Foulard-Zijde
60 et.
tot f3,35 p. Meter in de nieuwste dessins en kleuren. Zijde-Fabrieken C. Henneberg, Zürich (k, k. Hofleverancier).
INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN 30 Cent per regel
alsmede zwarte, witte en gekleurde Henneberg-Zijde van 35 et. tot f 14,65 p. Met. effen, gestreept,
geruit, gewerkt, damast enz" (ca. '240 versch. qual. en 2000 versch. kleuren, dessins enz.).
Damastzijde v. 65 ct.14,65 Bal/Jjde v. 35 et.14,65
Zjjden Bastkleederen. p. robe f8,6542,75 I Grenadine-Zijde 65 9,3o
Foulard-Zijde bedrukt 65 ct.3,35 Bengaline-Zijde s> f 1,20«5,45
per meter. Zijden Armnres, Monopols, Cristalliques, Moire antique, Dnchesse Prineesse, Moseovite, Mar-
•ellines, Zijden stof voor gestikte Dekens en Vlaggen enz. enz., franco en vrij van invoerrechten ia
huis. Stalen en Catalogus ommegaand. Dubbel briefporto naar Zwitserland.
eenkomst te stemmen, rekenende op
een „bona fide" naleving door de S.S.
En hoewel geen voorstander van
Staatsexploitatie wees deze spr. toch
op de machteloosheid van den Staat
tegenover de particuliere maatschap
pijen.
Nadat de heer Balilmann betwist
had. dat de H. IJ. S. M. nadeel zou
Tijden, kwam Minister Lely aan het
woord, die een vrij gemakkelijke taak
had. Z\jn ontwerp was beoordeeld
niet veroordeeld. Toch was zijn rede
voering een krachtige en prachtige
verdediging. De Min. „zat er heele-
raaal in." Hij verdedigde allereerst
den aankoop, de kosten, wees dan op
het algemeen belang, op het belang
dat de Staat had als associé van beide
maatschappijen, op de concessiën die
hij, ten behoeve van de H. IJ. S. M.
van de S.S. had weten te verkrijgen.
Hij achtte de verklaring der S.S., dat
voor gelijknamige stations gelijke ta
rieven blijven bestaan, van groot ge
wicht; bü hechtte aan haar goede
trouw groote waarde. Hij achtte ver
zekerd, wat bedongen is en de over
eenkomst ook in het belang der H.
IJ. S. M.
Men repliceerde niet.
Zonder stemming nam de Kamer
het wetsontwerp aan. Gelukkige een
stemmigheid 1
Donderdag half twee: kleine ont
werpen.
'k Heb vandaag zoo dikwijls hooren
spreken over de Hollandsch IJzeren
Spoorweg-Maatschappij, vulgo H. IJ.
S. M.. en over de Maatsch. tot Expl.
van Staatsspoorwegen, of kortweg S.
S., dat ik er van droomen zal. 't
Zal wezen alsof ik één stem voort
durend hoor schreeuwen „bjjsch 'em
en alsof een audere, kalraeerend, zal
antwoorden „suss
G. Jr.
üit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Aan J. G. Jurgens, op zijn ver
zoek, eervol ontslag verleend als kan-
tonrechter-plaatsvervanger in het kan
ton Oss, onder dankbetuiging voor de
in die betrekking bewezen diensten.
De portier bij 's Rijks werf te Am
sterdam, G. F. Steenman, ter zake
van meer dan 55-jarigen leeftijd en
10-jarige diensi als burgerlijk ambte
naar, met den eersten April a.s. eer
vol uit den werfdienst ontslagen.
Erkenning.
De heer G. B. Shaddick, ingevolge
Koninklijke machtiging benoemd tot
vice-consul te Swansea, is in die hoe
danigheid door de Britsche Regeering
erkend.
Min. beschikkingen.
Bij beschikking van den minister
van bmnenlandsche zaken zijn be
noemd tot geneeskundigen voor den
dienst in het. Pare-Vaceinogène te
Utrecht, voor liet tijdvak van 1 April
1898 tot en met 31 Maart 1899. dr.
