geer, secretaris dier gemeentenvan Ab- beubroek en van Heenvliet J. S. Kor- tewegvan Heusden P. L. Honcoop, en van Lochem T. Haitsma Muiier. Aan deu heer J. M. A. Eckinan, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend uit zijne betrekking van con sul der Nederlanden te Kiel, en als zoodanig benoemd aldaar, de heer C. D. Detbleff'sen, die door de Duitscbe regeering in voormelde hoedanigheid is erkend. Aan den heer G. W. Hogg, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van consul der Ne derlanden te St. Helena. De waar neming van het consulaat is opge dragen aan den heer W. J. Williams. By den brand, die Vrijdagavond in de Egelantiersstraat te Amsterdam ge woed heeft, en waarby een jongetje op noodlottige wijze het leven verloor, heeft het 10-jarige zusje van het knaapje zich zeer moedig gedragen. Toen zy bemerkte, dat liet huis in brand stond bracht zjj eerst een broer tje van twee jaar in veiligheid toen keerde zij terug om nog twee jonge tjes naar'beneden te brengen. Op straat merkte zij, dat het vier jarig broertje uog boven was. Weer 'wilde zy naar de kamer terug, liet vuur woedde in groote hevigheid en de buren, het gevaar inziende waarin zy gebracht zou worden, hielden haar terug. Tegen Morel, die den brand ver oorzaakte, is proces verbaal opgemaakt. Daar er vermoeden bestaat, dat de brand door moedwil is ontstaan wei geren de assurantie-maatsciiappyen de verzekerden uit te betalen. De heer J. B. Daman, commissaris van politie aan de Noordermarkt. heeft zich bereid verklaard giften voor de slachtoffers in ontvangst te nemen. Aan het Centraalstation te Rotter dam is Zaterdag namiddag de 11-jarige knaap N. Dormits met het hoofd be klemd geraakt tnsschen de buffers van twee bagagewagens. Vreeselyk' verminkt werd hij per draagbaar naar het Ziekenhuis ver voerd, alwaar hy bij aankomst reeds was overleden. Meermalen werd reeds gewezen dat het emplacement van het station Delft- sche Poort der Staatsspoorwegen dient als speelplaats voor de jeugd en dat het meer dan tyd wordt, dat het door eene behoorlijke omrastering en bewaking wordt afgesloten. Het aantal onge lukken met doodelyken aüoop neemt aldaar van jaar tot jaar toe. Het weder in 1897.. Uit de samenstelling Jer cpvol- fende weerst-oestanden in 1897 door et Kon.J N. Meteorologisch Instituut, blijkt dat dit jaar e>en eenigszins ab normaal karakter droeg; naast een groot aantal van stormen kwam een tijdperk van aanhoudende hooge baro meterstanden, dat van 16 Oct. tot 26 Nov. duurde, voor. Januari was een maand van voort durend lage temperatuur, zonder be paald strengen vorst. Merkwaardig was de tegenstelling tusschen het Noorden van ons land, waar de tem peratuur eenige graden onder het vriespunt bleef, en het Zuiden, waar dooiweer heerschte. Van den 5en tot den Hen heerschte strengere vorst den 23en een hevige sneeuwstorm. In de eerste helft van Februari vroor en dooide het by afwisseling en eerst den lSen trad de definitieve dooi in; de laatste dagen van die maand, na een korten Z.W estenstorm op den 21n. waren helder en warm. Maart was by uitstek een stormachtige maand. Den 3den woedde een Z.W"estenstonn daarna bleef het buiïg weer, en van den 20en tot den 29en was een tijd perk van aanhoudend stormachtig weerden 29en woedde zelfs een hevige Z.Wesienstorm. In April bleef bet. nog koud en buiïg, en van den 17en tot den 19en woei de laatste voorjaarsstorm, die opgevolgd werd door warm, helder zomerweer met onweders op den 27en en 29en. De eerste helft van Mei was koud, ge- dureude de laatste helft was liet weer