NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
J. C. Peereboom,
FEUILLETON.
De ridder d'Auriac.
15e Jaargang
Zaterdag 26 Maart [898.
No 4521
HAABLEM'S BABBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 3.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 8 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsbladvoor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
A TTV F! ^/-TT^-NT-TT-FI-NT-
Van 1 5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Ilontmartre.
Mot uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zyn: Bloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sand poortHeemstedeJ. LEUVEN, by de tol; SpaarndamC. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; HillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Bij vernieuwing verzoekt
ondergeteekende den Ge-
abonneerden dringend, klachten
over de bezorging direct te richten
aan het Bureau
Kleine Houtstraat 14,
eii niet tot de ombrenger» der
Courant.
Directeur-Uitgever,
J. C. PEEREBOOM,
ösaze Agenten.
Aan Haarlem's Dagblad zjin de
navolgende vaste Agenten verbonden:
Voor het kwartier Amsterdamsche
Poort
C. VINK, A. L. Dyserinclcstr. 17.
Voor het Rozenpriëel
K. VOS, Rozenpriëelstraal 30.
Voor het Leidsehe kwartier:
W. ZWART, Clercqslraat 136.
Advertentiën worden zonder ver
hooging van prijs door hen aangeno
men, terwijl ook voor Abonnementen
op de Courant door hen wordt zorg
gedragen.
Hoofdkantoor:
Kleine Houtstraat 14.
Directeur- Uitgever.
aflicteele Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem.
Doen te weten, dat van heden op
alle werkdagen, van des voormiddags
10 tot des namiddags 4 nur, tot 7
April e.k., 's namiddigs ten 2 ure, ter
gemeente-secretarie ter visie zyn ns-
aergelegd, het ingekomen verzoek
schrift met de bijlagen van F. J. ten
Kate Co. om vergunning tot op
richting van eene sigaren drogery in
het perceel aan een particulieren weg
aan den Zijl weg no. 2 en dat op 7
April des namiddags ten 2 ure op het
Raadhuis der gemeente de gelegenheid
zal worden gegeven, om ten overstaan
van het gemeente-bestuur bezwaren
tegen bet oprichten dezer inrichting
in te brengen.
Evenzoo omtrent het ingekomen
verzoekschrift met de bijlagen van L.
Dahlhaus om vergunning tot oprich
ting van eene bakkery in, bet perceel
aan de Kleine Houtstraat no. 59;
omtrent een verzoekschrift van A. F.
de Boer ora vergunning tot oprichting
van eenen gasmotor in het perceel
aan de Kampervest no. 11 en einde
lijk omtrent een verzoekschrift met
de bijlagen van L. A. Schilt om ver
gunning tot oprichting van eene siga-
rendrogerij op de eerste verdieping
in het perceel aan de Helmbreker-
steeg 9a.
Haarlem, 24 Maart 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
M. O. de KANTER,
Waarn. Burg.
De Secretaris,
C. M. RASCH.
Politiek Overzicht.
De duitsche Rijksdag heeft Don
derdag, door te stemmen over artikel
1 van de vlootwet, verklaard hoe hy
over dit ontwerp oordeelt. Uit deze
stemming is gebleken, dat de meer
derheid vry gering is. Met 212 tegen
199 stemmen werd het artikel aange
nomen, dat betreft de vaststelling, van
de uitgaven voor de vlootvorming
voor zes jaren ineens, volgens het
voorstel der commissie.
Op denzelfden dag. dat Dnitsch-
land, het ryk met liet sterkste leger,
een wetsontwerp tot versterking der
vloot behandeld heeft, was in liet
engelsche Lagerhuis, volksvertegen
woordiging van het rjjk met de sterkste
oorlogsvloot, aan de orde het ontwerp
tot versterking van liet leger.
Aangenomen is het ontwerp be
treffende de reserve en de militie
troepen in eerste lezing. Het
ontwerp bepaalt dat de reserven ge
durende het eerste jaar in geval van
krygsoperatiën opgeroepen kunnen
worden en dat de militietroepen vrij
willig ook op andere plaatsen, dan de
eilanden in het Kanaal, op Malta of
te Gibraltar dienst kuunen doen.
