gehad en bet gevaarte op de lantaarn i verlossin! aer bakkerij ware terecht gekomen. Immers het bleek, dat zeer waar schijnlijk door boos opzet reeds Za terdagmorgen de bevestigingen ge deeltelijk waren losgemaakt, zoodat reeds in den loop van dien dag, waarop het grootst aantal werklieden in de bakkerij aanwezig is, het gevaar van omslaan heeft gedreigd. (Bakk. CL) Villapark te Naarden. Tusschen de Lambertus Horten- sius- en Commeniuslaan te Naarden zal door de heeren Jac. Smit en Richard een terrein ter grootte van 50,000 M- tot een villapark van 25 villa's worden aangelegd. Het park wordt doorsneden van wegen ter breedte van 8 M. en een hoofdweg (kortere verbinding met het station Naarden-Bussum) van 10 M. De aanleg der wegen zal binnen een jaar geschieden en deze na bestrating on middellijk voor het publiek worden opengesteld. Het park zal den naam Koningin Wilhelminapark dragen. Verkiezing te Deventer. Voor de a.s. verkiezing van een lid voor de Tweede Kamer in het district Deventer werden gisteren bij den burgemeester als candidaten op- Ïegeven de namen der heeren: Van lelden, Heemskerk en Van Loenen Martinet. Herinneringsboomen. Met gunstig advies zijn in de raads vergadering van Leeuwarden door borg. en weth. aangebracht twee aan biedingen: lo. van de Friesche Tuin bouw vereeniging, om op den dag der inhuldiging van Koningin Wilhelmina een lindeboom binnen die gemeente te plaatsen; 2o. van de vereeniging „Voor Vaderland en Oranje", om den te plaatsen boom door ijzeren hek werk te omgeven. Burgemeester en wethouders stellen tevens voor om den boom te doen plaatsen in het bloempark vóór het stadhuis. Een doodelijk schot. Omtrent het gebeurde tusschen mare chaussees uit IJzendijke en een paar dieven, waarvan in ons vorig nummer bericht is gegeven, schrijft men aan de „Middelb. Ct." uit IJzendijke: Nadat reeds maanden lang door de justitie pogingen werden aangewend om den, in onze streek befaamden en gevreesden dief Leo Millioen, vroeger wonende te Biervliet, thans te Eecloo, wiens aanhouding in het Algemeen Politieblad verzocht was, in banden te krijgen, is dat eindelijk Zaterdag avond omstreeks half tien uren ge lakt. De marechaussées onzer brigade, Adam en Van der Waal, lagen van af zeven uur in hinderlaag in den Koninginnenpolder onder Biervliet, toen z\j verkleumd van koude, drie mannen uit de richting van België zagen aankomen, onder wie zij Millioen, dio een geweer droeg, meenden te herkennen. De marechaussee Van der Waal had zich ontdaan van zijn over jas en schoenen, teneinde den strijd gemakkelijker te kunuen voeren en zoo noodig, den vluchteling pijlsnel achterna te kunnen zetten. In de door snede van den dijk hield het drietal stil om te beraadslagen, hoe zy hun voorgenomen rooftocht zouden ten uitvoer brengen. Geen onraad bemer kende. togen zij voort totdat zij, ge komen ter hoogte van de hinderlaag, onverwacht door onze wakkere man nen werden besprongen. Van der Waal, een forsch gebouwde kerel, greep den gespierden Millioen vast. Adam, van miuder herculische gestalte, maar vlug en sterk, pakte Van de Velde bij den kraag. De derde koos zonder aarzelen hot hazenpad. Een geweldige strijd ontstond. Go- durende tien minuten kroopen de vech tenden over eene lengte van dertien nabij wanende, riep schiet zij een vast loon van f 9 eischten. hem dood". Het beslissende oogenblikDit werd hun door den reeder ge was aangebroken want de krachten weigerd, waarop zij niet wilden ver- begonnen Van der Waal te begeven trekken naar