gehad en bet gevaarte op de lantaarn i verlossin!
aer bakkerij ware terecht gekomen.
Immers het bleek, dat zeer waar
schijnlijk door boos opzet reeds Za
terdagmorgen de bevestigingen ge
deeltelijk waren losgemaakt, zoodat
reeds in den loop van dien dag, waarop
het grootst aantal werklieden in de
bakkerij aanwezig is, het gevaar van
omslaan heeft gedreigd.
(Bakk. CL)
Villapark te Naarden.
Tusschen de Lambertus Horten-
sius- en Commeniuslaan te Naarden
zal door de heeren Jac. Smit en
Richard een terrein ter grootte van
50,000 M- tot een villapark van 25
villa's worden aangelegd. Het park
wordt doorsneden van wegen ter
breedte van 8 M. en een hoofdweg
(kortere verbinding met het station
Naarden-Bussum) van 10 M. De
aanleg der wegen zal binnen een jaar
geschieden en deze na bestrating on
middellijk voor het publiek worden
opengesteld. Het park zal den naam
Koningin Wilhelminapark dragen.
Verkiezing te Deventer.
Voor de a.s. verkiezing van een
lid voor de Tweede Kamer in het
district Deventer werden gisteren bij
den burgemeester als candidaten op-
Ïegeven de namen der heeren: Van
lelden, Heemskerk en Van Loenen
Martinet.
Herinneringsboomen.
Met gunstig advies zijn in de raads
vergadering van Leeuwarden door
borg. en weth. aangebracht twee aan
biedingen: lo. van de Friesche Tuin
bouw vereeniging, om op den dag der
inhuldiging van Koningin Wilhelmina
een lindeboom binnen die gemeente
te plaatsen; 2o. van de vereeniging
„Voor Vaderland en Oranje", om den
te plaatsen boom door ijzeren hek
werk te omgeven. Burgemeester en
wethouders stellen tevens voor om
den boom te doen plaatsen in het
bloempark vóór het stadhuis.
Een doodelijk schot.
Omtrent het gebeurde tusschen mare
chaussees uit IJzendijke en een paar
dieven, waarvan in ons vorig nummer
bericht is gegeven, schrijft men aan de
„Middelb. Ct." uit IJzendijke:
Nadat reeds maanden lang door de
justitie pogingen werden aangewend
om den, in onze streek befaamden en
gevreesden dief Leo Millioen, vroeger
wonende te Biervliet, thans te Eecloo,
wiens aanhouding in het Algemeen
Politieblad verzocht was, in banden
te krijgen, is dat eindelijk Zaterdag
avond omstreeks half tien uren ge
lakt.
De marechaussées onzer brigade,
Adam en Van der Waal, lagen van
af zeven uur in hinderlaag in den
Koninginnenpolder onder Biervliet,
toen z\j verkleumd van koude, drie
mannen uit de richting van België
zagen aankomen, onder wie zij Millioen,
dio een geweer droeg, meenden te
herkennen. De marechaussee Van der
Waal had zich ontdaan van zijn over
jas en schoenen, teneinde den strijd
gemakkelijker te kunuen voeren en
zoo noodig, den vluchteling pijlsnel
achterna te kunnen zetten. In de door
snede van den dijk hield het drietal
stil om te beraadslagen, hoe zy hun
voorgenomen rooftocht zouden ten
uitvoer brengen. Geen onraad bemer
kende. togen zij voort totdat zij, ge
komen ter hoogte van de hinderlaag,
onverwacht door onze wakkere man
nen werden besprongen. Van der Waal,
een forsch gebouwde kerel, greep den
gespierden Millioen vast. Adam, van
miuder herculische gestalte, maar vlug
en sterk, pakte Van de Velde bij den
kraag. De derde koos zonder aarzelen
hot hazenpad.