Het Huis nam verder de motie aan,
waarbij de regeering wordt gemach
tigd een Grieksche leening van
6,800,000 p.st. te waarborgen. De
kanselier der schatkist, sir Michael
Hicks Beach deelde mede, dat de
leening zal worden uitgegeven in
obligatiën rentende 21/2 percent. Een
bedrag van vyf millioen pond ster
ling zal zoo spoedig mogelijk worden
uitgegeven ter dekking van de oor
logsschatting, de particuliere schade
vergoedingen en het tekort op de
begrooting.
Het zesde millioen is noodig voor
de conversie der vlottende schulden
800,000 p. st. voor eventueele tekorten.
Griekenland zal 2'/i pCt. rente be
talen voor de eerste vyf jaren en ver
volgens 3s/5 pCt. De leening zal wor
den terugbetaald binnen 53 jaar, door
middel van jaarlijksehe uitlotiugen.
Sir Michael zeide te gelooven dat de
betaling van de oorlogsschatting de
ontruiming van Thessalië zal ten ge
volge hebben, en deelde mede dat En
geland met de mogendheden over
legt over den datum en de voorwaar
den der betaling van de oorlogs
schatting.
De Daily Chronicle heeft gemeld,
dat iord Salisbury zou aftreden, ter
wijl Arthur Balfour hem als minister
van buitenlandeche zaken en de hertog
van Devonshire hem als premier zou
opvolgen.
Een communiqué van het ministerie
van buitenlandsche zaken verklaart
echter de geruchten over de gezond
heid van lord Salisbury en diens zoo
genaamd aanstaand aftreden, van allen
grond ontbloot. Lord Salisbury be
vindt zich veel beter en sterker, en
zal den 26sten naar de Riviera ver
trekken.
Het Fremdenblatt te Weenen maakt
bekend, dat de Oostenrykscbe regee
ring zich voorstelt tusschen heden en
15 April haar troepen van Kreta'
terug te roepen, zonder dat zy daar-
om nit het Europeesch concert treedt.
Geen voorstel tot benoeming van een
gouverneur van Kreta heeft nog de
goedkeuring van al de kabinetten
verworven.
STADSNIEU WS
eprst© on dordo pagina.
Haarlem, 25 Maart.
Provincial© Staton van Noord-
Holland.
Aan het onderzoek in de afdeelin-
gen van Prov. Staten over het voor
stel van Ged. Staten betreffende de
zeeweringen te Callantsoog is door
66 leden deelgenomen.
Eultelen hunner wenschten nadruk
kelijk te verklaren, dat zy niet er
kennen eene verplichting der provin
cie, om te zorgeu voor de verdedi
ging der Noordzeekust.
Waren zy desniettegenstaande be
reid de provincie te doen bijdragen
in de kosten van aanleg en onder
houd, dan is dit om een verschil tus
schen Ryk eu Provincie te beëin-
Dat de provincie, niettegenstaande
hare zeer aanzienlijke bijdrage, geen
invloed mag ui:oefenen over den aard
der in te voeren werken, over de
wijze en den tijd van uitvoering en
van onderhoud, dat zy -/3 te betalen
beeft in de kosten van aanlegen onder
hond der door het Ryk noodig geachte
en uitgevoerde werken, ondervond bij
velen ernstige bedenking.
De overgroote meerderheid wenschte
te zien vervallen het voorschrift, dat
de onmiddellijk belanghebbende gron
den, voor zoover billijk en mogelijk,
met een deel der bijdrage /.al worden
belast. Immers de Minister heeft
den eiscb tot vorming van een water
schap prijsgegeven.
Algemeen werd betreurd het gemis
eener kostenberekening, zij het dan
ook eene globale.
Men meende dat over eene kust-
Iengte van 8100 M. ongeveer 41 hoof
den zouden geplaatst moeten worden,
vorderende een uitgaaf van f 922,500,
d. i. voor de provincie f 6)5.000. Met
inbegrip van onderhoudskosten zal
aan rente en aflossing een jaarlyksch
bedrag van f 90.000 op de provinciale
begrooting moeten worden uitgetrok
ken.
