NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ISs Jaargang. Donderdag 24 Eüaart '893. Ho 4519 DAQBLAD ^-BOJSTlsTE^Eltsri'S^-R/XJ'S: Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.30 Franco door het gelieele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.371/2 <&#=s Al) V -hjJ^TSTLTTT'PtN': Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad veischijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Slbis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: BloemendaalSantpoort en SchotenP. v. d. RAADT. Zandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER Velsen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan. Onze Agenten. PaSïtEek Qverzïöhïo Aan Haarlem's Dagblad zyn de navolgende vaste Agenten verbonden: Voor het kwartier Amsterdamsche Poort C. VINK. A. L. Dyserinckstr. 11. Voor het Rozenpriëel K. VOS, Rozenpriëelsiraat 30. Voor het Leidsche kwartier: W. ZWAKT, Ciercqsiraat 136. Advorteutiën worden zonder ver hooging van prijs door hen aangeno men, terwijl ook voor Abonnementen de Courant door hen wordt zorg gedragen. Hoof dkantoor: Kleine. Houtstraat 14. J. C. Peereboom, Directeur- Uitgever. OfUcieele Berichten. Kiesrecht. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, Brengen bij dezo ter openbare keD- is: dat door ben op heden zyn vastge steld a. een lijst, de inwoners aanwijzende, die tot het kiezen van leden van de Tweede Kamer, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad be voogd zijn, en b. de alphabetische lijsten van hen, die van de kiezerslijst zijn afgevoerd van hen, die daarop zijn gebracht; dat die lijsten van den 23en Maart .1898 tot en met den 21 en April d.a.v. op de gemeente-secretarie (afdeeling Onderwijs) voor een ieder ter inzage zyn nedergelegd, en tegen betaling der kosten, in afdruk of afschrift ver krijgbaar zijn. Voorts, dat een i8der bevoegd is, tot en mot den lö9n Aprii 1898, onder bijvoeging van bewijsstukken, op onge- zegeid papier aan Burgemeester en Wethouders verbetering' van de kie zerslijst te vragen, indien by zelf of eeu ander, in strijd met de wet, daarop voorkomt, niet voorkomt of niet be hoorlijk voorkomt dat die verzoekschriften, met de bij gevoegde bewijsstukken, tot en met den 2ien April 1898 ©p de gemeente secretarie (afdeeling Onderwijs), voor een ieder ter inzage zullen liggen dat een ioder tot tegenspraak van bet verzoek bevoegd is en dat die tegenspraak schriftelijk en uiterlijk den '23n April 1898 aan Bur gemeester en Wethouders moet wor den ingediend. Haablbm, 22 Maart 1898. Burgemeester en Weihouders voornoemd, M. O. de KANTER, Waarn. Burg. De Secretaris C. M. RASCH. De spaansche gezant te Washing-1 ton Bernabe heeft het uoodig geoor-1 deeid een gerucht te ontkennen, dat j te Washington lieeft geloopen, vol-j geüs hetwelk genoemde gezant aan zyne regeering zou hebben geseind, dat in het verslag van de commissie van onderzoek de ontploffing, die de ramp van de Maine heeft teweegge bracht, aan eene uitwendige oorzaak moest worden toegeschreven. Bernabe beeft tevens verklaard, niet te weten tot welk besluit de commissie van onderzoek in zake de Maine is ge komen. De kapitein vp.n de MaineSigsbee, wordt eerstdaags tot een ander, ver moedelijk hooger mariue-commando be noemd, hetgeen mon beschouwt als een bevestiging van de bewering dat de ooi zaken van de ramp buiten het oorlogsschip moeten gezocht worden, welke overtuiging trouwens in Noord- Amerika meer en meer ingang vindt, evenais