P. Q. Brondgeest, dr. G. H. Wesse-
link, en J. H. van Welsen, arts.gep.
officier van gezondheid der eerste kl.
allen te Utrecht.
Het bericht, dat kolonel Wupper-
mann, van het 3e regiment huzaren,
is belast met de leiding en regeling
van den stoet, waarmede H. M. dè
Koningin in September haren intocht
zal maken te Amsterdam en te 's-Gra-
venhage, moet aldus opgevat worden,
dat aai. kolonel Wuppermanu alleen
zal worden opgedragen het commando
over het militaire gedeelte van den
stoet.
Onjuist is al wat wordt geschreven
over betgeen reeds bij programma
zonde zijn vastgesteld.
Het geheele programma, zoowel
voor den intocht bovenbedoeld als
voor de inhuldigingsplechtigheid zelve,
is nog in voorbereiding en van defini
tieve vaststelling zal voorloopig wel
geen sprake zjjn.
De schatkist over Februari.
Bij het nagaan van de opbrengst
der rijksmiddelen in Februari merkt
men allereerst op dat zij, 4^4 ton
grooter zijnde dan verleden jaar. voor
de twee eerste maanden reeds den
niet onbefceekenenden vooruitgang ten
gevolge heeft gehad van f 1,575,000.
Vervolgens springt in het oog, welke
rol ook ditmaal weer de suiker-accijns
heeft gespeeldin Februari 1897
slechts f432,895j thans f 1,093,960;
eene vermeerdering dus van 6.6 ton.
Met de 8!/i ton, door dit middel in
Januari meer opgeleverd, krjjgt men
voor de eerste maanden reeds een be
drag van 15.1 ton. Intusschon, het
blijkt dat hier op iets nieuws moot
worden gelet. Voor het eerst nm!.
vindt men in den middelenstaat mel
ding gemaakt van de te betalen en
de reeds in rekening gebrachte premiën.
Voor het geheele jaar is de accijns
geraamd op f 10.400,000 na aftrek
der te verleenen premiën (welke, zoo
als men weet, in de wet van 29 Jan.
1897 (Stbl. no. 63) voor de campagne
1897/98 bepaald zijn op een maximum
van f 2,500,000 voor de gezamenlijke
fabrikanten, en op een maximnm van
f500.000 voor de gezamenlijke raffi-
nadeurs). De opbrengst in Februari
is opgegeven zonder dien aftrek;
daarentegen stelt het bedrag voor de
twee maanden weer voor waterover
is na de betaling der premiën. Hier
uit kan men opmaken wat in Febr.
aan premiën betaald is: in Januari
heeft de accijns gegeven f 1,435,220.60;
in Febraari f 1,093,959.85,/ï; samen
f 2,529,180.45'/i- De middelenstaat
geeft slechts f 2,416,913.19'/2 aan. Dus
een verschil van f 112,267.26 wegens
de premiën. Langs een anderen weg
krijgt men dezelfde uitko nst: 'net
totaal van Januari en Februari ver
minderend met het overeenkomstige
totaal van verleden jaar, krijgt men
f 1,512,604.52, en dit verminderd met
f 112,267.26, geeft het verschil dat
de staat aanwijst: f 1,400,337.26. Fei
telijk dus, of wil men liever: netto,
heeft de schatkist niet f 1.51 millioen.
doch 1.40 millioen meer verkregen
dan verleden jaar.
Van den suikeraccijns overgaande
tot de andere middelen, vindt men
over het algemeen geen sterk spre
kende verschijnselen. De invoerrech
ten vertoonen een vooruitgang (3 pet.)
die, nu dit middel meer en meer in
vaste banen is gekomen, nog al te
loven valt omdat hij van eene regel
matige stijging getuigt. De loodsgel
den bleven op ééne hoogte met het
vorige jaar. Van de accijnzen (zonder
suiker)' is bijna een ton meer ontvan
gen, waartoe het gedistilleerd eene
halve ton bedroeg, en verder het zout
f10,000, de bieren en azijncn f7000
en het geslacht 26,000. Deze laatste
vermeerdering is weder aanzienlijk;
zij staat gelijk met 11 pet. Van de
indirecte belastingen lieeft het suc
cessierecht 1.6 ton minder gegeven,
maar zegel en registratie zijn flink
opgekomen (samen 'f 74,000 meer), ter
wijl de hypotheken met f 5000 stegen.
