NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
ISs Jaargang.
Donderdag 24 Eüaart '893.
Ho 4519
DAQBLAD
^-BOJSTlsTE^Eltsri'S^-R/XJ'S:
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het gelieele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
<&#=s
Al) V -hjJ^TSTLTTT'PtN':
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad veischijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Slbis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: BloemendaalSantpoort en SchotenP. v. d. RAADT. Zandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan.
Onze Agenten. PaSïtEek Qverzïöhïo
Aan Haarlem's Dagblad zyn de
navolgende vaste Agenten verbonden:
Voor het kwartier Amsterdamsche
Poort
C. VINK. A. L. Dyserinckstr. 11.
Voor het Rozenpriëel
K. VOS, Rozenpriëelsiraat 30.
Voor het Leidsche kwartier:
W. ZWAKT, Ciercqsiraat 136.
Advorteutiën worden zonder ver
hooging van prijs door hen aangeno
men, terwijl ook voor Abonnementen
de Courant door hen wordt zorg
gedragen.
Hoof dkantoor:
Kleine. Houtstraat 14.
J. C. Peereboom,
Directeur- Uitgever.
OfUcieele Berichten.
Kiesrecht.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Brengen bij dezo ter openbare keD-
is:
dat door ben op heden zyn vastge
steld
a. een lijst, de inwoners aanwijzende,
die tot het kiezen van leden van de
Tweede Kamer, van de Provinciale
Staten en van den Gemeenteraad be
voogd zijn, en
b. de alphabetische lijsten van hen,
die van de kiezerslijst zijn afgevoerd
van hen, die daarop zijn gebracht;
dat die lijsten van den 23en Maart
.1898 tot en met den 21 en April d.a.v.
op de gemeente-secretarie (afdeeling
Onderwijs) voor een ieder ter inzage
zyn nedergelegd, en tegen betaling
der kosten, in afdruk of afschrift ver
krijgbaar zijn.
Voorts, dat een i8der bevoegd is,
tot en mot den lö9n Aprii 1898, onder
bijvoeging van bewijsstukken, op onge-
zegeid papier aan Burgemeester en
Wethouders verbetering' van de kie
zerslijst te vragen, indien by zelf of
eeu ander, in strijd met de wet, daarop
voorkomt, niet voorkomt of niet be
hoorlijk voorkomt
dat die verzoekschriften, met de bij
gevoegde bewijsstukken, tot en met
den 2ien April 1898 ©p de gemeente
secretarie (afdeeling Onderwijs), voor
een ieder ter inzage zullen liggen
dat een ioder tot tegenspraak van
bet verzoek bevoegd is en
dat die tegenspraak schriftelijk en
uiterlijk den '23n April 1898 aan Bur
gemeester en Wethouders moet wor
den ingediend.
Haablbm, 22 Maart 1898.
Burgemeester en Weihouders
voornoemd,
M. O. de KANTER,
Waarn. Burg.
De Secretaris
C. M. RASCH.
De spaansche gezant te Washing-1
ton Bernabe heeft het uoodig geoor-1
deeid een gerucht te ontkennen, dat j
te Washington lieeft geloopen, vol-j
geüs hetwelk genoemde gezant aan
zyne regeering zou hebben geseind,
dat in het verslag van de commissie
van onderzoek de ontploffing, die de
ramp van de Maine heeft teweegge
bracht, aan eene uitwendige oorzaak
moest worden toegeschreven. Bernabe
beeft tevens verklaard, niet te weten
tot welk besluit de commissie van
onderzoek in zake de Maine is ge
komen.
De kapitein vp.n de MaineSigsbee,
wordt eerstdaags tot een ander, ver
moedelijk hooger mariue-commando be
noemd, hetgeen mon beschouwt als
een bevestiging van de bewering dat
de ooi zaken van de ramp buiten het
oorlogsschip moeten gezocht worden,
welke overtuiging trouwens in Noord-
Amerika meer en meer ingang vindt,
evenais de meening dat het verslag
van de commissie van onderzoek in
dien geest is gesteld. Intusschen ver
wacht men te Washington de open
baarmaking van het verslag morgen.
