Jean van de galeien.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
J. C. Peereboom,
FEUILLETON.
(5e Jaargang.
Zaterdag 5 Maart 1898,
Ho. 4503
HAARLEMS DAGBLAD
'voor Haarlem per 3 maanden.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (bom der
gemeente), per 3 maanden
Franco door het geheele Rijkper 3 maanden
Afzonderlijke nummers
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden.
de omstreken en franco per post
1.20
1.30
1.65
0.05
0.30
0.371,.
ADV üi^TZEHSTTinËnsr:
regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen én Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer f22.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor hel Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Hontmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bloemendaal, Sandpoort en SchotenP. v.. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij d« tol; Spaarndam.C. HARTENDORP; Zandvoort, G. ZWEMMER;
Veis en, W. J. RÜ1JTER BeverwijkJ. HOORNSHülegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Onze Agenten.
Aan Haarlem'8 Dagblad zyn de
navolgende vaste Agenten verbonden
Yoor het kwartier Amsterdamsche
Poort
C. VINK, A. L. Dyserinckstr. 17
Voor het Rozenpriëel
K. VOS, Rozenprië.elstraat 30.
Voor het Leidscbekwartier
W. ZWAKT, Clercqsiraat 136.
Advertentiën worden zonder ver
hooging van prijs door hen aangeno
men terw\jl ook voor Abonnementen
op de Courant door hen wordt zorg
gedragen.
Hoof dkantoor
Kleine Houtstraat 14.
Directeur- Uitgever
IV Aan hen die daarop zijn ge
abonneerd, wordt hierbn verzonden
No. 10 van het Weekblad voor de
Jeugd.
(Elk No., groot 8 bladzijden, bevat
tal van fraaie, gekleurde platen en
een voor kinderen alleraardigsten
tekst. De prijs per 3 maanden is slechts
50 Cents.)
roiiiiek Overzicht.
Voor eenige dagen is gemeld, dat
het Amerikaansche oorlogsschip de
Maine getroffeD moet zy'n door een
der onderzeesche mijnen, in den tijd
toen generaal Wejler op Cuba nog
het bevel voerde, 'aangelegd in de
baai voor Havana. De correspondent
der New-York Herald is zich hier
over gaan inlichten bij den Spaan-
schen generaal en heeft toen op zijn
eer als soldaat en ter wille van den
naam van zijn land, gevraagd of het
waar was, dat hij mijnen had laten
leggen en of hij den platten grond,
waarop die mijnen waren aangegeven,
had meegenomen naar Spanje.
En het antwoord luidde„Ik heb
niet alleen geen stukken omtrent
zulke plannen meegenomen, maar deze
bestaan zelfs niet eens. Het is bespot
telijk, dat iemand, die met de Spaan-
sche militaire organisatie bekend is,
geloof mocht hechten aan zolk een
dwaas denkbeeld. Mijn verdedigings
middelen beperkten zich tot het ves
tigen van artillerie van zwaar kaliber,
zoodat de haven, volgens mijn mee
ning, voldoende versterkt was. Alle
praatjes over mijnen en iets van dien
aard zijn al te dwaas om geloof te
verdienen.
De, Amerikaansche minister van
marine Long krijgt harde waarheden
te hooren, omdat hij zich zou uitge
laten hebben, dat de Spaansche re
geering niet medeplichtig is aan de
ramp met de Maine. Lewis heeft
bij het Congres een motie ingediend,
waarin in scherpe bewoordingen die
uitlating veroordeeld wordt, aange
zien zij invloed kan hebben op de
uitspraak van de commissie van on
derzoek en bovendien een ongepasten
stean geeft aan de speculanten in
New-York.
Inmiddels heeft de minister van
marine laten verklaren, dat meu hem
verkeerd begrepen heeft. De minister
van oorlog moet besloten hebben,
zonder de toestemming van het Con
gres af te wachten voor een millioen
dollar munitie aan te koopen. McKin-
ley is, naar het heet, voorstander van
een particulier wetsontwerp, strek
kende om de CubaneD instaat te stel
len hun eiland van Spanje te koopen
voor zestig millioen pond sterling in
obligatiën, waarvoor de Yereenigde
Staten, met de inkomsten van Cuba
als onderpand, 3 pCt. rente zouden
waarborgen.