zee. en Millioen was op het punt zich Alle beklaagden bekenden Dinsdag meester van zy'n revolver te maken, volmondig, daarby voorgevende dat Adam trok zyn revolver; het eerste 'zy op de voorwaarden van2pCt. der schot miste, maar het tweede trof hijnetto besomming geen behoorlijk loon Van de Velde boven het linkeroog; verdienden. de kogel vloog door het achterhoofd Het O. M., bij monde vau mr. de en Van de Velde zeeg neer. Zonder verder naar dezen om te zien kwam Adam zyn kameraad te hulp en na een bloedige worsteling werd einde lijk Millioen gekneveld. Toen consta teerden zy dat Van de Velde een lijk was. Met behulp van een in de nabijheid wonenden boer werd Millioen onder geleide van Adam, per rytuig naar IJzendijke vervoerd, terwijl de be waking van het lyk aan Van der Waal werd overgelaten. In den mor gen werd dit eveneens naar IJzen dijke overgebracht. Aanvankelijk was de verslagene aan de maréchaussees onbekondook Millioen verklaarde hem niet te ken nen, evenmin als den vluchteling, maar Zondagnamiddag maakte hy den naam van den doodo bekend, zonder even wel den anderen makker te willen noemen. Behalve geweer, revolver en mes hadden de roovers, twee oude beken den der justitie, die wegen en hoeven onveilig maakten, een bos groote en een bos kleine sleutels by zich. Onnoodig te melden, dat ouder de landbouwers een gevoel van verlich ting is ontstaan en dat men algemeen niets dau lof over heeft voor de kloeke daad der beide uiausehappeu. die de gevreesde boosdoeners met eigen doods verachting onschadelijk hébben ge maakt. Ongetwijfeld zal ook de over heid dat weten op pry's te stellen. Een bewijs van erkentelijkheid wacht hun van de zyde der boeren. Brand te Groningen. Te Groningen is het groote mode magazijn van den heer T. Veenstra eene prooi der vlammen geworden. Van ae behuizing staan nog alleen de naakte muren Huis en inboedel waren verzekerd. Letteren e« Kunst. Inhuldigingsfeesten. De dichter dr. Schaepman en de tooneelscbryver de heer Marcellus Emants, zijn door het uitvoerend comité voor de inhuldigingsfeesten te 's Gravenhage, uitgenoodigd huune let terkundige talenten voor den voorge nomen gala-kunstavond beschikbaar te stellen. Beiden hebben zich bereid verklaard de opdracht aan te nemendr. Schaep man tot het vervaardigen van de woorden voor een slotjubelzang, met de compositie waarvan do toonkun stenaar Richard Hol, zich welwillend zal belasten, de heer Emants tot het schrijven van eene dramatische voor dracht over een onderwerp uit Neêr- lands' geschiedenis, een en ander in samenwerking met het schilderkundig genootschap „Pulchri Studio", dat voor aansluitende tableaux vivants zorgt. Mr. J. E. Banck heeft als letter kundige zieh gekweten van de be reidwillig aangenomen opdracht tot het geven van den tekst eener feest cantate welke kort voor zyn onge steldheid in handen is gesteld van den componist mr. H. Viotta, die reeds vroeger op zich genomen had dit werk in muziek te brengen, maar welke taak door zyn ziekte onderbroken wordt. RECHTSZAKEN. Dienstweigering van visscliers. Voor de arrondissements-rechtbank Josselin de Jong, wees er in zyn requisitoir op, dat het op doze bekl. een vreemden indruk moet maken, dat zy strafbaar zyn voor een feit, dat in een ander deel der maatschappij niet strafbaar is, zooals werkstaking iu fabrieken of werkplaatsen. Doch by de scheepvaart behooren strengere bepalingen te dien opzichte te gelden, daar gewoonlijk groote tinancieele belangen daarmede ge moeid zyn. Het O. M. eischte tegen