NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Os ridder d'Aiiriac. 15 e Jaargang. Zaterdag 2 April 1898. No 4527 HAARLEM'S DAuBLAD VLBOlNTZtSLERN^IEILTTSIPIELICrS; Voor Haarlem per 3 maanden- f 1.20 Voor de dorpen in den omtrek •waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1-30 Franco rloor het geheele Kijkper 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post©.37k o .AJD V -tLlLLTEnSTTIËnST: \;.t: 1—5 regels 50 ©fes.; iedere regel meer 10 Gts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentien vrorden aangenomen deor onze Ageaten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer ('22. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PubUcité Etrangère G. L. DAUBE Go. -J0H2> F. JONES, Snee., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bnreau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentien van 15 regels 0,75, elke regel meer f 0,15Reclames per regel f 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn Bloemendaal, Santjjoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,by de tol; Spaamdam, Veisen, W. J. RUI.1TERBeverwijk, J. HOORNS; Hillegom, AR1E HOPMAN. Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnemente: C. HARTENDORP Zandvoort, G. ZWEMMER nementén eD Advertentien aan. iiize Agenten. Aan Haarlem's Dagblad de volgende vaste Ageaten verbonden: Voor het kwartier Amsterdamsebe tort: C. VINK, A. L. Dyserincksir. 17. Voor het Rozenpriëel K. VOS, Bozenpriëdstraeti 30. Voor bet Leidsehe kwartier: W. ZWART, Ctercqstraut 136'. Adverteuttën wv-den zonder ver ding van prijs door ben aangeno- i, ter wij! ook voor Abonnementen, de Courant door hen wordt zorg edragen. Hoofdkantoor: Kleine Houtstraat 14. J. C. Peereboom, Directeur- Uitgever. Aan hen die daarop zijn ge- bonneerd, wordt hierbij verzonden (o. 14 van het Weekblad voor de 'eugd. (Elk No., groot 8 bladzijden, bevat van fraaie, gekleurde platen en voor kinderen alleraardigsten ekst. De prijs per 3 maanden is sléchts Cents.) Cffficieele Berichten» Burgemeester en Wethouders van Doen te weten, dat van heden op le werkdagen, van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 uur, tot 7 April e.k., 's namidaigs ten 2 ure, ter emeente-secretarie ter visie zijn ne ergelegd het ingekomen verzoek schrift met de bijlagen van A. Vos- maer om vergunning tot oprichting van een petroleummotor in een ge- boa wtje achter het perceel aan de Witte Heerensteeg 15, en dat op 14 April des namiddags ten 2 ure op het Raadhuis der gemeente de gelegenheid worden gegeven, om ten overstaan het gemeente-bestuur bezwaren itegen bet oprichten dezer inrichting te brengen. Eveneens van de Directie der Haar- iemsche Stoomverffabriek om defini tieve vergunning tot plaatsing van een gasgenerator, alsmede om vergunning tot oprichting van een gasmotor met Dowsongasinrichting in een gebouw het perceel in den Veerpolder en Gebr. Merens ora vergunning tot uitbreiding van hunne caoutchouc- fabriek in het perceel aan het Zuider Buiten-Spaarne 56. Haarlem31 Maart 1898. en Wethouders voornoemd, M. O. de KAN TER, Waarn. Burg. De Secretaris, C. M. RASCH. Politiek Overzicht. Zooals gemeld is heeft president' Mac Kinley eene overwinning be- j baald voor zooverre het betreft het verwerpen door het Congres te Was-1 hington van het voorstel om Cuba' onafhankelijk te verklaren, waardoor een oorlog met Spanje onvermijdelijk zou zijn geworden. Zijne populariteit is Mac Kinley echter bezig te ver liezen volgens een bericht aan