NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
ill
15e Jaargang
Woensdag 13 April !89S
No 4535
M'S DAGBLAD
A^30IiTJSTEI2vnB2SrrrSI3E..EJ"S
Voor Haarlem per 8 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„3.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Aföonderiyke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maandenj 0.80
dé omstreken en franco per post0.371/
A TI-V-PTT? rnTni^r^JT-fn'sr -
Van i -5 regels 50 Cis.; iedere regel meer 10 Cis. Groote letters naar piaatsruimt-
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Aboir.ienaenten en Adveitenüon worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PublicUé FAranytre G. L. DAL BE Co. JOHh F. JONES, Succ., Parijs 3 Ibis Faubourg Monimcertre.
Met uitzondering van bet Ariondissement Haariem is liet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nyvorbeid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN bet Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 repels f 0.75, elke regel meer 0,15; Reclames per regel 0,30.
Agenten voor
dit blad in den omtrek zijn Bloemendaal, Santpoort en Scholen, P. v. d. RAADT, Zandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Spaarndam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Veisen, W. J. RUJJTER; Beverwijk. J. HOORNS; BillegomAR IE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen cn Advertentiën aan.
$sase Agesiten.
Aan Haarlem%s Dagblad zjin de
uvolgende vaste Agenten verbonden:
Voor bet kwartier Amsterdamsch«
'oort
C. VINK, A. Ij. Dysennckstr. 11.
Voor het. Rozenpriëel
K. VOS, Hozenprtëehtraai 30.
Voor hoi Leidsctie kwartier:
W. ZWART, C(ereqstraat 136.
Advertentiën weden zonder ver-
ooging van prijs door lien aangeno-
len, terwyl ook voor Abonnementen
ip de Courant door ben wordt zorg
[edragen.
Hoofdkantoor:
Kleine Houtstraat 14.
J. C. Peereboom,
Directeur- Uitgever.
Politiek Oven-zseüft.
Sedert Zondag zyn weer uit Spanje
a de Vereenigde Staten verschillende
elogrammen gezonden, die nu eens
le verwachting deden koesteren, dat
le oorlogskans zoo goed als verdre-
was, en dan weer dat by voor
lie deur stond. De laatste indruk is
icbter, dat de vredeskanscn zyn ver
meerderd.
Zaterdagavond werd gemeld, dat als
uitvloeisel van een bezoek, gebracht
door de gezanten der groote mogend-
beden aan den Spaauschen minister
van buiten!andsche zaken, Gulion, de
ministerraad was belegd en deze be
sloten heeft den wapenstilstand aan de
opstandelingen op Cuba toe te staan.
Steeds is de meening verkondigd,
dat Spanje dezen cisch van de Ver
eenigde Staten niet zou inwilligen, en
dat haar ontkennend antwoord de
aanleiding tot den oorlog zou moeten
zp. Het ligt dus voor de hand dat
iiu de eiseh ingewilligd is, men bet
(cvaar voor oorlog als afgewend kan
beschouwen. Een volgend draadbe-
riclit is echter weer eenigszins in
strijd met dit denkbeeld. Uit Was
hington werd Dm!. 10 dezer geseind,
dat bet bericht van het besluit der
Spaansche regeeriug, om op Cuba den
wapenstilstaud af te kondigen, bet
program der regeering niet lieeft ver
anderd ten aanzien van de inzending
van de Boodschap op Maandag. Ten
gevolge van gesprekken, die Zater
dagavond in bet Witte Huis gevoerd
zijn, spreken vertrouwde vrienden
van den President de meening uit,
dat bet besjuit, te Madrid genomen,
dc reeds door den President vastge
stelde politiek niet wezenlijk zal ver
anderen.
De Amerikaanscbe consnl-generaal
Lee is uit Havana vertrokken.
De Spaansche regeering beeft, door
tusscbonkomst van den gezant Polo
de Barnabe, aan het departement van
buitenlandsche zaken te Washington
een belangrijk stuk gezonden waarin
het toekennen van een wapenstilstand
ambtelijk medegedeeld wordtvoorts
herinnert de Spaansche regeering aan
het vestigen van een vrijzinnig be
wind op Cuba, en zy herhaalt baar
voorstel om de Maine-kwestie te
onderwerpen aan de beslissing van
deskundigen, door de maritieme mo
gendheden aan te wijzen.