Yelen meenden dat die onzekerheid
over de kosten niet mocht leiden tot
verwerping van de voordracht.
Intusschen was men in alle afdee-
lingen van meening dat de geldelijke
verplichtingen van de provincie te
hoog zyn opgevoerd. By de verdedi
ging van dit gedeelte der zeekust,
heeft bet Ryk veel grooter belang
dau de Provincie. Sommige leden ver
klaarden daarom niet met de voorge
dragen regeling te kunnen meegaan.
Andereu achtten eveneens de verdee
ling der lasten voor de provincie zeer
nadeelig, doch durfden over de ver
werping van het voorstel de verant
woordelijkheid niet dragen.
Na nog eenige opmerkingen van
ondergeschikten aard constateert de
commissie van rapporteurs als alge-
meeue indruk:
dat ook thans nog geneigdheid be
staat mede te werken tot oplossing
van 't geschil met bet Rijk
dal de meerderheid bereid is, zich
by den grondslag der regeling neer
te leggendat de geldelijke verplich
tingen der provincie veel te hoog zyn
opgevoerd
dat de meerderheid evenwel, vooral
na de langdurige onderhandelingen,
terugdeinst voor de verantwoordelijk
heid eener verwerping, waardoor de
voorziening in een dreigend gevaar
in de waagschaal zon kunnen gesteld
worden en dus, hoewel noode. bereid
is aan het bij de voordracht vau Ged.
Staten gevoegd ontwerp-besluit hare
goedkeuring te hechten.
Dit rapport was geteekend door de
zes rapporteurs K. Cz. de Boer, mr,
D. P. D. Fabins, mr. H. J. C. van
Tienen, jhr. N. J. den Tex, mr. J.
P. Kraakman en mr. W. H. K. Mout-
haan.
Coöporatiovo voreerrigmg.
Het gerechtshof te Amsterdam heeft
de vorige maand in hooger beroep
een rechtsgeding beslist betreffende
de statuten eener Coöperatieve Bouw-
vereeniging alhier. Een der leden, die
een perceel der vereeniging bewoonde
was als lid geschrapt, maar weigerde
de woning te ontruimen. Daartoe ge
dagvaard. voerde hy aan, dat geen
der by de statuten genoemde gronden
van royement op hem toepasselijk was,
in de dagvaarding niet is gemeld dat
het royement in het register der ver
eeniging was ingeschreven, en by
van de burgerlijke rechten uit zyn
lidmaatschap voortspruitende alleen
by rechterlijk vonnis kon worden
ontzet, volgens art. 14 der alg. be
palingen en art. 153 der grondwet.
De rechtbank alhier heeft echter,
volgens haar vonnis (voorkomende in
het W^ekbl. v. h. Recht No. 7091),
de ontruiming gelast. Het wa3 haar
gebleken dat het royement in het
register was ingeschreven en het be
sluit aan den gedaagde was medege
deeld. Vermelding van de inschrij
ving in de dagvaarding is nergens
voorgeschreven. Aan de formaliteiten
door de wet en de statuten voorge
schreven was voldaan en door de vrij
willige toetreding tot het lidmaat
schap had de gedaagde zich geheel
onderworpen aan de voorschriften van
de statuten in verband met de wet
op de C. V., volgens welke een lid
kan worden vervallen verklaard op
de gronden en op de wijze daarby
bepaald. Zulk een ontzetting kan
niet gezegd worden te betreffen eonig
geschilpunt van burgerlijk recht waar
over alleen de burgerlijke rechter be
voegd znu zyn uitspraak te doen,
doch eenig en alleen de toepassing
van voorschriften, daargesteld krach
tens en voortvloeiende uit de ge
noemde wet, aan welke het lid van
zoodanige vereeniging onderworpen
j is. De ontzetting uit het lidmaatschap
betreft mitsdien niet de openbare
orde en heeft in dit geval op volko
men wettige wyze plaats gehad.
