Foulard-Zijde 60 et. tot f3,35 p. Meter in de nieuwste dessins en kleuren. Zijde-Fabrieken C. Henneberg, Zürich (k, k. Hofleverancier). INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN 30 Cent per regel alsmede zwarte, witte en gekleurde Henneberg-Zijde van 35 et. tot f 14,65 p. Met. effen, gestreept, geruit, gewerkt, damast enz" (ca. '240 versch. qual. en 2000 versch. kleuren, dessins enz.). Damastzijde v. 65 ct.14,65 Bal/Jjde v. 35 et.14,65 Zjjden Bastkleederen. p. robe f8,6542,75 I Grenadine-Zijde 65 9,3o Foulard-Zijde bedrukt 65 ct.3,35 Bengaline-Zijde s> f 1,20«5,45 per meter. Zijden Armnres, Monopols, Cristalliques, Moire antique, Dnchesse Prineesse, Moseovite, Mar- •ellines, Zijden stof voor gestikte Dekens en Vlaggen enz. enz., franco en vrij van invoerrechten ia huis. Stalen en Catalogus ommegaand. Dubbel briefporto naar Zwitserland. eenkomst te stemmen, rekenende op een „bona fide" naleving door de S.S. En hoewel geen voorstander van Staatsexploitatie wees deze spr. toch op de machteloosheid van den Staat tegenover de particuliere maatschap pijen. Nadat de heer Balilmann betwist had. dat de H. IJ. S. M. nadeel zou Tijden, kwam Minister Lely aan het woord, die een vrij gemakkelijke taak had. Z\jn ontwerp was beoordeeld niet veroordeeld. Toch was zijn rede voering een krachtige en prachtige verdediging. De Min. „zat er heele- raaal in." Hij verdedigde allereerst den aankoop, de kosten, wees dan op het algemeen belang, op het belang dat de Staat had als associé van beide maatschappijen, op de concessiën die hij, ten behoeve van de H. IJ. S. M. van de S.S. had weten te verkrijgen. Hij achtte de verklaring der S.S., dat voor gelijknamige stations gelijke ta rieven blijven bestaan, van groot ge wicht; bü hechtte aan haar goede trouw groote waarde. Hij achtte ver zekerd, wat bedongen is en de over eenkomst ook in het belang der H. IJ. S. M. Men repliceerde niet. Zonder stemming nam de Kamer het wetsontwerp aan. Gelukkige een stemmigheid 1 Donderdag half twee: kleine ont werpen. 'k Heb vandaag zoo dikwijls hooren spreken over de Hollandsch IJzeren Spoorweg-Maatschappij, vulgo H. IJ. S. M.. en over de Maatsch. tot Expl. van Staatsspoorwegen, of kortweg S. S., dat ik er van droomen zal. 't Zal wezen alsof ik één stem voort durend hoor schreeuwen „bjjsch 'em en alsof een audere, kalraeerend, zal antwoorden „suss G. Jr. üit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Aan J. G. Jurgens, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend als kan- tonrechter-plaatsvervanger in het kan ton Oss, onder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten. De portier bij 's Rijks werf te Am sterdam, G. F. Steenman, ter zake van meer dan 55-jarigen leeftijd en 10-jarige diensi als burgerlijk ambte naar, met den eersten April a.s. eer vol uit den werfdienst ontslagen. Erkenning. De heer G. B. Shaddick, ingevolge Koninklijke machtiging benoemd tot vice-consul te Swansea, is in die hoe danigheid door de Britsche Regeering erkend. Min. beschikkingen. Bij beschikking van den minister van bmnenlandsche zaken zijn be noemd tot geneeskundigen voor den dienst in het. Pare-Vaceinogène te Utrecht, voor liet tijdvak van 1 April 1898 tot en met 31 Maart 1899. dr. P. Q. Brondgeest, dr. G. H. Wesse- link, en J. H. van Welsen, arts.gep. officier van gezondheid der eerste kl. allen te Utrecht. Het bericht, dat kolonel Wupper- mann, van het 3e regiment huzaren, is belast met de leiding en regeling van den stoet, waarmede H. M. dè Koningin in September haren intocht zal maken te Amsterdam en te 's-Gra- venhage, moet aldus opgevat worden, dat aai. kolonel Wuppermanu alleen zal worden opgedragen het commando over het militaire gedeelte van den stoet. Onjuist is al wat wordt geschreven over betgeen reeds bij programma zonde zijn vastgesteld. Het geheele