de meening dat het verslag van de commissie van onderzoek in dien geest is gesteld. Intusschen ver wacht men te Washington de open baarmaking van het verslag morgen. Volgens bericht uit Washington beraadslaagt het Congres in den loop van de week over nieuwe kredieten voor de vloot, waarbij voorgesteld wordt 40 millioen dollar te besteden voor het bouwen van nieuwe schepen en dokken enz. De Weëner bladen laten de verkla ring in het Oostenryksche Huis Maan dag door het nieuwe ministerie afge legd, niet onbesproken over het al gemeen luiden de verschillende be oordeelingen vry gunstig. Vooral de soberheid, welke graaf Thun heeft in acht genomen, hot totale gemis aan hoogdravende zinsnedende op roeping tot de verschillende partijen om haar veeten te laten varen, wan neer hei welzijn van het land zulks eisebt, hebben een goeden indruk gemaakt. andere departementen krachtig worde doorgevoerd3o. dat een Commissie van bijstand en advies ter zake van den gevaagenisarbeid, ressorteeren d onder het Departement van Jastitie, worde ingesteld; B. dat vervolgens vervaardiging van goederen, ten behoeve van lieden zonder koopkracht en uitoefening van niet inheemsche inaustriën in over weging worden genomen C. dat waar en wanneer dienstig onderzoek in het buitenland worde ingesteld. Tot aanvulling van ons bericht over het nieuwe magazijn in de Groote Houtstraat van mej. C. Emmeloth dient te worden gemeld, dat het plan voor dit fraaie perceel is ontworpen door den heer P. Kleiweg Dyseriack. STADSMSEUWS eerste en derde pagina. Haarlem, 23 Maart. Bij vonnis van de Arrondissements- Rechtbank alhier dd. 22 Maart 1898, is opgeheven do staat van faillissement waarin J. Wevers Sr., wonende te Haarlem bij vonnis dierzelfde Recht bank van den 30sten Maart 1897 is verklaard. Arbeid in gevangenissen. Het Bestuur der Haarl. Handels vereniging beeft besloten een adres van aökaesie te richten tot den Mi nister van Justitie, met het adres van den R. K. Gildenhond en de Leo- vereeniging te Amsterdam, betreffende den arbeid in gevangenissen. Bedoeld adres verzoekt den Minis ter het daarheen te leidon lo. dat eene centraliseerende leiding van den gevangenisarbeid vanwege het Depar tement van Justitie worde uitge oefend 2o. dat uitbreiding van den Rijksarbeid met medewerking van 83 fi SB SS E 59 L A SB D. Hofbericht. Hare Majesteiten de Koninginnen brachten Dinsdag zaaien een bezoek aan de diaconesseninrichting in de Laan van Meerdervoort te 's Gra ven!) age. De zaak-Hoogerhuis. Het kamerlid mr. P. J. Troelstra vertoeft in het noordelijk gedeelte van Friesland voor de zaak der gebr. Hoogerhuis. Voor een groot publiek besprak by de zaak der H. in het dorp Beetgum, in de nabijheid van Britsum gelegen, en de vroegere woon plaats van de gebr. H. De bijeen komst gaf geene aanleiding tot inci denten. Na afloop der rede bleven vele personen in de zaal, om metmr. T. de zaak der H. nog eens te be spreken. Maandagmorgen vertoefde mr. T. nog te Beetgum, en bad met vele personen een onderhoud om meer gegevens te verzamelen. De San José-schildluis. Prof. dr. J. Ritzema Bos, te Amster dam, heeft thans van de Regeering de opdracht ontvangen om zich in de Yereenigde Staten van Noord-Ame- rika op de hoogte te stellen van de verbreiding van de San José schild luis en van de gevaren, welke ODze Nederlandsche ooftteelt zouden kun nen dreigen, ten gevolge van de ver meerdering aldaar en de uitbreiding van dit insect, ten einde onze