Het gerechtshof heeft dit vonnis
bekrachtigd. In hooger beroep had
de appellant aangevoerdlo. dat hy
niet wettelyk was ontzet uit zyn
lidmaatschap, wat het Hof als een
onjuiste verwering beschouwde, om
dat het toegepast artikel der statuten
in geen enkel opzicht in stryd is met
de wet op de C. V., maar veeleer
een uitvloeisel in toepassing van deze
zoodat enkel de vraag was of het
besluit tot royement is genomen, waar
over geen verschil bestaat; 2o. dat
hij dan toch voortdurend huurrecht
bevat. Hieromtrent overwoog het Hof
dat nergens in de statuten (al moge
daarin van in eigendom overgaande
huur en van huurprijs sprake zyn)
een bepaling te vinden is, die een
gebruiksrecht afgescheiden van liet
lidmaatschap erkent, en dat een be
roep op de regelen van mondelinge
huur niet opgaat, omdat de statuten
tot het onderteekenen van een con
tract verplichten.
Donderdagmiddag was de hoofdop
zichter by den aanleg van de gemeente
lijke duinwaterleiding, de heer Bakkes,
bezig een brandkraan te probeeren,
toen hy plotseling in zyn werk ge
stoord werd door den adjunct-inspec
teur A. Verlaan, die procesverbaal
opmaakte, omdat er niet vooraf ken
nis van aan de politie was gegeven
en zonder die kennisgeving geen
brandkranen mogen worden gepro
beerd.
De heer Bakkes betoogde wel, dat
zyn ambt het probeeren van brand
kranen meebracht, maar voor dit ar
gument scheen de adjunct-inspecteur
niet te vinden.
Eind en slot van de klucht was,
dat de adjunct-inspectenr aftrok met
zyn proces-verbaal en de hoofdop
zichter voortging met leiding door
spoelen en brandkranen probeeren,
alsof er niets gebeurd was.
Schouwburg.
Broodors Vrijmotsolaars.
Wanneer de Rotterdammers komen
en Van Zuijlenmedebrengen, danpis
men zeker in den Schouwburg een
paar gezellige uren door te brengen.
Gisterenavond was het er in-gezel-
lig. Het publiek, zich opmakende om
iets buitengewoons te zien, daartoe
opgewekt door den goeden roep van
het stuk, was in grooten getale op
gekomen en verbeidde in een opge
wekte stemming het oogenblik, dat
men op zyn lachspieren zoude storm-
loopen, dat men de lont zou slingeren
in het kruit om het tot een uitbarsting
te doen komen. Dat die lont Van
Zuijlen was, behoeft nauwelijks ge
zegd te worden. Nauv zag men het
puntje van zyn neus of daar begon
het enthousiasme; met een hartelijk
applaus werd hij verwelkomd en van
af dat oogenblik hebben de wanden
der schouwburgzaal onophoudelijk
lachklanken weerkaatst, in alle mo
gelijke timbres, van af het daverend
gelach waaraan de geheele zaal deel
nam, tot het hartelijk met moeite be
dwongen lachen van den een of an
deren enkeling.
En het was niet alleen van Zuij
len, die daartoe aanleiding gaf, het
was ook van Eijsden, die in dames-
costuum er verleidelijk genoeg uit
zag om iemand het hoofd op hol te
De inhoud van het stuk na te ver
tellen werkelijk, het stuk is het
waard, maar... het is ons onmogelijk
om dat in een kort bestek te doen.
Laat het voldoende zijn te zeggen
dat het een handig in elkandor gezet
blijspel is en dat de uitbeelding door
het gezelschap Legras Haspels een
groot aandeel heeft in het verkregen
succes.
Waar wjy de heeren vanZuyleuen
vau Eysden het eerst noemden was
dit omdat hunne rollen het meest tot
het succes hebben bijgedragen.
Ook de anderen gaven hun krach
ten, niet het minst de heeren Brond-
geest en Victor-Faassen, die beiden
uitmuntend waren in hun rollen.
ARR9A2DI SSEMENTS-
R£CH?BAHK
Zitting van Donderdag 2d
Maart 1898.
(Vervolg.)
Na de heropening der zitting wor
den nog de volgende zaken behan
deld.