ieder hun ner 8 dagen gevangenisstraf. Alle bekl. achtten zich reeds gestraft, daar zy f 15 schade geleden hadden. Rijwieldie ven. Bij een smid in de St. Jacobsstraat te Amsterdam stonden 29 December in de werkplaats een achttal rijwielen, die den lust van drie mannen, waar van de een reeds met de gevangenis had kennis gemaakt, opwekten. Be sloten werd des nachts de smederij binnen te dringen door middel van een valschen sleutel. Dit geschiedde, en bij die gelegenheid werden vier fietsen medegenomen. Het schijnt dat dit plaats had door middel van een handkar, tenminste een der buren heeft met een kar hooren rijden. Andere bewoners der straat hebben drie man nen, waarvan een herkend werd, over dag en des avonds door de straat zien zwerven. De drie beklaagden, J. L. Lacroix, W. Smink en G. P. Smink ontkenden Dinsdag het hun ten laste gelegde. Wel erkende Lacroix, dat hy eenmaal op 29 December met de beide anderen in de St. Jacobsstraat is geweest. De get. Gosler, een uitdrager, ver klaart in den vroegen morgen door Lacroix nit zijn bed gehaald te zyn. Hem werd gevraagd of by rijwielen koopen wilde. Bekl. had ze toen in zyn kelder aan den Achterburgwal. Doch de weg liep onderlijk genoeg naar den Ouden Schans. De fietsen bleken te logeeren in een bierkelder aldaar. Nog enkele personen, die get. niet zou herkennen, waren in den kelder. De zaak kwam get. verdacht voor en ofschoon hij voor f 20 aan de vier fietsen een koopje kon hebben, bedankte hij voor de offerte. De houder van den bierkelder be vestigt, dat de drie beklaagden op den bewusten morgen van 30 December des mergens vroeg bij hem zyn ge komen. Lacroix kwam vooraan de beide Sminks volgden, ieder met twee fietsen. Twee zijn er weggegaan, en zijn teruggekomen met de koopwaar. Er is toen onderhandeld over den ver koop. De transactie lukte echter niet, en liet drietal ging weer met de rij wielen weg, die op de kar geladen werden, waarmede zy gekomen waren. De volgende getuige, een koopman uit de Commelinstraat, heeft van de beide Sminks vier fietsen gekocht voor f50. Trots alle verklaringen blijven de beklaagden halsstarrig ontkennen. Het O. M. eischt tegen Lacroix 2 jaar, tegen de beide Sminks ieder 1 jaar gevangenisstraf. Een postconducteur vrijge sproken. Het gerechtshof te Amsterdam heeft Dinsdag uitspraak gedaan in de zaak tegen Heerde Palmer, den postcon ducteur, die terecht stond wegens het ontvreemden van geldswaarde uit ge sloten pakketten, hem ter behandeling toevertrouwd. Het vonnis van de recht bank, waarbij de bekl. werd vryge sproken, werd door het bof bevestigd. meters als palingen over den grond.te Rotterdam stonden Dinsdag een Millioen verloor daarby zyn geweer7.^1 visschers terecht, die zich den en trachtte uit een zijner broekzak-31 1.1. ten overstaan van den ken zyn revolver, die met vier kogelswaterschout te Schiedam verbonden geladen was, of zyn mes te voorschijn hadden ter haringvisschery mede te te halen, in welke pogingen hy ge- ?aan met het Ned. zee visschers vaar- stadig verhinderd werd. terwijl hy tuig De Schie der reedery .,De Hoop" tevergeefs beproefde Van der Waal te Schiedam, ouder de knie te krygen. Zij hadden zich gemonsterd zonder Adam worstelde intusschen niet min- vast loon, doch tegen 2 pCt. der netto der hevig met Van de Velde die, ge- besomming. lukkiger dan zyn collega Millioen, q>oen zjj volgens deze voorwaarde treffende de ontvoering van de min- zich wist los te rukken en naar het een rei3 gémaakt hadden, kwam hun derjarige Johanna Holkenbrink