Ter opsporing der rooverbenden rukte de marechaussee den 8en Jan. uit naar Hoetan Ba Tiara aan den bovenloop der Kroeng Loetoe. maar vonden alleen eene verlaten woning die werd verbrand. De zich tot nog toe steeds buiten aanraking met bet bestuur gehouden Lebbende hoofden T. Hasim, halfbroe der van T. Tjoet, Empei Ara, wakil Djobau van Lam Loeng en wakil Mat Tahir nit Lheue meldden zich bp het bestuur aan. Tengkoe di Boesoe moet zioh weder in 't gebergte boren Melesoeng ophou den, terwijl T. Moeda Latif en Hadji Malaram in Lam Löot zijn terugge keerd, en volgelingen van T. Gedong en Panglima Karirn nog te Sarabana- wa aan den weg naar Daja verblijven. Van Indrapoeri werd den 31en De cember 1897 eene patrouille gemaakt langs de Kroeng Auak naar Kota Ba'Theuë en over Piëng terng. Van vijanden werd niets bespeurd. De telefoongeleiding met Gleiëng werd tweemalen beschadigd, en nabij Selimoen werden eenige planken van de brug over de Aloer Nagoe gesto len, en ijzerwerken in de rivier ge rold. Voor de schade, die op 25 dol lars wordt geschat, zijn de moekims Tanah Abé en Lam Kabir aanspra kelijk gesteld en met het dubbele be drag beboet. Van Selimoen uit, dat den 7en en j Ssten Jan. door den civieleu en mili tairen gouverneur werd bezocht, werd eene patrouille gemaakt naar Lam Goeda in de richting van Daja. Bij Bababoea kregen de troepen eeuig vuur, waardoor wy echter geene ver liezen leden. De Imam van Lam Teba kwam zich met eenige mindere hoofden mel den bij deu civielen gezaghebber al daar, die bericht ontving, datKetjik In van Aloer Rindang op de grens van Selimoen en Reang-Reu-ig ge vlucht was, vermoedelijk op het ge rucht van een actief optreden der partij van verzet in de tweede helft dezer maand. Kleine benden leven in de omstre ken van Aloer Rindang van roof en maken bet don voorbijgangers lastig. Noordkust. In de moekim Pekan Baroe—Pekan Sot viel niets bijzon ders voor. Ti Hoesin di Gedong ver bood T. Tjoet Toengkoeb het verblijf in Pedir, waarop deze zich naar End- joeng begaf, van waar hij echter in Pedir terugkeerde na den dood van T. Laksamana Polim, die den 7en Jan. is overleden. Tengevolge hiervan zijn er twee krachtige partijen in Endjoeng, die gewapend tegenover elkaar staan. Aan de eene zyde T. Bintara Gloempang Pajoeug en zijn zoon T. Tjoet Gam, schoonzoon van den overleden Laksamana, en aan de andere zijde T. Mohamad Adan, half broeder van den overledene, gesteund door T. Mait van Ajer Leboe en hoofden van de IX Moekims Keman- £an- Voorloopig is de jeugdige zoon, Hoesin genaamd, tot Laksamana ver heven onder voogdij van T. Mohamad Adan, waarmede door de lieden van Gloempang Pajoen geen genoegen wordt genomen, zoodat wellicht een strijd zal ontbranden. Uit Gedong wordt bericht, dat Nja Matnat Perlalc daar bezig is een mos lim schc beweging in den omtrek van Telok-Semawé op touw te zetten, waarin hy gesteund zou worden door T. Radja Hiiam, T. Laoetan en an dere hoofden van Gedong. Oostkust. T. Tjihik Perlak moet ernstig ongesteld zjjri. Westkust. Melatoeh werd niet ver der verontrust, hoewel T. Again steeds Merbau bezet houdt. T. Hi tam Tabo moet op vier of vyf vol gelingen na. door allen verlaten zijn. Said Panoed vertoeft meestal te Ran- tau Pan ijanghij moet reeds eenige wapens hebben verpand om in vzyn onderhoud te voorzien. Poeloe W'eh. Niets bijzonders. Weersgesteldheid. Krachtige Noord- Oosten wind, af en toe regen. Gezondheidstoestand. Op onze uiter ste posteu bleven nog zware koort sen onder de troepen heerschen. Ziekte onder het vee. Geen nieuwe gevallen van runderpest kwamen meer te Oleh-leh voor. Lutje en Bosch. Het Bat NU. schrijft: „Terwijl nog door velen dikwijls wordt gesproken over de beruchte