Ter opsporing der rooverbenden
rukte de marechaussee den 8en Jan.
uit naar Hoetan Ba Tiara aan den
bovenloop der Kroeng Loetoe. maar
vonden alleen eene verlaten woning
die werd verbrand.
De zich tot nog toe steeds buiten
aanraking met bet bestuur gehouden
Lebbende hoofden T. Hasim, halfbroe
der van T. Tjoet, Empei Ara, wakil
Djobau van Lam Loeng en wakil Mat
Tahir nit Lheue meldden zich bp het
bestuur aan.
Tengkoe di Boesoe moet zioh weder
in 't gebergte boren Melesoeng ophou
den, terwijl T. Moeda Latif en Hadji
Malaram in Lam Löot zijn terugge
keerd, en volgelingen van T. Gedong
en Panglima Karirn nog te Sarabana-
wa aan den weg naar Daja verblijven.
Van Indrapoeri werd den 31en De
cember 1897 eene patrouille gemaakt
langs de Kroeng Auak naar Kota
Ba'Theuë en over Piëng terng. Van
vijanden werd niets bespeurd.
De telefoongeleiding met Gleiëng
werd tweemalen beschadigd, en nabij
Selimoen werden eenige planken van
de brug over de Aloer Nagoe gesto
len, en ijzerwerken in de rivier ge
rold. Voor de schade, die op 25 dol
lars wordt geschat, zijn de moekims
Tanah Abé en Lam Kabir aanspra
kelijk gesteld en met het dubbele be
drag beboet.
Van Selimoen uit, dat den 7en en
j Ssten Jan. door den civieleu en mili
tairen gouverneur werd bezocht, werd
eene patrouille gemaakt naar Lam
Goeda in de richting van Daja. Bij
Bababoea kregen de troepen eeuig
vuur, waardoor wy echter geene ver
liezen leden.
De Imam van Lam Teba kwam
zich met eenige mindere hoofden mel
den bij deu civielen gezaghebber al
daar, die bericht ontving, datKetjik
In van Aloer Rindang op de grens
van Selimoen en Reang-Reu-ig ge
vlucht was, vermoedelijk op het ge
rucht van een actief optreden der
partij van verzet in de tweede helft
dezer maand.
Kleine benden leven in de omstre
ken van Aloer Rindang van roof en
maken bet don voorbijgangers lastig.
Noordkust. In de moekim Pekan
Baroe—Pekan Sot viel niets bijzon
ders voor. Ti Hoesin di Gedong ver
bood T. Tjoet Toengkoeb het verblijf
in Pedir, waarop deze zich naar End-
joeng begaf, van waar hij echter in
Pedir terugkeerde na den dood van
T. Laksamana Polim, die den 7en
Jan. is overleden. Tengevolge hiervan
zijn er twee krachtige partijen in
Endjoeng, die gewapend tegenover
elkaar staan. Aan de eene zyde T.
Bintara Gloempang Pajoeug en zijn
zoon T. Tjoet Gam, schoonzoon van
den overleden Laksamana, en aan de
andere zijde T. Mohamad Adan, half
broeder van den overledene, gesteund
door T. Mait van Ajer Leboe en
hoofden van de IX Moekims Keman-
£an-
Voorloopig is de jeugdige zoon,
Hoesin genaamd, tot Laksamana ver
heven onder voogdij van T. Mohamad
Adan, waarmede door de lieden van
Gloempang Pajoen geen genoegen
wordt genomen, zoodat wellicht een
strijd zal ontbranden.
Uit Gedong wordt bericht, dat Nja
Matnat Perlalc daar bezig is een mos
lim schc beweging in den omtrek van
Telok-Semawé op touw te zetten,
waarin hy gesteund zou worden door
T. Radja Hiiam, T. Laoetan en an
dere hoofden van Gedong.
Oostkust. T. Tjihik Perlak moet
ernstig ongesteld zjjri.
Westkust. Melatoeh werd niet ver
der verontrust, hoewel T. Again
steeds Merbau bezet houdt. T. Hi
tam Tabo moet op vier of vyf vol
gelingen na. door allen verlaten zijn.
Said Panoed vertoeft meestal te Ran-
tau Pan ijanghij moet reeds eenige
wapens hebben verpand om in vzyn
onderhoud te voorzien.
Poeloe W'eh. Niets bijzonders.
Weersgesteldheid. Krachtige Noord-
Oosten wind, af en toe regen.
Gezondheidstoestand. Op onze uiter
ste posteu bleven nog zware koort
sen onder de troepen heerschen.