programma, zoowel voor den intocht bovenbedoeld als voor de inhuldigingsplechtigheid zelve, is nog in voorbereiding en van defini tieve vaststelling zal voorloopig wel geen sprake zjjn. De schatkist over Februari. Bij het nagaan van de opbrengst der rijksmiddelen in Februari merkt men allereerst op dat zij, 4^4 ton grooter zijnde dan verleden jaar. voor de twee eerste maanden reeds den niet onbefceekenenden vooruitgang ten gevolge heeft gehad van f 1,575,000. Vervolgens springt in het oog, welke rol ook ditmaal weer de suiker-accijns heeft gespeeldin Februari 1897 slechts f432,895j thans f 1,093,960; eene vermeerdering dus van 6.6 ton. Met de 8!/i ton, door dit middel in Januari meer opgeleverd, krjjgt men voor de eerste maanden reeds een be drag van 15.1 ton. Intusschon, het blijkt dat hier op iets nieuws moot worden gelet. Voor het eerst nm!. vindt men in den middelenstaat mel ding gemaakt van de te betalen en de reeds in rekening gebrachte premiën. Voor het geheele jaar is de accijns geraamd op f 10.400,000 na aftrek der te verleenen premiën (welke, zoo als men weet, in de wet van 29 Jan. 1897 (Stbl. no. 63) voor de campagne 1897/98 bepaald zijn op een maximum van f 2,500,000 voor de gezamenlijke fabrikanten, en op een maximnm van f500.000 voor de gezamenlijke raffi- nadeurs). De opbrengst in Februari is opgegeven zonder dien aftrek; daarentegen stelt het bedrag voor de twee maanden weer voor waterover is na de betaling der premiën. Hier uit kan men opmaken wat in Febr. aan premiën betaald is: in Januari heeft de accijns gegeven f 1,435,220.60; in Febraari f 1,093,959.85,/ï; samen f 2,529,180.45'/i- De middelenstaat geeft slechts f 2,416,913.19'/2 aan. Dus een verschil van f 112,267.26 wegens de premiën. Langs een anderen weg krijgt men dezelfde uitko nst: 'net totaal van Januari en Februari ver minderend met het overeenkomstige totaal van verleden jaar, krijgt men f 1,512,604.52, en dit verminderd met f 112,267.26, geeft het verschil dat de staat aanwijst: f 1,400,337.26. Fei telijk dus, of wil men liever: netto, heeft de schatkist niet f 1.51 millioen. doch 1.40 millioen meer verkregen dan verleden jaar. Van den suikeraccijns overgaande tot de andere middelen, vindt men over het algemeen geen sterk spre kende verschijnselen. De invoerrech ten vertoonen een vooruitgang (3 pet.) die, nu dit middel meer en meer in vaste banen is gekomen, nog al te loven valt omdat hij van eene regel matige stijging getuigt. De loodsgel den bleven op ééne hoogte met het vorige jaar. Van de accijnzen (zonder suiker)' is bijna een ton meer ontvan gen, waartoe het gedistilleerd eene halve ton bedroeg, en verder het zout f10,000, de bieren en azijncn f7000 en het geslacht 26,000. Deze laatste vermeerdering is weder aanzienlijk; zij staat gelijk met 11 pet. Van de indirecte belastingen lieeft het suc cessierecht 1.6 ton minder gegeven, maar zegel en registratie zijn flink opgekomen (samen 'f 74,000 meer), ter wijl de hypotheken met f 5000 stegen. Zeer bevredigend was voorts de op brengst bij de. posterjj: bijna f 34,000 meer. De telegrafen gingen met f 14,000 vooruit. Opmerking verdient wederom het geregelde stijgen van den waar borg (met f 3700, d. i. bijna 17 pet.). Het eeDige hoofd waaronder eene bepaalde afwijking valt waar te nemen, is dat der directe belastingen. Te zamen gaven deze slechts f Spl.300, dat is f 32",900 mmder. Hiervan1 ligt voor een deel de se'uuhi bjj de ver mogensbelasting, waarvan f 37,400, en bij de bedrijfsbelasting, waarvan f5400 minder binnengekomen is; maar de hoofdoorzaak was het personeel. Daarvan is slechts f 47,469 ontvangen. Uit de „splitsing" blijkt dat van deze som nog f2258 strekte tot aanzuive ring op het dienstjaar 1896. Voor 1897 blijft er dus f 45.211 over. Ten gevolge hier-an staat nu bij dit mid del de rekening: ingekomen