zaak Lutje en Bosch, over de streng heid in die zaak van het hoog mili tair gerechtshof en over de vraag, of Zijne Excellentie de Gouverneur-Ge neraal al dan niet gratie zal verlee- nen enz. is bjj sommigen een andere quaestie gerezen. „Met welk recht vernietigt dat I Gerechtshof een vrijspraak-vonnis en stelt daarvoor een veroordeeling in de plaats „Is, dus doende, dat Gerechtshof zijn bevoegdheid niet te buiten ge- j gaan, wjjl toch aan een vrijspraak nimmer iets te veranderen vait? „Ziedaar, wat kort geleden iemand my onder het oog bracht en aaitge- zieu deze quaestie er een is van groot belang, wenschen wij haar openlyk te bespreken." Het blad toont dan aan, dat het Hof volkomen bevoegd was het vrij spraak-vonnis Lutje—Bosch te her zien en te veranderen in eene veroor deeling. Het blad heeft echter een bijzon dere reden, waarom het 's Hofs vonnis ten zeerste betreurt, en wel schrijft het „omdat 't weer opnieuw voed sel geeft aan het by vele militairen nog bestaande begrip, dat er een aparte „militaire eer" zou bestaan buiten de algemeene, de burgerlijke eer om. „Dit klinkt misschien eenigszins apocrief. Bij eenig nadenken zal men de bedoeling echter begrijpen. Zy ligt trouwens voor de hand. Wat toch is natuurlijker, dan dat de mili tair thans aldus zal redeneeren: „Wordt een burger vrijgesproken, dan is 't uit en kan er niets meer aan veranderd worden. By ons militairen echter, wordt 't vrijsprekend vonnis nog eens herzien door 't hoogste rechts college. Waartoe dit onderscheid tus- .schen burgers en ons? WelDatuur- lyk, omdat onze eer zooveel hooger en fijner is dan die van den burger, dat reeds 't enkele feit, dat we als beklaagde hebben terechtgestaan, een smet op onze eer werpt, die, ook by onze eventueele vrijspraak, niet eerder uitgewischt kan worden, voor ook 't hoogste rechtscollege aan die vrij spraak haar zegel gehecht heeft. „Hoe onjuist die redeneering is, zullen wy niet uiteenzetten. „Wy wilden enkel constateeren, dat die redeneering thans meermalen vernomen zal worden. „Maar wat is dan de reden van dit onderscheid tusschen de algemeene en de militaire strafrechtspleging? „Naar onze meening moet de grond ervan eenvoudig in een verzuim ge zocht worden. Men verzuimde nl. de militaire strafvordering in overeen stemming te brengen met de alge meene, toen men by deze laatste de mildere opvatting als de juiste erkende en invoerde, en met de lauwheid en lakschheid op wetgevend gebied, den Hollanders zoozeer eigen, heeft men dat verzuim kalmpjes tot op heden bestendigd. „Zal Z. E. de Gouverneur- Gene raal den heeren Lutje en Bosch gratie verleenen? Wy weten het niet, wij hopen het echter van ganseher harte. „En verder hopen wij, dat dit op zienbarend vonnis aanleiding moge geven tot een wettel yke bepaling, waarbjj dit door niets gemotiveerd onderscheid tusschen algemeene en millitaire strafrechtspleging ten spoe digste worde opgeheven." Sport sr fóerïstirijrfers. Schaatsenrij den. De uitslag van de kampioenschap pen van Europa in het hardry ien, te Helsingfors gehouden, is 5000 M. 1. Estlander 49'/s sec. 2. Naess 49-/s sec. 1500 M. 1. Estlander 2.334/5 sec. 2. Naess 2.39. 5000 M. 1. Estlander 9.284/s. 2. Backman 9.33. 3. Krjoekof 9.39. 4. Naess 9.41. 10.000 M. 1. Estlander 19.2P/5. 