T weede Editie
meisje m
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Onze Agenten.
J. C. Peereboom,
FEUILLETO
15e Jaargang.
Donderdag 27 Januari 1898,
F» 4471
HAARLEMS DAGBLAD
A^OI<r2^BjVCBl<ra?SI:3K,IÜ"S
:Yoor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kóm der
gemeente), per 3 maandenr 1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.63
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
s de omstreken en franco per post0.37*/2
^iDvrmRTmiNrTiEasr:
-5 re gels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bi; \oonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen <-n Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14. Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicüé Etrang'ere G. L. DAG BE Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
at.L Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,3
Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemendaalSandpoort en SchotenP. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaamdamC. HARTENDORPZandvoorlG. ZWEMMER;
Velsen, W. J. RUIJTER Beverwijk, J. HOORNSHülegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Aan Haarlem''s Dagblad zijn de
navolgende vaste Agenten verbonden
"Voor het kwartier Amsterdamsche
Poort
C. VINK, -4. L. Dyserinckstr. 17.
Voor het Rozenpriëel:
K. VOS, Rozenpriëélstraat $0.
Voor het Leidschekwartier
W. ZWART, Clercqstraat 136.
Advertentiën worden zonder ver
hooging van prys door hen aangeno
men, terwyl ook voor Abonnementen
op de Courant door hen wordt zorg
gedragen.
Hoofdkantoor:
Kleine Houtstraat 14.
Directeur- Uitgever.
PoSitiek Overzicht.
In de Belgische Kamer werd Dins
dag een standje verwacht, welke ver
wachting bewaarheid is geworden.
De heer Demblon, tegen wien
zooals men weet de censuur is
uitgesproken in de laatste verga
dering en die dus tydelyk niet aan
de beraadslagingen mag deelnemen,
heeft reeds dadelyk verklaard,
dat hij zich aan het votum van de
Kamermeerderheid niet zou storec en
toch komen.
Men was benieuwd wat Demblon
Dinsdag zou doen. Alle leden van de
socialistische party waren des och
tends om elf uur in een vertrek van
het parlementsgebouw bijeen geweest.
Men weet niet wat er verhandeld
is, maar later merkte men het, want
tegen half twee kwam Demblou de
Koningstraat door, omringd door alle
socialistische afgevaardigden.
Op dit oogenblik was het plein aan
den kant van de Leuvensehe straat
zwart van menschen, en een groote
menigte stond op de voetpaden van
de Wetstraat. De socialisten kwamen
binnen, met Demblon, doodsbleek,
in 't midden.
Nauwelijks deed Demblon een paar
stappen naar binnen, of de luitenant
van het piket linietroepen gaf hem
te kennen dat hij heen moest gaan.
Dadelyk protesteerden zijn collega's
heftig en vooral Furnémont, die in
naam des lands verzet aanteekende
tegen het schenden van het recht van
de afgevaardigden van het volk, waar
op hy een beroep deed. Zyn woorden
werden gevolgd door toejuichingen en
gejouw. Men hoorde geroep van: „Leve
de republiek„Leve het leger
Er ontstond een vechtpartij. Er
werd geslagen. De luitenant gaf bevel
de bajonet op het geweer te zetten,
om de menigte terug te dry ven. Ver
scheiden socialistische afgevaardigden
kwamen in 't gedrang en protesteer
den luid schreeuwend. Het is onmo
gelijk iets te verstaan in het rumoer.
De procureur des konings, vergezeld
van leden van het parket, kwam aan
en gaf bevel om de vestibule geheel
te ontruimen. Dit bevel werd niet
zonder moeite ten uitvoer gelegd. Ver
scheiden afgevaardigden gingen voort
met tot de menigte aanspraken te
houden, maar ten slotte gingen zede
groote trap af.
Hevige opgewondenheid heerschte
in het parlements-gebouw en in den
omtrek.
Het verder verloop van de zitting
was ook zeer rumoerig.
Toen de minister van arbeid sprak
over het parlementaire onderzoek naar
het jongste ongeluk iu de kolenmyn
te Wasmes, begonnen de socialisten
een gruwelijk lawaai te maken. De
minister zeide, dat het onderzoek vol
ledig en on party dig zal zijn.