voor net dienstjaar 1896: fll,625,8I9; idem voor bet dienstjaar 1897f 8,495,495 I verschil f3,130,324. Leerplicht. Zooals te verwachten was bespre ken de katholieke en anti-revolutio naire bladen het ontwerp betreffende leerplicht niet met waardeering. Ten bewijze daarvan volgt hier wat de Tijd en de anti-rev. Nederlander er over schrijven. De Tijd schrijft: Voor een nauwkeurige beschouwing en beoordeeling der bijzonderheden heeft ons natuurlijk, nog de tjjd ont broken. Reeds nu echter kau gecon stateerd worden, dat wij hier te doen hebben met een dwangwet, welke diep ingrijpt in het particulier leven en die, indien zij ooit met gestreng heid zal worden toegepast, weldra in hooge mate impopulair zal wezen by de overgroote meerderheid der bevol king. Weliswaar schijnt de samenstel ler van het ontwerp, de heer Borge- sius, zich ten doel gesteld te hebben den scherpen tegenstand by deeven- tueele invoering te verzachten door vrijstellingen te verleenen o. a. aan ouders van niet-g8vaccineerde k:nde- ren en aan hen, die ernstige ge moedsbezwaren hebben tegen het on derwijs op alle scholen, op minder dan drie kwartier afstand van hun woning gelegendoch de eerste vrij stelling wordt zeer duidelijk be schouwd als slechts van tijdelijke» aard, terwjjl de tweede afhankelijk wordt gesteld van zóóveel formalitei ten, dat zy in de practyk maar weinigen van nut zal wezen. Bijzon dere zorg schy'nt besteed aan de uit werking van een eigen systeem van straffen. De onderwyzersj en school opzieners worden tot een nieuwe soort van justitie-dienaar gepromo veerd, aan wier willekeur al of niet vervolging in den regel wordt over gelaten. Wat dit zeggen wil, kan eenigszins hieruit afgeleid worden, dat een kind wordt geacht, niet geregeld de school bezocht te hebbeo, indien het meer dan éen schooltijd in de maand zonder (in het oog van den onderwijzer en van den schoolopzie ner) wettige reden heeft verzuimd. Berisping, aanplakking van den naam op eene soort van schandebord aan het Raadhuis; als dit nog niet helpt, boete en nog eens boete, ten slotte hechtenis, staan den ouders te wach ten. die met de gestrenge voorschrif ten der wet in strijd komen en bij de ondorwjjzers en schoolopzieners niet in een goed blaadje staan. Immers, zooveel is ons reeds bij vluchtige kennismaking gebleken, dat, wordt ooit het ingediende ontwerp tot wet verheven, persoonlijke appreciatie om niet te zeggen persoonlijke wille keur een verbazend groote rol zal spelen. Dat de invoering van den leerplicht aan de schatkist en aan de gemeenten geld. veel geld zal kosten, spreekt van zelf en wordt ook in de Memorie van Toelichting erkend. Een verhooging van het minimum der onderwyzers-traktementen schyut ook als noodzakelijk aanhangsel vau den leerplicht te worden beschouwd. De heer Pierson zal dus zjjn collega met een of ander nieuw ontwerp tot ver hooging van bestaande of tot invoe ring van eene nieuwe belasting moe ten te hulp komen. Verhooging van belastingen, uitbreiding ^an de staats controle over alle handelingen van het particulier en burgerlijk leven, inkrimping van de persoonlijke vrij heid en daarmee gepaard gaande in voering van staatsdwang gedurende alle tydperken van het mensclieljjk leven, ziedaar de zegeningen, welke het liberalisme met al zyn schoon klinkende leuzen ons gebracht heeft en nog steeds voortgaat over onze hoofden uit te storten! De (aritirev.) Nederlander schrijft, onder bet opschrift: „De oude knol", het volgende: Het oude dier is eindelijk van stal gehaald. Prachtig opgetuigd met een zadel, waaraan een heel stel schoone franje hangt; allerlei vriendelijke en wel willende bepalingen. Of de pikeur nu zou meenen, dat wjj de knoken van het beenderig beest niet bemerken, dat wy niet zien zouden, dat dit outwerp op den leerdwang is een prachtig staal van liberalistische