Volgens bericht uit Washington
beraadslaagt het Congres in den loop
van de week over nieuwe kredieten
voor de vloot, waarbij voorgesteld
wordt 40 millioen dollar te besteden
voor het bouwen van nieuwe schepen
en dokken enz.
De Weëner bladen laten de verkla
ring in het Oostenryksche Huis Maan
dag door het nieuwe ministerie afge
legd, niet onbesproken over het al
gemeen luiden de verschillende be
oordeelingen vry gunstig. Vooral de
soberheid, welke graaf Thun heeft
in acht genomen, hot totale gemis
aan hoogdravende zinsnedende op
roeping tot de verschillende partijen
om haar veeten te laten varen, wan
neer hei welzijn van het land zulks
eisebt, hebben een goeden indruk
gemaakt.
andere departementen krachtig worde
doorgevoerd3o. dat een Commissie
van bijstand en advies ter zake van
den gevaagenisarbeid, ressorteeren d
onder het Departement van Jastitie,
worde ingesteld;
B. dat vervolgens vervaardiging
van goederen, ten behoeve van lieden
zonder koopkracht en uitoefening van
niet inheemsche inaustriën in over
weging worden genomen
C. dat waar en wanneer dienstig
onderzoek in het buitenland worde
ingesteld.
Tot aanvulling van ons bericht over
het nieuwe magazijn in de Groote
Houtstraat van mej. C. Emmeloth
dient te worden gemeld, dat het plan
voor dit fraaie perceel is ontworpen
door den heer P. Kleiweg Dyseriack.
STADSMSEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 23 Maart.
Bij vonnis van de Arrondissements-
Rechtbank alhier dd. 22 Maart 1898,
is opgeheven do staat van faillissement
waarin J. Wevers Sr., wonende te
Haarlem bij vonnis dierzelfde Recht
bank van den 30sten Maart 1897 is
verklaard.
Arbeid in gevangenissen.
Het Bestuur der Haarl. Handels
vereniging beeft besloten een adres
van aökaesie te richten tot den Mi
nister van Justitie, met het adres van
den R. K. Gildenhond en de Leo-
vereeniging te Amsterdam, betreffende
den arbeid in gevangenissen.
Bedoeld adres verzoekt den Minis
ter het daarheen te leidon lo. dat
eene centraliseerende leiding van den
gevangenisarbeid vanwege het Depar
tement van Justitie worde uitge
oefend 2o. dat uitbreiding van den
Rijksarbeid met medewerking van
83 fi SB SS E 59 L A SB D.
Hofbericht.
Hare Majesteiten de Koninginnen
brachten Dinsdag zaaien een bezoek
aan de diaconesseninrichting in de
Laan van Meerdervoort te 's Gra
ven!) age.
De zaak-Hoogerhuis.
Het kamerlid mr. P. J. Troelstra
vertoeft in het noordelijk gedeelte van
Friesland voor de zaak der gebr.
Hoogerhuis. Voor een groot publiek
besprak by de zaak der H. in het
dorp Beetgum, in de nabijheid van
Britsum gelegen, en de vroegere woon
plaats van de gebr. H. De bijeen
komst gaf geene aanleiding tot inci
denten. Na afloop der rede bleven
vele personen in de zaal, om metmr.
T. de zaak der H. nog eens te be
spreken. Maandagmorgen vertoefde
mr. T. nog te Beetgum, en bad met
vele personen een onderhoud om meer
gegevens te verzamelen.
De San José-schildluis.
Prof. dr. J. Ritzema Bos, te Amster
dam, heeft thans van de Regeering
de opdracht ontvangen om zich in de
Yereenigde Staten van Noord-Ame-
rika op de hoogte te stellen van de
verbreiding van de San José schild
luis en van de gevaren, welke ODze
Nederlandsche ooftteelt zouden kun
nen dreigen, ten gevolge van de ver
meerdering aldaar en de uitbreiding
van dit insect, ten einde onze Regee
ring van advies te kannen dienen
betreffende onzerzijds te nemen maat
regelen.
De heer Ritzema Bos is voornemens
nog einde dezer maand te vertrekken.