Schrijvende over demishandelingen
en de vervolgingen, waaraan de
christenen aan de bulgaarsche grens
van de zijde der Turken blootstaan,
verklaart de correspondent der Times
te AVeenen, dat de houding aldaar
van de turksche soldaten en ambte
naren, ja ook van de turksche bevol
king van dien aard is, dat er stellig
iets broeit.
Hij verzekert, dat men volstrekt
geen geloof moet hechten aan de
ambtelijke verklaring van de Porte
ten aanzien van de gruwelen in Kos-
sot\ o aan de Bulgaarsche grens. Hy
vermeldt een bericht uit Filippopol,
waarin gezegd wordt't Is waar dat
eenige Bulgaren in vrijheid zijn ge
steld, maar spoedig daarna zijn ze in
de gevangenis teruggebracht. Vluch
telingen uit Sjtip verzekeren, dat er
een paniek uitgebroken is onder de
bewoners aldaar.
De Grieksche Kamers hebben een
stemmig een adres aangenomen, waar
in de afschuw der natie van den te
gen den koning gepleegden aanslag
en haar aanhankelijkheid aan den
vorst en zijn huis wordt uitgesproken.
Nu Hermandez, de verslagen can-
didaat voor het presidentschap in
Venezuela, zijn doel langs parlemen
tairen weg niet heeft kannen berei
ken, tracht hij het heft in handen te
krijgen door een opstand te verwek
ken in Zuid-Amerika de gebruike
lijke manier. Hij heeft Valencia in
opstand gebracht, maar wordt niet
gesteund door dé groote massa der
bevolking. President Andrade heeft
maatregelen genomen om de beweging
te onderdrukken. Er bestaat geen
reden tot ongerustheid.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem 4 Maart 1898.
In de commissie, door welke in de
maanden Juli en Augustus e.k. het
examen voor toelating van jongelieden
als cadet bij de Cadettenschool te
Alkmaar zal worden afgenomen, is
o.a. benoemd als lid de lieer dr. H.
A. J. Valkema Blouw (voor natuur
kunde), leeraar aan het gymnasium
alhier en als plaatsvervangend lid de
heer R. Luyten, leeraar aan de rijks
kweekschool voor onderwijzers alhier
(voor fransche en hoogduitsche taal).
Bnddenborg.
Wij lezen het volgende in de N. R.
Ct. van Donderdagavond
Hedenochtend werd met de Har-
wichboot te Hoek van Holland aan
gebracht, onder geleide der Engelsche
politie, de veelgenoemde H. Bndden
borg, bloembollenhandelaar, vroeger
woonachtig te Hillegom. die aan de
rijkspolitie aan den Hoek van Hol
land uitgeleverd werd om zijn straf
(waartoe hij voor zijn vertrek naar
Londen was veroordeeld) te onder
gaan, Hij werd onder sterk geleide
per trein van den Hoek van Hol
land naar Rotterdam gebracht en ver
volgens naar de gevangenis aan den
Noordsingel.
De tijdelijk gepensionneerde eerste
luitenant der infanterie jhr. F. A. G.
Beelaerts van Blokiand, voorheen hier
ter stede in garnizoen, is met ingang
van 1 April 1898 werkzaam gesteld
als bibliothecaris der bibliotheek van
het Departement van Oorlog.
Koning Oedipus.
Door dezelfde acteurs voorgesteld
als Antigone, met meer gloed, met
wat minder fouten, kon het spel ons
gisterenavond afgescheiden van*
het verschrikkelijke van den inhoud
zeer goed voldoen. De heer Louis
Bouwmeester, die zichtbaar aaD eene
zware verkoudheid ten prooi was,
lieeft met ijzeren wilskracht zijn ont
zagwekkende rol vervuld op eene
wijze, die boven onzen lof verheven
is. Hy werd geestdriftig toegejuicht.
Het komt ons voor, dat het achter
eenvolgens geven van drie tragedies
(Gijsbrecht, Antigone, Oedipus) in
vloed uitoefent op de belangstelling.