Ziekte onder het vee. Geen nieuwe
gevallen van runderpest kwamen meer
te Oleh-leh voor.
Lutje en Bosch.
Het Bat NU. schrijft:
„Terwijl nog door velen dikwijls
wordt gesproken over de beruchte
zaak Lutje en Bosch, over de streng
heid in die zaak van het hoog mili
tair gerechtshof en over de vraag, of
Zijne Excellentie de Gouverneur-Ge
neraal al dan niet gratie zal verlee-
nen enz. is bjj sommigen een andere
quaestie gerezen.
„Met welk recht vernietigt dat
I Gerechtshof een vrijspraak-vonnis en
stelt daarvoor een veroordeeling in de
plaats
„Is, dus doende, dat Gerechtshof
zijn bevoegdheid niet te buiten ge-
j gaan, wjjl toch aan een vrijspraak
nimmer iets te veranderen vait?
„Ziedaar, wat kort geleden iemand
my onder het oog bracht en aaitge-
zieu deze quaestie er een is van groot
belang, wenschen wij haar openlyk
te bespreken."
Het blad toont dan aan, dat het
Hof volkomen bevoegd was het vrij
spraak-vonnis Lutje—Bosch te her
zien en te veranderen in eene veroor
deeling.
Het blad heeft echter een bijzon
dere reden, waarom het 's Hofs vonnis
ten zeerste betreurt, en wel schrijft
het „omdat 't weer opnieuw voed
sel geeft aan het by vele militairen
nog bestaande begrip, dat er een
aparte „militaire eer" zou bestaan
buiten de algemeene, de burgerlijke
eer om.
„Dit klinkt misschien eenigszins
apocrief. Bij eenig nadenken zal men
de bedoeling echter begrijpen. Zy
ligt trouwens voor de hand. Wat
toch is natuurlijker, dan dat de mili
tair thans aldus zal redeneeren:
„Wordt een burger vrijgesproken, dan
is 't uit en kan er niets meer aan
veranderd worden. By ons militairen
echter, wordt 't vrijsprekend vonnis
nog eens herzien door 't hoogste rechts
college. Waartoe dit onderscheid tus-
.schen burgers en ons? WelDatuur-
lyk, omdat onze eer zooveel hooger
en fijner is dan die van den burger,
dat reeds 't enkele feit, dat we als
beklaagde hebben terechtgestaan, een
smet op onze eer werpt, die, ook by
onze eventueele vrijspraak, niet eerder
uitgewischt kan worden, voor ook 't
hoogste rechtscollege aan die vrij
spraak haar zegel gehecht heeft.
„Hoe onjuist die redeneering is,
zullen wy niet uiteenzetten.
„Wy wilden enkel constateeren,
dat die redeneering thans meermalen
vernomen zal worden.
„Maar wat is dan de reden van dit
onderscheid tusschen de algemeene
en de militaire strafrechtspleging?
„Naar onze meening moet de grond
ervan eenvoudig in een verzuim ge
zocht worden. Men verzuimde nl. de
militaire strafvordering in overeen
stemming te brengen met de alge
meene, toen men by deze laatste de
mildere opvatting als de juiste erkende
en invoerde, en met de lauwheid en
lakschheid op wetgevend gebied, den
Hollanders zoozeer eigen, heeft men
dat verzuim kalmpjes tot op heden
bestendigd.
„Zal Z. E. de Gouverneur- Gene
raal den heeren Lutje en Bosch gratie
verleenen? Wy weten het niet, wij
hopen het echter van ganseher harte.
„En verder hopen wij, dat dit op
zienbarend vonnis aanleiding moge
geven tot een wettel yke bepaling,
waarbjj dit door niets gemotiveerd
onderscheid tusschen algemeene en
millitaire strafrechtspleging ten spoe
digste worde opgeheven."
Sport sr fóerïstirijrfers.
Schaatsenrij den.
De uitslag van de kampioenschap
pen van Europa in het hardry ien, te
Helsingfors gehouden, is
5000 M. 1. Estlander 49'/s sec. 2.
Naess 49-/s sec.
1500 M. 1. Estlander 2.334/5 sec. 2.
Naess 2.39.
5000 M. 1. Estlander 9.284/s. 2.
Backman 9.33. 3. Krjoekof 9.39. 4.
Naess 9.41.
10.000 M. 1. Estlander 19.2P/5. 2.
Krjoekof 19.28 s/s.
Estlauder heeft het kampioenschap
dus schitterend gewonnen.
GEMEWGi® gaSEMWS
Het proces-Zola.