Hy verwacht een paar maanden met
liet onderzoek te zullen bezig zyn.
In verband met het bericht van de
N. R. Gt. nit Amsterdam over de
j komst van den Prins en de Prinses
1 van Wied, den Groothertog van Sak-
i sen-Weimar en den Groothertog van
(Luxemburg bij gelegenheid van de
inhuldiging van H. M. de KoniDgin,
|is nu gebleken, dat er van officieele
uitnoodigingen nog niets bekend is.
Brandgevaar en Petroleum.
Door 51 brandverzekeriDgmaat-
schappyen, vormende de „Vereenigiug
van ter Amsterdamsche Beurze ver
tegenwoordigde Brand-Assuradeuren"
is het volgende adres Zaterdag j.l.
gezonden aan de Koningin-Regentes:
„Ondargeteekenden, allen ter Am
sterdamsche Beurze vertegenwoor
digde brandassuradeuren, hebbea de
eer zich eerbiedig tot> uwe Majesteit
te wenden, in overweging dat zij ken
nis genomen hebben van een adres
gedagteekend uit Haarlem 18 Dec.
1897 en door de Nederlandsche Maat
schappij tot bevordering van Nijver
heid tot Uwe Majesteit gericht, waar
bij op verschillende gronden onder
Uwer Majesteits aandacht wordt ge
bracht „dat hier te lande de behoefte
bestaat aan wettelijke bepalingen om
trent het minimum-ontvlammingspant,
dat de tot verkoop voor verbruik
binnen de grenzen van bet Rijk be
stemde petroleum moet bezitten
„dat zij, doordrongen van do wen-
scheljjkheid van het bij dit adres be
oogde doel de vrijheid nemen zich
daarbij aan te sluiten en dit ten
krachtigste te steunen
„dat toch het door hen uitgeoefend
bedrijf hen schier dagelijks in aanra
king brengt met de noodlottige ge
volgen voor personen en goederen uit
do brandgevaarlijkheid en ontvlam
baarheid van petroleum met te laag
ontvlammingspunt voortspruitende.
„Dat zij uoodeloos achten dit door
voorbeelden te staven, nu de laatste
dagen, naast de materieele schade,
weder alleen binnen de hoofdstad een
viertal menschenlevens te betreuren
gaven.
„Redenen waarom adressanten zich
geroepen achten Uwer Majesteits bij
zondere aandacht te vestigen op het
adres bovenvermold en den wensch
uit te spreken, dat dit, als een urgent
landsbelang rakende, door Uwer Ma
jesteits Regeering in ernstige over
weging zal worden genomen."
Eene herinneringsmedaille.
De Holland-Amerika lijn heeft eene
hcrinneringsmedaille ingesteld, die
wordt uitgereikt aan allen, die in
haren dienst honderd reizen op Ame
rika hebben gemaakt.
Deze medaille, in zilver vervaardigd
in de fabriek van den heer C. J. Be-
I als fries behandelden rand de vlag
der Maatschappij tusschen krabben
en zeevSterren zich ontplooit.
Het deksel wordt gevormd door
drie als caryathiden dienstdoende zee
paardjes, die een in een golf eindi
genden knop torsen.
Het sanatorium Hooghuilen zal
weldra worden vergroot, naar aanlei
ding der voortdurende vermeerdering
van aauvragen voor plaatsing van
patiënten.
Graandieven.
Wij lezen in de N. R. Ct. van
Dinsdagavond
Het was vannacht om 3 uur don
ker en mistig op de rivier toen de
inspecteur, chef onzer rivierpolitie, de
heer H. Brinkman, met twee zijner
manschappen in een roeiboot kruiste,
hier en daar speurende of hy geen
graandieven betrappen kon. En jawel,
óp dat uur gekomen ter hoogte van
boei 13, zag hy een viertal kerels
doende aan boord van den aan die
boei liggenden lichter Ruhrort 26. De
heer Brinkman er op af, maar ook
de dieven hadden hem en de zijnen
gezien en namen in allerijl de vlucht
in een licht bootje. Het viel hun niet
moeilijk, hoe ook de agenten der ri
vierpolitie zich in hun al te zware
boot inspanden, te ontkomen. Aan
het hun herhaaldelijk toegeroepen be
vel om b\j te draaien voldeden zij
niet, waarom de chef der rivierpolitie
van zyn revolver gobruik maakte en
op de graandieven vuurdeof hy
iemand taakte is niet bekend gewor
den. Drie kwartier lang hield do po
litie vol de vluchtelingen te achter
volgen, doch toen verloor zy hen door
deii mist en de duisternis uit het oog.