2. Krjoekof 19.28 s/s. Estlauder heeft het kampioenschap dus schitterend gewonnen. GEMEWGi® gaSEMWS Het proces-Zola. De Aurore deelt het officieele be richt mede, dat Zola Donderdag de verklaring, dat hy in cassatie komt, heeft geteekend. Een nota van Havas deeit het vol gende mede. Ten gevolge van de uebatten bij het próces-Zola heeft generaal Billot de disciplinaire maat regelen genomen welke Donderdag door MéUue io de Kamer zijn aan gekondigd. Kolonel Picquart wordt gestraft overeenkomstig het advies van dco raad van onderzoek, die vóór het proces bijeenkwam. Grimaux, hoogleeraar in de scheikunde aan de polytechnische school, wordt op verlof gefield tot over zijn ontslag een be sluit is genomen. De luitenant der artillerie Chaplain wordt op nonacti- viteit gesteld door schorsing in zyne werkzaamheden. Kolonel Picquart is reeds uit den dienst ontslagen, zonder aanspraak op pensioen en zonder mogelijkheid weer in activiteit te worden hersteld. De Seliah van Perzië en zijn harem. De gewichtigste dag in het leven van de Perzische vrouw en teveus de grootste nationale feestdag in het laad van den Schab is de 26s Decem ber. Reeds lang voor dezen dag trek ken afgezanten van den Perzischen hcerscher door diéns ryk naar alle richtingen en zoeken rond ouder de huwbare doch teren van het land. De met hoop vervulde, jeugdige sciioonen wachten reeds overal, getooid met alles wat er toe kau bydragen om de bekoorlijkheden, die hen door de na tuur verleeud zijn, zooveel mogelyk te verboogen. Want bet. gaat er im mers om, ouder velen de mooiste te wezen om genade te vinden voor de oogen van den machtigsten aller mach tigen. Reeds tot de houderd uitver korenen te behooren, die elk jaar onder feestelijke praal in Teheran aan de Schab worden voorgesteld, beschouwt elke Perzische vrouw als de grootste eer. Van deze honderd uitverkoren óochtereu van het land, zien evenwel slechts vyf en twintig hare zoo zeer verlangde wenschen vervuld, die hier in bestaan, de vreugden van den koninklijken harem die hun oneindig aanlokkelijk toeschijnen, in werke lijkheid te leeren kennen. Zoo was ook op den laatsten 26n December geheel Teheran verzameld, om de verkiezing van de harem-schoonen by te wonen. Men zag er voorname Perzische dames in prachtvolle costumes van met goudgestikte zijde. met juweelen overladen; schitterende, met ordetee- keuen versierde officiers-uniformen, pralerige hofkleederen, en phantas- tisch opgedirkte bedienden in groot aantal. Ter aanvang van de feeste lijkheid trekken Teheraner militaire' muziekkorpsen op en doen schette rende jfanfares hooren. Dan maakt een koortsachtige opwinding zich van de wachtende menigte meester. Allen rekken de halzen 'uit. want op dit oogenblik verschijnen de honderd de butanten in verblindende, stralende pracht. Geheel in witte, gazige zyde ge kleed, door lange, neergolvende met zilver gestikte sluiers verborgen, hals en armen met kleuren uitstralende brillanten getooid, vormen de bekoor lijke meisjesgestalten een verrassend mooie groep. Zacht zingend naderen zy. Pages in met goudgestikte, hemels blauwe costumes gaan voor ze uit en strooien naar alle richtingen bloemen op den weg. Driemaal doet de kleine processie de ronde, dan stellen zich de zachte jonkvrouwen op een gege ven trompetsignaal in eene rij op. Nu is het gewichtigste oogenblik aange komen. De trompettors blazen eene fanfare en in het volgende oogenblik laat ieder het hoofd diep naar den grond zakken voor den kleinen, op 't oog onbednidenden man. die nu met haas tige schreden met zyu schitterend gevolg tusschen de op eene rjj ge schaarde menigte aankomt. Yoor hem uit stapt trots de „Sifar Solar" in zyu met goud overladen rok. Op „Hem", den machtige, wiens woord voor twintig millioen menschen wet is, worden thans alle blikken in eer zuchtige bewondering geslagen. Het zwakke lichaam van den „grooten" Schah schijnt onder den last van de juweelen die hem bedekken, geheel en al te bezwijken. Yoor de'lange reeks van de met bange verwachting de beslissing tegemoet ziende sclioo- nen aangekomen, grijpt de „Sifar So lar" by elke schrede eene kleiao meis jeshand, en laat