de Daily Chronicle. De correspondent van dit blad te Washington meldt dat zijn impopulariteit dagelijks toe neemt. De naam van den president en van Mark Hanna wordt in de schouwburgen uitgefloten en de stu denten van de Universiteit van Mi chigan hebben Mae Kinley's beeltenis verbrand. Verliezen wij echter niet uit het oog, dat do tegenstanders van den President ook de grootste schreeuwers zijn. De berichten uit Madrid hebben niet verontrustends. Voor den Spaanschen ministerraad, Donderdag gehouden onder voorzitter schap van de Koningin-Regentes, heeft de Min. van Kol. uitmuntende tijdingen medegedeeld over den gang der operatiën en der pacificatie, die in westelijke provinciën uit Cuba thans zoo ver gevorderd is, dat Blanco de maatregelen tegen de Reconcen- trados ken rapporteeren. Men ver wacht. onderwerpingen v*j beteeke- nis. De opvatting wint veld dat men geraakt is tot eene schikking welke bet vraagstuk der Maine en dat der Reconcentrados omvat en de midde len oplevert om tot den vrede te ko men. en dat deze zelf reeds verzekerd is als slechts de Jingos geen ver keerden invloed oefenen op de wijze bedoelingen*van president McKinley. Men rekent er op dat de regeering al het noodige zal doen tot behoud van den vrede, binnen de grenzen der handhaving van de eer en van de onschendbaarheid van het grondge bied. Minister Sagastaj heeft verklaard Wij hebben alles gedaan, en zullen altijd al het mogelijke doen, om den vrede te bewaren, maar wy zullen geen inbreuk dulden op de eer en de integriteit van ons vaderland. In een interview beeft de minister van openbare werken verklaard, dat de in de laatste 24 uren ontvangen berichten den toestand met betrek king tot Spanje hebben verbeterd, maar. voegde hy er by, die bevredi gende indrukken hebben geen betrek king op de Vereenigde Staten. Het engelsche Lagerhuis heeft Don derdag weer eene verklaring aange hoord van den heer Curzon, onder secretaris van buitenlandsche zaken, betreffende de toestanden in Oost- Azië. waar Engeland met begrijpelijke belangstelling de door Rusland gedane stappen gadeslaat. Curzon verklaarde dan het volgende: De Russische ambassadeur verze kerde ons den 27en Januari dat elke haven, door Rusland verkregen op de kusten van den Noordelijken Stillen Oceaan, opengesteld zal worden voor de schepen van de geheele wereld. Den 16en Maart machtigde graaf Moerawjof O'Connor ons mede te deelen dat in geval de pacht van Ta liën-wan en Port-Arthur verkregen werd, die beide havens voor den vreem den handel zouden worden openge steld gelijk de andere Cbiueesche havens. Moerawjof machtigde O'Con nor tevens ons te verzekeren dat Rus land niet van zins is de rechten en privilegiën te schenden welke gewaar borgd zyn door de tractaten, thans bestaande tusschen China en de andere mogendheden. Die privilegiën omvatten het recht om oorlogsschepen te zen den naar alle havens, gelegen in de bezittingen van den Keizer van China. Het Hoogerhuis heeft het wets voorstel betreffende het garandeeren van de leening van Griekenland in alle (drie) lezingen aangenomen. De Duitscbe Rijksdag heeft Don derdag de derde lezing der staatsbe- grooting afgedaan. De begrooting werd bij de eindstemming aangeno men met algemeene stemmen op die der sociaal-democraten na. De Rijksdag is daarna tot den 26en April uiteen gegaan. een der meest bezadigde Staatslieden te Leeuwarden in bet arrondissement die wy bezitten, stelde de vraag om Ferwerd, mr. J. P. Peering, te Leeu- STADSNSEUWS