T weede Editie meisje m NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Onze Agenten. J. C. Peereboom, FEUILLETO 15e Jaargang. Donderdag 27 Januari 1898, F» 4471 HAARLEMS DAGBLAD A^OI<r2^BjVCBl<ra?SI:3K,IÜ"S :Yoor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kóm der gemeente), per 3 maandenr 1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.63 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 s de omstreken en franco per post0.37*/2 ^iDvrmRTmiNrTiEasr: -5 re gels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bi; \oonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen <-n Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14. Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicüé Etrang'ere G. L. DAG BE Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het at.L Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,3 Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemendaalSandpoort en SchotenP. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaamdamC. HARTENDORPZandvoorlG. ZWEMMER; Velsen, W. J. RUIJTER Beverwijk, J. HOORNSHülegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Aan Haarlem''s Dagblad zijn de navolgende vaste Agenten verbonden "Voor het kwartier Amsterdamsche Poort C. VINK, -4. L. Dyserinckstr. 17. Voor het Rozenpriëel: K. VOS, Rozenpriëélstraat $0. Voor het Leidschekwartier W. ZWART, Clercqstraat 136. Advertentiën worden zonder ver hooging van prys door hen aangeno men, terwyl ook voor Abonnementen op de Courant door hen wordt zorg gedragen. Hoofdkantoor: Kleine Houtstraat 14. Directeur- Uitgever. PoSitiek Overzicht. In de Belgische Kamer werd Dins dag een standje verwacht, welke ver wachting bewaarheid is geworden. De heer Demblon, tegen wien zooals men weet de censuur is uitgesproken in de laatste verga dering en die dus tydelyk niet aan de beraadslagingen mag deelnemen, heeft reeds dadelyk verklaard, dat hij zich aan het votum van de Kamermeerderheid niet zou storec en toch komen. Men was benieuwd wat Demblon Dinsdag zou doen. Alle leden van de socialistische party waren des och tends om elf uur in een vertrek van het parlementsgebouw bijeen geweest. Men weet niet wat er verhandeld is, maar later merkte men het, want tegen half twee kwam Demblou de Koningstraat door, omringd door alle socialistische afgevaardigden. Op dit oogenblik was het plein aan den kant van de Leuvensehe straat zwart van menschen, en een groote menigte stond op de voetpaden van de Wetstraat. De socialisten kwamen binnen, met Demblon, doodsbleek, in 't midden. Nauwelijks deed Demblon een paar stappen naar binnen, of de luitenant van het piket linietroepen gaf hem te kennen dat hij heen moest gaan. Dadelyk protesteerden zijn collega's heftig en vooral Furnémont, die in naam des lands verzet aanteekende tegen het schenden van het recht van de afgevaardigden van het volk, waar op hy een beroep deed. Zyn woorden werden gevolgd door toejuichingen en gejouw. Men hoorde geroep van: „Leve de republiek„Leve het leger Er ontstond een vechtpartij. Er werd geslagen. De luitenant gaf bevel de bajonet op het geweer te zetten, om de menigte terug te dry ven. Ver scheiden socialistische afgevaardigden kwamen in 't gedrang en protesteer den luid schreeuwend. Het is onmo gelijk iets te verstaan in het rumoer. De procureur des konings, vergezeld van leden van het parket, kwam aan en gaf bevel om de vestibule geheel te ontruimen. Dit bevel werd niet zonder moeite ten uitvoer gelegd. Ver scheiden afgevaardigden gingen voort met tot de menigte aanspraken te houden, maar ten slotte gingen