Het meisje van dan Molen.
Tweede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
19c
Woensdag 9 Februari 1898,
No. 4482
HAARLEMS DAGBLAD
jA^oisr^iiis^EiisrTsi'iiicrs:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijkper 3 maanden,1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
„de omstreken en franco per post0.371/2
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE
A T'iV7'ER,1rEIISrl-L' I HIJST:
regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote lettere naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever
PEEREBOOM.
JOHN F. JONES, Sure.Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreflende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0.75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemendaalSandpoorl en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN, bij de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER;
Velsen, W. J. RUIJTER BeverwijkJ. HOORNS; HülegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Onze Agenten.
Aan Haarlem's Dagblad zijn de
navolgende vaste Agenten verbonden:
Voor het kwartier Amsterdamsehe
Poort
C. VINK, A. L. Dyserinckstr. 17
Voor het Rozenpriëel:
K. VOS, Rozenpriëelstraai 3d.
Voor het Leidschekwartier
W. ZWART, Clercqsiraat 136.
Advertentiën worden zonder ver
hooging van prijs door hen aangeno
men, terwyl ook voor Abonnementen
op de Courant door hen wordt zorg
gedragen.
Hoof dkantoor:
Kleine Houtstraat 14.
J. C. Peereboom,
Directeur- Uitgever.
Politiek Overzicht.
Een afgevaardigde van de fransehe
Kamer heeft Maandag zijne meening
gezegd over de Fransch-Russische
alliantie: eene meening die al vele
malen geuit is, maar dan meestal
buiten Frankrijk, en wel deze, dat
genoemd bondgenootschap alleen ge
sloten is ten voordeele van Rusland.
Het was Delafosse die dit in de zit
ting verklaarde en zelfs zoo ver ging
van te beweren, dat Duitschland
tegen wien het voornamelijk heet ge
sloten te zjjn dit bondgenootschop
heeft geïnspireerd. Genoemde afge
vaardigde protesteerde er sterk tegen,
dat Frankrijk zich zulk eene lijde
lijke houding liet welgevallen.
Zjjn collega Goblet viel hem bij en
zeide o.a. dat de houding der fransehe
diplomatie dikwijls tegen de belangen
van het land indruischten.
De minister van buitenlandsche za
ken Hanotaux moest deze aanvallen
beantwoorden.
Hij gaf in zijn antwoord het vol
gende overzicht over de buitenland
sche politiek van den laatsten tijd.
„De oplossing van het grensgeschil
met Brazilië is elk oogenblik te wach
ten. In Abessynië is onze positie uit
stekend. In de Griekseh-Turksche
quaestie heeft de Europeesche diplo
matie den sultan haar wil opgelegd.
Frankrijk heeft in dit opzicht initia
tieven genomen die met succes zjjn
bekroond. Het Europeesche concert
onderzoekt thans de candidatuur van
prins George. Frankrijk is voor diens
benoeming tot goeverneur van Kreta.
Frankrijk heeft een stem in het
Europeeseh concert en heeft die laten
hooren.
„Wat het Fransch-Russisch ver
bond betreft, dat is een punt waar
over niet meer te praten valt. Het
is een geschiedkundig feit, dat het
verbond met Rusland niet het werk
van een partij isa^e ministeries
hebben aan de totstandkoming daar
van gewerkt.
„In China zijn goede resultaten
bereikt, een menigte quaesties werden
naar ons genoegen geregeld. Frankrijk
wenscht dat China zalblnven bestaan
en zal niet dulden dat inbreuk wordt
gemaakt op zijn rechten. Er zijn maat
regelen genomen om deze te doen
eerbiedigen. Frankrijk zal zoeken
naar een uitweg om de harmonie tus-
schen de mogendheden te handhaven."
De afgevaardigde Millerand vroeg
of na Augustus een nieuwe overeen
komst tusschen Rusland en Frankrijk
is gesloten en zoo ja, wat daarvan
de strekking is
De minister-president Méïine merkte
op, dat sedert twee jaar de buiten
landsche aangelegendheden in handen
zijn van een werkzaam en krachtig
minister. Hij ontkent dat Frankrijk
de Duitsche staatkunde zou volgen
en toont aan,dat de Fransch-Russische
entente heeft gediend om de eensge
zindheid in het Europeeseh concert te
handhaven. -„De vriendschap tusschen
Frankrijk en Rusland is een diep ge
voel dat beide landen vereenigt,"
zeide hij.