Regee ring van advies te kannen dienen betreffende onzerzijds te nemen maat regelen. De heer Ritzema Bos is voornemens nog einde dezer maand te vertrekken. Hy verwacht een paar maanden met liet onderzoek te zullen bezig zyn. In verband met het bericht van de N. R. Gt. nit Amsterdam over de j komst van den Prins en de Prinses 1 van Wied, den Groothertog van Sak- i sen-Weimar en den Groothertog van (Luxemburg bij gelegenheid van de inhuldiging van H. M. de KoniDgin, |is nu gebleken, dat er van officieele uitnoodigingen nog niets bekend is. Brandgevaar en Petroleum. Door 51 brandverzekeriDgmaat- schappyen, vormende de „Vereenigiug van ter Amsterdamsche Beurze ver tegenwoordigde Brand-Assuradeuren" is het volgende adres Zaterdag j.l. gezonden aan de Koningin-Regentes: „Ondargeteekenden, allen ter Am sterdamsche Beurze vertegenwoor digde brandassuradeuren, hebbea de eer zich eerbiedig tot> uwe Majesteit te wenden, in overweging dat zij ken nis genomen hebben van een adres gedagteekend uit Haarlem 18 Dec. 1897 en door de Nederlandsche Maat schappij tot bevordering van Nijver heid tot Uwe Majesteit gericht, waar bij op verschillende gronden onder Uwer Majesteits aandacht wordt ge bracht „dat hier te lande de behoefte bestaat aan wettelijke bepalingen om trent het minimum-ontvlammingspant, dat de tot verkoop voor verbruik binnen de grenzen van bet Rijk be stemde petroleum moet bezitten „dat zij, doordrongen van do wen- scheljjkheid van het bij dit adres be oogde doel de vrijheid nemen zich daarbij aan te sluiten en dit ten krachtigste te steunen „dat toch het door hen uitgeoefend bedrijf hen schier dagelijks in aanra king brengt met de noodlottige ge volgen voor personen en goederen uit do brandgevaarlijkheid en ontvlam baarheid van petroleum met te laag ontvlammingspunt voortspruitende. „Dat zij uoodeloos achten dit door voorbeelden te staven, nu de laatste dagen, naast de materieele schade, weder alleen binnen de hoofdstad een viertal menschenlevens te betreuren gaven. „Redenen waarom adressanten zich geroepen achten Uwer Majesteits bij zondere aandacht te vestigen op het adres bovenvermold en den wensch uit te spreken, dat dit, als een urgent landsbelang rakende, door Uwer Ma jesteits Regeering in ernstige over weging zal worden genomen." Eene herinneringsmedaille. De Holland-Amerika lijn heeft eene hcrinneringsmedaille ingesteld, die wordt uitgereikt aan allen, die in haren dienst honderd reizen op Ame rika hebben gemaakt. Deze medaille, in zilver vervaardigd in de fabriek van den heer C. J. Be- I als fries behandelden rand de vlag der Maatschappij tusschen krabben en zeevSterren zich ontplooit. Het deksel wordt gevormd door drie als caryathiden dienstdoende zee paardjes, die een in een golf eindi genden knop torsen. Het sanatorium Hooghuilen zal weldra worden vergroot, naar aanlei ding der voortdurende vermeerdering van aauvragen voor plaatsing van patiënten. Graandieven. Wij lezen in de N. R. Ct. van Dinsdagavond Het was vannacht om 3 uur don ker en mistig op de rivier toen de inspecteur, chef onzer rivierpolitie, de heer H. Brinkman, met twee zijner manschappen in een roeiboot kruiste, hier en daar speurende of hy geen graandieven betrappen kon. En jawel, óp dat uur gekomen ter hoogte van boei 13, zag hy een viertal kerels doende aan boord van den aan die boei liggenden lichter Ruhrort 26. De heer Brinkman er op af, maar ook de dieven hadden hem en de zijnen gezien en namen in allerijl