Een geweldige strijd ontstond. Go-
durende tien minuten kroopen de vech
tenden over eene lengte van dertien
nabij wanende, riep schiet zij een vast loon van f 9 eischten.
hem dood". Het beslissende oogenblikDit werd hun door den reeder ge
was aangebroken want de krachten weigerd, waarop zij niet wilden ver-
begonnen Van der Waal te begeven trekken naar zee.
en Millioen was op het punt zich Alle beklaagden bekenden Dinsdag
meester van zy'n revolver te maken, volmondig, daarby voorgevende dat
Adam trok zyn revolver; het eerste 'zy op de voorwaarden van2pCt. der
schot miste, maar het tweede trof hijnetto besomming geen behoorlijk loon
Van de Velde boven het linkeroog; verdienden.
de kogel vloog door het achterhoofd Het O. M., bij monde vau mr. de
en Van de Velde zeeg neer. Zonder
verder naar dezen om te zien kwam
Adam zyn kameraad te hulp en na
een bloedige worsteling werd einde
lijk Millioen gekneveld. Toen consta
teerden zy dat Van de Velde een lijk
was.
Met behulp van een in de nabijheid
wonenden boer werd Millioen onder
geleide van Adam, per rytuig naar
IJzendijke vervoerd, terwijl de be
waking van het lyk aan Van der
Waal werd overgelaten. In den mor
gen werd dit eveneens naar IJzen
dijke overgebracht.
Aanvankelijk was de verslagene
aan de maréchaussees onbekondook
Millioen verklaarde hem niet te ken
nen, evenmin als den vluchteling, maar
Zondagnamiddag maakte hy den naam
van den doodo bekend, zonder even
wel den anderen makker te willen
noemen.
Behalve geweer, revolver en mes
hadden de roovers, twee oude beken
den der justitie, die wegen en hoeven
onveilig maakten, een bos groote en
een bos kleine sleutels by zich.
Onnoodig te melden, dat ouder de
landbouwers een gevoel van verlich
ting is ontstaan en dat men algemeen
niets dau lof over heeft voor de kloeke
daad der beide uiausehappeu. die de
gevreesde boosdoeners met eigen doods
verachting onschadelijk hébben ge
maakt. Ongetwijfeld zal ook de over
heid dat weten op pry's te stellen.
Een bewijs van erkentelijkheid wacht
hun van de zyde der boeren.
Brand te Groningen.
Te Groningen is het groote mode
magazijn van den heer T. Veenstra
eene prooi der vlammen geworden.
Van ae behuizing staan nog alleen
de naakte muren
Huis en inboedel waren verzekerd.
Letteren e« Kunst.
Inhuldigingsfeesten.
De dichter dr. Schaepman en de
tooneelscbryver de heer Marcellus
Emants, zijn door het uitvoerend
comité voor de inhuldigingsfeesten te
's Gravenhage, uitgenoodigd huune let
terkundige talenten voor den voorge
nomen gala-kunstavond beschikbaar
te stellen.
Beiden hebben zich bereid verklaard
de opdracht aan te nemendr. Schaep
man tot het vervaardigen van de
woorden voor een slotjubelzang, met
de compositie waarvan do toonkun
stenaar Richard Hol, zich welwillend
zal belasten, de heer Emants tot het
schrijven van eene dramatische voor
dracht over een onderwerp uit Neêr-
lands' geschiedenis, een en ander in
samenwerking met het schilderkundig
genootschap „Pulchri Studio", dat
voor aansluitende tableaux vivants
zorgt.
Mr. J. E. Banck heeft als letter
kundige zieh gekweten van de be
reidwillig aangenomen opdracht tot
het geven van den tekst eener feest
cantate welke kort voor zyn onge
steldheid in handen is gesteld van den
componist mr. H. Viotta, die reeds
vroeger op zich genomen had dit werk
in muziek te brengen, maar welke
taak door zyn ziekte onderbroken
wordt.
RECHTSZAKEN.
Dienstweigering van visscliers.
Voor de arrondissements-rechtbank
Josselin de Jong, wees er in zyn
requisitoir op, dat het op doze bekl.
een vreemden indruk moet maken,
dat zy strafbaar zyn voor een feit,
dat in een ander deel der maatschappij
niet strafbaar is, zooals werkstaking
iu fabrieken of werkplaatsen.
Doch by de scheepvaart behooren
strengere bepalingen te dien opzichte
te gelden, daar gewoonlijk groote
tinancieele belangen daarmede ge
moeid zyn.
Het O. M. eischte tegen ieder hun
ner 8 dagen gevangenisstraf. Alle
bekl. achtten zich reeds gestraft, daar
zy f 15 schade geleden hadden.
Rijwieldie ven.