Nn schijnt Let weer alsof Rusland
wel geneigd is niet langer op de be
noeming van prins George van Grie
kenland tot gouverneur van Kreta
aan te dringen. Het heet, datderus-
sische regeering hierin den wensch
van Griekenland vervult, dat eerst
Thessalië ontruimd wil zien.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 8 Febr. 1898.
Weten en Werken.
't Is gewoonlijk overvol in de Maan
dagavond bijeenkomsten van Weten
en Werken en gisterenavond was het
er meer dan dubbel overvol. De man
nen zaten op den schoorsteenmantel
en stonden dicht opeen gepakt ach
ter de stoelenrijen.
Geen wonder! Inplaats van een
spreker zon een spreekster den kathe
der beklimmennaar wij vernamen
was dit voor de tweede maal het ge
val in de dertig jaar, dat de lezingen
worden gehouden.
Mej. M. Eggers, den leden van
„Cremer" zoo welbekend, trad op en
onthaalde haar auditorium op een wel
gekozen programma van mooie stukjes
literatuur.
Achtereenvolgens las zij voor
Kermisreizigersvan Justus v. Mau-
rik Jr.'i Jurkje van Wertheim
Meester's StrafRijtoertje xan Van
Zeggelen en Een pleizierige nacht
van Justus van Maurik Jr. Wat zou
wel het meest hebben geboeid
Was het de humor uit het leven
der kermisreizigers? of de gevoelvolle
verzoeningsgeschiedenis van 't echt
paar, dat door 't aanschouwen van
'tjurkje hunner gestorven lieveling
weer in liefde wordt hereenigd, en,
niet meer scheiden wil....? Trof het
lieve schetsje Meester's Straf in het
bizonder, of zou de grappige rijtoer
historie het meeste sympathie hebben
gevonden
Mogelijk heeft ook van Maurik's
tintelende, komische volksschets Een
pleizierige nacht den aangenaamsten
indruk achtergelaten. Hoe het zij,
boeiend was alles, wat mej. Eggers
las, en dat 't publiek genoot, is zeker.
Geen oogenblik werd de aandacht
afgebroken en herhaaldelijk gaf een
luid en warm applaus van de inge
nomenheid der hoorders blijk.
Gaarne zullen wij de sympathieke
spreekster in dien kring" wederzien
en zoo zullen de mannen er ook wel
over denken.
Een feestavondje.
Men meldt ons
Zaterdag 1.1. werd door de feest
commissie van het genootschap „Mel
pomene en Thalia," die op 14 Januari
aan de vereeniging een krans aan
bood, een feestje aan de kinderen
bereid, welke den feestmarsch door
den heer C. D. Wagner op muziek
gezet, op dien avond zoo lief hebben
gezongen. Wij kunnen in éen woord
zeggen, dat die commissie eer van haar
werk heeft gehad. De kinderen wer
den gul getrakteerder was muziek
waarbij werd gedanst en er werden
lichtbeelden vertoond, die zeer in den
smaak vielen en voordrachten gehou
den, waarvan er twee „de Oude en
Nieuwe Tijd" en „Klein Kniertje,"
het eerste door de jonge juffrouwen
J. en C. Bosch en het volgende door
mej. Heuperman heel aardig werden
voorgedragen.
Het was intusschen al laat gewor
den en de kinderen gingen te IU'/ï
uur naar huis. De president, de heer
J. Lichtvoet, bedankte de commissie
bestaande uit de heeren J. v. Boek
hoven, Heuperman, de Koe, Smits,
Ter Horst, Zuidwijk en v. d. Boogaard
voor de moeite en zorg aan dit feestje
besteed. De heeren Wagner voor de
muziek en J. Mulder als balletmeester
werkten voor dit feestje belangloos
mede.
BBNNENL AND
üit de „Staats-Courant".
Kon. besluiten.