evenwel gunstiger; ook Juni was over 't algemeen warm, alleen tweemaal door regenachtig, koud weer afgewisseld. Een hevige Westerstorm op den löden was het gevolg van een depressie, die over ons land trok en ook in 't buitenland schade aanrichtte (hoos Parijs). In 't laatste gedeelte der maand woedden talrijke onweders. Juli was vrij afwisselend van karak ter, met veel onweüer; van den loeu tot den löden was het vrij warm. De temperatuur was gedurende de eerste helft vau Augustus hoogverder was bet weer afwisselend. Ultimo Augus tus woei een stormachtige westelijke wiud met buien en onweers. Ook liet begin van September kenmerkte zich door storraachtigen wind, buiig weer en talrijke onweders. Vooral den 4den en ödeii vielen overal regen en hagel in overmaat (te De Bilt viel in deze twee etmalen 51.4 m.m.) Nadat den laats ten September onweders over ons land waren getrokken, en liet den derden October zwaar geregend had, nam het weer een rustiger karakter aan, eerst nog door een paar buiige dagen afgebroken. Den 16den begon de barometer te stygen en werd het weer helder en warm; wel regende het den löden, maar van weinig aanbelang. Verder was liet weer meest mistig, stil en koud. De barometer bleef onaf gebroken een hoogen stand aanwijzen, tot hy 26sten begon te dalen, waarbij het weer helder en zeer koud werd, om 's avonds al in dooiweer met sneeuw val over te gaao. De wind wakkerde sterk aau, en den 28sten woei c-en Z.Wester, den 29sten een Noord-Wes terstorm, den 30sten nog een Z.-Wes terstorm met onweders. Ook de eerste helft van December, voornamelijk tusschen den 6den en den lödeD. droeg een stormachtig karakter, vooral den 8sten en lOdon stormde het. Daarna trad helder vrie zend weer in, waaraan den 27sten door een snelle dooi een eind werd gemaakt; en met drie stormachtige dagen eindigde het jaar. Koloniën^ Atjeh. correspondent Batavia der O J" ,8eind0 orMer dagteekening van Zaterdag „De colonne v overste Krull ver joeg de part' ^gangers van Toekoe Oemar uit D jantoi en vervolgde Oe- mar te P»Atja. Wij hadden daarbij vier gewoel" {*ec Viad teekont daarbij aan:| L)lt Celegram geeft een bevestiging van öetgeen Vrijdag aan de regeering VArd geseind en maakt onze veron derstelling waar, dat onze troepen den vyand tot Pantja zouden vervol gen en dus de heuvelreeks overschre den, die den bovenloop van de Atjeh- rivier scheidt van dien der Selimoen- rivier, welke zich by ons kampement te Selimoen vereenigen. De communicatie tusschen de co lonne en die plaats kan nu betrek kelijk gemakkelijk over Reung-Reung en door de rijstvelden aan de oevers van de Seliinoen-rivier onderhouden worden. Die afstand zal hemelsbreed ongeveer 16 kilometer bedragen. De overste Krull staat dus nu aan (den voet van de heuvelry, die de jAtjeli-vallei scheidt van het stroom- gebied der Pedir-rivier. ongeveer ter plaatse waar Habib Abdoer Rach- man ons nu vóór 19 jaren aanraadde een versterking op te richten. Wel- j licht zal men er nu toe overgaan en zoo noodig een of meer tusschen pos ten oprichten, evenals dit tusschen Indrapoeri en Selimoen, die ook 16 kilometer vau elkander verwijderd zyn, te Gliëng plaats vond. Daardoor zou onze vestiging te Selimoen zeker krachtig worden be veiligd tegen Oemar's aanslagen en voor het eerst de geheeie vallei van Groot-Atjeh in onze macht zijn. In- tusschen blijft het de vraag, of men nu op dit oogenblik in Atjeh vol doende voorbereid is om zulk een grooteu stap voorwaarts te doen. Panja moet volgens opgaven van Snouck Hurgronje gelegen zijn aan een betrekkelijk groote sawa-vlak