NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Os ridder d'Aiiriac.
15 e Jaargang.
Zaterdag 2 April 1898.
No 4527
HAARLEM'S DAuBLAD
VLBOlNTZtSLERN^IEILTTSIPIELICrS;
Voor Haarlem per 3 maanden- f 1.20
Voor de dorpen in den omtrek •waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1-30
Franco rloor het geheele Kijkper 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post©.37k o
.AJD V -tLlLLTEnSTTIËnST:
\;.t: 1—5 regels 50 ©fes.; iedere regel meer 10 Gts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentien vrorden aangenomen deor onze Ageaten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer ('22.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PubUcité Etrangère G. L. DAUBE Go. -J0H2> F. JONES, Snee., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bnreau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentien van 15 regels 0,75, elke regel meer f 0,15Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn Bloemendaal, Santjjoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,by de tol; Spaamdam,
Veisen, W. J. RUI.1TERBeverwijk, J. HOORNS; Hillegom, AR1E HOPMAN. Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnemente:
C. HARTENDORP Zandvoort, G. ZWEMMER
nementén eD Advertentien aan.
iiize Agenten.
Aan Haarlem's Dagblad de
volgende vaste Ageaten verbonden:
Voor het kwartier Amsterdamsebe
tort:
C. VINK, A. L. Dyserincksir. 17.
Voor het Rozenpriëel
K. VOS, Bozenpriëdstraeti 30.
Voor bet Leidsehe kwartier:
W. ZWART, Ctercqstraut 136'.
Adverteuttën wv-den zonder ver
ding van prijs door ben aangeno-
i, ter wij! ook voor Abonnementen,
de Courant door hen wordt zorg
edragen.
Hoofdkantoor:
Kleine Houtstraat 14.
J. C. Peereboom,
Directeur- Uitgever.
Aan hen die daarop zijn ge-
bonneerd, wordt hierbij verzonden
(o. 14 van het Weekblad voor de
'eugd.
(Elk No., groot 8 bladzijden, bevat
van fraaie, gekleurde platen en
voor kinderen alleraardigsten
ekst. De prijs per 3 maanden is sléchts
Cents.)
Cffficieele Berichten»
Burgemeester en Wethouders van
Doen te weten, dat van heden op
le werkdagen, van des voormiddags
10 tot des namiddags 4 uur, tot 7
April e.k., 's namidaigs ten 2 ure, ter
emeente-secretarie ter visie zijn ne
ergelegd het ingekomen verzoek
schrift met de bijlagen van A. Vos-
maer om vergunning tot oprichting
van een petroleummotor in een ge-
boa wtje achter het perceel aan de
Witte Heerensteeg 15, en dat op 14
April des namiddags ten 2 ure op het
Raadhuis der gemeente de gelegenheid
worden gegeven, om ten overstaan
het gemeente-bestuur bezwaren
itegen bet oprichten dezer inrichting
te brengen.
Eveneens van de Directie der Haar-
iemsche Stoomverffabriek om defini
tieve vergunning tot plaatsing van een
gasgenerator, alsmede om vergunning
tot oprichting van een gasmotor met
Dowsongasinrichting in een gebouw
het perceel in den Veerpolder en
Gebr. Merens ora vergunning tot
uitbreiding van hunne caoutchouc-
fabriek in het perceel aan het Zuider
Buiten-Spaarne 56.
Haarlem31 Maart 1898.
en Wethouders
voornoemd,
M. O. de KAN TER,
Waarn. Burg.
De Secretaris,
C. M. RASCH.
Politiek Overzicht.
Zooals gemeld is heeft president'
Mac Kinley eene overwinning be- j
baald voor zooverre het betreft het
verwerpen door het Congres te Was-1
hington van het voorstel om Cuba'
onafhankelijk te verklaren, waardoor
een oorlog met Spanje onvermijdelijk
zou zijn geworden. Zijne populariteit
is Mac Kinley echter bezig te ver
liezen volgens een bericht aan de
Daily Chronicle. De correspondent
van dit blad te Washington meldt
dat zijn impopulariteit dagelijks toe
neemt. De naam van den president
en van Mark Hanna wordt in de
schouwburgen uitgefloten en de stu
denten van de Universiteit van Mi
chigan hebben Mae Kinley's beeltenis
verbrand.