Zeer bevredigend was voorts de op
brengst bij de. posterjj: bijna f 34,000
meer. De telegrafen gingen met f 14,000
vooruit. Opmerking verdient wederom
het geregelde stijgen van den waar
borg (met f 3700, d. i. bijna 17 pet.).
Het eeDige hoofd waaronder eene
bepaalde afwijking valt waar te
nemen, is dat der directe belastingen.
Te zamen gaven deze slechts f Spl.300,
dat is f 32",900 mmder. Hiervan1 ligt
voor een deel de se'uuhi bjj de ver
mogensbelasting, waarvan f 37,400,
en bij de bedrijfsbelasting, waarvan
f5400 minder binnengekomen is; maar
de hoofdoorzaak was het personeel.
Daarvan is slechts f 47,469 ontvangen.
Uit de „splitsing" blijkt dat van deze
som nog f2258 strekte tot aanzuive
ring op het dienstjaar 1896. Voor
1897 blijft er dus f 45.211 over. Ten
gevolge hier-an staat nu bij dit mid
del de rekening: ingekomen voor net
dienstjaar 1896: fll,625,8I9; idem
voor bet dienstjaar 1897f 8,495,495
I verschil f3,130,324.
Leerplicht.
Zooals te verwachten was bespre
ken de katholieke en anti-revolutio
naire bladen het ontwerp betreffende
leerplicht niet met waardeering. Ten
bewijze daarvan volgt hier wat de
Tijd en de anti-rev. Nederlander er
over schrijven.
De Tijd schrijft:
Voor een nauwkeurige beschouwing
en beoordeeling der bijzonderheden
heeft ons natuurlijk, nog de tjjd ont
broken. Reeds nu echter kau gecon
stateerd worden, dat wij hier te doen
hebben met een dwangwet, welke
diep ingrijpt in het particulier leven
en die, indien zij ooit met gestreng
heid zal worden toegepast, weldra in
hooge mate impopulair zal wezen by
de overgroote meerderheid der bevol
king. Weliswaar schijnt de samenstel
ler van het ontwerp, de heer Borge-
sius, zich ten doel gesteld te hebben
den scherpen tegenstand by deeven-
tueele invoering te verzachten door
vrijstellingen te verleenen o. a. aan
ouders van niet-g8vaccineerde k:nde-
ren en aan hen, die ernstige ge
moedsbezwaren hebben tegen het on
derwijs op alle scholen, op minder
dan drie kwartier afstand van hun
woning gelegendoch de eerste vrij
stelling wordt zeer duidelijk be
schouwd als slechts van tijdelijke»
aard, terwjjl de tweede afhankelijk
wordt gesteld van zóóveel formalitei
ten, dat zy in de practyk maar
weinigen van nut zal wezen. Bijzon
dere zorg schy'nt besteed aan de uit
werking van een eigen systeem van
straffen. De onderwyzersj en school
opzieners worden tot een nieuwe
soort van justitie-dienaar gepromo
veerd, aan wier willekeur al of niet
vervolging in den regel wordt over
gelaten. Wat dit zeggen wil, kan
eenigszins hieruit afgeleid worden, dat
een kind wordt geacht, niet geregeld
de school bezocht te hebbeo, indien
het meer dan éen schooltijd in de
maand zonder (in het oog van den
onderwijzer en van den schoolopzie
ner) wettige reden heeft verzuimd.