De socialist Defuisseaux bracht nu
de voorvallen by den aanvang van
de vergadering ter sprake. De solda
ten. zeide hy, hebben geweld gebruikt
tegen afgevaardigden. Wie, vroeg
Defuisseaux, heeft daartoe last ge
geven aan de troepen? Laat men
daarnaar een enquête instellen! Een
onbeschryfelyk tumult ontstaat. Ver
scheiden socialistische afgevaardigden
worden herhaaldelijk tot de orde ge
roepen. Defuisseaux valt heftig den
voorzitter aanonder vernieuwd
rumoer komt Woeste den voorzitter
verdedigen,
De socialist Furnémont drong aan
op antwoordWie heeft de troepen
last gegeven, de bajonet op het ge
weer te steken De quaestor De
Jonghe zeide dat de quaestuur maat
regelen genomen heeft om te beletten
dat het gebouw van de wetgevende
macht overrompeld werdhy waar
schuwde de socialisten dat hij altyd
zyn plicht zal doen tegenover hen. De
rechterzijde juichte hem levendig toe,
de linkerzijde protesteerde. De socia
list Van der Velde kwam terug op
de gebeurtenissen by het begin van
de vergadering. Hy zeide dat de sol
daten de socialistische afgevaardigden
nog weggedrongen hebben, nadat
Demblon reeds vertrokken was. Hy
beschuldigde den voorzitter, een vech
tersbaas te zyn. Het rumoer werd nu
i zoo erg dat de voorzitter de vergade-
ring schorste.
Na heropening van de vergadering
trachtte Beernaert de maatregelen,
Vrydag tegen Demblon genomen, te
rechtvaardigen. Van der Velde viel
de quaestoren heftig aan, en beschul
digde de rechterzyde, de socialisten
te willen mailbanden. Hy hield vol
dat men precies weten moet, wie het
bevel gegeven heeft om de socialisten
af te rossen.
Nadat de rumoerige tooneelen aldaar
nog eenigen tyd geduurd hadden,
zeide de voorzitter, van Furnémont
een motie ontvangen te hebben, inhou
dende dat de Kamer streng afkenrt
de maatregelen, genomen door haar
bureau, hetwelk den eerbied, aan de
leden der Kamer verschuldigd, niet in
acht heeft laten nemen. Deze motie
werd met 86 tegen 29 stemmen ver
worpen, negen leden bleven buiten
stemming.
j Dat de regeering der Vereenigde
Staten een oorlogsschip naar Cuba
heeft gezonden, moet begrypelyker-
wyze de vrees voor eeu botsing
tusschen Spanje en de Vereenigde
Staten weer doen toenemen De minis
ter van marine te Washington heeft
echter zyn best gedaan die vrees te
doen verdwijnen. In een pers-commu
niqué deelt hij mede, dat de bedoeling
alleen is de oude traditie te hervatten
om de Cubaanscbe havens vriend
schappelijk door oorlogsschepen van
de Unie te laten bezoeken, wanneer
de omstandigheden het veroorloven.
De veel gunstiger staat van zaken op
Cuba veroorlooft het thans.
Men hechtte echter geen waarde
aan dit communiqué en geloofde veel
eer de berichten, volgens welke de
regeering de „Maine" zendt zonder
een uitnoodiging van de Spaansche
regeering af te wachten en alleen
omdat er vóór Havana Duitsche oor
logsschepen liggen, hetgeen naar men
dacht de Amérikaansche regeering
ergerlijk zou vinden. Ook maakten
sommigen opmerkzaam op het uitrus
ten van andere Amerikaansche oor
logsschepen, ofschoon te Key-West
reeds de grootste Amerikaansche vloot
bijeen is, die ooit by elkaar geweest is.
Naar het engelsch.
13)
wil u niet aanhooren. En waartoe zou het die
nen? Wat zyt ge voor my? Een maand geleden," zy
lacht koel, „bad ik zelfs nog nooit van u gehoord. Ik
geef niets om u allemaal. Werkelijk," vervolgt zy met
een minachtend gebaar van haar hand, „gy zjjt nog min
der dan niets voor my 1"
„Is dat de waarheid?" zegt bij, haar handjes in de
zijne nemend. „Dat kan ik niet gelooven 1"
„Niet?" zy lacht schril. O! zoo'n hartverscheurende
lach
„Waarin gelooft ge eigenlijk In mij niet, noch in
myn vader of moeder. Zelfs niet in uw oom, die de oor
zaak is van deze nieuwe beleediging. Heeft hy u hier
heen gezonden Zyt ge zyn spion
Een ijskoude blik uit haar mooie oogen treft hem,
en uitdagend met het hoofd trotseh in den nek, staat zy
voor hem, totdat er plotseling iets gebeurt.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 26 Jan. 1898.