De Aurore deelt het officieele be
richt mede, dat Zola Donderdag de
verklaring, dat hy in cassatie komt,
heeft geteekend.
Een nota van Havas deeit het vol
gende mede. Ten gevolge van de
uebatten bij het próces-Zola heeft
generaal Billot de disciplinaire maat
regelen genomen welke Donderdag
door MéUue io de Kamer zijn aan
gekondigd. Kolonel Picquart wordt
gestraft overeenkomstig het advies
van dco raad van onderzoek, die vóór
het proces bijeenkwam. Grimaux,
hoogleeraar in de scheikunde aan de
polytechnische school, wordt op verlof
gefield tot over zijn ontslag een be
sluit is genomen. De luitenant der
artillerie Chaplain wordt op nonacti-
viteit gesteld door schorsing in zyne
werkzaamheden.
Kolonel Picquart is reeds uit den
dienst ontslagen, zonder aanspraak op
pensioen en zonder mogelijkheid weer
in activiteit te worden hersteld.
De Seliah van Perzië en zijn
harem.
De gewichtigste dag in het leven
van de Perzische vrouw en teveus
de grootste nationale feestdag in het
laad van den Schab is de 26s Decem
ber. Reeds lang voor dezen dag trek
ken afgezanten van den Perzischen
hcerscher door diéns ryk naar alle
richtingen en zoeken rond ouder de
huwbare doch teren van het land. De
met hoop vervulde, jeugdige sciioonen
wachten reeds overal, getooid met
alles wat er toe kau bydragen om de
bekoorlijkheden, die hen door de na
tuur verleeud zijn, zooveel mogelyk
te verboogen. Want bet. gaat er im
mers om, ouder velen de mooiste te
wezen om genade te vinden voor de
oogen van den machtigsten aller mach
tigen. Reeds tot de houderd uitver
korenen te behooren, die elk jaar onder
feestelijke praal in Teheran aan de
Schab worden voorgesteld, beschouwt
elke Perzische vrouw als de grootste
eer. Van deze honderd uitverkoren
óochtereu van het land, zien evenwel
slechts vyf en twintig hare zoo zeer
verlangde wenschen vervuld, die hier
in bestaan, de vreugden van den
koninklijken harem die hun oneindig
aanlokkelijk toeschijnen, in werke
lijkheid te leeren kennen. Zoo was
ook op den laatsten 26n December
geheel Teheran verzameld, om de
verkiezing van de harem-schoonen by
te wonen.
Men zag er voorname Perzische
dames in prachtvolle costumes van
met goudgestikte zijde. met juweelen
overladen; schitterende, met ordetee-
keuen versierde officiers-uniformen,
pralerige hofkleederen, en phantas-
tisch opgedirkte bedienden in groot
aantal. Ter aanvang van de feeste
lijkheid trekken Teheraner militaire'
muziekkorpsen op en doen schette
rende jfanfares hooren. Dan maakt
een koortsachtige opwinding zich van
de wachtende menigte meester. Allen
rekken de halzen 'uit. want op dit
oogenblik verschijnen de honderd de
butanten in verblindende, stralende
pracht.
Geheel in witte, gazige zyde ge
kleed, door lange, neergolvende met
zilver gestikte sluiers verborgen, hals
en armen met kleuren uitstralende
brillanten getooid, vormen de bekoor
lijke meisjesgestalten een verrassend
mooie groep. Zacht zingend naderen
zy. Pages in met goudgestikte, hemels
blauwe costumes gaan voor ze uit en
strooien naar alle richtingen bloemen
op den weg. Driemaal doet de kleine
processie de ronde, dan stellen zich
de zachte jonkvrouwen op een gege
ven trompetsignaal in eene rij op. Nu
is het gewichtigste oogenblik aange
komen.
De trompettors blazen eene fanfare
en in het volgende oogenblik laat
ieder het hoofd diep naar den grond
zakken voor den kleinen, op 't oog
onbednidenden man. die nu met haas
tige schreden met zyu schitterend
gevolg tusschen de op eene rjj ge
schaarde menigte aankomt. Yoor hem
uit stapt trots de „Sifar Solar" in
zyu met goud overladen rok. Op
„Hem", den machtige, wiens woord
voor twintig millioen menschen wet
is, worden thans alle blikken in eer
zuchtige bewondering geslagen. Het
zwakke lichaam van den „grooten"
Schah schijnt onder den last van de
juweelen die hem bedekken, geheel
en al te bezwijken. Yoor de'lange
reeks van de met bange verwachting
de beslissing tegemoet ziende sclioo-
nen aangekomen, grijpt de „Sifar So
lar" by elke schrede eene kleiao meis
jeshand, en laat de bezitster met
teruggeslagen sluier van liet gelaat
voor den strengen blik van den mo
narch treden.