uit eweer van dezen greep. Millioen, de (j[t zeer onvoordeelig voor, waarom het gesticht „De Goede Herder" te Het gerechtshof te Amsterdam ver oordeelde Dinsdag het echtpaar Boers wegens misba' deling van de zeven tienjarige dochter tot 7 maanden ge vangenisstraf en 5 jaar ontzetting uit de ouderlijke macht. Eene schaking. Dinsdag werd voor de rechtbank te Almeloo de zaak behandeld be- Ambt-Almeloo in het begin van No vember jl. Tegen den eersten bekl. beschuldigd van het ontvoeren der minderjarige zonder den wil harer ouders doch met hare toestemming, werd zes maanden gevangenisstraf geëiseht. Tegen de drie medeplichti gen werd voor elk vier maanden ge vangenisstraf geëiseht. GEMENGD NIEUWS Het proces—Zola. Dinsdag werd te Parys dit proces voortgezet. Omtrent het verloop der zitting van dien dag, wordt het vol gende gemeld Van tien uur af is de Place Dau- phiné zeer druk. Een divisie-commis saris verdeelt zyn agenten. Het pu bliek dat op de Place Dauphiné staat, wordt teruggedrongen aan den kant van den Pont Neut en den Pont du Change. Men ziet generaal Pellieux in civiel met zijn vrouw aankomen, mevrouw Dreyfus en haar broeder Hadamard, Rochefort en Reinach. Rochefort komt om vyf minuten vóór half elf en gaat snel het paleis van justitie binnen. Zoodra hy op de trap is, hoort men druk geroep „Leve Rochefort 1" Deze neemt zijn hoed af. Velen spreken hem aan. In een ander gedeelte van de zaaA vertelt Reinach ironisch: „De wending van do debatten lykt my zeer duidelijkmen wil het licht uitdooven." Zola met Labori en Clémenceau komt over den Boulevard du Palais en gaat de kleine deur binnen. Nie- maud in de straat merkt dat hy bin nengaat. Nooit is het by het paleis zoo vol geweest als vandaag. De deur die voor de magistraten en juryleden is gereserveerd, wordt bestormd door een groote menigte dames van magistraats personen. Om twintig minuten voor twaalven zyn de deuren nog niet geopend. De getuigen komen aliengskens. De deuren worden geopend om tien minuten voor twaalven. De dichte menigte dringt vooruit. Het gedrang is onbeschry felijk. Het publiek stroomt naar de zaal van de assises. Men moet zich met ellebogen en vuisten een weg banen door de zenuwachtige menigte. Zola komt om kwart voor twaal ven. Zyn komst geeft aanleiding tot raanifestatiën in verschillenden zin. Op het geroep „Leve Zola!" dat sommigen uitstooten antwoorden an deren: „Weg met Zola!" Wie zich los kan rukken, wil de zaal binnen dringen, die reeds bijna geheel vol is. Vrouwen worden verdrongen door aankomenden, die op bankjes klim men. De zaal biedt een ongehoord schouwspel aan. Het leven is oorver - doovend. De bedienden zyn eenige oogenblikken onmachtig om de orde te handhaven. De zaal is zoo vol, dat de presi dent een deel van het publiek beveelt weg te gaan. Dit protesteert. Om 12 uur 25 in. wordt de zitting! geopend. De president leest een brief van Esterhazy voor, die weigert te verschijnen. Labori zegt dat men hem uit kieschheid heeft opgeroepen. Clé menceau dringt er uit naam van den directeur van de Aurore op aan, dat Esterhazy gehoord wordt. De getuigen worden opgeroepen. Het hof, beslissende op de conclusiën van de verdedigers, gelast dat de zieke getuigen opnieuw zullen wor den gedagvaard na het bezoek van den dokter. Andere getuigen zeilen morgen weer worden gedagvaard en zullen moeten verschijnen om verhoord te worden. By de opening van het verhoor herstelde de rust zich spoedig. In zyn brief aan den president zegt Es terhazy dat by, door Mathieu