Christ. Nat. Werkmansbond.
De heer Dr. J. Th. de Visser, lid
der Tweede Kamer trad Dinsdag
avond in de groote zaal van „Felix
Favore" op om het doel van den
christelijk nationalen Werkmansbond
uiteen te zettten, waarvan hy, gelyk
de heer Ds. F. M. van Lennep in een
inleidend woord opmerkte, de stich
ter is.
In den aanvang zijner rede ging
spr. in den breede na. hoe er tal van
vereenigingen zyn, die zich bezig
houden met het verbeteren van het lot
van den werkman. Zoo zijn er men
schen, die door middel van geweld
verbetering denken te krijgen. Weer
anderen richten vakvereenigingen op
in den geest der engelsche trade-unions
en zoeken meer heil in werkstaking.
Tegen deze en dergelijke beginselen
moet de christen-werkman zich ver
zetten. By al zyne handelingen tegen
over zijn patroon of de maatschappij
moet hij in overeenstemming met Gods
Woord handelen. Door overweging
van stoffelyken aard mag hy zich niet
in de eerste plaats en alleen laten lei
den. Daarom is voor den christen
werkman de vraag zeer gewichtig
in hoeverre mag ik met de arbeiders
beweging dezer dagen meegaan?
Met de verbetering der sociale mis
standen mag hy zich zeer zeker bezig
houdenmaar krachtens zyne over
tuiging moet hy den weg van orde
bewandelen en het geweld mijden.
In dezen geest handelt de christelyk-
nationale-Werkmansbond die erkent,
dat qlle macht uit God is en dat alle
Het kleine, tengere meisje begint van het hoofd tot
de voeten te beven. Twee bruine haudjes voor haar
oogen slaande en Hilary den rug toekeerend, om haar
verdriet en zwakheid te verbergen, barst zy in een
zenuwachtig snikken los.
Niets dan dat hartbrekende schreien verstoort de
doodelyke stilte.
„Amber!" zegt hy met heesche stem. Hy gaat naar
haar toe en poogt haar handen, die ze nog steeds voor
haar oogen houdt, weg te trekken.
Maar zy weert hem af. „Kom niet aan my, dat kan
ik niét verdragen."
„Schrei dan niet zoo, zegt hij onstuimig. „Waut het
maakt mij krankzinnig. Ik wou dat ik geen woord over
die verwenschte ringen gesproken had. En als ge ze
nu nog wilt nemen.... niemand weet er iets van dan gy
en ik.
„Is dit een nieuwe beleediging roept zy uit .„Denkt
gy dat ik zou willen, dat gy nw woorden terngnaamt.
Denkt ge, dat ik die ringen terug verlang? Ik veron
derstel, dat ik niet beleefd ben, maar wees zoo goed en
raap ze op," zy werpt hem een vernietigenden blik toe,
„en ga dan heen."
Zy wendt zich van hem af, terwijl haar geheele hou
ding de grootste minachting voor hem uitdrukt".
„Natuurlijk zal ik gaan, als gij dit verkiest," her
neemt hy. „Maar in elk geval heb ik niets met die
ringen te makenzy behooren u nu nog toe. Al laat
sir Lucien zyn recht op ze gelden, dat gaat my niet
aan. Zy komen hem toe. En Da hem komen zjj in han
den van
„U," vult zy verachtelijk aan.
standén-overheersching met Gods
Woord in stry'd is. De bond draagt
een bepaald kerkelijk karakter en dat
wel om deze reden voornamelijkom
dat men geene broederlijke samen
werking mogelijk achtte van hen, die
op kerkelijk gebied zoo zeer verdeeld
zyn.
Daarom is een bond opgericht al
leen van leden der Ned. Herv. kerk,
die staat op den grondslag van het
lidmaatschap der Ned. Herv. kerk.