Berisping, aanplakking van den naam
op eene soort van schandebord aan
het Raadhuis; als dit nog niet helpt,
boete en nog eens boete, ten slotte
hechtenis, staan den ouders te wach
ten. die met de gestrenge voorschrif
ten der wet in strijd komen en bij de
ondorwjjzers en schoolopzieners niet
in een goed blaadje staan. Immers,
zooveel is ons reeds bij vluchtige
kennismaking gebleken, dat, wordt
ooit het ingediende ontwerp tot wet
verheven, persoonlijke appreciatie
om niet te zeggen persoonlijke wille
keur een verbazend groote rol zal
spelen. Dat de invoering van den
leerplicht aan de schatkist en aan de
gemeenten geld. veel geld zal kosten,
spreekt van zelf en wordt ook in de
Memorie van Toelichting erkend. Een
verhooging van het minimum der
onderwyzers-traktementen schyut ook
als noodzakelijk aanhangsel vau den
leerplicht te worden beschouwd. De
heer Pierson zal dus zjjn collega met
een of ander nieuw ontwerp tot ver
hooging van bestaande of tot invoe
ring van eene nieuwe belasting moe
ten te hulp komen. Verhooging van
belastingen, uitbreiding ^an de staats
controle over alle handelingen van
het particulier en burgerlijk leven,
inkrimping van de persoonlijke vrij
heid en daarmee gepaard gaande in
voering van staatsdwang gedurende
alle tydperken van het mensclieljjk
leven, ziedaar de zegeningen, welke
het liberalisme met al zyn schoon
klinkende leuzen ons gebracht heeft
en nog steeds voortgaat over onze
hoofden uit te storten!
De (aritirev.) Nederlander schrijft,
onder bet opschrift: „De oude knol",
het volgende:
Het oude dier is eindelijk van stal
gehaald.
Prachtig opgetuigd met een zadel,
waaraan een heel stel schoone franje
hangt; allerlei vriendelijke en wel
willende bepalingen.
Of de pikeur nu zou meenen, dat
wjj de knoken van het beenderig
beest niet bemerken, dat wy niet
zien zouden, dat dit outwerp op
den leerdwang is een prachtig staal
van liberalistische staatsalbemoeiing
Van staatsvoogdy, in zijn meest con-
sequenten vorm geheel in den geest
van het bekende, naar wy meenden
versleten „Nutsrapport?"
Wil mén bevordering van school
bezoek, ook met medewerking van
de Overheid, uitnemend.
Maar men geve ons eerst een na
tionale school, die wy kunnen eereu
en liefhebben men geve de opvoe
ding des volks aan de ouders, niet
aan de ambtenaren.
En men bljjve ons met boete en cel
van het lijf.
Antwoord van mr. Troelstra.
Op het door ons uit liet Niouws-
en Advertentieblad van Heerenveen
overgenomen schrijven van Paulus
van Dijk antwoordt mr. Troelstra in
de Sociaaldemokraat, dat Van Dyk,
indien hy, tegelijk mee zyn briefje aan
het Heerenveensche blad, tevens een
briefje had gezonden aan den officier
van justitie te 's-Gravenhage, waarin
zijne aanklacht tegen mr. Troelstra
wegens smaadschrift was opgenomen,
recht van spreken zou hebben. Thans
noemt mr. T. zyn briefje niets dan
eeue hansworstery. om het onnaden
kend publiek zand in de oogen te
strooien en achter een vloed van dikke
woorden zjjne vrees voor eeue open
bare behandeling der zaak te verber
gen.
Daar Van Dyk geen genoegen
neemt met de verklaring van inr. T.,
dat deze het geld voor zyn overtocht
indien noodig zal bijeenbren
gen, doet mr. T. nu een oproeping
om bydrageu voor het „fonds-Hoger
huis", welk fouds zal dienen om de
kosten te betalen vau de getuigen in
het proces, dat tegen bem zal wor
den gevoerd, zoodra Van Dijk hem
aanklaagt, met bepaiing, dat aller
eerst uit dat fonds zullen worden ge
nomen de kosten van het ticket 2e
j klasse voor Vau Dijk en een waar-
borgsom van f 375 te zijnen behoeve.
Werkstaking van heiwerkers.