zede groote trap af. Hevige opgewondenheid heerschte in het parlements-gebouw en in den omtrek. Het verder verloop van de zitting was ook zeer rumoerig. Toen de minister van arbeid sprak over het parlementaire onderzoek naar het jongste ongeluk iu de kolenmyn te Wasmes, begonnen de socialisten een gruwelijk lawaai te maken. De minister zeide, dat het onderzoek vol ledig en on party dig zal zijn. De socialist Defuisseaux bracht nu de voorvallen by den aanvang van de vergadering ter sprake. De solda ten. zeide hy, hebben geweld gebruikt tegen afgevaardigden. Wie, vroeg Defuisseaux, heeft daartoe last ge geven aan de troepen? Laat men daarnaar een enquête instellen! Een onbeschryfelyk tumult ontstaat. Ver scheiden socialistische afgevaardigden worden herhaaldelijk tot de orde ge roepen. Defuisseaux valt heftig den voorzitter aanonder vernieuwd rumoer komt Woeste den voorzitter verdedigen, De socialist Furnémont drong aan op antwoordWie heeft de troepen last gegeven, de bajonet op het ge weer te steken De quaestor De Jonghe zeide dat de quaestuur maat regelen genomen heeft om te beletten dat het gebouw van de wetgevende macht overrompeld werdhy waar schuwde de socialisten dat hij altyd zyn plicht zal doen tegenover hen. De rechterzijde juichte hem levendig toe, de linkerzijde protesteerde. De socia list Van der Velde kwam terug op de gebeurtenissen by het begin van de vergadering. Hy zeide dat de sol daten de socialistische afgevaardigden nog weggedrongen hebben, nadat Demblon reeds vertrokken was. Hy beschuldigde den voorzitter, een vech tersbaas te zyn. Het rumoer werd nu i zoo erg dat de voorzitter de vergade- ring schorste. Na heropening van de vergadering trachtte Beernaert de maatregelen, Vrydag tegen Demblon genomen, te rechtvaardigen. Van der Velde viel de quaestoren heftig aan, en beschul digde de rechterzyde, de socialisten te willen mailbanden. Hy hield vol dat men precies weten moet, wie het bevel gegeven heeft om de socialisten af te rossen. Nadat de rumoerige tooneelen aldaar nog eenigen tyd geduurd hadden, zeide de voorzitter, van Furnémont een motie ontvangen te hebben, inhou dende dat de Kamer streng afkenrt de maatregelen, genomen door haar bureau, hetwelk den eerbied, aan de leden der Kamer verschuldigd, niet in acht heeft laten nemen. Deze motie werd met 86 tegen 29 stemmen ver worpen, negen leden bleven buiten stemming. j Dat de regeering der Vereenigde Staten een oorlogsschip naar Cuba heeft gezonden, moet begrypelyker- wyze de vrees voor eeu botsing tusschen Spanje en de Vereenigde Staten weer doen toenemen De minis ter van marine te Washington heeft echter zyn best gedaan die vrees te doen verdwijnen. In een pers-commu niqué deelt hij mede, dat de bedoeling alleen is de oude traditie te hervatten om de Cubaanscbe havens vriend schappelijk door oorlogsschepen van de Unie te laten bezoeken, wanneer de omstandigheden het veroorloven. De veel gunstiger staat van zaken op Cuba veroorlooft het thans. Men hechtte echter geen waarde aan dit communiqué en geloofde veel eer de berichten, volgens welke de regeering de „Maine" zendt zonder een uitnoodiging van de Spaansche regeering af te wachten en alleen omdat er vóór Havana Duitsche oor logsschepen liggen, hetgeen naar men dacht de Amérikaansche regeering ergerlijk zou vinden. Ook maakten sommigen opmerkzaam op het uitrus ten van andere Amerikaansche oor logsschepen, ofschoon te Key-West reeds de grootste Amerikaansche vloot bijeen is, die ooit by elkaar geweest is. Naar het engelsch. 