Bij een smid in de St. Jacobsstraat
te Amsterdam stonden 29 December
in de werkplaats een achttal rijwielen,
die den lust van drie mannen, waar
van de een reeds met de gevangenis
had kennis gemaakt, opwekten. Be
sloten werd des nachts de smederij
binnen te dringen door middel van
een valschen sleutel. Dit geschiedde,
en bij die gelegenheid werden vier
fietsen medegenomen. Het schijnt dat
dit plaats had door middel van een
handkar, tenminste een der buren heeft
met een kar hooren rijden. Andere
bewoners der straat hebben drie man
nen, waarvan een herkend werd, over
dag en des avonds door de straat zien
zwerven.
De drie beklaagden, J. L. Lacroix,
W. Smink en G. P. Smink ontkenden
Dinsdag het hun ten laste gelegde.
Wel erkende Lacroix, dat hy eenmaal
op 29 December met de beide anderen
in de St. Jacobsstraat is geweest.
De get. Gosler, een uitdrager, ver
klaart in den vroegen morgen door
Lacroix nit zijn bed gehaald te zyn.
Hem werd gevraagd of by rijwielen
koopen wilde. Bekl. had ze toen in
zyn kelder aan den Achterburgwal.
Doch de weg liep onderlijk genoeg
naar den Ouden Schans. De fietsen
bleken te logeeren in een bierkelder
aldaar. Nog enkele personen, die get.
niet zou herkennen, waren in den
kelder. De zaak kwam get. verdacht
voor en ofschoon hij voor f 20 aan de
vier fietsen een koopje kon hebben,
bedankte hij voor de offerte.
De houder van den bierkelder be
vestigt, dat de drie beklaagden op den
bewusten morgen van 30 December
des mergens vroeg bij hem zyn ge
komen. Lacroix kwam vooraan de
beide Sminks volgden, ieder met twee
fietsen. Twee zijn er weggegaan, en
zijn teruggekomen met de koopwaar.
Er is toen onderhandeld over den ver
koop. De transactie lukte echter niet,
en liet drietal ging weer met de rij
wielen weg, die op de kar geladen
werden, waarmede zy gekomen waren.
De volgende getuige, een koopman
uit de Commelinstraat, heeft van de
beide Sminks vier fietsen gekocht
voor f50.
Trots alle verklaringen blijven de
beklaagden halsstarrig ontkennen.
Het O. M. eischt tegen Lacroix 2
jaar, tegen de beide Sminks ieder 1
jaar gevangenisstraf.
Een postconducteur vrijge
sproken.
Het gerechtshof te Amsterdam heeft
Dinsdag uitspraak gedaan in de zaak
tegen Heerde Palmer, den postcon
ducteur, die terecht stond wegens het
ontvreemden van geldswaarde uit ge
sloten pakketten, hem ter behandeling
toevertrouwd. Het vonnis van de recht
bank, waarbij de bekl. werd vryge
sproken, werd door het bof bevestigd.
meters als palingen over den grond.te Rotterdam stonden Dinsdag een
Millioen verloor daarby zyn geweer7.^1 visschers terecht, die zich den
en trachtte uit een zijner broekzak-31 1.1. ten overstaan van den
ken zyn revolver, die met vier kogelswaterschout te Schiedam verbonden
geladen was, of zyn mes te voorschijn hadden ter haringvisschery mede te
te halen, in welke pogingen hy ge- ?aan met het Ned. zee visschers vaar-
stadig verhinderd werd. terwijl hy tuig De Schie der reedery .,De Hoop"
tevergeefs beproefde Van der Waal te Schiedam,
ouder de knie te krygen. Zij hadden zich gemonsterd zonder
Adam worstelde intusschen niet min- vast loon, doch tegen 2 pCt. der netto
der hevig met Van de Velde die, ge- besomming.
lukkiger dan zyn collega Millioen, q>oen zjj volgens deze voorwaarde treffende de ontvoering van de min-
zich wist los te rukken en naar het een rei3 gémaakt hadden, kwam hun derjarige Johanna Holkenbrink uit
eweer van dezen greep. Millioen, de (j[t zeer onvoordeelig voor, waarom het gesticht „De Goede Herder" te
Het gerechtshof te Amsterdam ver
oordeelde Dinsdag het echtpaar Boers
wegens misba' deling van de zeven
tienjarige dochter tot 7 maanden ge
vangenisstraf en 5 jaar ontzetting uit
de ouderlijke macht.