De regeering te Washington over
woog de nota van Spanje, welke, vol
gens de verklaring van een lid van
het Amerikaanscbe kabinet, geen wij
ziging brengt in do Boodschap van
den President, noch in den algemeenen
toestand.
De lang verbeide Boodschap van
den president der Vereenigde Staten
aan het Congres is Maandag gezonden.
De quaestie der erkenning van de
Cubaansche opstandelingen als oorlog
voerenden wordt daarin als op bet
oogenblik niet voor behandeling ge
schikt genoemd, maar ten opzichte
van de "gewapende macht der Ver
eenigde Staten wordt het recht voor
behouden daarvan het gobrwk te ma
ken.dat de President noodig zal achten
om de vijandelijkheden to doen eindigen
en een duurzaam bestuur te verkrij
gen. De regeeriug vraagt een krediet
om de noodlijdende bewoners van Cuba
te helpen. jDe Maine-ramp houdt de
aandacht van den President sterk
bezig, die verklaart dat de vernieling
van de Maine in de haven van Havana
een bewijs is geweest, dat Spanje niet
bij uiaichte is, aan de Vereenigde Sta
ten en andere landen voor hunne
schepen die veiligheid te waarborgen,
welke zy het recht hebben te ver
wachten. Niettemin wordt erkend, dat
Spanje, zooveel als mogelijk is zonder
een bijzondere daad van de Cortes,
ontkend heeft eenig deel aan de Maine-
ramp te hebben 8n diep leedwezen
over de ramp, in een Spaansche naven
voorgevallen, heeft uitgesproken. De
zaak is eerder in handen van de
Spaansche justitie.
De President verklaart ten slotte
dat er aan den oorlog op Cuba een
eind moet komen.
;Aan zyn Boodschap heeft de Pre
sident nog dc volgende verklaring
toegevoegd'. Sedert liet opstellen van
mijn vorige Boodschap, heb ik, giste
ren, officieel bericht ontvangen van
een decreet der Regentes van Spanje,
waarbij Blanco is gelast, ten einde
bet verkrijgen van den vrede te ver
gemakkelijken, den wapenstilstand af
te kondigen. Ik ben overtuigd van
uwe zorgvuldige aandacht hiervoor.
Indien de maatregel doel treft, zal
wat wij wenschen bereikt worden.
Zoo niet, dan zal het een nieuwe
rechtvaardiging zijn van de actie over
'welke we overleggen.
De Boodschap is in de Hamer zon
der beraadslaging verzonden naar de
commissie voor de buitenlandsche
belangen.
Een eigenaardig feit hierbij te ver
melden is, dat de opstandelingen op
Cuba den wapenstilstand niet willen,
of Spanje moet Cuba verlaten.
De oorlogspartij in de Vereenigde
Staten beweert, dat de rogeering van
Spanje alleen den eisch tot wapen
stilstand heeft ingewilligd om tijd te
winnen. Deze partij begint nu ook
weer de Maine-ramp meer op den
voorgrond te st8llen.
STAD§S§fc£yWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 12 April.
Schouwburg.
Nederlandsche Opera.
Na in het begin van den winter
door het Italiaauscbe Operagezelschap
alhier gegeven te zyn, zal a.s. Don
derdag door de Neder). Opera „De
Troubadour" (II Trovatore) opgevoerd
worden. Hoewel eene van Verdi's
oudste opera's, is ze blijkbaar doordat
ze zich en met succes op het reper
toire heeft weten te handhaven, ook
voor een hedeudaagseh publiek nog
lang niet verouderd, en kan eene
opvoering van „De Troubadour, mits
de vertolking der hoofdpartijen in
goede handen zy, nog altyd op veel
belangstelling rekenen. Waar wij nu
als Leoaore en Aeuzena de dames
van Gelder en Irma Lozin, als Man-
rico de heer Urlus en als graaf Luna
de heer Orelio vermeld vinden, mag
voorzeker wel van een uitstekende
bezetting gesproken worden.
HAAGSCHE BRIEVEN.
Dat ik in de „stille" week een
„drukken" brief zal schrijven, kan in
billijkheid niet van mij worden ver
langd.