de bezitster met teruggeslagen sluier van liet gelaat voor den strengen blik van den mo narch treden. Een goedkeurend knikje of een af wijzend schudden van hel koninklijk hoofd en de zaak is al'geloopen. Geen woord wordt by deze plechtig heid gesproken, geen vriendelijk lachje of zelfs liefdevolle blik komt in de mooie meisjesoogeo en toch worden de harten, telkeDS wanneer de beslis sing is gevallen, met hartstochtelijke vreugde of diepe smart gevuld. Met onverstoorbare onverschilligheid doet de heerscher zijne keuze. Perzië heeft de schoonste dochteren van zyn land met vreugde aan den verhevene aan geboden, de koninklijke luim is be vredigd en voor vijf-en-twintig trot- sche, van gelnk stralende jonkvrouwen openen zich de geheimzinnige poorten van den ba,rem, terwyl de overige, versmade schoonen, met gebroken harten in de alledaagsheid van hun bestaan terugkeeren. Een klomp-viool. Nicolo Paganini, de wereldberoemde vioolspeler, werd we! eens als onvrien delijk, onbeleefd en lastig van humeur beschouwd, omdat hij inderdaad niet gezellig van aard zyode, weinig in het openbaar verkeerde, slechts enkele vrienden had, en de eenzaamheid boven het gewoel der groote wereld beminde. Anderen beschuldigden hem zelfs van hebzucht en gierigheid, omdat hij steeds weigerde zijn talenten voor een of ander liefdadig dóe! ten beste te geven. Het was in het najaar van 1S32, dat Paganini, door een zware ziekte over vallen, langen tijd zyn kamer moest houdenen hij dankie het alleen zyn geregeld leven, dat hij iaugzaam, maar ook zeer langzaam herstelde. De kun stenaar werd gedurende de ziekte be diend door een meisje, Louisette ge naamd. Louisette was een schoon, eenvoudig kind uit den kleinen bur gerstand, vol reinen levenslust, met blond haar en blauwe oogen. Zy ver zorgde haar beroemden zieke met de meeste deelneming en hartelijkheid, die haar daarvoor met bijzondere wel willendheid en vriendelijkheid behan- delde. Steeds wanneer zy hem by het ontbijt of middageteu bediende, ver telde zy hem, op de haar eigene naïeve, byna kinderlijke wijze, het nieuws dat zy buiten het huis had vernomen en haar kleine familie-aangelegenhe den, en deze oog en blikken wareii voor den kunstenaar blijkbaar de genoeg lijkste van den dag. Op zekeren morgen kwam het meisje, als altijd, in de kamer, maar de gewone, vroolyke uitdrukking was van haar lief, eenvoudig gelaat ver dwenen. Paganini bemerkte met den eersten blik, dat het meisje iets bij zonders moest wedervaren zijn. „Wat is er gebourd, Louisette?" vroeg bij. „Uw oogen zyn rood van het weenen." „O, iets zoo verschrikkelijks, mynheer Paganini," nokte het meisje. „Maai er is niets zoo verschrikkelijks op de wereld, myn lieve kind,'' hernam de kunstenaar, „dat. men niet overwin nen kan." „Misschien voor u mijn heer, maar voor my kan ik het niet gelooven." Paganini vestigde zyn door dringenden blik op het kommervolle gelaat van het meisje en zeide„Ha ik geloof, dat ik het raden kan zoo iets van het hart, niet waar In plaats van te antwoorden, kleurde Louisette sterk, wat voor Paganini een meer dan bevestigend antwoord was. „Kom hier Louisette," vervolgde hy, „en vertel my eens oprecht wat u deert, misschien kau ik u helpen, of ten minste iets voor u doen." Het meisje wischte zich, met haar kleinen, witten voorschoot de tranen uit de oogen. „Kom, beste meid," ging hy voort, „liet is zeker de oude geschie denis gebroken beloften, trouwelooze eeden, is het niet zoo „De arme Henri," snikte Louisette, „het is waai, mijnheer Paganini, by heeft my ver laten, maar het is zyn schuld niet de arme jongen„Zyn schuld niet Hoe zoo." „Wel, Henri is nu zoo oud, dat hy soldaat moet wordeu. Hy trok een laag nommer en men