te, ongeveer 4 kilometer breed, waardoor de Selimoenrivier stroomt. Het be hoort tot een van de zestien zelf standige Moekims, die tot de Sagi der XXII Moekims gerekend worden. Ten noorden van die vlakte moet een voetpad loopen van Reung-Reung over Baros, dat op de waterscheiding schynt gelegen te zijn, naar de eerste sawahviakte aau de linker zijrivier der Pedir-rivier, de Kroeng-Batoe of Batoe. De afstand van Reuug-Reuog tot Baros is ongeveer 5 kilometer, die van Baros naar Blang Ajoegi, de eerste kampong in laatstbedoelde vlakte, is ongeveer 10 kilometer. 'was, zooals gezegd, een groot succès. de straat gesproiïgèn roependeMoord! Signor Lunardi (Amonazzo) en Moord 1 Hy vluchtte zoo rap hy kon, Signor Colazza (Radamos), bijgestaanen ieder liep er achter of sprong in door bovengenoemde artiste en door de heeren Cervi en Spangher en S»*a. Sambo, benevens de zeldzaam goede en zeer geacheveerde raise en scène, oogstten een ruim eu welver diend applaus, dat na de grootsche finale van het tweede bedrijf eene on beschrijflijke hoogte bereikte en ten slotte ook orkest-directeur en régis seur ten tooneele riep. De Opera Italiana zij met deze opvoering geluk- gewenscht B. A. B. Sport en Wedstrijder». Feestavond Kees Witteveen. Zaterdagavond waren ongeveer 50 sportvrienden van Kees Witteveen in een der zalen van het American-Hotel te Amsterdam bijeengekomen, om hem te huldigen, nu hy in bet vervolgaan geen wielerwedstrijden meer zal deel nemen. Het plan tot dezen feestavond was uitgegaan van den heer Joh. K. de Blaauw, en had zeer veel instemming gevonden. Het eerst voerde namens de feest commissie het woord de heer De Blaauw, die Kees hartelijk verwel komde. Spr. herinnerde hoe hy in 1895 te Keulen, daarna op den weg wedstrijd Bordeaux—Parijs en te Amsterdam in den 6-uurs-wedstrijd zich zoo kranig gehouden had en dat hy in 1897 op de Amsterdamscbe Wie lerbaan het kampioenschap in den 50 KM. wedstrijd won. Spr. vereerde hem een prachtige salonlamp met album. Daarna nam dc nestor van de aan wezigen, de heer C. A. A. Dudok de Wit, het woord. Hy sprak Kees Witteveen hartelijk toe, en herinnerde er aan dat waar Kees ook uitgekomen was, deze popu laire wielrenner steeds eerlijk gereden had, wat hem zeker zooveel vrienden bezorgd had, en aau zijn grooten Pech, dien hy zeer veel malen moest onder vinden, maar waarbij h.j steeds opge wekt bleef en bij den volgenden wed strijd weer op het appèl was. De heer Dudok de Wit wenschte hem het beste in zijne zaken te Haarlem, en dat hy daarin geen Pech mocht hebben, maar wat den verkoop vau zijne rijwielen betrof, het record mocht slaan van al de rijwielhande laren. Daarna werden eenige komische voordrachten gehouden door de heeren H. en G., terwijl een geanimeerd souper dezen welgelukten feestavond besloot. Hbld. LsifctttB'ero e« Kunst. UIT AMSTERDAM. Opera Italiana. Een van de meest sympathieke van Verdi's Opera's, het succèswerk „Aida", vond Zondag eene uitnemende vertolking bij het Haagscbe gezel schap, dat zich wederom een niet ge ring te schatten kracht heeft geas- sumeerd in Sig|a Guasconi, die de titelpartij meesterlijk ten geboore bracht. Het vrouwelijk element was met uitzondering van een tweetal solisten, de dames Bobbio enGappel- laro, de zwakke zyde van de Opera Italiana. De verdere dames-solisten en de vrouwenkoren konden en kun nen niet in vergelijking komen met de vrouwelijke krachten (solisten zoo wel als koren) van de concurrente (of, artistieker gesproken, „de kunst zuster") op het Leidscheplein en wan neer meD de bovengenoemde dames en