Eene schaking.
Dinsdag werd voor de rechtbank
te Almeloo de zaak behandeld be-
Ambt-Almeloo in het begin van No
vember jl. Tegen den eersten bekl.
beschuldigd van het ontvoeren der
minderjarige zonder den wil harer
ouders doch met hare toestemming,
werd zes maanden gevangenisstraf
geëiseht. Tegen de drie medeplichti
gen werd voor elk vier maanden ge
vangenisstraf geëiseht.
GEMENGD NIEUWS
Het proces—Zola.
Dinsdag werd te Parys dit proces
voortgezet. Omtrent het verloop der
zitting van dien dag, wordt het vol
gende gemeld
Van tien uur af is de Place Dau-
phiné zeer druk. Een divisie-commis
saris verdeelt zyn agenten. Het pu
bliek dat op de Place Dauphiné staat,
wordt teruggedrongen aan den kant
van den Pont Neut en den Pont du
Change. Men ziet generaal Pellieux
in civiel met zijn vrouw aankomen,
mevrouw Dreyfus en haar broeder
Hadamard, Rochefort en Reinach.
Rochefort komt om vyf minuten
vóór half elf en gaat snel het paleis
van justitie binnen. Zoodra hy op de
trap is, hoort men druk geroep „Leve
Rochefort 1" Deze neemt zijn hoed af.
Velen spreken hem aan.
In een ander gedeelte van de zaaA
vertelt Reinach ironisch:
„De wending van do debatten lykt
my zeer duidelijkmen wil het licht
uitdooven."
Zola met Labori en Clémenceau
komt over den Boulevard du Palais
en gaat de kleine deur binnen. Nie-
maud in de straat merkt dat hy bin
nengaat.
Nooit is het by het paleis zoo vol
geweest als vandaag. De deur die
voor de magistraten en juryleden is
gereserveerd, wordt bestormd door een
groote menigte dames van magistraats
personen.
Om twintig minuten voor twaalven
zyn de deuren nog niet geopend. De
getuigen komen aliengskens.
De deuren worden geopend om tien
minuten voor twaalven. De dichte
menigte dringt vooruit. Het gedrang
is onbeschry felijk. Het publiek stroomt
naar de zaal van de assises. Men
moet zich met ellebogen en vuisten
een weg banen door de zenuwachtige
menigte.
Zola komt om kwart voor twaal
ven. Zyn komst geeft aanleiding tot
raanifestatiën in verschillenden zin.
Op het geroep „Leve Zola!" dat
sommigen uitstooten antwoorden an
deren: „Weg met Zola!" Wie zich
los kan rukken, wil de zaal binnen
dringen, die reeds bijna geheel vol is.
Vrouwen worden verdrongen door
aankomenden, die op bankjes klim
men. De zaal biedt een ongehoord
schouwspel aan. Het leven is oorver -
doovend. De bedienden zyn eenige
oogenblikken onmachtig om de orde
te handhaven.
De zaal is zoo vol, dat de presi
dent een deel van het publiek beveelt
weg te gaan. Dit protesteert.
Om 12 uur 25 in. wordt de zitting!
geopend. De president leest een brief
van Esterhazy voor, die weigert te
verschijnen. Labori zegt dat men hem
uit kieschheid heeft opgeroepen. Clé
menceau dringt er uit naam van den
directeur van de Aurore op aan, dat
Esterhazy gehoord wordt.
De getuigen worden opgeroepen.
Het hof, beslissende op de conclusiën
van de verdedigers, gelast dat de
zieke getuigen opnieuw zullen wor
den gedagvaard na het bezoek van
den dokter. Andere getuigen zeilen
morgen weer worden gedagvaard en
zullen moeten verschijnen om verhoord
te worden.
By de opening van het verhoor
herstelde de rust zich spoedig. In
zyn brief aan den president zegt Es
terhazy dat by, door Mathieu Drey
fus beschuldigd van het misdrijf van
hoogverraad, met algemeene stemmen
vry/esproken is door den krygsraad.