Stil was 'tniet bepaald in do resi
dentie. Op Goeden Vrijdag bijv., een
uitgezochte mooie dag, waren de
straten vroeg stampvol met van elders
gekomen wandelaars, die niet lang
waudelend bleven, doch weldra de
trams bestormden om naar Scheve-
ningen te worden overgebracht, 't Was
nauwelijks half negen in den ochtend
toen ik een dier vehikels ontmoette,
van binnen, vau buiten en van boven
stampvol met lange, magere dames en
heeren, die op een afstand als zonen
en dochteren Albion's waren te
herkennen en die zich by een nader
onderzoek als „Cook's" ontpopten,
d.w.z. reizende onder geleide vaneen
der talryke agenten van het wereld-
beroemde Engelsche reisbureau. Zy
kwamen in Holland „bank-holiday-en".
Daar is toch iets bijzonder goeds in
deze methode van onze Engelsche
naburen om een paar keeren in het
jaar voor enkele dagen allen arbeid
den bons te geven en die dagen te
besteden aan vermeerdering van ken
nis, gepaard aan genoegen. Wij heb
ben dat zoo niet.
De goede Vrijdag byv. is geenszins
voor allen een dag van absolute rust
en werkonthouding. De meeste han
delskantoren zijn in den ochtend een
paar uren open en daar post en tele
graaf gewone dienst hebben, wordt
ook nog geëxpedieerd wat eenigzins
mogelijk is. De Engelschen stellen
hun vacantie-dagen by de wet
vast on wie daarvan zou afwijken
wordt yoor niet recht wijs gehouden.
Sommige menschen in den Haagj
hebben dezelfde opinie van den heer!
Schumann Sr. die juist hedenavond
in de tot circus verbouwde zaal van
het sportterrein de eerste equestrische
voorstelling houdt. De afstand van j
dat gebouw, ruiin een half uur uit
hei. centrum, is ongetwijfeld voor
velen een beletsel. Maar dat de on
dernemer daarom geen geld zou ma
ken kan ik niet toegeven. Ongetwij
feld zal hij liet echter dezen zomer
te Scheveningen beter hebben. De
Raad beeft hem sans tambour ni
trompette toegestaan de plaats in te
nemen die Wuift' vrijwillig ledig laat.
Na al hetgeen in dat college tegen
houten circus-gebouwen is aangevoerd
zou men gedacht hebben, dat, nu
Wulff van de vergunning geen ge
bruik maakt, de gelegenheid werd
aangegrepen om het houten circus
kwijt te raken. Maar consequentie
is niet de sterke zijde van den Haag-
schen gemeenteraad.
Wie zullen vandaag (Dinsdag) wor
den aangewezen om drie ledige plaat
sen in dit college te vullen Groote
animo zal er wol niet zijn om deze
zetels te betwisten, behalve wellicht
in het eerste district waar de vrienden
van den heer Stobberingh, oud-hoofd
commies ter gemeente-secretarie, blijk
baar nog al wat voor diens verkie
zing over hebben. Deze is de candi
dal der vryziunigen. In bet tweede
district is dat de spekslager van
Santen, lid der Kamer van Koophan
del, een flink ra au, maar die tegen
over zich heeft het oude raadslid
Rietstap. Dat is een „ongelijke par
ty" zou men in de biljartzaal zeg
gen. In het derde district eindelijk,
het bolwerk der vrijzinnigen,zijn dezen
verdeeld tusscheu de heeren Janse en
van Dorsser, de eerste oud zee-offfcier.
de ander oud Indisch ambtenaar. Van
den laatste is bekend, dat hjj een
koap en zuinig financier is, zoo zui
nig, dat hij, bij wijzigingen in het
dienstvak waartoe hy zelf behoorde,
indertijd voorstelde, dat men de be
trekking zou opheffendie hij zelf
vervulde! Dat is een aanbeveling
ongetwijfeld. Geen aanbeveliu^ voor
den heer Janse is het, dat hij niet
eens op de lyst der gemeenteraads
kiezers voorkomt. Toch woont hy
[reeds langer dan 3 0 jaren in den
Haag. Dat hy op de lyst ontbreekt
i in het gevolg van nalatigheid in de
'betaling op tyd van zyn beiastiug-
scbuld.Maar nu kan men het velen kie
zers toch waarlyk niet ten kwade dui
den, indien zij meenen. dat iemand die
zijn belasting niet op tyd betaalt, das
zyn plicht als staatsburger niet ver
vult, Diet mag ambieeren een zetel in
een der vertegenwoordigende colleges.