De schouwburg was ditmaal niet zoo
flink bezet als bij Antigone. Het zon
waarschijnlijk goed zyn wat meer af
wisseling te brengen in de voorstel
lingen van Het Nederlandsch Too-
neel.
ARRONDISSEMENTS
RECHTBANK
Zitting van Donderdag 3
Maart 1898.
Vervolg.)
Joh. Vos, oud 10 jaar, beschul
digd van diefstal van een stuk cho
colade ten nadeele van mej. v. d.
Laan gepleegd, door uitsnijding van
een winkelruit, hoorde opzending naar
een rijksopvoedingsgesticht tot zijn
18e jaar tegen zich eischen. daar uit
het getuigenverhoor bleek, dat bekl.
thuis verwaarloosd wordt en steeds
in gezelschap van slecht bekend
staande jongens verkeert.
Na de pauze werden nog de vol
gende zaakjes behandeld
H. v. d. Aar, los werkman al
hier was beklaagd van op op 1 Jan.
jl. 17 zakken steenkolen, welke hij
voor Swaanewijk, met den koetsier
G. de Brain, op het kolenterrein al
hier moest lossen, te hebben verkocht
aan van den Bosch voor fö.—
De Subs. Officier van Justitie, in
aanmerking nemende, dat de man reeds
meermalen veroordeeld was, den laat-
sten keer voor 6 maanden, vorderde
thans weder zes maanden gevangenis
straf. Uitspraak heden over 8 dagen.
J. L. J. Smits, oud 14 jaar, te
Heemstede, stond terecht, ter zake
dat hij op 4 Febr. jL ten huize van
den veldwachter Bouman, tijdens diens
afwezigheid had ontvreemd3 gou
den oorbellen, een gouden ring, be
nevens zilveren een oorringetje.
De jongen wordt thuis verwaar
loosd (vader dikwijls afwezig) en staat
als een deugniet bekend, reden waar
om de Subs. O. v. J. zyn opzending
vraagt naar een rijksopvoedingsge
sticht tot zijn 18e jaar.
P. van der Meer. oud 16 jaar,
te Roelof Arendsveen stond terechtj
beklaagd op 9 Febr. ten huize van zijn
patroon, geld te hebben ontvreemd.
Bekl., die gunstig bekend staat,
bekent dat bij het geld weggenomen
heeft om aan zyn speelzucht te vol
doen. Hij had berouw getoond, door
den volgenden dag f 2 van het bedrag
by den burgemeester terug te bren
gen.
De vader van bekl. heeft nog een
goed woordje bij de Rechtbank ge
daan, daar zijn zoon nog nimmer met
de gevangenis heeft kennis gemaakt,
waarom de O. v. J. voor ditmaal voor
hem vraagt een geldboete van f25
subs. 12 dagen hechtenis, doch hem
ernstig op het hart drukt, voortaan
beter óp te passen.
Uitspraak over 8 dagen.
Aanstaanden Maandag vergadert
de vereeniging van boekdrukkers-
patroons alhier opnieuw, o. a. tot
vaststellen van het reglement en ver
kiezing van een definitief bestuur.
Dinsdag half twee
„klein goed."
an beetje
G. Jr.
BINNENLAND
Parlementaire Praatjes.
Ten aanzien van een tweetal be
langrijke onderwerpen heeft de Tweede
Kamer den weg ingeslagen vroeger
gevolgd by de schoolwet en ook bij
de kieswet, nl. om geen rapporteurs
te benoemen maar commissies van voor
bereiding, die ook het onderzoek in
de afdeelingen regelen. Zy benoemde
dan als zoodanig
lo. voor de ontwerpen houdende
machtiging op de Alg. Rekenkamer
tot verevening van de tekorten op de
begrooting van Oorlog van 1894
(14 ton) en de daarmede verband
houdende regeling der comptabiliteit;
de heeren Mees, Mackav, Kolk
man, Veegens en Tydeman;''
2o. voor de wetsontwerpen betref
fende het militair strafwetboek en de
militaire krijgstucht, de heeren
Lohman, Van Vlijmen, "WilliDge,
Macaré en Verheij.