heeft hem gisteren weggevoerd. Nu is hy ver, heel ver van hier, te Rijs- -el, en onze lieve Heer weet wanneer hij weder terugkomt. Is dat nu geen groot verdriet voor een meisje, mynheer?" „Wel zeker, kind lief,is dat een groot verdriet voor u, maar kunt gy dan geen plaatsvervan ger voor hem bekomen Louisette lachte smartelyk door haar tranen been, over deze dubbelzinnige woor- deD. „Foei, mynheer," zeide zy, „het staat u niet mooi, met een meisje nog zoo den spot te drijven. Waar zou ik het geld voor een plaatsvervanger bekomen?" „Hoe veel kost dan we! zoo'n plaatsvervanger „Men kan er dit jaar geen onder de 1500 francs krjjgen „Nu, als het niet meer is," hernam Paganini, terwyl hij het meisje by de hand nam, „droog dan uwe tra nen maar. Ik zal wel zien, dat ik u de 1500 francs bezorg. Wees gerost. Als ik maai- eerst weer uit kan gaan." En hy nam zyn zakboek en schreef er eenige woorden in. Intnsschen ver liepen de laatste herfstdagen en de winter, met zyn lief en leed, nam een aanvang. In het begin van December was Paganini zoover hersteld, dat hy besloot zich weder in de wereld te begeven. Op aanraden van zyn ge neesheer evenwel, liep de maand ten einde, eer hy zijn eenzaamheid verliet en aan zyn voornemen gevolg gaf. Op zekeren avond ia den kersttijd, nadat Paganini reeds liet avondeten had gebruikt en zich met iezen bezig hield, werd er tamelijk driftig aan zijn deur geklopt. Louisette ging zien, wie er nog zoo laat mocht zyn, eo kwam bjj den kunstenaar terug met een niet zeer groot pak, vvaarop zyn adres in slecht schrift leesbaar was. Paganini was niet weinig verwonderd, daar iijj zich niemand herinnerde, die hem ter gelegenheid der feesten, een of andere verrassing kon bereiden. „Wie ter wereld zou mij toch iets kunnen zenden?" zeide hy tot Loui sette. „Dat komt er minder op aan, mijnheer Paganini," zeide het meisje. „Het pak is aan u geadresseerd en behoort u daarom toe. Gy zult het dus wel aannemen, nietwaar? „Wei zeker, Louisette. en wy zullen terstond zien, wat er in Is." Het pak dat goed met touw toege- maakt en bovendien verzegeld was, werd met beuulp der schaar van Louisette en het zakmes des kunste naars losgemaakt, en na het verwij deren van een groote party hooi, kwam er een ordinaire, houten klomp te voorschijn. ,,Is dat alles," mompelde Louisette, zichtbaar teleurgesteld. „Ja inderdaad, kind lief, niets anders dan een gewone houten klomp," zeide de kunstenaar, „'k Begryp het wel, men heeft Paganini. als keistgeschenk, een ledigen, órdinairen klomp gezonden, om hem zyn hebzucht en gierigheid t.e verwijten. De zender of zendster- is inderdaad eer. scherpzinnig vernuft, men had geen betere toepassing kan nen maken. Maar ik verzeker u, Loui sette, biunen weinige dagen zal de klomp gevold zijn, gevuld met zuiver met enkel goud, binnen weinige dagen zal men dien gemeenen klomp tegen goud opwegen." Paganini verkeerde in zeldzame op gewektheid, en het meisje zag hem slechts met de grootste verwondering aan, zonder een enkel woord te spre ken. Zy begreep niet wat hy zeide, maar zij gevóélde aan den ernst, waarmede hy sprak, dat het waarheid was, en dat het inderdaad zoo gobeu- r en zou. De drie daaropvolgende dagen bleef de kuostenaar voor iedereen on zichtbaar. Hij had zich in zyn slaap kamer opgesloten, en zelfs met Loui sette sprak hij niet meer dan volstrekt noodig was. Het meisje begreep niet wat haar heer deed. Zij zag hem wel den geheel en dag met messen en bei tels en andere scherpe instrumenten aan den klomp werken, maar daa: zij niet wist, dat do toonkunstenaar te vens een bekwaam schrijnwerker en draaier was. kon zy maar niet begrij pen, wat hy aan dat ding uitvoerde. Op zekeren morgen waren aan ge wone