Daardoor was het ook niet noodig
naar een algemeen christelijk begin
sel te zoeken, dat mogelijk voor den
een te vaag en voor den ander te
scherp belijnd is. Door eigen kracht
zal men trachten de sociale misstan
den te verbeterenniet door maar
steeds naar den staatsruif uit te zien.
Zy, die het laatste doen, staan reeds
met den eenen voet op den weg, die
door het socialisme wordt betreden.
Met eigen middelen werkt de Bond.
Door een zieken- en wedu^enfonds
zyn reeds velen geholpen. Uitgegaan
wordt van het beginsel, dat alleen
dan staatshulp is gewettigd, wanneer
men eerst in eigen kring heeft ge
tracht zelf te helpen, maar dit niet
kan. De Bond beweegt zich niet op
politiek gebied en heeft daaraan zeker
voor een groot gedeelte den zegeD te
danken, dien hy geniet. In 1894 wer
den vereenigingen te Rotterdam
Utrecht, Amsterdam en Middelburg
opgericht, tot een Bond vereenigd en
sedert verrezen op tal van andere
plaatsen van ons land afdeelingen,
zoodat de Bond thans 6073 leden telt.
Aan het eind zijner rede wees de
heer Dr. De Visser er nog in het
kort op, dat de Bond liefde voor het
evangelie en de vaderlandsche kerk
wil aankweeken en onderwerping aan
de gestelde machten en trouw aan
het vaderland wil leeren. Ten slotte
verzocht hy hun, die niet met deze
beginselen instemden de vergadering
te verlaten. Eenigen gingen toen heen
en anderen bleven om over de oprich
ting eener afdeeling te beraadslagen.
Nader vernemen wy, dat zich reeds
een 25-tal personen als lid voor eene
afdeeling alhier van den Bond hebben
aangegeven. De definitieve stichting
der afdeeling en het kiezen van een
bestuur zal plaats hebben in eene
Vrydag 4 Februari te houden ver
gadering.
BINNENLAND
Parlementaire Praatjes.
De Eerste Kamer gaat vooruit. De
nachtpitjes waarmee het hooge Staats
lichaam by openbare avondvergade
ringen tot hiertoe werd verlicht, zyn
door heldere gasgloeiliclitvlammen
vervangen, die eeu verrassend witten
gloed op de achtbare schare werpen.
Wie de heden (Dinsdag./ avond ge
houden vergaderiug bijwoonde kreeg
een alleraangenaamsten indruk van
deze verbetering, waarbij echter de
stikdonkere trappen, waarlangs het
publiek de tribune moet bereiken,
i nog akeliger dan voorheen afsteken.
1 Wauneer zal men toch ook eens voor
het belangstellende volk den voor
zorgsmaatregel nemen om hen die
komen luisteren, niet aan een nood-
lottigen val bloot te stellen.
De vergadering van dezen avond
was een kleine rouwplechtigheid. De
voorzitter bracht, na de mededeeling
van het overlijden van jhr. mr. J. P.
A. J. M. Verheven, hulde aan dezen
hooggewaardeerden man, die de vele
betrekkiugen, waartoe 's Konings
vertrouwen en dat zyner medebur
gers hem riepen, met zooveel y ver en
nauwgezetheid vervulde, waardoor hy
alge'i een geacht en geëet d wasaan
zyn open en beminnelijk karakter,
zijn aangenamen omgang, zyn kennis,
ervariDg en y ver bracht de voorzitter
warme hulde. Verheyen laat een
groote leegte na en zyn nagedachte-
i nis zal steeds in eere gehouden wor
den. Moge de Almachtige zyn farai-
i lie sterken om het onherstelbaar ver-
j lies in stille onderwerping te dragen,
zoo sprak hy.
Overigens slechts eenige mededee-
lingen van ingekomen stukken. Mor
gen 10 uur Staatsbegrooting.
G. Jr.
Hofbericht.
Het thé dansant ten hove is Maan
dagavond te 8'/i uur begonnen, toen
de Koninginnen in het salon der diplo
matie kwamen, alwaar de dames en
heeren van het corps cercle maakten.
Te ruim 9 uur verschenen de Vorstin
nen met prinses Elisabeth in de dans
zaal. Te 11 lla werd cotillon gedanst
tot ruim half een. Toen trokken Hare
Majesteiten zich terug. Prinses Elisa
beth heeft deelgenomen aan het souper.