Drey fus beschuldigd van het misdrijf van hoogverraad, met algemeene stemmen vry/esproken is door den krygsraad. Heden ontving hy een brief van een particulier, genaamd Emile Zola, die hem oproept als getuige. Hy is van oordeel aan deze oproeping niet tej moeten beantwoorden, en laat het aan j het hof en de jury over, de redenen j te beoordeelen die hem zijn gedrags-1 lyn voorschrijven. Antwoordend op het voorgelezene zegt mr. LaboriGisteren was Es- terhazy hierheden heeft hy zieh bedacht. Het was om redenen van groote delicatesse dat wy gemeend hebben hem hier te moeten roepen. Clémenceau, uit naam van den gé rant der Aaroredringt er op aan dat Esterhazy gedwongen worde te verschijnen, desnoods met geweld. De deurwaarder gaat over tot het afroepen der namen van de getuigen. Besiissend op de gisteren door de verdediging ingeleverde conclusiën, beveelt het hof dat de getuigen die ziek zyn bezocht zullen worden door een dokter, en wederom opgeroepen zullen worden, zoodra zy weer kun nen uitgaan. Wat de overige getui gen betreft, deze zullen opnieuw wor den opgeroepen voor morgen en moe ten verschijnen om gehoord te wor den. Mevrouw Dreyfus wordt vervolgens gehoord. Zy is gekleed in het zwart, is zeer bleek en zeer aangedaan. De president zegt: welke vragen wenscht u te stellen? Mr. Labori antwoordt: Wat denkt gy, mevrouw, van de goede trouw van Emile Zola? En kunt gy ons zeggen onder welke omstandigheden u in 1894 door Du Paty de Clam konnis hebt gekregen van de inhech tenisneming van uwen echtgenoot? De president zegtik kan deze laatste vraag niet stellen. Emile Zola, opstaande: ik wensch eenvoudig behandeld te worden als een moordenaar en een diefzy heb ben altijd het recht van verdediging, my echter bindt men de handen, mij slaat men, mij beleedigt men op straat; een gemeene pers sleept my door het slyk ik wil het bewijs leveren en dit wordt mij geweigerd. Ziet, myn- heeren juryleden, welk een toestand we nu hebbenik wil myn getuigen doen hooren, en daar verzet men zich tegen 1 De president, in de rede vallend: Gij kent de wet. Zola roept uitik kan de wet niet, en ik wil haar voor dit oogenblik niet kennen. (Hevig rumoer onder het publiek). Labori zegt dat hy de conclusies zal deponeeren betreffende de vragen die hy wil stellen. De president: deponeer als gy wilt, maar ik zal geen enkele vraag toela ten die vreemd is aan de genoemde, en die zou kunnen leiden tot de revi sie der zaak-Dreyfus, waarin wettig vonnis is gewezen. Labori roept uit: tegenover de obstructie die wy ondervinden (Kreten: neen, neen ja, ja, heel goed). In ons aller belang zal ik den presi dent vragen ons wet te willen aan geven welke middelen wy moeten ge bruiken. De president„Dat gaat ons niet aan." Labori vraagt vervolgens dat de te stollen vragen zullen worden overge geven aan den griffier om er nota van te nemenhet"-' hof zou er dan over kunnen beraadslagen en de aan de getuigen te stellen vragen aanduiden. De president„Deel uwe conclusies mede, dan zal het hof ze onderzoe ken." De zitting wordt te l1/* uur opge heven, ten einde aan de verdedigers gelegenheid te geven hunne conclu sies op te stellen. (In de zaal groote beweging.) Terwijl de zitting geschorst is heerscht er een oorverdoovend tumult in de zaalallen redeneeren harts tochtelijk, men ziet niets dan roode, opgewonden gezichten eu heftige ge baren. [ntns3chen is mevrouw Drey fus, die zich in de getuigenzaal had teruggetrokken, aan een heftige crisis ten prooi, zy is in tranen uitgebarsten. Bij