Verliezen wij echter niet uit het
oog, dat do tegenstanders van den
President ook de grootste schreeuwers
zijn.
De berichten uit Madrid hebben
niet verontrustends.
Voor den Spaanschen ministerraad,
Donderdag gehouden onder voorzitter
schap van de Koningin-Regentes,
heeft de Min. van Kol. uitmuntende
tijdingen medegedeeld over den gang
der operatiën en der pacificatie, die
in westelijke provinciën uit Cuba
thans zoo ver gevorderd is, dat Blanco
de maatregelen tegen de Reconcen-
trados ken rapporteeren. Men ver
wacht. onderwerpingen v*j beteeke-
nis.
De opvatting wint veld dat men
geraakt is tot eene schikking welke
bet vraagstuk der Maine en dat der
Reconcentrados omvat en de midde
len oplevert om tot den vrede te ko
men. en dat deze zelf reeds verzekerd
is als slechts de Jingos geen ver
keerden invloed oefenen op de wijze
bedoelingen*van president McKinley.
Men rekent er op dat de regeering
al het noodige zal doen tot behoud
van den vrede, binnen de grenzen
der handhaving van de eer en van de
onschendbaarheid van het grondge
bied.
Minister Sagastaj heeft verklaard
Wij hebben alles gedaan, en zullen
altijd al het mogelijke doen, om den
vrede te bewaren, maar wy zullen
geen inbreuk dulden op de eer en de
integriteit van ons vaderland.
In een interview beeft de minister
van openbare werken verklaard, dat
de in de laatste 24 uren ontvangen
berichten den toestand met betrek
king tot Spanje hebben verbeterd,
maar. voegde hy er by, die bevredi
gende indrukken hebben geen betrek
king op de Vereenigde Staten.
Het engelsche Lagerhuis heeft Don
derdag weer eene verklaring aange
hoord van den heer Curzon, onder
secretaris van buitenlandsche zaken,
betreffende de toestanden in Oost-
Azië. waar Engeland met begrijpelijke
belangstelling de door Rusland gedane
stappen gadeslaat. Curzon verklaarde
dan het volgende:
De Russische ambassadeur verze
kerde ons den 27en Januari dat elke
haven, door Rusland verkregen op de
kusten van den Noordelijken Stillen
Oceaan, opengesteld zal worden voor
de schepen van de geheele wereld.
Den 16en Maart machtigde graaf
Moerawjof O'Connor ons mede te
deelen dat in geval de pacht van Ta
liën-wan en Port-Arthur verkregen
werd, die beide havens voor den vreem
den handel zouden worden openge
steld gelijk de andere Cbiueesche
havens. Moerawjof machtigde O'Con
nor tevens ons te verzekeren dat Rus
land niet van zins is de rechten en
privilegiën te schenden welke gewaar
borgd zyn door de tractaten, thans
bestaande tusschen China en de andere
mogendheden. Die privilegiën omvatten
het recht om oorlogsschepen te zen
den naar alle havens, gelegen in de
bezittingen van den Keizer van China.
Het Hoogerhuis heeft het wets
voorstel betreffende het garandeeren
van de leening van Griekenland in
alle (drie) lezingen aangenomen.
De Duitscbe Rijksdag heeft Don
derdag de derde lezing der staatsbe-
grooting afgedaan. De begrooting
werd bij de eindstemming aangeno
men met algemeene stemmen op die der
sociaal-democraten na. De Rijksdag
is daarna tot den 26en April uiteen
gegaan.
een der meest bezadigde Staatslieden te Leeuwarden in bet arrondissement
die wy bezitten, stelde de vraag om Ferwerd, mr. J. P. Peering, te Leeu-
STADSNSEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 1 ApriL
Het Stedelijk Museum van Schil
deryen en Oudheden op het Raadhuis
werd in de maand Maart j.l. bezocht
door 334 personen zonder betaling en
door 133 personen tegen betaling.
By de Donderdag door B. en W.W.
gehouden verpachting is de kiosk no.