de vlucht in een licht bootje. Het viel hun niet moeilijk, hoe ook de agenten der ri vierpolitie zich in hun al te zware boot inspanden, te ontkomen. Aan het hun herhaaldelijk toegeroepen be vel om b\j te draaien voldeden zij niet, waarom de chef der rivierpolitie van zyn revolver gobruik maakte en op de graandieven vuurdeof hy iemand taakte is niet bekend gewor den. Drie kwartier lang hield do po litie vol de vluchtelingen te achter volgen, doch toen verloor zy hen door deii mist en de duisternis uit het oog. Zy ontkwamen naby de kom te Oud- Delftshaven, en nauwelijks aan wal, ontstaken zij vjjf vuurpijlen, zeker als sein voor hun medeplichtigen en andere belanghebbenden, dat zy in veiligheid waren, doch dat het op de rivier niet pluis was. Terugkeeronde naar boei 13, vond de inspecteur daar een zware, groote boot, door de tl ie ven achtergelaten. In deze boot lagen zakken met graan en bovendien nog 20 ledige, die op vulling wachtten. Uit het ruim van de lichter was het graan gestolen, zonder dat iemand van de bemanning, geer te Utrecht, vertoont aan de voor- die allen in hun kooien lagen, er iets 'zydo de afbeelding van bet nieuwste van bemerkt of gehoord heeft. De stoomschip der Maatschappij, de Rot-1 groote boot was door de dieven ge- ter jam, met bet omschrift„Neder- stolen uit de Tweede Katendrecht- landsch-Amerikaansche Stoomvaart- sche haven. Zy behoort aan de firma maatschappij", en aan de keerzijde j H. Mttller Co. In die haven had- de opdracht groote schaal graan aan boord van op stroom liggende schepen te stelen. Tegen de goede zeden. Een manufacturior te Doetichem, aan het publiek bekend makende, dat hy een opruiming van borstrokken en onderbroeken "houdt, voegt daar aan toe, dat hy ze niet in zijn étalage uitstalt met bet oog op de goede zeden. Dit is zeker een parodie op do vast gestelde verordening van Dinxporlo, waarbij het over de heggen hangen van w&scbgoed verboden is. (A. C.) Gebrek aan werk. Maandag hebben een 40tal werk- looze veldarbeiders te Fmsterwolde aan den burgemeester verzocht, om aan het werk te worden gesteld. De burgemeester beloofde binnenkort te antwoorden. Sedert de koien in de gemeentelijke werkverschaffing zyn geklopt, is het aantal werkloozen niet weinig toegenomen. Dinsdag werd deze medaille voor de j eerste maal uitgereikt aan den heer IE. H. J. Savenije, ier berinnering j aan het feit, dat hij als le machinist 100 rondreizen op Amerika in haren dienst volbracht (zooals de opdrachtaan volharding ontbreekt het haar luidt). J niet minstens over één stoombar- I De medaille gaat vergezeld van een kasje moet kunnen beschikken. De by dezelfde firma Begeer vervaardig- j vry zware roeiboot, die zy thans ge iden hoogen zilveren beker. Onder het: bruikt, leent zich niet tot aebtervoi- monogram der Maatschappij, op eenging van een goedbemande lichte vlet, gedreven schild, zyn gestyliseerde waar au by herhaling in don laatsten ai «5 8 o sts l m. Atjeh. Uit Kota-Radja werd don 12n Pebr. aan de J.