de hervatting der zitting draagt Labori zyn conclusiën voor, welke do strekking hebben dat verschillende vragen gesteld zullen worden aan mevrouw Dreyfus, wegens de zeer booge belangen die ermede gemoeid zijn, en ter vrijwaring van de rechten der verdediging. Deze vragen betreffen mevrouw Dreyfus' meening over Zola's trouw, j hare' meening over de wettig- of on wettigheid van het onderzoek tegen! haar man, vragen om mededeelingen betreffende het bezoek van Paty de! Clam in hare woning en ten slotte deze: Wat denkt gy van het zedelyk gedrag j van uw man en heeft hy niet altijd verzekerd een slachtoffer van eene j afschuwelijke samenspanning te zyn. De advocaat-generaal zegt dat bet feit, uitdrukkelijk door de conclusiën bedoeld, van onwettigheden die plaats gehad zouden hebben, niet in aanmer- king geaomen kan worden. Gy hebt gezegd dat gy de wet niet kent, wel nu, wij kennen haar eu zullen haar doen eerbiedigen. (Langdurige bewe ging) Na heftige protesten van Labori tegen de obstructie die hy ontmoet, verklaart Zola, zich geheel en al te onderwerpen aan de wet en aan de justitie. Hy verwacht dat recht ge daan zal worden. „Ik zal niet iu op stand komen, zegt hy, tegen do wet, wèl weet ik dat ik boven huichel achtige handelwijzen verheven ben." Er wordt geroepen bravobravo Toejuichingen barsten los, beantwoord door gemor. Het hof verwerpt do conclnsiën van de verdediging en verklaart dat «reen vraag, die buiten de debatten staat, gesteld zal mogen worden. De advocaat Leblois wordt ver hoord. Deze legt nu uit dat luit.-kolonel Piequart, te Sousse dreigbrieven van een officier ontvangen hebbende, er toe kwam hem, ten behoeve van zyn verdediging, iets te zeggen over de Dreyfus-zaak. Leblois was uiterst ver rast door hetgeen hy hoorde, en ging toen zelf op inlichtingen uit, en üeheu- rer-Kestner, ziende dat bij op de hoogte van de zaak was, vroeg hem naar hetgeen hy vernomen had. Leblois vertelde Bcheuror toen van de brieven, aan Piequart geschreven door generaal Gonse; öcheurer las ze eu werd overtuigd van Dreyfus'' onschuld. Hy is sedert by die meening gebleven. Ik bracht hem op het denk beeld, zeide Leblois, den minister van justitie te vragen om cassa tie van het proces van 1894, daar er een geheim stuk aan den krygs raad medegedeeld zou zyn, maar by gebreke van materieele bewjjzen han delde hy niet dadelijk. Hy vertrok met de vacantie. By zyn terugkomst deed Scheurer- Kestner stappen by dering en Piequart werd op de hoogte gebracht van het geen er tegen hem op touw gezet werd. Leblois sprak vervolgens over de „Speranza" onderteekende telegram men, die naar Tunis gezonden waren.. De toestand was zoo ernstig dat het mij toescheen, zegt Leblois, dat de regeering in de zaak gemoeid moest worden. Trarieux belastte zich daar mede, en toen hy my het antwoord gebracht had, diende ik een klacht in by de justitie. By het vertrek van Piequart naar Tunis betuigden zyn chefs hem veel sympathie, en hy' scheen niet in on genade gevallen te zijn. Hy vroeg my, het kiezen van het gunstige oogen blik aan hem over te laten. De brieven hadden ten doel, Pie quart te compromitteeren. Een ervan was geopend Jen overgeschreven aan het ministerie van oorlog; een andere werd onderschept, en eerst zoor kort geleden heeft Piequart. Mr. Labori vraagt: Wat stond er in de telegrammen? Leblois geeft na eene mededeeling daarvan te kennen, dat liet bewezen is voor den raad van onderzoek dat Piequart volstrekt vreerad is aan al die valsebhedeu. De voorzitter: Wat weet