plaatsen te Parijs blauwe bil jetten aangeplakthet was de aankon diging, dat up oudejaarsavond Paga nini na zyu langdurige en gevaarlijke ziekte, zich weder voor het eerst zou doen boot en. Da kunstenaar beloofde tien stukken te zullen spelen, vijf op een gewone viool en vyf op een klomp. De pry's voor toegang was bepaald op twintig francs en de opbrengst voor eeu liefdadig doel bestemd. De tijding liep snel door de groote wereldstad, en weinige uren na het aanplakken der biljetten was er, zelfs tegen hooge prijzen, geen toegangskaart ineer te bekomen. Al wat Parys edels en voor naams bezat, was dien avond tegen woordig om den gevierden kunstenaar by zyn eerste optreden, na zyu herstel ie hooren. Toen iiy optrad was geen spoor zijner ziekte meer te ontdekken. Met een gelukkigen glimlach ontving by de hulde, hem gebracht. En toen hy, na een korte inleiding, piotseling over ging in een wegsleepeude fantasie, be zielde hy zyn toehoorders zoodanig, dat allen slechts met stomme verbazing op den kunstenaar staarden. Nooit heeft bij zoo gespeeld, was het algemeen ge voelen. Maar na ecu korte pauze, ver scheen Paganini met zijn duor hem zei ven vervaardigd instrument. Een alge meene spanning openbaarde zich io byna ademloos stilzwijgen. Daar ont stroomden aan den gewezen klomp, dien Paganini in een viool veranderd had, tonen zoo week en zoet, als wilde hy ieder der aanwezigen,ondanks hun zei ven, de tranen uit de oogen persen. De kunstenaar scheen door de tonen,welke by voortbracht, zelf geheel overmees terd. Hy legde zyn geheele ziel, al de kracht van zyn geuialeu geest in bet muzikale drama, dat zich onder zyn hand ontwikkelde. En de gedachten, die zyn zie! vervulden, maakte hy ieder duidelyk. Het was de terugkeer eens jongen soldaats. Men hoorde het schet teren der trompetten, zag het lustige, maar ruwe leven van het krijgsvolk, vernam het afscheid des soldaats van zyn kameraden, de eenzame terugreis het wederzien der vaderstad, de eerste ontmoeting der geliefde, de vreugde tranen over een gelukkige hereeniging dat alles was uitgedrukt in dé phantaisie des kunsteuaars. Een stormachtige by va!, aan welke geen einde scheen te komen, viel Pa ganini ten deel, toen de laatste tonen waren weggestorven. Want zeer lang zaam werd de betoovering opgeheven, waarin Paganini's bovenmenschelijke kunst zyn hoorders had gebracht. De dames wierpen honderden van de prachtigste bouquetten naar den kunstenaar, terwyl de mannen olkan- der verdrongen om hem de hand te drukken. Eu diep in een hoek der zaal, door een gordyn halfverborgen, stond daar een eenvoudig burger meisje, dat weende, als moest haar hart breken. Hot was Louisette. Toen zij den volgenden morgen by den kunstenaar binuentrad om hern als naar gewoonte bij het ontbijt te be dienen, nam hy haar bij de hand en zeide„Ik geloof, Louisette, dat wy voor de opbrengst van het concert van gisteren avond Henri nu van den dienst wel zullen kunnen vrykoopen, misschien schiet er zelfs nog iets over. Dit zult gij echter noodig hebben om de kosten van zyn reis naar hier te betalen." Het meisje weende tranrn van dank baarheid, maar Paganini vervolgde „ween niet, Louisette, het is slechts het verdicude loon, een kleine ver goeding voor al de liefde en opoffering, welke gy my gedurende mijn ziekte bewezen hebt. Ik wil u boveudien nog iets geven, dat by li het aan denken aan Paganini zal levendig houden. Neem dezen klomp mis schien noemt gij hem een viool hy is van nu af uw eigendom. Ik heb hem voor u bewerkt en bespeeld. Wanneer gy hem wilt verkoopen, zult gij er misschien nog eeu kleinen bruid schat uithalen." Paganini bedroog zicli niet Een rijk Paryzeuaar gaf voor het zeld zame instrument 6000 