het heerenpersoneel wegredeneert, zou er voor het enthousiast publiek weinig overblijven. Doch het heerenpersoneel is niet weg te rede- I neeren en het is aan hen, dat deze instelling hare goede kunstreputatie dankt. i Een Lunardi en een Colazza vin- den, ik sehroom niet het te zeggen, j by geen der zusterinstellingen hier te lande hun wederga. Men kan dus de j heeren Morghen Go. gelukwen- 1 schen, dat zy Sigra Guasconi aan hun gezelschap hebben weten te ver-1 'binden. Deze artiste beschikt behalve' over eene zeer volumineuse stem over voldoende talenten als actrice om eene veeleischende partij als Aida" vol komen tot haar recht te doen komen. De uitvoering van Zondagavond RECHTSZAKEN. Met een kruis geteekend. De Hooge Raad gaf Vrijdag eene beslissing over de waarde van een ondershaudsch geschrift, waaronder door hem, van wien het heet afkomstig te zyn doch die noch lezen noch schrij ven kan. een kruis is gesteld ten tee- ken van goedkeuring en medewerking, en dat de onderteekende verklaring van twee personen bevat ten bewijze dat door eerstbedoelden persoon het kruis met genoemd doei op de akte is ge steld. In stryd met het Hof te Amster dam, doch overeenkomstig de beslis sing van de rechtbank aldaar, nam de H. Raad aan, dat zoodanig stuk geen begin van bewijs by geschrifte oplevert, en zulks o.a. op grond, dat eene onderteekende verklaring als bovenbedoeld in de wet als bewijs middel onbekend is eD aan geen van de voor de wettelijke bewijsmiddelen gestelde eischen en waarborgen be antwoordt. GEMENGD KIE5JWS Een list. Het Hbl. van Antwerpen schrijft: „Dinsdag werd de gemeente Bou- chaute op de Zeeuwsehe grens in rep en roer gesteld. Een troep van 60 Hollandsehe de herberg om naar den moordenaar te zoeken. De douaniers liepen ook toe om den moordenaar te helpen vatten. Intasschen, want alles was een be hendige list, dreven de smokkelaars den troep koeien door het dorp en verspreidden zich langs verschillende wegen. Vooraleer men den list beet had, waren de beesten verdwenen en de zoogezegde moordenaar ook. Een knoop in den zakdoek. Dit probate middel, om de herinne ring aan iets op te wekken, is af kom- stig uit China. Het ziet terug op een verleden van duizenden jaren. Voor in het Hemelsche Rijk het schrift werd uitgevonden, wat eerst 3000 jaar voor Christus geschiedde, bewaarde men de herinnering aan belangrijke feiten door het leggen van knoopen in koorden. Dat was een zeer primitieve wyze van historiesclny ven, maar toch wist de Chinees door de meest ver schillende en kunstig gelegde knoopen uitdrukking te geven aan de grootste wijsheid. De oudste geschiedenis van China is alleen bewaard gebleven door snoe ren mot dergelijke knoopen. Toen na 3000 jaar voor Christus de keizer Tschaug-Ki het eerste Chineesche letterschrift uitvond, geraakten de kuoopen in onbruik alleen de „knoop in den zakdoek", die van China naar het Vosten is gegaan, herinnert nog aan het zonderlinge gebruik. Uit Transvaal. Gedurende het jaar 1896 werden uit de Z.-A. R. uitgevoerd 2'/a miljoen lbs ertsen, S'/j miljoen lbs. steenkolen en 2Va miljoen onsen goud. Men kan dus zeggen dat de Z.