gy daar van Leblois: Ik heb getuigenis afge legd voor den raad van onderzoek. De voorzitter: Gy zyt daar niet voortdurend tegenwoordig geweest. Leblois: Ik weet dat Piequart op dit punt volkomen gerechtvaardigd is. Hierna komen de gesluierde dame en de verloren brief ter sprake. Labori. over de telegrammen spre kend, zegt: Wy willen bewyzen dat de gesluierde dame gekomen is uit de omgeving van dn Paty, of van de bureaux van het ministerie van oor log. Scheurer-Kestner wil brieven van generaal Gonse voorlezen. De voor zitter verzet zich daartegen, waarop Clémenceau zegt dat de brieven niet in de dagvaarding opgenomen zijn, omdat generaal Luxer ze om zoo te zeggen geeonfiskeerd heeft in den raad van onderzoek. Zonder ze ge heel te mogen lezen, krijgt «Scheurer ten laatste toch verlof, er een over zicht van te geven. In een brief van 7 September 1896 schreef Gonse aan PiequartZet de enquête met de grootste omzichtig heid voortik geloof niet dat hét goed zou zyn, feperts in deze zaak te mengen. Picq._ irt antwoorddeIk zal uw aanwijzingen volgen, maar de lieden die overtuigd zyn, dat raea zich tegenover hen vergist heeft, in 1894, zullen gerucht makenhet zou beter zyn dadelyk recht te doen in de zaak, ten einde schandaal te ver van dien deugniet hield maar nuLuister nu eens," vrijmoedig. „Laat hier een eind aan komen. Wordt gy zyn vrouw „Zijn vrouw Natuurlijk niet," opgewonden. „Waar zie je mjj voor aan „Wil je," plagend, „dan met my trouwen?" Juffrouw A dare fronst de wenkbrauwen en ziet hem even aan. „Ik moet zeggen, dat je langen tyd noodig hebt ge had om hiertoe te besluiten!" zegt zy. Sir Lucien heeft besloten zijn neven en Dichten eeni- gen tijd later in zyn eigen brougham te volgen, welk f)lan door zyn gasten luide was toegejuicht. Hij kwam aat, want men zat reeds aan het souper, maar mevrouw, hem ziende aankomen, slipte toch even weg om hom te begroeten. Zij is er zich volkomen onbewust van, dat hij haar verafschuwt en dikwijls heeft zij zelfs gezegd, dat het haar '400 spijt den armen Lucien niet ineer te kunnen bezoeken, om hem een beetje op te vroolyken, want by is dikwijls zoo „byp", zooals zy zegt. Hier bedoelt zy mede, volgens Amber, neerslachtig. De meeste van mevrouw's gezegden houden niet veel in. En dit is een lijfspreuk van haar. „Zoo, zyt ge daar? Beter laat dan nooit!" roept zij op baar uitbundige manier, die hy zoo verafschuwt. „Daar ben ik blij om monter je maar een beetje op. Niets is zoo goed voor de lever als vroolykheid. En ik ben er van overtuigd, dat je gallig zyt. Hebt gy ge probeerd..." „Mijn lever," valt sir Lucien haar in de rede, meteen ijskouden blik, die op ieder ander dan mevrouw Flaherty eenige uitwerking zou gehad hebben, „is precies zooals vroeger. Zy is nog even lang en breed en zit, zoover ik kan beoordeelen, op dezelfde plaats. Ik vertel u dit om 11 gerust te stellen, ofschoon ik het geen betamelijk onderwerp vond. Ik wil u o^k zeggen, dat ik geen mid delen noodig heb of kuren behoef te doen." „Dat verheugt me uitermate," zegt mevrouw joviaal. „Op myn woord, ik verbeeldde my, dat die gele tint van uw oogwit iets ziekelijks was Sir Lucien verschiet van kleur. Hij is op zyn wijze ijdel en heeft zich zelf altijd voor een bijzonder knappen man gehouden. „Welnu," met een triumfeeren- den blik in het rond, „wat zegje wel van myn gasten?" Er waren slechts weinig genoodigden. „Ge houdt van een gemengd gezelschap, denk ik," zegt hy op zyn gewone vriendelijke manier en met een minachtenden blik op enkele