Een goedkeurend knikje of een af
wijzend schudden van hel koninklijk
hoofd en de zaak is al'geloopen.
Geen woord wordt by deze plechtig
heid gesproken, geen vriendelijk lachje
of zelfs liefdevolle blik komt in de
mooie meisjesoogeo en toch worden
de harten, telkeDS wanneer de beslis
sing is gevallen, met hartstochtelijke
vreugde of diepe smart gevuld. Met
onverstoorbare onverschilligheid doet
de heerscher zijne keuze. Perzië heeft
de schoonste dochteren van zyn land
met vreugde aan den verhevene aan
geboden, de koninklijke luim is be
vredigd en voor vijf-en-twintig trot-
sche, van gelnk stralende jonkvrouwen
openen zich de geheimzinnige poorten
van den ba,rem, terwyl de overige,
versmade schoonen, met gebroken
harten in de alledaagsheid van hun
bestaan terugkeeren.
Een klomp-viool.
Nicolo Paganini, de wereldberoemde
vioolspeler, werd we! eens als onvrien
delijk, onbeleefd en lastig van humeur
beschouwd, omdat hij inderdaad niet
gezellig van aard zyode, weinig in
het openbaar verkeerde, slechts enkele
vrienden had, en de eenzaamheid boven
het gewoel der groote wereld beminde.
Anderen beschuldigden hem zelfs van
hebzucht en gierigheid, omdat hij
steeds weigerde zijn talenten voor een
of ander liefdadig dóe! ten beste te
geven.
Het was in het najaar van 1S32, dat
Paganini, door een zware ziekte over
vallen, langen tijd zyn kamer moest
houdenen hij dankie het alleen zyn
geregeld leven, dat hij iaugzaam, maar
ook zeer langzaam herstelde. De kun
stenaar werd gedurende de ziekte be
diend door een meisje, Louisette ge
naamd. Louisette was een schoon,
eenvoudig kind uit den kleinen bur
gerstand, vol reinen levenslust, met
blond haar en blauwe oogen. Zy ver
zorgde haar beroemden zieke met de
meeste deelneming en hartelijkheid,
die haar daarvoor met bijzondere wel
willendheid en vriendelijkheid behan-
delde. Steeds wanneer zy hem by het
ontbijt of middageteu bediende, ver
telde zy hem, op de haar eigene naïeve,
byna kinderlijke wijze, het nieuws
dat zy buiten het huis had vernomen
en haar kleine familie-aangelegenhe
den, en deze oog en blikken wareii voor
den kunstenaar blijkbaar de genoeg
lijkste van den dag.
Op zekeren morgen kwam het
meisje, als altijd, in de kamer, maar
de gewone, vroolyke uitdrukking was
van haar lief, eenvoudig gelaat ver
dwenen. Paganini bemerkte met den
eersten blik, dat het meisje iets bij
zonders moest wedervaren zijn. „Wat
is er gebourd, Louisette?" vroeg bij.
„Uw oogen zyn rood van het weenen."
„O, iets zoo verschrikkelijks, mynheer
Paganini," nokte het meisje. „Maai
er is niets zoo verschrikkelijks op de
wereld, myn lieve kind,'' hernam de
kunstenaar, „dat. men niet overwin
nen kan." „Misschien voor u mijn
heer, maar voor my kan ik het niet
gelooven." Paganini vestigde zyn door
dringenden blik op het kommervolle
gelaat van het meisje en zeide„Ha
ik geloof, dat ik het raden kan
zoo iets van het hart, niet waar
In plaats van te antwoorden, kleurde
Louisette sterk, wat voor Paganini
een meer dan bevestigend antwoord
was. „Kom hier Louisette," vervolgde
hy, „en vertel my eens oprecht wat
u deert, misschien kau ik u helpen,
of ten minste iets voor u doen." Het
meisje wischte zich, met haar kleinen,
witten voorschoot de tranen uit de
oogen. „Kom, beste meid," ging hy
voort, „liet is zeker de oude geschie
denis gebroken beloften, trouwelooze
eeden, is het niet zoo „De arme
Henri," snikte Louisette, „het is waai,
mijnheer Paganini, by heeft my ver
laten, maar het is zyn schuld niet
de arme jongen„Zyn schuld niet
Hoe zoo." „Wel, Henri is nu zoo
oud, dat hy soldaat moet wordeu.