-A. R. verleden jaar minstens 10 miljoen van zijn kapitaal heeft opgegeten. Daarentegen werd aan huiden uit gevoerd voor 4 miljoen lbs., aan wol voor byna 23/4 miljoen lbs. en aan tabak voor omtrent een half miljoen lbs. Dat is gezonde uitvoer, want die verarmt het land niet. Elke ton steenkool, elk ons goud die het laud uitgaat, vermindert on herroepelijk de waarde vau den Trans- vaalschen bodem; maar tabak, wol en huiden kannen we blijven uitvoeren zoolang de Trausvaalsche bodera voor veeteelt en landbouw geschikt blijft: Nu willen we daarom niet beweren dat men het goud en de steenkool maar moet laten blijven waar die nn zitten; doch we wenschen erop aan te dringen dat de staat toezie dat zooveel mogelijk voordeel worde ge trokken uit de Trausvaalsche delf stoffen alvorens ze voorgoed uit ons land weggedragen zijo. De Volksstem is, gelijk men be grijpen kan, met het voorstel van den Afrikaander Bond om inplaats van een pantserschip een telegraafkabel van Engeland naar de Kaap tot de verdediging van het Britsche rijk bij te dragen weinig minder ingeno men dan met het oorspronkelijke of gewijzigde plan van Sir J. Gordon Sprigg zelf. Als Downing-street een nieuwen kabel naar de Kaap ver langt, zal het dien ook wel zonder hulp van de Kaapkolonie leggen, zegt het blad. En bovendien de Koionie is arm. haar bevolking heeft zelf noodig geholpen te worden. En de beste manier om de Kolonie tegen een vyand te ver iedigeo is, zyn eigen levende weerkrachten beter te regelen. is den 23sten December overleden. Thans woont de dichtst byzijnde ge neesheer twee dagen van Bremers- dorp, te Piet Retief of Ermeio. Dc-. regeering stelt dus alles in het werk om de opengevalllen plaats dadelijk te vervullen. In Leydsdorp heeft men veel te lyden van de koorts. Mark Twain. Uit Weenen, waar hij dezen winter doorbrengt, schrijft Mark Twain aan een vriend te New-York, zeer te kla gen, dat er zooveel valsche geruchten over hem zijn verbreid „Er werd bericht, dat ik ernstig ziek was het was iemand anders toen heette het, dat ik op sterven lag weer iemand anders, toen, dat ik dood was, weer iemand anders. Daarna werd baricht, dat ik een erfe nis had gekregen weer was het een ander eindelijk heette het, dat ik al myn schulden betaald had nog eens een ander. Nu zegt men,, dat ik een nieuw boek schrijf ik weet er niets van. Wat men niet vau my verteld heeft, is dat ik Oosten rijker zou zyn geworden. Maar dat doe ik al daarom niet, omdat de spraakverwarring dan nog gruoter zou worden." Op het telegraphischc vraag uit Amerika of het bericht van Mark Twain's dood waar was, antwoordde do grappenmaker zelf„Berichten over myn dood sterk overdreven." Voor den inhoud dezer rubriek, stélt dé redactie zich niet aansprakelijk, van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de copij niet aan den inzender terug gegeven. Geachte liedactie Mag ik eene enkele opmerking ma ken betreffende de bepaling, dat de bezoekers van den schouwburg alhier, voor zooverre deze plaats willen ne men in de 1ste en 2de loges, buiten op moeten gaan. Gisterenavond, _bij het zeer drukke bezoek aan de Dreyfus-voorstelling, is het ondoelmatige vau dezen maat regel, wat het opgaan der trappen aangaatduidelijk gebleken. Ver beeld u, omstreeks kwart over zeve- uen stonden vele bezoekers yoor den schouwburg, welke zich van eene plaats wilden voorzien. De dames en heeren voor de logos moesten nu eerst naar binnen, om plaats te nemen ei dan weer door een muur van men schen naar buiten, ora de trappen tt bereiken. Een geweldig gedrang wai daarvan het natuurlijk gevolg. Zot bleek het geneesmiddel erger dan d( kwaal, want nog nooit heeft men in eenig opzicht last van gedrang geha< by de wijze, welke tot hiertoe is ge volgd. Dat men de koffiekamer en de trap pen gebruikt bij het uitgaan verdien aanbeveling, al was bet alleen maai ora een gedeelte van het publiek rae die uitgangen bekend en vertrouwt te maken. Waar wy in liet algemeen de maat regelen door de Directie en de Politi in