Woensdagochtend te 7 aar staak
ten te Rotterdam een 20-tal heiwer
kers, in dienst van den aannemer
Dessing uit Gouda, het werk aan de
in aanbouw zijnde R. K. kerk in de
Van Waerscliutstraat. Dit voorbeeld
werd spoedig gevolgd door het werk
volk van den heer M. L. van der
Laar, wonende Groenelaan no. 22,
die heistellingen in Bosland uitvoert,
en daarna staakten ook de gezellen
aan de overige heistellingen hier en
daar in de gemeente geplaatst, zoo
dat des middags 16 heistollingen stil
stonden en ruim 100 heiwerkers sta
kers waren geworden.
Tot deze staking werd besloten in
een Dinsdagavond gehouden huishou
delijke vergadering van deheiwerkers-
vereenLing ..Vooruitgang zij ons
streven", afdeéling van den Ned. Hei -
werkersbond. In die vergadering
deelde de voorzitter Vau Vliet mede,
dat hem ter oore was gekomeu, dat
de patroons voornemens waren de
aan de heiwerkers gedane belofte, om
met ingang van den eersten Mei in
plaats van daggeld, een ureugeld van
28 ct. te betaleu, niet na te komen,
ingeval zij zelf niet meer geld kregen
voor bet heiwerk.
Woensdagmiddag had de voorzit
ter Vari Vliet een onderhoud met
patroons, waarvan liet gevolg was,
dat Van Vliet verklaarde, dat de
heiwerkers thans geheel afzien van
bet overeengekomen ur mgeld, en dat
zy van nu af handhaven den dooi
de heiwerkersvereeniging in Decem
ber gesteideu eisch van "een daggeld
van f3 voor den heibaas en f2,50
voor den gezel, met een arbeidstijd
van 10 uren daags. N. JR. Cl.
Men meldt uit Baara, dat hy on
derzoek der justitie omtrent de admi
nistratie van den geschorsten ge
meente-ontvanger o.a. is gebleken,
dat de neer B. in 't begin van Jan.
een bedrag van omstreeks f 1000 had
geïnd, en niet verantwoord. Tot deze
ontdekking waren B. en W. ook
reeds gekomen en de ontvanger wist
daaromtrent geen verklaring te geven.
Ook de kassen der waterschappen
de Pynenburger Grift en de Drie
Zielen, waarvan de heer B. Penning
meester was en die eveneens in de
gemeentelijke brandkast waren be
waard, zyn verdwenen. Het eerste
waterschap ljjdt daardoor een schade
van f 1150 en het tweede eene van
f200.
Een lafi'e streek.
Op al de landerijen van een land
bouwer in den Kleine Stelle-polder
(gemeente Hoek) is door een kwaad
willige onkruid gezaaid. Voor den
betrokken boer is dit eene groote
schade, omdat hij nu gedwongen is,
zyn reeds bezaaid land om te ploe
gen en te zuiveren. De politie is
met het gebeurde iu kennis gesteld.
(M. C
Een lierinnerings-fontein.
Te Breda wordt op 31 Augustus
een monument onthuld, opgericht als
blijvende herinnering aan dea dag,
waarop Koningin Wilhelminade regee-
riug van Nederland aanvaardt.
Dit monument zal bestaan uit een
sierlijke fontein, die eene hoogte zal
hebben van omstreeks 7 M. De fon
tein zelve zal zjju van geslagen ijzer
met een hardsteeuen bekken. Denkt
men zich de lengte-as van de Groote
Markt gesneden door een lijn, die de
Veemarktstraat middendoor deelt,
dan geeft het snijpunt van die lijnen
de plaats aan, waar de fontein ge
plaatst zal worden.
81 te I ffs c nL
D6taciteering van officieren.
Naar aanleiding van een bericht in
de Loc., dat versch illeude kapteins
van het Nederlandsche leger, die vroe
ger reeds in Indië zyn geweest, zich
bij den minister van oorlog zouden
hebben aanbevolen voor een tweede
detacheering, schrijft de ,J.-B.