13) wil u niet aanhooren. En waartoe zou het die nen? Wat zyt ge voor my? Een maand geleden," zy lacht koel, „bad ik zelfs nog nooit van u gehoord. Ik geef niets om u allemaal. Werkelijk," vervolgt zy met een minachtend gebaar van haar hand, „gy zjjt nog min der dan niets voor my 1" „Is dat de waarheid?" zegt bij, haar handjes in de zijne nemend. „Dat kan ik niet gelooven 1" „Niet?" zy lacht schril. O! zoo'n hartverscheurende lach „Waarin gelooft ge eigenlijk In mij niet, noch in myn vader of moeder. Zelfs niet in uw oom, die de oor zaak is van deze nieuwe beleediging. Heeft hy u hier heen gezonden Zyt ge zyn spion Een ijskoude blik uit haar mooie oogen treft hem, en uitdagend met het hoofd trotseh in den nek, staat zy voor hem, totdat er plotseling iets gebeurt. STADSNIEUWS eerste en derde pagina. Haarlem, 26 Jan. 1898. Christ. Nat. Werkmansbond. De heer Dr. J. Th. de Visser, lid der Tweede Kamer trad Dinsdag avond in de groote zaal van „Felix Favore" op om het doel van den christelijk nationalen Werkmansbond uiteen te zettten, waarvan hy, gelyk de heer Ds. F. M. van Lennep in een inleidend woord opmerkte, de stich ter is. In den aanvang zijner rede ging spr. in den breede na. hoe er tal van vereenigingen zyn, die zich bezig houden met het verbeteren van het lot van den werkman. Zoo zijn er men schen, die door middel van geweld verbetering denken te krijgen. Weer anderen richten vakvereenigingen op in den geest der engelsche trade-unions en zoeken meer heil in werkstaking. Tegen deze en dergelijke beginselen moet de christen-werkman zich ver zetten. By al zyne handelingen tegen over zijn patroon of de maatschappij moet hij in overeenstemming met Gods Woord handelen. Door overweging van stoffelyken aard mag hy zich niet in de eerste plaats en alleen laten lei den. Daarom is voor den christen werkman de vraag zeer gewichtig in hoeverre mag ik met de arbeiders beweging dezer dagen meegaan? Met de verbetering der sociale mis standen mag hy zich zeer zeker bezig houdenmaar krachtens zyne over tuiging moet hy den weg van orde bewandelen en het geweld mijden. In dezen geest handelt de christelyk- nationale-Werkmansbond die erkent, dat qlle macht uit God is en dat alle Het kleine, tengere meisje begint van het hoofd tot de voeten te beven. Twee bruine haudjes voor haar oogen slaande en Hilary den rug toekeerend, om haar verdriet en zwakheid te verbergen, barst zy in een zenuwachtig snikken los. Niets dan dat hartbrekende schreien verstoort de doodelyke stilte. „Amber!" zegt hy met heesche stem. Hy gaat naar haar toe en poogt haar handen, die ze nog steeds voor haar oogen houdt, weg te trekken. Maar zy weert hem af. „Kom niet aan my, dat kan ik niét verdragen." „Schrei dan niet zoo, zegt hij onstuimig. „Waut het maakt mij krankzinnig. Ik wou dat ik geen woord over die verwenschte ringen gesproken had. En als ge ze nu nog wilt nemen.... niemand weet er iets van dan gy en ik. „Is dit een nieuwe beleediging roept zy uit .„Denkt gy dat ik zou willen, dat gy nw woorden terngnaamt. Denkt ge, dat ik die ringen terug verlang? Ik veron derstel, dat ik niet beleefd ben, maar wees zoo goed en raap ze op," zy werpt hem een vernietigenden blik toe, „en ga dan heen." Zy wendt zich van hem af, terwijl haar geheele hou ding de grootste minachting voor hem uitdrukt". „Natuurlijk zal ik gaan, als gij dit verkiest," her neemt hy. „Maar in elk geval heb ik niets met die ringen te makenzy behooren u nu nog toe. Al laat sir Lucien zyn recht op ze gelden, dat gaat my niet aan. Zy komen hem toe. En Da hem komen zjj in han den van „U," vult zy verachtelijk aan. standén-overheersching