het belang der veiligheid genomen toejuichen, zal een averechts werkend maatregel, blijkens de ervaring vai gisterenavond, dienen te worden in getrokken. Is dat opgaan der trappen ook we te verdedigen In geval van brail gelukkig is het gevaar daarvoo zeer gering zal toch niemand naa binnen gaan. Men zegt dat de paai den tegen de vlammen ingaan, doe zoo dom zijn de schouwburgbezoekei tocii zeker niet. U dankend voor de opname dezf gelen heb ik de eer M. d. R. t teekenen, Een schouwburgbezoeker van Zondagavond. VervoSg Stadsnieuw D© werkstaking aan onze drukkerij. Naar men weet bad onze directeu (dit doelt minder op hun ouderdom, dau wel op het vroege morgenuur) maar Kinahan, de oude jager, die reeds dertig jaar het toezicht over de honden heeft want sir Lucien is er op gesteld, dat, ai bevindt hy zich niet te Carrig, er toch honden worden gehouden, - koestert nog al een goede verwachting van zijn leer lingen; op verzoek van "Mc Grath heeft hij ze' dezen morgen buiten gebracht. Het is een prachtige, hoewel eenigszins nevelachtige morgen, terwijl de zon den r'y'p op de bocmen doet glinsteren, want net heeft 's nachts gevroren tot groote ergenis van Kinahan, die dit zeer onrechtvaardig van moeder natuur vindt. Adare, die door Owen gewekt is, maakt deel van bet gezelschap uithy volgt de honden door dik en dun, en als de oude Kinahan eenige verwenschiogen mom pelt over de tekortkomingen van enkele ouder hen, is Hilary dit volkomen met den ouden man eens. Eindelijk al& hy den top van een heuvel, vanwaar men juist op deu molen kan zien, heeft, bereikt, aarzelt hij naar huis terug te keeren, ofschoon bij rammelt van honger. Maar ongetwijfeld is liefde eeu goed middel hier tegen, want hy rijdt deu heuvel af en recht op deu molen. Zou zij, daar zyn? Wie kan een man terughouden, als hy verliefd is Zyn vrienden zeker niet, want die noemen hem een dwaas! En dc vrouwen evenmin. Een man die liefheeft is zeer verstandig, zeggen deze. Hilary vertrouwt zyn paard aan de zorg van een vrouw toe, wier huisje van af den weg zichtbaar is, en begeeft zich te voet verder. Gisteren had May hem ver teld, dat sir Lucien zijn toestemming had gegeven Am ber te inviteeren. Hy wil haar dit gaan vértellen en trachten te overreden de uitnoodiging aan te nemen. Maar zal zjj zicli wel in den moien "bevinden By een bocht van den weg krijgt hij het venster in het oog, waarachter hij haar voor het eerst gezien heeft en ook nu bemerkt hij een kleine, slanke meisjesfiguur, nu niet in het wit, maar in het donkerblauw gekleed. Adare stapt vlug over het met gras en onkruid be groeide pad voort en heeft weldra den ingang bereikt; met eeu bonzend, maar toch vroolyk hart snelt h\j de trap op en staat dan in eens tegenover haar. „Daar ik toch in de nabybeid was eu ik u voor het venster zag staan dacht ik, dat ik wel even mocht...." Met ieder woord sterker blozend, zwjjgt hij eindelijk, terwijl hij haar glimlachend aanziet. „Natuurlijk mocht ge," zegt zij vriendelijk. Ook haar wangen zien verre van bleek. „Wat zie ik er modderig uit," zegt hij een blik slaand op zijn broekspijpen en schoenen, die overal bespat zyn. Hij weet gelukkig niet, dat er een dikke modderspat op zyn neus en bij zyn linkeroog zit, anders zou hy zijn verlegenheid niet te boven zijn gekomenmaar eerst later, als hij thuis komt bemerkt hy ze en daa worden die arme vlekken met een ontelbaar aantal liefe lijke benamingen vereerd. „De wegen zyn ongetwijfeld vuil. Maaar ik was al 'op uw komst voorbereid," zegt zy lachend. „Ik zag u aankomen." „Werkelijk," zegt hij verwijtend, „en