Tot een tweede sectie-onderzoek
van het wetsvoorstel—Bahlmann
(schutterij) is besloten.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Benoemd by het wapen der infan-
i terie, by het 7e regiment, tot kapi
tein, de eerste-luitenant D. AV.de Ja-
I ger, adjudant bij het 8e regiment
tot eerste-luitenant, by hun tegen-
woordig korps, de tweede-luitenants
I A. J. L. Roos, van het 7e, en M. Ty-
I deman, van het 5e regiment.
Bevorderd tot officier van gezond
heid 1ste klasse, de officier van ge-
zondheid der 2de klasse J. D. de
Blecourt.
Eervol ontslag verleend
uit den zeedienst aan den off. van
gez. le klasse J. T. Alta, op verzoek
met ingang van 21 Maart a.s.
Toegekend
als blijk van goedkeuring en tevre
denheid, den zilveren eerepenning
voor menschlievend hulpbetoon en een
loffelijk getuigschrift aan AV. J. Jack
son, kapitein van den Engelschen
stoomtrawler Scotiaen de bronzen
eerepenning voor menschlievend hulp
betoon en een loffelijke getuigschrift
aan A. J. Britton, J. Davies, G.
Balls, R. Loader, J. Innes en C. Innes,
uitmakende de verdere bemanning
van dien stoomtrawler, wegens de met
levensgevaar verrichte redding van
vier schepelingen van het Neder-
landsche visschersvaartuig S. C. H.
200, genaamd Vrouw Adria?ia, dat
29 November 1897 in de Noordzee,
tydens hevigen storm, is verongelukt.
Eervol ontslag verleend
met ingang van 1 Juni 1898, aan mr.
E. R. Borgesius/op zyn verzoek als
schoolopziener in het arrondissement
Appingedam.
Goedgekeurd
dat C- van de Stadt AVzn., burge
meester der gemeente Wanneperveen,
is benoemd tot secretaris dier ge
meente.
Ter beschikking gesteld
van den Gouverneur-Generaal van
Nederlandsch-Indië, om te worden
beuoemd tot leeraar bij het middelbaar
onderwijs daar te lande, de heer dr.
G. A. J. Hazeu.
Een droevige ramp.
Vijf personen, werkzaam op de
scheepstimmerwerf te Waspik, roeiden
Donderdagmorgen ongeveer half zes
naar hun werk. Een schroefboot,
varende van Waalwijk op Rotterdam,
kwam het Maasmondkauaal uit, met
het ongelukkig gevolg, dat er een aan
varing plaats had, het roeibootje werd
tot splinters gestooten, eD slechts
twee van de vijf personen konden ge
red worden.
Omtrent den diefstal by den juwe
lier Soesman WolfteBergen-op-Zoom,
kan nader worden gemeld, dat ver
dacht worden drie personen, wier j
signalementen eenigszins bekend zyn, j
doch die nog niet zyn opgespoord. 1
De bestolene looft volgens bekend
making van den commissaris vaa
politie f 100 uit voor het opsporea
van de dieven.
Historisch.
In het Noord-Brabantsche plaatsje
O. bestaat, een afdeeling van den Boe
renbond, en diezelfde afdeeling heeft
ook, heel natuurlijk, een president:
een langen, gespierden kerel, die voor
een klein geruchtje Diet vervaard
is. Aan deze hoedanigheden dankt
onze praeses zeker zyn verheven be
trekking, want, het moet gezegd,
's mans kennis en ontwikkeling /.(ju
noch in evenredigheid met z'n lengte,
noch met z'n lichaamskracht.
't Was in het begin der maand
Februari dezes jaars. De „Boeren
bond" vergaderde in het schoollokaal
en de leden wachtten met ongeduld
de komst van hunnen leider. Opeens
bons! de deur vliegt open en mot
meer leven dan gewoonlijk stapt de
lang verbeide de vergaderzaal binnen,
zijn auditorium met de volgende
woorden begroetend„Motdomme,
jongens, 'k mot Zondag nao Rumund
't ötöt in 't krantje!" Een.snugger
boertje merkt op, dat Z.E. verkeerd
gezien heeft, de aangekondigde ver
gadering betreft hot hoofdbestuur.
„Hal te moei gy, dinkte da 'k uia
mèr leze kan is het wederwoord.
Doodsche stilte, niemand heeft uog
iets in te brengen.