1 aan het einde van de Dreef gegund
aan W. Warmerdam voor f 115, en de
kiosk no. 3 westwaarts van „Trou
moet Biycken" aan J. Parsou voor
f87,50.
De Kampioen van heden meldt,
dat Maandag 11 dezer (2e Paaschdag)
de afdeelinsrstocht der afd. N. Holland
van den Alg. Ned. Wielr. Bond naar
de bloembollen velden zal plaats heb
ben. Afrit van Haarlem 0.45(?) v.m.
A. T. bij het Bondsgebouw.(P) (Deze
mededeeling is door zetfouten vry
onduidelijk geworden. Het zal moeten
zijn: afrit 10.45 by hetBrongebouw.
Koffiedrinken te Lisse en gelegen
heid tot dineeren in het Bonds(Brou)-
gebouw. Snelheid pl. m. 15 K.M.
FT- 11 LI T O NL
10)
Ik gal' daarom Jacques de noodige orders om alles
loor ons vertrek in gereedheid te brengen en daalde de
torentrap af; ik wilde mevrouw nog goeden dag gaan
zeggen of iemand opzoeken, die voor my by haar belet
kon vragen. De trap leidde naar een lange, donkere
gang, wier muren met wapenschilden, verkleurde en
gescheurde vlaggen en zegeteekens, op de jacht be-
naald, waren behangen.
Aan het einde bevond zich een boogvormig deurtje,
dat achter een zwaar gordijn verborgen was en waar
boven een groot mansportret hing.
De schilder had zyn model niet gefiatteerdhet
lange, spitstoeloopende gelaat met den grijzen baard
was een weinig voorover gebogen, een cynische grijns
speelde om zyn lippen, terwijl de oogen op my neêr
zagen. Ik was deze schilderij wel vijftig maal voorbij
geloopen, maar nooit blijven staan om ze eens nauw
keurig te bezien. Nu zag ik naar het gelaat op en ter
wijl ik het opschrift op de lijst: „Antoine de la Tre-
mouille," las, kwam het mij voor alsof de oogen my nog
spottender dan te voren aanzagen.
Een rilling voer my door de leden, maar glimlachend
Parlementaire Praatjes.
Het was te verwachten, dat nu een
der Kamers, zy het ook de Eerste,
bijeen was, een interpellatie over de
zaak-Israëls, het ontslag van den
rechtsgeleerden raadsman der Pary-
sche legatie der Nederlanden, niet zou
uitblijven.
De heer van Weideren Rengers,
over myn eigen dwaasheid, lichtte ik het gordijn op en
trad de zaal binnen. Eerst dacht ik dat ze ledig was,
maar een tweede blik overtuigde my van het tegen
deel aan een klein tafeltje voor het raam, dat op het
park uitzag, zat mevrouw met de hand onder het
hoofd. Een Tan haar kleine voetjes rustte op een dei-
leeuwenkoppen. die de pooten der tafel versierden. On
geduldig bewoog zich het voetje op en neder als in
overeenstemming met haar gedachten, hoewel ik haar
gelaat niet kon zien. Zy was zooals gewoonlijk in het
zwart gekleed, en droeg, behalve een gouden keten ora
den hals._ geen enkel sieraad. Een oogenblik bleef ik
haar zwijgend gadeslaan en dacht er over myn hart
voor haar uit te storten, maar tegelijkertijd zag ik in,
hoe moeilijk het voor een arm man is een ryke vrouw
ten huwelyk te vragen en ik besloot te zwijgen. Door
het open venster zag ik het roodbruine gebladerte van
de boomen en telkens en telkens klonken mij de vreug
dekreten der feestvierenden in de ooren.
Terwijl ik nog met myn hoed in de hand op dezelfde
plaats stond, keerde mevrouw zich plotseling om, en
scheen haastig iets te verbergen, toen zij my in 't oog
kreeg. Ik liep op haar toe en zy stond op om my te
begroeten.
„Ik kom u nog even vaarwel zeggen, mevrouw," zeide
ik myn baud uitstekend.
„Zoo spoedig reeds," antwoordde zy myn hand even
vasthoudend, maar myn blik ontwijkend.
„JaParijs ligt een heel eind hier vandaan en ik
wil er zoo spoedig mogelijk ziju."