Mr. W. B. R. van Weideren baron
Rengers, gezantschapssecretaris der
tweede klasse by het departement van
buitenlandsche zaken, in die hoeda
nigheid bij Hr. Ms. gezantschap te
Berlijn.
Benoemd tot raadsheer in het ge
rechtshof te Amsterdam, mr. J. H.
van Goor, thans rechter in de arr.-
rechtbank aldaar.
Benoemd tot burgemeester: van
Cromvoirt, J. M. de Ruyter, secre
taris dier gemeente; van Itteren, A.
P. Scheepers, secretaris dier ge
meente; van Munstergeleen, J. P.
Donners; van Baardwijk, J. A. J.
van Heyst, secretaris dier gemeente
van Nuland en van Rosmalen, L. L,
M. A. Nieuwenhuyzenvan Hoog
vliet en van Poortugaal, A. van der
i Poest Clemen l, secretaris dier ge-
I meentenvan Haastrecht en van Vüst,
mr. J. T. C. Viruly, secretaris dier
gemeenten, van OotmarsumG. W.
Cramer; van Nieuwveen en Zeven
hoven, F. M. Baud, secretaris van
laatstgen. gemeente; van Ouderkerk
aan den IJsel, J. van Waning, secre
taris dier gemeente.
By het Departement van water
staat, handel en nijverheid benoemd
tot: administrateur, mr. J. W. S. A.
Versteeg, thans referendarisreferen
daris, jhr. E. van Citters, thans hoofd
commies; commies, P. L. Otten, K.
F. van Bylevelt en mr. J. B. Peyrot,
allen thans adjunct-commies; adjunct-
commies, M. H. Ullers, Z. T. de Jongh
van Arkel, H. W. Nicolaï Jr., J. W.
G. Coops jr., allen thans eerste-klerk
en mr. Ch. M. A. Byleveid, thans
volontair.
Het Kamerlid Van Kerkwijk is
sedert eenige dagen ongesteld. Zjjn
toestand is niet ernstig en de afge
vaardigde niet bedlegerig, maar hij
is vrij zwak.
De Klederdrachten-tentoon
stelling te Amsterdam.
De burgemeester van Amsterdam,
mr. A. Veiling Meinesz, heeft zich
bereid verklaard het eere-voorzitter
schap van de commissie voor eene
tentoonstelling van nationale kleeder-
drachten, ter gelegenheid van de in
huldiging van H. M. de Koningin, te
aanvaarden.
Verder is de commissie thans samen
gesteld als volgt:
P. van Eeghen, voorzitter; J. H.
v. Eeghen, penningmeester; mr. Joh.
M. Jolles, secretaris; mr. J. E. v.
Someren Brand, Ed. Cuypers, F.
Adama van Scheltema, A. J. M.
Brouwer Ancher, A. N. J. Fabius,
E. A. Lehman, H. J. Rahusen, jhr.
mr. C. J. den Tex, allen Amsterdam
en mr. J. W. Muller te Rotterdam.
Ten einde deze commissie in haar
taak behulpzaam te zjjn en voorlich
ting te geven, heeft zich eene com
missie van bjjstand gevormd, bestaande
uit de heeren prof. dr J. H. Gallée,
hoogleeraar te Utrecht; Chr. Bis
schop, kunstschilder te Scheveningen;
mr. A. C. Bondam, rijksarchivaris te
's-HertogenboschC. W. Bruinvis, te
Alkmaar; H. Ie Coultre, burgemees
ter van Bodegraven mr. J. A. Feitb,
rijksarchivaris te Groningen; J. A.
Flament, rijksarchivaris te Maas
tricht; F. A. Hoefer, archivaris te
Hattem. en Joh. Winkler alhier.
Houding tegen de politie.
Zondagmiddag werd een politie
agent te Amsterdam door een koetsier
der Amst. Omnibus-Maatschappij ge
waarschuwd, dat een korporaal der
vesting-artillerie, die in eenigszins
beschonken toestand verkeerde, met
een ander korporaal gebruik wilde
maken van de tram Dam—Linnaeus-
straat. De conducteur dier tram ver
zocht hem, dien korporaal te verwijde
ren, waarop bij dezen eenige malen
verzocht kalm zjjn weg te vervolgen
I en van de tram geen gebruik te maken.