staatsalbemoeiing Van staatsvoogdy, in zijn meest con- sequenten vorm geheel in den geest van het bekende, naar wy meenden versleten „Nutsrapport?" Wil mén bevordering van school bezoek, ook met medewerking van de Overheid, uitnemend. Maar men geve ons eerst een na tionale school, die wy kunnen eereu en liefhebben men geve de opvoe ding des volks aan de ouders, niet aan de ambtenaren. En men bljjve ons met boete en cel van het lijf. Antwoord van mr. Troelstra. Op het door ons uit liet Niouws- en Advertentieblad van Heerenveen overgenomen schrijven van Paulus van Dijk antwoordt mr. Troelstra in de Sociaaldemokraat, dat Van Dyk, indien hy, tegelijk mee zyn briefje aan het Heerenveensche blad, tevens een briefje had gezonden aan den officier van justitie te 's-Gravenhage, waarin zijne aanklacht tegen mr. Troelstra wegens smaadschrift was opgenomen, recht van spreken zou hebben. Thans noemt mr. T. zyn briefje niets dan eeue hansworstery. om het onnaden kend publiek zand in de oogen te strooien en achter een vloed van dikke woorden zjjne vrees voor eeue open bare behandeling der zaak te verber gen. Daar Van Dyk geen genoegen neemt met de verklaring van inr. T., dat deze het geld voor zyn overtocht indien noodig zal bijeenbren gen, doet mr. T. nu een oproeping om bydrageu voor het „fonds-Hoger huis", welk fouds zal dienen om de kosten te betalen vau de getuigen in het proces, dat tegen bem zal wor den gevoerd, zoodra Van Dijk hem aanklaagt, met bepaiing, dat aller eerst uit dat fonds zullen worden ge nomen de kosten van het ticket 2e j klasse voor Vau Dijk en een waar- borgsom van f 375 te zijnen behoeve. Werkstaking van heiwerkers. Woensdagochtend te 7 aar staak ten te Rotterdam een 20-tal heiwer kers, in dienst van den aannemer Dessing uit Gouda, het werk aan de in aanbouw zijnde R. K. kerk in de Van Waerscliutstraat. Dit voorbeeld werd spoedig gevolgd door het werk volk van den heer M. L. van der Laar, wonende Groenelaan no. 22, die heistellingen in Bosland uitvoert, en daarna staakten ook de gezellen aan de overige heistellingen hier en daar in de gemeente geplaatst, zoo dat des middags 16 heistollingen stil stonden en ruim 100 heiwerkers sta kers waren geworden. Tot deze staking werd besloten in een Dinsdagavond gehouden huishou delijke vergadering van deheiwerkers- vereenLing ..Vooruitgang zij ons streven", afdeéling van den Ned. Hei - werkersbond. In die vergadering deelde de voorzitter Vau Vliet mede, dat hem ter oore was gekomeu, dat de patroons voornemens waren de aan de heiwerkers gedane belofte, om met ingang van den eersten Mei in plaats van daggeld, een ureugeld van 28 ct. te betaleu, niet na te komen, ingeval zij zelf niet meer geld kregen voor bet heiwerk. Woensdagmiddag had de voorzit ter Vari Vliet een onderhoud met patroons, waarvan liet gevolg was, dat Van Vliet verklaarde, dat de heiwerkers thans geheel afzien van bet overeengekomen ur mgeld, en dat zy van nu af handhaven den dooi de heiwerkersvereeniging in Decem ber gesteideu eisch van "een daggeld van f3 voor den heibaas en f2,50 voor den gezel, met een arbeidstijd van 10 uren daags. N. JR. Cl. Men meldt uit Baara, dat hy on derzoek der justitie omtrent de admi nistratie van den geschorsten ge meente-ontvanger o.a. is gebleken, dat de neer B. in 't begin van Jan. een bedrag van omstreeks f 1000 had geïnd, en niet verantwoord. Tot deze ontdekking waren B. en W. ook reeds gekomen en de ontvanger wist daaromtrent geen verklaring te geven. Ook de kassen der waterschappen de Pynenburger Grift en de Drie Zielen, waarvan de heer B. Penning meester was en die eveneens in de gemeentelijke brandkast waren be waard, zyn verdwenen. Het eerste waterschap ljjdt daardoor een schade van f 1150 en het tweede eene van f200. Een lafi'e streek. Op al de landerijen van een land bouwer in den