Hy trok een laag nommer en men
heeft hem gisteren weggevoerd. Nu
is hy ver, heel ver van hier, te Rijs-
-el, en onze lieve Heer weet wanneer
hij weder terugkomt. Is dat nu
geen groot verdriet voor een meisje,
mynheer?" „Wel zeker, kind lief,is
dat een groot verdriet voor u,
maar kunt gy dan geen plaatsvervan
ger voor hem bekomen Louisette
lachte smartelyk door haar tranen
been, over deze dubbelzinnige woor-
deD. „Foei, mynheer," zeide zy, „het
staat u niet mooi, met een meisje nog
zoo den spot te drijven. Waar zou
ik het geld voor een plaatsvervanger
bekomen?" „Hoe veel kost dan we!
zoo'n plaatsvervanger „Men kan
er dit jaar geen onder de 1500 francs
krjjgen „Nu, als het niet meer is,"
hernam Paganini, terwyl hij het meisje
by de hand nam, „droog dan uwe tra
nen maar. Ik zal wel zien, dat ik u
de 1500 francs bezorg. Wees gerost.
Als ik maai- eerst weer uit kan gaan."
En hy nam zyn zakboek en schreef
er eenige woorden in. Intnsschen ver
liepen de laatste herfstdagen en de
winter, met zyn lief en leed, nam een
aanvang. In het begin van December
was Paganini zoover hersteld, dat hy
besloot zich weder in de wereld te
begeven. Op aanraden van zyn ge
neesheer evenwel, liep de maand ten
einde, eer hy zijn eenzaamheid verliet
en aan zyn voornemen gevolg gaf.
Op zekeren avond ia den kersttijd,
nadat Paganini reeds liet avondeten
had gebruikt en zich met iezen bezig
hield, werd er tamelijk driftig aan zijn
deur geklopt. Louisette ging zien,
wie er nog zoo laat mocht zyn, eo
kwam bjj den kunstenaar terug met
een niet zeer groot pak, vvaarop zyn
adres in slecht schrift leesbaar was.
Paganini was niet weinig verwonderd,
daar iijj zich niemand herinnerde, die
hem ter gelegenheid der feesten, een
of andere verrassing kon bereiden.
„Wie ter wereld zou mij toch iets
kunnen zenden?" zeide hy tot Loui
sette. „Dat komt er minder op aan,
mijnheer Paganini," zeide het meisje.
„Het pak is aan u geadresseerd en
behoort u daarom toe. Gy zult het
dus wel aannemen, nietwaar? „Wei
zeker, Louisette. en wy zullen terstond
zien, wat er in Is."
Het pak dat goed met touw toege-
maakt en bovendien verzegeld was,
werd met beuulp der schaar van
Louisette en het zakmes des kunste
naars losgemaakt, en na het verwij
deren van een groote party hooi, kwam
er een ordinaire, houten klomp te
voorschijn. ,,Is dat alles," mompelde
Louisette, zichtbaar teleurgesteld. „Ja
inderdaad, kind lief, niets anders dan
een gewone houten klomp," zeide de
kunstenaar, „'k Begryp het wel, men
heeft Paganini. als keistgeschenk, een
ledigen, órdinairen klomp gezonden,
om hem zyn hebzucht en gierigheid
t.e verwijten. De zender of zendster-
is inderdaad eer. scherpzinnig vernuft,
men had geen betere toepassing kan
nen maken. Maar ik verzeker u, Loui
sette, biunen weinige dagen zal de
klomp gevold zijn, gevuld met zuiver
met enkel goud, binnen weinige dagen
zal men dien gemeenen klomp tegen
goud opwegen."
Paganini verkeerde in zeldzame op
gewektheid, en het meisje zag hem
slechts met de grootste verwondering
aan, zonder een enkel woord te spre
ken. Zy begreep niet wat hy zeide,
maar zij gevóélde aan den ernst,
waarmede hy sprak, dat het waarheid
was, en dat het inderdaad zoo gobeu-
r en zou. De drie daaropvolgende dagen
bleef de kuostenaar voor iedereen on
zichtbaar. Hij had zich in zyn slaap
kamer opgesloten, en zelfs met Loui
sette sprak hij niet meer dan volstrekt
noodig was. Het meisje begreep niet
wat haar heer deed. Zij zag hem wel
den geheel en dag met messen en bei
tels en andere scherpe instrumenten
aan den klomp werken, maar daa: zij
niet wist, dat do toonkunstenaar te
vens een bekwaam schrijnwerker en
draaier was. kon zy maar niet begrij
pen, wat hy aan dat ding uitvoerde.