'Toen de korporaal evenwel bleef wei
geren, waarschuwde de agent hem
nogmaals, doch eindelijk was hij ge
noodzaakt hem te arresteeren. De
korporaal rukte zich toen los en viel
daarbij op den grond, waarop de
agent hem optilde om hem naar het
bureau St. Pietershal over te brengen,
waartegen hjj zich verzette.
Plotseling gaf hij den agent een
tweetal klappen in het gelaat, waar-
dooi- diens neus begon te bloeden.
Het publiek, dat zich inmiddels ver
zameld had, riep den korporaal toe,
zich uit de voeten te maken, waarop
deze het op een loopen zette, waar
toe het publiek hem de noodige ruimte
verschafte.
Hoewel de agent hem direct ach
tervolgde, gelnkte het den korporaal
te ontkomen, omdat het publiek voor
den agent niet op zijde ging, zoodat
deze in zijne vervolging belemmer'd
werd.
Een onderzoek zal worden inge
steld, de agent zal den korporaal by
wederzien kunnen herkennen. De
tweede korporaal was op de aanma
ning van den agent kalm doorge-
loopen.
Automobilisme.
De heer Meyan is Zondag te vier
uur van Nymegea te Amsterdam aan
gekomen, in gezelschap van den heer
Aertnjjs. Men stapte in het Amstel-
hotel af, bracht daar den nacht door
en vertrok Maandagochtend te acht
uur, in de richting Utrecht.
Men weet, dat dit bezoek in ver
band staat met een wegwedstrijd
Parijs—Amsterdam, welks dezen zo
mer plaats moet hebben. Met het oog
hierop had zich reeds eenigen tjjd te
Amst. ee i commissie van voorberei
ding gevormd. Deze heeren hadden
den Franschman zoo hupsch mogelijk
willen ontvangen, terwijl het „Arena"
hem tot stalling zijner automobile
was afgestaan.
Zonderling genoeg hebben de heeren
Meyan en Aertnijs zich zonder eenige
kennisgeving aan de beleefdheden van
het comité onttrokken. Dat de Am
sterdamsehe heeren daar weinig over
gesticht waren, laat zich begrijpen
en dat het staaltje van anti Fransehe
hoffelijkheid nu niet zoo heel bevor
derlijk voor het slagen der plannon
is. ligt eveneens voor de hand.
Hbld.
Omtrent den brand in de Newton-
8traat te 's Gravenhage, waarbij Za
terdag een 4-jarig meisje om het le
ven kwam, verneemt men nader dat
het kind toen de onders de woning
verlieten, niet in huis was, maar op
straat liep te spelen. Op de een of
andere wijze heeft de kleine de deur
geopend en achter zich in het slot
getrokken. Zy schijnt toen te dicht
by de brandende kachel te zijn geko
men en heeft uit de kamer niet kun-
neu ontvluchten.
Er stonden Maandag niet minder
dan 20 personen terecht wegens land-
loopery. Onder dezen was een krach
tig 40-jarig man die wel wist hoe hij
zelf heette, maar de voornamen zijns
vaders niet kende,, noch den voor- en
familienaam zyner moeder. Waar zyue
onder woonden en of zij nog leefden
was hem evenmin bekend. „Kunt gij
dan soms ook een neef van den in
de stukken bedoelden persoon zijn?"
vroeg de voorzitter en 's mans "ant
woord luidde: O neen. mijn neef ken
ik niet dat weet ik zeker." Een an
der landlooper beweerde ongehuwd
te zyn, ofschoon uit de stukken bleek,
dat hij tweemaal getrouwd geweest
was: weduwnaar van de eerste, ge
scheiden van de tweede vrouw. „Dit
was hij werachies heelemaal verge
ten, Edelachtbaren." Bijna alle te
rechtstaan den hoorden van den voor
zitter het verwijt, dat uit het inge
steld onderzoek was gebleken, dat zy
hun ongeluk te wijten hadden aan
het voortdurend misbruik maken van
sterken drank. Er waren jonge krach
tige kerels bij, die al voor de zesde
en zevende maal tot opzending naar
de kolonie veroordeeld werden.
Landloopers.
Men schrijft uit Utrecht aan de
N. R. Ct.
Brand te Sappemeer.