Zy ontkwamen naby de kom te Oud-
Delftshaven, en nauwelijks aan wal,
ontstaken zij vjjf vuurpijlen, zeker
als sein voor hun medeplichtigen en
andere belanghebbenden, dat zy in
veiligheid waren, doch dat het op de
rivier niet pluis was.
Terugkeeronde naar boei 13, vond
de inspecteur daar een zware, groote
boot, door de tl ie ven achtergelaten.
In deze boot lagen zakken met graan
en bovendien nog 20 ledige, die op
vulling wachtten. Uit het ruim van
de lichter was het graan gestolen,
zonder dat iemand van de bemanning,
geer te Utrecht, vertoont aan de voor- die allen in hun kooien lagen, er iets
'zydo de afbeelding van bet nieuwste van bemerkt of gehoord heeft. De
stoomschip der Maatschappij, de Rot-1 groote boot was door de dieven ge-
ter jam, met bet omschrift„Neder- stolen uit de Tweede Katendrecht-
landsch-Amerikaansche Stoomvaart- sche haven. Zy behoort aan de firma
maatschappij", en aan de keerzijde j H. Mttller Co. In die haven had-
de opdracht
groote schaal graan aan boord van
op stroom liggende schepen te stelen.
Tegen de goede zeden.
Een manufacturior te Doetichem,
aan het publiek bekend makende, dat
hy een opruiming van borstrokken
en onderbroeken "houdt, voegt daar
aan toe, dat hy ze niet in zijn étalage
uitstalt met bet oog op de goede
zeden.
Dit is zeker een parodie op do vast
gestelde verordening van Dinxporlo,
waarbij het over de heggen hangen
van w&scbgoed verboden is.
(A. C.)
Gebrek aan werk.
Maandag hebben een 40tal werk-
looze veldarbeiders te Fmsterwolde
aan den burgemeester verzocht, om
aan het werk te worden gesteld. De
burgemeester beloofde binnenkort te
antwoorden. Sedert de koien in de
gemeentelijke werkverschaffing zyn
geklopt, is het aantal werkloozen niet
weinig toegenomen.
Dinsdag werd deze medaille voor de
j eerste maal uitgereikt aan den heer
IE. H. J. Savenije, ier berinnering
j aan het feit, dat hij als le machinist
100 rondreizen op Amerika in haren
dienst volbracht (zooals de opdrachtaan volharding ontbreekt het haar
luidt). J niet minstens over één stoombar-
I De medaille gaat vergezeld van een kasje moet kunnen beschikken. De
by dezelfde firma Begeer vervaardig- j vry zware roeiboot, die zy thans ge
iden hoogen zilveren beker. Onder het: bruikt, leent zich niet tot aebtervoi-
monogram der Maatschappij, op eenging van een goedbemande lichte vlet,
gedreven schild, zyn gestyliseerde waar au by herhaling in don laatsten
ai «5 8 o sts l m.
Atjeh.
Uit Kota-Radja werd don 12n Pebr.
aan de J.-B. geschreven:
Zooals ik u bereids seinde, word
de landing in de Koowala Lam Besoi
niet bemoeilijkt. Nadat de landing
des voorrniddags om 71/2 uur afge-
loopeu was, werd door de mariue-
landiugs-divisie een strandbivak be
trokken in een beating op een hou vol
ten noorden van kampong Oedjong
Moeloes. De hoofden van Lam Besoi
kwamen zich aanstonds by den co
lonnecommandant, den majoor Chris-
tan, molden en brachten liet bericht
mede dat Toekoe Moesa en Tjoet
Maligoi gevlucht waren naar Maroeë,
terwyl Toekoe Ali Sapig en Tookoe
Rajoet Nanta zich nog in Kloewang
by Sapig bevonden.