met Gods Woord in stry'd is. De bond draagt een bepaald kerkelijk karakter en dat wel om deze reden voornamelijkom dat men geene broederlijke samen werking mogelijk achtte van hen, die op kerkelijk gebied zoo zeer verdeeld zyn. Daarom is een bond opgericht al leen van leden der Ned. Herv. kerk, die staat op den grondslag van het lidmaatschap der Ned. Herv. kerk. Daardoor was het ook niet noodig naar een algemeen christelijk begin sel te zoeken, dat mogelijk voor den een te vaag en voor den ander te scherp belijnd is. Door eigen kracht zal men trachten de sociale misstan den te verbeterenniet door maar steeds naar den staatsruif uit te zien. Zy, die het laatste doen, staan reeds met den eenen voet op den weg, die door het socialisme wordt betreden. Met eigen middelen werkt de Bond. Door een zieken- en wedu^enfonds zyn reeds velen geholpen. Uitgegaan wordt van het beginsel, dat alleen dan staatshulp is gewettigd, wanneer men eerst in eigen kring heeft ge tracht zelf te helpen, maar dit niet kan. De Bond beweegt zich niet op politiek gebied en heeft daaraan zeker voor een groot gedeelte den zegeD te danken, dien hy geniet. In 1894 wer den vereenigingen te Rotterdam Utrecht, Amsterdam en Middelburg opgericht, tot een Bond vereenigd en sedert verrezen op tal van andere plaatsen van ons land afdeelingen, zoodat de Bond thans 6073 leden telt. Aan het eind zijner rede wees de heer Dr. De Visser er nog in het kort op, dat de Bond liefde voor het evangelie en de vaderlandsche kerk wil aankweeken en onderwerping aan de gestelde machten en trouw aan het vaderland wil leeren. Ten slotte verzocht hy hun, die niet met deze beginselen instemden de vergadering te verlaten. Eenigen gingen toen heen en anderen bleven om over de oprich ting eener afdeeling te beraadslagen. Nader vernemen wy, dat zich reeds een 25-tal personen als lid voor eene afdeeling alhier van den Bond hebben aangegeven. De definitieve stichting der afdeeling en het kiezen van een bestuur zal plaats hebben in eene Vrydag 4 Februari te houden ver gadering. BINNENLAND Parlementaire Praatjes. De Eerste Kamer gaat vooruit. De nachtpitjes waarmee het hooge Staats lichaam by openbare avondvergade ringen tot hiertoe werd verlicht, zyn door heldere gasgloeiliclitvlammen vervangen, die eeu verrassend witten gloed op de achtbare schare werpen. Wie de heden (Dinsdag./ avond ge houden vergaderiug bijwoonde kreeg een alleraangenaamsten indruk van deze verbetering, waarbij echter de stikdonkere trappen, waarlangs het publiek de tribune moet bereiken, i nog akeliger dan voorheen afsteken. 1 Wauneer zal men toch ook eens voor het belangstellende volk den voor zorgsmaatregel nemen om hen die komen luisteren, niet aan een nood- lottigen val bloot te stellen. De vergadering van dezen avond was een kleine rouwplechtigheid. De voorzitter bracht, na de mededeeling van het overlijden van jhr. mr. J. P. A. J. M. Verheven, hulde aan dezen hooggewaardeerden man, die de vele betrekkiugen, waartoe 's Konings vertrouwen en dat zyner medebur gers hem riepen, met zooveel y ver en nauwgezetheid vervulde, waardoor hy alge'i een geacht en geëet d wasaan zyn open en beminnelijk karakter, zijn aangenamen omgang, zyn kennis, ervariDg en y ver bracht de voorzitter warme hulde. Verheyen laat een groote leegte na en zyn nagedachte- i nis zal steeds in eere gehouden wor den. Moge de Almachtige zyn farai- i lie sterken om het onherstelbaar ver- j lies in stille onderwerping te dragen, zoo sprak hy. Overigens slechts eenige mededee- lingen van ingekomen stukken. Mor gen 10 uur