„ilet is 'volkomen begrypelük dat
do hecreo lust en opgewektheid ge
voelen om het kille Hollandsche kli
maat voor eeue wjjlo tegen het Indi
sche zonnetje te verwisselen en ook
eens van het geestdoodende drillen
van miliciens en het commandeeren
van compagnieën, die voor 90 pCt.
met groot verlof zyn, willen af we
zen. Voor het belang van het Indi
sche leger iiopen wij echter van harte,
dat de minister eene zoodanige tweede
detaeheering zal afwyzen. Die maat
regel toch genomen om officieren van
het ludisc' leger van do Nederland
sche wetenschap en die van het- Ne
derlandsche leger van de Indische
krijgservaring te doers profiteeren zou
geheel doelloos worden, indien de de
tacheeringen als het ware steeds
onder een beperkt aantal personen
werden uitbesteed. Bovendien is de
werkkring van een Iudiseben com
pagnies-commandant te velde zoo ge
wichtig en zoo ipecifiek Indisch, dat
Nederlandsche officieren daarvoor niet
wel bruikbaar zijn. lil die herhaalde
detaeheeringen uit Nederland, zonder
gelijktijdige eon tra-de: aeheeringen uit
Indië, ligt voor ons leger bovendien
een groot gevaar, nl. dat inen liet
vormen van reserves verwaarloost,
omdat in vredestijd de Nederlaodsche
officieren in Indië als reserve kunnen
dienst doen. Maar die heeren heeft
men in oorlogstijd niet by de baud,
ja, wat nog erger is, alle iu Europa
vertoevende Indische officieren zou
den zeker aldaar worden aangebon
den, zoodat het Indisch leger is aan
gewezen om eventueel te velde te
'trekken met eene formatie, die reeds
in vredestijd gebleken is met vol
doende te zyn en waarvan dan nog
de zieken oq reizenden (20 a 30 pCtj
moeten worden afgetrokken."
Nias.
Uit Nias, vanwaar, zooals gemeld,
den 11 den Februari aan het Bat,
Nbld. werd geseind, dat er onrust
heerschte onder de bevolking, ont
vangt de Sam. Cl. som brieven v
zekeren heer J. W. Thomas.
De met deze mail ontvangen Sum.
Ct. bevat weer zulk een brief geda
teerd van Goemboe-Hoeraene 26 Jan.
De heer Thomas schrijft daarin, dat
hij op het nu zeven jaar geleden
door hem gestichte station van dien
naam bedreigd wordt door zes roover-
hoofdmannen, die een tot twee kleine
dagreizen vao daar verwijderd verblijf
houden.
„In twee jaren tjjds hebben deze
maraudeurs in de omstreken van Gedd
tot dicht bij Woa veertien kampongs
geplunderd en tweehonderd mensehen
buit gemaakt. Hoevelen daarbij het
leven hebben verloren, is mjj niet be
kend. Tusscken Lewalewa en hier,
op een dagreize afstands, zyn een
honderd zeven-en-twintig kampongs
als gevolg van de rooveryen geheel
ontvolkt en de inwoners verhuisd
naar het noorden, naar Goenoeng-
Sitoli.
„Nu ben ik met mjjn gemeente aaa
de beurt. In de laatste dagen ver
nam ik daaromtrent het een en ander.
Ik en mijn vrouw zouden in de eerste
plaats worden aangevallen.
Myn hoofd zouden zij medenemen
en myn vrouw wegvoeren om haar
evenals hun vrouwen 's morgens
vroeg in bet veld te zenden om oebi's
te rooien en varkensvoeder te berei
den. Zy wilden eens weten hoeveel
geweren ik had en hoeveel soldaten
er hier waren, en al ware de wereld
ook vol militairen, zij zouden er door
heen brekeD, onver winbaar ais zij
zijd. De kmisboot wilden zy ook
zien; wij haddon lmn daartoe den
weg gebaand, en wanneer dan de
vreemdelingen kwamen om hen te
beoorlogen, dan zouden zy hun de
broekeu van bet lijf scheuren. Voor
don controleur koesterden zy geen
vrees, die zou een prachtigen doods
kop opleveren.