waarom geeft ge my dan geen teeken? Gy hadt mij wel een weinig mogen aanmoedigen." „Ja, ik zou met myn zakdoek hebbeu kunnen wniven", aegt ze hem plagend van onder haar lange wimpers ichijnt een landverhuizing te hebben plaats gehad onder de roovers. Uit Lourenzo Marcpiès wordt name lijk bericht, dat zich aldaar een bende verzameld heeft, met minder goede bedoelingen. De banken zijn gewaar schuwd. Alle employe's zijn van revol vers voorzien. Te Johannesburg zijn gedurende de Kerstdagen niet minder dan 177 per sonen gearresteerd. 1 Er zyn allerlei geruchten in om-, beesten moest over de grens gebracht loop over een campagne tegen M'Pefu1 uitgever Vrijdagmorgen toen de mees worden, maar de douaniers haddenin Zoutpansberg. De toestand in hetgezellen het werk staakten, in bi lont geroken en hielden een oog in 't j noorden vau de republiek is echtereisch toegegeven onder liit.drukkeliji zeil. volstrekt niet ongunstiger. j voorwaarde, dat deze zélfde loom Eensklaps komt een persoon druï- De eenige geneesheer v.n Swazie- geding ook op de andere haar tem,sa pend van bloed uit eene herberg op land de lieer Archibald MaG Lachlin, drukkerijen zou worden ingevoei „Wij zijn met de jonge honden uitgeweest." „Dan moet gy wel zeer vroeg vau huis zijn gegaa Wilt gy niet even gaan zitten?" „Ja," zegt hy lachend, 't was nog bijna donker daar de dienstboden van onzen dierbaren oom zich ni overhaasten, heb ik eeu sober outbijt gehad." „En geen lunch ook?" vraagt zij verschrikt. „Omaar als ik thuis kom, zal ik den bottelier w eens opzoeken." „Maar dan moet gy dadelijk gaan," zegt zy. „O, ik zeg n immers, dat ik het doen'zal," maar spijt van deze woorden, blijft hy rustig op de ou kist, die zy hem heeft aangeboden, zitten en man geen de minste beweging om te vertrekken. „Gy zult wel rammelen van den honger," herneemt „Als..." Zy aarzelt en haalt dan van onder een plat die misschien eens als vensterbank had gediend, (hela liet raam en het luik ontbreken ook aan bet venste een stevig mandje te voorschijneenigszins zenuwac tig en schuw, het hoofdje voorovergebogen om gelaat te verbergen, zegt zy zachtjes: „Ik heb een paar sandwiches meegenomenik.... bi ze zelf klaargemaakt." aanziende. „Evenals de daraes_ in de middeleeuwen de den, en werkelijk soms," en hier zucht zy even, „voel ik my als Mariana op haar hoeve." „Dat is de laatste vrouw op wie gij lijkt," zegt Adare beslist, „Al waart gy ook opgesloten in een toren of kerker, ik ben er zeker van, dat hij u zon vinden. Niets zou hem terughouden." Zyn toon klinkt innig, terwijl zyn oogen haar op een bijzondere wyze aanzien, maar' bij zelf is zich hiervan onbewust. Toen nn Ambers gezichtje met een warmen blos overtogen wordt, voelt hij zich het hart ineenkrimpen. „Misschien is hy al gekomen," zegt hij alle vrees op zijae zettend. „O neenneenneen heusch niet," antwoord Am ber schielijk, terwijl zij hem ernstig in de oogen blikt. „Maar vindt gy 't niet dwaas/' vervolgt zy, haar wenkbrauwen fronsend, „zóo te praten Ik bedoel over u of my." „Wel ik zou geen beter onderwerp weten oin over te spreken, dan over u zelf," zegt by steeds moediger wordend door de zekerheid, dat zij nog geen auder lief heei't. Men zou het niet in zyn hoofd hebben gekregen haar woorden in twyfel te trekkenalles, haar kalme, klare oogen en mooi gevormde, besliste mond. drukt oprechtheid uit. Welnu maar Zy is verlegen geworden en zwygt, maar na eenig nadenken redt zy zich uit baai- verwarring door te zeggen „Hoe komt gy zóó vroeg op?" Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2