-B. geschreven: Zooals ik u bereids seinde, word de landing in de Koowala Lam Besoi niet bemoeilijkt. Nadat de landing des voorrniddags om 71/2 uur afge- loopeu was, werd door de mariue- landiugs-divisie een strandbivak be trokken in een beating op een hou vol ten noorden van kampong Oedjong Moeloes. De hoofden van Lam Besoi kwamen zich aanstonds by den co lonnecommandant, den majoor Chris- tan, molden en brachten liet bericht mede dat Toekoe Moesa en Tjoet Maligoi gevlucht waren naar Maroeë, terwyl Toekoe Ali Sapig en Tookoe Rajoet Nanta zich nog in Kloewang by Sapig bevonden. Er werd nu, om het uitwijken van den vijand naar Lohong te beletten, een mobiele colonne uit het garnizoen van Lepong geformeerd onder den majoor Sclimid: en gestationueerd te Binasah Ketapang. Deze colonne, ter sterkte van 150 man, had in opdracht te patrouilleereu naar de zyde van Pantoen Radja en Glé Groetei. Nadat van de colonne Christan ook de trein wasgedebarkee-d, marcheerde om 12 uur ongeveer de colonne af, bereikte een uur later Baba Doewa en betrok om 4 uur 's namiddag te vw. Lam-Noh een bivak. De bevolking den zij de boot op sleeptouw geuo- w'as met het hoofd Üatoe Melha ge- men mot het lichte bootje, waarmede zy ontkwamen. Bij dezen diefstal kwam weder dui- vlocht. Den 8sten Febr. vertrok de goeverneur met den chef van de:i staf des avonds naar Daja en kwam den deliik aan het licht, dat de rivierpo- ?en d.a.v. des avonds weder terug, iitio, wil zy met succes optreden Met diezelfde bootgelegenheiu kwa- men ongeveer vijf zieken terug. Den osten Febr. werden wy weder eens verrast met de tijding, dat een transport van Iudrapoeri naar G leiëng, in de nabijheid van dozen laatsten post, door een vijftiental Atjehers met de klewang was aangevallen. CWUlV'VU üvlil IUJ 11 gCaVTIWUl/IUU «wi UU zeeplanten aangebracht, terwyl op een tijd gebruik gemaakt wordt om op Dit geschiedde dos morgens ongeveer FEUILLETON. Be 'Helder tf^asriae. 2) „Gij zyt geen spion, dat weet ik; uw oogen zien er te oprecht uit, om oon leugen te kunnen volhouden. Wat uw vriend betreft, dien zullen wy morgen in het herboor nemenen gij, ma mignonne, moet u niet 'snaebts naar liet leger van mijnheerden koning van frankrijk begeven. Overdag zon nog gaan," ging hy gnjnzend voort, „maar niet 'snaebts. Kom!" en hy liep op haar toe. „Kom, proef eens van dezen wijn 'ijj is van uw vrienden aikomstig." Terwyl hij dit zeide wilde hij zyn arm om haar mid del slaan, maar zy ontweek hem en met fonkelende oogea bracht zy hem met den rug van haar hand een klap in het gelaat toe. Dit was in eeu oogwenk gebeurd en de Gomeron viel Qet bebloede lippen achterover en zou op den grond ?eslagen zyn, had de muur zyn val niet gebroken. Myn *oede was byna tot waanzin gestegen en reeds stoud gereed hem te doorsteken, toen Nicholas mij terug hield en zoodoende het leven van den ellendeling redde. Terstond had de Gomeron zich opgericht en met zyn hand over zyn mond strijkend wendde hy zich bedaard tot my, maar zyn gelaat zag doodsbleek. „Wy zullen dit buiten uitmaken, manheer; volg mij," en zyn sabel opnemend, die hy by de binnenkomst der gevangenen op tafel liad gelegd, begaf de Gomeron zich naar buiten. In de opgewondenheid van het oogen blik liepen de manschappen hem na en ik was de laatste, die de hut verliet. Het scheen my een vinger wijzing too, dat de gevangenen onbewaakt waren en mijn ponjaard uit de schede trekkend, duwde ik hem in mevrouw's band en ik zag aan de uitdrukking barer oogen, dat zy mij begreep. Toen ik mij bniten bevond, hoorde ik don ouden man nog roepen „Zij zullen sterven zooals zij geleefd hebben, door do scherpte van hun zwaard." Het was maar een paar meters loopens naar het gras veld, dat er zoo effen uitzag, alsof het als tennisveld dienst moest doenhet was zoo ongeveer honderd voet froot en helde zachtjes af tot aan het punt, waar e rivieren de Serre en de Oise samenvloeien. Even verder verhieven