„Pary'sGy zijt zeker niet...,." plotseling zweeg zy.
„Wat niet, mevrouw?"
inlichtingen over dit geval. Minister
de Beaufort, van dit voornomen ver
wittigd, wilde wel aanstonds ant
woorden.
De verklaring nu, die Z. E. gaf
kwam, wat de feiten betreft, geheel
overeen met de voorstelling die, eerst
door „Het Vaderland" gegeven, later j
door het „Handelsblad" is bevestigd.
De Minister nam, gelijk te verwach
ten was, de verantwoordelijkheid voor
het gebeurde geheel op zich. Hy
scheen van oordeel dat de gezant,
bedacht voor het behoud der vriend
schappelijke betrekkingen met Frank
rijk, niet anders kon hebben gehan
deld. En hy noemde ook diens han
delwijze correct. De heer Israëls was
eervol ontslagen onder dankbetuiging
voor de bewezen diensten.
De heer van Wel deren Rengers
zou het correcter hebben geacht indien
het ontslag verleend was „op verzoek"
maar de Minister was van oordeel,
dat dit niet kon, omdat de heer Is
raëls met net aanvragen van zyn ont
slag te veel had getalmd.
Daarmede liep de interpellatie af.
Of het den Minister gelakt was den
gezant van schuld vrij te pleiten,
althans van minder correct handelen,
werd op de tribunes zeer betwist,
niet het minst op de journalisten
tribune.
De Kamer had het er op gezet om
in deze Donderdagzitting alle wetten
en wetjes die de Tweede Kamer haar
uit de jongste bijeenkomst legateerde
ook af te doen.
De provinciale heffingen in Fries
land, het subsidie voor deu stoom
tramweg Nykerk—Ede, de overneming
van de Grand Central-lynen, lokten
nog eenig debat uit.
Het laatste ontwerp vooral had een
kraehtigen aanval te verduren van
den heer Rutgers van Rozenburg, die
er een bevoordeeling van België in
zag. De Minister Lely kreeg hulp van
zyn oud-collega Roëll. En de Min.
kon zich, tegenover de bewering, dat
by deze overeenkomsten de Holl.
Spoor wordt achtergesteld beroepen
op de rijzing der aandeelen dier Maat
schappij ter beurze.
Het wetsontwerp werd aangenomen
met 39 tegen 5 stemmen, alle andere
ook dat tot wering van den San
José schildluis zonder stemming.
De Kamer is tot nadere byeenroe-
I ping uiteen.
G. Jr.
Uit de „Staatscourant".
Koninklijke Besluiten.
I Herbenoemd tot schoolopzieners
j in het arrondissement Roosendaal, mr.
jj. F. Ingen Housz, te's-Hertogen-
boschin het arrondissement Har
derwijk, J. H. F. Gangel Csz., te
1 Harderwijkin het arrondissement
1 Amsterdam II, J. W. Boellaard, te
Amsterdamin het arrondissement
Amsterdam III, C. W. deSauvage—
warden.
Eervol ontslag verleend:
met ingang van 1 Juli 1898, aan
jhr. J. C. W. Strick van Linschoten,
te Tessel, op zijn verzoek, als school
opziener in het arrondissement Tessel.
Bevorderd
met ingang van 1 April 1898, by
het hoofdbestuur der posterijen, tot
hoofdcommies C. C- Muller en G. G.
Bachiene, beiden thans commies tot
adjunct-commies G. J. J. Roëll, F.
C. S. Terborgh en O. J. E. A. graaf
Van Bylandt, allen thans eerste-klerk
tot eerste-klerk A. F. K. Trippelaar,
H. S. Peters, beiden thans tweede
klerk en J. E. de Graaff, thans assis
tent, en tot assistent H. A. Meijer,
F. G. L. Wutscber, J. Wamsteker
en H. J. Quirie, allen thans tydelyk
beambte.
Verleend
de titel van ingenieur der teie-
graphie in algemeenen dienst aan den
ingenieur der telegraphie A. E. R.
Colette.
Benoemd
met ingang van 1 April 1898, tot
hortulanus bij de Rijks-universiteit
te Leiden, E. Th. Witte, thans tuin
knecht in den Hortus.