W. de Laat te Haarlemmermeer
stond terecht onder verdenking een
valsche verklaring te hebben afge
legd in een zaak van mishandeling
gepleegd door zekeren Brugmans op
een meisje A. Kolle genaamd op 9
Jan. 11. aldaar. Bekl. had toen beweerd
niet te hebben gezien dat genoemd
meisje met den kolf van een geweer
zou zijn geslagen, terwijl uit het ge
tuigenverhoor bleek, dat er wel ge
slagen was. Thans hield bekl. weder
heslist zijn eerstgedane verklaring vol.
De subst. officier van Justitie eisckte
daar hy zich heeft schuldig gemaakt
aan meineed, hetgeen ZEd. achtb.
bewezen achtte, een gevangenisstraf
van 1 jaar. (Reeds beknopt medege
deeld.)
De verdediger, Mr. dc Kanter, kreeg
thans het woord. Pleiter herinnerde
er aan dat er op het gedrag van zya
cliënt niets te zeggen was, daar hy
met een goed paspoort uit den dienst
was ontslagen. Ook wykt bekl. geen
oogenblik, en is steeds bij zyn
verklaring blijven volharden, terwijl
de getuigen telkens met hunne ver
klaring in strijd zijn. Waar ruzie is
en opschudding heeft men dit altijd,
zei pleiter, en op deze gronden zou
hy tot vrijspraak moeten concludeeren
daar wel bewezen is de mishandeling,
maar volstrekt niet waar die precies
heeft plaats gehad, zoodat het best
kan wezen, dat bekl. de behandeling
niet gezien heeft.
Na een dupliek werd de uitspraak
bepaald op heden over 8 dagen.
F. Ditmar had zich te verant
woorden terzake dat hy op 5 Maart
in de fabriek van den heer Jacobs
P. van Elswyk na een twist met een
4)
Toen rilde ik by de herinnering aan het gevaar waar
aan zij ontsnapt was. In elk geval was zy door myn
toedoen hieraan ontkomen. Als wy elkaar weer eens
ontmoetten, zouden we stellig goede vrienden worden
en het was prettig op deze gedachte in te gaan.
Nog steeds in gepeiDS hierover verzonken bemerkte
ik een speld aan het lint en dadelijk besloot ik den
strik op zyde van myn hoed te spelden by mij zelf
zeggend„dit wil ik morgen ter gedachtenis aan den
Koning dragen," maar toen voelde ik, dat ik hiertoe
geen recht had en glimlachend over myn eigen dwaas
heid borg ik het lint weg.
Nu en dan verdween de maan achter den dunnen
nevel die was komen opzetten.
De mist werd langzamerhand al dichter en dichter
en toen viel ik in slaap. Langer dan een uur kon ik
niet geslapen hebben, maar zoo vast, dat hot mij toe
scheen alsof er jaren verstreken waren, toen ik met
een schrik ontwaakte en bemerkte dat iedereen om my
heen reeds werkzaam was. De maan was aan hetafne-
men het kamp was reeds ontwaakt en de manschappen
werden in alle stilte geïnspecteerd.
„De gebeurtenissen nemen dus een aanvang," zeide
ik tot my zelf, my de woorden van den generaal her
innerend haastig zadelde ik myn paard, sprong op zyn
rug en reed naar de Röne's tent.
Geschuifel van voeten, paardengetrappel, wapenge
kletter, een gemompel van stemmen, al deze geluiden
vervulden de lucht; zoo nu en dan klonk een stem van
een officier, die op luiden toon zijn hevelen gaf, hier
boven uit. Het eene regiment voor, het andere na
stelde zich op de glooiende vlakte voor ons op.
Drie lange, rechte, zwarte lijnen, bewogen zich snel
en zoo stil mogelijk naar de oevers der Oise. Ik wist,
dat dit de brigade van Leyva was, spaansche infante
rie voor het meerendeel veteranen, die hun sporen in
Vlaanderen verdiend hadden.
Aan mijn rechterhand zag ik van tyd tot tijd een
lanspunt flikkeren en dit dui'lde my dus de plaats aan,
waar de kurassiers van Aumale zich bevonden, nu nog
in eeu lichten mist gehuld, die de morgenzon spoedig
zou doen optrekkenen dit deed my denken aau de
Gomerou met eeu gevoel van spijt dat ik hem niet naar
een andere wereld had geholpen vóór de komst van de
Röne.