eerste en derde pagina. Haarlem, 1 ApriL Het Stedelijk Museum van Schil deryen en Oudheden op het Raadhuis werd in de maand Maart j.l. bezocht door 334 personen zonder betaling en door 133 personen tegen betaling. By de Donderdag door B. en W.W. gehouden verpachting is de kiosk no. 1 aan het einde van de Dreef gegund aan W. Warmerdam voor f 115, en de kiosk no. 3 westwaarts van „Trou moet Biycken" aan J. Parsou voor f87,50. De Kampioen van heden meldt, dat Maandag 11 dezer (2e Paaschdag) de afdeelinsrstocht der afd. N. Holland van den Alg. Ned. Wielr. Bond naar de bloembollen velden zal plaats heb ben. Afrit van Haarlem 0.45(?) v.m. A. T. bij het Bondsgebouw.(P) (Deze mededeeling is door zetfouten vry onduidelijk geworden. Het zal moeten zijn: afrit 10.45 by hetBrongebouw. Koffiedrinken te Lisse en gelegen heid tot dineeren in het Bonds(Brou)- gebouw. Snelheid pl. m. 15 K.M. FT- 11 LI T O NL 10) Ik gal' daarom Jacques de noodige orders om alles loor ons vertrek in gereedheid te brengen en daalde de torentrap af; ik wilde mevrouw nog goeden dag gaan zeggen of iemand opzoeken, die voor my by haar belet kon vragen. De trap leidde naar een lange, donkere gang, wier muren met wapenschilden, verkleurde en gescheurde vlaggen en zegeteekens, op de jacht be- naald, waren behangen. Aan het einde bevond zich een boogvormig deurtje, dat achter een zwaar gordijn verborgen was en waar boven een groot mansportret hing. De schilder had zyn model niet gefiatteerdhet lange, spitstoeloopende gelaat met den grijzen baard was een weinig voorover gebogen, een cynische grijns speelde om zyn lippen, terwijl de oogen op my neêr zagen. Ik was deze schilderij wel vijftig maal voorbij geloopen, maar nooit blijven staan om ze eens nauw keurig te bezien. Nu zag ik naar het gelaat op en ter wijl ik het opschrift op de lijst: „Antoine de la Tre- mouille," las, kwam het mij voor alsof de oogen my nog spottender dan te voren aanzagen. Een rilling voer my door de leden, maar glimlachend Parlementaire Praatjes. Het was te verwachten, dat nu een der Kamers, zy het ook de Eerste, bijeen was, een interpellatie over de zaak-Israëls, het ontslag van den rechtsgeleerden raadsman der Pary- sche legatie der Nederlanden, niet zou uitblijven. De heer van Weideren Rengers, over myn eigen dwaasheid, lichtte ik het gordijn op en trad de zaal binnen. Eerst dacht ik dat ze ledig was, maar een tweede blik overtuigde my van het tegen deel aan een klein tafeltje voor het raam, dat op het park uitzag, zat mevrouw met de hand onder het hoofd. Een Tan haar kleine voetjes rustte op een dei- leeuwenkoppen. die de pooten der tafel versierden. On geduldig bewoog zich het voetje op en neder als in overeenstemming met haar gedachten, hoewel ik haar gelaat niet kon zien. Zy was zooals gewoonlijk in het zwart gekleed, en droeg, behalve een gouden keten ora den hals._ geen enkel sieraad. Een oogenblik bleef ik haar zwijgend gadeslaan en dacht er over myn hart voor haar uit te storten, maar tegelijkertijd zag ik in, hoe moeilijk het voor een arm man is een ryke vrouw ten huwelyk te vragen en ik besloot te zwijgen. Door het open venster zag ik het roodbruine gebladerte van de boomen en telkens en telkens klonken mij de vreug dekreten der feestvierenden in de ooren. Terwijl ik nog met myn hoed in de hand op dezelfde plaats stond, keerde mevrouw zich plotseling om, en scheen haastig iets te verbergen, toen zij my in 't oog kreeg. Ik liep op haar toe en zy stond op om