De groote dag is eindelijk aange
broken. Gestoken in z'n beste plunje
(stropdas en hooge drukking uit een
lang vervlogen tijdvak zyn niet ver
geten) en gewapend met een fliaken
eiken knuppel begeeft onze afgevaar
digde zich op weg naar het naastbij-
zijnde spoorwegstation. De trein
brengt Zjjue Hoogheid na twee uren
in de bisschopsstad van het oude
hertogdom Limburg. Nu eerst nog
eens gesmuid uit den papieren buidel,
dien moeder de vrouw manlief in den
jaszak gestoken heeft en dan maar
vooruit naar het gebouw, waar vau-
daag de gewichtige zaken zullen be
handeld worden. In de gelagkamer
van het aangeduide hotel verneemt
onze president, dat de heeren reeds
vergaderd zyn op de bovenzaal. „Dor
hör ik ok bijmerkt sinjeur aan en
tot verbazing van alle kellners be
stijgt de lange boer de trappen, die
voeren naar het bewuste salon. Gen
ruk aan de deur enhet O.sche
kopstuk staat in z'n volle lengte voor
een 20-tal deftige, gebaarde en ge
brilde heeren, die verstomd van hun
werk opzien. De binnenkomende ver
breekt het eerst de stilte met z'uge-
bruikelyken groet„Ik zuj oUic
goeien dag zegge!"
Na ontspon zich het volgende ge
sprek tasschen den voorzitter van
het hoofdbestuur en den president van
den Boerenbond te O.:
V. Wel, vriendje, wat kom je bier
doen Wat is je verlangen
P. Wa'k hier kom doeD now, da's
ok enne mojje, bè praote ovver 't
boeregrey.
V. Maar wie ben je dan?
P. Wie 'k zie now da mugde wei
Uit het fransch
10
„Mooi," zeide de Villedieu, „hier hebt ge 100.000 frs."
„Dank je wel, maar myn zending is nog niet ten einde.
De hertogin en Grebeauval hebben een teeken afgespro
ken, en dat moet ik nog weten."
„Wees voorzichtig," zeide de Villedien, „want je weet
niet, wat die Grebeauval in zyn schild voert. Dit moet
je in het oog honden en dan een besluit nemen."
Juist op dat oogenblik trad Hermann binnen.
„Hier is het verlangde vergift," zeide hy Villedieu
een fleschje overreikend, „en hiervan," en hy toonde
een ander fleschje, „behoef je maar een paar druppels
te gebruiken en ik verzeker je, dat je doodziek wordt.
We kunnen het door het borreltje van dien knecht men
gen, en ik ben er van overtuigd, dat hy na een paar dagen
zelf zal vragen naar het gasthuis te mogen gaan."
„Dank je."
„Laten wy nu eens eerst naar de rue Mazarine gaan.
Daar zullen wy ook rustiger kannen praten.*
Zy hadden spoedig de plaats hunner bestemming be
reikt en het eerste werk van de Villedieu was, zich te
overtuigen, of er geen geluid naar buiten doordrong.
Het appartement bestond uit drie vertrekken, een
keuken en een klein donker kamertje. De muren waren
gecapitonneerd, dubbele gordijnen hingen voor de ramen
en onder de kleeden was caoutchouc aangebracht. Alle
geluiden werden er in gesmoord.
„Ik maak je myn compliment," zeide Villedieu tot
Hermann. „Die kamers zyn uitstekend, als alles goed
loopt zullen de vogeltjes weldra in het kooitje zitten.
Gaat zitten, heeren."
Plotseling nam het gelaat van de Villedieu een strenge
uitdrukking aan. Hy zette zich tegenover de beide man
nen en zeide vrijpostig
„Zyt ge van plan my te gehoorzamen
„Dat hangt er van af," zeide Hermann.
„Oieder blijft in zyn vak," zeide de A'illedieu, „en
ik verg ook van niemand het onmogelijke."
„Ahzeide Lebigot, „wat doet ge me een genoegen
aan Je bent weer geheel de oude geworden, myn
zoon
„Het kan mij geen lor schelen, of ik je plezier doe
of niet," antwoordde Villedieu.
„Daar hebt je gelijk in. Laten we tot de zaken terug-
keeren. Spreek nu, myn zoon."