Staatsbegrooting. G. Jr. Hofbericht. Het thé dansant ten hove is Maan dagavond te 8'/i uur begonnen, toen de Koninginnen in het salon der diplo matie kwamen, alwaar de dames en heeren van het corps cercle maakten. Te ruim 9 uur verschenen de Vorstin nen met prinses Elisabeth in de dans zaal. Te 11 lla werd cotillon gedanst tot ruim half een. Toen trokken Hare Majesteiten zich terug. Prinses Elisa beth heeft deelgenomen aan het souper. Met het corps diplomatique waren ruim 600 genoodigden op deze party. Ook de Ministers en vele autoriteiten met dames. De groote balzaal was voor den dans ingericht. Men bericht, dat er met de Pink sterdagen, evenals twee jaar ge leden, te Amsterdam in het Paleis voor Volksvlijt wederom een tweedaagsch Soc. Zang- en Muziekfeest zal worden georganiseerd, waarvoor reeds een 24-tal vereenigingen uit verschillende deelen des lands hare medewerking hebben toegezegd, en welmannen koren, gemengde koren, vrouwenkoren, fanfarekorpsen, harmoniekorpsen en strijkorkesten, met een gezamenlijk ledental van byoa 800 personen. Hoogerhuis en Dreyfus. De heer Domela Nieuwenhuys heeft in de Aurore een brief geplaatst aan Emile Zola, waarin hij den steun van dezen Fransehen schrijver inroept, om te komen tot de revisie van het proces der gebroeders Hoogerhuis en waarin hy beweert, dat de Holland- sche pers zulk een groot verschil maakt tusschen de zaak-Dreyfus en de rechterlijke dwaling in de zaak- Hoogerliuis, alleen maar omdat de Hoogerhuizen eenvoudige arbeiders zijn. De correspondent te Parijs van het Hbld. heeft aan den Temps doen op- merkeu, dat deze redeneei iug onjuist Hy ziet haar aan. „Wy zijn nn quitte. Want op dit oogenblik belee- digt gy my. Door een beschikking in het testament vau myn grootvader kwamen dejuweelen na uw moe ders dood aan sir Lucien, die ze op zyn beurt kan nalaten aan wien hy wil. Zoo ziet gij, dat ik met die steenen niets te maken heb. Sir Lucien," en hy trekt zyn wenkbrauwen op, „is ook niet zeer op my ge steld." „Voor my hebben die ringen geen waarde meer," antwoordt Amber koel. „Maar laten wy er niet meer over spreken. Het doet my onaangenaam aan." Zy begeeft zich naar het venster. „Bedoelt gy daarmee, dat gij sir Lucien's uitnoodi ging afslaat." Hy is haar gevolgd en tegenover haar staande tracht hy haar gelaat te doorgronden. Alle kleur is uit zyn gezicht geweken. „Kan dit het einde zijn. Zy ziet hem even van terzijde aan, maar ook slechts heel even. „Gij begrijpt my verkeerd. Als ik strakjes al aarzelde de invitatie aan te nemen, nn twijfel ik geen oogenblik meer," zegt zy glimlachend. Maar o, wat een" koele, glimlach. Ik zal naar Carrig komen, wanneer uw zuster mij ook verlangt te vragen. Ik schaam my vol strekt er niet over, dat gjj deze ringen hebt gezien. Ik" en zy werpt haar hoofdje in den nek, terwyl haar mooie, blauwe oogen hem uitdagend aanzien, „tart u allen „Waarom spreekt gij zoo tegen my?" zegt de jonge man, nog meer verbleekend, maar met een besliste uitdruk king om zyn mond. is, en dat de zaken zeer van elkander verschillen op de volgende gronden: „De gebroeders Hoogerhuis zyn veroordeeld door de gewone recht bank, en dus Diet door een krijgs raad. het proces is in het openhaar gevoerd en niemand beweert dat de regels voor de crimineele procedure voorgeschreven niet strikt zyn nage leefd. „De beschuldiging inbraak met diefstal is van gewonen aard, en men kan niet zeggen dat er eeu be weegreden van staatkundigen of gods- dienstigen aard bestaat, die er den rechter toe kan gebracht hebben, de gebroeders Hoogerhuis eer te veroor- deelen dan een