my te begroeten. „Ik kom u nog even vaarwel zeggen, mevrouw," zeide ik myn baud uitstekend. „Zoo spoedig reeds," antwoordde zy myn hand even vasthoudend, maar myn blik ontwijkend. „JaParijs ligt een heel eind hier vandaan en ik wil er zoo spoedig mogelijk ziju." „Pary'sGy zijt zeker niet...,." plotseling zweeg zy. „Wat niet, mevrouw?" inlichtingen over dit geval. Minister de Beaufort, van dit voornomen ver wittigd, wilde wel aanstonds ant woorden. De verklaring nu, die Z. E. gaf kwam, wat de feiten betreft, geheel overeen met de voorstelling die, eerst door „Het Vaderland" gegeven, later j door het „Handelsblad" is bevestigd. De Minister nam, gelijk te verwach ten was, de verantwoordelijkheid voor het gebeurde geheel op zich. Hy scheen van oordeel dat de gezant, bedacht voor het behoud der vriend schappelijke betrekkingen met Frank rijk, niet anders kon hebben gehan deld. En hy noemde ook diens han delwijze correct. De heer Israëls was eervol ontslagen onder dankbetuiging voor de bewezen diensten. De heer van Wel deren Rengers zou het correcter hebben geacht indien het ontslag verleend was „op verzoek" maar de Minister was van oordeel, dat dit niet kon, omdat de heer Is raëls met net aanvragen van zyn ont slag te veel had getalmd. Daarmede liep de interpellatie af. Of het den Minister gelakt was den gezant van schuld vrij te pleiten, althans van minder correct handelen, werd op de tribunes zeer betwist, niet het minst op de journalisten tribune. De Kamer had het er op gezet om in deze Donderdagzitting alle wetten en wetjes die de Tweede Kamer haar uit de jongste bijeenkomst legateerde ook af te doen. De provinciale heffingen in Fries land, het subsidie voor deu stoom tramweg Nykerk—Ede, de overneming van de Grand Central-lynen, lokten nog eenig debat uit. Het laatste ontwerp vooral had een kraehtigen aanval te verduren van den heer Rutgers van Rozenburg, die er een bevoordeeling van België in zag. De Minister Lely kreeg hulp van zyn oud-collega Roëll. En de Min. kon zich, tegenover de bewering, dat by deze overeenkomsten de Holl. Spoor wordt achtergesteld beroepen op de rijzing der aandeelen dier Maat schappij ter beurze. Het wetsontwerp werd aangenomen met 39 tegen 5 stemmen, alle andere ook dat tot wering van den San José schildluis zonder stemming. De Kamer is tot nadere byeenroe- I ping uiteen. G. Jr. Uit de „Staatscourant". Koninklijke Besluiten. I Herbenoemd tot schoolopzieners j in het arrondissement Roosendaal, mr. jj. F. Ingen Housz, te's-Hertogen- boschin het arrondissement Har derwijk, J. H. F. Gangel Csz., te 1 Harderwijkin het arrondissement 1 Amsterdam II, J. W. Boellaard, te Amsterdamin het arrondissement Amsterdam III, C. W. deSauvage— warden. Eervol ontslag verleend: met ingang van 1 Juli 1898, aan jhr. J. C. W. Strick van Linschoten, te Tessel, op zijn verzoek, als school opziener in het arrondissement Tessel. Bevorderd met ingang van 1 April 1898, by het hoofdbestuur der posterijen, tot hoofdcommies C. C- Muller en G. G. Bachiene, beiden thans commies tot adjunct-commies G. J. J. Roëll, F. C. S. Terborgh en O. J. E. A. graaf Van Bylandt, allen thans eerste-klerk tot eerste-klerk A. F. K. Trippelaar, H. S. Peters, beiden thans tweede klerk en J. E. de Graaff, thans assis tent, en tot assistent H. A. Meijer, F. G. L. Wutscber, J. Wamsteker en H. J. Quirie, allen thans tydelyk beambte. Verleend de titel van ingenieur der teie- graphie in algemeenen dienst aan den ingenieur der telegraphie