Heden ontving hy een brief van een
particulier, genaamd Emile Zola, die
hem oproept als getuige. Hy is van
oordeel aan deze oproeping niet tej
moeten beantwoorden, en laat het aan j
het hof en de jury over, de redenen j
te beoordeelen die hem zijn gedrags-1
lyn voorschrijven.
Antwoordend op het voorgelezene
zegt mr. LaboriGisteren was Es-
terhazy hierheden heeft hy zieh
bedacht. Het was om redenen van
groote delicatesse dat wy gemeend
hebben hem hier te moeten roepen.
Clémenceau, uit naam van den gé
rant der Aaroredringt er op aan
dat Esterhazy gedwongen worde te
verschijnen, desnoods met geweld.
De deurwaarder gaat over tot het
afroepen der namen van de getuigen.
Besiissend op de gisteren door de
verdediging ingeleverde conclusiën,
beveelt het hof dat de getuigen die
ziek zyn bezocht zullen worden door
een dokter, en wederom opgeroepen
zullen worden, zoodra zy weer kun
nen uitgaan. Wat de overige getui
gen betreft, deze zullen opnieuw wor
den opgeroepen voor morgen en moe
ten verschijnen om gehoord te wor
den.
Mevrouw Dreyfus wordt vervolgens
gehoord. Zy is gekleed in het zwart,
is zeer bleek en zeer aangedaan. De
president zegt: welke vragen wenscht
u te stellen?
Mr. Labori antwoordt: Wat denkt
gy, mevrouw, van de goede trouw
van Emile Zola? En kunt gy ons
zeggen onder welke omstandigheden
u in 1894 door Du Paty de Clam
konnis hebt gekregen van de inhech
tenisneming van uwen echtgenoot?
De president zegtik kan deze
laatste vraag niet stellen.
Emile Zola, opstaande: ik wensch
eenvoudig behandeld te worden als
een moordenaar en een diefzy heb
ben altijd het recht van verdediging,
my echter bindt men de handen, mij
slaat men, mij beleedigt men op straat;
een gemeene pers sleept my door het
slyk ik wil het bewijs leveren en
dit wordt mij geweigerd. Ziet, myn-
heeren juryleden, welk een toestand
we nu hebbenik wil myn getuigen
doen hooren, en daar verzet men zich
tegen 1
De president, in de rede vallend:
Gij kent de wet.
Zola roept uitik kan de wet niet,
en ik wil haar voor dit oogenblik
niet kennen. (Hevig rumoer onder
het publiek).
Labori zegt dat hy de conclusies
zal deponeeren betreffende de vragen
die hy wil stellen.
De president: deponeer als gy wilt,
maar ik zal geen enkele vraag toela
ten die vreemd is aan de genoemde,
en die zou kunnen leiden tot de revi
sie der zaak-Dreyfus, waarin wettig
vonnis is gewezen.
Labori roept uit: tegenover de
obstructie die wy ondervinden
(Kreten: neen, neen ja, ja, heel
goed).
In ons aller belang zal ik den presi
dent vragen ons wet te willen aan
geven welke middelen wy moeten ge
bruiken.
De president„Dat gaat ons niet
aan."
Labori vraagt vervolgens dat de te
stollen vragen zullen worden overge
geven aan den griffier om er nota van
te nemenhet"-' hof zou er dan over
kunnen beraadslagen en de aan de
getuigen te stellen vragen aanduiden.
De president„Deel uwe conclusies
mede, dan zal het hof ze onderzoe
ken."
De zitting wordt te l1/* uur opge
heven, ten einde aan de verdedigers
gelegenheid te geven hunne conclu
sies op te stellen.
(In de zaal groote beweging.)
Terwijl de zitting geschorst is
heerscht er een oorverdoovend tumult
in de zaalallen redeneeren harts
tochtelijk, men ziet niets dan roode,
opgewonden gezichten eu heftige ge
baren. [ntns3chen is mevrouw Drey
fus, die zich in de getuigenzaal had
teruggetrokken, aan een heftige crisis
ten prooi, zy is in tranen uitgebarsten.
Bij de hervatting der zitting draagt
Labori zyn conclusiën voor, welke
do strekking hebben dat verschillende
vragen gesteld zullen worden aan
mevrouw Dreyfus, wegens de zeer
booge belangen die ermede gemoeid
zijn, en ter vrijwaring van de rechten
der verdediging.