ander. „De minister van justitie heeft per soonlijk een onderzoek ingesteld, dat hem niet heeft overtuigd van de on schuld der beklaagden;" toch heeft hy den ambtenaar van het openbaar mi nisterie last gegeven een nieuw on derzoek te openen over de aanklacht wegens meineed, tegen een der voor naamste getuigen in de zaak inge bracht. Dit onderzoek is nog niet ge ëindigd. „Bovendien beeft de minister van justitie formeel verklaard, dat indien 'de verdachte getuige veroordeeld wordt, de herziening van het proces noodzakelijk is en onmiddellijk zai plaats hebben. „Men ziet dus, dat de zaak-Hoo- gerhnis van geheel anderen aanl is dan de zaak-Dreyfus". Een historische gedenkdag. Uit Den Haag wordt geschreven 'tWas jl. Zaterdag een eeuw gele den dat in de Nationale vergadering der Bataafsche Republiek een Staats greep met succes in practyk werd gebracht. De vergadering zou een grondwet ontwerpen. Zy was verdeeld m unitarissen, die volstrekte eenheid wenschten van het land, en federalis ten, die een soort van bondgenoot schap van op zich zelf staande ge westen wenschten. De strijd was iu vollen gang. toen een commissie uit de vergadering haar federalistisch ont werp zag afstemmen. Een nieuwe Nationale vergadering benoemde een nieuwe commissie. Nog voor dat deze van rapport had ge diend waagden Daendels en Midde- ringh, de laatste toen president, den staatsgreep om het federalisme voor goed onmogelijk te maken, door 22 leden der vergadering te doen arres teeren, eenige maanden gevangen te houden en middelerwijl het unitarisme te doen zegeviereD in eene consti- tneerende vergadering representeereud het Bataafsche volk. De 22 heeren warenJ. H. Ötof- fenberg, J. F. R. van Hooft'. mr. J. A. Uytenhage de Mist, J. van Manen Azn., H. H. Vitringa, IJ. van Ha- melsveld, mr. C. G. Hultman, C. de Yos van Steenwyk, mr. J. Scheltema, mr. G. W. van Marie, mr. C. van der Hoop Gzn., P. Brouwer Pzn., H. van Castrop, J. D. Pasteur, C. L. van Beyma, J. A. van dor Spijk, C. By- leveld, mr. J. J. Cambier, A. J. de Sitter, R. van Kleffens, J. Kantelaar, L. E. van Eek. „Is dat wel mooi van u? Daag sir Lucien uit, als gy wilt, maar waarom ziet gy ray zoo vijandig aan Zoudt ge gewild hebben, dat ik gezwegen had, terwyl ik wist, dar 'die ringen u niet toebehoorden Zoudt ge my niet altijd gehaat hebben, als ik dit had gedaan en wanneer gy wist..." Zy heeft zich van hem afgewend, zoodat hy haar ge laat niet zien kan, maar zy heft haar hand op om hem te beletten voort te gaan. „Ja5 ik wist het, gaat hy voort, lly neemt haar hand in de zyne en drukt die hartelijk. ,.Al is onze vriendschap nog maar van korten duur, toch kende ik u genoeg om te weten, dat gy dit met my eens zoudt zijn. Te..." „Ja." Zy legt hem het zwijgen op. „Ik zou niets ■"«Dgedaan willen maken, en ben Dly dat gy myn siera den hebt gezien." Even werpt zij een blik op de ringen. „Wat wilt ge met ze doen?" vraagt zy zachtjes. Er spreekt angst maar ook verlangen uit dien blik, en de spijt. dat zy afstand van hen moet doen, is duidelijk op haar gelaat te lezen. Zy was aan die ringen geheent en ze vond ze zoo mooi. Zy waren het liefste wat zij bezat; dien morgen nog was zy zóo bly, met bun be:vA geweest, maar door zyn toedoen is nu al haar vreugde verstoord. „Gy hebt evenveel recht op ze als ik," zegt hy. „Wat zyt gy van plan met ze te doen „O, neen, zy zyn niet meer van my. Het is niet dat... maar!" Zy bedekt haar gelaat met beide banden. „O 1 vertel 'them niet!" Zn schokt zenuwachtig. „Vertel het niet aan sir Lucien?" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1