Toen ik de tent van den generaal bereikte steeg de
Röne juist te paarddicht bij hem stond een lakei met
een flikkerende toorts in de handen wat verder op
de staf in een groepje bij elkaar. Ik sloeg aan en hy
wierp een doordringenden blik op my zeggende:
„Zijt gij daar al, mijnheer d'Auriac voeg u by de
staf. Straks zal ik u myn verdere bevelen geven en-
deuk er om."
„Ik vergeet niet zoo spoedig, mijnheer de Markies,"
antwoordde ik en begaf my in de aangeduide richting.
„Beu jy daar, d'Auriac? Waarom moest je je buiten
post verlaten? Waarom ben je van nacht niet by ons
gekomen? En hoe maakt de Réthelois het?"
Met deze vragen werd ik door de Belin, den jongen
Tavannes, de Cossé-Brissac en andere van mijn ken
nissen begroet.
Ik antwoordde zoo goed mogelijk, maar veel tyd tot
praten hadden wy niet, want de Generaal was ons reeds
een heel eind vooruit en wy moesten volgen.
Ik hield my in de achterhoede om mijn paard beter
te kunnen beteugelen en kwam zoodoende weer naast een
myner kennissen te rijden.
„Ben jy het, Belin
„Ma foiJa. Het is verschrikkelijk ora zoo vroeg
reeds door elkaar gehotst te worden. Ik ben nog niet
eens goed wakker."
„Het verwondert mij je hier te zien. Ik dacht, dat
gij onder den aartshertog en de Mayenne waart uitge
trokken."
„Wat? Hebt je het dus nog niet gehoord?"
„Hoe zou my op die verwenschte buitenposten iets
ter oore komen?"
„Luister: de Rémois hebben onze party verlaten en
de Mayenne en de Guise zijn naar den Koning over-
geloopen. Ik weet het uit goede bron en de aartshertog
heeft een brief in cijferschrift aan de Róoe gezonden,
waarin h\i hem verzocht tot Amietis terug te trekken."
„Maar dit heeft toch niet veel vau terugtrekken."
„Neende Röne had den sleutel van het cijferschrift
verloren.
We lachten hartelijk en Belin vervolgdo:
„Het was een dwaas geval. Ik stond dicht by hem,
toen hy den brief ontving en zag aan zijn gelaat, dat
hy den inhoud terstond begreep. Maar hy zag nu eens
den een dan weer den auder aan, totdat zyn blik ein
delijk op Egmont bleef rusten, tot wien hy doodbe
daard zeide
„Rijd dadelijk naar Amiens terug en breng mij den
sleutel. Ik heb den mijnen verloren eu kan het cijfer
schrift niet lezen, maar...." viel Belin zich zelf in de
rede, „daar is Réthelois, hy zegt ons goeden morgen."
Tegelijkertijd zagen wy drie vurige tongen uit do
inurea van de citadel vau la Fère te voorschijn komen
on zwaar kanongebulder van de bolwerken van St. Ge-
neviève vervolde de lucht Toen blonk er opeens een
vurige gloed door den grijzen mist, gevolgd door een
kwaadaardig geknal uit de vuurroeren, waar het ge
bulder van de kanonnen uit de loopgraven boven uit
klonk als hevige slagen op een groote tromdit was
het antwoord op de begroeting van de Réthelois.
„De Spanjaarden hebben het eerst bloed vergoten,
Belin."
„Mijnheer d'Auriac."
Do Róne's stem stoorde ons in ons gesprek en schie
lijk reed ik naar den generaal toe.
„Ryd naar de Conde van Leyva en zeg hem, dat hy
geen tijd meer aan de Réthelois"verspilt, maar een vol
doende macht achterlaat om de vesting in bedwang te
houden en met de overige troepen over de ri»ier
naar St. Gobains trekt kom mijiby de rivier rapport
brengen."
Ik reed weg om het bevel ten uitvoer te brengen en