zich de donkere muren van la Fère, die, hier ou daar door een vuur verlicht, bij net maan licht duidelijk zichtbaar waren. De maan scheen zoo helder, dat ik zelfs de blauwe bloempjes, dio op het plekje gronds, dat tusschen de hut en do haag was ge legen, groeiden, kon onderscheiden. De Gomeron stond mij reeds op te wachtenbij had zich zoo geplaatst, dat hy met den rug naar de maan stond gekeerd. Zijn overjas had bij uitgetrokken en zyn hemdsmouwen waren tot aan zijn ellebogen opgestroopt. Nicholas en de manschappen stonden op eenigen afstand van hemgon ik hem af te matten. Myn doel was hem zoodanig zy hadden klaarblijkelijk de gevangenen geheel en al te laten mauoeuvreeren, dat hy de maan eindelijk in liet vergeten en zagen verlangend het gevecht t.8 gemoot. gelaat kreeg. Ik kreeg de Gomeron aan het lynty'ezijn Binnen weinige oogenblikken was ook ik gereed, ik i aanvallen werden verwoeden en na eenigen tijd had hy leende een ponjaard yan den sergeant, om de stooten af te weren, want de Gomeron hield er reeds een in zyn linkerhand, en ik wilde hem geen verdere voordee- len verschaffen. Woedend stootten wy toe en het staal, dat in het j maanlicht schitterde, kletterde tegen elkaar. Oaver- j wacht veranderde ik myn aanvallen, maar ik bemerkte j weldra, dat by een meester op zijn wapen was en uit- j stekend pareerde. Beiden waren we ontnuchterd en daarenboven was I ons beider gemoed met haat vervuld; de Gomeron be- gon mij nu op zyn beurt aan te vallen. Hy ging zeer j handig met zyn sabel om en had het voortdurend op myn borst gemunt om zoodoende het volle maanlicht op i het staai te laten vallenhy verwachtte, dat ik misschien J een oogenblik door het flikkerende wapen verblind zou wordeD, maar ik kende die truc en weerde nera af; toch trof hij mij en wel vlak by het hart en het bloed bad weldra mijn hemd rood gekleurd. De manschappen vergaten op dit gezicht hun disci pline en schreeuwden: „Hy is verloren!" Maar de kenuis van een mensch hangt niet van zyn jaren af en Maïtre Touchet had mij niet voor niets op mijn zevende jaar de floret leeren banteeren. Het oogenblik, dat ik den dood zoo nabij was geweest, had mij mijn kalmte gebeei terug gegeven, en wetend, dat in een langdurig gevecht de jeugd eindelijk zegeviert, bo- zyn voordeel van bet maanlicht verloren en duidde zyn ademhaling aan, dat bij vermoeid word. Op dat oogenblik trok er een wolk voorbij de maan en mijn tegenstander, eemge passen achteruitspringend, riep uit: „Houd op! totdat de wolk voorbij isl Wy kunnen niet zien." „Maar ik wel heeren," sprak plotseling een zware stem. „Wat beduidt dit gekkenwerk!" en een groote gestalte, met een uitgetrokken zwaard in do hand plaatste zich tusschen ons; my scheen het alsof hy uit de lucht was komen vallen. De wolken trokken voorbij en de maan verlichtte het grasveld weer even helder als een oogenblik te voren. Het toonde ons de gebiedende ge stalte, het strenge geiaat met den arendsneus eu het gry'ze haar van generaal de Róne. Nicholas en de man schappen waren op een gegeven oogct\J>lik ongemerkt verdwenen en do Gomeron en ik stonden sprakeloos. De zwarte pluimen op den hoed van den generaal wap perden in der. wind en tegelijkertijd hoorden wy een geluid als van eeu paard, dat op zyn gebit beet nu begreep ik alles; de Róne was ons klaarblijkelijk te voet gevolgd en had zyn paard op eenigen afstand aan een boom gebonden. Wordt vervólgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1