Deze vragen betreffen mevrouw
Dreyfus' meening over Zola's trouw, j
hare' meening over de wettig- of on
wettigheid van het onderzoek tegen!
haar man, vragen om mededeelingen
betreffende het bezoek van Paty de!
Clam in hare woning en ten slotte deze:
Wat denkt gy van het zedelyk gedrag j
van uw man en heeft hy niet altijd
verzekerd een slachtoffer van eene j
afschuwelijke samenspanning te zyn.
De advocaat-generaal zegt dat bet
feit, uitdrukkelijk door de conclusiën
bedoeld, van onwettigheden die plaats
gehad zouden hebben, niet in aanmer-
king geaomen kan worden. Gy hebt
gezegd dat gy de wet niet kent, wel
nu, wij kennen haar eu zullen haar
doen eerbiedigen. (Langdurige bewe
ging)
Na heftige protesten van Labori
tegen de obstructie die hy ontmoet,
verklaart Zola, zich geheel en al te
onderwerpen aan de wet en aan de
justitie. Hy verwacht dat recht ge
daan zal worden. „Ik zal niet iu op
stand komen, zegt hy, tegen do wet,
wèl weet ik dat ik boven huichel
achtige handelwijzen verheven ben."
Er wordt geroepen bravobravo
Toejuichingen barsten los, beantwoord
door gemor.
Het hof verwerpt do conclnsiën van
de verdediging en verklaart dat «reen
vraag, die buiten de debatten staat,
gesteld zal mogen worden.
De advocaat Leblois wordt ver
hoord.
Deze legt nu uit dat luit.-kolonel
Piequart, te Sousse dreigbrieven van
een officier ontvangen hebbende, er
toe kwam hem, ten behoeve van zyn
verdediging, iets te zeggen over de
Dreyfus-zaak. Leblois was uiterst ver
rast door hetgeen hy hoorde, en ging
toen zelf op inlichtingen uit, en üeheu-
rer-Kestner, ziende dat bij op de hoogte
van de zaak was, vroeg hem naar
hetgeen hy vernomen had.
Leblois vertelde Bcheuror toen van
de brieven, aan Piequart geschreven
door generaal Gonse; öcheurer las
ze eu werd overtuigd van Dreyfus''
onschuld. Hy is sedert by die meening
gebleven. Ik bracht hem op het denk
beeld, zeide Leblois, den minister
van justitie te vragen om cassa
tie van het proces van 1894, daar
er een geheim stuk aan den krygs
raad medegedeeld zou zyn, maar by
gebreke van materieele bewjjzen han
delde hy niet dadelijk. Hy vertrok
met de vacantie.
By zyn terugkomst deed Scheurer-
Kestner stappen by dering en Piequart
werd op de hoogte gebracht van het
geen er tegen hem op touw gezet
werd.
Leblois sprak vervolgens over de
„Speranza" onderteekende telegram
men, die naar Tunis gezonden waren..
De toestand was zoo ernstig dat
het mij toescheen, zegt Leblois, dat
de regeering in de zaak gemoeid moest
worden. Trarieux belastte zich daar
mede, en toen hy my het antwoord
gebracht had, diende ik een klacht
in by de justitie.
By het vertrek van Piequart naar
Tunis betuigden zyn chefs hem veel
sympathie, en hy' scheen niet in on
genade gevallen te zijn. Hy vroeg
my, het kiezen van het gunstige oogen
blik aan hem over te laten.
De brieven hadden ten doel, Pie
quart te compromitteeren. Een ervan
was geopend Jen overgeschreven aan
het ministerie van oorlog; een andere
werd onderschept, en eerst zoor kort
geleden heeft Piequart.
Mr. Labori vraagt: Wat stond er
in de telegrammen?
Leblois geeft na eene mededeeling
daarvan te kennen, dat liet bewezen
is voor den raad van onderzoek dat
Piequart volstrekt vreerad is aan al
die valsebhedeu.
De voorzitter: Wat weet gy daar
van
Leblois: Ik heb getuigenis afge
legd voor den raad van onderzoek.
De voorzitter: Gy zyt daar niet
voortdurend tegenwoordig geweest.
Leblois: Ik weet dat Piequart op
dit punt volkomen gerechtvaardigd is.
Hierna komen de gesluierde dame
en de verloren brief ter sprake.