aanwezigen. Maar mevrouw is niet vatbaar voor zijn sarcasme. Zy neemt zyn op merking voor goede munt op. „Een compliment van u, sir LucienIk had nauwe lijks durven hopen, dat gy," zy maakt bij deze woor den een beweging als om hem een duwtje in de zy te geven, die hy ontwijkt, „zoo'n oude vrouwenhater, zoudt komenKijk, daar zit de oude lady Kilburn, aan de overzyde ziet ge haar? in een gloednieuw wit sa- tynen toilet. Bedenk dat zy een débutante is, ofschoon zy uw leeftijd heeft. Vraag haar ten dans voor de vol gende lancier. Toe nu. Het zal jelui beiden goed doen. Ga nu. Haar japon komt dan tot zijn recht en voor menschen, die aan de lever lijden is niets zoo goed als dansen. Lieve hemel, waar is do man nu Lucien 1 Lu cien 1 Hoe goed van hem om haar te gaan vragen." Bij deze woorden keert sir Lucien, die nu een eind van haar verwijderd is, zich om, en werpt haar een blik toe, die zelfs door haar olifantshuid heendringt. „De hemel sta ons bij," zegt zy tot zichzelf, „hij is er nog slechter aan toe, dan ik vreesde. Hy mag dau zeggen wat hy wil, maar als hy bytyds van die kleine.... OAmber, lieveling ben je daar weer, en wat ziet ge er lief uit. Ik hoop, dat ge goed voor haar zorgt, mijn heer Everard?" „Ik weet het niet," zegt Everard voornaam en vol komen bedaard. „Dat moet u maar eens aan juffrouw O'Conuell vragen." „O 1 het was een verrukkelijke dans," zegt Amber, haar handje op mevrouw's arm leggend, die het met haar groote, grove vingers bedekt en liefkoozend streelt. „O 1" met een tevreden zuchtje, „ik voel my zoo gelukkig." „Ik hoop, dat je het nog lang moogt blijven 1" zegt mevrouw met warmte. „Ik zie, dat jc mevrouw „ik weet niet" heb medegebracht." (Zy heeft Dolly nog niet ver geven.) „Zy is slecht gezelschap voor zulk een kind als gy. Vindt ge ook niet, mynheer Everard Zij mag my wijsmaken, dat zy niet weet wanneer haar echtgenoot thuiskomt, ik voor my geloof, dat zy er zeker van is, dat bij voor goed wegblijft, indien zij er teuminste niet met den een of ander van doorgaat en zoo het terrein voor hem vry maakt." „O 1 mevrouwNeen," roept Amber verschrikt uit. „Zfi is een vriendelijke, aardige vrouw. Zy is...." „Een conglomeraat van leugens en kurenGa nu maar heen. Praat me niet meer van mevrouw „ik weet niet", maar wees innig dankbaar, dat ge niet op haar gelijkt." Zy loopt vlug op een groote vrouw toe, van wie zij zeer verlangend is te weten te komen, waarom haar zoon 'zoo plotseling buitenslands is gegaan. Everard ziet Amber aan. „Zy begrijpt haar niet. Zij is vooringenomen tegon haar. Mrs Clarence is even zoo goed als zy groot is," zegt hy langzaam. I „Hoe ernstigAmber lacht. „Alsof ik dat niet wist.. Maar mevrouw heeft enkele menschen, waar zy altijd Jets op te zeggen heeft." I „Ga mede naar de bibliotheek een weinig rust zal I ons beiden goed doen," zegt Everard plotseling. Een gevoel, zooals hy nog nooit te voren gekend heeft, door stroomt zyn borst. Het is de eenige reine hartstocht, die hem ooit bezielde, en dio heeft dit kind, dat alle I menschen goed vindt, en van de slechtheid der wereld niets afweet, by hem opgewekt. In elk geval heeft hy haar, aangaande Dolly, geen leugen verteld. Zy aarzelt. De toneE van een wals ruischen door do balzaal. Maar zij heett ade dansen medegemaakt, een weinig rust zal dus niet kwaad zyn. „Ah!" zegt hij. „Ik moet aw gezelschap missen, dat begrijp ik wel. Voor my, die zooveel ouder is, zyn deze vermaken niet zoo aanlokkelijk meer." Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2