francs. Sneeuw- en vorst-berichten. Uit Dorsetshire, Southampton, Bour nemouth, Yorkshire, Cheshire, Lon den, Ierland komen berichten van uiterst zwaren sneeuwval, gepaard met strenge koude. Overal zyn de wegen onbegaanbaar. In Devonshire ligt de sneeuw tien duim hoog. In de Mendip bergen is zy op vele plaat sen vier tot vyf voet hoog opeenge pakt. In Dorsetshire is een bejaard man ingesneeuwd en omgekomen. Tolephcon- en t el eg raaf ge I ei d i n gen zijn m grooten getale vernield. By Londen zyn tijdeus een dichte sneeuwjacht twee treinen op elkander geloopen, doordat dé seinen voor de machinisten niet waren te zien. Er werd enkel matcrioele schade aange richt. To Portsmouth heeft het veertig uren aaneen gesneeuwd. In Ier laud sneeuwt het sinds Zon dag eiken dag. Te Shut 's eeu jonge man iu de sneeuw dood gevonden. De schepen in het Iersche banaal moesten bescherming zoeken in de haven van Belfast. Te Londen wees de thermometer Woensdagmorgen elf graden vorst aan. Lange processen. Naar aanleidin.' van deu langen tijd. dien het proees-Zoia geduurd heeft, is men aan het zoeken gegaau naar liet recor-l van procéslengte. Tot uu toe >ckynt hel langste proces, dat békend is. dat van Warren Hastings te zyn, hetwelk in het laarst van de vorige eeuw in Engeland gevoerd werd. Warren Hastings nameiiik had ge durende vele jaren den belangrijken post van gouverneur-generaal van Engelseh-Indic bekleed en werd na zyne terugkomst in 1787 van kneve larij beschuldigd. De aanklacht ving uit van het La gerhuis en de beklaagde moest voor het Hooger'nuis verschijnen. Dit ge schiedde den 13den Febr. 1788 'en het proces eindigde in 1795 met de vrijspraak van Hastings. Een ander lang proces in dat tegen Arthur Orton, eveneens te Londen gevoerd. Orton was een slagersknecht, die zioh voor een an Ier had uitge geven. ten einde een erfenis van meer dan 50 millioen machtig te worden. De zaak had twee phases, de eerste besloeg 102 zittingen in 1S71 en 1872, de tweede 188 zittingen in 1873 en 1874. In hot proces van de familie Nann- dorff tegen den due de Ciiambord, dat in i874 te Parys gevoerd werd, duurde een enkel pleidooi, dat van Jules Favre, 8 dagen. Te Rebaix. in Henegouwen, is een ontzettende misdaad gepleegd. Daar heeft zekere David zyn vader en moeder vermoord en beroofd, alleen om gelijk hjj na zijn gevangen neming heeft bekend de middelen te hebben tot vroolyk vieren van het carnaval. Barbaarsche kogels. Men weet, dat de Engeische troo- pen in den veldtocht aan de Indi sche Noordwester grens dum-dum- bogels gebruikeu. Dat zyn kogels van bet Lee-Metford-geweer, waaraan men een deel van de puulbedekking heeft afgenomen, zoodat bfi het bin nendringen in het lichaam de kogel uitzet on afgrijselijke wonden maakt. Ovor die dum-dnm kogels is Don derdag in het Lagerhuis een hartig woord gevallen. Het begon met een vraag van den liberaal Hedderwick of die kogels ook tegen de Engei sche troepen gebruikt waren. Ja, ant woordde Lord George Hamilton; vermoedelijk hebbun de Afridi's ze in handeu gekregen door het buit maken van een konvooi. Toen kwam do aanvoerder der Ier sche nationalisten in het kryt Dillon: Zyn die kogels aan de En geische troepen verstrekt om tegen die stammen gebruikt te worden? De ministerJa. D.llonHet is barbaarsch. (Toe juiching van do nationalisten). De ministerDe geachte afgevaar digde denkt dat zy ontplofbaar zyn. DÜlonVolstrekt niet. Ik weet zeer goed, wat voor kogels dat zyn. De ministerHot zyn geen ont plofbare kogels, en ik geloof niet, dat zy in stryd zyn met volkerenrecht en oorlogsgebruik. „DillonWell sir, ze zyn barbaarsch (Toejuichiug). De beroemde Engeische tooneel- speelster miss Langtry, wier mooi jacht „The white