Op zekeren morgen waren aan ge
wone plaatsen te Parijs blauwe bil
jetten aangeplakthet was de aankon
diging, dat up oudejaarsavond Paga
nini na zyu langdurige en gevaarlijke
ziekte, zich weder voor het eerst zou
doen boot en. Da kunstenaar beloofde
tien stukken te zullen spelen, vijf op
een gewone viool en vyf op een klomp.
De pry's voor toegang was bepaald op
twintig francs en de opbrengst voor
eeu liefdadig doel bestemd. De tijding
liep snel door de groote wereldstad,
en weinige uren na het aanplakken
der biljetten was er, zelfs tegen hooge
prijzen, geen toegangskaart ineer te
bekomen. Al wat Parys edels en voor
naams bezat, was dien avond tegen
woordig om den gevierden kunstenaar
by zyn eerste optreden, na zyu herstel
ie hooren. Toen iiy optrad was geen
spoor zijner ziekte meer te ontdekken.
Met een gelukkigen glimlach ontving
by de hulde, hem gebracht. En toen hy,
na een korte inleiding, piotseling over
ging in een wegsleepeude fantasie, be
zielde hy zyn toehoorders zoodanig, dat
allen slechts met stomme verbazing op
den kunstenaar staarden. Nooit heeft
bij zoo gespeeld, was het algemeen ge
voelen. Maar na ecu korte pauze, ver
scheen Paganini met zijn duor hem zei
ven vervaardigd instrument. Een alge
meene spanning openbaarde zich io
byna ademloos stilzwijgen. Daar ont
stroomden aan den gewezen klomp, dien
Paganini in een viool veranderd had,
tonen zoo week en zoet, als wilde hy
ieder der aanwezigen,ondanks hun zei
ven, de tranen uit de oogen persen. De
kunstenaar scheen door de tonen,welke
by voortbracht, zelf geheel overmees
terd. Hy legde zyn geheele ziel, al de
kracht van zyn geuialeu geest in bet
muzikale drama, dat zich onder zyn
hand ontwikkelde. En de gedachten,
die zyn zie! vervulden, maakte hy ieder
duidelyk. Het was de terugkeer eens
jongen soldaats. Men hoorde het schet
teren der trompetten, zag het lustige,
maar ruwe leven van het krijgsvolk,
vernam het afscheid des soldaats van
zyn kameraden, de eenzame terugreis
het wederzien der vaderstad, de eerste
ontmoeting der geliefde, de vreugde
tranen over een gelukkige hereeniging
dat alles was uitgedrukt in dé
phantaisie des kunsteuaars.
Een stormachtige by va!, aan welke
geen einde scheen te komen, viel Pa
ganini ten deel, toen de laatste tonen
waren weggestorven. Want zeer lang
zaam werd de betoovering opgeheven,
waarin Paganini's bovenmenschelijke
kunst zyn hoorders had gebracht. De
dames wierpen honderden van de
prachtigste bouquetten naar den
kunstenaar, terwyl de mannen olkan-
der verdrongen om hem de hand te
drukken. Eu diep in een hoek der
zaal, door een gordyn halfverborgen,
stond daar een eenvoudig burger
meisje, dat weende, als moest haar
hart breken. Hot was Louisette. Toen
zij den volgenden morgen by den
kunstenaar binuentrad om hern als
naar gewoonte bij het ontbijt te be
dienen, nam hy haar bij de hand en
zeide„Ik geloof, Louisette, dat wy
voor de opbrengst van het concert
van gisteren avond Henri nu van den
dienst wel zullen kunnen vrykoopen,
misschien schiet er zelfs nog iets over.
Dit zult gij echter noodig hebben om
de kosten van zyn reis naar hier te
betalen."
Het meisje weende tranrn van dank
baarheid, maar Paganini vervolgde
„ween niet, Louisette, het is slechts
het verdicude loon, een kleine ver
goeding voor al de liefde en opoffering,
welke gy my gedurende mijn ziekte
bewezen hebt. Ik wil u boveudien
nog iets geven, dat by li het aan
denken aan Paganini zal levendig
houden. Neem dezen klomp mis
schien noemt gij hem een viool
hy is van nu af uw eigendom. Ik
heb hem voor u bewerkt en bespeeld.
Wanneer gy hem wilt verkoopen, zult
gij er misschien nog eeu kleinen bruid
schat uithalen."
Paganini bedroog zicli niet Een
rijk Paryzeuaar gaf voor het zeld
zame instrument 6000 francs.