A. E. R. Colette. Benoemd met ingang van 1 April 1898, tot hortulanus bij de Rijks-universiteit te Leiden, E. Th. Witte, thans tuin knecht in den Hortus. De kamerheer De Ranitz, stalmees ter Bentinck en de kolonel der huza ren Wüppermann begaven zich Don derdag* uit Den Haag naar Amster dam "ter voorbereiding van enkele aangelegenheden betreffende den stoet by den intocht der Koningin aldaar. UIT AMSTERDAM. Amsterdamsche Wielerbaan Donderdagavond te 9 uur werd in „American Hotel" de algemeene ver gadering gehouden vau de Naamlooze Vennootschap „de Amsterdamsche Wielerbaan". In de commissaris-vaca ture de Gruyter werd voorzien dooi de benoeming van den heer Groene- veld. Met algemeene stemmen werd tot Directeur benoemd de heer B. M. Wolf. Besloten werd tot amoveeriug van de overkapping en tot uitgifte van 200 donateurskaar ten a 25 Gld., die recht geveu op een plaats op de groote tribune bij alle races en niet persoonlijk zyn. Op de eigendommen der Vennootschap werd f5000 afge schreven eu de winst- en verliesreke ning goedgekeurd. Thorbecke van het Thor- beckeplein. Cekaë schrijft in het Hbld.: Alle Amsterdammers kennen Thor- becke, niet waar? Thorbecke van het Thorbeckeplein, met- het bekende magere, hoekige gezicht, de lange jas en de wetsrol van den vermaar- Nolting, te Arasterdam iu het arron-den minister, maar voorts sjofel, ver- dissement Amsterdam IV, J. F. M. i weerd, bevuild, met strepen eu vegen Sterek, te Amsterdam in het arron- J en vlekken op het brons eu met bar- j dissement Bergum, mr. C. A. Römer, sten en krassen op het omringende ijzeren hekje. Een slachtoffer van regen en wind. van sneeuwballen en aardklonten-werpende straatjengeas en van baldadige, verfklodderende schildersknechts. Een deposito-bank voor spreeuwen en musschen. Kortom, een waardig aspirant voor eeu asyi voor verwaarloosde ministers. Welnu nous avons change tout cela! Wat de eerbied voor de nage dachtenis van een groot man niet vermocht, dat heeft de Hollandsche reinheidszin tot stand gebracht. Thor becke van het Thorbeckeplein is op geknapt dank zij de voorjaars schoonmaak. Met z'n drieën waren ze er Donderdag morgen aan bezig. Ze hadden een laddertje tegen hém aangezet, klom men naast hem op zyn ministerieel voetstuk, hielden zich aau zyn ja» vast, grepen hem aan den arm, klamp ten zich aan zijn been, sloegen soms een arm om zyn steilen, tanigen nek... alles om er op te komen of er niet af te vallen. En terwijl intusschen daar beneden het hekje in de menie werd gezet, stroopten ze daarboven hun hemdsmouwen op en trokken met een flinken kwast en wat zeepsop van leer. Van heb ik jou daar, hoor Nog nooit is Thorbecke in de Tweede Kamer zoo onder handen genomen Pats, klets, plons, plof, tsssch Hy droop er van. En het was mooi om te zieu, hoe by geen spier vertrok. Zijn gansche statige jas werd af- gesopt... en toch scheen het zyn koude kleeren niet te raken. De dikke kwast kriebelde hem tusschen de ma gere vingers, kittelde hem in de muis van de handmaar hy trilde zelfs niet eventjes. Ze plonsten hem de kwast in een van zijn groote, altyd luisterende oorenhet schokte hem niet.Ze prikten hem met de natte haart jes in den neus en in de leuke hoeken van den grooten mond en in de zware groeven langs den neus waar die eeuwige, slimme, half-bevroren glim lach ligthy niesde er niet eens van. Ze patsten en platsten over heel zijn hoekige facie, ze ploften hem de volle kwast in 't schrande ooghij knipoogde zelfs niec. Alleen