Er werd nu, om het uitwijken van
den vijand naar Lohong te beletten,
een mobiele colonne uit het garnizoen
van Lepong geformeerd onder den
majoor Sclimid: en gestationueerd te
Binasah Ketapang. Deze colonne, ter
sterkte van 150 man, had in opdracht
te patrouilleereu naar de zyde van
Pantoen Radja en Glé Groetei.
Nadat van de colonne Christan ook
de trein wasgedebarkee-d, marcheerde
om 12 uur ongeveer de colonne af,
bereikte een uur later Baba Doewa
en betrok om 4 uur 's namiddag te
vw. Lam-Noh een bivak. De bevolking
den zij de boot op sleeptouw geuo- w'as met het hoofd Üatoe Melha ge-
men mot het lichte bootje, waarmede
zy ontkwamen.
Bij dezen diefstal kwam weder dui-
vlocht. Den 8sten Febr. vertrok de
goeverneur met den chef van de:i staf
des avonds naar Daja en kwam den
deliik aan het licht, dat de rivierpo- ?en d.a.v. des avonds weder terug,
iitio, wil zy met succes optreden Met diezelfde bootgelegenheiu kwa-
men ongeveer vijf zieken terug.
Den osten Febr. werden wy weder
eens verrast met de tijding, dat een
transport van Iudrapoeri naar G leiëng,
in de nabijheid van dozen laatsten
post, door een vijftiental Atjehers
met de klewang was aangevallen.
CWUlV'VU üvlil IUJ 11 gCaVTIWUl/IUU «wi UU
zeeplanten aangebracht, terwyl op een tijd gebruik gemaakt wordt om op Dit geschiedde dos morgens ongeveer
FEUILLETON.
Be 'Helder tf^asriae.
2)
„Gij zyt geen spion, dat weet ik; uw oogen zien er
te oprecht uit, om oon leugen te kunnen volhouden.
Wat uw vriend betreft, dien zullen wy morgen in het
herboor nemenen gij, ma mignonne, moet u niet
'snaebts naar liet leger van mijnheerden koning van
frankrijk begeven. Overdag zon nog gaan," ging hy
gnjnzend voort, „maar niet 'snaebts. Kom!" en hy
liep op haar toe. „Kom, proef eens van dezen wijn
'ijj is van uw vrienden aikomstig."
Terwyl hij dit zeide wilde hij zyn arm om haar mid
del slaan, maar zy ontweek hem en met fonkelende
oogea bracht zy hem met den rug van haar hand een
klap in het gelaat toe.
Dit was in eeu oogwenk gebeurd en de Gomeron viel
Qet bebloede lippen achterover en zou op den grond
?eslagen zyn, had de muur zyn val niet gebroken. Myn
*oede was byna tot waanzin gestegen en reeds stoud
gereed hem te doorsteken, toen Nicholas mij terug
hield en zoodoende het leven van den ellendeling
redde. Terstond had de Gomeron zich opgericht en
met zyn hand over zyn mond strijkend wendde hy
zich bedaard tot my, maar zyn gelaat zag doodsbleek.
„Wy zullen dit buiten uitmaken, manheer; volg
mij," en zyn sabel opnemend, die hy by de binnenkomst
der gevangenen op tafel liad gelegd, begaf de Gomeron
zich naar buiten. In de opgewondenheid van het oogen
blik liepen de manschappen hem na en ik was de
laatste, die de hut verliet. Het scheen my een vinger
wijzing too, dat de gevangenen onbewaakt waren en
mijn ponjaard uit de schede trekkend, duwde ik hem
in mevrouw's band en ik zag aan de uitdrukking barer
oogen, dat zy mij begreep. Toen ik mij bniten bevond,
hoorde ik don ouden man nog roepen
„Zij zullen sterven zooals zij geleefd hebben, door
do scherpte van hun zwaard."