Deze omstandigheid zal den heer Janse
aan de stembus geen goeddoen. En in
dit district, gelyk in de andere, ver
wacht ik dan ook een herstemming.
Met dit Paaschfeest eindigt liet
seizoen der Italiaansche opera, die
ons in de laatste maanden zooveel en
zoo heerlyk genot heeft geschonken.
Of ons het volgend seizoen twee Ita
liaansche gezelschappen zullen wach
ten Het wordt verluid, maar ik zou
het ernstig betreuren. Dit schijnt zeker,
dat niet „Aya" de zetel meer zal zyn,
doch de hoofdstad en dat de residentie
het dus alleen met de Franschen zal
moeten stellen. Nn, dat is genoeg. Het
gezelschap der heeren van Bylevelt
én Lefevro spat vrijwel uiteen en ik
deel het gevoelen niet der Haagsche
collegaas die dit jammer vinden. Ze
ker, enkele goede krachtende bary-
ton Berriel, de bas Blancard, de alt
mevr. BlaDcard—Nady, gaan heen,
terwijl men hen gaarne had zien blij
ven. Maar inzonderheid liet gezelschap
der „grand-opera" was dit jaar niet
schitterend. Een stel goede tenoren
hebben we brood noodig. Die heeren
zyn nu wel peperduur, maar financieel
is het afgeloopen seizoen lang niet
slecht geweest. En deze omstandig
heid geeft het recht te verwachten,
dat de flinke directie m Sept. a. s.
kranig voor den dag zal komen.
Wc krijgen te Scheveningeu een
pier. De Staat vond het reeds goed.
Maar de gemeente en het hoogheem
raadschap van Delfland moeten deze
innovatie a la Blankenberg ook nog
goedkeureu. Men weet wat dat zeggen
wil.
H. A. GANUS Jr.
Uit do „Staatscourant".
Koninklijke Besluiten.
Benoemd tot notaris binnen het
arrondissement Leeuwarden.ter stand
plaats de gemeente Ylst, W. Wierda,
eandidaat-notaris te Bolswardtot
opzichter van den Rijkswaterstaat der
le klasse A. van de Linde, A.
Steendam en J. L. Bootsgezel.
De heer C. Tirion, arts, benoemd
en aangesteld tot officior van gezond
heid 2e kl. by het personeel van den
geneeskundigen dienst van het leger
in Ned.-Indië.
Ter zake van zyn gedrag by eene
excursie tot het verdrijven van roo-
verbenden in Midden-Lombok van 7
September tot 7 November 1897, de
by hot leger in Ned.-Indië gedeta
cheerde 1ste luitenant der iafanterie
J. A. van Nieuwland van het leger
hier te lande, benoemd tot ridder der
4e klasse der Militaire Willemsorde.
Benoemd tot leeraar aan de Ryks-
h. b. school te Sappemeer, D. van
Bruggen, leeraar aan de b. b. school
te Veendam en tydelyk leeraar aan
de Rijks- b. b. school te Sappemeer
aan D. van Bruggen voornoemd
machtiging verleend om, te gelyk met
zyn ambt van leeraar aan de Rijks-
h. b. school te Sappemeer, dat van
leeraar aan de h. b. school te Veon-
dara te bekleeden.
Yoor het tijdvak van 1 September
1898 tot en met 31 Augustus 1899,
benoemd tot leeraar aan de Rijks- h.
b. school te Sappemeer, dr. J. F.
Hoekstra te Groningen
De kapitein ter zee A. P. Tadema
met 16 April a.s. gedetacheerd by
het departemont van marine en hem
opgedragen de betrekking van chef
i van den marinestafde luitenant ter
t zee der le klasse M. W. L. Olivier,
met gelijken datum eervol ontheven
van de tijdelijke waarneming der be
trekking.
Aan den luitenant ter zee der 2e
klasse F. H. de Koek van Leeuwon
vergunning verleend tot het waarne
men van eene particuliere betrekking
buiten het zeewezen voor den tijd
van een jaar, ingaande 10 April a.s.,
onder stilstand van non-activiteits
traktement en zonder opklimmiug in
de ranglijst, en met ingang van laatst-
gemeiden datum, bevorderd tot luite
nant ter zee der 2e klasse, de adel
borst der le klasse D. M. O. deRoo
van Alderwerelt.