Lady" onlangs werd verkocht, is ook de gelukkige eige nares van een mooie „farm" bij Car son ia Nevada, Noord-Amerika, kwam m het bezit daarvan op de volgende echt Amorikaansche wyze. Toen de mooie kunstenares gastvoor- stellingen gaf in Amerika had zy met den directeur van „The Appeal", den heer Davis, eenige tinanciëele aange legenheden te regelen. De heer Da- vis wilde ook voor zich een zaakje doen en beproefde miss Langtry een landgoed te verkoopen. Deze had eens tegenover hem den wensch geuit om een „farm" in Amerika te koopen, en Davis had eeu voorstel dienaan gaande gedaan, dat zy echter niet aannam. De grillige actrice had in die dagen de schoone Galat hea te spelen, en daar de directeur van de „Appeal" te allen tyde toegang had tot het tooneel, wachtte hy, achter een cou lisse verbolgen, totdat miss Langtry haar rlaats als steenen beeld had in genomen, en het gordyn in do hoogte was gegaan. Vlug riep hij daarop drie acteurs by zich als getuigen en zeide toen duisterend tot de onbewe- lyke gestalte op het tooneel„Als u my verstaat, sluit u dan één oogen blik het oog, dat van het publiek is afgekeerd. Galathea gaf het gevraagde teeken en nu was Davis tevreden. „Hoor nu eens verder," fluisterde hy. „als u niet van plan is om de farmwaarover v» e gesproken heb ben, voor 8000 dollars te koopen, dan schudt u met hot hoofdGala thea, het ïriarmcren beeld, waarop de oogen van het talrijk publiek met groote bewondering gericht waren, volhardde natuurlijk in haar onbe- wegelykheid. „Good," riep Davis uit, „deze drie getuigen en ik weten nu, dat wij het over dc koopsom eens ge worden zyn." Den volgenden dag gaf de sluwe directeur haar de papieren en ont ving hy het geld. Dinsdagnacht is con groote sneenw- lawine van een rots nabij Quebec gevallen. Twee huizen werden be dolven, vier personen gedood. Pest. De sterfte aan pest in de stad Bombay is de afgeloopen week iets afgenomen, maar bedroeg toch nog .1082, d. i. 175 minder dan de wet-k te voren. Het geheele sterftecijfer tvas 1974 legen 2195 in do vorige week, d. i. over een jaar 123.20 op de dui zend. Een verfregon. B\i den brand, die iu 't vorig jaar te Èïberfeld in Ie groote xmllïtbrie- ken is voorgekomen, is een groot deel der wasch die ver in den omtrek op de bleek lag, bedorvon door den verf- regeu. Een der benadeelden heeft des- wego een vordering ingesteld tegen «ie maatschappij waarbij hy verzekerd was en de rechtbank beeft den eisch toegewezen. De zaak zal nu iu boo- ger beroep worden behandeld en als deze hel vonnis bevestigt, zal de maatschappij volgens hare verkla ring auu al hare verzekerden de schade wegens dezelfde oorzaak ver goeden. Een gefaalde „detective". Ongoveer een maand gelcdoa had eeu Londensche uitvinder een zeer schrander uitgedacht mechanisme iu deu handel gebracht, dat zeer gemak kelijk was aan te brengen'en wegens den geriugen prys onder ieders be reik. Het beetle „de automatische de tective". Het mechanisme diende oiu het in breken zoo goédals onmogelijk te ma ken. Door eeu ingewikkelde combi natie van electrischö schellen kon men geen deur of venster forceercn zonder dat zich onmiddellijk een luid geschel deed hooren gevolgd door drie scho ten. Het was prachtig. Helaas, dezer dagen werd de uit vinder zelf bestolen. Inbrekers hebben zich toegang verschaft in zijn maga zijnen van Cray Inn's Road, na eerst handig en netjes de automatische detectiver te hebbeu weggenomen, die de toegangen verdedigden. Zonder dea uitvinder, die in een aangrenzend vertrek sliep, wakker te maken, hebben ze den ir/ oud van de kas en een dec! van het magazyn, ougeveer 300 „detectives" meegeno men. Arme uitvinder!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 7