„Ja, er staat ons werkelijk zware arbeid te wachten.
Gy, Hermann, moet ten eerste naar België vertrekken.
Er bestaat in Brussel een bende oplichters, die op de
onbeschaamdste wy ze van roof levenze handelen in na
gemaakte schilderyen en oude boeken, die ze voorecht
laten doorgaan. Ook koopen ze op termijn allerlei goe
deren, die van diefstal, zoowel in Frankrijk als in an
dere landen, afkomstig zijn, welke zy op de snelst mo
gelijke manier aan den man weten te brengen. Hermann,
gij moet deze lieden gaan opzoeken. Ik zal je aanbe
velingsbrieven meegeven voor Digheim, van Humbeek,
Cattière, Kromyer enz. Gy moet hun zeggen, dat ze
schilderyen van oude meesters, echte, wel te verstaan,
voor u moeten plaatsen. En zoodra gy de condities met
hen hebt vastgesteld, gebaseerd op eeö verlies van een
derde hunner waarde en de helft contant by levering,
vertrekt ge dadelijk naar Amsterdam. Daar zult ge je
tot een persoon wenden, dien ik je later zal noemen,
en die zich belast met het opkoopen van diamanten,
wier vorm en gewicht bekend zynhy verslypt en ver
zet ze zoo handig, dat hij ze aan de personen zelf ver
koopt, die ze gereclameerd hebben. Je doet dit alles
zoo schielijk mogelyk en gaat dan naar Brussel, waar
wij elkaar in het hotel „Bellevue" zullen ontmoeten.
Afgesproken
„En nu jij, Lebigot,"
„Ridder d'Esprignolles, als 'tje blieft."
„Welnu ridder d'Esprignolles, ik heb drie vertrouw
bare, handige, moedige kerels noodig, die er netjes uit
zien. Je hebt gezegd, dat je mij die kondt leveren."
„Ja."
„Das dat zyn er dan drie. gij en ik en de twee
knechts er by zyn zeven. Dan zyn we sterk genoeg.
Hier is het middel, dat Hermann my gegeven heeft.
Breng dat aan onzen makker, die reeds in dienst is
gekomen., en laat die het dien kerel, die we weg willen
hebben, op de een of andere manier ingeven. Zoodra
hy ziek is, moet onze knecht hem vervangen; dat is
een zaakje wat met dien oude opgeknapt moet worden.
Denzelfden dag nog breng ik eeu bezoek by Koeilea
en den daarop volgenden zal ik een stevige kist mee
brengen, die de knechts in bewaring moeten nemen. Jy
moet byna tegelijkertijd by Koellen komen, en onze
mannen verschijnen na elkaar, maar binnen een kwar
tier moeten ze er alle drie zyn. Daar is niets vreemds
in, want zyn huis wordt als 't ware overstroomd door
bezoekers. Jelui zult je wel zoo vermommen, dat men
je niet herkent. Nu zal ik je inlichtingen voor de
knechts geven een vijffrankstuk moet in vyf ongelijke
stukken gezaagd worden, de knechts hebben er geen
noodig. Ieder van ons zal zyn stuk aan den knecht ge
ven, die opendoet en vragen„Is mynheer Koellen
thuis Als de knecht zich overtuigd heeft, dat het
stuk, dat hy ontving, aan het vyflrancstuk behoort, zal
hy den bezoeker in het salon laten. Als wy er allemaal
zyn. moet hy niemand meer toelaten. Daarna moeten
de knechts den ouden majordomo knevelen. Zagen,
breekijzers en boren zullen wy tot onze beschikking
hebben, ik zal je ze geven om aan de knechts te over
handigen, zoodat we alle gereedschappen dadelyk by
de hand hebben. Dan gaan we aan 't werk. AVe heb
ben twee brandkasten open te breken en wat meer is.
luister goed, wat meer is, wanneer wy het hois uitgaan,
laten we twee lijken achter."
„Zooveel te slechter!" zeide Lebigot. „Dan zal ik
Leoigot zyn, maar een uur later word ik tot aan myn
dood toe weder ridder d'Esprignolles, en het zal een
slimme guit moeten zyn, die mij betrapt."