Aangaande den brand in de lood
sen bij de stoomcartonfabriek te .Sap
pemeer van de firma Scholten, wordt
aan de N. Gr. Ct. nader gemeld:
De brand, die Zaterdagmiddag te
drie uur ongeveer ontstond, is uit
baldadigheid aangestoken met lucifers
door eenige jongens van plm. 11 a
12 jaar, waarvan een paar door den
opzichter der fabriek, den beer Sik-
kema, werden gegrepen. Terstond
werden pogingen in 't werk gesteld
om den brand te blussehen en de
brandweer per telefoon met 't onge
val in kennis gesteld. Spoedig wa
ren vele handen aan '1 werk, maar
nog spoediger breidde de brand zich
uit. Een tiental spuiten van Sappe
meer en Hoogezaud verschenen om
voor de fabriek en andere belendende
gebouwen zorg te dragen, want het
ging niet aan, het vuuri te blussehen.
Een hoop werd krachtig nat ge
spoten, maar men zag er geen heil
in. Zoo bleef de brand voortwoeke
ren in niet minder dan twee millioen
kilo pakstroo. Het was een onge
looflik schoon schouwspel, de vlam
men als lange, vurige tongen uit de
pakken stroo van alle kanten te zien
opryzen, alle kleuren van den regen
boog vértoonende door de oxydatie
der yzerdraden rondom de pakken,
lange nren achtereen en op uren af-
stands zichtbaar. Alles wat loopen
kon in Sappemeer en omgevende ge
meenten kwam samen, zoodat het
inderdaad „zwart van menschen" was.
Den geheelen nacht bleef men door
werken, en ieder spande zjjne krach
ten in om een handje mede te helpen
maar Zondag ochtend was nog alles
1 ééne vuurzee. Het laatste telegram,
j Zondagmiddag te één uur verzonden,
luidde„behalve het bespotene ligt
bijna alles plat gebrand. Het gevaar
is geweken, maar ook dezen (Zondag)
Naar het engélsch.
„Geef ze," en zij strekt haar handen smeekend uit,
„en bewijs ten minste, dat mijn arme vader geen dief
was
„Om je dan met Adare te laten trouwen
„O neen neen Daar dacht ik niet aan."
„Als ik doe wat gij mij vraagt," en hy komt dichter
naar haar toe, „wilt ge dan mijn vrouw worden?"
Hy wacht en wacht wacht nog steeds. Dan heft
zy haar hoofdje op. God alleen weet wat een strijd
zy in dit oogenblik te voeren had! Het zou zoo gemak
kelijk geweest zyn het hem te beloven en dan, als de
jnweelen in sir Lucien's bezit waren, haar belofte te
verbreken. Als zy naar hem opziet, is haar gelaat zoo
bleek en drukt zulk een wanhoop uit, dat Brian het
by'na niet meer kent. Nu heeft zij een besluit genomen.
„Neenzegt zij op zachten, droevigen toon.
Zyn neusvleugels trillen.
„En je zegt dit met zoo'n doodsbleek gezicht Heeft
je liefde voor hem je reeds zoover gebracht? Ik zeg
je dat de tyd zal komen, dat je blijde zult zyn alle ge
dachten aan hem op zijde te kunnen zetten en mjj te
trouwen
„Ik zal nooit jouw vrouw wordenzegt zy beslist.
Zy staan nog tegenover elkaar op het pad, als er
plotseling een schaduw op den weg valt. Amber's oogen
gloeien van verontwaardiging als zy ze naar sir Lucien
opslaat.
HOOFDSTUK XX.
„Een grauwe avondstond volgde op een grauwen dag,
waar alles, lucht en hemel, even grauw in zag."
„O, ja dat denk ik wel," zegt sir Lucien naar voren
tredend en zich tot Amber wendend. „Ik ben er zeker
van, dat je het doen zult." Hy heeft alleen den laatsten
zin van 't gesprek tusschen Deane en Amber verstaan.
„Ik denk het niet," koel.