Met het corps diplomatique waren
ruim 600 genoodigden op deze party.
Ook de Ministers en vele autoriteiten
met dames. De groote balzaal was
voor den dans ingericht.
Men bericht, dat er met de Pink
sterdagen, evenals twee jaar ge
leden, te Amsterdam in het Paleis voor
Volksvlijt wederom een tweedaagsch
Soc. Zang- en Muziekfeest zal worden
georganiseerd, waarvoor reeds een
24-tal vereenigingen uit verschillende
deelen des lands hare medewerking
hebben toegezegd, en welmannen
koren, gemengde koren, vrouwenkoren,
fanfarekorpsen, harmoniekorpsen en
strijkorkesten, met een gezamenlijk
ledental van byoa 800 personen.
Hoogerhuis en Dreyfus.
De heer Domela Nieuwenhuys heeft
in de Aurore een brief geplaatst aan
Emile Zola, waarin hij den steun van
dezen Fransehen schrijver inroept,
om te komen tot de revisie van het
proces der gebroeders Hoogerhuis en
waarin hy beweert, dat de Holland-
sche pers zulk een groot verschil
maakt tusschen de zaak-Dreyfus en
de rechterlijke dwaling in de zaak-
Hoogerliuis, alleen maar omdat de
Hoogerhuizen eenvoudige arbeiders
zijn.
De correspondent te Parijs van het
Hbld. heeft aan den Temps doen op-
merkeu, dat deze redeneei iug onjuist
Hy ziet haar aan.
„Wy zijn nn quitte. Want op dit oogenblik belee-
digt gy my. Door een beschikking in het testament
vau myn grootvader kwamen dejuweelen na uw moe
ders dood aan sir Lucien, die ze op zyn beurt kan
nalaten aan wien hy wil. Zoo ziet gij, dat ik met die
steenen niets te maken heb. Sir Lucien," en hy trekt
zyn wenkbrauwen op, „is ook niet zeer op my ge
steld."
„Voor my hebben die ringen geen waarde meer,"
antwoordt Amber koel. „Maar laten wy er niet meer over
spreken. Het doet my onaangenaam aan."
Zy begeeft zich naar het venster.
„Bedoelt gy daarmee, dat gij sir Lucien's uitnoodi
ging afslaat." Hy is haar gevolgd en tegenover haar
staande tracht hy haar gelaat te doorgronden. Alle
kleur is uit zyn gezicht geweken.
„Kan dit het einde zijn.
Zy ziet hem even van terzijde aan, maar ook slechts
heel even.
„Gij begrijpt my verkeerd. Als ik strakjes al aarzelde
de invitatie aan te nemen, nn twijfel ik geen oogenblik
meer," zegt zy glimlachend. Maar o, wat een" koele,
glimlach. Ik zal naar Carrig komen, wanneer uw
zuster mij ook verlangt te vragen. Ik schaam my vol
strekt er niet over, dat gjj deze ringen hebt gezien.
Ik" en zy werpt haar hoofdje in den nek, terwyl haar
mooie, blauwe oogen hem uitdagend aanzien, „tart u
allen
„Waarom spreekt gij zoo tegen my?" zegt de jonge man,
nog meer verbleekend, maar met een besliste uitdruk
king om zyn mond.
is, en dat de zaken zeer van elkander
verschillen op de volgende gronden:
„De gebroeders Hoogerhuis zyn
veroordeeld door de gewone recht
bank, en dus Diet door een krijgs
raad. het proces is in het openhaar
gevoerd en niemand beweert dat de
regels voor de crimineele procedure
voorgeschreven niet strikt zyn nage
leefd.
„De beschuldiging inbraak met
diefstal is van gewonen aard, en
men kan niet zeggen dat er eeu be
weegreden van staatkundigen of gods-
dienstigen aard bestaat, die er den
rechter toe kan gebracht hebben, de
gebroeders Hoogerhuis eer te veroor-
deelen dan een ander.
„De minister van justitie heeft per
soonlijk een onderzoek ingesteld, dat
hem niet heeft overtuigd van de on
schuld der beklaagden;" toch heeft hy
den ambtenaar van het openbaar mi
nisterie last gegeven een nieuw on
derzoek te openen over de aanklacht
wegens meineed, tegen een der voor
naamste getuigen in de zaak inge
bracht. Dit onderzoek is nog niet ge
ëindigd.