De kamerheer De Ranitz, stalmees
ter Bentinck en de kolonel der huza
ren Wüppermann begaven zich Don
derdag* uit Den Haag naar Amster
dam "ter voorbereiding van enkele
aangelegenheden betreffende den stoet
by den intocht der Koningin aldaar.
UIT AMSTERDAM.
Amsterdamsche Wielerbaan
Donderdagavond te 9 uur werd in
„American Hotel" de algemeene ver
gadering gehouden vau de Naamlooze
Vennootschap „de Amsterdamsche
Wielerbaan". In de commissaris-vaca
ture de Gruyter werd voorzien dooi
de benoeming van den heer Groene-
veld. Met algemeene stemmen werd
tot Directeur benoemd de heer B. M.
Wolf.
Besloten werd tot amoveeriug van
de overkapping en tot uitgifte van
200 donateurskaar ten a 25 Gld., die
recht geveu op een plaats op de
groote tribune bij alle races en niet
persoonlijk zyn. Op de eigendommen
der Vennootschap werd f5000 afge
schreven eu de winst- en verliesreke
ning goedgekeurd.
Thorbecke van het Thor-
beckeplein.
Cekaë schrijft in het Hbld.:
Alle Amsterdammers kennen Thor-
becke, niet waar? Thorbecke van
het Thorbeckeplein, met- het bekende
magere, hoekige gezicht, de lange
jas en de wetsrol van den vermaar-
Nolting, te Arasterdam iu het arron-den minister, maar voorts sjofel, ver-
dissement Amsterdam IV, J. F. M. i weerd, bevuild, met strepen eu vegen
Sterek, te Amsterdam in het arron- J en vlekken op het brons eu met bar- j
dissement Bergum, mr. C. A. Römer, sten en krassen op het omringende
ijzeren hekje. Een slachtoffer van
regen en wind. van sneeuwballen en
aardklonten-werpende straatjengeas
en van baldadige, verfklodderende
schildersknechts. Een deposito-bank
voor spreeuwen en musschen. Kortom,
een waardig aspirant voor eeu asyi
voor verwaarloosde ministers.
Welnu nous avons change tout
cela! Wat de eerbied voor de nage
dachtenis van een groot man niet
vermocht, dat heeft de Hollandsche
reinheidszin tot stand gebracht. Thor
becke van het Thorbeckeplein is op
geknapt dank zij de voorjaars
schoonmaak.
Met z'n drieën waren ze er Donderdag
morgen aan bezig. Ze hadden een
laddertje tegen hém aangezet, klom
men naast hem op zyn ministerieel
voetstuk, hielden zich aau zyn ja»
vast, grepen hem aan den arm, klamp
ten zich aan zijn been, sloegen soms
een arm om zyn steilen, tanigen nek...
alles om er op te komen of er niet
af te vallen. En terwijl intusschen
daar beneden het hekje in de menie
werd gezet, stroopten ze daarboven
hun hemdsmouwen op en trokken
met een flinken kwast en wat zeepsop
van leer. Van heb ik jou daar, hoor
Nog nooit is Thorbecke in de Tweede
Kamer zoo onder handen genomen
Pats, klets, plons, plof, tsssch
Hy droop er van.
En het was mooi om te zieu, hoe
by geen spier vertrok.
Zijn gansche statige jas werd af-
gesopt... en toch scheen het zyn
koude kleeren niet te raken. De dikke
kwast kriebelde hem tusschen de ma
gere vingers, kittelde hem in de muis
van de handmaar hy trilde zelfs
niet eventjes. Ze plonsten hem de
kwast in een van zijn groote, altyd
luisterende oorenhet schokte hem
niet.Ze prikten hem met de natte haart
jes in den neus en in de leuke hoeken
van den grooten mond en in de zware
groeven langs den neus waar die
eeuwige, slimme, half-bevroren glim
lach ligthy niesde er niet eens
van. Ze patsten en platsten over heel
zijn hoekige facie, ze ploften hem de
volle kwast in 't schrande ooghij
knipoogde zelfs niec.