Labori. over de telegrammen spre
kend, zegt: Wy willen bewyzen dat
de gesluierde dame gekomen is uit
de omgeving van dn Paty, of van de
bureaux van het ministerie van oor
log.
Scheurer-Kestner wil brieven van
generaal Gonse voorlezen. De voor
zitter verzet zich daartegen, waarop
Clémenceau zegt dat de brieven niet
in de dagvaarding opgenomen zijn,
omdat generaal Luxer ze om zoo te
zeggen geeonfiskeerd heeft in den
raad van onderzoek. Zonder ze ge
heel te mogen lezen, krijgt «Scheurer
ten laatste toch verlof, er een over
zicht van te geven.
In een brief van 7 September 1896
schreef Gonse aan PiequartZet de
enquête met de grootste omzichtig
heid voortik geloof niet dat hét
goed zou zyn, feperts in deze zaak
te mengen. Picq._ irt antwoorddeIk
zal uw aanwijzingen volgen, maar de
lieden die overtuigd zyn, dat raea
zich tegenover hen vergist heeft, in
1894, zullen gerucht makenhet zou
beter zyn dadelyk recht te doen in
de zaak, ten einde schandaal te ver
van dien deugniet hield maar nuLuister nu eens,"
vrijmoedig. „Laat hier een eind aan komen. Wordt gy
zyn vrouw
„Zijn vrouw Natuurlijk niet," opgewonden. „Waar
zie je mjj voor aan
„Wil je," plagend, „dan met my trouwen?"
Juffrouw A dare fronst de wenkbrauwen en ziet hem
even aan.
„Ik moet zeggen, dat je langen tyd noodig hebt ge
had om hiertoe te besluiten!" zegt zy.
Sir Lucien heeft besloten zijn neven en Dichten eeni-
gen tijd later in zyn eigen brougham te volgen, welk
f)lan door zyn gasten luide was toegejuicht. Hij kwam
aat, want men zat reeds aan het souper, maar mevrouw,
hem ziende aankomen, slipte toch even weg om hom te
begroeten. Zij is er zich volkomen onbewust van, dat
hij haar verafschuwt en dikwijls heeft zij zelfs gezegd,
dat het haar '400 spijt den armen Lucien niet ineer te
kunnen bezoeken, om hem een beetje op te vroolyken,
want by is dikwijls zoo „byp", zooals zy zegt. Hier
bedoelt zy mede, volgens Amber, neerslachtig. De
meeste van mevrouw's gezegden houden niet veel in.
En dit is een lijfspreuk van haar.
„Zoo, zyt ge daar? Beter laat dan nooit!" roept zij
op baar uitbundige manier, die hy zoo verafschuwt.
„Daar ben ik blij om monter je maar een beetje op.
Niets is zoo goed voor de lever als vroolykheid. En ik
ben er van overtuigd, dat je gallig zyt. Hebt gy ge
probeerd..."
„Mijn lever," valt sir Lucien haar in de rede, meteen
ijskouden blik, die op ieder ander dan mevrouw Flaherty
eenige uitwerking zou gehad hebben, „is precies zooals
vroeger. Zy is nog even lang en breed en zit, zoover
ik kan beoordeelen, op dezelfde plaats. Ik vertel u dit
om 11 gerust te stellen, ofschoon ik het geen betamelijk
onderwerp vond. Ik wil u o^k zeggen, dat ik geen mid
delen noodig heb of kuren behoef te doen."
„Dat verheugt me uitermate," zegt mevrouw joviaal.
„Op myn woord, ik verbeeldde my, dat die gele tint
van uw oogwit iets ziekelijks was
Sir Lucien verschiet van kleur. Hij is op zyn wijze
ijdel en heeft zich zelf altijd voor een bijzonder
knappen man gehouden. „Welnu," met een triumfeeren-
den blik in het rond, „wat zegje wel van myn gasten?"
Er waren slechts weinig genoodigden.
„Ge houdt van een gemengd gezelschap, denk ik,"
zegt hy op zyn gewone vriendelijke manier en met een
minachtenden blik op enkele aanwezigen. Maar mevrouw
is niet vatbaar voor zijn sarcasme. Zy neemt zyn op
merking voor goede munt op.