„Als ik je de zaken eens goed uitleg," zegt sir Lu
cien nog zeer vriendelijk, „ben ik er zeker van, dat ge
van gevoelen zult veranderen. Het feit is daten
je neef" hy wyst naar Deane, „weet waar de familie-
steenen verborgen zijn, die mijn vader in een zwak
oogenblik aaD je moeder schonken
„Spaar u zelf de moeite verder te gaan," zegt Amber
met wonderlijke kalmte. Zij dankt God in stilte, dat hy
niet zien kan hoe onstuimig haar hart bonst. „Ik weet
er reeds alles vanMynheer Deane," met een blik op
Brian van onder haar half gesloten oogleden, die
hem had kunnen doen huiveren, „mijnheer Deane weet
waar de juweelen zich bevinden en den prijs, die by er
voor vraagt benik."
„Welnu," vervolgt zy zich tot hen wendend meteen
gelaat waarop verdriet en schrik staan te lezen, „ik ben
niet te koop
„Ge vergeet een ding," zegt sir Lucien volkomen
kalm. „Wij verlangen dat alleen van je om den naam
van je vader te zuiveren. Als mijnbeer Deane de jn
weelen aan mij kan geven, dan is je vader's onschuld
bewezen. Wanneer gij dezen neef, den achtenswaardig-
sten van al uw bloedverwanten huwt, heeft hy gezw.
beloofd mij de jnweelen direct te overhandigen. Ge be
grijpt dus nu hoe de zaken staan." Hy ziet haar nu
voor het eerst recht in het gelaat. „Stemt gy toe
„Neen," zegt Amber nog eens. Haar toon klinkt vas
ter en luider.
„Weigert gij!" Sir Lucien's gelaat, dat zooeven vol
komen onderworpenheid en minzaamheid uitdrukte,
wordt nu rood van gramschap. „Gy weigert? gij, die
zoo bezorgd waart over de eer van uw vader
„Mijn vader," zegt het jonge meisje kalm, „zou zijn
naam niet in eere hersteld willen zien ten koste van
het geluk van zyn kind. Daarvoor had hy my te lief. Gy,"
zy slaat haar oogen naar sir Lucien op, „gy, die nooit
iemand hebt liefgehad, kant dit natuurlyk niet be
grijpen.
„Hnchelaarster!" roept sir Lucien woedend. „Altyd
is het uw verlangen geweest je vader's naam in eer te
herstellen, en nn het oogenblik daar is, trekt gy je
terug."
„Ik ben geen huchelaarster," zegt het meisje hem
vast in het gelaat ziende, „en evenmin een vleister.
Maar ik geloof," zij gaat een paar stappen achteruit,
„dat ik beter doe met naai' huis te gaan. Brian," zegt
zy gebiedend tot Deane, „breng zoo spoedig mogelijk
de dogcart hier."
Juist wil sir Lucien dit bevel herhalen, als zyn blik
toevallig op Deane valt. Dit vreemde, terngstootende
en toch knappe gelaat ziet rood van woedeeen hevi
ger, gevaarlijker gramschap dan die zelfs door de af
wijzing van Amber was teweeggebracht, heeft die kleur
op zyn gelaat te voorschijn geroepen. De oude man be
grijpt de oorzaak. Een bcleediging, Amber aangedaan,
zal door dezen ruwen, onbesehaafden man zeer kwalijk
worden genomen.
„Neen, neen," roept sir Lucien uit met een gebaar
van zyn hand. „Ik mag niet toestaan," zich nu tot
Amber wendend, „dat een gast, myn nicht..." Amber
begrijpt de reden van zijn aarzeling, waarom hy zyn
trots fnuikt en een minachtend lachje speelt om haar
lieven mond. Haar moeder had zich ook bijwijlen huichel
achtig voorgedaan. Wat kwamen die broeder en zuster
veel in karakter overeen! Haar arme, oude vader ge
leek geen zier op henen dan zegt sir Lucien weer
„ik kan jou, myn nicht, niet veroorloven, myn huis te
verlaten, voordat de gestelde tyd verstreken is. Het is
volstrekt niet noodig je zoo driftig te makeD," gaat hy
tot Amber voort, die juist van het begin tot het einde
bijzonder kalm is gebleven. Maar mogelijk was hem dat
minachtende lachje niet ontgaan.
Zy zwygt Een hevige stryd woedt in haar binnenste