„Inderdaad hebben zij twee paden
aangelegd en van herkeoningsteekens
voorzien. Do eene weg voert tot in
de nabijheid van Hiligara, twee uur
halverwege mijn station. Ook vernam
ik, dat, de maraudeurs gezegd hadden,
dat de kruishout hier niet langer dan
een jaar zou liggen. Zij zullen wach
ten totdat de boot het "opgeeft en de
Niassers, vau wachtdiensten moede,
in slaap vallen dan zullen zy op het
onverwachts ons overvallen. De aan
val is vast besloten, al moet het ook
nog langen tijd duren waut zij wil
len langzaam uiaar zeker noordwaarts
voortrukken. Eu de ervaring die wy
tot hiertoe opdeden, heeft ons geleerd
dat zy liet ook zuilen doen, waaneer
liet niet belet wordt.
„Deze teekenen van den tegenwoor
dige» hoogst gewichtigen toestand in
onze onmiddellijke nabijheid mogen
niet to licht geacht worden. Vroetror
was do vrees niet zoo erg ais die te-
genwoordig onder onze bewoners
heerseht, omdat de regeering de boos
wichten ongestoord hun gang laat
gaan.
„Omstreeks elf jaar geleden zeide
mij een hooggeplaatst persoon „Laten
de Niassers e:kaar maar uitroeien,
dan kunnen do Maleiers het eiland
bevolken." En deze gedachte is nog
onlangs uitgesproken geworden, en
het is alsof daarnaar ook gehandeld
wordt, hoewel de zending met groeten
voorspoed vruchtbaar onder dn Nias
sers werkzaam is en het volk op
zichzelf gemakkelijk te regeeren is.
Het is zeer bevreesd voor gevan
genis, maar meer nog voor geweren
en tengevolge hiervan ook voor poli
tieoppassers, die kunnen schieten en
I overal kannen worden heengezonden
'om Noord- en Midden-Nias m rast te
_Dan is het afgehandeld," zeido Lebigot;.
Eu des mannen traden met al de lijdzaamheid, aan
galeiboeven eigen terug, om te hooren welk lot men nu
weder over hen zou uitspreken.
„Verlaat éen voor éeQ de kamer." beval de agent,
toen zyn makkers boven gekomen waren.
Eerst verscheen Gérin, toen Lebigot en daarna la
Se*ffrante en Camard.
„Het stelletje is nog niet compleet," zeide de agent,
„maar de anderen zullen wij ook wel te pakken krijgen."
„Dat staat nog te bezien, oude jongen," zeide Camard.
En gewillig lieten zij zich de boeien aandoen. Men
bracht hen eerst naar het politiebureau en dien zelfden
avond bevonden de misdadigers zich reeds in do gevan
genis Mazas.
HOOFDSTUK XX.
Een wonderlijke rechtszitting.
De diefstal by Koellen cn db arrestatie der beruchte
bandieten bracht heel Parys in opschudding en men be
spoedigde het proces zooveel mogelijk. Do taak van den
rech'.er werd zeer gemakkelijk gemaakt door de aan
wijzingen en bekentenissen der gevangenen zelf. Zy
zeiden wel niet veel, maar moesten toch toegeven, dat
men hen zonder veel moeite gesnapt had. Maar toen
men hen meer wilde aithooren. dan Gérin en Lebigot
besloten hadden los te laten, weigerden zij beslist te
aatwoorden.
„Dat zult ge op de rèc'atszittiug wel hooren," zeiden
zij. Eu toen die dag aangebroken was eu de beschul
digden te midden van-een talrijk publiek werden voor
gebracht, stond Gérin op. en zeide:
„Myn achtenswaardige' colllega, Rebigot, en ik wei
geren op alle vragen, die men ons stelt, te antwoorden,
zelfs al vraagt men naar onzen leeftijd. Wy hebben
onzen advocaten gezegd, dat wij ons zelf willen verdedi
gen en dan zullen wy alles uitleggen."
De president en de advocaat-generaal deelden dit ant
woord aan de juryleden mede. De advocaat-generaal
hield een lange rede, waarin alle bewijzen tegen de
beschuldigden in het helderste daglicht werden ge
plaatst.
Twee, driemaal, las by de acie van beschuldiging
voor.