Sneeuw- en vorst-berichten.
Uit Dorsetshire, Southampton, Bour
nemouth, Yorkshire, Cheshire, Lon
den, Ierland komen berichten van
uiterst zwaren sneeuwval, gepaard
met strenge koude. Overal zyn de
wegen onbegaanbaar. In Devonshire
ligt de sneeuw tien duim hoog. In
de Mendip bergen is zy op vele plaat
sen vier tot vyf voet hoog opeenge
pakt. In Dorsetshire is een bejaard
man ingesneeuwd en omgekomen.
Tolephcon- en t el eg raaf ge I ei d i n gen
zijn m grooten getale vernield.
By Londen zyn tijdeus een dichte
sneeuwjacht twee treinen op elkander
geloopen, doordat dé seinen voor de
machinisten niet waren te zien. Er
werd enkel matcrioele schade aange
richt.
To Portsmouth heeft het veertig
uren aaneen gesneeuwd.
In Ier laud sneeuwt het sinds Zon
dag eiken dag. Te Shut 's eeu jonge
man iu de sneeuw dood gevonden.
De schepen in het Iersche banaal
moesten bescherming zoeken in de
haven van Belfast.
Te Londen wees de thermometer
Woensdagmorgen elf graden vorst aan.
Lange processen.
Naar aanleidin.' van deu langen tijd.
dien het proees-Zoia geduurd heeft,
is men aan het zoeken gegaau naar
liet recor-l van procéslengte.
Tot uu toe >ckynt hel langste proces,
dat békend is. dat van Warren Hastings
te zyn, hetwelk in het laarst van de
vorige eeuw in Engeland gevoerd
werd.
Warren Hastings nameiiik had ge
durende vele jaren den belangrijken
post van gouverneur-generaal van
Engelseh-Indic bekleed en werd na
zyne terugkomst in 1787 van kneve
larij beschuldigd.
De aanklacht ving uit van het La
gerhuis en de beklaagde moest voor
het Hooger'nuis verschijnen. Dit ge
schiedde den 13den Febr. 1788 'en
het proces eindigde in 1795 met de
vrijspraak van Hastings.
Een ander lang proces in dat tegen
Arthur Orton, eveneens te Londen
gevoerd. Orton was een slagersknecht,
die zioh voor een an Ier had uitge
geven. ten einde een erfenis van meer
dan 50 millioen machtig te worden.
De zaak had twee phases, de eerste
besloeg 102 zittingen in 1S71 en 1872,
de tweede 188 zittingen in 1873 en
1874.
In hot proces van de familie Nann-
dorff tegen den due de Ciiambord,
dat in i874 te Parys gevoerd werd,
duurde een enkel pleidooi, dat van
Jules Favre, 8 dagen.
Te Rebaix. in Henegouwen, is een
ontzettende misdaad gepleegd. Daar
heeft zekere David zyn vader en
moeder vermoord en beroofd, alleen
om gelijk hjj na zijn gevangen
neming heeft bekend de middelen
te hebben tot vroolyk vieren van het
carnaval.
Barbaarsche kogels.
Men weet, dat de Engeische troo-
pen in den veldtocht aan de Indi
sche Noordwester grens dum-dum-
bogels gebruikeu. Dat zyn kogels
van bet Lee-Metford-geweer, waaraan
men een deel van de puulbedekking
heeft afgenomen, zoodat bfi het bin
nendringen in het lichaam de kogel
uitzet on afgrijselijke wonden maakt.
Ovor die dum-dnm kogels is Don
derdag in het Lagerhuis een hartig
woord gevallen. Het begon met een
vraag van den liberaal Hedderwick
of die kogels ook tegen de Engei
sche troepen gebruikt waren. Ja, ant
woordde Lord George Hamilton;
vermoedelijk hebbun de Afridi's ze
in handeu gekregen door het buit
maken van een konvooi.
Toen kwam do aanvoerder der Ier
sche nationalisten in het kryt
Dillon: Zyn die kogels aan de En
geische troepen verstrekt om tegen
die stammen gebruikt te worden?
De ministerJa.
D.llonHet is barbaarsch. (Toe
juiching van do nationalisten).
De ministerDe geachte afgevaar
digde denkt dat zy ontplofbaar zyn.
DÜlonVolstrekt niet. Ik weet zeer
goed, wat voor kogels dat zyn.
De ministerHot zyn geen ont
plofbare kogels, en ik geloof niet,
dat zy in stryd zyn met volkerenrecht
en oorlogsgebruik.