Alleen toen de oneerbiedige
kwast ook over de wetsrol streek on
het zeepsop in de kreukels bleef han
gen, toen scheen Thorbecke's geest te
worden aangedaan. Want op dat
i oogenblik biggelde een dikke druppel
j uit zyn pas afgesopt linkeroog langs
|deu mondhoek en verloor zich in de
plooien vau zijn vest.
Of ze hem nog verder verschoond
j hebben, weet ik niet. In allen geval
;is hy zelfs in zyn prilste jeugd,'s Za
terdagsavonds als zyn moeder hein
in de kuip had, nooit beter ou«lei
banden genomen, Thorbecke van het
Thorbeckeplein.
Dus ben ik goedsmoeds verder ge-
gaan, by my zelf zeggend
„Het is een groot land, dat zóó zijn
j groote mannen eert."
IrLhtildigingsfeesteii.
Door het gewestelijk bestuur van
Zuid-Holland is als een hulde en wel-
„Och, ik weet het niet," zeide zy schielijk, „iemand
zegt wel eens iets, wat heelemaal buiten zyn bedoeling
ligt. Maar ik begrijp best waarom ge naar Parys wilt
Bidache verveelt u en ge smacht naar het stads
leven."
„Neen, dat is het niet, maar," en ik wees naar de
bosschen en landerijen die zich voor myn oogen uit
strekten, „ik heb niet voor zulke bezittingen te zorgen
want Auriac, dat aau zee gelegen is, moet maar in
zijn eigen onderhoud voorzien en daarenboven moet
ik myn baan nog breken."
„Hebt ge vrienden
„Eén in elk geval, en dien hebt gij voor my bewaard,"
en ik zag naar myn zwaard.
„Mannen kunnen geen beteren verlangenmaar gy
hebt er nog éen in Bidache ik zal spoedig in Parys
zijn, want hier verveelt het mij. Ik zou hier sterven,
als ik er lang moest blijven."
„En toch zyt ge in geen drie jaar op Bidache ge
weest. mevrouw; zyn de bals in het Louvre zoo aan
trekkelijk, dat ge er uw tehuis om verlaat...."
Myn toon klonk bitter, want ik was verdrietig over
hetgeen ik onder het diner had gehoord en zy zag my
verrast aan. Toen glimlachte zy.
„Ridder, wilt gy my op een paar vragen antwoor
den?"
„Waarom niet?"
„Houdt gij van vroolykheid en licht?"
„Zeker."
„Verdryft gij u den tyd wel eens met spelen eu
verliest dan meer dan gij kuut betalen?"
Ik boog zeer verwonderd.
„Die vriend, die daar aau uw zyde hangt, hebt ge
niet altyd in oorlogstijd gebruikt, wel
De Gonnor's bleek gelaat drong zich aan myn geest
op en het bioe 1 steeg my naar het hoofd.
Ik antwoordde niet.
Mevrouw zag my een oogenblik aau en zeide toen
op hoffelyken, weinig vriendelyken toou
„Ge zyt wel goed om mij te willen raden, mynheer,
en ik verdien uw verwijt. Maar wat voor den een geldt,
is ook op een ander van toepassing. Is ridder d'Auriac
niet een weinig voorbarig geweest? Hoe komt het,
dat hy inplaats van naar Auriac, zich zoo spoedig
mogelijk naar Parys begeeft.... naar de bals in liet
Louvre
„Dat is iets anders," stamelde ik.
„Oja, natuurlijk is het iets anders," riep zij toor
nig uit. „Ik zag best hoe ontevreden gy vanmiddag
keekt. Mijnheer mag gaan, waar hij wil, hy mag van
den ochtend tot den avond dansen eu feestvieren, zyn
bezittingen aan hun lot overlaten eu zyn vriend voor een
enkel plaagziek woord doorsteken odat is alles
zooals het behoort. Maar mevrouw moet thuis by haar
spinuewiel blijven en zich maar amuseeren, tot myn
heer terugkomtzoo deukt gy er over, niet waar
ridder
Zy lachte, maar op beide waügen vertoonde zich een
roode plek.
„Mevrouw", hernam ik, „op myn vijftiende jaar kwam
ik reeds onder den generaal de Joyeuse in dienst; ik
ben maar een ruw soldaat, niet gewoon om kalm te
redeneeren maar om alles uit te flappeD. wat mij iu do