Kleine Stelle-polder (gemeente Hoek) is door een kwaad willige onkruid gezaaid. Voor den betrokken boer is dit eene groote schade, omdat hij nu gedwongen is, zyn reeds bezaaid land om te ploe gen en te zuiveren. De politie is met het gebeurde iu kennis gesteld. (M. C Een lierinnerings-fontein. Te Breda wordt op 31 Augustus een monument onthuld, opgericht als blijvende herinnering aan dea dag, waarop Koningin Wilhelminade regee- riug van Nederland aanvaardt. Dit monument zal bestaan uit een sierlijke fontein, die eene hoogte zal hebben van omstreeks 7 M. De fon tein zelve zal zjju van geslagen ijzer met een hardsteeuen bekken. Denkt men zich de lengte-as van de Groote Markt gesneden door een lijn, die de Veemarktstraat middendoor deelt, dan geeft het snijpunt van die lijnen de plaats aan, waar de fontein ge plaatst zal worden. 81 te I ffs c nL D6taciteering van officieren. Naar aanleiding van een bericht in de Loc., dat versch illeude kapteins van het Nederlandsche leger, die vroe ger reeds in Indië zyn geweest, zich bij den minister van oorlog zouden hebben aanbevolen voor een tweede detacheering, schrijft de ,J.-B. „ilet is 'volkomen begrypelük dat do hecreo lust en opgewektheid ge voelen om het kille Hollandsche kli maat voor eeue wjjlo tegen het Indi sche zonnetje te verwisselen en ook eens van het geestdoodende drillen van miliciens en het commandeeren van compagnieën, die voor 90 pCt. met groot verlof zyn, willen af we zen. Voor het belang van het Indi sche leger iiopen wij echter van harte, dat de minister eene zoodanige tweede detaeheering zal afwyzen. Die maat regel toch genomen om officieren van het ludisc' leger van do Nederland sche wetenschap en die van het- Ne derlandsche leger van de Indische krijgservaring te doers profiteeren zou geheel doelloos worden, indien de de tacheeringen als het ware steeds onder een beperkt aantal personen werden uitbesteed. Bovendien is de werkkring van een Iudiseben com pagnies-commandant te velde zoo ge wichtig en zoo ipecifiek Indisch, dat Nederlandsche officieren daarvoor niet wel bruikbaar zijn. lil die herhaalde detaeheeringen uit Nederland, zonder gelijktijdige eon tra-de: aeheeringen uit Indië, ligt voor ons leger bovendien een groot gevaar, nl. dat inen liet vormen van reserves verwaarloost, omdat in vredestijd de Nederlaodsche officieren in Indië als reserve kunnen dienst doen. Maar die heeren heeft men in oorlogstijd niet by de baud, ja, wat nog erger is, alle iu Europa vertoevende Indische officieren zou den zeker aldaar worden aangebon den, zoodat het Indisch leger is aan gewezen om eventueel te velde te 'trekken met eene formatie, die reeds in vredestijd gebleken is met vol doende te zyn en waarvan dan nog de zieken oq reizenden (20 a 30 pCtj moeten worden afgetrokken." Nias. Uit Nias, vanwaar, zooals gemeld, den 11 den Februari aan het Bat, Nbld. werd geseind, dat er onrust heerschte onder de bevolking, ont vangt de Sam. Cl. som brieven v zekeren heer J. W. Thomas. De met deze mail ontvangen Sum. Ct. bevat weer zulk een brief geda teerd van Goemboe-Hoeraene 26 Jan. De heer Thomas schrijft daarin, dat hij op het nu zeven jaar geleden door hem gestichte station van dien naam bedreigd wordt door zes roover- hoofdmannen, die een tot twee kleine dagreizen vao daar verwijderd verblijf houden. „In twee jaren tjjds hebben deze maraudeurs in de omstreken van Gedd tot dicht bij Woa veertien kampongs geplunderd en tweehonderd mensehen buit gemaakt. Hoevelen daarbij het leven hebben verloren, is mjj niet be kend. Tusscken Lewalewa en hier, op een dagreize afstands, zyn een honderd zeven-en-twintig kampongs als gevolg van de rooveryen geheel ontvolkt en de inwoners verhuisd naar het noorden, naar Goenoeng- Sitoli. „Nu ben ik met mjjn gemeente aaa de beurt. In de laatste dagen ver nam ik daaromtrent