„Een compliment van u, sir LucienIk had nauwe
lijks durven hopen, dat gy," zy maakt bij deze woor
den een beweging als om hem een duwtje in de zy te
geven, die hy ontwijkt, „zoo'n oude vrouwenhater, zoudt
komenKijk, daar zit de oude lady Kilburn, aan de
overzyde ziet ge haar? in een gloednieuw wit sa-
tynen toilet. Bedenk dat zy een débutante is, ofschoon
zy uw leeftijd heeft. Vraag haar ten dans voor de vol
gende lancier. Toe nu. Het zal jelui beiden goed doen.
Ga nu. Haar japon komt dan tot zijn recht en voor
menschen, die aan de lever lijden is niets zoo goed als
dansen. Lieve hemel, waar is do man nu Lucien 1 Lu
cien 1 Hoe goed van hem om haar te gaan vragen."
Bij deze woorden keert sir Lucien, die nu een eind
van haar verwijderd is, zich om, en werpt haar een blik
toe, die zelfs door haar olifantshuid heendringt.
„De hemel sta ons bij," zegt zy tot zichzelf, „hij is
er nog slechter aan toe, dan ik vreesde. Hy mag dau
zeggen wat hy wil, maar als hy bytyds van die kleine....
OAmber, lieveling ben je daar weer, en wat ziet ge
er lief uit. Ik hoop, dat ge goed voor haar zorgt, mijn
heer Everard?"
„Ik weet het niet," zegt Everard voornaam en vol
komen bedaard. „Dat moet u maar eens aan juffrouw
O'Conuell vragen."
„O 1 het was een verrukkelijke dans," zegt Amber,
haar handje op mevrouw's arm leggend, die het met
haar groote, grove vingers bedekt en liefkoozend
streelt. „O 1" met een tevreden zuchtje, „ik voel my zoo
gelukkig."
„Ik hoop, dat je het nog lang moogt blijven 1" zegt
mevrouw met warmte. „Ik zie, dat jc mevrouw „ik weet
niet" heb medegebracht." (Zy heeft Dolly nog niet ver
geven.) „Zy is slecht gezelschap voor zulk een kind als
gy. Vindt ge ook niet, mynheer Everard Zij mag my
wijsmaken, dat zy niet weet wanneer haar echtgenoot
thuiskomt, ik voor my geloof, dat zy er zeker van is,
dat bij voor goed wegblijft, indien zij er teuminste niet
met den een of ander van doorgaat en zoo het terrein
voor hem vry maakt."
„O 1 mevrouwNeen," roept Amber verschrikt uit.
„Zfi is een vriendelijke, aardige vrouw. Zy is...."
„Een conglomeraat van leugens en kurenGa nu
maar heen. Praat me niet meer van mevrouw „ik weet
niet", maar wees innig dankbaar, dat ge niet op haar
gelijkt."
Zy loopt vlug op een groote vrouw toe, van wie zij
zeer verlangend is te weten te komen, waarom haar zoon
'zoo plotseling buitenslands is gegaan.
Everard ziet Amber aan.
„Zy begrijpt haar niet. Zij is vooringenomen tegon
haar. Mrs Clarence is even zoo goed als zy groot is,"
zegt hy langzaam.
I „Hoe ernstigAmber lacht. „Alsof ik dat niet wist..
Maar mevrouw heeft enkele menschen, waar zy altijd
Jets op te zeggen heeft."
I „Ga mede naar de bibliotheek een weinig rust zal
I ons beiden goed doen," zegt Everard plotseling. Een
gevoel, zooals hy nog nooit te voren gekend heeft, door
stroomt zyn borst. Het is de eenige reine hartstocht,
die hem ooit bezielde, en dio heeft dit kind, dat alle
I menschen goed vindt, en van de slechtheid der wereld
niets afweet, by hem opgewekt. In elk geval heeft hy
haar, aangaande Dolly, geen leugen verteld.
Zy aarzelt. De toneE van een wals ruischen door
do balzaal. Maar zij heett ade dansen medegemaakt,
een weinig rust zal dus niet kwaad zyn.
„Ah!" zegt hij. „Ik moet aw gezelschap missen, dat
begrijp ik wel. Voor my, die zooveel ouder is, zyn deze
vermaken niet zoo aanlokkelijk meer."
Wordt vervolgd.