toen de oneerbiedige kwast ook over de wetsrol streek on het zeepsop in de kreukels bleef han gen, toen scheen Thorbecke's geest te worden aangedaan. Want op dat i oogenblik biggelde een dikke druppel j uit zyn pas afgesopt linkeroog langs |deu mondhoek en verloor zich in de plooien vau zijn vest. Of ze hem nog verder verschoond j hebben, weet ik niet. In allen geval ;is hy zelfs in zyn prilste jeugd,'s Za terdagsavonds als zyn moeder hein in de kuip had, nooit beter ou«lei banden genomen, Thorbecke van het Thorbeckeplein. Dus ben ik goedsmoeds verder ge- gaan, by my zelf zeggend „Het is een groot land, dat zóó zijn j groote mannen eert." IrLhtildigingsfeesteii. Door het gewestelijk bestuur van Zuid-Holland is als een hulde en wel- „Och, ik weet het niet," zeide zy schielijk, „iemand zegt wel eens iets, wat heelemaal buiten zyn bedoeling ligt. Maar ik begrijp best waarom ge naar Parys wilt Bidache verveelt u en ge smacht naar het stads leven." „Neen, dat is het niet, maar," en ik wees naar de bosschen en landerijen die zich voor myn oogen uit strekten, „ik heb niet voor zulke bezittingen te zorgen want Auriac, dat aau zee gelegen is, moet maar in zijn eigen onderhoud voorzien en daarenboven moet ik myn baan nog breken." „Hebt ge vrienden „Eén in elk geval, en dien hebt gij voor my bewaard," en ik zag naar myn zwaard. „Mannen kunnen geen beteren verlangenmaar gy hebt er nog éen in Bidache ik zal spoedig in Parys zijn, want hier verveelt het mij. Ik zou hier sterven, als ik er lang moest blijven." „En toch zyt ge in geen drie jaar op Bidache ge weest. mevrouw; zyn de bals in het Louvre zoo aan trekkelijk, dat ge er uw tehuis om verlaat...." Myn toon klonk bitter, want ik was verdrietig over hetgeen ik onder het diner had gehoord en zy zag my verrast aan. Toen glimlachte zy. „Ridder, wilt gy my op een paar vragen antwoor den?" „Waarom niet?" „Houdt gij van vroolykheid en licht?" „Zeker." „Verdryft gij u den tyd wel eens met spelen eu verliest dan meer dan gij kuut betalen?" Ik boog zeer verwonderd. „Die vriend, die daar aau uw zyde hangt, hebt ge niet altyd in oorlogstijd gebruikt, wel De Gonnor's bleek gelaat drong zich aan myn geest op en het bioe 1 steeg my naar het hoofd. Ik antwoordde niet. Mevrouw zag my een oogenblik aau en zeide toen op hoffelyken, weinig vriendelyken toou „Ge zyt wel goed om mij te willen raden, mynheer, en ik verdien uw verwijt. Maar wat voor den een geldt, is ook op een ander van toepassing. Is ridder d'Auriac niet een weinig voorbarig geweest? Hoe komt het, dat hy inplaats van naar Auriac, zich zoo spoedig mogelijk naar Parys begeeft.... naar de bals in liet Louvre „Dat is iets anders," stamelde ik. „Oja, natuurlijk is het iets anders," riep zij toor nig uit. „Ik zag best hoe ontevreden gy vanmiddag keekt. Mijnheer mag gaan, waar hij wil, hy mag van den ochtend tot den avond dansen eu feestvieren, zyn bezittingen aan hun lot overlaten eu zyn vriend voor een enkel plaagziek woord doorsteken odat is alles zooals het behoort. Maar mevrouw moet thuis by haar spinuewiel blijven en zich maar amuseeren, tot myn heer terugkomtzoo deukt gy er over, niet waar ridder Zy lachte, maar op beide waügen vertoonde zich een roode plek. „Mevrouw", hernam ik, „op myn vijftiende jaar kwam ik reeds onder den generaal de Joyeuse in dienst; ik ben maar een ruw soldaat, niet gewoon om kalm te redeneeren maar om alles uit te flappeD. wat mij iu do

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1