De 2e luit. C. W. J. baron van
Boetselaer, van het 8e reg. inf. op zyn
aanvrage, met ingang van l Mei 1898,
op pensioen gesteld en het bedrag van
het pensioen bepaald op fSOO'sjaars.
Aan den generaal-majoor W. Roo
seboom, commandant der stelling van
Amsterdam, tevens bevelhebber in de
le militaire af deeling, en den majoor
H. A. H. Smeding, van het. le 'reg.
huzaren, vergunning verleend tot het
aannemen en dragen der ordeteeke-
nen, resp. van ridder 2e klasse met
de Ster en van ridder 3e klasse in
de orde van den Rooden Adelaar,
hun door den keizer van Duitscbland
geschonken.
Aan S. Gaastra, op zyn verzoek,
eervol ontslag verleend als dijkgraaf
van het waterschap Hemelumer, 01de-
phaert oti aanhoorige zeedijken, prov.
Friesland.
De met verlof hier te lande aan
wezige le luit.-kwartiermeester van
het leger in Ned.-Indië W. L. Kraal,
op zyn verzoek, ter zake van lichaams
gebreken, met ingang op 1 Juni 1898,
eervol uit den militairen dienst ont
slagen, met toekenning van pensioen;
de met verlof hier te lande aanwezige
kapitein der infanterio van het leger
in Ned.-Indië, L. P. F. Schimpf, op
zyn verzoek, met ingang van 1 Juni
1898, eervol uit den militairen dienst
ontslagen, met toekenning van pen-
Een jubileum.
By gelegenheid van de herdenking
j van het 25-jarig bestaan der Holland-
I Amerika Lyo te Amsterdam had het
gezamenlijke personeel, zoowel dat
Her verschillende stoomschepen als
dat aan den wal werkzaam, Zaterdag
;de beide directeuren, de heeren J. V.
Wierdsma en jhr. Otto Reuchlin, uit-
Jgenoodigd met hunne dames in het
'N. A. S. M.-Hotel tegenwoordig te
zyn, met het doel hun aldaar hunne
gezamenlijke hulde te brengen.
Daaraan werd door den beer Van
den Toorn, als oudste beambte der
Maatschappij aan den wal, uit naam
van het geheele personeel in welge
kozen bewoordingen uitdrukking ge
geven, onder aanbieding van cenige
prachtige souvenirs, bestaande voor
den heer Wierdsma uit een groot schil
derij, voorstellende het nieuwe stoom
schip „Rotterdam," de rivier naby
Rotterdam opstoomende, geschilderd
door den beer G. Morgentsjerne Mun-
tBe, te den Haag; voor den heer
Reuchlin uit een bronzen groep, voor
stellende La Sirène, van Pueeh, waar-
FF U ILL ETON.
He ridder d'Aisriac.
16)
Nu deed zich een moeiolijkheid voor, waar ik niet
aan gedacht had. De poorten waren gesloten en ik
diende dus nog een paar uur te wachten. Dat was niet
te doen cn ik maakte een leven, dat zelfs de dood er
door gewekt zou zyn.
Tot mijn groote vreugde hoorde ik de wachten nader
komener werd een luikje geopend, het licht van een
lantaarn viel naar buiten en een grove stem gelastte
mij heen te gaan.
Doe open," brulde ik, „in naam des konings, doe
open".
„De poorten zyn juist op 's konings bevel gesloten,
mynheer en zyn majesteit houdt er niet van, dat de
rust van zyn onderdanen wordt verstoord," antwoordde
een andere stemuit den beleefden toon en uitspraak
zyner woorden maakte ik op, dat ik met een officier te
doen had.
„Als het zoo staat, mynheer," zeide ik, „laat my dan
in, opdat wy beiden naar bod kunnen gaan, en ik
maak u mijn excuses dat ik u zoo lastig heb gevallen.
Myn knecht bevindt zich in de „Grand Cerf" en Óen
man kan toch de stad niet innemen."
„Odau zyt ge mijnheer de Preaulx van de Aujou-
mois, wiens knecht, Jacques Bisson, gisterenavond aan
kwam want nu is het morgen niet waar
„Gy houdt goed do wacht, mynheer wie zou ik
anders zyn?" vervolgde ik, er in myn binnensto een
Goddank bijvoegend, voor het toeval, dat my dezen
naam geschonken had.