De advocaten, die aangewezen waren de beschuldig
den ter zijde te staan, bepaalden zich er enkel toe de
genade der jury-leden in te roepen, en men wachtte met
een uitspraak te doen van het vonnis, dat la Souffranto eu
Camard zou treffen, totdat de beide anderen zouden
gespreken bobben.
Toen üe president aan Gérin vroeg wat hy nog tot
z\jn verdediging had in te brengen antwoordde deze
„Ik zal na Lebigot spreken."
Lebigot stond op en begon
„Myne heeren; op vyf en twintigjarige» leeftijd was
ik nog een werkzaam, maar arm schrijnwerker. Op een
winteravond, in weerwil dat ik werk had, klaagden
myn kinderen over koude. Ik had een vrouw en twee
kinderen, heeren juryleden, twee aardige kleine kinderen.
Ik verdiende genoeg om ze te voeden, maar als ik ook
maar een stuiver voor iets anders ui&gegöVoa zou heb
ben, hadden ze ook honger gele ien. Gebrek aaa uten
hadden zy dus uiet, maar zij vergingen vau koude.
Wy konden maar een paar uur per "dag het vuur aau-
houden eu dan nog alleen maar ora wat soep te
warmen.
Toen ik van mya werk kwam dacht ik aan myn
vrouw eu kinderen, die op dat oogeublik zoo'n koude
leden. Ik voelde de kou ook wel, maar een man kan
er beter tegen.
Voor een winkel staando zag ik oen mooicu wollen
deken liggen. Hy kostte 30 francs. Ik geloofde, dat
niemand mjj zag, stal den deken en maakte mij uit de
voeten. Maar men had my wel gezien en spoedig hoorde
ik achter mjj roepen: „hond den diefI"
j Ik wist niet wat te d08n en werd gearresteerd. Ik
j smeekte den agenten mjjn weekgeld naar mijn vrouw
j te brengen, maar zjj weigerden. Eerst zes maanden
daarna zag ik mjjn vrouw weder, zjj had ons heele iu-
boedeltje verkocht om te kunnen loven. Mjjn kindereu
hadden liet kouder dan ooit en leden daarby gebrek.
Men veroordeolde mjj tot twee jaar gevangenisstraf.
Twee lange jaren, enkel en alleen omdat ik mjjn kin
deren geen koude wilde laten ljjaeu.
Toen ik in vrijheid werd gesteld wist ik wat het be-
teekende een dief te zjjnmjjn kinderen waren gestor
ven en mjjn vrouw was in hechtenis genomen wegens
landlooperij, het was de achtste of tiende keer reeds,
dat. haar dit overkwam.
Zjj was te zwak om te werken en had gebedeld. Zjj
stierf in de gevangenis.
Gelooft gë nu heeren rechters, dat ik grooten lust
gevoelde om te gaan werken? Ik gaf u doscimid van
al mjjn rampen cn werd een dief om mij op u ie wre
ken, voor al de ellende die gij mjj berokkend hadl.
Gjj hebt mjjn strafregister nagezien.
Dat spreekt duidelijk genoeg. Ik ben voor u en de
heeren rechters een oude keunis. Gij, mynheer de ad
vocaat-generaal, die zoo mooi kunt spreken, kent al rnjjee
misdadenkleinere en grootere diefstallen enz. Ik was
nu mooi op weg om wat anders dan een dief te wor
den. Op dien eersten diefstal pleegde ik menige andere
met inbraak, en mijn laatste werk was dat zaakje
Koellen.
Maar toch heb ik nog wel wat beters gedaan.
Op het oogen blik, dat men mjj arresteerde, vonden
de agenten de papieren van ridder d'Esprignolles bjj
mjj, die ik Gérin had afgestaan, om een reisje naar
Holland te maken. En zeg mjj nu eens op uw geweten
af, mijnheer de president of men sinds mjjn arrestatie
niet over de verdwijning van dien ridder heeft ge
klaagd
Natuurljjk go kunt uw mond houden, als gjj wilt.
Maar men heeft er natuurljjk over gesproken, want
die ridder heeft kinderen nagelaten, die noch van kon,
noch van gebrek gestorven zjjn.
Ik zal mij nader verklaren.
Wordt vervolgd).