Het was maar een paar meters loopens naar het gras
veld, dat er zoo effen uitzag, alsof het als tennisveld
dienst moest doenhet was zoo ongeveer honderd voet
froot en helde zachtjes af tot aan het punt, waar
e rivieren de Serre en de Oise samenvloeien. Even
verder verhieven zich de donkere muren van la Fère,
die, hier ou daar door een vuur verlicht, bij net maan
licht duidelijk zichtbaar waren. De maan scheen zoo
helder, dat ik zelfs de blauwe bloempjes, dio op het
plekje gronds, dat tusschen de hut en do haag was ge
legen, groeiden, kon onderscheiden. De Gomeron stond
mij reeds op te wachtenbij had zich zoo geplaatst,
dat hy met den rug naar de maan stond gekeerd. Zijn
overjas had bij uitgetrokken en zyn hemdsmouwen
waren tot aan zijn ellebogen opgestroopt. Nicholas en
de manschappen stonden op eenigen afstand van hemgon ik hem af te matten. Myn doel was hem zoodanig
zy hadden klaarblijkelijk de gevangenen geheel en al te laten mauoeuvreeren, dat hy de maan eindelijk in liet
vergeten en zagen verlangend het gevecht t.8 gemoot. gelaat kreeg. Ik kreeg de Gomeron aan het lynty'ezijn
Binnen weinige oogenblikken was ook ik gereed, ik i aanvallen werden verwoeden en na eenigen tijd had hy
leende een ponjaard yan den sergeant, om de stooten
af te weren, want de Gomeron hield er reeds een in
zyn linkerhand, en ik wilde hem geen verdere voordee-
len verschaffen.
Woedend stootten wy toe en het staal, dat in het
j maanlicht schitterde, kletterde tegen elkaar. Oaver-
j wacht veranderde ik myn aanvallen, maar ik bemerkte
j weldra, dat by een meester op zijn wapen was en uit-
j stekend pareerde.
Beiden waren we ontnuchterd en daarenboven was
I ons beider gemoed met haat vervuld; de Gomeron be-
gon mij nu op zyn beurt aan te vallen. Hy ging zeer
j handig met zyn sabel om en had het voortdurend op
myn borst gemunt om zoodoende het volle maanlicht op
i het staai te laten vallenhy verwachtte, dat ik misschien
J een oogenblik door het flikkerende wapen verblind zou
wordeD, maar ik kende die truc en weerde nera af;
toch trof hij mij en wel vlak by het hart en het bloed
bad weldra mijn hemd rood gekleurd.
De manschappen vergaten op dit gezicht hun disci
pline en schreeuwden:
„Hy is verloren!"
Maar de kenuis van een mensch hangt niet van zyn
jaren af en Maïtre Touchet had mij niet voor niets op
mijn zevende jaar de floret leeren banteeren. Het
oogenblik, dat ik den dood zoo nabij was geweest, had
mij mijn kalmte gebeei terug gegeven, en wetend, dat
in een langdurig gevecht de jeugd eindelijk zegeviert, bo-
zyn voordeel van bet maanlicht verloren en duidde zyn
ademhaling aan, dat bij vermoeid word.
Op dat oogenblik trok er een wolk voorbij de maan
en mijn tegenstander, eemge passen achteruitspringend,
riep uit:
„Houd op! totdat de wolk voorbij isl Wy kunnen
niet zien."
„Maar ik wel heeren," sprak plotseling een zware
stem. „Wat beduidt dit gekkenwerk!" en een groote
gestalte, met een uitgetrokken zwaard in do hand plaatste
zich tusschen ons; my scheen het alsof hy uit de lucht
was komen vallen. De wolken trokken voorbij en de
maan verlichtte het grasveld weer even helder als een
oogenblik te voren. Het toonde ons de gebiedende ge
stalte, het strenge geiaat met den arendsneus eu het
gry'ze haar van generaal de Róne. Nicholas en de man
schappen waren op een gegeven oogct\J>lik ongemerkt
verdwenen en do Gomeron en ik stonden sprakeloos.
De zwarte pluimen op den hoed van den generaal wap
perden in der. wind en tegelijkertijd hoorden wy een
geluid als van eeu paard, dat op zyn gebit beet nu
begreep ik alles; de Róne was ons klaarblijkelijk te voet
gevolgd en had zyn paard op eenigen afstand aan een
boom gebonden.
Wordt vervólgd.