Er volgde geen antwoord, maar ik hoorde iemand
lachen, terwyl het licht naar links en rechts gedraaid
werd om te zien of ik wel alleen was. Maar eindelijk
scheen men toch bevel te geven mij in te laten. De dou-
ren knarsten op hun scharnieren en het volgende
oogenblik bevond ik my binnen Rouvres.
Even hield ik stil om den officier voor zyn beleefd
heid te bedanken, en daar het volle licht op my viel,
bemeikte hij hoe vuil en vermoeid ik er uitzag en riep
uit:
„Gy moet wel een langen rit achter den rug hebben,
mynheer, en dan nog wel een tweede paard aan den toom
leidend."
„Ik ryd in 's Konings naam," antwoordde ik koelt
jes en terwyl ik hem nogmaals mijn dank betuigde,
kreeg ik een plotselinge ingeving hem te dineeren te
vragen.
„Met genoegen, mijnheer. Sta my toe u mijzelf voor
te stellen. Ik ben ridder d'Aubusson, ordonnance
officior van mynheer de Saney."
Ik nam myn hoed af en zeide
„Zyn Majesteit heeft geen dapperder krygman in
zyn dienst dan de Saney. Tot twaalf dan, mynheer. Ik
zal dus het genoegen hebben van u weder te zien
goeden nacht of beter gezegd, goeden morgen."
„Adieu!" antwoordde hij, „ik zal op myn tijd pas
sen. Gij moet rechts omslaande „Grand Cerf" is
nog geen honderd vademen meer verwijderd."
Terwyl ik de nauwe, slecht geplaveide straten door
reed hoorde ik d'Anbusson, terwyl hy naar zyn post
terugkeerde, een deuntje fiuiten on ik weDschte my zelf
geluk met myn list en den nieuwen vriend, dien ik daar
door had verworven. Ik wist genoeg van hel hofleven
af om te weten, dat de Saney en de maarschalk lijn
recht tegenover elkaar stonden en ik er dus zeker van
kon zyn hier bescherming te vinden, als ik mij tegen
Biron verklaarde.
Toen sloeg ik een hoek om en mijnheer de Preaulx
van de ADjoumois stond voor de deur van de Grand
Cerf. Op myn kloppen opende mijn getrouwe Jacques
de deur. Daarop volgde het gewone oponthoud en de
drukte, die de aankomst van een nieuwen gast met
zich brengt.
Terwyl ik afsteeg fluisterde Jacques my in het oor:
„Gy zyt mijnheer de Preaulx de Saumur vandeAn-
joumois, mynheer."
„Dat vertelde mynheer d'Aubusson my," antwoordde
ik eveneens op gedempten toon en voegde er toen over
luid by om maar iets te zeggen: „maar gy hadtmy wel
bericht kunnen zenden, Jacques in elk geval was
1 m
bedoeling goed en daarom zal ik je vijf kronen tot
•elooning geven. Roep nu eveu den hotelhouder om
myn kamer te wijzen en ga jy intussehen eens naar de
paarden zien."
De hotelhouder kwam op zyn pantoffels aan loopeu
met een hoogen kandelaar in de eene eu een glas warmen
Romance in de andere hand.
Met veel strijkages ging hy m\j naar myn kamer voor,
die er zeer netjes en geriefelijk uitzag.
„Hier hebt u een glas warmen wijn, mjjnheer de
baron," zeide hij mij het glas overreikend„ik heb de
mooiste kamer voor uw lordschap in orde laten brengen
en van middag zal ik, naar ik hoop, de eer mogen
genieten den edelen markies een fijn diner voor te zet
ten goeden nacht monseigneur, goeden nacht en droom
plezierig," en hy slofte weg, terwijl ik myn glas wijn
opdronk, die verrukkelijk was en daarna myn afgemat
lichaam te ruste legde.
Ik ontwaakte eerst laat in den morgen en bemerkte
Jacques iu myn kamer, die mijn bevolen afwachtte. De
rust had myn been goed gedaan ofschoon het nogstyf
was en mijn hooge laars het pijnlijke gevoel vermeer
derde. Toen ik myn toilet voltooid had zeide ik tot
Jacques
„Zyn de paarden gezadeld
„Zoodra mynheer gedineerd heeft, zullen ze klaar
staan. Ik zal de valiezen, die wij in Evreux voor u
gekocht hebben, op uw paard binden."
„Best. Ik hoor mynheer d'Aubusson reeds. Het is al
laat."
„Het is juist etenstijd."