„DillonWell sir, ze zyn barbaarsch
(Toejuichiug).
De beroemde Engeische tooneel-
speelster miss Langtry, wier mooi
jacht „The white Lady" onlangs werd
verkocht, is ook de gelukkige eige
nares van een mooie „farm" bij Car
son ia Nevada, Noord-Amerika,
kwam m het bezit daarvan op de
volgende echt Amorikaansche wyze.
Toen de mooie kunstenares gastvoor-
stellingen gaf in Amerika had zy met
den directeur van „The Appeal", den
heer Davis, eenige tinanciëele aange
legenheden te regelen. De heer Da-
vis wilde ook voor zich een zaakje
doen en beproefde miss Langtry een
landgoed te verkoopen. Deze had eens
tegenover hem den wensch geuit om
een „farm" in Amerika te koopen,
en Davis had eeu voorstel dienaan
gaande gedaan, dat zy echter niet
aannam.
De grillige actrice had in die dagen
de schoone Galat hea te spelen, en
daar de directeur van de „Appeal"
te allen tyde toegang had tot het
tooneel, wachtte hy, achter een cou
lisse verbolgen, totdat miss Langtry
haar rlaats als steenen beeld had in
genomen, en het gordyn in do hoogte
was gegaan. Vlug riep hij daarop
drie acteurs by zich als getuigen en
zeide toen duisterend tot de onbewe-
lyke gestalte op het tooneel„Als u
my verstaat, sluit u dan één oogen
blik het oog, dat van het publiek is
afgekeerd. Galathea gaf het gevraagde
teeken en nu was Davis tevreden.
„Hoor nu eens verder," fluisterde
hy. „als u niet van plan is om de
farmwaarover v» e gesproken heb
ben, voor 8000 dollars te koopen, dan
schudt u met hot hoofdGala
thea, het ïriarmcren beeld, waarop de
oogen van het talrijk publiek met
groote bewondering gericht waren,
volhardde natuurlijk in haar onbe-
wegelykheid. „Good," riep Davis uit,
„deze drie getuigen en ik weten nu,
dat wij het over dc koopsom eens ge
worden zyn."
Den volgenden dag gaf de sluwe
directeur haar de papieren en ont
ving hy het geld.
Dinsdagnacht is con groote sneenw-
lawine van een rots nabij Quebec
gevallen. Twee huizen werden be
dolven, vier personen gedood.
Pest.
De sterfte aan pest in de stad
Bombay is de afgeloopen week iets
afgenomen, maar bedroeg toch nog
.1082, d. i. 175 minder dan de wet-k
te voren. Het geheele sterftecijfer tvas
1974 legen 2195 in do vorige week,
d. i. over een jaar 123.20 op de dui
zend.
Een verfregon.
B\i den brand, die iu 't vorig jaar
te Èïberfeld in Ie groote xmllïtbrie-
ken is voorgekomen, is een groot deel
der wasch die ver in den omtrek op
de bleek lag, bedorvon door den verf-
regeu. Een der benadeelden heeft des-
wego een vordering ingesteld tegen
«ie maatschappij waarbij hy verzekerd
was en de rechtbank beeft den eisch
toegewezen. De zaak zal nu iu boo-
ger beroep worden behandeld en als
deze hel vonnis bevestigt, zal de
maatschappij volgens hare verkla
ring auu al hare verzekerden de
schade wegens dezelfde oorzaak ver
goeden.
Een gefaalde „detective".
Ongoveer een maand gelcdoa had
eeu Londensche uitvinder een zeer
schrander uitgedacht mechanisme iu
deu handel gebracht, dat zeer gemak
kelijk was aan te brengen'en wegens
den geriugen prys onder ieders be
reik. Het beetle „de automatische de
tective".
Het mechanisme diende oiu het in
breken zoo goédals onmogelijk te ma
ken. Door eeu ingewikkelde combi
natie van electrischö schellen kon men
geen deur of venster forceercn zonder
dat zich onmiddellijk een luid geschel
deed hooren gevolgd door drie scho
ten. Het was prachtig.
Helaas, dezer dagen werd de uit
vinder zelf bestolen. Inbrekers hebben
zich toegang verschaft in zijn maga
zijnen van Cray Inn's Road, na eerst
handig en netjes de automatische
detectiver te hebbeu weggenomen, die
de toegangen verdedigden.
Zonder dea uitvinder, die in een
aangrenzend vertrek sliep, wakker te
maken, hebben ze den ir/ oud van de
kas en een dec! van het magazyn,
ougeveer 300 „detectives" meegeno
men. Arme uitvinder!