het een en ander. Ik en mijn vrouw zouden in de eerste plaats worden aangevallen. Myn hoofd zouden zij medenemen en myn vrouw wegvoeren om haar evenals hun vrouwen 's morgens vroeg in bet veld te zenden om oebi's te rooien en varkensvoeder te berei den. Zy wilden eens weten hoeveel geweren ik had en hoeveel soldaten er hier waren, en al ware de wereld ook vol militairen, zij zouden er door heen brekeD, onver winbaar ais zij zijd. De kmisboot wilden zy ook zien; wij haddon lmn daartoe den weg gebaand, en wanneer dan de vreemdelingen kwamen om hen te beoorlogen, dan zouden zy hun de broekeu van bet lijf scheuren. Voor don controleur koesterden zy geen vrees, die zou een prachtigen doods kop opleveren. „Inderdaad hebben zij twee paden aangelegd en van herkeoningsteekens voorzien. Do eene weg voert tot in de nabijheid van Hiligara, twee uur halverwege mijn station. Ook vernam ik, dat, de maraudeurs gezegd hadden, dat de kruishout hier niet langer dan een jaar zou liggen. Zij zullen wach ten totdat de boot het "opgeeft en de Niassers, vau wachtdiensten moede, in slaap vallen dan zullen zy op het onverwachts ons overvallen. De aan val is vast besloten, al moet het ook nog langen tijd duren waut zij wil len langzaam uiaar zeker noordwaarts voortrukken. Eu de ervaring die wy tot hiertoe opdeden, heeft ons geleerd dat zy liet ook zuilen doen, waaneer liet niet belet wordt. „Deze teekenen van den tegenwoor dige» hoogst gewichtigen toestand in onze onmiddellijke nabijheid mogen niet to licht geacht worden. Vroetror was do vrees niet zoo erg ais die te- genwoordig onder onze bewoners heerseht, omdat de regeering de boos wichten ongestoord hun gang laat gaan. „Omstreeks elf jaar geleden zeide mij een hooggeplaatst persoon „Laten de Niassers e:kaar maar uitroeien, dan kunnen do Maleiers het eiland bevolken." En deze gedachte is nog onlangs uitgesproken geworden, en het is alsof daarnaar ook gehandeld wordt, hoewel de zending met groeten voorspoed vruchtbaar onder dn Nias sers werkzaam is en het volk op zichzelf gemakkelijk te regeeren is. Het is zeer bevreesd voor gevan genis, maar meer nog voor geweren en tengevolge hiervan ook voor poli tieoppassers, die kunnen schieten en I overal kannen worden heengezonden 'om Noord- en Midden-Nias m rast te _Dan is het afgehandeld," zeido Lebigot;. Eu des mannen traden met al de lijdzaamheid, aan galeiboeven eigen terug, om te hooren welk lot men nu weder over hen zou uitspreken. „Verlaat éen voor éeQ de kamer." beval de agent, toen zyn makkers boven gekomen waren. Eerst verscheen Gérin, toen Lebigot en daarna la Se*ffrante en Camard. „Het stelletje is nog niet compleet," zeide de agent, „maar de anderen zullen wij ook wel te pakken krijgen." „Dat staat nog te bezien, oude jongen," zeide Camard. En gewillig lieten zij zich de boeien aandoen. Men bracht hen eerst naar het politiebureau en dien zelfden avond bevonden de misdadigers zich reeds in do gevan genis Mazas. HOOFDSTUK XX. Een wonderlijke rechtszitting. De diefstal by Koellen cn db arrestatie der beruchte bandieten bracht heel Parys in opschudding en men be spoedigde het proces zooveel mogelijk. Do taak van den rech'.er werd zeer gemakkelijk gemaakt door de aan wijzingen en bekentenissen der gevangenen zelf. Zy zeiden wel niet veel, maar moesten toch toegeven, dat men hen zonder veel moeite gesnapt had. Maar toen men hen meer wilde aithooren. dan Gérin en Lebigot besloten hadden los te laten, weigerden zij beslist te aatwoorden. „Dat zult ge op de rèc'atszittiug wel hooren," zeiden zij. Eu toen die dag aangebroken was eu de beschul digden te midden van-een talrijk publiek werden voor gebracht, stond Gérin op. en zeide: „Myn achtenswaardige' colllega, Rebigot, en ik wei geren op alle vragen, die men ons stelt, te antwoorden, zelfs al vraagt men naar onzen leeftijd. Wy