„Bovendien beeft de minister van
justitie formeel verklaard, dat indien
'de verdachte getuige veroordeeld
wordt, de herziening van het proces
noodzakelijk is en onmiddellijk zai
plaats hebben.
„Men ziet dus, dat de zaak-Hoo-
gerhnis van geheel anderen aanl is
dan de zaak-Dreyfus".
Een historische gedenkdag.
Uit Den Haag wordt geschreven
'tWas jl. Zaterdag een eeuw gele
den dat in de Nationale vergadering
der Bataafsche Republiek een Staats
greep met succes in practyk werd
gebracht. De vergadering zou een
grondwet ontwerpen. Zy was verdeeld
m unitarissen, die volstrekte eenheid
wenschten van het land, en federalis
ten, die een soort van bondgenoot
schap van op zich zelf staande ge
westen wenschten. De strijd was iu
vollen gang. toen een commissie uit
de vergadering haar federalistisch ont
werp zag afstemmen.
Een nieuwe Nationale vergadering
benoemde een nieuwe commissie. Nog
voor dat deze van rapport had ge
diend waagden Daendels en Midde-
ringh, de laatste toen president, den
staatsgreep om het federalisme voor
goed onmogelijk te maken, door 22
leden der vergadering te doen arres
teeren, eenige maanden gevangen te
houden en middelerwijl het unitarisme
te doen zegeviereD in eene consti-
tneerende vergadering representeereud
het Bataafsche volk.
De 22 heeren warenJ. H. Ötof-
fenberg, J. F. R. van Hooft'. mr. J.
A. Uytenhage de Mist, J. van Manen
Azn., H. H. Vitringa, IJ. van Ha-
melsveld, mr. C. G. Hultman, C. de
Yos van Steenwyk, mr. J. Scheltema,
mr. G. W. van Marie, mr. C. van der
Hoop Gzn., P. Brouwer Pzn., H. van
Castrop, J. D. Pasteur, C. L. van
Beyma, J. A. van dor Spijk, C. By-
leveld, mr. J. J. Cambier, A. J. de
Sitter, R. van Kleffens, J. Kantelaar,
L. E. van Eek.
„Is dat wel mooi van u? Daag sir Lucien uit, als gy
wilt, maar waarom ziet gy ray zoo vijandig aan Zoudt
ge gewild hebben, dat ik gezwegen had, terwyl ik wist,
dar 'die ringen u niet toebehoorden Zoudt ge my niet
altijd gehaat hebben, als ik dit had gedaan en wanneer
gy wist..."
Zy heeft zich van hem afgewend, zoodat hy haar ge
laat niet zien kan, maar zy heft haar hand op om hem
te beletten voort te gaan.
„Ja5 ik wist het, gaat hy voort, lly neemt haar
hand in de zyne en drukt die hartelijk. ,.Al is onze
vriendschap nog maar van korten duur, toch kende ik
u genoeg om te weten, dat gy dit met my eens zoudt
zijn. Te..."
„Ja." Zy legt hem het zwijgen op. „Ik zou niets
■"«Dgedaan willen maken, en ben Dly dat gy myn siera
den hebt gezien." Even werpt zij een blik op de ringen.
„Wat wilt ge met ze doen?" vraagt zy zachtjes. Er
spreekt angst maar ook verlangen uit dien blik, en de
spijt. dat zy afstand van hen moet doen, is duidelijk
op haar gelaat te lezen. Zy was aan die ringen geheent
en ze vond ze zoo mooi. Zy waren het liefste wat zij
bezat; dien morgen nog was zy zóo bly, met bun be:vA
geweest, maar door zyn toedoen is nu al haar vreugde
verstoord.
„Gy hebt evenveel recht op ze als ik," zegt hy. „Wat
zyt gy van plan met ze te doen
„O, neen, zy zyn niet meer van my. Het is niet dat...
maar!" Zy bedekt haar gelaat met beide banden. „O 1
vertel 'them niet!" Zn schokt zenuwachtig. „Vertel
het niet aan sir Lucien?"
(Wordt vervolgd)