hebben onzen advocaten gezegd, dat wij ons zelf willen verdedi gen en dan zullen wy alles uitleggen." De president en de advocaat-generaal deelden dit ant woord aan de juryleden mede. De advocaat-generaal hield een lange rede, waarin alle bewijzen tegen de beschuldigden in het helderste daglicht werden ge plaatst. Twee, driemaal, las by de acie van beschuldiging voor. De advocaten, die aangewezen waren de beschuldig den ter zijde te staan, bepaalden zich er enkel toe de genade der jury-leden in te roepen, en men wachtte met een uitspraak te doen van het vonnis, dat la Souffranto eu Camard zou treffen, totdat de beide anderen zouden gespreken bobben. Toen üe president aan Gérin vroeg wat hy nog tot z\jn verdediging had in te brengen antwoordde deze „Ik zal na Lebigot spreken." Lebigot stond op en begon „Myne heeren; op vyf en twintigjarige» leeftijd was ik nog een werkzaam, maar arm schrijnwerker. Op een winteravond, in weerwil dat ik werk had, klaagden myn kinderen over koude. Ik had een vrouw en twee kinderen, heeren juryleden, twee aardige kleine kinderen. Ik verdiende genoeg om ze te voeden, maar als ik ook maar een stuiver voor iets anders ui&gegöVoa zou heb ben, hadden ze ook honger gele ien. Gebrek aaa uten hadden zy dus uiet, maar zij vergingen vau koude. Wy konden maar een paar uur per "dag het vuur aau- houden eu dan nog alleen maar ora wat soep te warmen. Toen ik van mya werk kwam dacht ik aan myn vrouw eu kinderen, die op dat oogeublik zoo'n koude leden. Ik voelde de kou ook wel, maar een man kan er beter tegen. Voor een winkel staando zag ik oen mooicu wollen deken liggen. Hy kostte 30 francs. Ik geloofde, dat niemand mjj zag, stal den deken en maakte mij uit de voeten. Maar men had my wel gezien en spoedig hoorde ik achter mjj roepen: „hond den diefI" j Ik wist niet wat te d08n en werd gearresteerd. Ik j smeekte den agenten mjjn weekgeld naar mijn vrouw j te brengen, maar zjj weigerden. Eerst zes maanden daarna zag ik mjjn vrouw weder, zjj had ons heele iu- boedeltje verkocht om te kunnen loven. Mjjn kindereu hadden liet kouder dan ooit en leden daarby gebrek. Men veroordeolde mjj tot twee jaar gevangenisstraf. Twee lange jaren, enkel en alleen omdat ik mjjn kin deren geen koude wilde laten ljjaeu. Toen ik in vrijheid werd gesteld wist ik wat het be- teekende een dief te zjjnmjjn kinderen waren gestor ven en mjjn vrouw was in hechtenis genomen wegens landlooperij, het was de achtste of tiende keer reeds, dat. haar dit overkwam. Zjj was te zwak om te werken en had gebedeld. Zjj stierf in de gevangenis. Gelooft gë nu heeren rechters, dat ik grooten lust gevoelde om te gaan werken? Ik gaf u doscimid van al mjjn rampen cn werd een dief om mij op u ie wre ken, voor al de ellende die gij mjj berokkend hadl. Gjj hebt mjjn strafregister nagezien. Dat spreekt duidelijk genoeg. Ik ben voor u en de heeren rechters een oude keunis. Gij, mynheer de ad vocaat-generaal, die zoo mooi kunt spreken, kent al rnjjee misdadenkleinere en grootere diefstallen enz. Ik was nu mooi op weg om wat anders dan een dief te wor den. Op dien eersten diefstal pleegde ik menige andere met inbraak, en mijn laatste werk was dat zaakje Koellen. Maar toch heb ik nog wel wat beters gedaan. Op het oogen blik, dat men mjj arresteerde, vonden de agenten de papieren van ridder d'Esprignolles bjj mjj, die ik Gérin had afgestaan, om een reisje naar Holland te maken. En zeg mjj nu eens op uw geweten af, mijnheer de president of men sinds mjjn arrestatie niet over de verdwijning van dien ridder heeft ge klaagd Natuurljjk go kunt uw mond houden, als gjj wilt. Maar men heeft er natuurljjk over gesproken, want die ridder heeft kinderen nagelaten, die noch van kon, noch van gebrek gestorven zjjn. Ik zal mij nader verklaren. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2